Ter Neuzensche Courant
Binnenland
Buitenland
Maandag 17 October 1938
No. 9825
TWEEDE BLAD
VAN
PRINS BERNARD OP FELICITATIE-
BEZOEK BIJ DE OUDSTE INWONER VAN
ARNHEM.
Na de openingsplechtigheid van de K.E.M.A.
op het landgoed den Brink te Amhem te heb
ben bijgewoond, heeft Z.K.H. Prins Bemhard
zich naar bet in de onmiddellijke nabiiheid
van het landgoed gelegen rusthuis Hoogstede
toegeven, waar de oudste inwoner van Am
hem de heer J. E. Labots, die Vrijdag juist
zijn honderdsten verjaardag vierde, wordt
verpleegd.
De Prins was in gezelschap van den Jjurge-
meester van Amhem, den heer H. P. J. Bloe-
mers.
Z.K.H. heeft zich eenigen tijd op minzame
wijze onderhouden met den krassen grijsaard,
die nog helder van geest is, nog dagelijks een
wandelingetje maakt en zijn pijpje rookt. De
Prins wenschte hem toe, dat hij nog menig
jaar van zijn levensavond zou mogen genieten.
Na dit bezoek vertrok Z. K. H. per auto
naar Soestdijk.
DE GELDIGHEIDSDUUR VAN OP DEZE
WET GEBASEERDE RON. BESLUITEN.
In een nota naar aanleidinig van het verslag
der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot
wijziging van de Tariefsmachtigingswet zegt
de Regeering te meenen dat zij zal mogen
aannemen, dat de Staten-Generaal in beginsel
tegen een ombuiging van het tarief van invoer-
rechten in matig beschermenden zin en tegen
gebruikmaking hderbij van artikel 1 der Tarief-
machtigingswet 1934 geen bezwaar hebben,
als het onderwerpelijk wetsvoorstel door haar
wordt aanvaard.
De vraag, of een op grond van een foep&al-
de wet uitgevaardigd Koninklijk besluit zijn
kracht verliest op den dag, waarop /de wet,
die er de basis van vormt, vervalt, meent de
Regeering in dezen algemeenen zin niet te
kunnen beantiwoorden. Zij is echter van oor-
deel, dat in het onderwerpelijk geval, waar
de Tariefsmachtigingswet een volledige rege-
ling bevat nopens den geldigheidsduur van de
krachtens die wet uit te vaardigen Koninklijke
besluiten, een zoodanig besluit ook na het
vervallen van de wet tot den gestelden maxi
mum termijn geldig zal blijven, indien het niet
overeenkomstig die wet gegeven voorschrdf-
ten, of volgens de voorschriften, jn een nadere
wet te stellen, eerder vervalt of tusschentijds
wordt ingetrokken.
DE BESOHADIGING VAN DE PIET HEIN.
Naar de Did. Ct. meldt, heeft de aanvaring
van de Piet Hein Donderdagochtend plaats
gevonden, toen het laatste gedeelte van de
oefeningen bijna was beeindigd. De Piet Hein
kwam in aanvaring met de Java door een
foutieve manoeuvre van den torpedoboot-
jager, welke aanstalten maakte, om aan
stuunboordzijde van de Java te gaan liggen.
De Piet Hein bevond zich toen nog aan bak-
boordzijde van den kruiser, met den steven
gewend om de manoeuvre te volbrengen. De
Java kreeg geen emstige schade. Slechts wor-
den alle uitstekende deelen bakboordachter
weggeveegd. De kruiser bleef deelnemen aan
de schietoefeningen.
De Piet Hein vertoonde een flinke deuk in
den neus, met gescheurde huidplaten boven
de waterlijn, en een afdruk van de achter-
steven van de Java.
De Piet Hein is te Soerabaja aangekomen
en in het dok opgenomen.
UJfTVOERVERBODEN INGETROKKEN.
Bij Koninklijk Besluit zijn met dngang van
jl. Zaterdag ingetrokken de uitvoerverboden,
die met het oog op den intemationalen toe-
stand op 21 September waren uitgevaardigd.
IN1TIATIEFONTWERP VAN DE KAMER-
FRACTIE DER N. S. B.
iDe nationaal-socialistische fractie der Twee
de Kamer heeft een initiatief-ontwerp tot ver-
eenvoudiging en vermindering der belastingen
op het motorrijtuig- en op het rijwielverkeer
ingediend. Voorgesteld wordt over te gaan tot
afschaffing van de personeele toelasting op
motorrijtuigen, de motorrijtuigenbelasting en
de rijwieibelasting, met gelijktijdige verhoo-
ging der bijzondiere heffing op benzine van
8,60 op f 8,75 per 100 liter.
De verwachte opbrengst dezer heffing ad
30 milioen gulden zal volgens het ontwerp ten
goede komen aan het Verkeersfonds.
ANGSTIGE SPAARDERS.
Dat in de dagen van oorlogsdreiging ook
van de Rij kspostspaanbank groote bedragen
door beangstigde spaarders zijn teruggehaald,
blijkt uit de maandcijfers over September.
Ingelegd werd in die maand voor een totaal
bedrag van f 16.466.905,52 en temgbetaald
voor f 27.284.612,20, zoodat minder ingelegd is
f 10.817.706,68. Het tegoed op de spaarbank-
boekjes bedroeg op 30 Sept. f 643.761.689,76,
op 31 Augustus 654.979.396,44.
FINANCIEELE STEUN VAN GEMEENTEN
AAN INDUSTRIEBN.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
een brief aan de gesmeentebesturen gericht,
waarin hij herinnert aan een circulaire van
zijn ambtsvoorganger waarin den gemeente-
besturen gevraagd werd geen financieelen
steun te verleenen aan industrieele onder-
nemingen dan na gepleegd overleg met den
Minister van Economische Zaken.
Het is gebleken, dat enkele gemeentebestu-
ren met bedoelde aanschrijving geen rekening
houden. Zelfs is het voorgekomen, dat be-
paalde ondernemingen van het bij vele ge-
meentebesturen bestaande streven de indus-
trieele ontwikkeling van hun gemeente te be-
vorderen, misibruik maken door verschillende
gemeenten tegen elkaar uit te spelen, waarbij
men zioh zelfs niet ontziet bij1 'de in aanmer-
king komende gemeente rechtstreeks ,,offerte"
te vragen van hetgeen deze wil bieden.
Ter voorkoming van misverstand vestigt de
Minister er nog de aandacht op, dat onder
„financieelen steun"' mede is ibegrepen het be-
schikbaar stellen van gronden en gebouwen
tegen abnormaal lagen prijs, het sluiten van
contracten, waarbij levering van electrischen
stroom beneden kostprijs wordt overeenge-
komen en het verleenen van andere soortge-
lijke faciliteiten.
Met aandrang verzoekt de Minister slechts
dan tot crediet- of steunverleening aan in-
dustrieele ondernemingen over te gaan, indien
terzake volledige overeenstemming met zijn
amibtgenoot van Economische Zaken is ver-
kregen.
EEN NIEUWE JAPANSCHE GEZANT
BENOEMD IN DEN HAAG.
Naar het Japansche persbureau Domei uit
Tokio meldt, heeft de Japansche regeering in
een reeks van diplomatieke mutaties, haar
tegenwoordigen gezant bij de Nederlandsche
regeering, den heer Koewasjima benoemd tot
ambassadeur bij de iBraziliaansche regeering
te Rio de Janeiro.
Tot Japansch gezant in Den Haag is be
noemd, de heer Itario Ishii, op het oogenblik
hoofd van de afdeeling Aziatische zaken van
het Japansche mindsterie van buitenlandsche
zaken. De heer Ishii was van 1932 tot 1936
consul-generaal van Japan te Sjanghai, van
1936 tot '37 gezant in iSiam en dus nog slechts
korten tijd diirecteur van de genoemde afdee
ling van het ministerie van buitenlandsche
zaken. De nieuw benoemde gezant is in 1887
geboren en heeft den naam een van de knap-
ste diplomaten van de nieuwe Japansche rich-
ting te zijn.
POGING TOT SABOTAGE VAN DE
VERDUISTERINGSPROEF.
Een geschrift van „Kerk en Vrede",
kort voor de verduistering verspreid.
De N. R. Crt. schrijft:
Mien vestigt er onze aandacht op, dat
Woensdagavond amstreeks 9 uur, dus een uur
voor den aanvang van de verduisteringsproef,
in een aantal brlevembussen te Rotterdam een
drukwerkje van de Vereeniging ,,Kerk en
Vrede" is gestopt. Men heeft zich in onzen
lezerskring aan dat geschrift en o.i. te-
recht gestooten, omdat er in verband met
het tijdstip der bezorging bezwaarlijk een op-
wekking in kon worden gezien om den door
de wet opgelegden plicht tot medewerking aan
het slagen van de verduisteringsproef stipte-
lij'k na te leven. Veeleer het tegendeel, al is
de opwekking tot een strafbaar feit listiglijk
vermeden.
Bij de vermelding van den inhoud van een
in 1936 ingediend adres der vereeniging tegen
het destijds nog aanhangige wetsontwerp tot
bescherming van de bevolking tegen lucht-
aanvallen, waarbij iedere burger verplicht kan
worden zijn medewerking aan oefeningen in
luchitbescherming te verleenen op straffe van
gevangenisstraf of boete, wordt in een noot
naar iaanfelding van deze gevangenisstraf of
boete opgemerkt:
Het hoofdbestuur (der vereeniging) nam
met waardeering kennis van de toezegging der
Regeering om met gewetensbezwaren reke
ning te houden."
Waarop dat slaat, weten wij niet, doch er
is zeker geen vrijbrief tot het niet-afschermen
van licht, waardoor de bevolking in gevaar
kan worden gebracht, terwijl die noot die sug-
gestie toch wekt.
Voorts komt in het geschrift nog deze, op
dat oogenblik van de bezorging zeer zeker
dubbelzinnige, zinsnede voor:
,,Hoewel het 'Hoofdbestuur van ,,Kerk en
Vrede"' wegens het uit zedelijk oogpunt ge-
compliceerd karakter van deze kwestie de
leden der vereeniging vrij laat en htm in dezen
geen gedragslijn voorschrijft, heeft het des-
niettemin de volstrekte zekerheid, dat het
velen leden der vereeniging uit godsdienstig-
zedelijke motieven onmogelijk zal zijn, ^m
medewerking aan de luchtbeschermings-
oefeningen te verleenen."
Wat deze menschen bezielt, hiervan kan
men zich moeilijk een voorstelling maken.
Van hen mag men veronderstellen, dat zij,
mocht bet oogenbik van gevaar werkelijk
eens aanbreken, alls helden van htm overtui-
ging, niet in een schuilkelder zullen wegkrui-
pen en ook niet zullen gebruik maken van de
diensten, die de luchtibescherming heeft geor-
gandseerd, of van de middelen, welke door
haar ter beschikking zijn gesteld. Maar zullen
zij dat dan ook niet doen voor hun kinderen
bijv. Hoe het met dat al mogeilijk is, dat zij
zelfs niet bereid zouden zijn de aanvallen van
vijandelijke vliegtuigen op een burgerlijke be
volking door het afschermen van licht te be-
moeilijken, dit is lets waar het gezond ver-
stand bij stil staat. Zij zouden in een derge-
lijk geval immers fedtelijk als bondgenooter
van de dood en verderf zaaiende aanvallers
handelen.
Het zijn dan ook gevaarlijke lieden.
WANNEER VOLDOEN DE KOP-
LANTAARNS AAN DE WETTELIJKE
VOORSCHRIFTEN
De Ned. Vereeniging De Rijwiel- en Auto-
mobiel-Industrie schrijft:
Volgens art. 35 quator van de Motor- en
Rijwielbeschikking wordt steeds als verblin-
dende verlichting aangemerkt de verlichting
door iantaams, welke niet door of vanwege
den Minister van Waterstaat zijn goedgekeurd,
of door lantaarns, welke niet behooren tot
een tdbor of vanwege dien Minister goedge-
keurde soort, of waarop niet het door dien
Minister vastgestelde merk is aangebracht
(uitgezonderd verlichting door olie- of kaars-
lantaams, stadslichten, waarvan de lichtbron
geen grooter verbruik heeft dan 6V2 Watt en
waarbij het lichtpunt zich niet in het brand-
punt van een optisch stelsel bevindt of waarbij
de helderheid van het lichtdoorlatenid gedeelte
van de lantaarn of van de lamp door etsen of
anderszins op doeltreffende wijze is vermin-
derd).
Deze bepaling zou oorspronkelijk in werkmg
treden op 1 Januari 1938, welke datum later
is gewijzigd in 1 Januari 1939, terwijl onlangs
bij mindsterieele beschikking deze idatum is be-
paald op 1 Januari 1940, met dien verstande,
dat ten aanzien van motorrijtuigen, welke na
31 December 1938 ingevoerd of hier te lande
vervaardigd worden, deze bepailing met in-
gang van 1 Januari 1939 van toepassing is.
Volkomen ten onrechte is deze laatste mi-
nisterieele beschikking door vele belangheb-
benden zoo opgevat, dat aan de koplantaarns
van v66r 1 Januari 1939 aangeschafte motor
rijtuigen tot 1 Januari 1940 door de wet geen
eischen worden gesteld.
Deze opvatting is geheel onjuist, daar in
art. 19 van het Motor- en Rijwielreglement is
bepaald, dat een motorrijtuig, dat zich bij
nacht op een weg bevindt, geen verbllndende
verlichting mag voeren voor zoover:
a. de weg is gelegen Ibinnen de bebouwde
kom eener gemeente ter plaatse waar deze
door kunstlicht verlicht is;
de weg in verband met zijn goede kunst-
de verlichting verstaan een andere verlichting
dan door el'ectrische lantaarn, zoodanig inge-
li t df aangebracht, dat daarvan de gerichte
strafienbundel, geprojecteerd oip een grijze
schijf met een doorsnede van 40 c.M., op onge-
veer 10 M. afstand vo6r het midden van het
motorrijtuig verticaal of nagenoeg verticaal
geplaatst, een duidelijke scheidingslijn tus-
schen licht en danker te zien geeft, in dien
voege, dat het lichte vlak, hetwelk aan den
bovenkant door die scheidingslijn wordt be-
grensd, niet hooger mag reiken dan de hoogte
van het midden van het lichtdoorlatende ge
deelte van de lantaarn boven den beganen
grond:, verminderd met 10 c.iM.
Bijgevoflg is de bestuurder van een motor
rijtuig in overtreding, indien zijn lantaarns
niet aan dezen eisch voldoen; deze bepaling
staat geheel buiten het feit, dat bovendien met
1 Januari 1940 de lantaarns door of vanwege
den Minister van Waterstaat moeten zijn
goedgekeurd.
Automobilisten en motorrijders, wier lan
taarns geen duidelijke scheidingslijn geven,
zijn dus verplicht hierin onmiddellijk te voor-
zien en zijn niet gerechtigd hiermede te wach-
ten, totdat zij in de gelagenheid zullen zijn
gesteld, hunne lantaarns te laten keuren.
Afgezien van het feit, dat men door het rij-
den met koplantaarns, welke geen duidelijke
scheidingslijn geven in overtreding is, verdient
het trouwens toch aanibeveling zoo spoedig
mogelijk hierin te voorzien door aanschaffing
van goedgekeurde lantaarns of inbouwreflec-
toren, aangezien men hierdoor voorkomt, dat
de lantaarns bij de keuring, welke v6or 1
Januari 1940 zal moeten plaats hebben, wor
den afgekeurd. In dat geval zal men immers
toch tot deze aanschaffing moeten overgaan,
doch zal men bovendien de lantaarns wed'er
voor herkeuring moeten aanbieden!
DE EERSTE DUITSCHE AMBASSADEUR
IN BEEGIfi BIJ KONING LEOPOED.
De onlangs te Brussel gearriveerde Duit-
sche ambassadeur, de eerste sedert de ver-
heffing van de legatie tot den rang van am-
bassade, dr. ven Billow-Schwante, heeft zich
in een statiekoets van het "Hof, begeleid door
een eere-escorte van de bereden gendarmerie,
naar het koninklijk paleis begeven. In dezelf-
de kqets bevond zich ook nog generaal burg-
graaf Joly, adjudant van den koning. De
Duitsche legatieraden en attache's o.w. dr.
von Neurath, zoon van den minister van bui
tenlandsche zaken en kolonel Rabe von Pap-
penheim, vulden twee andere koetsen. Bij het
paleis was ook nog een compagnie van het
8e regiment infanterie opgesteld. De over-
handiging van de geloofsbrieven en het ge-
bruikelijk onderhoud dat er op volgde namen
slechts een twintigtal minuten in beslag,
waarna de Duitsche diplomaten met hetzelfde
ceremonieel naar het gebouw van de ambas-
sade terugkeerden. Tegen den avond heeft
de nieuwe ambassadeur een krans gelegd op
het graf van den Belgischen onbekenden sol-
daat, aan den voet van de Congreszuil.
HITLER OVERAL INGEHAALI)
Leiders van de Iersche nationalistische min-
derheden in Noord-Ierland hebben een tele
gram aan Hitler gezonden, waarin hem wordt
verzocht Chamberlain te bewegen, een eind te
maken aan de staatkundige verdeeling van
Ierland. De minderheden wonen hoofdzake-
iijk in het graafschap Armagh, dat bij Ulster
behoort. Zij zijn overwegend katholiek en
aanhangers van de polftiek van De Valera.
Hun burgerlijke vrijheden worden sinds lang
zeer beperkt door speciale wetgeving, die de
protestantsche regeering in Belfast heeft in-
gesteld. Men hoort soms zeggen, dat de Ier
sche nationalisten in Noord-Ierland de meest
onderdrukte minderheid van Europa uit-
maken.
WEER VIER MOGENDHEDEN-
CONFERENTIE
De Hongaarsche regeering heeft bevel ge
geven vijf lichtingen onder de wapenen te
roepen.
Tengevolge van het afbreken van de Tsje-
ehischHongaarsche onderhandelingen heeft
Hongarije een verzoek aan Mussolini gericht,
opdat de vier groote mogendheden spoedig
worden bijeengeroepen, teneinde dit geschil
te regelen.
Welke beslissing Mussolini nemen zal is
nog niet be'kend, maar wel zou er reeds tus-
schen Rome, Berlijn, Londen en Parijs van
gedachten zijn gewisseld.
Sedert Donderdag komen weer groote scha-
ren Hongaarsche vluchtelingen over de grens.
Zij verklaarden, dat iedere Hongaar, die
tijdens de besprekingen te Komarom blijk
heeft gegeven van zijn Hongaarsche gezind-
heid, thans door de Tsjechen wordt vervolgd.
Reu.ter verneemt van bevoegde zijde te Lon
den, dat men gelooft, dat Hongarije en Tsje-
choslowakije him onderhandelingen uit eigen
beweging zullen hervatten.
Er is voor zoover bekend te Londen uit
Hongarije geen beroep ontvangen betreffen-
de een mogelijk voorleggen van het geschil
aan de ambassadeurscommissie.
'Het schijnt, dat het Hongaarsche kabinet,
na inlichtingen te hebben ingewonnen bij de
vier mogendheden, bereid is de rechtstreek-
sche besprekingen met de Tsjechoslowaaksche
regeering te hervatten.
DE TERUGTREKKING DER
VRIJ WILLI GERS UIT SPANJE.
De intemationale commissie, die door den
Volkenbond belast is met het toezicht op de
terugtrekking der buitenlandsche vrijwilligers
in Spanje, is haar taak begonnen met een uit-
voerige gedachtenwisseling over de omstan-
digheden waaronder men zich in verbinding
met de Spaansche partijen zal stellen. Het
^ertrek naar Spanje is op Zondag vastgesteld.
misme, iets van het gevoel: misschien toch...
maar ondertusschen geeft Europa een beeld
van verwarring, een dooreenmengeling van
ideeen, wenschen, krachten en stroomingen,
waarvan nog geen goede balans te maken
valt.
Een rustpunt in deze warreling is de vast-
stelling van de Duitsch-Tsjechoslowaaksche
grens. Beide landen hebben medegedeeld, dat
zij van volksstemmingen als hulpmiddel bij
de afbakening van de grenzen afzien en dat
zij deze grens in gemeenschappelijk overleg
zullen vaststellen. Daarbij zal, naar aange-
nomen mag worden, behoudens enkele kleine
wijzigingen, de demarcatielijn worden vast-
gehouiden, welke in verband met de bezetting
door Duitsche troepen is vastgesteld.
Nochtans wil dit niet zeggen, dat de com
missie van ambassadeurs te Berlijn in het ge
heel geen invloed heeft gehad. De bestudee-
ring van alle overgelegde gegevens heeft het
mogelijk gemaakt een regeling te treffen,
welke op een aantal punten afwijkt van de
grenslijn, welke in het memorandum van
Godesberg was neergelegd. Deze wijzigingen
betreffen in het algemeen kleine verbeterin-
gen op ethnologische gronden. Zoo loopt in
het Zuiden de nieuwe grenslijn dichter bij de
oude dan te Godesberg was gevraagd, terwijl
ook ten zuiden van Pilsen gebied voor de
Tsjechen behouden blijft. Daarentegen is aan
de noordelijke grens aan Duitschland iets
meer toegewezen. Speciaal een landtong, be-
woond door Duitschers, ten noordfen van
Praag.
Beide partijen wenschten geen plebisciet
Deze districten in Moravie blijven daarom
definitief bij Tsjechoslowakije, hoewel de be
volking daar gemengd is en een volksstem-
ming Duitschland nog een kans zou hebben
gegeven.
Kan men de Duitsch-Tsjechische grens-
kwestie dus als ongeveer geregeld beschou-
wen er blijft dan tusschen beide landen
nog heel wat te regelen over, dat nog onze
aandacht zal vragen minder gelukkig is
het met de Tsjechoslowaaksch-Hongaarsche
besprekingen geloopen. Deze besprekingen
zijn afgebroken. Over de vraag of dit als
tijdelijk, dan wel duurzaam moet worden be-
schouwd, kan men verschillend oordeelen, al
naar gelang de interventie der groote
mogendheden als een tusschenschakel, dan
wel als een nieuw stadium beschouwt.
iHet feit is, dat beide partijen het niet eens
zijn kunnen worden, alhoewel hun wederzijd-
sche standpunten elkaar wel iets genaderd
waren. Zoowel de Hongaren als Tsjechen
hebben voorstellen geformuleerd, welke zij
Wederzijds onaanvaardbaar hebben verklaard.
De kwestie is dan ook geenszins gemakke-
lijk en misschien nog aanzienlijk moeilijker
dan die der Sudetenduitschers. De Tsjecho-
slowaken zijn bereid een deel van het zuiver
Hongaarsche gebied af te staan. Zij ver-
klaren echter bij monde van den perschef der
Slowaaksche delegatie, dat de Slowaken een"
klein volk zijn en dat overijlde concessies ge-
vaarlijk zouden kunnen zijn voor de Slowaak
sche autonomie. Het gaat hier voor de Slo
waken dus niet alleen om de grenzen van
Tsjechoslowakije als staat, maar vooral om
de grenzen van het deel Slowakije, waar de
Slowaken klaarblijkelijk bevreesd zijn, dat in
dien hun een te klein gebied zou resten, ook
hun autonomie in gevaar zou komen.
Deze overwegingen zijn weer aanleiding
geweest, dat de Slowaaksche delegatie de
ethnologische grenzen niet steeds wilde aan-
vaarden, maar daarnaast ook de strategische,
verkeerstechnische en oeconomische gezichts-
punten een belangrijke rol liet spelen.
Hoe begrijpelijk deze redenen ook zijn, het
is evenzeer niet te verwonderen, dat de Hon
garen, aan wie in 1919 op dit punt ook geen
recht is gedaan, su allerminst er voor voelen
hierin te treden. Zij houden aan de strikt
ethnologische grenzen vast voor den ge-
biedsafstanld en hebben dan nog verdere wen
schen wat betreft volksstemmingen. De ge-
bieden, welke zij vragen boven hetgeen de
Slowaken willen afstaan bevatten een Slo
waaksche minderheid. Door deze naar Hon
garije te doen gaan, zou de Slowaaksche be
volking met een vijfde deel verminderen,
waartegen de Slowaken protesteeren.
'Bovendien speelt hierbij ook de kwestie van
de steden een rol. De Hongaarsche grens-
afbakening zou de belangrijkste steden buiten
Slowakije doen vallen. Daaronder zijn de
hoofdsteden van het autonome Slowakije en
Karpathen-Rusland, waarvan de een op grond
van het overwegend Hongaarsche karakter,
de andere op grond van een Hongaarsche
meerderheid van de bevolking. Maar Slo
wakije zou hierdoor van belangrijke punten
beroofd zijn, terwijl de Hongaren er juist op
staan op grond van verschillende principes
deze steden bij haar gebied in te lijven. Wat
Bratislava betreft, zoulden de Hongaren ge-
noegen willen nemen met een plebisciet; hun
eischen op Kosice handhaven zij onvermin-
derd. Zoowel het een als het ander wordt
door de Slowaken verworpen.
Hongarije heeft gemeend, dat de kloof on-
overbrugbaar is en wil een beroep doen op
de vier groote mogendheden, die het protocol
van Munchen teekenden, om een regeling tot
stand te brengen. Nauwelijks behoeft gezegd
te worden, dat dit voor de Hongaren een
groote beslissing is geweest. Zij hebben hun
zaak als het ware uit handen gegeven en
moeten nu afwachten. Want bij een oordeel
dezer mogendheden zullen zij zich moeten
neerleggen.
Polen en Hongarije wenschen een gemeen-
schappelijke grens. Italie is daarvan de
groote pleitbezorger onder de vier mogend
heden. Duitschland acht dit minder gewenscht
en noemt de eischen der Polen en Hongaren
overdreven, al behoeft dit nog geen botsing
tusschen de staten van de spil te beteekenen.
Frankrijk en Engeland hebben zich niet uit-
gesproken. Roemenie deed reeds op hen een
beroep om niet in te stemmen met de Poolsch-
HOngaarsche wenschen.
Zoo kan over de gevolgen van het Hon
gaarsche besluit nog niets gezegd worden.
Dat een interessante periode aanbreekt is
echter zeker.
TOKIO ACHT DE HOUDING VAN DE
VOGENDiiEDEN NIET ONGUNSTIG.
ie Tokio wordt uit gezaghebbende bron
vernomen, dat Sir Robert Craigie, de Engel-
sche ambassadeur, den vice-minister van bui
tenlandsche zaken, Horinoetsji, een bezoek
heeft gebracht twee dagen voordat de Japan
sche troepen aan land werden gezet aan de
Biasbaai, om de aandacht van de Japansche
regeering te vestigen op de moeilijke positie,
waarin Hongkong zich zou komen te bevinden,
indien in de anmiddellijke nabijheid van deze
Britsche kolonie onregelmatigheden zouden
voorvailen. Hij zou eraan herinnerd hebben,
dat een schaarschte aan groenten welke uit de
omstreken van de stad moeten worden aan-
gevoerd, Hongkong zou ibedreigen. Japansche
offieieele kringen toonen zich voorzichtig vol-
daan over deze gematigde Engelsche houding
en al evenzeer over het uitblijven van offi
eieele reacties van andere mogendheden. Men
is van meening, dat de houding van de andere
mogendheden niet in sterkere mate ongunstig
zal zijn dan die van Engeland, gelijk de minis
ter van buitenlandsche zaken in een onderhoud
met vertegenwoordigers van de buitenlandsche
pers heeft verklaard.
Chineesche berichten.
Van Chineesche zijde wordt gemeld, dat da
Chineesche luchtmacht Woensdag en Donder-
dag verscheideno malen de Japansche troepen,
die in de Biasbaai aan land zijn gezet, heeft
gebombardeerd. Op een Japansch transport-
schip zouden verschei'dene voltreffers zijn
neergekoman. Vooraanstaande Chineesche
mdlitairen zijn van meening, dat tot dusver
niet meer dan 5000 Japanners zijn geland en
dat het vele dagen zal duren, alvorens de lan-
dingstroepen sterk genoeg zijn om tot den
aanval in het zeer moeilijke bergland over te
gaan. De Chineezen gaan tot groote troepen-
verplaatsingen over in de richting van het ge
bied ten Noordoosten en Noorden van Hong
kong. In Hankou zelf worden maatregelen
getroffen voor het geval de stad volledig van
de buitenwereld zou worden afgesloten. De
vloot van jonken, welke uit eenige duizenden
vaartuigen bestaat, alsmede alle bruikbare
vrachtauto's moeten op bevel van den com
mandant van Hankou de stad voor half Octo
ber verlaten hebben.
b.
verlichting door onzen Minister is aangewezen
als een weg waarop met beperkte verlichting
gereden moet worden en zulks aan de wegge-
bruikers kenbaar is gemaakt door middel van
het door onzen Minister vast te stellen ken-
teeken, onverminderd het bepaalde ibij artikel
16, twaalfde lid;
c. het motorrijtuig stilstaat;
d. het motorrijtuig een ander motorrijtuig
een rijwiel of een ander rij- of voertuig, een
rij- of trekdier of vee tegemoet komt van het
oogenblik, dat dit zich binnen de gerichte
stralenbundels van de lantaarns van het
motorrijtuig bevindt, tot het oogenblik waar
op een ontmoeting heeft plaats gehad.
Volgens art. 35 quater, lid 1 d van de Motor-
en Rijwielbeschikking wordt onder verblinden-
HET VERBOD VAN GEMENGDE
HUWELIJKEN.
Een Duitsche Jood, die in het buitenland
heeft getracht in den echt verbonden te wor
den met een arische Duitsche, die met hem
gevlucht was, is te Hamburg veroordeeld tot
vier jaar dwangarbeid. Zijn metgezellin is
tot 14 maanden gevangenisstraf veroordeeld.
De veroordeelden hadden vergeefs getracht
in Nederland en daama in Belgie een huwelijk
te sluiten.
DE BEROERING IN EUROPA.
Toen de overeenkomst van Munchen tot
stand kwam, ging er, schrijft de N. R. Crt.,
door Europa een vlaag van eensgezindheid.
Het wederzijdsch vertrouwen scheen zoo groot
en de vraagstukken, welke de groote mogend
heden verdeeld houden schenen zoo, wij zou
den haast schrijven gemakkelijk, oplosbaar.
Maar niets is veranderlijker dan de mensche-
lijke stemming. Over de oorzaken van deze
verandering zullen wij het thans niet hebben.
Het is voldoende het feit vast te stellen.
De stemming mag dan niet zoo vijandig
zijn als eenige maanden geleden, de bitterheid
moge gemengd zijn met een vleugje opti-
HET LOT DER VLUCHTELINGEN.
Het Tsjechoslowaaksche telegraafagent-
schap publiceert volgens Havas het volgende
communiqud
Welingelichte kringen te Praag herinneren
er aan, dat de Tsjechoslowaaksche regeering,
strevende naar een vestiging van den Tsje
choslowaaksche staat, na de droevige gebeur-
tenissen der laatste weken, op een hechte
juridische basis, zich er uitsluitend op toelegt,
dat een ieder blijft ter plaatse, waar hij woon-
de voor de bezetting. Wat het politiek asyl-
recht betreft, de Tsjechoslowaaksche regee
ring handhaaft dit, hoewel zij onder de nieuwe
omstandigheden dit recht niet zoo ruim kan
interpreteeren als vroeger en zij bijgevolg
zeer zorgvuldig ieder geval van dezen aard
moet bestudeeren.
Bij het terugzenden der vluchtelingen wordt
geenerlei onderscheid gemaakt naar ras,
godsdienst of politieke overtuiging. De maat-
regel is noodzakelijk ook voor de bescherming
van de arbeidsmarkt in den overblijvenden
staat. Zij, wier levens in hun vroegere woon-
plaats gevaar loopen, worden niet gedwon-
gen terug te keeren.
"FRANCO IS 7 MILLIARD LIRE SCHULDIG
AAN MUSSOLINI.
iSommige fascistische kringen meenen, dat
het onwaarschijnlijk is, dat Mussolini er ooit
in zal toestemmen, alle vrijwilligers uit Spanje
terug te roepen, in het bijzonder van de
Balearen, voordat generaal Franco ongeveer
zeven milliard lire betaald heeft, die hij aan
Italie schuldig is voor de levering van oor-
logstuig.
Er schijnt, althans volgens sommigen, een
aanmerkelijke verkoeling, in feite zelfs ont-
stemming aan de zijde vein den Duce, te be-
staan over het feit, dat Franco zijn schuld
niet gedeeltelijk wil afdoen door aan Italie
Spaansch ijzer te verkoopen, in plaats van
het contant te verkoopen aan Engeland en
Frankrijk.
Sedert Zaterdag werd aangekondigd, dat
Italie de vrijwilligers, die meer dan 18 maan
den in Spanje gediend hadden, terug zou roe
pen. Van twee verschillende en betrouwbare
kanten verneemt United Press, dat het totaal
der Italiaansche strijdkrachten in Spanje
tegen het eind van October zal worden terug-
gebracht tot minder dan de helft. Nu heeft
de Itaiiaansche regeering officieel verklaard,
dat het aantal soldaten van Italie in Spanje
nooit meer dan 40.000 man heeft bedragen en
in dat geval zou het beteekenen, dat meer dan
20.000 zullen worden teruggeroepen. Dan
blijVen dus nog geen twintigduizend in Spanje
tot een overeenkomst is gesloten tot het ge
heel terugroepen der vrijwilligers.
De voomaamste feiten in en rondom den
Spaanschen burgeroorlog zijn:
1. Lord Perth, de Britsche ambassadeur te
Rome, heeft wederom een langdurige bespre-
king gehad met den Italiaanschen minister
van buitenlandsche zaken, graaf Ciano. Dit
onderhoud het eerste na het bekend wor
den van het besluit van Mussolini om een
deel der Spaansche vrijwilligers terug te trek-
ken heeft in Italiaansche kringen een ge
voel van optimisme gewekt, wel'k optimisme
door Londen gedeeld wordt.
2. Volgens sommige berichten uit Barce
lona zou, het aftreden van prof. Negrin, als
premier van de republikeinsche regeering, elk
oogenblik te wachten zijn. Zijn kabinet zou
dan vervangen worden door een meer gema
tigde regeering, onder leiding van den Cortes-
voorzitter, Martines Barrio.
DUITSCHLAND WIL EEN LUCHTPACT.
De diplomatieke correspondent van de Eve
ning Standard schrijft, dat de Duitsche regee
ring een luchtpact met Engeland wil sluiten.
Dit is een idee, van Von Ribbentrop, die na
zijn aandeel in de oplossing van het Duitsch-
Tsjechische conflict zijn invloed op Hitler
zeer heeft zien toenemen.
Von Ribbentrop wil voor het luchtpact het
beginsel toepassen, dat heeft gegolden voor
het Engelsch-Duitsch vlootverdrag. Voor dit
vergelijk maakte Engeland aanspraak op de
over de geheele wereld strekkende belangen
van het Britsche rrjk. Hitler aanvaardde dit
standpunt en nam genoegen met een Duitsche
vloot, die in sterkte overeenkwam met 35
van de Britsche vloot.
Von Ribbentrop zegt nu, dat de toepassing
van hetzelfde beginsel Duitschland toestaat,
een luchtmacht te hebben, die minstens twee
keer zoo groot is of liever drie keer als
de Britsche. Hij betoogt, dat Duitschland uit
alle richtingen uit de lucht kan worden aan-
gevallen, terwijl Engeland, dat aan den bui-
tenkant van Europa ligt, slechts van den en
kele zijde gevaar uit de lucht dreigt.
;De door Von Ribbentrop voorgestelde
grondslag van het Engelsch-Duitsche lucht
pact vindt in gezaghebbende kringen in Lon
den geen steun. Lord Baldwin heeft toen
hij nog premier was in een alarmeerende
rddevoering verklaard, dat de Engelsche
luchtmacht minstens even groot moest zijn
als die van elke mogendheid, die Engeland
met vliegtuigen zou kunnen bestoken. De
tegenwoordige luchtpolitiek van Engeland
heeft deze uitspraak van Baldwin tot grond
slag en de onderhandelingen kunnen niet wor
den verwacht. Duitschland heeft ook aange-
boden, het gebruik van gifgassen in oorlog-
voering en het bombardeeren van onverdedig-
de steden te beperken.
MOBILISATIEKOORTS.
Wij hebben schrijft de N. R. Crt., reeds
eenige woorden gewijd aan de onderibreking
van de besprekingen tusschen Tsjechoslowa
kije en Hongarije te Komarom. In enkele
groote lijnen hebben wij toen ook de weder-
zijdscihe standpunten geschetst en de kloof,
welke daartusscben gaapt. Beide partijen gaan
niet uit van dezelfde basis; in beide landen
leveren de binrjmlandsehe omstandigheden
redenen te over, waarom een succes bij de
onderhandelingen dringend gewenscht is.
Zulks verklaart de felheid, waarmede aan het
eigen standpunt wordt vastgehouden en de
groote moeite om de beide zienswijzen eenigs-