Ter Neuzensche Courantj Binnenland Buitenland Woensdag 19 October 1938 No. 98/16 TWEEDE BLAD VAN Z. K. H. PRINS BERNHARD WOONT LUSTRUMVIERING DER PADVINDERS- VEREENIGING NEDERLAND BIJ. Op zeer feestelijke wijze vierde de padvin- ders-vereeniging Nederland Zaterdagavond in een algemeene bijeenkomst in het gebouw der A.M.V.J. te Amsterdam haar eerste lustrum, een lustrumviering, die bijzondere luister werd -bijgezet door de aanwezigheid van Z. K. H. Prins Bemhard, Koninklijk commissaris der Nederlandsche padvinders. De Prins, die gekleed was in padvinders- uniform, werd' begroet met bet padvinders- lied „Hoort, zegt het voort", dat staande door alle aanwezigen met voile borst werd gezon- gen. VOOR AMBTENAREN VERBODEN VEREENI GIN GEN Het convent van Remonstrantsche predikan- ten, te Utrecht bijeen op 7 October 1938, heeft een adres gericht tot den raad van ministers naar aanleiding van het feit, dat de Vereeni- ging Kerk en Vrede voorkomt op de lijst van vereenigingen, die verboden zijn voor alle rijksambtenaren. Adr. treden niet in de vraag, of het standpunt van genoemde ver- eeniging juist is, op welke vraag de leden van het convent een verschillend antwoord geven. Zij voelen zich echter geschokt door deze in- breuk op de vrijheid der Christelijke conscieintie, waarvoor zoowel Calvinisten als Remonstranten hebben gestreden. Zij geven zich rekenschap, dat deze maatregel een deel van het Nederlandsche volk treft, hetwelk m toewijding nan zijn plicht als staatsburger niet bij anderen actoterstiaat, en ten onreohte menschen in verdrukking brengt, wier ge- weten in hetzelfde Evangelie verankerd is, dat ook de regeering belijdt. Zij herinneren aan het woord van Abraham Kuyper: ,,In de citadel van zijn conseientie teruggetrofcken, gevoelt en weet de mensch, dat Gods almacht voor hem aan de poorte waa'kt"; in zijn conseientie is hij dus onaantastbaar", en spre- ken de bede uit, dat God de regeering moge bewegen op haar besluit terug te komen. ACCOUNTANTS- EN RESTUURSEXAMEN KRIJGEN WETTELIJKE BASIS. De Minister van Onderwijs heeft een nota van wijziging ingediend op het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling der Hooger-Onder- wijswet, welke ten doel heeft in het acade- miseh statuut voor de regeling van de exa- mens in de faculteit der economische weten- schappen, ook het bestuursexamen en het accountantsexamen op te nemen. De thans aangebrachte wijziging heeft ten doel aan deze examens, welke worden afge- nomen krachtens de gemeentelijke verorde- ning tot regeling van de universiteit van Am sterdam en het reglement betreffende het on derwijs aan de Nederlandsche Handelshooge- school te Rotterdam, in de Hooger-Onderwijs- wet een wettelijke basis te geven. DE MECHANISATIE IN DE SIGARENINDUSTRIE. Ingediend is een wetsontwerp, om den wer- kingsduur van de wet van 5 November* 1936, houdende tijdelijke maatregelen betreffende de mechanisatie in de sigarenindustrie, met twee jaren te verlengen. Aangezien deze wet met ingang van 1 Januari 1939 vervalt, heeft de regeering zich beraden over de vraag, of verlenging van dezen maatregel al dan niet wenschelijk moet worden geacht. Eenerzijds heeft zij zich bij de beantwoor- ding van deze vraag rekenschap gegeven van de resultaten, welke met deze wet zijn bereikt anderzijds heeft zij zich afgevraagd, of de omstandigheden, welke de regeering destijds tot ingrijpen hebben genoopt, thans nog aan- wezig zijn, of, voor zoover deze omstandig heden ziQh op het oogenblik niet meer of in verminderde mate voordoen, zij zich bij her- nieuwde vrijheid ten aanzien van de mechani satie wederom zullen doen gelden. Naar de meening van de regeering kon het met de wet beoogde doel, n.l. groote econo- misch en sociaal ongewenschte schokken ten gevolge van te snelle mechaniseering in dezen tak van nijverheid op te vangen, inderdaad worden verwezenlijikt. Zij is echter van oor- deel, dat de voortizetting van den onderhavi- gen maatregel met ingang van 1 Januari 1939 noodzakelijk moet worden geacht, omdat het wegvallen van dezen maatregel wederom tot een schoksgewijze mechanisatie zal leiden. OVERZIOHT VAN DE MILITAIRE MAATREGELEN. Getroffen in de algeloopen periode van internationale politieke spanning. De minister van Defensie schrijft: Na verlenging van den eersten oefentijd van 5V2 maand tot 11 maanden in Maart van dit jaar, gaan tweemaal per jaar de manschap- pen, die gedurende 5 maanden geoefend zijn bij de le bataljons der regimenten infanterie over naar de He bataljons om bij deze batal jons gedurende de overige 6 maanden van dezen oefentijd hun opleiding te voltooien. Deze He bataljons zijn meerendeels gelegerd in grensgamizoenen. 'Hierdoor beschikt de re geering gedurende het geheele jaar over in fanterie welke zij in geval van intematio- nale politieke spanning onmiddellijk kan aanwenden tot het beveiligen van onze lands- grenzen en van de kust. Bij deze grens- en kustbeveiliging zijn tevens ingeschakeld de politietroepen, de kustartillerie en de lucht- strijdkraohten, terwijl in vredestijd is voorbe- reid om van het oogenblik af, waarop de hierboven genoemde strijdkrachten hun ge- vechtsopstelling hebben ingenomen de toe- gangswegen tot het hart des lands door het aanbrengen van hindemissen en het uitvoeren van vernielingen af te sluiten. Uiteraard wordt bij de bewaking der kust en voor controle van de voornaamste water- toegangen en havens gebruik gemaakt van personeel der Koninklijke Marine en van het in vredestijd in dienst zijnde materieel der vloot. Voor het geval de internationale politieke toestand zich dermate mocht verscherpen, dat de hierboven geschetste veiligheidsmaatrege- len als onvoldoende zouden moeten worden aangemerkt, waren maatregelen voorbereid om door het oproepen van grootverlofgan- gers de grenstroepen aanzienlijk te ver- sterken en de luchtafweermiddelen in wer- king te brengen. Samentrekkiiig politietroepen. Begin September waren de internationale verhoudingen van dien aard, dat beisloten werd de politietroepen in het grensgebied samen te trekken. Op 2 September waren de dienstplichtigen van de le bataljons overgegaan naar de lie bataljons. Na aankomst in hun nieuwe (grens-) garniizoenen hadden terstond eenige kleine oefeningen in de grensbeveiliging plaats en werd voor 1516 September een groote oefening bevolen. Door de Koninklijke Marine werden tegelijkertijd oefeningen ge- houden in verband met de bewaking der voor naamste zeehavens. Inmiddels waren de politieke omstandig heden van dien aard geworden, dat het wen schelijk werd geoordeeld ook na 16 September de troepen in de onmiddellijke nabijheid van hun opstellingen te houden; zij werden der- halve voor zooveel noodig ingekwartierd nabij de gevechtsopstellingen, welke zij in ge val van nood zouden moeten bezetten. Het be- hoeft nauwelijks te worden vermeld, dat de voertuigen volledig worden bepakt, dat de scherpe munitie werd uitgegeven en dat het verleenen van verlof en van bewegingsvrijheid aanzienlijk moest worden ingeperkt en ten- slotte zelfs geheel mOest worden ingetrokken. Voorts was aan de troepencommandanten en commandanten der maritieme middelen mede- gedeeld, dat zij maatregelen moesten nemen, die waarborgden dat binnen zeer korten tijd na ontvangst van het desbetreffende bevel, de opstellingen konden worden ingenomen. De gevechtsopstellingen worden ingenomen. Zoo brak de 27ste September aan. In den namiddag van dien dag waren de binnenko- mende berichten voor de regeering aanleiding niet alleen om de gevechtsopstellingen te doen innemen, doch ook om terstond de groot-ver- lofgangers, die bestemd waren om de grens- beveiligingstroepen te versterken, door de burgemeesters te doen waarschuwen, dat zij zich gereed moesten houden voor opkomst onder de wapenen. Gedurende den nacht van 27 op 28 Septem ber werden o.a. door de ne bataljons de ge vechtsopstellingen verder ingericht, de ver- sperringen verbeterd en het aantal hiervan nog uitgebreid. Zoodoende waren in zeer korten tijd alle toegangen tot ons land langs de Zuid- en Oostgrens door een geheel stelsel van hinder- nissen bewaakt door personeel, voorzien van mitrailleurs en pantserafweergebchut afgesloten, terwijl aan de kust door de Kon. Marine in nauwe samenwerking met de Kon. Landmacht de noodige maatregelen waren genomen om onze havens tegen een overval- ling over zee te verdedigen. Door de zoowel aan de land- als aan de zeezijde genomen maatregelen, gaf de Regee ring blijk, dat zij vastbesloten was, onze neu- traliteit tegen elke aanranding te verdedigen. In den vroegen morgen van 28 September werden inderdaad de hiervoren bedoelde groot-verlofgangers opgeroepen. De opkomst van dit personeel is naar wensch verloopen. Dank zij de zorgvuldige voorbereiding door de P.T.T. en de groote medewerking van de gemeentelijke overheidsorganen had de oproe- ping zeer snel na verzending van het desbe treffende telegram plaats. Door de dienst plichtigen werd met den grootsten spoed aan die oproeping gevolg gegeven, waarbij van alle beschikbare middelen voor snel vervoer werd gebruik gemaakt. Ook hierbij werd van alle zijden groote medewerking ondervonden, getuige het feit, dat vele particulieren hun auto's ter beschikking stelden, teneinde de dienstplichtigen snel naar hunne opkomst- plaats te vervoeren. De oplegging van wape nen en uitrusting bleek over het algemeen doelmatig te zijn geschied; het op oorlogs- voet brengen der onderdeelen had onder lei- ding hunner commandanten een vlot en orde- lijk verloop. De vervoeren van de gemobili- seerde onderdeelen en hun opkomstplaatsen naar hunne oorlogsopstellingen te voet, per auto dan wel per spoor, afhankelijk van den af te leggen afstand en de plaats der opstel lingen waren tevoren voorbereid. Zoodoen de was het mogelij'k, dat een groot aantal de- tachementen reeds in den avond van den dag van oproeping, het gros van de onderdeelen bij het aanbreken van den dag Volgende op dien der oproeping, hunne oorlogsopstellingen hadden ingenomen. Na aankomst in deze op stellingen werd onmiddellijk begonnen met de verdere versterking van het terrein, het ma- ken van loopgraven, hindernissen enz. Klaar voor eventueele mobilisatie. Daarmede waren de maategelen tot het veiligstellen van een eventueel volgende alge- meene mobilisatie afgesloten. Donkere wolken bleven zich ook op den 28 September aan den politieken hemel samen- pakken. De regeering vond hierin aanleiding nog op dienzelfden dag de waarschuwingen te doen venzenden aan het personeel, dat bij voor-mobilisatie onder de wapenen moet komen. Op 29 September was de internatio nale toestand echter reeds zoodanig verbeteTd, dat de voorgenomen oproeping van dit perso neel achterwege kon blijven, terwijl deze ver- betering mede aanleiding was, dat op 30 Sep tember de noodige bevelen konden uitgaan om den arbeid aan de grensversterkingen te doen eindigen en de aangebrachte hindernis sen weder te doen opruimen. Het behoeft zeker geen betoog, dat ook de niet bij de grensbeveiliging betrokken onder deelen van de weermacht op 27, 28 en 29 Sep tember niet stil hebben gezeten, doch dat ook daar met groote voortvarendheid is gewerkt aan alle voorbereidende maatregelen, die aan de mobilisatie moeten voorafgaan. iNa deze spannende dagen werden geleide- lijk de genomen maatregelen ingetrokken. Op Woensdag 5 October konden de opgeroepen groot-verlofgangers weder naar hun haard steden terugkeeren, terwijl op Donderdag 6 October de He bataljons hun vredesgarnizoe nen weder binnenrukten. Ongetwijfeld zal, wanneer de rapporten van de verschillende commandanten zijn ont- vangen, blijken, dat de getroffen voorberei- dingen bier en daar nog gebreken vertoonen en aanvulling en verbetering vereischen. De legerleiding zal zeker niet nalaten, de aan vulling en verbeteringen aan te brengen en uit de gebleken tekortkomingen de noodige lessen te trekken. Men vergete echter niet, dat ons leger zich nog in een tijdperk van reorganisatie en sinds vorig jaar van opbouw bevindt. 'Reeds thans echter kan worden vastgesteld, dat hetgeen in de afgeloopen dagen is ge schied, reden geeft tot groote voldoening en erkentelrjkheid, dat op den ingeslagen weg kan worden voortgegaan en bovenal, dat in moeilijke omstandigheden op de voile toewij ding van militairen van hoog tot laag en op de medewerking van plaatselijke autoriteiten, openbare diensten en bevolking in alle op- zicht'en kan worden gerekend. Loyale medewerking ondervonden. Tenslotte mogen hier nog eenige algemeene opmerkingen volgen. Over het algemeen liet de stemming van de troep niets te wenschen over: met emst en vastberadenheid deden alien, van hoog tot laag hun plicht; vermoeienissen werden met opgewektheid gedragen. Zocwel de openbare diensten, welker mede werking voor een vlo'tte uitvoering der maat regelen onontbeerlijk is, als de gemeentelijke autoriteiten hebben in alle opzichten hunne voile medewerking verleend. In het bijzon- der mogen wel worden genoemd de Post- en Telegraafdienst en de spoorwegen, waaraan zeer hooge eischen zijn gesteld (een groot deel van het personeel der P.T.T. en der N.S. heeft veelvuldig ook des nachts dienst moeten doen ten behoeve van het doorloopend open- houden van kantoren, stations en baanvakken en die in alle opzichten voortreffelijk werk hebben geleverd. Voorts is bij de troepen- vervoeren groote medewerking ondervonden van verschillende autobusdiensten en vracht- auto-ondernemingen Van de bevolking werd allerwege groote steun en sympathie ondervonden, terwijl ,,last not least", hulde moet worden gebracht aan de Nederlandsche Pers, die door haar kalme, bezadigde berichtgeving elke paniekstemming heeft weten te voorkomen en door haar juiste voorlichting er toe heeft bijgedragen om de genomen maatregelen rustig en ordelijk te doen verloopen. MAATREGELEN TEGEN WILDE AUTOBUSDIENSTEN. Het Reglement Autovervoer Personen loopt op 15 Febr. 1939 af. Ter vervanging van deze regeling is een wet noodig. Minister Van Buu- ren heeft daarom thans een ontwerp van wet ingediend bij de Tweede Kamer, welk ontwerp het vervoer van personen met motorrijtuigen regelt. De nieuwe in het ontwerp vervatte regeling geeft gelegenheid tot regeling der onderlinge verhoudingen, bevordering van samenwerking en het stellen van voorwaarden, welke het al gemeen belang eischt ten aanzien van het bus- vervoer. ■Het stelsel van het door den minister van Waterstaat ingediende wetsontwerp wijkt in verschillende opzichten af van dat der Wet op de Openbare Vervoermiddelen. Het begrip openbaar middel van vervoer treft men in het ontwerp niet meer aan, daar pogingen tot ontduiking niet zouden ophouden. In het nieu we stelsel worden de verschillende soorten van personenvervoer van elkaar gescheiden. Als beginsel is opgenomen, dat in ieder mo- torrijtuig, bestemd voor en ingericht tot ver voer van personen, bescheiden aanweizig moe ten zijn, die aangeven tot welke categorie het behoort en voor welk vervoer het dus mag worden gebruikt. Dit beginsel geldt voor ieder motorrijtuig, dat zich op Nederlandsch grond- gebied bevindt. Er is slechts edn uitzondering op, n.l. voor vervoer met een personenauto, dat zonder eenige vergoeding geschiedt, is geen vervoerbewijs noodig. Voor vervoer van personen met autobus- sen is dus wel vergunning noodig, onverschil- lig of dit vervoer al dan niet tegen vergoeding geschiedt. Aan deze vergunning kunnen dan tevens de voorwaarden worden verbonden, welke voor regeling en coordinatie van het vervoer noodig zijn. Uitzonderingen op dit stelsel zijn mogelijk. b.v. voor het vervoer van militairen, of voor in het buitenland aange- vraagde toerwagenritten. De autobusdiensten zijn gedurende de laat- ste jaren een steeds belangrijker onderdeel geworden van het vervoersapparaat. Ter voor koming van een teveel aan capaciteit is een vergunningsstelsel noodig en vervoersplicht, waar een autobusdienst een vergunning heeft gekregen. Voor de uitvoering van toerwagenritten en ongeregeld vervoer wordt een bedrijfsvergun- ning verleend. Hiermede kan echter niet wor den volstaan. De moeilijkheden (aldus de mi nister in de memorie van toelichting op het wetsontwerp) welke zich sedert de invoering van een vergunningsstelsel voor autobusdien sten hebben voorgedaan, zouden zich dan her- halen. Daarom eischt het nieuwe ontwerp bovendien nog een toestemmingsbewijs, waar- uit moet blijken, dat men op een bepaalden dag tot een bepaalden rit gerechtigd is. Hier mede wordt voorkomen, dat onder den schijn van toerwagenritten verkapte autobusdiensten worden uitgeoefend. Voor het vervoer van personen met huur- auto's wordt eveneens eens bedrijfsvergunning verleend. Bij algemeene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven. Voorzoover dit niet geschiedt, kunnen de ge- meentebesturen daartoe overgaan, in over- eenstemming met de huidige practijk. Het verleenen van vergunningen voor de autobusdiensten zal worden opgedragen aan een centrale commissie, zooals ook thans het geval is. Beroep van de beslissing der com missie staat open bij de Kroon. Ook voor toerwagenritten en ongeregeld vervoer dient een dergelijke regeling te komen. Voor ver gunningen binnen een bepaalde gemeente te mogen rijden, zullen aanvragen tot burge- meester en wethouders moeten worden ge richt. De vergunningen voor de autobusdiensten zullen voor het eerst afloopen op 31 Dec. 1940, daarna gelden tijdvakken van ten hoogste tien jaar. De minister achtte het in het belang van een goed ineensluitend net van vervoer- diensten noodzakelijk, de autobusvergunnin- gen op eenzelfde tijdstip te doen eindigen. Als nieuw stelsel voert het ontwerp in, dat iedere huurauto in een gemeente (niet meer dan denmoet zijn ingeschreven. Buiten die gemeente mogen geen reizigers worden op genomen. dan die zich laten afhalen na be- stelling aan het kantoor van het bedrijf. Het snorren langs den weg van vaste vervoer- diensten wordt hierdoor verboden. KERK EN VREDE. In het gebouw der Vrije Gemeente heeft Zaterdagavond de afdeeling Amsterdam van Kerk en Vrede een druk bezochte bijeen- komst gehouden, waarin dr. M. v. d. Voet, Herv. predikant te Haarlem, ds. J. J. Buskes Jr., Geref. predikant Herst. Verband, ds. N. Padt, Herv. predikant te Zutfen, en prof. dr. G. J. Heering te Leiden, gesproken hebben naar aanleiding van het onmiddellijke oorlogs- gevaar, waarmede eenige weken geleden de wereld zoo ernstig bedreigd is geweest. De eerste spreker ontkende, dat in den thans bereikten toestand van vrede met herbewape- ning, waarin de sfeer nog altijd van dreigin- gen en verrassingen vervuld is, reden tot onverdeelde dankbaarheid bestaat. De vrede is nog maar voorloopig gered, gelijk de dren- keling die door zijn redders zoo stevig vast- gegrepen is, dat hij op den wal gebracht, tenslotte toch nog bijna geworgd blijkt. Terwille van zijn veiligheid wordt de ter dood veroordeelde vrede achter prikkeldraad- versperringen en versterkingen opgesloten. Er is reden voor dankbaarheid, omdat voor loopig het ergste voorkomen is, maar men hoede zich ervoor, zich aan deze dankbaar heid een roes te drinken. Wat is het voor een vrede, die van het brutale reoht van den sterkste, die welke gekocht is ten koste van den zwakke? Het is een vrede, die de kie- men van oorlogen in zich draagt. Dankbaar kunnen we met dat al zijn, omdat God uit den nacht van het oorlogsgerucht en uit het beklemmende van dezen vrede een beteren vrede geboren kan doen worden, waarvoor alle kansen ncg niet verloren zijn. Reden tot dankbaarheid ook is er, omdat de volken, met name het Duitsche volk, dat met de oorlogsgedachte zoo stelselmatig ver- trouwd is gemaakt, iden oorlog niet wilde en allerminst een oorlogsstemming getoond heeft De tweede spreker, ds. J. J. Buskes, zag allerminst reden tot voldaanheid, nu de vrede bewaard is met en door schending van het recht. Steeds meer, aldus spr., verdrong een ge- voel van onrust, idiat van erkentelijkheid bij ons, christen anti-militaristen. Toen hij zijn dankbaarheid om deze redding van den vrede op den kansel onder woorden moest brengen, kon hij er geen vinden, omdat dit niet een vrede door recht geworden is, maar een vrede die den oorlog voorbereidt. Als den ding dui- delijk geworden is, dan is het dat de weg der bewapening een heillooze weg is. De directe dreiging moge weggenomen zijn, ide oorzaken die tot oorlog leiden moeten, zijn gebleven. Als leden van Kerk en Vrede, kunnen wij ons niet verheugen in een wereld met vrede, maar zonder rechten, zonder vrijheid. Ge bleken is nu, dat groote mogendheden als Engeland en Frankrijk, geen oorlog willen wagen ter bescherming van de gereohtigheid en de .vrijheid, maar slechts ter verdediging van eigen imperialistische belangen. En hier- om, aldus besloot ds. Buskes, is de vrede dien wij beleven een vreeselijken vrede, waaronder hoe langer hoe minder plaats overblijft voor Christus en zijn evangelie. Ds. N. Padt, zeide, dat de laatste weken ons nog eens temeer geleerd hebben, dat de weg van de bewapening dood loopt; niet zij, die dit inzien, staan buiten de werkelijkheid, maar degenen die ons altijd hebben voorge- houden, idajt we de wapenen moeten opnemen om ons te verdedigen. Nu een volk dat zich ter verdediging van zijn grenzen tot de tan- den gewapend heeft, aangevallen wordt, wordt het door de bewapenaars, die zich opgeworpen hebben als verdedigers van de kleine landen, tegen niet-gemotiveerde aan- vallen, opgeofferd ter wille van den vrede. Als ooit een oorlog te aanvaarden was, dan ware het nu geweest. Kerk en Vrede blijft trouw aan zijn overtuigpng, dat het oorlogs- geweld om Christus wil afgewezen moet wor den. Gebeurt het niet om Christus wil, dan is die afwijzing vergeefsch. Wij roepen de kerk, aldus spr. als draagster van het evangelie op om niet te transigeeren met de machten, die moeten leiden tot den radicalen onde'rgang van recht en gerechtigheid. Dr. G. J. Heering zette uiteen, dat het eenige doel, waamaar Kerk en Vrede streeft gerechtigheid is, het bestrijdt den oorlog als het summum van ongerechtigheid. Met den oorlog kan de gerechtigheid nim- mer worden gediend en daarom ligt op den oorlog Gods vloek. Deert de wereld geen an deren weg dan die van oorlog en oorlogstoe- rusting, dan is dit voor de wereld ide dood. Dit is de grondslag van het beginsel van Kerk en Vrede, dat in zijn bestrijding van oorlog en bewapening moge zijn: de Militia Christi. BEROEP VAN SMUTS OP EUROPA'S LEIDERS. De waarnemende Zuid-Afrikaansche pre mier, generaal Smuts, heeft in een rede voor het instituut Van ingenieurs te Johannesburg, een nieuw beroep op de Europeesche leiders gedaan, om van de nieuwe atmosfeer gebruik te maken, ten einde tot een veelomvattend accoord te komen. Hieronder verstaat Smuts ook de koloniale kwestie, de stabilisatie van .de munteenheden en de vaststelling van de rol van het goud bij die stabilisatie. Nog geheel afgezien van de kwestie van oorlog en vrede en van goud en kolonien, heeft Zuid-Afrika ook het allergroot ste belang bij een algemeen Europeesch ac coord. Wij hopen, aldus Smuts, dat men de gunstige gelegenheid, die zich thans voordoet, niet zal laten voorbijgaan zonder te trachten een dergelijke regeling te verkrijgen. De kwestie van democratic en dictatuur kan slechts de tijd regelen. Hoe groot onze aan- hankelrjkheid aan de democratie ook moge zijn, zij kan, wat doeltreffendheid betreft, veel leeren van haar tegenstanders. In de geheele historie is bewezen, dat dictaturen van voor- bijgaanden aard zijn. De wereld maakt diepgaande veranderingen door en wij bewegen ons vlug naar een nieuwe onbekende orde. Het eenige, wat wijs staats- mansbeleid kan doen in een dergelijke buiten- gewone oniberekenbare situatie is, dat de over- gang van de oude naar de nieuwe orde ge schiedt, zonder dat een nieuwe algemeene oor log uitbreekt. Ik geloof, dat de vredelievende stemming, waarvan bij de jongste crisis blijk werd gegeven, den staatslieden van nut zal zijn. Als er waanzin in de wereld bestaat, moet men hem tijd laten te slijten, maar laat hij de wereld niet .in een vemietigenden oor log sleepen. Om doeltreffend te zijn voor den vrede moet ontwapening algemeen zijn, maar zelfs de ge- weldigste macht moet slechts als wapen des vredes gebruikt worden. Den Volkenbond wil Smuts weer opbouwen tot een doeltreffend instrument voor veiligheid en vreedzame veranderingen. Onze eerste po- ging om een huis van den vrede te bouwen is mislukt. Met de ervaringen van de laatste 20 jaar kunnen wij opnieuw beginnen, met de hoop op beter su-cces. Den wereldvrede, het hoogste wat de menschheid in de modeme wereld heeft, kan men niet aan zijn lot over- laten. DUITSOHE WAARDEERING VOOR BELGISCHE ZELFSTANDIGHEIDS- POLITIEK. Naar aanleiding van het feit, dat voor het eerst een Du'itsche ambassadeur te Brussel zijn geloofsbrieven aan den Koning der Belgen heeft overhandigd, wrjdt de Volkischer Beo- bachter eenige beschouwingen aan de Duitsch- Belgische verhouding. Het blad herinnert aan de door het persoon- lijk initiatief van koning Leopold ingeleide Belgische onafhankelijkhe'idspolitiek, welke vooral door het Vlaamsche deel der bevolking steeds is verlaagd en „die het beste beant- woordt aan de belangen van dit land, dat door zoo veelvuldige betrekkingen met alle buur- staten is verbonden". De Volkische Beobach- ter schrijft dan verder: ,,Ter gelegenheid van de meeningsuitingen, die het gevolg waren van de jongste gebeurtenissen in Europa, is de wensch van Belgie om de zelf gekozen stelling tusschen de drie westelijke groote mogendheden te handhaven, opnieuw op over tuigende wijze gebleken. Brusselsche bladen melden thans, dat minister-president Spaak in de Kamercommissie voor buitenlandsche zaken heeft verklaard, dat de onafhankelijk- heidspolitiek van het land noodzakelijk maakt, dat ook de Belgisch-Fransche grens wordt bevestigd opdat men het geheele Belgische gebied kan verdedigen. Deze absolute uit- schakeling van Belgie uit alle dehkbare ver- wikkelingen, waarin zijn groote buren betrok ken zouden kunnen worden, bracht ook met zich dat de Belgische regeering de onlangs door den Fiihrer aangekondigde versterkin gen in het gdbied van Aken juist heeft ge- interpreteerd in dien zin, dat daardoor de Bel gische onafhankelijkheid nog beter wordt ver- zekerd." TWEE OPPONENTEN. Hitler en Churchill zijn, schrijft de N. R. Ct., twee figuren, die elkaar, wat men in het da- •gelijiksche leven zou noemen, niet kunnen zet- ten. Er kan tusschen hen geen sprake zijn van eenig vertrouwen. Zij gelooven niet, dat de bedoelingen van de andere partij eerlijk kun nen zijn. Voor hen beiden bestaat in hun ge- dachtengang van den ander maar een beeld: dat van den man, /die overheerschen wil. Hitler heeft in zijn rede te Saarbriicken een fel betoog tegen Churchill, Eden en Duff Cooper gehouden. Hij wilde op zijn wijze maar die wijze was vooral voor een staats- en regeeringshoofd niet verstanddg Cham berlain eeren, door een vergelijking te maken tusschen de politick van Chamberlain en die van Churchill en zijn vrienden. Deze laatsten werden als een groep oorlogshitsers getee- kend, welker eenig doel zou zijn Europa en de geheele wereld in brand te zetten om aan -Duitschland's positie een gewelddadig eind te maken. Churchill, die geen deel uitmaakt van de Engelsche regeering, heeft niet lang gewacht met het antwoord. Hij heeft Hitler in een voor de Vereenigde Staten bestemde radiorede van repliek gediend. Het doel van deze radiorede was een beroep op de Vereenigde -Staten om zich bij Engeland aan te sluiten en in geza- menlijk overleg alle militaire en oeconomische krachten bijeen te brengen om aan de Duitsche successen een einde te maken. Churchill maakte zich den tolk van diegenen in Europa, en speciaal bij onze westerburen, die zich ergeren over de houding van de Ver eenigde Staten. Het is in hun opinio onbe- grijpelijk, dat Amerika niet wil begrijpen, dat de gebeurtenissen in Europa ook voor Was hington van het grootste belang zijn. De En gelsche staatsman i§ ontstemd over de traag- heid, waarmede de Vereenigde Staten reagee- ren, over het verlangen van de Amerikaansche staatslieden hun eigen zaken zelf te regelen en plaatselijk een halt toe te roepen aan de vermindering van him invloed. Wie, aldus Churchill's geda-chtengang, den toenemenden invloed van Japan, Duitschland en Italie in Zuid-Amerika wil stoppen, moet dat niet ter plaatse doen; hij moet het kwaad bij den wor- tel uitroeien. Hij moet zich plaatsen aan de zijde en ook onder de leiding, maar dat wordt er niet bij gezegd van de bevriende landen in Europa om gemeenschappelijk de zaak aan te vatten. Maar daarbij is Churchill niet blijven staan. Hij weet, dat men om Amerika mee te krijgen een zeker ideaal tot leuze moet verheffen. Politieke argumenten zijn daarvoor niet vol- idoende. Daarom sprak hij van onderdrukking en tyrann-ie. Wij moeten het Duitsche volk van zijn tyrannen bevrrjden, zou in de oogen van Churchill wellieht een leuze zijn, waar mede hij Amerika in bewegin/g zou kunnen krijgen, indien daarbij maar voldoende aan- nemelijk kan worden gemaakt, dat zoo dit niet spoedig gebeurt ook de andere volken on der dat juk zullen moeten zuchten. Of dergelijke propa-gandaleuzen nog succes hebben? In een oorlogsperiode misschien wel, in een tijd van vrede, waarin de mensch meer het verstand dan het gevoel laat spreken, misschien niet. Churchill behoort tot die generatie, die gegroeid is in de periode, waar in Engeland de wereld dicteerde. Hij kan niet begrijpen, dat die tijden voorbij zijn, dat er naast Engeland andere machten zijn opge- staan, die niet voor een dreiging wijken, maar hun eigen gang gaan en daarbij bereid zijn alle consequenties daarvan te dragen. Maar bovendien kan Churchill, en dat is de tragiek in zijn figuur, omdat hij zijn tegenstanders niet on/bevangen kan zien, ook de middelen, welke hier meer instemmdng zouden ontmoe- ten, niet vinden, welke Engeland's suprematie zouden kunnen herstellen. Hitler en Churchill mogen enkele dlngen, bijv. fiun felheid, gemeen hebben, daamaast zijn er ook verschillen. Hitler is het feist als hij overwonnen heeft. Met Churchill is het helaas juist omgekeerd. iStijgen zijn kan sen op een min-isterportefeuille, dan is hij ge- matigd, dalen zij dan wordt hij feller. Wie Churchill's gewoonten in dit opzieht kent, zal moeten toegeven, dat zijn felheid van Zondag het beste bewijs is, dat zijn kansen op een lei- dende functie voorloopig verkeken zijn en dat hij heeft moeten wijken voor de kracht van Chamberlain en zijn medestanders. Daarom heeft Churchill's rede, door den toon nog meer dan door den inhoud, juist het omgekeerde effect van wat beoogd was. Want hiermede acoentueert de Engelsche staatsman de successen, welke zijn tegenstander behaald heeft en de nederlaag, welke hij zelf tegenover andere opvattingen in zijn land heeft geleden. Wenscht men een coneentratie van krachten, een versnelling van de wapening enz., dan zijn er andere wagen en middelen om dat te berei- ken dan dergelijke redevoeringen, welker hol- heid meer en meer tot -het publiek gaat spre ken. Dit voelt de gevaren intu'itief zeker goed aan, maar het vraagt daden en geen woorden. Het wenscht de beveiligin-g van de eigen be langen, maar gaat meer en meer de vraag stellen: als het er dan zoo verschrikkelijk is, waarom komt er dan geen verandering, waar- om volgt succes op succes als er alleen maar gebluft wordt. Er komt reeds een kentering. Op denzelfden dag, dat Churchill zijn rede hield, begon de Sunday Times een artikel over Palestina met de opmerking, dat Hitler ge zegd heeft, dat Engeland zich in de eerste plaats met Palestina moet bemoeien en daar na met Tsjechoslowakije en dat hoe onaange- naam dat ook voor den Engelschman mag zijn, er veel waars in schuilt. Churchill meent, dat zijn rede geen oproep tot den oorlog is. Het is best mogelijk, dat zij niet als zoodanig bedoeld was en alleen een minder vredelievenden indruk maakte van- wege de eigenaardige toon, waarin zij gesteld was, een kwaal waaraan meer staatslieden ook aan nationaal-socialistische en fascistische zijde lijden. Maar al dan niet als oorlogs- rede bedoeld, het effect zal niet anders zijn. Want Hitler zal, als de besprekingen over een wapeningsbeperking niet tot succes leiden, weer kunnen zaggen, dat dit het antwoord was op zijn zooveelste welgemeende aanbod tot samenwerking. En hij zal op dat antwoord sneller reageeren dan zij, voor wie deze rede bestehid was. DE GEMEENTE RAADSVERKIEZINGEN De correspondent van de N. R. Crt. te Brus sel telefoneerde Zondagavond: Bij het heerlijkste najaarsweer, dat men zich droomen kan, hadden Zondag in alle gemeenten van het rijk verkiezingen plaats. Meer dan 5.400.000 kiezers van beicterlei kunne namen daaraan deel, die nergens door inciden- ten werden gestoord. Alleen in de nachtelijke uren was -het hier en daar tot botsingen tus schen met verfpotten en kwasten gewapende propagandisten van de verschillende partijen gekomen. Onstreeks vijf uur 's ochtends werd in 'n stille straat van :e Brusselsche vcorstad Elsene het lijk gevonden van een 34-jarigen liberalen propagandist, die met een groepje portrgenooten tot laat in den nacht op ver schillende plaatsen in deze gemeente manifes- "ten had aangeplakt. Eerst dacht men. dat

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5