ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Marion's groote avontuur
No. 9826
WOENSDAG 19 OCTOBER 1938
78® Jaarqanq
Binnenland
SLECHTS Sct PERPAK
FeuiHeton
EERSTE BLAD
Luchtbeschermingsdienst.
HET BETERE
zeeppoeder
NEUZENSCHE COURANT
ABON NEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
,f. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij voorultibetaling.
Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TEEEFOON No. 25.
ADVERTENTI8NVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,20.
KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen venninderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrtjgtaar is. Intending van advertentien liefst Sen dag voor de uitgave.
DIT BLAD VER&HHJNT 1EI>EREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
De COMMISSARIS DER KONINGIN in de
Provincie Zeeland te Middelburg, laat op
Donderdag 21 October 1938, in deze Provincie
luchtbeschermingsoefeningen houden, waaraan
Temeuzen in zijn geheel zal deelnemen in dier
voege, dat 's middags van 2.154.15 uur de
hulpdiensten zullen uitrukken, terwijl's avonds
van 810 uur de totale verduistering zal wor
den toegepast. Zoowel tijdens de middag-, als
de avondoefening wordt het publiek inge-
schakeld.
Werd bij de voorbereiding van de luchtlje-
schermingsoefening, welke op 16 Mei 1936 is
gehouden, aan het pulbliek dringend verzocht
bij ,,Luchtalarm" zich van de straat te ver-
wijderen; voertuigen aan de kant van den weg
te plaatsen, eventueel lichten daarvan te doo-
ven en trekdieren stevig vast te binden, enz.,
waarvan het resultaat niet aan de verwach-
tingen beantwoordde, thans wordt dit alles,
op grond van artikel 12 der Luchtbescher-
mingswet, door mij bevolen en heb ik die voor-
schriften neergelegd in „Algemeene gedrags-
regels", welke openbaar zijn bekendgemaakt
in de nummers van de Terneuzensche Courant
der afgeloopen dagen en op openbare bekend-
makingen, welke, zoowel in de kom Temeuzen,
als te Sluiskil en Driewegen, op verschillende
plaatsen door aanplakking aan bet publiek
zijn bekend gemaakt.
Ik vestig in het bijzonder de aandacht op
het voorschrift, dat, tijdens de middagoefening,
ieder verplicht Is bij ,,luchtalarm" (het ge-
durende twee minuten aaneen loeien van
sirenes en stoomfluiten) den openbaren weg
te verlaten. Bij niet onmiddellijk voldoen hier-
aan zal de politie en de hulp-politie, die dan
door mij beeedigd is tot onbezoldigd-gemeente-
veldwachter, strenig optreden en onwilligen
verbaliseeren. Eerst, als het sein ,,Lucht-
alarm geeindigd" is gegeven (het luiden der
klokken van de R.K. kenken) mag men weer
op straat komen. Men moet er rekening mee-
houden, dat de vliegeniers zullen terugkomen.
Dan wordit weer ,,Luchtalarm" gemaakt en
moet weer de weg ontruiimd worden.
Voorts, tijdens de avondoefening, dat het
verboden is buitenshuis lantaams, fakkels e.d.
te gebruiken, zoomede eenig vuur te ontste-
ken; dat lichten van stilstaande motorrijtui-
gen en van stilstaande voertuigen gedoofd
moeten zgn; dat rijwielen geen lic.ht mogen
voeren; dat bruggen en sluizen niet worden
bediend, nooh verlieht en ten slotte, dat voet-
gangers buiten noodzaak niet op het voor rij-
verkeer bestemde gedeelte, van wegen mogen
loopen of vertoeven.
Daar, waar door mij geen enkele aanspra-
kelijlkheid wordt aanvaard voor schade, welke
mocht voortv-loeien uit de door mij met betrek-
king tot vorenomschreven oefeningen voor-
geschreven gedragsregels, doet iedereen,
niet behoort tot ce hulpdiensten, verstandig
van 2.454.15 uur n.m. en van 810 uur
nam. van den 27sten October a.s. thuis te
blijven. Dit geldt vooral voor kinderen, wier
ouders goed zullen doen hen binnen te houden,
Niet naleving van deze gedragsregels of
schuld daaraan wordt streng gestraft, d£
dit, volgens de wet, geen overtreding, doch
een mis'Jrijf is.
Aan het slot der bekendmaking staat, dat
ieder verplicht is aan de door of vanwege mij
in het belang der oefeningen gegeven bevelen
of aanwijzingen onmiddellijk gevolg te geven
en alle medewerking desgevraagd onmiddellijk
te verleenen. Niet nakoming hiervan maakt
schuldig aan overtreding van artikel 184 Wet
boek van Strafrecht.
Zooals uit de bekendmaking blijlkt, is alle
lichtuitstraling, maar vooral die uit dakven-
sters, verboden, hetwelk door de uitkijkposteii
zal worden gecontroleerd. De politie heeft in
deze strenge instructies.
Bij deze doe ik dan ook een beroep tot mede
werking op alle ingezetenen, meer in't bijzon
der op winkeliers, cafe-, hotel-, restaurant-
houdiers, exploitanten van patates-frites-
wagens enz. en wel z66, dat de controleerende
vliegeniers later zullen kunnen rapporteeren,
dat Temeuzen, Sluiskil en Driewegen vanuit
de lucht in het duister niet waren te vinden.
MEDEWERKING wil niet zeggen: lichten
uit en naar de bioscoop gaan of iets dergelijks,
maar wel: rolluiken goed afsluiten -en in de
kamers normaal het licht laten branden, daarbij
zorgdragende, dat bij het opengaan der kamer-
deuren b.v. door middel van een gordijn geen
licht in de gang valt. Heeft men geen rol
luiken of moet men het licht van de gang, de
zolder, de schuur e.d. gebruiken, dan bezige
men ondoorschijnend, liefst zwart di'k papier,
gordijnen e.d. of men omh-ulle de lampen met
kapjes, als anderszins, waardoor het licht niet
naar buiten kan uitstralen. Bij luchtalarm zal
men goed doen de hoofdkraan van de gas-
leiding dicht te zetten.
Op 12 October j.d. heeft Rotterdam een
veiduisteringsoefening gehouden, die zeer
goed is geslaagd: Het Hoofd Luchtbescher
mingsdienst aldaar liet zich daarover als volgt
uit.
..Buitenigewoon ben ik te spreken over de
,,houding van het Rotterdamsche publiek. Er
waren straten, waarvan het meerendeel der
„bewoners het als een eer beschouwde, dat aan
„ieder huis alles perfect klopte. En als er
„dan ergens wat licht naar buiten scheen, dan
„werd door buren hierop attent gemaakt. Het
,,ging om de eer van de straat. Ontroerend
,,was het ook dikwijls te zien, hoe het armste
„gedeelte der bevoiking met lappen e.d. ge-
„werkt had, om toch maar te voldoen aan
,,hetgeen er van hen gevraagd werd. In zijn
„geheel zijn er slechts vier gevallen van per-
.tinente welgering genoteerd. Nemen we
,,'daarbij, dat er geen enkel verkeersongevai
heeft plaats gevonden, dan beteekent dit, dat
„de Rotterdamsche verduisteringsproef in alle
„opzichten is geslaagd".
Wat moet zoo'n uitspraak een voldoening
geven met het oog op een onverhoopte werke-
lijkbeid, zooals wij die op Woensdag, 28 Sep
tember j.l. zoo angstvallig hebben voelen
naderen.
Wat in een stad, als Rotterdam mogelijk is
gebleken, kan hier ook bereikt worden.
Thans komt daar echter bij, dat de mede
werking van het publiek ditmaal nog intenser
zal moeten zgn en ik roep dan ook aller ernst
en medewerking in, opdat, zoowel de middag-
als de avondoefening volkomen mogen slagen.
De Burgemeester van Tern-euzen,
P. TELLBGEN.
EEN GIFT VAN HET PRINSELIJK PAAR
TEN REHOEVE VAN DE ZENDING.
Prinses Juliana en Prins Bemhard hebben
een belangrijke gift doen toekomen aan het
zendingSbureau te Oegstgeest, ten bate van
de samenwerkende zendingscorporaties.
PRINS BERNHARD IN DEN RAAD VAN
STATE.
Prins Bemhard heeft Dinsdagmiddag de
gewone vergadering van den Raad van State
bijgewoond. In deze vergadering werd de com-
missaris der Koningin van de provincie Fries-
land, mr. P. A. V. baron van Harinxma thoe
Silooten, beeedigd als staatsraad in hui-ten-
gewonen dienst.
HET VERTREK VAN
HR. MS. GELDERLAND NAAR DE WEST.
Maandagochtend om tien minuten over tien
heeft Hr. Ms. Gelderland de haven van Nieu-
wediep verlaten ter aanvaarding van haar reis
naar West-Indie, die vtjf maanden zal duren.
Het vertrek had plaats onder de mooist denk-
bare weersomstandi-gheden, waardoor tevens
een groot publiek het traditioneele marine-
afscheid bijwoonde. De sleephoot Utrecht
trok het schip van den steiger los, waama
het op eigen kracht de haven verliet, nage-
wuifd door eenige d-uizenden toeschouwers,
Het vertrek werd o.a. bijgewoond door den
commandant der marine, schout-bij-naeht H.
Jolles, en zijn adjudant, benevens door den
chef van den staf, kolonel J. J. A. van
Staveren.
Als bijzonderheid kunnen wij nog meiden,
dat aan den voorsteven van het schip, bedekt
door de wapperende geus, de looden verrader
troonde. Het huis Maturo op Curasao kan dus
reeds een veldtochtsplan ter verovering van
dit voorwerp opmaken.
De commandant van het schip is overste
P. B. M. van Straelen.
DE DUIVEESCHE DRIEfiENHEID.
Op verzo-ek van alle leden van den gemeen-
teraad van Bergen op Zoom is Maandagavond
een vergadering van den raad gehouden, waar-
in als belangrij'kste punt aan de orde is ge-
steid een bespreking van een ingezonden stuk
van 13 October van Ir. J. van Roessel, direc-
teur van gemeentewerken aldaar, omtrent de
door hem geschreven en uitgegeven brochure
,,De duivelsche drieeenheid" gericht tegen
„wereldjodendom, wereldvrijmetselarij en we-
reldjezuitisme". Ir. Van Roessel had vorige
week een brief aan den raad gericht, waarin
bij terugkwam op zijn verklarin-g in de ver
gadering van 30 September, waarin hij den in-
hou-d van de brochure had herroepen.
Verschillende raadsleden protes-teerden hef-
tig tetgen een citaat in den brief van Ir. Van
Roessel, waarin hij verklaarde dat hij de ver-
klaring onder d'ruk zou hebben afgelegd. Deze
leden zeiden dat Ir. Van Roessel onmiddellijk
op de vraag van den voorzitter, of hij deze
brochure had geschreven, met een ja ant-
woordde, daaraan toevoegend, dat hij nog een
verklaring had af te leggen.
Na een kort debat deden B. en W. een
voorstel, waarin verscheidene overwegin-gen
waren apgenomen en waarbij B. en W. ten
slotte den gemeenteraad adiviseerden Ir. Van
Roessel op grond van het bepaalde bij artikel
81 sub 2 steunverleening aan een verboden
vereeniging of aan van haar uitgaande actie)
en art. 80 sub 2c (ongesahiktheid voor zijn
betreklking) en met inachtneming van het be
paalde bij artikel 83 van het ambtenaren-
regleiment voor de gemeente Bergen ojp Zoom,
met ingang van 18 October 1938 on-gevraagd
eervol ontslag te verleenen uit zijn betrekking
van directeur van gemeentewerken.
Zonder hoof-delijke stemming ging de raad
met dit voorstel van B. en W. accoord.
(Ingez. Med.)
IS VERMEERDERING VAN (ILTllK
GROND VERANTWOORD?
Ons land heeft groote behoefte
aan graan.
De vraag of vermeerd'ering van cultuur-
grond verantwoord is, is begrijpelijk. Immers
gedurende de laatste jaren was het een bran
den d probleem, hoe afzetgebieden gevonden
konden worden voor onze landbouwproducten.
Ook de teeltregelingen schijnen in tegenspraak
te zijn met het streven, door uitbreiding van
den cultuurgrond het voortbrengend vermogen
van onzen landbouw te vermeerderen.
Toch bestaat deze tegenstelling in werke-
lijkheid niet, meent De Nederlander (Chr.-
Hist.). De statistieken toonen duidelijk aan,
dat de landbouwproductie als geheel ook in de
crisisjaren nog aanzien-lijk is toegenomen. De
crisiswetten hebben niet den opzet, de pro-
ductie als geheel te vermind'eren, maar willen
deze regelen. De voortbrenging van sommige
producten wordt binnen bepaalde grenzen ge
houden, die van andere echter wordt gesti-
muleerd.
Er is trouwens geen sprake van, dat onze
totale productie te groot zou zijn. Waar wij
relatief gesproken een overschot van hebben,
dat zijn, als wij den tuinbouw buiten beschou-
wing laten, de veredelingsproducten van de
veehouderij. Vooral voor een product als bo ter
geldt dit echter nog maar zeer betrekkelijk,
omdat de voortbrenging van spijsvet in ons
land ontoereikend is om in tijden van nood in
de behoefte te voorzien.
Aan graan hebben wij echter een groot te-
kort. Hoewel ons land in weerwil van een vrij
aanzienlijke oppervlakte, welke met graan
wordt bebouwd, toch nog een zeer groot tekort
heeft, is het duidtelijk, dat men een te groote
uitbreiding van cultuurgrond niet behoeft te
vreezien. Het blad vermeldt een berekening,
waaruit blijkt, dat bij volkomen afgesloten
grenzen nog 700.000 H.A. meer noodig zouden
zijn om in de voedse-lbehoefte van het Neder-
landsche volk te voorzien, dan waarover wij
nu beschikken.
Natuurlijk kunnen wij onzen landbouw niet
voortdurend mobiliseeren voor een toestand
van oorlogseconomie. Maar de intemationale
verhoudingen zijn ook na Miinchen nog geens-
zins zoo, dat wij de kansen mogen verwaar-
loozen, die de eigen landbouw biedt om ons
ook in economischen zin zoo weerbaar te
maken als redelijkerwijs mogelijk en verant
woord is.
Vemiinderd aantal werkloozen.
Bovendien beteekent vermeerdtering van de
oppervlakte cultuurgrond, vooral wanneer men
de bedrijven niet te groot maakt, dat het aan
tal zelfstandige werkers in den landbouw in
overeenkomstige mate stijgt. Hetzelfde geldt
van de secondaire productietakken.
Bij een doelbewuste, goedgeleide landbouw-
politiek, is het uitgesloten, dat deze menschen
ooit zullen worden ingelijfd bij het groote leger
dat iederen dag de stempellokalen bevolkt
Hetzelfde kan niet gezegd worden van de-
genen, die werkgelegenheid moeten vinden
door industrialisatie, hoe noodzakelijk deze
ook moge zijn. Men mag niet uit het oog ver-
liezen, dat industrialisatie in veel mindere
mate dan de landbouw de mogelijkheid biedt
tot het vormen van een nieuwe groep zelfstan
dige werkers. Hier zullen de loonarbeiders
steeds verreweg in de meerderheid blijven
Reeds uit dezen hoofde zal uitbreiding van
den beschikbaren cultuurgrond primair dienen
te zijn en zal industrialisatie veeleer een aan-
vullend karakter dienen te dragen. Op grond
hiervan bespeurt men bij tal van vol-ken een
krachtig streven, hun landbouwfundamenten
te verbreeden. Hiermee worden niet alleen
economische belangen gediend, maar ook de
volkskracht is hiermee gebaat.
Zuivelexport.
Nu zal men kunnen tegenwerpen, dat op de
gewonnen gronden niet uitsluitend graan ver-
bouwd kan worsen, maar dat hierop ook vee-
teelt zal worden beoefend. Hoewel de graan-
bouw naar de meening van De Nederlander
in bijzondere mate dient te worden gestimu-
leerd, is dit argument toch volkomen juist.
Zoolang wij echter voor den zuivel nog een
vrije markt hebben in Engeland, behoeven wij
ons over deze uitbreiding geen zorgen te
maken.
Het is een dwaling, dat deze export verlies-
gevend zou zijn. Voor den individueelen boer
geldt, dat hij de boter niet tegen wereldmarkt-
prijs kan produceeren. Maar gezien uit het
oogpunt van de nationale economie is er geen
sprake van, dat deze export ons volk offers
zou kosten.
Dat zou wel het geval zijn, wanneer de
grondstoffen voor de boterbereiding voor het
overgroote deel uit het buitenland betrok-ken
moesten worden. Deze vormen echter maar
ee# ondergescbikt percentage van de produc-
tiekosten.
Wanneer de exportboter niet geproduceerd
werd, dan zou dat beteekenen, dat een belang-
rijk deel van onzen vaderlandschen bodem in
plaats van een klein rendement totaal niets
opbracht. Met als gevolg nog grootere werk-
ioosheid en armoede.
Landbouw en industrie.
Juist ten aianzien Van het grondstoffen-
probleem is de positie van den landbouw totaal
anders dan die van de meeste industrieen. In
de veredelingsproducten van onze veehouderij
zit voor iedere duizend gulden, die geprodu
ceerd wordt, 700 a /800 nationaal inkomen.
Deze verhouding is bij het overgroote deel
der in dus t ri epro du c te n veel minder gunstig.
Oak uit dezen hoofde zijn bed'enkingen tegen
uitbreiding van den cultuurgrond niet houd-
baar.
Roman van I. F. J. Groothedde.
Nadruk verboden.
14) Vervolg.
Daarna draaide Jim Pavlick zicb om naai
Hall, bekeek hem minachtend van het hoofd
tot -de voeten aiam, s,puwde op den grond en
siste:
„Nu heb je niets anders te doen, dan zoo
spoedig mogelijk mijn grondgebied te verlaten
en er geen voet meer op te zetten. Hoe ver-
der je van me af gaat wonen, hoe liever ik
het heb. Mijn buurman zal je wel niet worden,
want honderd mijlen in den omtrek is geen
rancher of farmer bereid, zijn 'grond te ver-
koopen. Daar heb ik voorzichtigheidshalve
eerst naar ge'informeerd. Verdwijn dus uit
mijn leven en keer er nimmer in terug, of het
mocht eens verkeerd voor je af loopen."
Hall glimlachte.
jk ben voor je dreigemienten niet bang,
Jim Pavlick. Ik wensch verder niet veel
woorden aan je te verspillen. Alleen dit, als
je dienkt den prijs gewonnen te hebben, waar
de strijd am ging, dan heb je het ver mis.
Vaarwel." Hij draaide zich bruusk can en
stapte naar buiten. Zoo scheidden de twee
mannen, die vanaf hun eerste samenzijn elkan-
ders vijanden waren gerweest.
Jim oogde hem na, tot hij schuinrechts over
de heuvelkam verdween in de richting van
,,The Rancher's Joy", die herberg, die het
verzamelpunt der cowboys was.
„Nu nog het -laatste bedrijf", mampelde hij,
„dan is dit vervloekte tijdperk voorhij".
Hij haalde Sheila van stal. Het dier scheen
slecht gemutst te zijn, want het beet en
trapte. Dit was voor Jim geen bezwaar. Hij
slingerde zich op den rug van het dier en wist
in korten tijd zijn tegenstand te overwinnen
en spoedig vloog de vurige hengst als een
duivel het veld in. De humeurigheid van
Sheila deelde zich aiarn den baas mee en het
was met een gezicht als een onweer, dat hij
in het veld verscheen. De boys, die lui bij
elkaar lagen,. op een enkele na, die een wa-
kend oogje op het vee hield, deden zelfs geen
moeite om op te staan.
Jim richtte zich op in de stijgbeugels en
bulderde: „Joe Blackiburn!"
Joe naderde, maar zijn gewone g-edweee
houding tegenover den ,,baas" had hij laten
varen. Uit het gloeien van zijn donkere oogen,
uit het trekken van zijn mond, uit iedere be-
weging van zijn schokkende ledematen. sprak
een geest van onlwilligheid, van innerlijk ver-
zet. Joe was een open jongen van de open
vlakte, eenvoudig van hart. Dat Jim zijn
toevlucht had genomen tot slinksche streken
om zijn doel te bereiken, had hem alle ach-
ting voor den baas doen verliezen, een achting,
die noodig is voor den goeden gang van zaken.
Een moet de baas zijn; of hij jong of oud
is, komt er niet op aan, hij moet de baas zijn,
vooral door zijn karaktertrekken. Joe voelde
het maar al te goed, Jim was zijn baas niet
meer. Hij naderdie dus en bleef op een afstand
staan.
,,Roep de boys bij elkiaar", beval Jim kort,
„al de boys". Toen Joe zich aarzelend om-
draaide, blijkhaar niet goed wetend hoe hij
het had, beet hij hem toe: ,,Vooruit, schiet
op. Laat de boys aantreden."
„Ik ga al, ik ga al," bromde Joe, „maak
je niet zoo dik man".
iHiji deelde eenige bevelen uit aan de dichtst-
bijzijnde boys, die het bevel aan de anderen
overbrachten. Voor er vjjf minuten verioopen
waren -stqnden, ze alien te paard, in twee
rijen voor Jim, die hen bekeek als een gene-
raal, die zijn troepen overschouwt.
„Luister", riep hij. „Er heerscht den
laatsten tijd 'n opstandige geest onder jullie.
Vader scheen dat niet te merken, maar ik wel.
Nu vader dood is, ben ik hier de baas, ik
alleen en niemand anders. In de toekomst
verlang ik, eisch ik dan ook een stipte ge-
hoorzaamheid, geheel en al, met lichaam en
ziel. Wat ik wil? Dit! Als ik in het veld1
kom, hooren jullie niet als zoutzakken te
blijveni liggen, maar op te rijzen en een saluut
te brengen. Dan wensch ik, dat het geheele
personeel aan de bewaking van het vee deel-
neemt. Je krijgt je loon niet, om lui in het
gras te liggen en elkaar op te stoken tegen
mij. Wie klachten heeft komt bij mij. Hij
krijgt dan zijn loon uitbetaald en kan ver-
trekken. Kankeraars hooren hier niet thuis.
Er was er een onder jullie, die fel tegen mij
gekant was. Ik bedoel Hall Penno-ck. Ik
heb hem zoo juist verboden, nog ooit een voet
op mijn grondgebied te zetten en ik verbied
jullie. nog langer omgang met hem te heb
ben. Hij was het, die den geest onder jullie
bedierf en daarom moest hij er uit".
Hij zweeg en keek hooghartig naar de boys,
die een dreigend gemompel lieten hooren,
dat spoedig aangroeide tot heftig razen,
schreeuwen en schelden. Jim lachte valsch.
blijk-baar had hij niet anders verwacht.
Joe Blackburn liet zijn paard een paar
stappen naar voren doen. Direct trad een
doodsche stilte in, toen hij begon.
,,Ik spreek uit paam van de boys"
Met een luiden kreet staken deze hun ge-
balde vuist in de hoogte. Joe vervolgde:
,,U heeft gelijk, er heerscht een geest van
verzet onder ons. Maar als ik me afvraag,
wie daarvan de oorzaak is, dan is het niet
Hall Pennock, maar u, Jim Pavlick. Er is een
ongeschreven wet in de prairie, dat hij, die
iets tegen een ander heeft, dit op een open,
ridderlijke manier uitvecht en den overwin-
naar den weg vrijlaat. Deze prairiewet geldt
voor iedereen, voor baas en knecht".
Joe wachtte een oogenblik en vervolgde dan
met verheffing van stem:
,,Wij wenschen niet langer te gehoorzamem
aan een baas, die deze wet overtreedt en die
zich met slinksche, lage middelen van zijn
tegenstander tracht te ontdoen, Wij zijn het
geval met Bartle nog niet vergeten. Het leek
een ongeluk, maar dezer dagen is het ons
gebleken, dat het opzet was. Uit naam van
al de boys zeg ik de gehborzaamheid op aan
een man, die moordaanslagen pleegt".
Een oorverdoovend gejoel en gekrijsch steeg
op. De boys gingen in de stijgbeugels staan,
zwaaiden hun vuisten dreigend boven hun
hoofd en gilden:
„Goed gesproken Joe! Bravo, bravo!"
Toen Jim ,zijn steigerendenhengst gekal-
meerd had, trok hij glimlachend een geldbeurs
te voorschijn en riep:
,,iS-tuk voor stuk laantreden en loon in ont-
vangst nemen".
Verbaasd keken de boys op. Ze hadden
verwacht dat hij in razemij zou uitbarsten,
maar hij scheen niet anders verwacht te heb
ben. In dreigend® stilte trokken ze langs hem
heen, namen het geld in ontvangst en keken
dar. in spanning toe, benieuwd hoe het af zou
loopen. Toen de laatste zijn loon had aange-
pakt, sloot Jim de geldbeurs weg, wendde zich
met het gezicht naar de Pavlick-helling, waar-
achter vaag de kralen te zien waren, liet
herhaalde malen 'n scherp doordringend ge-
fluit hooren, -zwaaide met een rooden zakdoek
en tot onuitsprekelijke verhazing van de boys,
kwam een ruitertroep van minstens dertig
man op hen af, in vollen galop.
,,Mijn nieuwe boys stonden al klaar",
schamperde Jim, zich weer tot de boys wen-
dend, „je ziet, ik ben op alles voorbereid ge-
DE OPB.RENGST DER RIJKSMIDDELEN
De directe belastingen hebben reeds
111/2 millioen meer opgebracht dan
het vorig jaar.
Aan het ovenzicht van de opbrengst der
middelen wordt het volgende ontleend:
De opbrengst van de directe bel^tingen
heeft tot ultimo (September j.l. bedragen
f 109.543.806 tegen f 97.970.478 op ultimo Sep
tember van het vorig jaar, hetgeen dus een
stijging beteekent met 11.573.328.
Wanneer men hierbij in aanmerking neemt,
dat het bedrag van de raming voor het dienst-
jaar 19S8 116,4 milllioen hedraagt. dan is
daarvan tot nu toe reeds iets meer dan 93,85
procent binnen-gekomen, terwijl dit percentage
het vorig jaar ruim 88.8 bedroeg, toen echter
het totaal geraamde bedrag f 6,1 millioen lager
was.
De raming van het vorig jaar is thans der-
halrve reeds met ruim 620.000 overschreden.
Tot de hoogere opbrengst hebben alle be
lastingen bijgedragen. In vergelijking met het
vorig jaar bracht de grondbelasting 148.584
meer op, de inikomsten-belasting 9.860.908,
de vermogensbelasting f 677.084, de ver-dedi-
gingsbelasting 716.282 en de belasting van
de doode hand 170.469.
Hierbij zij aangeteekend, dat de opbrengst
van de -verdediginigsbelasting de raming voor
het loopende jaar, zijnde 9 millioen. thans
reeds met ruim 1% millioen heeft over
schreden.
De overige middelen.
Wat de overige middelen betref-t, deze heh-
hen over de maand September opgebracht
f 38.184.411 tegenover het vorig jaar
36.793.823, waarmede de maandeiijksche
raming met ruim f 2,4 millioen werd over
schreden.
Over de eerste negen maanden van dit jaar
was de opbrengst f 330.556.644 of bijna 8,64
millioen hoo-ger dan de raming en ruim 3.8
meer dan de opbrengst tot en met September
van het vorig jaar.
De dividend- en tantiemebelasting kwam in
de eerste negen maanden f 5.734.711 bo-ven de
raming voor dit tijd'vak, terwijl de opbrengst
ruim 2,75 millioen meer bedroeg dan op ulti
mo September 1-937.
weest. Ik zou je aanraden, om zoo spoedig
mogelijk je bezittingen bij elkaar te zoeken
en dan te maken, dat je van mijn terrein ver-
dwijnt, of ik zal je er af laten ranselen. Scheer
je weg en laat ik je niet meer zien, adder-
gebroedlsel!"
„Dan gaan we maar, jongens", riep Joe,
,,even mijn hoed halen, die ligt ginds bij het
vee". Hij reed spoorsiags weg, gevolgd door
de boys, die blijkbaar ook alien hun hoed ver
geten hadden en van louter vreugde over dat
feit luidt met hun zweepen knald-en, toen ze
dicht langs het grajzende vee streken. De
ossen en koeien hieven hun koopen op, snoven
onrustig, begonnen te dringen, te stampen, te
lqeien en zetten het plotseling op een draven,
de staarten hoog in de lucht, een daverende
dreuning verwekkend.
„Diaar schiet me net te binnen dat ik m'n
hoed thuisgelaten heb", lachte Joe, het ves
naoogend, dat zich in steeds wilder paniek
naar alle zijden verspreidde.
,,Schurken!" krijschte Jim, ,,dat zal ik je
hetaald zetten". En, tot de juist gearriveerde
mannen: „Sla ze over de helling, jongens sla,
zoo hard je kunt.
„Is dat even een buitenkansje" lachte Bill
Winters, zijn zweep stevig vastknellend, „allo
boys, niet afwachten!" Hij stormde op de
nieuwaangekomenen toe, gevolgd door de
anderen en de eerste, die met zijn lange zweep
kennis makte, was Jim, die zich, daar hij
geen zweep bij zich had, ijlings uit de voeten
maakte.
Er volgde een tooneel van de onb,eschrijfe-
lijkste verwarring. Zweepen knalden en suis-
den striemend door de lucht. De paarden, dol-
gemaakt door het huilend-snerpend krijgs-
geschreeuw steigerden hoog op, botsten tegen
elkaar en woelden den grond om met hun
slaande hoeven.
(Wordt vervolgd.)