BFMFFM nieuws- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen PUROL Marion's groote avontuur No. 9828 MAANDAG 24 OCTOBER 1938 78® Jaargang Binnenland Buitenland Feuilleton Bieten rooien EERSTE BLAD veld- NEUZENSCHE COURANT A A. A - a i_ a oa T7aia»« olton rPtrf ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen tr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,—overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post nonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. m Oltgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KEEINE ADVEBTENTIeN: per 5 regel3 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgtaar is. Intending van advertentien liefst den dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSdllJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. HINDEBWET. Burgemeester en Wethouders van TER- NEUZ/EN maken bekend, dat de beslissing op het verzoek van Fa. A. J. LIJBAART te Sluiskil d.d. 28 Augustus 1938, om op het perceel, kadastraal bekend, gemeente West- dorpe Sectie B. no. 713 een graanreinigings- machine te mogen plaatsen met een electro motor van IVz P.K., door burgemeester en wethouders van Westdorpe is verdaagd. Terneuzen, 24 October 1938. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. TELLEGEN, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. WAAROM ONGERUST? Het nationaal-socialistische Tweede Kamer- lid De Marchant et d'Ansembourg heeft aan den minister van justitie de volgende vragen gesteld: Heeft de minister kennis gen omen van een op 14 dezer gepubliceerde, kenneljj'k van de ber.rokkenen zelf afkomstige mededeeling van den volgenden inhoud: „De permanente commissie tot de alge- meene zaken van het Nederlandsch-Israelie- tisch kerkgenootschap heeft in haar vergade- ring van Zondag 9 October 1938 weder uit- voerige besprekingen gewijd aan aanvallen in enkele organen tegen de Joden en het Joden- dom in Nederland gericht. Er is volmaakte overeenstemming tusschen de permanente commissie en het comlte voor bijzondere Joodsche belangen omtrent den aard der daartegen te volgen gedragslijn. Uiteraard kan publiciteit aan de bereids genomen en nog te nemen besluiten niet worden gegeven?" Is de minister bereid een onderzoek in te slellen naar de in bovengenoemde mededee ling bedoelde niet voor openbaarmaking vat- bare besluiten welke ongerustheid wekken in breede kringen van het Nederlandsche volk en is de minister bereid het resultaat van zijn onderzoek mede te deelen? DE TWEEDE KAMER BESFREEKT JOIIRNALISTIEKE KWESTIES. Blfl kens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de justitiebegrooting werd van verschillende zijden de klacht geuit, dat nog steeds in ernstige mate pers-excessen plaats vinden. Verscheidene leden waren van oordeel, dat de vraag onder het oog moet wor den gezien, of het niet noodzakelijk zal zijn de strafbepalingen tegen excessieve uitingen nogmaals uit te breiden. Anderen meenden, dat de bestaande bepalingen op zich zelf vol- doende ruimte bieden om krachtig op te tre- den, doch dat niet genoeg vervolgingen te dezer zake worden ingesteld. In het brjzonder tegen anti-semitische uit- latingen wordt naar de meening van verschei dene leden lang niet streng genoeg opge- treden. Eenige leden bepleitten een wettelijke regeling van het beroepsgeheim van den jour nalist zulks naar aanleiding van de onlangs daarover gevoerde procedure. Vele anderen verklaarden aan zulk een nieuwe regelmg geen behoefte te gevoelen; zij waren van oor deel, dat met de bestaande wettelijke bepa lingen en de daaraan door de rechtspraak gegeven toepassing kan worden volstaan. HET WETSONTWERP I.Z. VERSTERKING VAN DE RMKSMIDDELEN Aan het voorloopig verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot tijdelijk voorziening tot versterking van die middelen tot dekking van de uitgaven des njks wordt het volgende ontleend: Eenige leden verklaarden hun steun aan dit wetsontwerp te moeten onthouden, omdat het deel uitmaakt van het complex van maat- regelen, dat ten doel heeft de belastingpolitiek der regeering tot verwezenlijking te brengen en zij die politick in haar geheel verwerpen. Bij zeer vele leden bestond bezwaar tegen de verlenging van den wenkingsduur der wet op de belasting van de doode hand. Verscheidene andere leden zouden het roe- keloos achten, deze belasting thans niet te verlengen, welker opbrengst niet kan worden gemist. Vele leden verklaarden, gezien de huidige financieele omstandigheden, ook aan dit ge- deelte van het ontwerp hun stem Wei, doch aiieen dan te willen geven, wanneer in net onderhavige artikel een wijziging zou worden aangebracht, tengevolge waarvan de kerke- lijke goederen onder de vrijstellingen komen te vallen, welke de wet op de belasting van de doode hand kent. Andere leden zouden zich met de oplossing allerminst kunnen vereenigen. Zij merkten op, dat door het vrijstellen van de kerkelijke goederen het beginsel, waarop de in de wet opgenomen vrijstellingen berusten, radicaal zou worden doorbroken, waarmede men, wat dit zoo belangrijke onderdeel der wet betreft op een hellend vlak zou komen. Bovendien zou deze nieuwe vrijstelling neerkomen op de begunstiging van een ibepaalde groep be- lastingplichtigen, hetgeen onbillijk moet wor den geacht. DE NEDERLANDERS TE KANTON VEILIG. De regeeringspersdienst meldt: Volgens een bij het departement van buiten- landsche zaken ingekomen ambtelijk telegram, zijn de te Kanton woonachtige Nederlanders veihg. HEIi BIJZONDERE INVOERRECHT OP BENZINE. Aan het voorloopig verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp houdende nadere voorzieningen ten aanzien van de heffing van het bij'zondere invoerrecht op benzine wordt het volgende ontleend: Sommige leden stelden de vraag, of het wel verstandig beleid moet worden genoemd, de benzinebelasting op de tegenwoordige hoogte te handhaven. Zij meenden, dat een verlaging van deze belasting de totale opbrengst zou doen stijgen wegens de stimuleering van het gebruik van motorrijtuigen, welke daarvan het gevolg zou zijn. Andere leden ibetwijfelden de juistheid van deze meening. Op het motorverkeer drukken heel wat meer lasten dan de benzinebelasting alleen. Een verbetering van beteekenis van het benzineverbruik zou alleen kunnen word'en be- reikt, indien deze lasten over de geheele linie belangrijk zouden worden verlaagd. Onder de leden, die tegen het ontwerp be- zwaren hadden, waren er, die desnoods bereid zouden zijn daarover heen te stappen, indien de verlenging zou worden gevraagd voor een tijd van ten hoogste twee jaren. Een verlen ging voor een termijn van vijf jaren kwam hun in elk geval onaannemelijk voor. HET ANTI-SEMITISME IN DE N. S. B. In een Zaterdag te Amsterdam gehouden besloten ibijeenkomst van de N.S.B. heeft ir. A. A. Mussert, volgens het Handelsblad, zijn standpunt ten aanzien van de Joden in Nederland nader bepaald en duidelijk geformu- leerd dan hij dat ooit heeft gedaan. Hij wil alle na 1 Augustus 1914 in ons land binnenge- komen Joden eerlang verwijderen. Dit is het voomaamste nieuws van deze bijeenkomst in het R.A.I.-gebouw, waaraan negenduizend werkende leden van de parti}, voor het meerendeel in uniform gekleed, deel- namen en die bedoeld was ter inleiding van de verkiezingscampagne. Van drie tot vijf uur duurde het binnenstroomen van de uit alle deelen des lands naar de hoofdstad gekomen leden, die daarna tot des avonds tien uur in de zaal moesten vertoeven. Het gebouw was inwendig versierd met oranjekleurige, oranje- blanje-bleu en rood-zwarte vlaggen; het rood- wit-blauw ontbrak. Wel waren er de „Diet- sche" vlaggen van Vlaanderen en Zuid- Afrika, die bij het binnendragen tegelijk met de ,,Dietsche" vlag van Nederland (oranje- blanje-bleu) plechtig was begroet. Het be gin van de bijeenkomst, die onder leiding stond van jhr. D. de Blocq van Scheltinga, was een vertooning in den s+ijl, die in deze krin gen gebruikelijtk is. Trompetgeschal kondigde den dreunenden opmarsch aan van gelaarsde mannen met tientallen standaarden en vaan- dels, die door stampende muziek werd begeleid: Op dezelfde wijze kwamen de partijfunctio- narissen en de Kamerleden binnen van achter uit de zaal door het middenpad. De heer Mus sert liep ook in dezen marcheerenden stoet mee, op den voet gevolgd door zijn privd- standaarddrager. Hiema kwam de lange rij van sprekers, die van tijd tot tijd door gezang werd onderbroken. De heer Mussert hield aan het slot een rede van meer dan een uur, waarin hij o.m. be- vestigde zoowel Duitsch-gezind als Italiaansch gezind te zijn omdat ons land zonder Duitsch- land en zonder Italie allang een stuk van het Sowjetrijk zou zijn geworden. Hij verklaarde voorts te zullen strijden tegen politiek Katho- licisme en politiek Protestantisme, echter niet tegen de kerken als zoodanig. Verwereldlij- king van de kerk, zoo zeide hij, die leidt tot een wereldsch kerkabsolutisme, wijzen wij evenzeer van ons af als staatsabsolutisme. Ten aanzien van het anti-semitisme, waar- over hij uitvoerig sprak, zeide de heer Mus- sertte zijn voor het Nederlandsche volk en dus tegen alle machten, die ons volk belagen en uitbuiten, die het zijn karakter willen ont- nemen en het in slavemij willen brengen. De Joodsche macht wil hij breken. Van het twaalf miilioen zielen tellende Joodsche volk wonen er een paar honderdduizend te midden van ons volk, voor een groot deel onvermengd. Deze paar honderdduizend nemen geleidelijk maar zeker den Nederlandschen bodem in bezit, zij gaan den handel beheerschen, zij brengen de industrie onder hun macht. Ook willen zij de opvoeding van de Nederlandsche jeugd be heerschen, recht spreken over het Nederland sche volk en uitmaken hoe dit volk moet den- ken, zich gedragen en handelen. Dit is ondragelijk, zeide hij,; dit dulden wij niet. Het is onze plicht daar een einde aan te maken. Echter, zoolang er geen Joodsch tehuis is, groot en vruchtbaar genoeg om het ge heele Joodsche volk daar te hereenigen, zoo lang heeft ieder ander volk den zedelijken plicht om een deel van het Joodsche volk te heribergen, wanneer de Joden zelf dit niet onmogelijk maken; ook Joden hebben recht op een bestaan. ,Spr. zeide niets te hebben tegen de Joden, die niets anders wenschen dan in goede harmonie een stuk brood verdie- nen, maar alles tegen het internationale Joden- dom, dat hier den baas wil spelen. De huidige regeerders hebben tienduizen- den dezer Joden in de laatste twintig jaren in ens land toegelaten. Daarom zal het eerlang tot de eerste daden van het nationaal-socia- listisch bewind behooren al de Joden, die na 1 Augustus 1914 ons land zijn binnengekomen te laten doorreizen binnen een redelijken ter mijn voor verhuizing. Als deze Joden weg zijn kan er voor de overblijvende Joden in ons land rust zijn. Tenslotte deelde de heer Mussert mede, thans geen Joden meer tot de N.S.B. toe te laten; die eenmaal lid zijn kunnen het blijven. Hrj deed een beroep op de andere leden deze menschen, die het toch al moeilijker hebben dan de anderen, als volwaardige kameraden te respecteeren. Hij verklaarde tot slot de N.S.B. van heden af gesloten voor de toe- treding van Joden. OOK BRITSCHE ZUIVERINGSACTIE BIJ JAFFA. Roman van I. F. J. Groothedde. Nadruk verboden. 16) Vervolg. Bluecorn staarde langen tijd zwijgend naar buiten. „Ja", zei hij dan, alsof hij tegen zichzelf sprak, „die jonge Pavlick is geen aangenaam mensch en Marion moet hem niet, dat weet ik zeker. Maar jij hier op de ranch, hm. Het zou wel aardig zijn, ja, maar of het ook goed is, ik weet het niet. Tja, laten we zoo afspre- ken, ik neem je aan, maar onder het werk is Marion een vreemde voor je. Wat je na werk- tijd wilt uitspoken, dat is jouw zaak. Ik let wel op Marion, dat begrijp je. Ben je het er mee eens?" „Top", zei 'Hall, „ik kom morgenochtend. Ik kan ontslag nemen en krijgen naar verkie- zing en ik ontvang geen salaris. Verder ben ik voor iedereen een gewone cowboy." ,,Top", bromde Bluecorn, ,,ik geloof dat ik met je zal kunnen opschieten. Kom morgen ochtend, ik zal Marion en de boys inlichten." Hij stak zijn hand uit, die Hall krachtig drukte. „Tot ziens"', hiep hij opgewekt en stapte snel naar het cafe, om den avond verder in vroolijkheid door te brengen, blij-gestemd om het voorloopige succes, dat hij op Jim Pavlick behaald had. Volgens afspraak was hij den volgenden ochtend op Marion's Ranch present, maakte kennis met de boys en reed met hen naar het iHet bedrijf stemde geheel overeen met dat van Pavlick, behalve dan, dat Bluecorn meer paarden fokte. Daar Hall nog geen paard be- zat, besloot hij er nu een te koopen. „Neem dat, waar je op rijdt", adviseerde Bluecorn, ,,'t is een goed paard voor een be ginner, kalm, bezadigd en toch sterk Hall glimlachte, liet zijn oog over de kudde paarden gaan en sprak: „Die blauwzwarte hengst daar, die telkens zoo schichtig opkijkt, is die te koop?" ,,De hemel beware me", schrok Bluecorn, „wou je die hebben? Te koop is hij zeker, ik wou, dat ik hem voor een zacht prijsje kwijt was. Maar tot nu toe lukte het geen van de boys, hem te berijden en ik waag mijn oude botten er niet aan." ,,Hoeveel?" vroeg 'Hall. „Driehonderd, maar op je eigen verant- woording. Je hebt er een koopje aan, als je hem klein kunt krijgen." Hall wikkelde zijn lasso los, bond het uit- einde aan den zadelknop en reed voorzichtig op de paarden toe. De hengst hief zyn kop op en snoof onrustig. Bluecom's boys lachten medelijdend toen ze hoorden, dat hij den blauw-zwarten hengst wilde vangen, maar toch keken ze gespannen toe. Hall begreep, dat het dier op het punt stond, weg te sprin- gen en dat hij hem dus overrompelen moest. Hij wachtte, tot de hengst weer grazen ging, stoof toen plotseling vooruit, de lasso met kracht wegslingerend. Met een geweldigen sprong trachtte de hengst zich in veiligheid te stellen, maar de lus zweefde reeds boven zijn kop en sloot zich om zijn slanken hals, steeds vaster, omdat Hall zijn paard terug- dreef. Door gebrek aan lucht stortte het stei- gerende paard neer. Hall maakte de lasso van De Britsche troepen hebben in de oude stad van Jeruzalem, naar Reuter meldt. Zaterdag den zadelknop los, sprong van zijn paard en liep op hem toe, de lasso stevig vasthoudend. Dit was wel noodig, want nauwelijks voelde het beest de spanning minder worden, of het sprong op en ging aan den haal. Maar Hall zette zich schrap, de strik sloot zich weer vaster en de hengst viel voor den tweeden keer. Hall snelde op hem toe en maakte den strop weer losser. De hengst sprong op, maar meteen zat Hall op zijn rug en trok de lasso zoo ver aan, dat het dier onbeweeglijk bleef staan. Hall klemde zich met de knieen vast, om niet van den gladden, ongezadelden rug te glijden en begon langzaam de lasso te vieren. Het paard steigerde hoog op, sloeg, trapte, bokte, tot het Hall te erg werd en hij de lasso weer aantrok, waardoor het dier onmiddellijk bedaarde. Dit spel herhaalde zich uittentreure, tot op het laatste paard en ruiter met groote vlokken schuiim bedekt waren. Toen wrong Hall hem met een plotselinge beweging het touw als een breidel in den bek, trok dit strak aan, plantte hem de hakken in de zijde en voort schoot het dier in een springenden galop, om spoedig uit het gezicht verdwenen te zijn. Toen ze eenige uren later terugkeerden, was Hall totaal uitgeput, maar de hengst, die trilde van kop tot staart, was de gedweeheid zelf en hinnikte zacht, toen Hall hem op den nek klopte met de woorden: ,,We weten nu, wat we aan elkaar hebben. Hij is een duivel, maar ik denk, dat hij van mij hetzelfde zou zeggen, als hij praten kon." De boys klapten in eerlijke bewondering. ,,Goed gedaan", riep Bluecorn, „ik had het nooit gedacht. Ga nu naar den stal en wrijf hem en jezelf duchtdg af. Jullie zien er niet bepaald aantrekkelijk uit." Of Marion, die hem zag komen, dit ook vond, is niet te zeggen. Wel bleef ze op een eerbiedigen afstand, om niet in aanraking te de gebouwen bezet, welke de Omarmosikee en omgeving beheerschen, zoodat de opstan- delingen, die hier een toevlucht hebben ge- zocht, geheel ge'isoleerd zijn. De Britsche troepen blijven huiszoekingen in de oude stad verrichten. Het totaal aantal slachtoffers tijdens deze nasporingen is als volgt: 22 Arabieren gedood, 25 gewond, 1 Britsch soldaat gedood, twee gewond en twee Britsche politie-agenten gewond. De autoriteiten zijn verder begonnen met het omhakken van de sinaasappel-plantages van Arabieren langs den grooten weg van Jeruzalem naar Jaffa, aangezien deze plan- tages werden gebruikt om hinderlagen te leg- gen voor het verkeer over den weg. Vermoe- delijk tengevolge van brandstichting is brand uitgebroken in de Ottomaansche bank te Jaffa. Tweemaal hebben Britsche vliegtuigen hulp geboden aan infanteristen, die ten noordwesten van Nabloes in hinderlaag waren gevallen. Drie Engelschen en groot aantal opstandelingen zijn hierbij gedood. Ook Havas meldt, dat het Britsche leger thans de aandacht richt op het gebied van Jaffa. Uit ontvangen inlichtingen blijkt, dat de nationalisten hun tegenstand willen voort- zetten, totdat in de Arabische zaak voldoen- de toezeggingen zijn gedaan. Zij verklaren terstond, met de troebelen te zullen ophou- den, zoodra zij verkrijgen: 1. Dat wordt af gezien van het verdeelings- plan. 2. Dat de immigratie wordt stopgezet. 3. Dat transacties in grond worden ver boden. 4. Dat een constitutioneele binnenlandsche regeering wordt gevormd. 5. Dat een alliantieverdrag met Engeland wordt gesloten. Van haar zijde heeft de Britsche regeering laten weten, dat zij de orde wil herstellen al- vorens de kwestie grondig te regelen. DE VERRASSING VAN KANTON. Als een dreunende slag voor het verzet van China tegen Japan, is, schrijft de N. R. Crt., de val van Kanton gekomen, de eenige groote stad welke China, naast het bedreigde Han- kou, nog bezat. Het is een snelle aanval ge- weest en de reden van dezen Snellen steek is duidelijk als van dien van een toreador, die een einde moet maken aan het aanstormend geweld van een stier. Niettemin heeft deze snelheid verrast. Ook al deed het tempo, waar in de Japanners hun troepen, welke zij aan de Biasbaai en aan de Parelrivier aan land heb ben gezet, een snelle overrompeling ver- wachten. Hoe lang de Ohineezen dezen aanval kon- den verwachten, is bekend. Zij heblben echter een groote misrekening gemaakt, door een, naar het schijnt wel zeer groote troepenmacht uit het Zuiden van de verdediging van Hankou op te eischen. De Japanners demonstreeren thans, na vijftien maanden, openlijker dan ooit, hun minachting voor den Ohineeschen soldaat en zij zijn gul met beschuldigingen van verraad aan het adres van de Zuidelijke generaals, die niets van Tsjiang Kai-sjek's be- stuur zouden moeten hebben. Of dit juist is, valt te betwijfelen. De grim- migheid waarmede het oppercommando te Kanton op het allerlaatste oogenblik, toen bleek, dat de aanstormende Japanners onover- winnelijk waren, de stad verwoest heeft, wijst niet op vriendelijkheid ten aanzien van de Ja panners en evenmin op verraad van de natio nal eenheid. Het is een openlijke vernietiging van de zijde van de Chineezen, zooals in dezen oorlog nog niet heeft plaats gevonden en de Japanners kwamen voor het ongewone tafe- reel van een stad met puinhoopen, waaraan zij part noch deel hadden, te staan. Wij schreven reeds over de beteekenis van Kanton in het Chineesche verdedigingsstelsel. Thans is de stad prijsgegeven en verwoest. De poort, waardoor wapens voor de verdediging in het binnenland ibinnenkwamen, is ingestort. En te Hankou is het eenzaam geworden, snel- ler dan iemand kon verwachten. tegen kloven in de handen Doos 30, Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Ingez. Med.) Wat de beteekenis van dezen Snellen val van Kanton voor de Chineesche verdediging zal zijn, valt nog niet te zien. De afgeloopen week heeft een beeld van snelle ineenstorting van deze verdediging opgeleverd. De ring om Hankou is nauwer toegehaald. Moeizaam wel- iswaar en ten koste van een geweldige krachtsinspann'ing, maar toch zeker en onmee- doogenloos. Nu de druk op China's hoofdstad zoo groot is en bovendien het luchtgat Kan ton voor de verdedigers is afgesloten, komt uit Chineeschen mond ook weer het woord vrede. De vroegere premier, Wang Tsjing wei, de voorzitter van den centralen politieken raad van de Kwomintang, heeft een haastige verklaring afgelegd. ,,Wij zijn bereid tot vrede, wanneer ons nationale bestaan niet aangetast wordt". Of het nationale bestaan en het be staan van maarschalk Tsjiang Kai-sjek iden- tiek zijn, wordt niet gezegd. In geval van nood is zoo iets zelden het geval. De afgeloopen maanden zijn rijk aan voorbeelden van haastig verdwijnende nationale figuren „ten gunste" van het nationale bestaan. Maar met deze vraag van nationaal bestaan, hangt de vraag van het ,,na Hankou", die niet alleen een stra- tegische maar ook een politieke vraag van de eerste orde is, ten nauwste samen. De Japan ners zelf hebben door de afsnijding van den spoorweg PekingHankou de grenzen van deze vraag reeds duidelijk aangegeven. Op dat oogenblik bemoeilijkten zij de samenwerking van de troepen in Noord-China en die in Mid den-China ten zeerste. Daarmede sneden zij den invloed van de communistische leiders te Hankou af van hun kracht in het Noorden en zij gaven den invloed van de leiders der Kwomintang, die in de samenwerking met de communisten niet dan met den grootsten tegenzin hadden toegestemd, nieuwe kracht. De verklaring van Wang Tsjiang-wei is het eerste teeken van deze nieuwe kracht; de tegenspraak die er in deze verklaring ligt met Tsjiang Kai-sjek's verzet tot de laatste Ja panners verdwenen is", geeft de rich ting aan waarin deze kracht moet worden aangewend. De vraag „Na Hankou?", was scherp ge steld en duidelijk omgrensd. Doch zij is ver- troebeld door de vraag ,,na Kanton?". De argumenten van hen die blijvend verzet wen schen zijn thans ten zeerste verzwakt. De aanvoer van voorraden en wapens langs Kan ton is afgesloten en de opbrengsten van de douanerechten hebben opgehouden te vloeien. Den Volkenbondsleden is aangeraden China bij te staan en Engeland en Frankrijk kun nen langs de nieuwe wegen en spoorwegen naar de grenzen van Birma en Fransch Indo China voor verderen toevoer zorgen. Die zou onder aanzienlijk moeilijker omstandigheden naar het binnenland geleid kunnen worden, doch de mogelijkheid van dien toevoer bestaat. Doch wanneer een Chhina, welks nationaal bestaan" niet belemmerd zou worden, vrede sloot met Japan, dan zouden al deze moeilijk- heden en al deze gevaren voor internationale complicaties niet meer bestaan. Dat weten niet alleen de Japansche en niet alleen de Chi neesche leiders, die thans in de eerste plants vrede wenschen, maar dat weten Engeland en Frankrijk ook. En Engeland weet het met de Japanners te Kanton en vlak bij Hong kong waarschijnlijk beter dan een van de an dere partijen. Hankou is praktisch ontruimd. De vraag „Na Hankou?" kon echter niet mee geeva- cueerd worden. Zij hangt zwaar boven de stad en zij houdt spanningen in zich, zooals slechts spanningen van een groot land als China in een punt geconoentreerd kunnen worden. Is er na den val van Hankou een nieuw en eensgezind verzet dieper het binnen land in en zullen de Japanners wier snelheids- suggestie van thans berekend is op een snel einde, in deze suggestie bedrogen worden komien met de vuilgele schuim'vlokken, maar ze treuzelde zoo lang rond, tot hij, op den hengst gezeten, uit den stal terugkeerde en riep toen vroolijk: ..Goeden morgen, Hall, ik mag niet met je praten." Hall lachte haar toe en riep terug: ,,Ik ook niet met jou, Marion, tenminste nu niet. Acht uur vanavond?" Zonder haar antwoord af te wachten, reed hij het veld in, na haar vroolijk toegewuifd te hebben, terwijl Marion hem verbaasd en tege- ljjk bewonderend nastaarde, mompelend: ,,Hij heeft waarempel den jongen hengst getemd. Hij is een wonder, die jongen!" Met iets onuitspre'kelijks zachts in haar oogen voegde ze er fluisterend aan toe: ,,Mijn jon gen." Het gesprek, dat ze dien avond hadden, was lang en zoet. In een hoogstgelukkige stemming keerden ze door 't maanverlichte grasland naar ^ie ranch terug, vlak naast elkaar, de hoofden naar elkaar toegebogen, fluisterend zachte woorden van liefde en geluk. Een onbestemd gevoel van niet alleen te zijn, deed Hall plotseling omzien. Ook Marion draaide zich om en greep Hall's arm. Gedu- rende een enkele seconde zagen ze een lange, forsche gestalte op de verste punt van de heuvelreeks, scherp silhouetteerend tegen den zacht-glanzenden nachthemel. Een enkele seconde! Dan werd een vuist dreigend hoog opgeheven en de gestalte was verdwenen. Jim Pavlick", gromde Hall kwaadaardig, „hij heeft ons begluurd en afgeluisterd.". Met een paar sprongen was hij op de heu- velhelling, klauterde omhoog en kwam nog juist op tijd op den top, om een paard en ruiter te zien vluchten in den nacht. Lang zaam keerde hij naar Marion terug. ,,Wie was het?" vroeg ze bevend. ,,Jim natuurlijk, geen twijfel mogelijk." Marion klemde zich aan hem vast. ,,Ik ben zoo bang", fluisterde ze, ,,dat hij ons jdng geluk verstoren zal." ,,Laat hem maar komen, ik sta hem in alle omstandigheden", gromde Hall, die woedend begon te worden. Maar toch was zijn hart niet gerust. Hij vreesde Jim niet in een open- lijk gevecht, maar de ervaring had hem ge- leerd, dat Jim op geheime, slinksche manie- ren zou trachten te verkrijgen, wat hij ver- langde te bezitten en dat geen manier te laag en te gemeen voor hem was. Hij zei er niets van aan Marion, om haar niet noodeloos on- gerust te maken, maar zij voelde evengoed als hij de sti'lle dreiging, die boven hen zweefde. In gedrukte stemming legden ze het verdere gedeelte van den terugweg af. Bij het afscheid nemen drukte Marion Hall nog eens speciaal op het hart, om voorzichtig te zijn en Hall beloofde het met een grimmigheid in zijn heele wezen. Eenige dagen verliepen. Joe Blackburn kwam Hall opzoeken, om hem te zeggen, dat hij al iets op het oog had, ongeveer honderd mijl van Marion's Ranch verwijderd. ,,Ga maar eens hooren", zei Hall, ,,en als het je lijkt, kom je het geld maar bij me halen". Dien nacht, nadat Joe vertrokken was, kreeg Hall de wacht over het vee. In tegen- stelling met dat van Pavlick bleef Bluecorn's vee 's nachts op het veld. Hall had niets anders te doen, dan een oogje in het zeil te houden en bij onraad de boys op de ranch te waarschuwen. ,,Maar er gebeurt nooit iets", verzekerde Bluecorn hem, „ik laat je enkel op wacht staan om je te leeren, wat het is." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 1