ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Marion's groote avontuur No. 9826 WOENSDAG 19 OCTOBER 1938 78® Jaarqanq Binnenland SLECHTS Sct PERPAK FeuiHeton EERSTE BLAD Luchtbeschermingsdienst. HET BETERE zeeppoeder NEUZENSCHE COURANT ABON NEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen ,f. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij voorultibetaling. Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TEEEFOON No. 25. ADVERTENTI8NVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,20. KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen venninderd tarief, betwelk op aanvraag verkrtjgtaar is. Intending van advertentien liefst Sen dag voor de uitgave. DIT BLAD VER&HHJNT 1EI>EREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. De COMMISSARIS DER KONINGIN in de Provincie Zeeland te Middelburg, laat op Donderdag 21 October 1938, in deze Provincie luchtbeschermingsoefeningen houden, waaraan Temeuzen in zijn geheel zal deelnemen in dier voege, dat 's middags van 2.154.15 uur de hulpdiensten zullen uitrukken, terwijl's avonds van 810 uur de totale verduistering zal wor den toegepast. Zoowel tijdens de middag-, als de avondoefening wordt het publiek inge- schakeld. Werd bij de voorbereiding van de luchtlje- schermingsoefening, welke op 16 Mei 1936 is gehouden, aan het pulbliek dringend verzocht bij ,,Luchtalarm" zich van de straat te ver- wijderen; voertuigen aan de kant van den weg te plaatsen, eventueel lichten daarvan te doo- ven en trekdieren stevig vast te binden, enz., waarvan het resultaat niet aan de verwach- tingen beantwoordde, thans wordt dit alles, op grond van artikel 12 der Luchtbescher- mingswet, door mij bevolen en heb ik die voor- schriften neergelegd in „Algemeene gedrags- regels", welke openbaar zijn bekendgemaakt in de nummers van de Terneuzensche Courant der afgeloopen dagen en op openbare bekend- makingen, welke, zoowel in de kom Temeuzen, als te Sluiskil en Driewegen, op verschillende plaatsen door aanplakking aan bet publiek zijn bekend gemaakt. Ik vestig in het bijzonder de aandacht op het voorschrift, dat, tijdens de middagoefening, ieder verplicht Is bij ,,luchtalarm" (het ge- durende twee minuten aaneen loeien van sirenes en stoomfluiten) den openbaren weg te verlaten. Bij niet onmiddellijk voldoen hier- aan zal de politie en de hulp-politie, die dan door mij beeedigd is tot onbezoldigd-gemeente- veldwachter, strenig optreden en onwilligen verbaliseeren. Eerst, als het sein ,,Lucht- alarm geeindigd" is gegeven (het luiden der klokken van de R.K. kenken) mag men weer op straat komen. Men moet er rekening mee- houden, dat de vliegeniers zullen terugkomen. Dan wordit weer ,,Luchtalarm" gemaakt en moet weer de weg ontruiimd worden. Voorts, tijdens de avondoefening, dat het verboden is buitenshuis lantaams, fakkels e.d. te gebruiken, zoomede eenig vuur te ontste- ken; dat lichten van stilstaande motorrijtui- gen en van stilstaande voertuigen gedoofd moeten zgn; dat rijwielen geen lic.ht mogen voeren; dat bruggen en sluizen niet worden bediend, nooh verlieht en ten slotte, dat voet- gangers buiten noodzaak niet op het voor rij- verkeer bestemde gedeelte, van wegen mogen loopen of vertoeven. Daar, waar door mij geen enkele aanspra- kelijlkheid wordt aanvaard voor schade, welke mocht voortv-loeien uit de door mij met betrek- king tot vorenomschreven oefeningen voor- geschreven gedragsregels, doet iedereen, niet behoort tot ce hulpdiensten, verstandig van 2.454.15 uur n.m. en van 810 uur nam. van den 27sten October a.s. thuis te blijven. Dit geldt vooral voor kinderen, wier ouders goed zullen doen hen binnen te houden, Niet naleving van deze gedragsregels of schuld daaraan wordt streng gestraft, d£ dit, volgens de wet, geen overtreding, doch een mis'Jrijf is. Aan het slot der bekendmaking staat, dat ieder verplicht is aan de door of vanwege mij in het belang der oefeningen gegeven bevelen of aanwijzingen onmiddellijk gevolg te geven en alle medewerking desgevraagd onmiddellijk te verleenen. Niet nakoming hiervan maakt schuldig aan overtreding van artikel 184 Wet boek van Strafrecht. Zooals uit de bekendmaking blijlkt, is alle lichtuitstraling, maar vooral die uit dakven- sters, verboden, hetwelk door de uitkijkposteii zal worden gecontroleerd. De politie heeft in deze strenge instructies. Bij deze doe ik dan ook een beroep tot mede werking op alle ingezetenen, meer in't bijzon der op winkeliers, cafe-, hotel-, restaurant- houdiers, exploitanten van patates-frites- wagens enz. en wel z66, dat de controleerende vliegeniers later zullen kunnen rapporteeren, dat Temeuzen, Sluiskil en Driewegen vanuit de lucht in het duister niet waren te vinden. MEDEWERKING wil niet zeggen: lichten uit en naar de bioscoop gaan of iets dergelijks, maar wel: rolluiken goed afsluiten -en in de kamers normaal het licht laten branden, daarbij zorgdragende, dat bij het opengaan der kamer- deuren b.v. door middel van een gordijn geen licht in de gang valt. Heeft men geen rol luiken of moet men het licht van de gang, de zolder, de schuur e.d. gebruiken, dan bezige men ondoorschijnend, liefst zwart di'k papier, gordijnen e.d. of men omh-ulle de lampen met kapjes, als anderszins, waardoor het licht niet naar buiten kan uitstralen. Bij luchtalarm zal men goed doen de hoofdkraan van de gas- leiding dicht te zetten. Op 12 October j.d. heeft Rotterdam een veiduisteringsoefening gehouden, die zeer goed is geslaagd: Het Hoofd Luchtbescher mingsdienst aldaar liet zich daarover als volgt uit. ..Buitenigewoon ben ik te spreken over de ,,houding van het Rotterdamsche publiek. Er waren straten, waarvan het meerendeel der „bewoners het als een eer beschouwde, dat aan „ieder huis alles perfect klopte. En als er „dan ergens wat licht naar buiten scheen, dan „werd door buren hierop attent gemaakt. Het ,,ging om de eer van de straat. Ontroerend ,,was het ook dikwijls te zien, hoe het armste „gedeelte der bevoiking met lappen e.d. ge- „werkt had, om toch maar te voldoen aan ,,hetgeen er van hen gevraagd werd. In zijn „geheel zijn er slechts vier gevallen van per- .tinente welgering genoteerd. Nemen we ,,'daarbij, dat er geen enkel verkeersongevai heeft plaats gevonden, dan beteekent dit, dat „de Rotterdamsche verduisteringsproef in alle „opzichten is geslaagd". Wat moet zoo'n uitspraak een voldoening geven met het oog op een onverhoopte werke- lijkbeid, zooals wij die op Woensdag, 28 Sep tember j.l. zoo angstvallig hebben voelen naderen. Wat in een stad, als Rotterdam mogelijk is gebleken, kan hier ook bereikt worden. Thans komt daar echter bij, dat de mede werking van het publiek ditmaal nog intenser zal moeten zgn en ik roep dan ook aller ernst en medewerking in, opdat, zoowel de middag- als de avondoefening volkomen mogen slagen. De Burgemeester van Tern-euzen, P. TELLBGEN. EEN GIFT VAN HET PRINSELIJK PAAR TEN REHOEVE VAN DE ZENDING. Prinses Juliana en Prins Bemhard hebben een belangrijke gift doen toekomen aan het zendingSbureau te Oegstgeest, ten bate van de samenwerkende zendingscorporaties. PRINS BERNHARD IN DEN RAAD VAN STATE. Prins Bemhard heeft Dinsdagmiddag de gewone vergadering van den Raad van State bijgewoond. In deze vergadering werd de com- missaris der Koningin van de provincie Fries- land, mr. P. A. V. baron van Harinxma thoe Silooten, beeedigd als staatsraad in hui-ten- gewonen dienst. HET VERTREK VAN HR. MS. GELDERLAND NAAR DE WEST. Maandagochtend om tien minuten over tien heeft Hr. Ms. Gelderland de haven van Nieu- wediep verlaten ter aanvaarding van haar reis naar West-Indie, die vtjf maanden zal duren. Het vertrek had plaats onder de mooist denk- bare weersomstandi-gheden, waardoor tevens een groot publiek het traditioneele marine- afscheid bijwoonde. De sleephoot Utrecht trok het schip van den steiger los, waama het op eigen kracht de haven verliet, nage- wuifd door eenige d-uizenden toeschouwers, Het vertrek werd o.a. bijgewoond door den commandant der marine, schout-bij-naeht H. Jolles, en zijn adjudant, benevens door den chef van den staf, kolonel J. J. A. van Staveren. Als bijzonderheid kunnen wij nog meiden, dat aan den voorsteven van het schip, bedekt door de wapperende geus, de looden verrader troonde. Het huis Maturo op Curasao kan dus reeds een veldtochtsplan ter verovering van dit voorwerp opmaken. De commandant van het schip is overste P. B. M. van Straelen. DE DUIVEESCHE DRIEfiENHEID. Op verzo-ek van alle leden van den gemeen- teraad van Bergen op Zoom is Maandagavond een vergadering van den raad gehouden, waar- in als belangrij'kste punt aan de orde is ge- steid een bespreking van een ingezonden stuk van 13 October van Ir. J. van Roessel, direc- teur van gemeentewerken aldaar, omtrent de door hem geschreven en uitgegeven brochure ,,De duivelsche drieeenheid" gericht tegen „wereldjodendom, wereldvrijmetselarij en we- reldjezuitisme". Ir. Van Roessel had vorige week een brief aan den raad gericht, waarin bij terugkwam op zijn verklarin-g in de ver gadering van 30 September, waarin hij den in- hou-d van de brochure had herroepen. Verschillende raadsleden protes-teerden hef- tig tetgen een citaat in den brief van Ir. Van Roessel, waarin hij verklaarde dat hij de ver- klaring onder d'ruk zou hebben afgelegd. Deze leden zeiden dat Ir. Van Roessel onmiddellijk op de vraag van den voorzitter, of hij deze brochure had geschreven, met een ja ant- woordde, daaraan toevoegend, dat hij nog een verklaring had af te leggen. Na een kort debat deden B. en W. een voorstel, waarin verscheidene overwegin-gen waren apgenomen en waarbij B. en W. ten slotte den gemeenteraad adiviseerden Ir. Van Roessel op grond van het bepaalde bij artikel 81 sub 2 steunverleening aan een verboden vereeniging of aan van haar uitgaande actie) en art. 80 sub 2c (ongesahiktheid voor zijn betreklking) en met inachtneming van het be paalde bij artikel 83 van het ambtenaren- regleiment voor de gemeente Bergen ojp Zoom, met ingang van 18 October 1938 on-gevraagd eervol ontslag te verleenen uit zijn betrekking van directeur van gemeentewerken. Zonder hoof-delijke stemming ging de raad met dit voorstel van B. en W. accoord. (Ingez. Med.) IS VERMEERDERING VAN (ILTllK GROND VERANTWOORD? Ons land heeft groote behoefte aan graan. De vraag of vermeerd'ering van cultuur- grond verantwoord is, is begrijpelijk. Immers gedurende de laatste jaren was het een bran den d probleem, hoe afzetgebieden gevonden konden worden voor onze landbouwproducten. Ook de teeltregelingen schijnen in tegenspraak te zijn met het streven, door uitbreiding van den cultuurgrond het voortbrengend vermogen van onzen landbouw te vermeerderen. Toch bestaat deze tegenstelling in werke- lijkheid niet, meent De Nederlander (Chr.- Hist.). De statistieken toonen duidelijk aan, dat de landbouwproductie als geheel ook in de crisisjaren nog aanzien-lijk is toegenomen. De crisiswetten hebben niet den opzet, de pro- ductie als geheel te vermind'eren, maar willen deze regelen. De voortbrenging van sommige producten wordt binnen bepaalde grenzen ge houden, die van andere echter wordt gesti- muleerd. Er is trouwens geen sprake van, dat onze totale productie te groot zou zijn. Waar wij relatief gesproken een overschot van hebben, dat zijn, als wij den tuinbouw buiten beschou- wing laten, de veredelingsproducten van de veehouderij. Vooral voor een product als bo ter geldt dit echter nog maar zeer betrekkelijk, omdat de voortbrenging van spijsvet in ons land ontoereikend is om in tijden van nood in de behoefte te voorzien. Aan graan hebben wij echter een groot te- kort. Hoewel ons land in weerwil van een vrij aanzienlijke oppervlakte, welke met graan wordt bebouwd, toch nog een zeer groot tekort heeft, is het duidtelijk, dat men een te groote uitbreiding van cultuurgrond niet behoeft te vreezien. Het blad vermeldt een berekening, waaruit blijkt, dat bij volkomen afgesloten grenzen nog 700.000 H.A. meer noodig zouden zijn om in de voedse-lbehoefte van het Neder- landsche volk te voorzien, dan waarover wij nu beschikken. Natuurlijk kunnen wij onzen landbouw niet voortdurend mobiliseeren voor een toestand van oorlogseconomie. Maar de intemationale verhoudingen zijn ook na Miinchen nog geens- zins zoo, dat wij de kansen mogen verwaar- loozen, die de eigen landbouw biedt om ons ook in economischen zin zoo weerbaar te maken als redelijkerwijs mogelijk en verant woord is. Vemiinderd aantal werkloozen. Bovendien beteekent vermeerdtering van de oppervlakte cultuurgrond, vooral wanneer men de bedrijven niet te groot maakt, dat het aan tal zelfstandige werkers in den landbouw in overeenkomstige mate stijgt. Hetzelfde geldt van de secondaire productietakken. Bij een doelbewuste, goedgeleide landbouw- politiek, is het uitgesloten, dat deze menschen ooit zullen worden ingelijfd bij het groote leger dat iederen dag de stempellokalen bevolkt Hetzelfde kan niet gezegd worden van de- genen, die werkgelegenheid moeten vinden door industrialisatie, hoe noodzakelijk deze ook moge zijn. Men mag niet uit het oog ver- liezen, dat industrialisatie in veel mindere mate dan de landbouw de mogelijkheid biedt tot het vormen van een nieuwe groep zelfstan dige werkers. Hier zullen de loonarbeiders steeds verreweg in de meerderheid blijven Reeds uit dezen hoofde zal uitbreiding van den beschikbaren cultuurgrond primair dienen te zijn en zal industrialisatie veeleer een aan- vullend karakter dienen te dragen. Op grond hiervan bespeurt men bij tal van vol-ken een krachtig streven, hun landbouwfundamenten te verbreeden. Hiermee worden niet alleen economische belangen gediend, maar ook de volkskracht is hiermee gebaat. Zuivelexport. Nu zal men kunnen tegenwerpen, dat op de gewonnen gronden niet uitsluitend graan ver- bouwd kan worsen, maar dat hierop ook vee- teelt zal worden beoefend. Hoewel de graan- bouw naar de meening van De Nederlander in bijzondere mate dient te worden gestimu- leerd, is dit argument toch volkomen juist. Zoolang wij echter voor den zuivel nog een vrije markt hebben in Engeland, behoeven wij ons over deze uitbreiding geen zorgen te maken. Het is een dwaling, dat deze export verlies- gevend zou zijn. Voor den individueelen boer geldt, dat hij de boter niet tegen wereldmarkt- prijs kan produceeren. Maar gezien uit het oogpunt van de nationale economie is er geen sprake van, dat deze export ons volk offers zou kosten. Dat zou wel het geval zijn, wanneer de grondstoffen voor de boterbereiding voor het overgroote deel uit het buitenland betrok-ken moesten worden. Deze vormen echter maar ee# ondergescbikt percentage van de produc- tiekosten. Wanneer de exportboter niet geproduceerd werd, dan zou dat beteekenen, dat een belang- rijk deel van onzen vaderlandschen bodem in plaats van een klein rendement totaal niets opbracht. Met als gevolg nog grootere werk- ioosheid en armoede. Landbouw en industrie. Juist ten aianzien Van het grondstoffen- probleem is de positie van den landbouw totaal anders dan die van de meeste industrieen. In de veredelingsproducten van onze veehouderij zit voor iedere duizend gulden, die geprodu ceerd wordt, 700 a /800 nationaal inkomen. Deze verhouding is bij het overgroote deel der in dus t ri epro du c te n veel minder gunstig. Oak uit dezen hoofde zijn bed'enkingen tegen uitbreiding van den cultuurgrond niet houd- baar. Roman van I. F. J. Groothedde. Nadruk verboden. 14) Vervolg. Daarna draaide Jim Pavlick zicb om naai Hall, bekeek hem minachtend van het hoofd tot -de voeten aiam, s,puwde op den grond en siste: „Nu heb je niets anders te doen, dan zoo spoedig mogelijk mijn grondgebied te verlaten en er geen voet meer op te zetten. Hoe ver- der je van me af gaat wonen, hoe liever ik het heb. Mijn buurman zal je wel niet worden, want honderd mijlen in den omtrek is geen rancher of farmer bereid, zijn 'grond te ver- koopen. Daar heb ik voorzichtigheidshalve eerst naar ge'informeerd. Verdwijn dus uit mijn leven en keer er nimmer in terug, of het mocht eens verkeerd voor je af loopen." Hall glimlachte. jk ben voor je dreigemienten niet bang, Jim Pavlick. Ik wensch verder niet veel woorden aan je te verspillen. Alleen dit, als je dienkt den prijs gewonnen te hebben, waar de strijd am ging, dan heb je het ver mis. Vaarwel." Hij draaide zich bruusk can en stapte naar buiten. Zoo scheidden de twee mannen, die vanaf hun eerste samenzijn elkan- ders vijanden waren gerweest. Jim oogde hem na, tot hij schuinrechts over de heuvelkam verdween in de richting van ,,The Rancher's Joy", die herberg, die het verzamelpunt der cowboys was. „Nu nog het -laatste bedrijf", mampelde hij, „dan is dit vervloekte tijdperk voorhij". Hij haalde Sheila van stal. Het dier scheen slecht gemutst te zijn, want het beet en trapte. Dit was voor Jim geen bezwaar. Hij slingerde zich op den rug van het dier en wist in korten tijd zijn tegenstand te overwinnen en spoedig vloog de vurige hengst als een duivel het veld in. De humeurigheid van Sheila deelde zich aiarn den baas mee en het was met een gezicht als een onweer, dat hij in het veld verscheen. De boys, die lui bij elkaar lagen,. op een enkele na, die een wa- kend oogje op het vee hield, deden zelfs geen moeite om op te staan. Jim richtte zich op in de stijgbeugels en bulderde: „Joe Blackiburn!" Joe naderde, maar zijn gewone g-edweee houding tegenover den ,,baas" had hij laten varen. Uit het gloeien van zijn donkere oogen, uit het trekken van zijn mond, uit iedere be- weging van zijn schokkende ledematen. sprak een geest van onlwilligheid, van innerlijk ver- zet. Joe was een open jongen van de open vlakte, eenvoudig van hart. Dat Jim zijn toevlucht had genomen tot slinksche streken om zijn doel te bereiken, had hem alle ach- ting voor den baas doen verliezen, een achting, die noodig is voor den goeden gang van zaken. Een moet de baas zijn; of hij jong of oud is, komt er niet op aan, hij moet de baas zijn, vooral door zijn karaktertrekken. Joe voelde het maar al te goed, Jim was zijn baas niet meer. Hij naderdie dus en bleef op een afstand staan. ,,Roep de boys bij elkiaar", beval Jim kort, „al de boys". Toen Joe zich aarzelend om- draaide, blijkhaar niet goed wetend hoe hij het had, beet hij hem toe: ,,Vooruit, schiet op. Laat de boys aantreden." „Ik ga al, ik ga al," bromde Joe, „maak je niet zoo dik man". iHiji deelde eenige bevelen uit aan de dichtst- bijzijnde boys, die het bevel aan de anderen overbrachten. Voor er vjjf minuten verioopen waren -stqnden, ze alien te paard, in twee rijen voor Jim, die hen bekeek als een gene- raal, die zijn troepen overschouwt. „Luister", riep hij. „Er heerscht den laatsten tijd 'n opstandige geest onder jullie. Vader scheen dat niet te merken, maar ik wel. Nu vader dood is, ben ik hier de baas, ik alleen en niemand anders. In de toekomst verlang ik, eisch ik dan ook een stipte ge- hoorzaamheid, geheel en al, met lichaam en ziel. Wat ik wil? Dit! Als ik in het veld1 kom, hooren jullie niet als zoutzakken te blijveni liggen, maar op te rijzen en een saluut te brengen. Dan wensch ik, dat het geheele personeel aan de bewaking van het vee deel- neemt. Je krijgt je loon niet, om lui in het gras te liggen en elkaar op te stoken tegen mij. Wie klachten heeft komt bij mij. Hij krijgt dan zijn loon uitbetaald en kan ver- trekken. Kankeraars hooren hier niet thuis. Er was er een onder jullie, die fel tegen mij gekant was. Ik bedoel Hall Penno-ck. Ik heb hem zoo juist verboden, nog ooit een voet op mijn grondgebied te zetten en ik verbied jullie. nog langer omgang met hem te heb ben. Hij was het, die den geest onder jullie bedierf en daarom moest hij er uit". Hij zweeg en keek hooghartig naar de boys, die een dreigend gemompel lieten hooren, dat spoedig aangroeide tot heftig razen, schreeuwen en schelden. Jim lachte valsch. blijk-baar had hij niet anders verwacht. Joe Blackburn liet zijn paard een paar stappen naar voren doen. Direct trad een doodsche stilte in, toen hij begon. ,,Ik spreek uit paam van de boys" Met een luiden kreet staken deze hun ge- balde vuist in de hoogte. Joe vervolgde: ,,U heeft gelijk, er heerscht een geest van verzet onder ons. Maar als ik me afvraag, wie daarvan de oorzaak is, dan is het niet Hall Pennock, maar u, Jim Pavlick. Er is een ongeschreven wet in de prairie, dat hij, die iets tegen een ander heeft, dit op een open, ridderlijke manier uitvecht en den overwin- naar den weg vrijlaat. Deze prairiewet geldt voor iedereen, voor baas en knecht". Joe wachtte een oogenblik en vervolgde dan met verheffing van stem: ,,Wij wenschen niet langer te gehoorzamem aan een baas, die deze wet overtreedt en die zich met slinksche, lage middelen van zijn tegenstander tracht te ontdoen, Wij zijn het geval met Bartle nog niet vergeten. Het leek een ongeluk, maar dezer dagen is het ons gebleken, dat het opzet was. Uit naam van al de boys zeg ik de gehborzaamheid op aan een man, die moordaanslagen pleegt". Een oorverdoovend gejoel en gekrijsch steeg op. De boys gingen in de stijgbeugels staan, zwaaiden hun vuisten dreigend boven hun hoofd en gilden: „Goed gesproken Joe! Bravo, bravo!" Toen Jim ,zijn steigerendenhengst gekal- meerd had, trok hij glimlachend een geldbeurs te voorschijn en riep: ,,iS-tuk voor stuk laantreden en loon in ont- vangst nemen". Verbaasd keken de boys op. Ze hadden verwacht dat hij in razemij zou uitbarsten, maar hij scheen niet anders verwacht te heb ben. In dreigend® stilte trokken ze langs hem heen, namen het geld in ontvangst en keken dar. in spanning toe, benieuwd hoe het af zou loopen. Toen de laatste zijn loon had aange- pakt, sloot Jim de geldbeurs weg, wendde zich met het gezicht naar de Pavlick-helling, waar- achter vaag de kralen te zien waren, liet herhaalde malen 'n scherp doordringend ge- fluit hooren, -zwaaide met een rooden zakdoek en tot onuitsprekelijke verhazing van de boys, kwam een ruitertroep van minstens dertig man op hen af, in vollen galop. ,,Mijn nieuwe boys stonden al klaar", schamperde Jim, zich weer tot de boys wen- dend, „je ziet, ik ben op alles voorbereid ge- DE OPB.RENGST DER RIJKSMIDDELEN De directe belastingen hebben reeds 111/2 millioen meer opgebracht dan het vorig jaar. Aan het ovenzicht van de opbrengst der middelen wordt het volgende ontleend: De opbrengst van de directe bel^tingen heeft tot ultimo (September j.l. bedragen f 109.543.806 tegen f 97.970.478 op ultimo Sep tember van het vorig jaar, hetgeen dus een stijging beteekent met 11.573.328. Wanneer men hierbij in aanmerking neemt, dat het bedrag van de raming voor het dienst- jaar 19S8 116,4 milllioen hedraagt. dan is daarvan tot nu toe reeds iets meer dan 93,85 procent binnen-gekomen, terwijl dit percentage het vorig jaar ruim 88.8 bedroeg, toen echter het totaal geraamde bedrag f 6,1 millioen lager was. De raming van het vorig jaar is thans der- halrve reeds met ruim 620.000 overschreden. Tot de hoogere opbrengst hebben alle be lastingen bijgedragen. In vergelijking met het vorig jaar bracht de grondbelasting 148.584 meer op, de inikomsten-belasting 9.860.908, de vermogensbelasting f 677.084, de ver-dedi- gingsbelasting 716.282 en de belasting van de doode hand 170.469. Hierbij zij aangeteekend, dat de opbrengst van de -verdediginigsbelasting de raming voor het loopende jaar, zijnde 9 millioen. thans reeds met ruim 1% millioen heeft over schreden. De overige middelen. Wat de overige middelen betref-t, deze heh- hen over de maand September opgebracht f 38.184.411 tegenover het vorig jaar 36.793.823, waarmede de maandeiijksche raming met ruim f 2,4 millioen werd over schreden. Over de eerste negen maanden van dit jaar was de opbrengst f 330.556.644 of bijna 8,64 millioen hoo-ger dan de raming en ruim 3.8 meer dan de opbrengst tot en met September van het vorig jaar. De dividend- en tantiemebelasting kwam in de eerste negen maanden f 5.734.711 bo-ven de raming voor dit tijd'vak, terwijl de opbrengst ruim 2,75 millioen meer bedroeg dan op ulti mo September 1-937. weest. Ik zou je aanraden, om zoo spoedig mogelijk je bezittingen bij elkaar te zoeken en dan te maken, dat je van mijn terrein ver- dwijnt, of ik zal je er af laten ranselen. Scheer je weg en laat ik je niet meer zien, adder- gebroedlsel!" „Dan gaan we maar, jongens", riep Joe, ,,even mijn hoed halen, die ligt ginds bij het vee". Hij reed spoorsiags weg, gevolgd door de boys, die blijkbaar ook alien hun hoed ver geten hadden en van louter vreugde over dat feit luidt met hun zweepen knald-en, toen ze dicht langs het grajzende vee streken. De ossen en koeien hieven hun koopen op, snoven onrustig, begonnen te dringen, te stampen, te lqeien en zetten het plotseling op een draven, de staarten hoog in de lucht, een daverende dreuning verwekkend. „Diaar schiet me net te binnen dat ik m'n hoed thuisgelaten heb", lachte Joe, het ves naoogend, dat zich in steeds wilder paniek naar alle zijden verspreidde. ,,Schurken!" krijschte Jim, ,,dat zal ik je hetaald zetten". En, tot de juist gearriveerde mannen: „Sla ze over de helling, jongens sla, zoo hard je kunt. „Is dat even een buitenkansje" lachte Bill Winters, zijn zweep stevig vastknellend, „allo boys, niet afwachten!" Hij stormde op de nieuwaangekomenen toe, gevolgd door de anderen en de eerste, die met zijn lange zweep kennis makte, was Jim, die zich, daar hij geen zweep bij zich had, ijlings uit de voeten maakte. Er volgde een tooneel van de onb,eschrijfe- lijkste verwarring. Zweepen knalden en suis- den striemend door de lucht. De paarden, dol- gemaakt door het huilend-snerpend krijgs- geschreeuw steigerden hoog op, botsten tegen elkaar en woelden den grond om met hun slaande hoeven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 1