Ter Neuzensche Courant Marion's grooteavontuur Feuilleton TWEEDE BLAD. Woensdag 26 Oct. 1938. >No. 9829. Bescherming tegen Luchtaanvallen. Algemeene Gedragsregels. Ieder is verplicht aan de door of vanwege den Burgemeester in het belang der oefeningen gegeven bevelen of aanwijzingen onmiddellijk gevolg te geven en alle medewerking desgevraagd onmiddellijk te verleenen. Burgemeester en Wethouders van Terneuzen Burgemeester en Wethouders van Terneuzen Luchtbeschermingsdienst. Burgemeester en WethoudersvanTerneuzen VAN BEKENDMAKING. De Burgemeester van TERNEUZEN, over- wegende, dat de op 27 October 1938 te bouden oefening in de luchtbesehermmg het voor- schrijven van algemeene gedragsregels nood- zakelijk maakt; Gezien de door den Minister van Binnenland- sche Zaken verleende goedkeuring; Gelet op artikel 12 ider Wet Ibetreffende bescherming tegen luchtaanvallen; Stelt vast de volgende gedragsregels, welke zullen gelden op 27 October 1938, in den naniiddag van 2.45 uur4.15 uur. 1. bij het sein ,,Luchtalarm", hetwelk ge- geven zal worden door middel van sirene's en stoomfluiten, welke gedurende twee minuten achtereen zullen loeien, is ieder verplicht onmiddellijk 'den openbaren weg te verlaten en berging te zoeken in hui- zen, cafe's, portieken, als anderszins, zoo- mede in de daarvoor bestemde openbare schuilplaatsen, welke des daags worden ajangegeven door een blauwe vlag en 's nachts door een blauw licht gevende lantaarn. Ieder is dan verplicht degene, die zich daartoe aanmeldt, in zijm huis, als anderszins toe te laten en dekking te verschaffen, uitgezonderd ziekenhuizen en woningen met ernstige zieken; 2. motorrijtuigen en andere voertuigen moe- ten rechts van den weg worden geplaatst. Trekdieren moeten aan boomen e.d. stevig worden vastgebonden en onder toezicht blijven van de gel eiders; 3. niemand, behalve het luchtbeschermings- personeel en de politie, mag zdch buiten noodzaak op den openbaren weg begeven of bevinden; 4. Het is verboden terreinen, gebouwen e.d. ite betreden, welke door gifgas zijn besmet of verondersteld worden besmet te zijn zooals door afzetting is kenbaar gemaakt; 5. Het onder 1 t/m 4 gestelde, geldt totdat het sein ,,Luchtalarm" geeindigd, be- staanide in het luiden der klokken van de R. K. kerkesn, is gegeven. In den avond van 810 uur: de straat verlichting wordt gedoofd; het uitstralen van licht uit of op huizen, 'gebouwen, woonwagens, woonschepen of vaartuigen is verboden; het verbod sub 2 betreft tevens van bui- tenaf zichtbare vporwerpen, als licht- reclames, automaton, benzinapompen, klokken, enz.; bij het verlaten van huizen of gebouwen is men gehouden er tegen te waken, dat licht idoor geopende deuren naar buiten kan stralen; het gebruik buitenshuis van lantaams (behoudens de sub 6 genoemde gevallen), fakkels en andere lichtgevende voorwer- 1. 2. 4. 5. pen, zoomede het ontsteken van eenig vuur is verboden; 6. het verkeer te land is verboden, tenzij het aan de navolgende eischen voldoet: de lichten van motorrijtuigen en voertui gen moeten bedekt worden met zwart of blauw papier of andere vrijwel ondoor- schijnende stoffen, waarin een spleet van ten hoogste 5 c.M. breedte en ten hoogste 1 c.M. hoogte onder het brandpunt van de lamp kan worden vrij 'gelaten; lichten van stilstaande motorrijtuigen en voertuigen moeten gedoofd zijn; Rijwielen mogen geen licht voeren. Voldoet de verlichting van een motor- rijtuig of voertuig niet aan deze eischen, ter beoordeeling van de politie, dan wordt verder gebruik van het motorrijtuig of voertuig verboden. 7. de snelheid van het toegelaten verkeer moet gering zijn, althans zoodanig, dat gelet op de voorschriften sub 6 daar- door geen gevaar ontstaat; 8. hej. verkeer te water wordt geheel ver- bodeif en gestremd; br-uggen, sluizen enz. worden niet bedienid, noch verlicht; 9. het is voetgangers verboden buiten nood zaak, ter beoordeeling van de politie, op het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de wegen te loopen of te vertoeven. POLITIE: Hiertoe behooren alle ambte- naren van rijks- en gemeentepolitie, be- zoldigd of onbezoldigd. HULPPQLITIE: Hiertoe behooren alle personen, daartoe door hem, Burgemees ter, aangewezen en voorzien van een legi- mitatiebewijs; zij zullen rond den linker bovenarm dragen een wditten band met daarop de letter P. in zwarten inkt. Ieder, die zich gedurende het laatste tijd- vak op straat bevindt, doet zulks geheel voor eigen risico. Niet-naleving van de boven vermelde gedragsregels is strafbaar en stelt bloot aan veroordeeling tot gevange- nisstraf van ten hoogste twee jaren of geld- boete van ten hoogste duizend gulden, terwijl deze straffen verlaagd worden tot ide helft ten aanzien van hem aan wiens schuld te wijten is, dat aan bedoelde verplichtiiigen niet wordt voldaan. De ambtenaren van politie, naar wier oordeel iemand een feit pleegt, waardoor de luchtbeschermingsoefeningen in gevaar worden gebracht, zijn bevoegd, na aanmaning, op kosten van den overtreider de noodige maatregelen te treffen of te doen treffen. Zij zijn in dat geval bevoegd zoo noodig te alien tijde een woning tegen den wil van den bewoner te betreden. Geenerlei aansprakelijkheid wordt aanvaard voor schade, welke uit de hierbovenstaande voorschriften mocht voortvloeien. Terneuzen, 12 October 1938. De Burgemeester voomoemd, P. TELDEGEN. schuldigd is, voor het publiek gesloten zijn tusschen Zaterdagavond zes uur en Maandag- morgen acht uur. De houder der vergunning legt v66r de betaling van het vergunnings- recht aan Burgemeester en Wethouders een mededeeling betreffende deze omstandigheid over. Artikel 4. 1. Het vergunningsrecht voor een hotel- vergunning bedraagt jaarlijks vijf en twintig gulden of zooveel minder als op den grondslag van het aantal der in het hotel voor logeer- gasten beschikbare kamers bij algemeenen maatregel van bestuur is bepaald. 2. De houder van een zoodanige vergun ning, doet jaarlijks v'66r 1 April aan Burge meester en Wethouders van dit aantal schrif- telijke mededeeling. Burgemeester en Wet houders stellen den aanslag vast en brengen dezen onmiddellijk ter kennis van belang- hebbende. Artikel 5. 1. Het jaar, waarvoor het vergunnings recht is verschuldigd, loopt van 1 Mei van het eene tot en met 30 April van het daaropvol- gende jaar. 2. Voor een tusschentijds verleende ver gunning zijn slechts zooveel vierde gedeelten van het vergunningsrecht verschuldigd als er kwartalen in het vergunningsjaar over zijn, met dien verstande, dat een gedeelte van een kwartaal voor een geheel geldt. 3. Het vergunningsrecht is verschuldigd door den houder der vergunning. Artikel 6. 1. De schatting van de huurwaarde der localiteiten, waarvoor een vergunning als in artikel 1 of artikel 2 bedoeld is verleend, ge- schiedt jaarlijks door Burgemeester en Wet houders, na ingewonnen schriftelijk advies van een door hen aan te stellen deskundige. 2. Burgemeester en Wethouders stellen, op grond van die schatting, den aanslag vast en brengen dezen onmiddellijk ter kennis van den belangheblbende. Artikel 7. Indien de houder van een vergunning bij schriftelijke, door hem onderteekende, verkla- ring afstand doet van de vergunning, worden van het betaalde vergunningsrecht aan den vergunninghouder op zijn verzoek zooveel vierden teruggegeven, als het aantal kwar talen bedraagt, waarin van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt. Gelijke terug- gaaf geschiedt aan de rechtverkrijgenden, in dien de vergunninghouder overlijdt en het be drijf niet ingevolige artikel 27, tweede lid, der Drankwet (Staatsblad 1931 no. 476) wordt voortgezet; indien de overschrijving van de akte der vergunning ten name van den over- levenden echtgenoot of een der kinderen van den overleden vergunninghouder na 30 April wordt geweigerd en deze v66r dien dag het vergunningsrecht heeft betaald, alsmede in dien het besluit, waarbij de vergunning is ver leend, door de Kroon is vemietigd. Artikel 8. De betaling van het recht geschiedt in 66n termijn, aan den gemeente-ontvanger, tegen uitreiking van een kwitantie. De uitreiking van de kwitantie bljjft ach- terwege, indien de betaling geschiedt door middel van overschrijving op de postrekening van den gemeente-ontvanger. Artikel 9. Van iedere betaling wordt door den gemeente-ontvanger kennis gegeven aan Bur gemeester en Wethouders. Artikel 10. Deze verordening treedt in werking met in- gang van 1 Mei 1939, op welk tijdstip ver- vallen de thans bestaande verordeningen op de heffing en invordering van het vergun ningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein. Zij blijven van kracht ten aanzien van vorige belastingjaren. Vastgesteld door den Raad der gemeente Terneuzen, in de openbare vergadering van 14 Juli 1938. P. TELLEGBN, Voorzitter. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. Zijnde aan deze verordening goedkeuring verleend bij Koninklijk Besluit van 30 Septem ber 1938, No. 56, en is hiervan afkondiging geschied waar het behoort op 26 October 1938. Burgemeester en Wethouders voomoemd, P. TEDLEGBN, Voorzitter. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. doen te weten, dat door den Raad dier ge meente in zijn openbare vergadering van 14 Juli 1938 is vastgesteld de volgende ver ordening: VE1RORDEINING regelende het heffen van verlofsrecht voor den verkoop van zwakalcoholischen drank in het klein in de gemeente Terneuzen Artikel 1. Het verlofsrecht voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank in het klein krach- tens een verlof A bedraagt jaarlijks een som van vijf en twintig gulden. Artikel 2. 1. Het jaar, waarvoor het verlofsrecht is verschuldigd, loopt van 1 Mei van het eene tot en met 30 April van het daaropvolgende jaar. 2. Voor een tusschentijds verleend verlof A zijn slechts zooveel vierde gedeelten van het verlofsrecht verschuldigd als er kwartalen in het verlofjaar over zijn, met dien verstande, dat een gedeelte van een kwartaal voor een geheel geldt. 3. Het verlofsrecht is verschuldigd door den houder van het verlof. Artikel 3. Indien de houder van een verlof bij schrif telijke, door hem onderteekende verklaring afstand doet van het verlof, worden van het betaalde verlofsrecht aan den houder van het verlof op zijn verzoek zooveel vierden terug gegeven als het aantal kwartalen bedraagt, waarin van het verlof geen gebruik wordt gemaakt. Gelijke teruggaaf geschiedt aan de rechtverkrijgenden, indien de houder van het verlof overlijdt en het bedrijf Tiiet ingevolge artikel 46, vierde lid, in venband met artikel 27, tweede lid, der Drankwet (Stbl. 1931 no. 476) wordt voortgezet; indien de over schrijving van de akte van het verlof ten name van den overlevenden echtgenoot of een der kinderen van den overleden houder van het verlof na 30 April wordt geweigerd en deze v66r dien dag het verlofsrecht heeft be taald, alsmede indien het besluit, waarbij het verlof is verleend, door den Kroon is ver- nietigd. Artikel 4. De betaling van het recht geschiedt in 66n termijn, aan den gemeente-ontvanger, tegen uitreiking van een kwitantie. De uitreiking van de kwitantie blijft achterwege, indien de betaling geschiedt door middel van overschrij ving op de postrekening van den gemeente- ontvanger. Artikel 5. Van iedere betaling wordt door den gemeente-ontvanger kennis gegeven aan Bur gemeester en Wethouders. Artikel 6. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 Mei 1939, op welk tijdstip ver- vallen de thans bestaande verordeningen op de heffing en invordering van het verlofs recht voor den verkoop van ziwak-alcoholi- schen drank in het klein. Zij blijven van kracht ten aanzien van vorige ibelastingjaren. 'Vastgesteld door den Raad der gemeente Terneuzen, in de openbare vergadering van 14 Juli 1938. P. TELDEGEN, Voorzitter. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. Zijnde aan deze verordening goedkeuring verleend bij Koninklijk Besluit van 30 Sep tember 1938 no. 56 en is hiervan afkondiging geschied waar het behoort op 26 October 1938. Burgemeester en Wethouders voomoemd, P. TBDLEGEN, Voorzitter. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. doen te weten, dat door den Raad dier ge meente in zijn openbare vergadering van 14 Juli 1938 is vastgesteld de volgende verorde ning: VERORDENING op de heffing van besmettelijke ziektengelden in de gemeente Terneuzen. Artikel 1. Ter vergoeding van en ter tegemoetkoming in de ten laste der gemeente komende kosten van vervoer, afzondering, onderzoek, verple- ging, reiniging en ontsmetting, als bedoeld in de besmettelijke-ziektenwet 1928 St.bl. no. 265 worden van ibelanghebbenden rechten ge- heven overeenkomstig td'e in de volgende arti- kelen vervatte regelen. Artikel 2. Het in artikel 1 bedoelde recht is verschul digd wegens kosten van: a. vervoer, de daarvoor door de gemeente gedane uitgaven, evenwel tot geen hooger bedrag-*dan 0,25 per km. en 6 in totaal; h. afzondering of verpleging of voor afzon dering en verpleging tegelijkertijtl, de daarvoor door de -gemeente gedane uit gaven doch tot geen hooger bed rag dan 7,50 per varpleegdag; c. onderzoek,. de daarvoor door de gemeente gedane uitgaven, ji'och tot geen hooger bedrag dan f 4 per keer; d. reiniging en ontsmetting, volgens het tarief van de Provinciale Zeeuwsche Ver- eeniging ,,'Het Groene Kruis" te Vlissin- gen. Artikel 3. In de kosten wordt tegemoetgekomen door de belanghebbenden wier totaalbedrag van de hoofdsommen van de gemeentefonds- en ver- mogensbelasting bedraagt: De COMMISSARIS DER KONINGIN in de Provincie Zeeland te Middelburg, laat op Donderdag 27 October 1938, in deze Provincie luchtbeschermingsoefeningen houden, waaraan Terneuzen in zijn geheel zal deelnemen in dier voege, dat 's middags van 2.154.15 uur de hulpdiensten zullen uitmkken, terwijl's avonds van 810 uur de totale verduistering zal wor den toegepast. Zoowel tijdens de middag-, als de avondoefening wordt het publiek inge- schakeld. Werd bij de voorbereiding van de luchtbe- schermingsoefening, welke op 16 Mei 1936 is gehouden, aan het pulbliek dringend verzocht bij ,,Luchtalarm" zich van de straat te ver- wijderen; voertuigen aan de kant van den weg te plaatsen, eventueel lichten daarvan te doo- ven en trekdieren stevig vast te binden, enz., waarvan het resultaat niet aan de verwach- tingen beantwoordde, thans wordt dit alles, op grond van artikel 12 der Luchtbescher- mingswet, door mij bevolen en heb ik die voor schriften neergelegd in „Algemeene gedrags regels", welke openbaar zijn bekendgemaakt in de nummers van de Terneuzensche Courant der afgeloopen dagen en op openbare bekend- makingen, welke, zoowel in de kom Terneuzen, als te Sluiskil en Driewegen, op verschillende plaatsen door aanplakking aan het publiek zijn bekend gemaakt. Roman van I. F. J. Groothedde. Nadruk verboden. 17) (Vervolg.) Zoo reed Hall dien nacht langzaam langs de slapende kudde, gezeten op zijn hengst, dien hij „Black Devil" had gedoopt. Het dier ver- diende dien naam wel, want door zijn zwarte kleur was hij bijna onzichtbaar in den sterre- loozen nacht. Hall liet hem stapvoets gaan en hing droo- mend over zijn nek. Zijn gedachten waren vervuld van Marion. Waarom zou hij eigen- lijk zoo lang wachten Als de ranch, die Joe bedoelde, goed was, konden ze immers hitmen een paar weken trouwen. Als Marion Blue- corn er tenminste niet op tegen waren. Wat Marion betreft, daar was Hall vrij zeker van. Hij kende haar gevoelens en wist, dat ze niet weigeren zou. En Bluecom zou geen al te groote bezwaren maken. Bij hem zou het geld een tamelijik groot gewicht in de schaal leggen. ,,Ik ga er morgen op af", bromde Hall, ,,wii hij niet, dan nog niets verloren. Ik kan het probeeren. Vooruit, oude jongen!" Dit laatste was tegen Black Devil gericht, die was blijven staan em onrustig de lucht in zijn neus- gaten snoof. ,,Is er lets, Blacky?" Hij liet het licht van een sterke zakbatterij over de ruggen van paarden en ossen glijden, die staand of liggend sliepen in onibewogen roerioosheid. Niets toonde de aanwezigbeid van eenig onraad. In de verte loeide plotseling een os. Dit geluid, Ik vestig in het bijzonder de aandacht op het voorschrift, dat, tijdens de middagoefening, ieder verplicht is bij „luchtalarm" (het ge durende twee minuten aaneen loeien van sirenes en stoomfluiten) den openbaren weg te verlaten. Bij niet onmiddellijk voldoen hier- aan zal de politie en de hulp-politie, die dan door my beeedigd is tot onbezoldigd-gemeente- veldwachter, streng optreden en onwilligen verbaliseeren. Eerst, als bet sein ,,Lucht- alarm geeindigd" is gegeven (het luiden der klokken van de R.K. kenken) mag men weer op straat komen. Men moet er rekening mee- bouden, dat de vliegeniers zullen terugkomen. Dan wordt weer „Luchtalarm" gemaakt en moet weer de weg ontruimd worden. Voorts, .tijdens de avondoefening, dat het verboden is buitenshuis lantaams, fakkels e.d. te gebruiken, zoomede eenig vuur te ontste ken; dat lichten van stilstaande motorrijtui gen en van stilstaande voertuigen gedoofd moeten zijn; dat rijwielen geen licht mogen voeren; dat bruggen en sluizen niet worden bediend, noch verlicht en ten slotte, dat voet gangers buiten noodzaak niet op het voor rij verkeer bestemde gedeelte, van wegen mogen loopen of vertoeven. Daar, waar door mij geen enkele aanspra- ikelijlkheid wordt aanvaard voor schade, welke mocht voortvloeien uit de door mij met betrek- king tot vorenomschreven oefeningen voor- geschreven gedragsregels, doet iedereen, die niet behoort tot de hulpdiensten, verstandig van 2.454.15 uur n.m. en van 8—10 uur heel gewoon, deed Hall'm rilling over den rug loopen. Hij trok zijn revolver en reed snel om het vee heen. Maar er was niets. „Dwaas, dat ik me door het geloei van een os angst laat aanjagen", mompelde hij, de revolver weer in den gordel stekend. Toch bleef hij langzaam rondrijden en liet regel- matig het licht flitsend rondcirkelen. Alles bleef echter rustig en langzamerhand verviel bij weer in zijn droomerij-en. Tot plotseling Black Devil opsprong en luid hrieschte. Hall schrok op. Wat was er gaande? Slopen daar niet donkere gedaanten? Hoorde hij geen stemmengefluister? Of speelde de verbeelding hem weer parten. Hij liet de stralenbundel van zijn zakbatterij fel vooruitschieten. En daardat was geen verbeelding, daar liep een gestalte, die het vee in beweging trachtte te brengen. Verward geloei steeg op. „Veedieven", flitste het hem door het hoofd. Hij greap het f-luitje, dat om zijn hals hing en liet een scherp, doordringend alarmsignaal klinken, twee, drie keer, trok zijn revolver en wendde zijn paard sned in de richting van den dief, of de dieven. Doch meteen dook een donkere gedaanU te paard vlak naast hem op. Onmiddellijk riehtte hij zijn revolver, maar voor hij den trekker kon overhalen, suisde er iets door de lucht; een hard, zwaar voorwerp raakte zijn achter hoofd, zijn krampende vin- gers deden den revolver nog afgaan, dan zakte hij achterover en wist niets meer. Hij ontwaakte, d'oordat de zon hem recht in het gezicht scheen. Hij opende zijn oogen en knipperde tegen het felwitte licht. Waar was hij? Een doffe pijn in het achterhoofd bracht hem ineens de gebeurtenissen van den nacht te binnen. Met een ruk zat hij recbtop. Het vee, waar was het vee? Ver in het rond strekte zich de prairie uit in stralenden och- temdglans eenzaam en verlaten, zonder vee, zonder ranch. Waar was hij? Wat was er met het vee gebeurd? Hij stond op. Achter nam. van den 27sten October a.s. thuis te blijven. Dit geldt vooral voor kinderen, wier ouders goed zullen doen hen binnen te houden. Niet naleving van deze gedragsregels of sehuld daaraan wordt streng gestraft, daar dit, volgens de wet, geen overtreding, doch een misdrijf is. Aan het slot der bekendmaking staat, dat ieder verplicht is aan de door of vanwege mij in het belang der oefeningen gegeven bevelen of aanwijzingen onmiddellijk gevolg te geven en alle medewerking desgevraagd onmiddellijk te verleenen. Niet nakoming hiervan maakt schuldig aan overtreding van artikel 184 Wet- boek van Strafrecht. Zooals uit de bekendmaking blijlkt, is alle lichtuitstraling, maar vooral die uit dakven- sters, verboden, hetwelk door de uitkijkposten zal worden gecontroleerd. De politie heeft in deze strenge instmcties. Bij deze doe ik dan ook een beroep tot mede werking op alle ingezetenen, meer in't bijzon der op winkeliers, cafd-, hotel-, restaurant- houders, exploitanten van patates-frites- wagens enz. en wel z66, dat de controleerende vliegeniers later zullen kunnen rapporteeren, dat Terneuzen, Sluiskil en Driewegen vanuit de lucht in het duister niet waren te vinden. MEDEWERKING wil niet zeggen: lichten uit en naar de bioscoop gaan of iets dergelijks, maar wel: rolluiken goed afsluiten en in de kamers normaal het licht laten branden, daarbij zorgdragende, dat bij het opengaan der kamer- deuren b.v. door middel van een gordijn geen licht in de gang valt. Heeft men geen rol luiken of moet men het licht van de gang, de zolder, de schuur e.d. gebruiken, dan bezige men ondoorscbijnend, liefst zwart dik papier, gordijnen e.d. of men omhulle de lampen met kapjes, als anderszins, waardoor het licht niet naar buiten kan uitstralen. Bij luchtalarm zal men goed doen de hoofdkraan van de gas- leiding dicbt te zetten. Op 12 October jji heeft Rotterdam een verduisteringsoefening gehouden, die zeer goed is geslaagd: Het Hoofd Luchtbescher mingsdienst aldaar liet zich daarover als volgt uit. „Ruitengewoon ben ik te spreken over de „houding van het Rotterdamsche publiek. Er 'waren straten, waarvan het meerendeel der be won ers het als een eer bescbouwde, dat aan „ieder buis alles perfect klopte. En als er „dan ergens wat licht naar buiten scheen, dan „werd door buren hierop attent gemaakt. Het „ging om de eer van de straat. Ontroerend „was bet ook dikwijls te zien, hoe het armste „gedeelte der bevolking met lappen e.d. ge- „werkt had, om toch maar te voldoen aan ^hetgeen er van hen gevraagd werd. In zijn „geheel zijn er slechts vier gevallen van per- „tinente weigering genoteerd. Nemen we daarbij, dat er geen enkel verkeersongeval heeft p'laats gevonden, dan beteekent dit, dat ^de Rotterdamsche verduisteringsproef in alle „opzichten is geslaagd". Wat moet zoo'n uitspraak een voldoening geven met bet oog op een onverboopte werke- lijkheid, zooals wij die op Woensdag, 28 Sep tember j.l. zoo angstvallig hebben voelen naderen. Wat in een stad, als Rotterdam mogelijk is gebleken, kan hier ook bereikt worden. Thans komt daar echter by, dat de mede werking van het publiek ditmaal nog intenser zal moeten zijn en ik roep dan ook aller emst en medewerking in, opdat, zoowel de middag- als de avondoefening volkomen mogen slagen. De Burgemeester van Terneuzen, P. TELLBGEN. doen te weten, dat door den Raad dier ge meente in zijn openbare vergadering van 14 Juli 1938 is vastgesteld de volgende ver ordening: VERORDENING regelende het heffen van vergunningsrecht voor den ver koop van sterken drank in het klein in de gemeente Terneuzen. Artikel 1. 1. Het vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein krachtens een volledige vergunning, een tapvergunning, een slijtvergunning of een societeitsvergunning, bedraagt jaarlijks twaalf gulden vijftig cent voor elke vijftig gulden huurwaarde of ge deelte daarvan, welke de localiteit, in verband met den omizet van sterken drank in het be drijf, waarvoor de vergunning strekt, kan ge- acht worden te bezitten met dien verstande, dat het recht niet lager dan veertig gulden zij. 2. Indien een vergunning wordt verleend voor een nieuw bedrijf, is voor de eerste maal een vergunningsrecht van honderd gulden verschuldigd. Artikel 2. 'Het vergunningsrecht voor een bijzondere vergunning, als bedoeld bij het eerste lid van artikel 75 der drankwet (tStaatsblad 1931, no. 476), bedraagt vijf en zeventig ten hon derd van het bedrag, in artikel 1 bedoeld. Artikel 3. Het recht wordt met vijftig ten honderd veraninderd voor de localiteiten, die gedurende het jaar, waarvoor het vergunningsrecht ver- hem klonk zacht gehinnik. Black Devil kwam in een drafje naar hean toe en duwde vroolijk briesend zijn snuit in zijn hand. „Waar is het vee, Blacky? Weet jij, wat er gebeurd is?" Als antwoord hinnikte Black Devil luid en dartelde om hem heen. Hall streek zich over het pijnlijk achterhoofd en staarde pein- zend om zich heen. Het landschap was hem vreemd, hij had er geen notie van, waar Blue- corn's ranch zich bevond. Bluecorn! Het vee! Hij riep het paard, steeg op en liet bet den vrijen teugel. Wellicht zou het imstinctmatig zijn stal opzoeken. Het paard zette zich in een lichte draf en na een uur zag Hall de heuvels en de ranch voor zich opdoemen. Het vervulde hem met vreugde, doch tegelijkertijd met angst en onge- rustheid. Wat was er met het vee gebeurd? Wat zou Bluecorn zeggen? Hij had zijn plicht gedaan en alarm gegeven, maar hadden ze het op de ranch gehoord? Waren ze te hu.lp gesmeld? Of zou al het vee verloren zijn? Een pijnigende ongerustheid beklemde zijn hart, toen hij om de heuvels zwenkte en het dal inreed. Gelukkig, het vee was er nog! Een ongekende blijdschap steeg in hem op. Maar scherper toeziende bemarkte hij al spoe- dig, dat er maar een klein gedeelte aanwezig was en met een bezwaard gemoed reed hij op de boys toe, die hem met uitroepen van verbazing ontvingen. Op hetzelfde oogenblik kwam Bluecorn de ranch uitstuiven en sprong vlak naast hem van zijn paard. „Nog niets terug, Boys?" Zwijgend keken ze naar Hall, Bluecorn. staarde hem met open mond aan en barstte plotseling los: „Spreek op, kerel? Waar kom je vandaan? Wat is er gebeurd? Drdekwart van bet vee. is weg. Waar heb je het gelaten?" Hall baalde wanhopig zijn schouders op en vertelde, wat hij wist. Bluecorn staaarde hem strak aan. „Dus je merkte onraad, floot en werd neer- geslagen? Viel je van je paard?" ,,Ik weet het niet", antwoordde Hall, ,,maar ik geloof het niet. In denk, dat ik met mijn voeten in de stijgbeugels ben blijven hangen en dat Black Devil met het vluchtende vee meegehold is, tot hij voelde, dat ik van zijn rug gleed en dat het trouwe dier toen in mijn nabijheid is gebleven, tot ik uit mijn verdoo- ving ontwaakte. Hebben ze mijn alarm ge hoord op de ranch?" ,,Jouw alarm? Dat weet ik niet. Midden in den nacht begonnen ineens de honden als ra,zenden tekeer te gaan. De aanwezige boys waren spoedig op de been en daar ze buiten de ranch niets verdachts bespeurden, zijn ze het veld ingereden en nog steeds niet terug- gekeerd. Ik zeif 'ben even in het veld gaan kijken en ik ontdekte al spoedig, dat het groot- ste deel van het vee verdwenen was. Bij het eerste ochtendkrieken ging ik nog eens kijken, om het juiste aantal stuks gestolen vee te berekenen en toenvond ik dit brief je". Hij wilde Hall een papiertje toereiken, maar op dit oogenblik werd een zwak gedreun waarneembaar, dat snel aangroeide. Daarom stak hij het weer bij zich en keek naar het eind van de heuvelhelling. Een oogenblik later draafden eenige paarden om den hoek, gevolgd door een tallooze menigtc runderen en andere paarden, aan alle zijden omzwermd door de iboys, die den troep met ham lange zwepen in de goede richting dreven. Eenmaal in het dal, werd het vee niet meer opgejaagd, kwam tot rust en ging aan het grazen. Blarney, de aanvoerder van de boys, sprong van zijn paard en rapporteerde: „Ik meende vannacht een fluitsignaal te hooren. Het blaffen van de hondea gaf me zekerheid. De meeste boys waren al wakker en voegden zich bij mij. Toen zijn we, op uw i bevel, het veld ingereden en ontdekten, dat het grootste gedeelte van bet vee verdwenen was. Ik drukte mijn oor op den grond en vernam nog duidelijk bet stampen. Zoo snel de duistemis bet toeliet, zijn we het vee ge volgd. Toen de morgen aanbrak, vonden we bet op eenige mijlen afstand naar het Noor- den in de Grasshoppers-Valley, zeer verspreid natuurlijk. Joe Burnt hier, beweert, dat hij aan het verste eind van het dal eenige kerels zag wegvluchten. We zyn gaan kijken, maar vonden geen spoor van hen. Ook van Hall Pennock was niets te ontdekken, maar ik zie dat hij terug is. We hebben het vee by elkaar geareven en teruggehaald. Ik hoop maar, dat er ni'ets ontbreekt". ,,Dat zullen we onderzoeken", zei Bluecorn kort, „laat ieder voor zich gaan tellen, dan zijn vergissingen uitgesloten". Het onderzoek, dat vrij veel tijd in beslag nam, bracbt aan het licht, dat er zes en tachtig runderen en achttien paarden vermist werden. Bluecom keek een tijdlang somber voor zich uit en wemkte Hall Pennock, om hem te volgen. Toen ze buiten het gehoor van de boys gekomen waren, begon hij: „,Het is toch een vreemde geschiedenis, jongeman. Stel je een oogenblik in mijn plaats. De nachtwacht, die bekend staat als een zeer handige, onvervaarde kerel, den duivel te slim af, bemerkt onraad, geeft alarm en laat zich neerslaan. Vreemd, maar moge lijk. Vreemder is echter, dat hij op eenige mijlen afstand tot ziehzelf komt niet gebon- den, due niet meegevoerd. Het vee vlucht weg, wordt echter gedeeltelijk teruggevonden. Het vreemdst is echter dit briefje, waarop te lezen staat: ,,Pas op voor Hall Pennock. Hij komt uit New-York en staat in verbinding met dievenbenden. Verricht hoogst waar- schijnlijk handlangersdiensten". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5