Ter Neuzensche Courantj
Binnenland
Buitenland
Woensdag 19 October 1938 No. 98/16
TWEEDE BLAD
VAN
Z. K. H. PRINS BERNHARD WOONT
LUSTRUMVIERING DER PADVINDERS-
VEREENIGING NEDERLAND BIJ.
Op zeer feestelijke wijze vierde de padvin-
ders-vereeniging Nederland Zaterdagavond in
een algemeene bijeenkomst in het gebouw der
A.M.V.J. te Amsterdam haar eerste lustrum,
een lustrumviering, die bijzondere luister werd
-bijgezet door de aanwezigheid van Z. K. H.
Prins Bemhard, Koninklijk commissaris der
Nederlandsche padvinders.
De Prins, die gekleed was in padvinders-
uniform, werd' begroet met bet padvinders-
lied „Hoort, zegt het voort", dat staande door
alle aanwezigen met voile borst werd gezon-
gen.
VOOR AMBTENAREN VERBODEN
VEREENI GIN GEN
Het convent van Remonstrantsche predikan-
ten, te Utrecht bijeen op 7 October 1938, heeft
een adres gericht tot den raad van ministers
naar aanleiding van het feit, dat de Vereeni-
ging Kerk en Vrede voorkomt op de lijst van
vereenigingen, die verboden zijn voor alle
rijksambtenaren. Adr. treden niet in de
vraag, of het standpunt van genoemde ver-
eeniging juist is, op welke vraag de leden van
het convent een verschillend antwoord geven.
Zij voelen zich echter geschokt door deze in-
breuk op de vrijheid der Christelijke
conscieintie, waarvoor zoowel Calvinisten als
Remonstranten hebben gestreden. Zij geven
zich rekenschap, dat deze maatregel een deel
van het Nederlandsche volk treft, hetwelk m
toewijding nan zijn plicht als staatsburger
niet bij anderen actoterstiaat, en ten onreohte
menschen in verdrukking brengt, wier ge-
weten in hetzelfde Evangelie verankerd is, dat
ook de regeering belijdt. Zij herinneren aan
het woord van Abraham Kuyper: ,,In de
citadel van zijn conseientie teruggetrofcken,
gevoelt en weet de mensch, dat Gods almacht
voor hem aan de poorte waa'kt"; in zijn
conseientie is hij dus onaantastbaar", en spre-
ken de bede uit, dat God de regeering moge
bewegen op haar besluit terug te komen.
ACCOUNTANTS- EN RESTUURSEXAMEN
KRIJGEN WETTELIJKE BASIS.
De Minister van Onderwijs heeft een nota
van wijziging ingediend op het wetsontwerp
tot wijziging en aanvulling der Hooger-Onder-
wijswet, welke ten doel heeft in het acade-
miseh statuut voor de regeling van de exa-
mens in de faculteit der economische weten-
schappen, ook het bestuursexamen en het
accountantsexamen op te nemen.
De thans aangebrachte wijziging heeft ten
doel aan deze examens, welke worden afge-
nomen krachtens de gemeentelijke verorde-
ning tot regeling van de universiteit van Am
sterdam en het reglement betreffende het on
derwijs aan de Nederlandsche Handelshooge-
school te Rotterdam, in de Hooger-Onderwijs-
wet een wettelijke basis te geven.
DE MECHANISATIE IN DE
SIGARENINDUSTRIE.
Ingediend is een wetsontwerp, om den wer-
kingsduur van de wet van 5 November* 1936,
houdende tijdelijke maatregelen betreffende
de mechanisatie in de sigarenindustrie, met
twee jaren te verlengen.
Aangezien deze wet met ingang van 1
Januari 1939 vervalt, heeft de regeering zich
beraden over de vraag, of verlenging van
dezen maatregel al dan niet wenschelijk moet
worden geacht.
Eenerzijds heeft zij zich bij de beantwoor-
ding van deze vraag rekenschap gegeven van
de resultaten, welke met deze wet zijn bereikt
anderzijds heeft zij zich afgevraagd, of de
omstandigheden, welke de regeering destijds
tot ingrijpen hebben genoopt, thans nog aan-
wezig zijn, of, voor zoover deze omstandig
heden ziQh op het oogenblik niet meer of in
verminderde mate voordoen, zij zich bij her-
nieuwde vrijheid ten aanzien van de mechani
satie wederom zullen doen gelden.
Naar de meening van de regeering kon het
met de wet beoogde doel, n.l. groote econo-
misch en sociaal ongewenschte schokken ten
gevolge van te snelle mechaniseering in dezen
tak van nijverheid op te vangen, inderdaad
worden verwezenlijikt. Zij is echter van oor-
deel, dat de voortizetting van den onderhavi-
gen maatregel met ingang van 1 Januari 1939
noodzakelijk moet worden geacht, omdat het
wegvallen van dezen maatregel wederom tot
een schoksgewijze mechanisatie zal leiden.
OVERZIOHT VAN DE MILITAIRE
MAATREGELEN.
Getroffen in de algeloopen periode van
internationale politieke spanning.
De minister van Defensie schrijft:
Na verlenging van den eersten oefentijd van
5V2 maand tot 11 maanden in Maart van dit
jaar, gaan tweemaal per jaar de manschap-
pen, die gedurende 5 maanden geoefend zijn
bij de le bataljons der regimenten infanterie
over naar de He bataljons om bij deze batal
jons gedurende de overige 6 maanden van
dezen oefentijd hun opleiding te voltooien.
Deze He bataljons zijn meerendeels gelegerd
in grensgamizoenen. 'Hierdoor beschikt de re
geering gedurende het geheele jaar over in
fanterie welke zij in geval van intematio-
nale politieke spanning onmiddellijk kan
aanwenden tot het beveiligen van onze lands-
grenzen en van de kust. Bij deze grens- en
kustbeveiliging zijn tevens ingeschakeld de
politietroepen, de kustartillerie en de lucht-
strijdkraohten, terwijl in vredestijd is voorbe-
reid om van het oogenblik af, waarop de
hierboven genoemde strijdkrachten hun ge-
vechtsopstelling hebben ingenomen de toe-
gangswegen tot het hart des lands door het
aanbrengen van hindemissen en het uitvoeren
van vernielingen af te sluiten.
Uiteraard wordt bij de bewaking der kust
en voor controle van de voornaamste water-
toegangen en havens gebruik gemaakt van
personeel der Koninklijke Marine en van het
in vredestijd in dienst zijnde materieel der
vloot.
Voor het geval de internationale politieke
toestand zich dermate mocht verscherpen, dat
de hierboven geschetste veiligheidsmaatrege-
len als onvoldoende zouden moeten worden
aangemerkt, waren maatregelen voorbereid
om door het oproepen van grootverlofgan-
gers de grenstroepen aanzienlijk te ver-
sterken en de luchtafweermiddelen in wer-
king te brengen.
Samentrekkiiig politietroepen.
Begin September waren de internationale
verhoudingen van dien aard, dat beisloten werd
de politietroepen in het grensgebied samen te
trekken.
Op 2 September waren de dienstplichtigen
van de le bataljons overgegaan naar de lie
bataljons. Na aankomst in hun nieuwe
(grens-) garniizoenen hadden terstond eenige
kleine oefeningen in de grensbeveiliging
plaats en werd voor 1516 September een
groote oefening bevolen. Door de Koninklijke
Marine werden tegelijkertijd oefeningen ge-
houden in verband met de bewaking der voor
naamste zeehavens.
Inmiddels waren de politieke omstandig
heden van dien aard geworden, dat het wen
schelijk werd geoordeeld ook na 16 September
de troepen in de onmiddellijke nabijheid van
hun opstellingen te houden; zij werden der-
halve voor zooveel noodig ingekwartierd
nabij de gevechtsopstellingen, welke zij in ge
val van nood zouden moeten bezetten. Het be-
hoeft nauwelijks te worden vermeld, dat de
voertuigen volledig worden bepakt, dat de
scherpe munitie werd uitgegeven en dat het
verleenen van verlof en van bewegingsvrijheid
aanzienlijk moest worden ingeperkt en ten-
slotte zelfs geheel mOest worden ingetrokken.
Voorts was aan de troepencommandanten en
commandanten der maritieme middelen mede-
gedeeld, dat zij maatregelen moesten nemen,
die waarborgden dat binnen zeer korten tijd
na ontvangst van het desbetreffende bevel, de
opstellingen konden worden ingenomen.
De gevechtsopstellingen worden
ingenomen.
Zoo brak de 27ste September aan. In den
namiddag van dien dag waren de binnenko-
mende berichten voor de regeering aanleiding
niet alleen om de gevechtsopstellingen te doen
innemen, doch ook om terstond de groot-ver-
lofgangers, die bestemd waren om de grens-
beveiligingstroepen te versterken, door de
burgemeesters te doen waarschuwen, dat zij
zich gereed moesten houden voor opkomst
onder de wapenen.
Gedurende den nacht van 27 op 28 Septem
ber werden o.a. door de ne bataljons de ge
vechtsopstellingen verder ingericht, de ver-
sperringen verbeterd en het aantal hiervan
nog uitgebreid.
Zoodoende waren in zeer korten tijd alle
toegangen tot ons land langs de Zuid- en
Oostgrens door een geheel stelsel van hinder-
nissen bewaakt door personeel, voorzien
van mitrailleurs en pantserafweergebchut
afgesloten, terwijl aan de kust door de Kon.
Marine in nauwe samenwerking met de Kon.
Landmacht de noodige maatregelen waren
genomen om onze havens tegen een overval-
ling over zee te verdedigen.
Door de zoowel aan de land- als aan de
zeezijde genomen maatregelen, gaf de Regee
ring blijk, dat zij vastbesloten was, onze neu-
traliteit tegen elke aanranding te verdedigen.
In den vroegen morgen van 28 September
werden inderdaad de hiervoren bedoelde
groot-verlofgangers opgeroepen.
De opkomst van dit personeel is naar
wensch verloopen.
Dank zij de zorgvuldige voorbereiding door
de P.T.T. en de groote medewerking van de
gemeentelijke overheidsorganen had de oproe-
ping zeer snel na verzending van het desbe
treffende telegram plaats. Door de dienst
plichtigen werd met den grootsten spoed aan
die oproeping gevolg gegeven, waarbij van
alle beschikbare middelen voor snel vervoer
werd gebruik gemaakt. Ook hierbij werd van
alle zijden groote medewerking ondervonden,
getuige het feit, dat vele particulieren hun
auto's ter beschikking stelden, teneinde de
dienstplichtigen snel naar hunne opkomst-
plaats te vervoeren. De oplegging van wape
nen en uitrusting bleek over het algemeen
doelmatig te zijn geschied; het op oorlogs-
voet brengen der onderdeelen had onder lei-
ding hunner commandanten een vlot en orde-
lijk verloop. De vervoeren van de gemobili-
seerde onderdeelen en hun opkomstplaatsen
naar hunne oorlogsopstellingen te voet, per
auto dan wel per spoor, afhankelijk van den
af te leggen afstand en de plaats der opstel
lingen waren tevoren voorbereid. Zoodoen
de was het mogelij'k, dat een groot aantal de-
tachementen reeds in den avond van den dag
van oproeping, het gros van de onderdeelen
bij het aanbreken van den dag Volgende op
dien der oproeping, hunne oorlogsopstellingen
hadden ingenomen. Na aankomst in deze op
stellingen werd onmiddellijk begonnen met de
verdere versterking van het terrein, het ma-
ken van loopgraven, hindernissen enz.
Klaar voor eventueele mobilisatie.
Daarmede waren de maategelen tot het
veiligstellen van een eventueel volgende alge-
meene mobilisatie afgesloten.
Donkere wolken bleven zich ook op den 28
September aan den politieken hemel samen-
pakken. De regeering vond hierin aanleiding
nog op dienzelfden dag de waarschuwingen
te doen venzenden aan het personeel, dat bij
voor-mobilisatie onder de wapenen moet
komen. Op 29 September was de internatio
nale toestand echter reeds zoodanig verbeteTd,
dat de voorgenomen oproeping van dit perso
neel achterwege kon blijven, terwijl deze ver-
betering mede aanleiding was, dat op 30 Sep
tember de noodige bevelen konden uitgaan
om den arbeid aan de grensversterkingen te
doen eindigen en de aangebrachte hindernis
sen weder te doen opruimen.
Het behoeft zeker geen betoog, dat ook de
niet bij de grensbeveiliging betrokken onder
deelen van de weermacht op 27, 28 en 29 Sep
tember niet stil hebben gezeten, doch dat ook
daar met groote voortvarendheid is gewerkt
aan alle voorbereidende maatregelen, die aan
de mobilisatie moeten voorafgaan.
iNa deze spannende dagen werden geleide-
lijk de genomen maatregelen ingetrokken. Op
Woensdag 5 October konden de opgeroepen
groot-verlofgangers weder naar hun haard
steden terugkeeren, terwijl op Donderdag 6
October de He bataljons hun vredesgarnizoe
nen weder binnenrukten.
Ongetwijfeld zal, wanneer de rapporten
van de verschillende commandanten zijn ont-
vangen, blijken, dat de getroffen voorberei-
dingen bier en daar nog gebreken vertoonen
en aanvulling en verbetering vereischen. De
legerleiding zal zeker niet nalaten, de aan
vulling en verbeteringen aan te brengen en
uit de gebleken tekortkomingen de noodige
lessen te trekken. Men vergete echter niet,
dat ons leger zich nog in een tijdperk van
reorganisatie en sinds vorig jaar van
opbouw bevindt.
'Reeds thans echter kan worden vastgesteld,
dat hetgeen in de afgeloopen dagen is ge
schied, reden geeft tot groote voldoening en
erkentelrjkheid, dat op den ingeslagen weg
kan worden voortgegaan en bovenal, dat in
moeilijke omstandigheden op de voile toewij
ding van militairen van hoog tot laag en op
de medewerking van plaatselijke autoriteiten,
openbare diensten en bevolking in alle op-
zicht'en kan worden gerekend.
Loyale medewerking ondervonden.
Tenslotte mogen hier nog eenige algemeene
opmerkingen volgen.
Over het algemeen liet de stemming van de
troep niets te wenschen over: met emst en
vastberadenheid deden alien, van hoog tot
laag hun plicht; vermoeienissen werden met
opgewektheid gedragen.
Zocwel de openbare diensten, welker mede
werking voor een vlo'tte uitvoering der maat
regelen onontbeerlijk is, als de gemeentelijke
autoriteiten hebben in alle opzichten hunne
voile medewerking verleend. In het bijzon-
der mogen wel worden genoemd de Post- en
Telegraafdienst en de spoorwegen, waaraan
zeer hooge eischen zijn gesteld (een groot
deel van het personeel der P.T.T. en der N.S.
heeft veelvuldig ook des nachts dienst moeten
doen ten behoeve van het doorloopend open-
houden van kantoren, stations en baanvakken
en die in alle opzichten voortreffelijk werk
hebben geleverd. Voorts is bij de troepen-
vervoeren groote medewerking ondervonden
van verschillende autobusdiensten en vracht-
auto-ondernemingen
Van de bevolking werd allerwege groote
steun en sympathie ondervonden, terwijl ,,last
not least", hulde moet worden gebracht aan
de Nederlandsche Pers, die door haar kalme,
bezadigde berichtgeving elke paniekstemming
heeft weten te voorkomen en door haar juiste
voorlichting er toe heeft bijgedragen om de
genomen maatregelen rustig en ordelijk te
doen verloopen.
MAATREGELEN TEGEN WILDE
AUTOBUSDIENSTEN.
Het Reglement Autovervoer Personen loopt
op 15 Febr. 1939 af. Ter vervanging van deze
regeling is een wet noodig. Minister Van Buu-
ren heeft daarom thans een ontwerp van wet
ingediend bij de Tweede Kamer, welk ontwerp
het vervoer van personen met motorrijtuigen
regelt.
De nieuwe in het ontwerp vervatte regeling
geeft gelegenheid tot regeling der onderlinge
verhoudingen, bevordering van samenwerking
en het stellen van voorwaarden, welke het al
gemeen belang eischt ten aanzien van het bus-
vervoer.
■Het stelsel van het door den minister van
Waterstaat ingediende wetsontwerp wijkt in
verschillende opzichten af van dat der Wet op
de Openbare Vervoermiddelen. Het begrip
openbaar middel van vervoer treft men in het
ontwerp niet meer aan, daar pogingen tot
ontduiking niet zouden ophouden. In het nieu
we stelsel worden de verschillende soorten
van personenvervoer van elkaar gescheiden.
Als beginsel is opgenomen, dat in ieder mo-
torrijtuig, bestemd voor en ingericht tot ver
voer van personen, bescheiden aanweizig moe
ten zijn, die aangeven tot welke categorie het
behoort en voor welk vervoer het dus mag
worden gebruikt. Dit beginsel geldt voor ieder
motorrijtuig, dat zich op Nederlandsch grond-
gebied bevindt. Er is slechts edn uitzondering
op, n.l. voor vervoer met een personenauto,
dat zonder eenige vergoeding geschiedt, is
geen vervoerbewijs noodig.
Voor vervoer van personen met autobus-
sen is dus wel vergunning noodig, onverschil-
lig of dit vervoer al dan niet tegen vergoeding
geschiedt. Aan deze vergunning kunnen dan
tevens de voorwaarden worden verbonden,
welke voor regeling en coordinatie van het
vervoer noodig zijn. Uitzonderingen op dit
stelsel zijn mogelijk. b.v. voor het vervoer van
militairen, of voor in het buitenland aange-
vraagde toerwagenritten.
De autobusdiensten zijn gedurende de laat-
ste jaren een steeds belangrijker onderdeel
geworden van het vervoersapparaat. Ter voor
koming van een teveel aan capaciteit is een
vergunningsstelsel noodig en vervoersplicht,
waar een autobusdienst een vergunning heeft
gekregen.
Voor de uitvoering van toerwagenritten en
ongeregeld vervoer wordt een bedrijfsvergun-
ning verleend. Hiermede kan echter niet wor
den volstaan. De moeilijkheden (aldus de mi
nister in de memorie van toelichting op het
wetsontwerp) welke zich sedert de invoering
van een vergunningsstelsel voor autobusdien
sten hebben voorgedaan, zouden zich dan her-
halen. Daarom eischt het nieuwe ontwerp
bovendien nog een toestemmingsbewijs, waar-
uit moet blijken, dat men op een bepaalden
dag tot een bepaalden rit gerechtigd is. Hier
mede wordt voorkomen, dat onder den schijn
van toerwagenritten verkapte autobusdiensten
worden uitgeoefend.
Voor het vervoer van personen met huur-
auto's wordt eveneens eens bedrijfsvergunning
verleend. Bij algemeene maatregel van bestuur
kunnen nadere voorschriften worden gegeven.
Voorzoover dit niet geschiedt, kunnen de ge-
meentebesturen daartoe overgaan, in over-
eenstemming met de huidige practijk.
Het verleenen van vergunningen voor de
autobusdiensten zal worden opgedragen aan
een centrale commissie, zooals ook thans het
geval is. Beroep van de beslissing der com
missie staat open bij de Kroon. Ook voor
toerwagenritten en ongeregeld vervoer dient
een dergelijke regeling te komen. Voor ver
gunningen binnen een bepaalde gemeente te
mogen rijden, zullen aanvragen tot burge-
meester en wethouders moeten worden ge
richt.
De vergunningen voor de autobusdiensten
zullen voor het eerst afloopen op 31 Dec. 1940,
daarna gelden tijdvakken van ten hoogste tien
jaar. De minister achtte het in het belang
van een goed ineensluitend net van vervoer-
diensten noodzakelijk, de autobusvergunnin-
gen op eenzelfde tijdstip te doen eindigen.
Als nieuw stelsel voert het ontwerp in, dat
iedere huurauto in een gemeente (niet meer
dan denmoet zijn ingeschreven. Buiten die
gemeente mogen geen reizigers worden op
genomen. dan die zich laten afhalen na be-
stelling aan het kantoor van het bedrijf. Het
snorren langs den weg van vaste vervoer-
diensten wordt hierdoor verboden.
KERK EN VREDE.
In het gebouw der Vrije Gemeente heeft
Zaterdagavond de afdeeling Amsterdam van
Kerk en Vrede een druk bezochte bijeen-
komst gehouden, waarin dr. M. v. d. Voet,
Herv. predikant te Haarlem, ds. J. J. Buskes
Jr., Geref. predikant Herst. Verband, ds. N.
Padt, Herv. predikant te Zutfen, en prof. dr.
G. J. Heering te Leiden, gesproken hebben
naar aanleiding van het onmiddellijke oorlogs-
gevaar, waarmede eenige weken geleden de
wereld zoo ernstig bedreigd is geweest. De
eerste spreker ontkende, dat in den thans
bereikten toestand van vrede met herbewape-
ning, waarin de sfeer nog altijd van dreigin-
gen en verrassingen vervuld is, reden tot
onverdeelde dankbaarheid bestaat. De vrede
is nog maar voorloopig gered, gelijk de dren-
keling die door zijn redders zoo stevig vast-
gegrepen is, dat hij op den wal gebracht,
tenslotte toch nog bijna geworgd blijkt.
Terwille van zijn veiligheid wordt de ter
dood veroordeelde vrede achter prikkeldraad-
versperringen en versterkingen opgesloten.
Er is reden voor dankbaarheid, omdat voor
loopig het ergste voorkomen is, maar men
hoede zich ervoor, zich aan deze dankbaar
heid een roes te drinken. Wat is het voor een
vrede, die van het brutale reoht van den
sterkste, die welke gekocht is ten koste van
den zwakke? Het is een vrede, die de kie-
men van oorlogen in zich draagt. Dankbaar
kunnen we met dat al zijn, omdat God uit
den nacht van het oorlogsgerucht en uit het
beklemmende van dezen vrede een beteren
vrede geboren kan doen worden, waarvoor
alle kansen ncg niet verloren zijn.
Reden tot dankbaarheid ook is er, omdat
de volken, met name het Duitsche volk, dat
met de oorlogsgedachte zoo stelselmatig ver-
trouwd is gemaakt, iden oorlog niet wilde en
allerminst een oorlogsstemming getoond heeft
De tweede spreker, ds. J. J. Buskes, zag
allerminst reden tot voldaanheid, nu de vrede
bewaard is met en door schending van het
recht.
Steeds meer, aldus spr., verdrong een ge-
voel van onrust, idiat van erkentelijkheid bij
ons, christen anti-militaristen. Toen hij zijn
dankbaarheid om deze redding van den vrede
op den kansel onder woorden moest brengen,
kon hij er geen vinden, omdat dit niet een
vrede door recht geworden is, maar een vrede
die den oorlog voorbereidt. Als den ding dui-
delijk geworden is, dan is het dat de weg der
bewapening een heillooze weg is. De directe
dreiging moge weggenomen zijn, ide oorzaken
die tot oorlog leiden moeten, zijn gebleven.
Als leden van Kerk en Vrede, kunnen wij
ons niet verheugen in een wereld met vrede,
maar zonder rechten, zonder vrijheid. Ge
bleken is nu, dat groote mogendheden als
Engeland en Frankrijk, geen oorlog willen
wagen ter bescherming van de gereohtigheid
en de .vrijheid, maar slechts ter verdediging
van eigen imperialistische belangen. En hier-
om, aldus besloot ds. Buskes, is de vrede
dien wij beleven een vreeselijken vrede,
waaronder hoe langer hoe minder plaats
overblijft voor Christus en zijn evangelie.
Ds. N. Padt, zeide, dat de laatste weken
ons nog eens temeer geleerd hebben, dat de
weg van de bewapening dood loopt; niet zij,
die dit inzien, staan buiten de werkelijkheid,
maar degenen die ons altijd hebben voorge-
houden, idajt we de wapenen moeten opnemen
om ons te verdedigen. Nu een volk dat zich
ter verdediging van zijn grenzen tot de tan-
den gewapend heeft, aangevallen wordt,
wordt het door de bewapenaars, die zich
opgeworpen hebben als verdedigers van de
kleine landen, tegen niet-gemotiveerde aan-
vallen, opgeofferd ter wille van den vrede.
Als ooit een oorlog te aanvaarden was, dan
ware het nu geweest. Kerk en Vrede blijft
trouw aan zijn overtuigpng, dat het oorlogs-
geweld om Christus wil afgewezen moet wor
den. Gebeurt het niet om Christus wil, dan
is die afwijzing vergeefsch. Wij roepen de
kerk, aldus spr. als draagster van het
evangelie op om niet te transigeeren met de
machten, die moeten leiden tot den radicalen
onde'rgang van recht en gerechtigheid.
Dr. G. J. Heering zette uiteen, dat het
eenige doel, waamaar Kerk en Vrede streeft
gerechtigheid is, het bestrijdt den oorlog als
het summum van ongerechtigheid.
Met den oorlog kan de gerechtigheid nim-
mer worden gediend en daarom ligt op den
oorlog Gods vloek. Deert de wereld geen an
deren weg dan die van oorlog en oorlogstoe-
rusting, dan is dit voor de wereld ide dood.
Dit is de grondslag van het beginsel van Kerk
en Vrede, dat in zijn bestrijding van oorlog
en bewapening moge zijn: de Militia Christi.
BEROEP VAN SMUTS OP EUROPA'S
LEIDERS.
De waarnemende Zuid-Afrikaansche pre
mier, generaal Smuts, heeft in een rede voor
het instituut Van ingenieurs te Johannesburg,
een nieuw beroep op de Europeesche leiders
gedaan, om van de nieuwe atmosfeer gebruik
te maken, ten einde tot een veelomvattend
accoord te komen.
Hieronder verstaat Smuts ook de koloniale
kwestie, de stabilisatie van .de munteenheden
en de vaststelling van de rol van het goud bij
die stabilisatie. Nog geheel afgezien van de
kwestie van oorlog en vrede en van goud en
kolonien, heeft Zuid-Afrika ook het allergroot
ste belang bij een algemeen Europeesch ac
coord. Wij hopen, aldus Smuts, dat men de
gunstige gelegenheid, die zich thans voordoet,
niet zal laten voorbijgaan zonder te trachten
een dergelijke regeling te verkrijgen.
De kwestie van democratic en dictatuur kan
slechts de tijd regelen. Hoe groot onze aan-
hankelrjkheid aan de democratie ook moge
zijn, zij kan, wat doeltreffendheid betreft, veel
leeren van haar tegenstanders. In de geheele
historie is bewezen, dat dictaturen van voor-
bijgaanden aard zijn.
De wereld maakt diepgaande veranderingen
door en wij bewegen ons vlug naar een nieuwe
onbekende orde. Het eenige, wat wijs staats-
mansbeleid kan doen in een dergelijke buiten-
gewone oniberekenbare situatie is, dat de over-
gang van de oude naar de nieuwe orde ge
schiedt, zonder dat een nieuwe algemeene oor
log uitbreekt. Ik geloof, dat de vredelievende
stemming, waarvan bij de jongste crisis blijk
werd gegeven, den staatslieden van nut zal
zijn. Als er waanzin in de wereld bestaat,
moet men hem tijd laten te slijten, maar laat
hij de wereld niet .in een vemietigenden oor
log sleepen.
Om doeltreffend te zijn voor den vrede moet
ontwapening algemeen zijn, maar zelfs de ge-
weldigste macht moet slechts als wapen des
vredes gebruikt worden.
Den Volkenbond wil Smuts weer opbouwen
tot een doeltreffend instrument voor veiligheid
en vreedzame veranderingen. Onze eerste po-
ging om een huis van den vrede te bouwen is
mislukt. Met de ervaringen van de laatste 20
jaar kunnen wij opnieuw beginnen, met de
hoop op beter su-cces. Den wereldvrede, het
hoogste wat de menschheid in de modeme
wereld heeft, kan men niet aan zijn lot over-
laten.
DUITSOHE WAARDEERING VOOR
BELGISCHE ZELFSTANDIGHEIDS-
POLITIEK.
Naar aanleiding van het feit, dat voor het
eerst een Du'itsche ambassadeur te Brussel
zijn geloofsbrieven aan den Koning der Belgen
heeft overhandigd, wrjdt de Volkischer Beo-
bachter eenige beschouwingen aan de Duitsch-
Belgische verhouding.
Het blad herinnert aan de door het persoon-
lijk initiatief van koning Leopold ingeleide
Belgische onafhankelijkhe'idspolitiek, welke
vooral door het Vlaamsche deel der bevolking
steeds is verlaagd en „die het beste beant-
woordt aan de belangen van dit land, dat door
zoo veelvuldige betrekkingen met alle buur-
staten is verbonden". De Volkische Beobach-
ter schrijft dan verder: ,,Ter gelegenheid van
de meeningsuitingen, die het gevolg waren
van de jongste gebeurtenissen in Europa, is
de wensch van Belgie om de zelf gekozen
stelling tusschen de drie westelijke groote
mogendheden te handhaven, opnieuw op over
tuigende wijze gebleken. Brusselsche bladen
melden thans, dat minister-president Spaak
in de Kamercommissie voor buitenlandsche
zaken heeft verklaard, dat de onafhankelijk-
heidspolitiek van het land noodzakelijk maakt,
dat ook de Belgisch-Fransche grens wordt
bevestigd opdat men het geheele Belgische
gebied kan verdedigen. Deze absolute uit-
schakeling van Belgie uit alle dehkbare ver-
wikkelingen, waarin zijn groote buren betrok
ken zouden kunnen worden, bracht ook met
zich dat de Belgische regeering de onlangs
door den Fiihrer aangekondigde versterkin
gen in het gdbied van Aken juist heeft ge-
interpreteerd in dien zin, dat daardoor de Bel
gische onafhankelijkheid nog beter wordt ver-
zekerd."
TWEE OPPONENTEN.
Hitler en Churchill zijn, schrijft de N. R. Ct.,
twee figuren, die elkaar, wat men in het da-
•gelijiksche leven zou noemen, niet kunnen zet-
ten. Er kan tusschen hen geen sprake zijn van
eenig vertrouwen. Zij gelooven niet, dat de
bedoelingen van de andere partij eerlijk kun
nen zijn. Voor hen beiden bestaat in hun ge-
dachtengang van den ander maar een beeld:
dat van den man, /die overheerschen wil.
Hitler heeft in zijn rede te Saarbriicken een
fel betoog tegen Churchill, Eden en Duff
Cooper gehouden. Hij wilde op zijn wijze
maar die wijze was vooral voor een staats-
en regeeringshoofd niet verstanddg Cham
berlain eeren, door een vergelijking te maken
tusschen de politick van Chamberlain en die
van Churchill en zijn vrienden. Deze laatsten
werden als een groep oorlogshitsers getee-
kend, welker eenig doel zou zijn Europa en de
geheele wereld in brand te zetten om aan
-Duitschland's positie een gewelddadig eind te
maken.
Churchill, die geen deel uitmaakt van de
Engelsche regeering, heeft niet lang gewacht
met het antwoord. Hij heeft Hitler in een voor
de Vereenigde Staten bestemde radiorede van
repliek gediend. Het doel van deze radiorede
was een beroep op de Vereenigde -Staten om
zich bij Engeland aan te sluiten en in geza-
menlijk overleg alle militaire en oeconomische
krachten bijeen te brengen om aan de Duitsche
successen een einde te maken.
Churchill maakte zich den tolk van diegenen
in Europa, en speciaal bij onze westerburen,
die zich ergeren over de houding van de Ver
eenigde Staten. Het is in hun opinio onbe-
grijpelijk, dat Amerika niet wil begrijpen, dat
de gebeurtenissen in Europa ook voor Was
hington van het grootste belang zijn. De En
gelsche staatsman i§ ontstemd over de traag-
heid, waarmede de Vereenigde Staten reagee-
ren, over het verlangen van de Amerikaansche
staatslieden hun eigen zaken zelf te regelen
en plaatselijk een halt toe te roepen aan de
vermindering van him invloed. Wie, aldus
Churchill's geda-chtengang, den toenemenden
invloed van Japan, Duitschland en Italie in
Zuid-Amerika wil stoppen, moet dat niet ter
plaatse doen; hij moet het kwaad bij den wor-
tel uitroeien. Hij moet zich plaatsen aan de
zijde en ook onder de leiding, maar dat
wordt er niet bij gezegd van de bevriende
landen in Europa om gemeenschappelijk de
zaak aan te vatten.
Maar daarbij is Churchill niet blijven staan.
Hij weet, dat men om Amerika mee te krijgen
een zeker ideaal tot leuze moet verheffen.
Politieke argumenten zijn daarvoor niet vol-
idoende. Daarom sprak hij van onderdrukking
en tyrann-ie. Wij moeten het Duitsche volk
van zijn tyrannen bevrrjden, zou in de oogen
van Churchill wellieht een leuze zijn, waar
mede hij Amerika in bewegin/g zou kunnen
krijgen, indien daarbij maar voldoende aan-
nemelijk kan worden gemaakt, dat zoo dit
niet spoedig gebeurt ook de andere volken on
der dat juk zullen moeten zuchten.
Of dergelijke propa-gandaleuzen nog succes
hebben? In een oorlogsperiode misschien wel,
in een tijd van vrede, waarin de mensch meer
het verstand dan het gevoel laat spreken,
misschien niet. Churchill behoort tot die
generatie, die gegroeid is in de periode, waar
in Engeland de wereld dicteerde. Hij kan niet
begrijpen, dat die tijden voorbij zijn, dat er
naast Engeland andere machten zijn opge-
staan, die niet voor een dreiging wijken, maar
hun eigen gang gaan en daarbij bereid zijn
alle consequenties daarvan te dragen. Maar
bovendien kan Churchill, en dat is de tragiek
in zijn figuur, omdat hij zijn tegenstanders
niet on/bevangen kan zien, ook de middelen,
welke hier meer instemmdng zouden ontmoe-
ten, niet vinden, welke Engeland's suprematie
zouden kunnen herstellen.
Hitler en Churchill mogen enkele dlngen,
bijv. fiun felheid, gemeen hebben, daamaast
zijn er ook verschillen. Hitler is het feist als
hij overwonnen heeft. Met Churchill is het
helaas juist omgekeerd. iStijgen zijn kan
sen op een min-isterportefeuille, dan is hij ge-
matigd, dalen zij dan wordt hij feller. Wie
Churchill's gewoonten in dit opzieht kent, zal
moeten toegeven, dat zijn felheid van Zondag
het beste bewijs is, dat zijn kansen op een lei-
dende functie voorloopig verkeken zijn en dat
hij heeft moeten wijken voor de kracht van
Chamberlain en zijn medestanders.
Daarom heeft Churchill's rede, door den
toon nog meer dan door den inhoud, juist het
omgekeerde effect van wat beoogd was. Want
hiermede acoentueert de Engelsche staatsman
de successen, welke zijn tegenstander behaald
heeft en de nederlaag, welke hij zelf tegenover
andere opvattingen in zijn land heeft geleden.
Wenscht men een coneentratie van krachten,
een versnelling van de wapening enz., dan zijn
er andere wagen en middelen om dat te berei-
ken dan dergelijke redevoeringen, welker hol-
heid meer en meer tot -het publiek gaat spre
ken. Dit voelt de gevaren intu'itief zeker goed
aan, maar het vraagt daden en geen woorden.
Het wenscht de beveiligin-g van de eigen be
langen, maar gaat meer en meer de vraag
stellen: als het er dan zoo verschrikkelijk is,
waarom komt er dan geen verandering, waar-
om volgt succes op succes als er alleen maar
gebluft wordt. Er komt reeds een kentering.
Op denzelfden dag, dat Churchill zijn rede
hield, begon de Sunday Times een artikel over
Palestina met de opmerking, dat Hitler ge
zegd heeft, dat Engeland zich in de eerste
plaats met Palestina moet bemoeien en daar
na met Tsjechoslowakije en dat hoe onaange-
naam dat ook voor den Engelschman mag
zijn, er veel waars in schuilt.
Churchill meent, dat zijn rede geen oproep
tot den oorlog is. Het is best mogelijk, dat
zij niet als zoodanig bedoeld was en alleen een
minder vredelievenden indruk maakte van-
wege de eigenaardige toon, waarin zij gesteld
was, een kwaal waaraan meer staatslieden
ook aan nationaal-socialistische en fascistische
zijde lijden. Maar al dan niet als oorlogs-
rede bedoeld, het effect zal niet anders zijn.
Want Hitler zal, als de besprekingen over een
wapeningsbeperking niet tot succes leiden,
weer kunnen zaggen, dat dit het antwoord was
op zijn zooveelste welgemeende aanbod tot
samenwerking. En hij zal op dat antwoord
sneller reageeren dan zij, voor wie deze rede
bestehid was.
DE GEMEENTE RAADSVERKIEZINGEN
De correspondent van de N. R. Crt. te Brus
sel telefoneerde Zondagavond:
Bij het heerlijkste najaarsweer, dat men
zich droomen kan, hadden Zondag in alle
gemeenten van het rijk verkiezingen plaats.
Meer dan 5.400.000 kiezers van beicterlei kunne
namen daaraan deel, die nergens door inciden-
ten werden gestoord. Alleen in de nachtelijke
uren was -het hier en daar tot botsingen tus
schen met verfpotten en kwasten gewapende
propagandisten van de verschillende partijen
gekomen.
Onstreeks vijf uur 's ochtends werd in 'n
stille straat van :e Brusselsche vcorstad
Elsene het lijk gevonden van een 34-jarigen
liberalen propagandist, die met een groepje
portrgenooten tot laat in den nacht op ver
schillende plaatsen in deze gemeente manifes-
"ten had aangeplakt. Eerst dacht men. dat