Ter Neuzensche Courant Binnenland Buitenland Maandag 17 October 1938 No. 9825 TWEEDE BLAD VAN PRINS BERNARD OP FELICITATIE- BEZOEK BIJ DE OUDSTE INWONER VAN ARNHEM. Na de openingsplechtigheid van de K.E.M.A. op het landgoed den Brink te Amhem te heb ben bijgewoond, heeft Z.K.H. Prins Bemhard zich naar bet in de onmiddellijke nabiiheid van het landgoed gelegen rusthuis Hoogstede toegeven, waar de oudste inwoner van Am hem de heer J. E. Labots, die Vrijdag juist zijn honderdsten verjaardag vierde, wordt verpleegd. De Prins was in gezelschap van den Jjurge- meester van Amhem, den heer H. P. J. Bloe- mers. Z.K.H. heeft zich eenigen tijd op minzame wijze onderhouden met den krassen grijsaard, die nog helder van geest is, nog dagelijks een wandelingetje maakt en zijn pijpje rookt. De Prins wenschte hem toe, dat hij nog menig jaar van zijn levensavond zou mogen genieten. Na dit bezoek vertrok Z. K. H. per auto naar Soestdijk. DE GELDIGHEIDSDUUR VAN OP DEZE WET GEBASEERDE RON. BESLUITEN. In een nota naar aanleidinig van het verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging van de Tariefsmachtigingswet zegt de Regeering te meenen dat zij zal mogen aannemen, dat de Staten-Generaal in beginsel tegen een ombuiging van het tarief van invoer- rechten in matig beschermenden zin en tegen gebruikmaking hderbij van artikel 1 der Tarief- machtigingswet 1934 geen bezwaar hebben, als het onderwerpelijk wetsvoorstel door haar wordt aanvaard. De vraag, of een op grond van een foep&al- de wet uitgevaardigd Koninklijk besluit zijn kracht verliest op den dag, waarop /de wet, die er de basis van vormt, vervalt, meent de Regeering in dezen algemeenen zin niet te kunnen beantiwoorden. Zij is echter van oor- deel, dat in het onderwerpelijk geval, waar de Tariefsmachtigingswet een volledige rege- ling bevat nopens den geldigheidsduur van de krachtens die wet uit te vaardigen Koninklijke besluiten, een zoodanig besluit ook na het vervallen van de wet tot den gestelden maxi mum termijn geldig zal blijven, indien het niet overeenkomstig die wet gegeven voorschrdf- ten, of volgens de voorschriften, jn een nadere wet te stellen, eerder vervalt of tusschentijds wordt ingetrokken. DE BESOHADIGING VAN DE PIET HEIN. Naar de Did. Ct. meldt, heeft de aanvaring van de Piet Hein Donderdagochtend plaats gevonden, toen het laatste gedeelte van de oefeningen bijna was beeindigd. De Piet Hein kwam in aanvaring met de Java door een foutieve manoeuvre van den torpedoboot- jager, welke aanstalten maakte, om aan stuunboordzijde van de Java te gaan liggen. De Piet Hein bevond zich toen nog aan bak- boordzijde van den kruiser, met den steven gewend om de manoeuvre te volbrengen. De Java kreeg geen emstige schade. Slechts wor- den alle uitstekende deelen bakboordachter weggeveegd. De kruiser bleef deelnemen aan de schietoefeningen. De Piet Hein vertoonde een flinke deuk in den neus, met gescheurde huidplaten boven de waterlijn, en een afdruk van de achter- steven van de Java. De Piet Hein is te Soerabaja aangekomen en in het dok opgenomen. UJfTVOERVERBODEN INGETROKKEN. Bij Koninklijk Besluit zijn met dngang van jl. Zaterdag ingetrokken de uitvoerverboden, die met het oog op den intemationalen toe- stand op 21 September waren uitgevaardigd. IN1TIATIEFONTWERP VAN DE KAMER- FRACTIE DER N. S. B. iDe nationaal-socialistische fractie der Twee de Kamer heeft een initiatief-ontwerp tot ver- eenvoudiging en vermindering der belastingen op het motorrijtuig- en op het rijwielverkeer ingediend. Voorgesteld wordt over te gaan tot afschaffing van de personeele toelasting op motorrijtuigen, de motorrijtuigenbelasting en de rijwieibelasting, met gelijktijdige verhoo- ging der bijzondiere heffing op benzine van 8,60 op f 8,75 per 100 liter. De verwachte opbrengst dezer heffing ad 30 milioen gulden zal volgens het ontwerp ten goede komen aan het Verkeersfonds. ANGSTIGE SPAARDERS. Dat in de dagen van oorlogsdreiging ook van de Rij kspostspaanbank groote bedragen door beangstigde spaarders zijn teruggehaald, blijkt uit de maandcijfers over September. Ingelegd werd in die maand voor een totaal bedrag van f 16.466.905,52 en temgbetaald voor f 27.284.612,20, zoodat minder ingelegd is f 10.817.706,68. Het tegoed op de spaarbank- boekjes bedroeg op 30 Sept. f 643.761.689,76, op 31 Augustus 654.979.396,44. FINANCIEELE STEUN VAN GEMEENTEN AAN INDUSTRIEBN. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft een brief aan de gesmeentebesturen gericht, waarin hij herinnert aan een circulaire van zijn ambtsvoorganger waarin den gemeente- besturen gevraagd werd geen financieelen steun te verleenen aan industrieele onder- nemingen dan na gepleegd overleg met den Minister van Economische Zaken. Het is gebleken, dat enkele gemeentebestu- ren met bedoelde aanschrijving geen rekening houden. Zelfs is het voorgekomen, dat be- paalde ondernemingen van het bij vele ge- meentebesturen bestaande streven de indus- trieele ontwikkeling van hun gemeente te be- vorderen, misibruik maken door verschillende gemeenten tegen elkaar uit te spelen, waarbij men zioh zelfs niet ontziet bij1 'de in aanmer- king komende gemeente rechtstreeks ,,offerte" te vragen van hetgeen deze wil bieden. Ter voorkoming van misverstand vestigt de Minister er nog de aandacht op, dat onder „financieelen steun"' mede is ibegrepen het be- schikbaar stellen van gronden en gebouwen tegen abnormaal lagen prijs, het sluiten van contracten, waarbij levering van electrischen stroom beneden kostprijs wordt overeenge- komen en het verleenen van andere soortge- lijke faciliteiten. Met aandrang verzoekt de Minister slechts dan tot crediet- of steunverleening aan in- dustrieele ondernemingen over te gaan, indien terzake volledige overeenstemming met zijn amibtgenoot van Economische Zaken is ver- kregen. EEN NIEUWE JAPANSCHE GEZANT BENOEMD IN DEN HAAG. Naar het Japansche persbureau Domei uit Tokio meldt, heeft de Japansche regeering in een reeks van diplomatieke mutaties, haar tegenwoordigen gezant bij de Nederlandsche regeering, den heer Koewasjima benoemd tot ambassadeur bij de iBraziliaansche regeering te Rio de Janeiro. Tot Japansch gezant in Den Haag is be noemd, de heer Itario Ishii, op het oogenblik hoofd van de afdeeling Aziatische zaken van het Japansche mindsterie van buitenlandsche zaken. De heer Ishii was van 1932 tot 1936 consul-generaal van Japan te Sjanghai, van 1936 tot '37 gezant in iSiam en dus nog slechts korten tijd diirecteur van de genoemde afdee ling van het ministerie van buitenlandsche zaken. De nieuw benoemde gezant is in 1887 geboren en heeft den naam een van de knap- ste diplomaten van de nieuwe Japansche rich- ting te zijn. POGING TOT SABOTAGE VAN DE VERDUISTERINGSPROEF. Een geschrift van „Kerk en Vrede", kort voor de verduistering verspreid. De N. R. Crt. schrijft: Mien vestigt er onze aandacht op, dat Woensdagavond amstreeks 9 uur, dus een uur voor den aanvang van de verduisteringsproef, in een aantal brlevembussen te Rotterdam een drukwerkje van de Vereeniging ,,Kerk en Vrede" is gestopt. Men heeft zich in onzen lezerskring aan dat geschrift en o.i. te- recht gestooten, omdat er in verband met het tijdstip der bezorging bezwaarlijk een op- wekking in kon worden gezien om den door de wet opgelegden plicht tot medewerking aan het slagen van de verduisteringsproef stipte- lij'k na te leven. Veeleer het tegendeel, al is de opwekking tot een strafbaar feit listiglijk vermeden. Bij de vermelding van den inhoud van een in 1936 ingediend adres der vereeniging tegen het destijds nog aanhangige wetsontwerp tot bescherming van de bevolking tegen lucht- aanvallen, waarbij iedere burger verplicht kan worden zijn medewerking aan oefeningen in luchitbescherming te verleenen op straffe van gevangenisstraf of boete, wordt in een noot naar iaanfelding van deze gevangenisstraf of boete opgemerkt: Het hoofdbestuur (der vereeniging) nam met waardeering kennis van de toezegging der Regeering om met gewetensbezwaren reke ning te houden." Waarop dat slaat, weten wij niet, doch er is zeker geen vrijbrief tot het niet-afschermen van licht, waardoor de bevolking in gevaar kan worden gebracht, terwijl die noot die sug- gestie toch wekt. Voorts komt in het geschrift nog deze, op dat oogenblik van de bezorging zeer zeker dubbelzinnige, zinsnede voor: ,,Hoewel het 'Hoofdbestuur van ,,Kerk en Vrede"' wegens het uit zedelijk oogpunt ge- compliceerd karakter van deze kwestie de leden der vereeniging vrij laat en htm in dezen geen gedragslijn voorschrijft, heeft het des- niettemin de volstrekte zekerheid, dat het velen leden der vereeniging uit godsdienstig- zedelijke motieven onmogelijk zal zijn, ^m medewerking aan de luchtbeschermings- oefeningen te verleenen." Wat deze menschen bezielt, hiervan kan men zich moeilijk een voorstelling maken. Van hen mag men veronderstellen, dat zij, mocht bet oogenbik van gevaar werkelijk eens aanbreken, alls helden van htm overtui- ging, niet in een schuilkelder zullen wegkrui- pen en ook niet zullen gebruik maken van de diensten, die de luchtibescherming heeft geor- gandseerd, of van de middelen, welke door haar ter beschikking zijn gesteld. Maar zullen zij dat dan ook niet doen voor hun kinderen bijv. Hoe het met dat al mogeilijk is, dat zij zelfs niet bereid zouden zijn de aanvallen van vijandelijke vliegtuigen op een burgerlijke be volking door het afschermen van licht te be- moeilijken, dit is lets waar het gezond ver- stand bij stil staat. Zij zouden in een derge- lijk geval immers fedtelijk als bondgenooter van de dood en verderf zaaiende aanvallers handelen. Het zijn dan ook gevaarlijke lieden. WANNEER VOLDOEN DE KOP- LANTAARNS AAN DE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN De Ned. Vereeniging De Rijwiel- en Auto- mobiel-Industrie schrijft: Volgens art. 35 quator van de Motor- en Rijwielbeschikking wordt steeds als verblin- dende verlichting aangemerkt de verlichting door iantaams, welke niet door of vanwege den Minister van Waterstaat zijn goedgekeurd, of door lantaarns, welke niet behooren tot een tdbor of vanwege dien Minister goedge- keurde soort, of waarop niet het door dien Minister vastgestelde merk is aangebracht (uitgezonderd verlichting door olie- of kaars- lantaams, stadslichten, waarvan de lichtbron geen grooter verbruik heeft dan 6V2 Watt en waarbij het lichtpunt zich niet in het brand- punt van een optisch stelsel bevindt of waarbij de helderheid van het lichtdoorlatenid gedeelte van de lantaarn of van de lamp door etsen of anderszins op doeltreffende wijze is vermin- derd). Deze bepaling zou oorspronkelijk in werkmg treden op 1 Januari 1938, welke datum later is gewijzigd in 1 Januari 1939, terwijl onlangs bij mindsterieele beschikking deze idatum is be- paald op 1 Januari 1940, met dien verstande, dat ten aanzien van motorrijtuigen, welke na 31 December 1938 ingevoerd of hier te lande vervaardigd worden, deze bepailing met in- gang van 1 Januari 1939 van toepassing is. Volkomen ten onrechte is deze laatste mi- nisterieele beschikking door vele belangheb- benden zoo opgevat, dat aan de koplantaarns van v66r 1 Januari 1939 aangeschafte motor rijtuigen tot 1 Januari 1940 door de wet geen eischen worden gesteld. Deze opvatting is geheel onjuist, daar in art. 19 van het Motor- en Rijwielreglement is bepaald, dat een motorrijtuig, dat zich bij nacht op een weg bevindt, geen verbllndende verlichting mag voeren voor zoover: a. de weg is gelegen Ibinnen de bebouwde kom eener gemeente ter plaatse waar deze door kunstlicht verlicht is; de weg in verband met zijn goede kunst- de verlichting verstaan een andere verlichting dan door el'ectrische lantaarn, zoodanig inge- li t df aangebracht, dat daarvan de gerichte strafienbundel, geprojecteerd oip een grijze schijf met een doorsnede van 40 c.M., op onge- veer 10 M. afstand vo6r het midden van het motorrijtuig verticaal of nagenoeg verticaal geplaatst, een duidelijke scheidingslijn tus- schen licht en danker te zien geeft, in dien voege, dat het lichte vlak, hetwelk aan den bovenkant door die scheidingslijn wordt be- grensd, niet hooger mag reiken dan de hoogte van het midden van het lichtdoorlatende ge deelte van de lantaarn boven den beganen grond:, verminderd met 10 c.iM. Bijgevoflg is de bestuurder van een motor rijtuig in overtreding, indien zijn lantaarns niet aan dezen eisch voldoen; deze bepaling staat geheel buiten het feit, dat bovendien met 1 Januari 1940 de lantaarns door of vanwege den Minister van Waterstaat moeten zijn goedgekeurd. Automobilisten en motorrijders, wier lan taarns geen duidelijke scheidingslijn geven, zijn dus verplicht hierin onmiddellijk te voor- zien en zijn niet gerechtigd hiermede te wach- ten, totdat zij in de gelagenheid zullen zijn gesteld, hunne lantaarns te laten keuren. Afgezien van het feit, dat men door het rij- den met koplantaarns, welke geen duidelijke scheidingslijn geven in overtreding is, verdient het trouwens toch aanibeveling zoo spoedig mogelijk hierin te voorzien door aanschaffing van goedgekeurde lantaarns of inbouwreflec- toren, aangezien men hierdoor voorkomt, dat de lantaarns bij de keuring, welke v6or 1 Januari 1940 zal moeten plaats hebben, wor den afgekeurd. In dat geval zal men immers toch tot deze aanschaffing moeten overgaan, doch zal men bovendien de lantaarns wed'er voor herkeuring moeten aanbieden! DE EERSTE DUITSCHE AMBASSADEUR IN BEEGIfi BIJ KONING LEOPOED. De onlangs te Brussel gearriveerde Duit- sche ambassadeur, de eerste sedert de ver- heffing van de legatie tot den rang van am- bassade, dr. ven Billow-Schwante, heeft zich in een statiekoets van het "Hof, begeleid door een eere-escorte van de bereden gendarmerie, naar het koninklijk paleis begeven. In dezelf- de kqets bevond zich ook nog generaal burg- graaf Joly, adjudant van den koning. De Duitsche legatieraden en attache's o.w. dr. von Neurath, zoon van den minister van bui tenlandsche zaken en kolonel Rabe von Pap- penheim, vulden twee andere koetsen. Bij het paleis was ook nog een compagnie van het 8e regiment infanterie opgesteld. De over- handiging van de geloofsbrieven en het ge- bruikelijk onderhoud dat er op volgde namen slechts een twintigtal minuten in beslag, waarna de Duitsche diplomaten met hetzelfde ceremonieel naar het gebouw van de ambas- sade terugkeerden. Tegen den avond heeft de nieuwe ambassadeur een krans gelegd op het graf van den Belgischen onbekenden sol- daat, aan den voet van de Congreszuil. HITLER OVERAL INGEHAALI) Leiders van de Iersche nationalistische min- derheden in Noord-Ierland hebben een tele gram aan Hitler gezonden, waarin hem wordt verzocht Chamberlain te bewegen, een eind te maken aan de staatkundige verdeeling van Ierland. De minderheden wonen hoofdzake- iijk in het graafschap Armagh, dat bij Ulster behoort. Zij zijn overwegend katholiek en aanhangers van de polftiek van De Valera. Hun burgerlijke vrijheden worden sinds lang zeer beperkt door speciale wetgeving, die de protestantsche regeering in Belfast heeft in- gesteld. Men hoort soms zeggen, dat de Ier sche nationalisten in Noord-Ierland de meest onderdrukte minderheid van Europa uit- maken. WEER VIER MOGENDHEDEN- CONFERENTIE De Hongaarsche regeering heeft bevel ge geven vijf lichtingen onder de wapenen te roepen. Tengevolge van het afbreken van de Tsje- ehischHongaarsche onderhandelingen heeft Hongarije een verzoek aan Mussolini gericht, opdat de vier groote mogendheden spoedig worden bijeengeroepen, teneinde dit geschil te regelen. Welke beslissing Mussolini nemen zal is nog niet be'kend, maar wel zou er reeds tus- schen Rome, Berlijn, Londen en Parijs van gedachten zijn gewisseld. Sedert Donderdag komen weer groote scha- ren Hongaarsche vluchtelingen over de grens. Zij verklaarden, dat iedere Hongaar, die tijdens de besprekingen te Komarom blijk heeft gegeven van zijn Hongaarsche gezind- heid, thans door de Tsjechen wordt vervolgd. Reu.ter verneemt van bevoegde zijde te Lon den, dat men gelooft, dat Hongarije en Tsje- choslowakije him onderhandelingen uit eigen beweging zullen hervatten. Er is voor zoover bekend te Londen uit Hongarije geen beroep ontvangen betreffen- de een mogelijk voorleggen van het geschil aan de ambassadeurscommissie. 'Het schijnt, dat het Hongaarsche kabinet, na inlichtingen te hebben ingewonnen bij de vier mogendheden, bereid is de rechtstreek- sche besprekingen met de Tsjechoslowaaksche regeering te hervatten. DE TERUGTREKKING DER VRIJ WILLI GERS UIT SPANJE. De intemationale commissie, die door den Volkenbond belast is met het toezicht op de terugtrekking der buitenlandsche vrijwilligers in Spanje, is haar taak begonnen met een uit- voerige gedachtenwisseling over de omstan- digheden waaronder men zich in verbinding met de Spaansche partijen zal stellen. Het ^ertrek naar Spanje is op Zondag vastgesteld. misme, iets van het gevoel: misschien toch... maar ondertusschen geeft Europa een beeld van verwarring, een dooreenmengeling van ideeen, wenschen, krachten en stroomingen, waarvan nog geen goede balans te maken valt. Een rustpunt in deze warreling is de vast- stelling van de Duitsch-Tsjechoslowaaksche grens. Beide landen hebben medegedeeld, dat zij van volksstemmingen als hulpmiddel bij de afbakening van de grenzen afzien en dat zij deze grens in gemeenschappelijk overleg zullen vaststellen. Daarbij zal, naar aange- nomen mag worden, behoudens enkele kleine wijzigingen, de demarcatielijn worden vast- gehouiden, welke in verband met de bezetting door Duitsche troepen is vastgesteld. Nochtans wil dit niet zeggen, dat de com missie van ambassadeurs te Berlijn in het ge heel geen invloed heeft gehad. De bestudee- ring van alle overgelegde gegevens heeft het mogelijk gemaakt een regeling te treffen, welke op een aantal punten afwijkt van de grenslijn, welke in het memorandum van Godesberg was neergelegd. Deze wijzigingen betreffen in het algemeen kleine verbeterin- gen op ethnologische gronden. Zoo loopt in het Zuiden de nieuwe grenslijn dichter bij de oude dan te Godesberg was gevraagd, terwijl ook ten zuiden van Pilsen gebied voor de Tsjechen behouden blijft. Daarentegen is aan de noordelijke grens aan Duitschland iets meer toegewezen. Speciaal een landtong, be- woond door Duitschers, ten noordfen van Praag. Beide partijen wenschten geen plebisciet Deze districten in Moravie blijven daarom definitief bij Tsjechoslowakije, hoewel de be volking daar gemengd is en een volksstem- ming Duitschland nog een kans zou hebben gegeven. Kan men de Duitsch-Tsjechische grens- kwestie dus als ongeveer geregeld beschou- wen er blijft dan tusschen beide landen nog heel wat te regelen over, dat nog onze aandacht zal vragen minder gelukkig is het met de Tsjechoslowaaksch-Hongaarsche besprekingen geloopen. Deze besprekingen zijn afgebroken. Over de vraag of dit als tijdelijk, dan wel duurzaam moet worden be- schouwd, kan men verschillend oordeelen, al naar gelang de interventie der groote mogendheden als een tusschenschakel, dan wel als een nieuw stadium beschouwt. iHet feit is, dat beide partijen het niet eens zijn kunnen worden, alhoewel hun wederzijd- sche standpunten elkaar wel iets genaderd waren. Zoowel de Hongaren als Tsjechen hebben voorstellen geformuleerd, welke zij Wederzijds onaanvaardbaar hebben verklaard. De kwestie is dan ook geenszins gemakke- lijk en misschien nog aanzienlijk moeilijker dan die der Sudetenduitschers. De Tsjecho- slowaken zijn bereid een deel van het zuiver Hongaarsche gebied af te staan. Zij ver- klaren echter bij monde van den perschef der Slowaaksche delegatie, dat de Slowaken een" klein volk zijn en dat overijlde concessies ge- vaarlijk zouden kunnen zijn voor de Slowaak sche autonomie. Het gaat hier voor de Slo waken dus niet alleen om de grenzen van Tsjechoslowakije als staat, maar vooral om de grenzen van het deel Slowakije, waar de Slowaken klaarblijkelijk bevreesd zijn, dat in dien hun een te klein gebied zou resten, ook hun autonomie in gevaar zou komen. Deze overwegingen zijn weer aanleiding geweest, dat de Slowaaksche delegatie de ethnologische grenzen niet steeds wilde aan- vaarden, maar daarnaast ook de strategische, verkeerstechnische en oeconomische gezichts- punten een belangrijke rol liet spelen. Hoe begrijpelijk deze redenen ook zijn, het is evenzeer niet te verwonderen, dat de Hon garen, aan wie in 1919 op dit punt ook geen recht is gedaan, su allerminst er voor voelen hierin te treden. Zij houden aan de strikt ethnologische grenzen vast voor den ge- biedsafstanld en hebben dan nog verdere wen schen wat betreft volksstemmingen. De ge- bieden, welke zij vragen boven hetgeen de Slowaken willen afstaan bevatten een Slo waaksche minderheid. Door deze naar Hon garije te doen gaan, zou de Slowaaksche be volking met een vijfde deel verminderen, waartegen de Slowaken protesteeren. 'Bovendien speelt hierbij ook de kwestie van de steden een rol. De Hongaarsche grens- afbakening zou de belangrijkste steden buiten Slowakije doen vallen. Daaronder zijn de hoofdsteden van het autonome Slowakije en Karpathen-Rusland, waarvan de een op grond van het overwegend Hongaarsche karakter, de andere op grond van een Hongaarsche meerderheid van de bevolking. Maar Slo wakije zou hierdoor van belangrijke punten beroofd zijn, terwijl de Hongaren er juist op staan op grond van verschillende principes deze steden bij haar gebied in te lijven. Wat Bratislava betreft, zoulden de Hongaren ge- noegen willen nemen met een plebisciet; hun eischen op Kosice handhaven zij onvermin- derd. Zoowel het een als het ander wordt door de Slowaken verworpen. Hongarije heeft gemeend, dat de kloof on- overbrugbaar is en wil een beroep doen op de vier groote mogendheden, die het protocol van Munchen teekenden, om een regeling tot stand te brengen. Nauwelijks behoeft gezegd te worden, dat dit voor de Hongaren een groote beslissing is geweest. Zij hebben hun zaak als het ware uit handen gegeven en moeten nu afwachten. Want bij een oordeel dezer mogendheden zullen zij zich moeten neerleggen. Polen en Hongarije wenschen een gemeen- schappelijke grens. Italie is daarvan de groote pleitbezorger onder de vier mogend heden. Duitschland acht dit minder gewenscht en noemt de eischen der Polen en Hongaren overdreven, al behoeft dit nog geen botsing tusschen de staten van de spil te beteekenen. Frankrijk en Engeland hebben zich niet uit- gesproken. Roemenie deed reeds op hen een beroep om niet in te stemmen met de Poolsch- HOngaarsche wenschen. Zoo kan over de gevolgen van het Hon gaarsche besluit nog niets gezegd worden. Dat een interessante periode aanbreekt is echter zeker. TOKIO ACHT DE HOUDING VAN DE VOGENDiiEDEN NIET ONGUNSTIG. ie Tokio wordt uit gezaghebbende bron vernomen, dat Sir Robert Craigie, de Engel- sche ambassadeur, den vice-minister van bui tenlandsche zaken, Horinoetsji, een bezoek heeft gebracht twee dagen voordat de Japan sche troepen aan land werden gezet aan de Biasbaai, om de aandacht van de Japansche regeering te vestigen op de moeilijke positie, waarin Hongkong zich zou komen te bevinden, indien in de anmiddellijke nabijheid van deze Britsche kolonie onregelmatigheden zouden voorvailen. Hij zou eraan herinnerd hebben, dat een schaarschte aan groenten welke uit de omstreken van de stad moeten worden aan- gevoerd, Hongkong zou ibedreigen. Japansche offieieele kringen toonen zich voorzichtig vol- daan over deze gematigde Engelsche houding en al evenzeer over het uitblijven van offi eieele reacties van andere mogendheden. Men is van meening, dat de houding van de andere mogendheden niet in sterkere mate ongunstig zal zijn dan die van Engeland, gelijk de minis ter van buitenlandsche zaken in een onderhoud met vertegenwoordigers van de buitenlandsche pers heeft verklaard. Chineesche berichten. Van Chineesche zijde wordt gemeld, dat da Chineesche luchtmacht Woensdag en Donder- dag verscheideno malen de Japansche troepen, die in de Biasbaai aan land zijn gezet, heeft gebombardeerd. Op een Japansch transport- schip zouden verschei'dene voltreffers zijn neergekoman. Vooraanstaande Chineesche mdlitairen zijn van meening, dat tot dusver niet meer dan 5000 Japanners zijn geland en dat het vele dagen zal duren, alvorens de lan- dingstroepen sterk genoeg zijn om tot den aanval in het zeer moeilijke bergland over te gaan. De Chineezen gaan tot groote troepen- verplaatsingen over in de richting van het ge bied ten Noordoosten en Noorden van Hong kong. In Hankou zelf worden maatregelen getroffen voor het geval de stad volledig van de buitenwereld zou worden afgesloten. De vloot van jonken, welke uit eenige duizenden vaartuigen bestaat, alsmede alle bruikbare vrachtauto's moeten op bevel van den com mandant van Hankou de stad voor half Octo ber verlaten hebben. b. verlichting door onzen Minister is aangewezen als een weg waarop met beperkte verlichting gereden moet worden en zulks aan de wegge- bruikers kenbaar is gemaakt door middel van het door onzen Minister vast te stellen ken- teeken, onverminderd het bepaalde ibij artikel 16, twaalfde lid; c. het motorrijtuig stilstaat; d. het motorrijtuig een ander motorrijtuig een rijwiel of een ander rij- of voertuig, een rij- of trekdier of vee tegemoet komt van het oogenblik, dat dit zich binnen de gerichte stralenbundels van de lantaarns van het motorrijtuig bevindt, tot het oogenblik waar op een ontmoeting heeft plaats gehad. Volgens art. 35 quater, lid 1 d van de Motor- en Rijwielbeschikking wordt onder verblinden- HET VERBOD VAN GEMENGDE HUWELIJKEN. Een Duitsche Jood, die in het buitenland heeft getracht in den echt verbonden te wor den met een arische Duitsche, die met hem gevlucht was, is te Hamburg veroordeeld tot vier jaar dwangarbeid. Zijn metgezellin is tot 14 maanden gevangenisstraf veroordeeld. De veroordeelden hadden vergeefs getracht in Nederland en daama in Belgie een huwelijk te sluiten. DE BEROERING IN EUROPA. Toen de overeenkomst van Munchen tot stand kwam, ging er, schrijft de N. R. Crt., door Europa een vlaag van eensgezindheid. Het wederzijdsch vertrouwen scheen zoo groot en de vraagstukken, welke de groote mogend heden verdeeld houden schenen zoo, wij zou den haast schrijven gemakkelijk, oplosbaar. Maar niets is veranderlijker dan de mensche- lijke stemming. Over de oorzaken van deze verandering zullen wij het thans niet hebben. Het is voldoende het feit vast te stellen. De stemming mag dan niet zoo vijandig zijn als eenige maanden geleden, de bitterheid moge gemengd zijn met een vleugje opti- HET LOT DER VLUCHTELINGEN. Het Tsjechoslowaaksche telegraafagent- schap publiceert volgens Havas het volgende communiqud Welingelichte kringen te Praag herinneren er aan, dat de Tsjechoslowaaksche regeering, strevende naar een vestiging van den Tsje choslowaaksche staat, na de droevige gebeur- tenissen der laatste weken, op een hechte juridische basis, zich er uitsluitend op toelegt, dat een ieder blijft ter plaatse, waar hij woon- de voor de bezetting. Wat het politiek asyl- recht betreft, de Tsjechoslowaaksche regee ring handhaaft dit, hoewel zij onder de nieuwe omstandigheden dit recht niet zoo ruim kan interpreteeren als vroeger en zij bijgevolg zeer zorgvuldig ieder geval van dezen aard moet bestudeeren. Bij het terugzenden der vluchtelingen wordt geenerlei onderscheid gemaakt naar ras, godsdienst of politieke overtuiging. De maat- regel is noodzakelijk ook voor de bescherming van de arbeidsmarkt in den overblijvenden staat. Zij, wier levens in hun vroegere woon- plaats gevaar loopen, worden niet gedwon- gen terug te keeren. "FRANCO IS 7 MILLIARD LIRE SCHULDIG AAN MUSSOLINI. iSommige fascistische kringen meenen, dat het onwaarschijnlijk is, dat Mussolini er ooit in zal toestemmen, alle vrijwilligers uit Spanje terug te roepen, in het bijzonder van de Balearen, voordat generaal Franco ongeveer zeven milliard lire betaald heeft, die hij aan Italie schuldig is voor de levering van oor- logstuig. Er schijnt, althans volgens sommigen, een aanmerkelijke verkoeling, in feite zelfs ont- stemming aan de zijde vein den Duce, te be- staan over het feit, dat Franco zijn schuld niet gedeeltelijk wil afdoen door aan Italie Spaansch ijzer te verkoopen, in plaats van het contant te verkoopen aan Engeland en Frankrijk. Sedert Zaterdag werd aangekondigd, dat Italie de vrijwilligers, die meer dan 18 maan den in Spanje gediend hadden, terug zou roe pen. Van twee verschillende en betrouwbare kanten verneemt United Press, dat het totaal der Italiaansche strijdkrachten in Spanje tegen het eind van October zal worden terug- gebracht tot minder dan de helft. Nu heeft de Itaiiaansche regeering officieel verklaard, dat het aantal soldaten van Italie in Spanje nooit meer dan 40.000 man heeft bedragen en in dat geval zou het beteekenen, dat meer dan 20.000 zullen worden teruggeroepen. Dan blijVen dus nog geen twintigduizend in Spanje tot een overeenkomst is gesloten tot het ge heel terugroepen der vrijwilligers. De voomaamste feiten in en rondom den Spaanschen burgeroorlog zijn: 1. Lord Perth, de Britsche ambassadeur te Rome, heeft wederom een langdurige bespre- king gehad met den Italiaanschen minister van buitenlandsche zaken, graaf Ciano. Dit onderhoud het eerste na het bekend wor den van het besluit van Mussolini om een deel der Spaansche vrijwilligers terug te trek- ken heeft in Italiaansche kringen een ge voel van optimisme gewekt, wel'k optimisme door Londen gedeeld wordt. 2. Volgens sommige berichten uit Barce lona zou, het aftreden van prof. Negrin, als premier van de republikeinsche regeering, elk oogenblik te wachten zijn. Zijn kabinet zou dan vervangen worden door een meer gema tigde regeering, onder leiding van den Cortes- voorzitter, Martines Barrio. DUITSCHLAND WIL EEN LUCHTPACT. De diplomatieke correspondent van de Eve ning Standard schrijft, dat de Duitsche regee ring een luchtpact met Engeland wil sluiten. Dit is een idee, van Von Ribbentrop, die na zijn aandeel in de oplossing van het Duitsch- Tsjechische conflict zijn invloed op Hitler zeer heeft zien toenemen. Von Ribbentrop wil voor het luchtpact het beginsel toepassen, dat heeft gegolden voor het Engelsch-Duitsch vlootverdrag. Voor dit vergelijk maakte Engeland aanspraak op de over de geheele wereld strekkende belangen van het Britsche rrjk. Hitler aanvaardde dit standpunt en nam genoegen met een Duitsche vloot, die in sterkte overeenkwam met 35 van de Britsche vloot. Von Ribbentrop zegt nu, dat de toepassing van hetzelfde beginsel Duitschland toestaat, een luchtmacht te hebben, die minstens twee keer zoo groot is of liever drie keer als de Britsche. Hij betoogt, dat Duitschland uit alle richtingen uit de lucht kan worden aan- gevallen, terwijl Engeland, dat aan den bui- tenkant van Europa ligt, slechts van den en kele zijde gevaar uit de lucht dreigt. ;De door Von Ribbentrop voorgestelde grondslag van het Engelsch-Duitsche lucht pact vindt in gezaghebbende kringen in Lon den geen steun. Lord Baldwin heeft toen hij nog premier was in een alarmeerende rddevoering verklaard, dat de Engelsche luchtmacht minstens even groot moest zijn als die van elke mogendheid, die Engeland met vliegtuigen zou kunnen bestoken. De tegenwoordige luchtpolitiek van Engeland heeft deze uitspraak van Baldwin tot grond slag en de onderhandelingen kunnen niet wor den verwacht. Duitschland heeft ook aange- boden, het gebruik van gifgassen in oorlog- voering en het bombardeeren van onverdedig- de steden te beperken. MOBILISATIEKOORTS. Wij hebben schrijft de N. R. Crt., reeds eenige woorden gewijd aan de onderibreking van de besprekingen tusschen Tsjechoslowa kije en Hongarije te Komarom. In enkele groote lijnen hebben wij toen ook de weder- zijdscihe standpunten geschetst en de kloof, welke daartusscben gaapt. Beide partijen gaan niet uit van dezelfde basis; in beide landen leveren de binrjmlandsehe omstandigheden redenen te over, waarom een succes bij de onderhandelingen dringend gewenscht is. Zulks verklaart de felheid, waarmede aan het eigen standpunt wordt vastgehouden en de groote moeite om de beide zienswijzen eenigs-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5