Ter Heuzensche Courant Binnenland Buitenland Woensdag 12£0ctober 1938 No. 9823 TWEEDE BLAD ONDERNEMERSOVEREENKOMST PAPIERENZAKKENINDUSTRIE. VAN GEESTELIJKE EN MOREELE HERBEWAPENING. Een persoonlijk woord van H. M. de Koningin. „Met instemming nam Ik kennis ook van het vervolg van den oproep voor moreele en geestelijke herbewapening. Nu de beklemmende dagen achter ons lig- gen, waarin het dreigend gevaar ons izoo dui- delijk voor oogen stond, nu voor het oogen- blik de mogelijkheid van de algeheele vernie- tiging onzer beschaving is afgewend, is het een verheffende gedachte ons alien vervuld te weten van denzelfden wensch: den zegen van den vrede te bewaren. Die begeerte naar vrede vormt een band tusschen alle volken. Toch is deze, gepaard aan de versteviging onzer weermacht, nog niet genoeg wil die vrede duurzaam zijn, zoo moet hij gedragen worden door de ge dachte, gegrondvest in den oproep. Allen, zonder onderscheid, kunnen wij per soonlijk bijdragen tot den groei en de ont- plooiing van die gedachte, door van heeler harte mede te werken tot de moreele en geestelijke herbewapening: dien innerlijken drang, welke ook uitwendigen ommekeer teweegbrengt en tot gevolg heeft, dat eerlijk- heid, vertrouwen en liefde richtsnoer worden tusschen personen en volken. Behoef Ik u te verzekeren, dat hoe dieper onze overtuiging is en hoe meer ons eigen leven zelf die uitdraagt en verder geeft in eigen kring en daarbuiten, des te grooter de kans wordt op het verwezenlijken van een betere toekomst? Wie de teekenen des tijds begrijpt, weet, dat thans van ons gevraagd wordt eene daad van vertrouwen, van zelfopoffering en zede- lijken moed en van geloof." Wtl IiHELMIN A I>E ORGANISATIE VAN DE RIJKSPOLITIE Gedurende de laatste dagen trekt het, schrijft de N. R. Crt., de aandacht, dat aan verschillende grensposten aan de Brabantsch- Belgische grens de grenscontrole ten zeerste is verscherpt. Niet alleen het binnenkomende, doch ook het .uitgaabde verkeer wordt door de Kon. Marechaussee nauwkeurig gecontroleerd en geregistreerd, terwijl verschillende met de grensbewaking belaste autoriteiten de con- trole telkenmale inspecteeren. De scherpe controle gaat dag en nacht door en in verband daarmede zijn verschillende grensbrigades ten zeerste versterkt met per- soneel van verder in het binnenland gelegen brigaden. Naar wij van doorgaans welingelichte zijde vernemen, betreft het hier een proefneming in verband met plannen der regeering tot een scherp gescheiden dislocatie van marechaus see en rijksveldwacht, door welke dislocatie tevens de taak van het Wapen der Konink- lijke Marechaussee ingrijpend zou worden ge- wijzigd. Het voornemen zou, n.l. zijn de marechaus see in de toekomst alleen in de grensstreken dienst te laten doen en wel ten Zuiden van de spoorlijn Bergen op Zoom, Roosendaal, Breda, Tilburg, Den Bosch, Eindhoven, Venlo en ten Oosten van de spoorlijn Venlo, Nijmegen, Zut- phen, Deventer, Zwolle, Assen, Groningen. Ten Noorden en ten Westen van deze spoor- lijnen wordt de dienst, thans door de mare chaussee verricht, dan overgenomen door de Rijksveldwacht, die een nog meer militair karakter zal krijgen en in de vrijkomende marechaussee-kazernes zal worden gehuis- vest. In het Zuiden en Oosten des lands zullen, wanneer deze plannen doorgaan verschillende nieuwe marechaussee-brigades worden opge- richt, waarvan de kosten thans nader onder het oog worden geizien. De scherpe grensbewaking van het oogen- blik is bedoeld als een proefneming om na te gaan, hoe sterk bij een intensieve grenscon trole de brigades moeten zijn. Tevens vernemen wij echter, dat thans tijdens de proefneming, reeds eenige burge- meesters uit wier gemeenten tijdelijk mare chaussee zijn vertrokken voor de bovenbe- doelde versterking der grensbrigades, reques- ten aan de regeering hebben gezonden de plannen niet tot uitvoering te brengen. aan- gezien zij ook in de toekomst een marechaus- see-brigade prefereeren boven rijksveldwacht. \CTIE VAN DEN ZEEUWSCHEN BOND VAN GARNALENVISSCHERS. De „zoodjes" in gevaar. De Zeeuwsche Bond van Garnalenvisschers heeft, volgens de Vliss. Crt., een telegram verzonden aan den Minister van Economische Zaken van den volgenden inhoud: ,,Bestu,ur Gewest Zeeland Nederlandsche Visschersbond dringt er met de meeste klem op aan, dat uitvoering circulaire 4 October Nederlandsche Visscherij Centrale inzake minimummaten bijvisch voorloopig wordt op- geschort, aangezien dit voor de garnalenvis- scherrj volledige catastrophe beteekent." De nieuwe voorschriften vanwege de Ned. Visscherij Centrale zijn van zeer verstrekken- den aard en bepalen o.a., dat de minimum maten voor schar, schol en tong minstens 23 c.M. moeten zijn voor de bijvisch, welke ge- vangen wordt tijdens de uitoefening der gar- nalenvisscherij. Deze z.g. zoodjes vormen een niet onbelangrijk deel van de besommingen dezer vaartuigen en kunnen begroot worden op plus minus 10 van hun inkomsten. Toe- passing van de in deze circulaire genoemde maten zal tengevolge hebben, dat de garna lenvisschers practisch geen bijvisch meer mogen aanvoeren. De thans gemaakte bepa- lingen door de Ned. Visscherij Centrale wek- ken des te meer verwondering, wijl de Vis- scherijwet in haar Reglement voor de vis scherij op de Zeeuwsche stroomen bepaalt, dat schar en schol tenminste 16 c.M. en tong ten- minste 20 c.M. moeten zijn. Er heerscht in de Zeeuwsche garnalenvis- scherskringen groote ontstemming over deze circulaire. De burgemeesters van Vlissingen, Breskens, Amemuiden en Veere hebben ge- lijksoortige telegrammen verzonden ter op- schorting van deze bepalingen. DE WET OP HET RECIHT VAN VEREEN1IGING EN VERGADERING. De Minister van Justitie heeft een nota van wijziging ingediend op het wetsvoorstel in zake fwijziging van de wet van 1855 op het recht van vereeniging en vergadering. (Het nieuw toe te voegen tweede lid van artikel 3 wordt volgens deze nota met eenige zinsneden aangevuld: ,,-Eveneens wordt met de openbare orde strijdig geacht de Nederlandsche staatkundige vereeniging, waaraan vreemdelingsn door lid- J maatschap of op andere wijze deelnemen of I welke hare werkzaamheid uitstrekt tot het s buitenland. Als Nederlandsche staatkundige vereeniging, in den zin van dit voorschrift, geldt de vereeniging, welke zich uitsluitend of mede bezig houdt met de Nederlandsche staatkunde (en nu volgt wat in de nota nieuw is: in algemeenen zin; als zoodanig geldt niet de vereeniging, welke zich in hare werkzaam heid op staatkundig gebied beperkt tot een of meer onderwerpen van bijzonderen aard. Het voorgaande lid is niet van toepassing, indien in een geval van deelneming van vreemdelingen aan een vereeniging: a. het bestuur, of, ontbreekt dit, de feite- lijke leiding van de vereeniging met de deel neming niet bekend was en ook geen enkele aanleiding had om deze te vermoeden, en b. na bekend worden, de deelneming ter- stond is beeindigd en, voor zoover mogelijk, de reeds ingetreden gevolgen terstond onge- daan zijn gemaakt." In de toelichting wordt hiervan gezegd, dat 4oor de uitbreiding van het lid voorkomen wordt, dat allerlei cultureele, sociale, gods- dienstige en wetenschappelijke vereenigingen er onder vallen en dat vereenigingen, waar van het bestuur te goeder trouw is, erdoor worden getroffen. INSTALLATIE COMMISSIE INZAKE DE GRAANPOLITIEK. Dinsdagmiddag heeft de heer Steenberghe, Minister van Economische Zaken, de commis sie van onderzoek inzake de in de toekomst te volgen graanpolitiek geinstalleerd. De Minister ving aan met de verklaring. dat hij, toen de economische opbloei in 1937 gevolgd werd1 door een sterken terugslag, waardoor de regeering opnieuw genoodzaakt werd tot diep ingrijpende steunmaatregelen voor den graanbouw, besloot, het vraagstuk der Nederlandsche graanpolitiek door deskun- digen op verschillend terrein te doen bezien. De regeering was tot dan toe gedwongen ge- weest, incidenteele maatregelen met een sterk crisis-karakter te nemen; de nieuwe depressie toonde wel aan, dat maatregelen van langeren duur noodzakelijk zouden zijn. Daar de graan politiek een der belangrijkste onderdeelen vormt van de landbouwpolitiek, terwijl de ge- heele economische politiek van ons land niet bepaald kan worden zonder vaste lijnen ten opzichte van de landbouwpolitiek, leiden deze overwegingen tot de noodzaak, de graanpoli tiek niet alleen door deskundigen, doch ook uit algemeen economisch oogpunt te doen bezien. Intusschen had de ontwikkeling op de wereldmarkt zulk een v'lug beloop, dat de regeering tijdens de voorbereiding van de in stalling der commissie reeds nieuwe maat regelen moest treffen, hetgeen echter een voorbereiding van een graanpolitiek van meer blijVenden aard niet minder noodig maakte. De Minister schetste vervolgens de samen- gesteldheid van het vraagstuk, waarvoor de commissie zich ziet gesteld. Zij zal zich in de eerste plaats moeten afvragen, in welk opzicht een loonende graanbouw, die oogen- schijnlijk geheel afhankelijk is van de inter- nationale graanprijzen, voor den Nederland- schen landbouw eisch is. Bij het onderzoek der intemationale factoren verdienen die van structueelen aard vooral de aandacht. Er is sedert geruimen tijd op de intemationale graanmarkt een verstoord evenwicht tusschen aanbod en vraag, waarschijnlijk veroorzaakt door een bestendige neiging tot overproduc- tie, al dan niet gepaard met duurzame ver- schuivingen in den afzet, waardoor het inter- nationale prrjspeil voortdurend lager ligt dan voor een vergoeding van de productiemoeite en de instan'dhouding van het nationale pro- ductie-apparaat wordt vereischt. De door bijna alle landen getroffen maat regelen ter bescherming van hun graanbouw, welke in dit licht moeten worden bezien, ver- scherpen echter niet zelden deze moeilijk- heden. Tijdelijke ontspanningen, als die gedu rende de periode 1936/37 zouden mogelijk aan het min of meer toevallige verschijnsel van enkele opeenvolgende misoogsten in de voor- naamste graanuitvoerende landen zijn te dan- ken. Uoewel dit Verschijnsel zich wel niet op korten termijn zal herhalen, zou het b.v. kun nen nopen tot het reserveeren van een zekere marge in de steunregelingen, waarbinnen aan- passing aan zich intemationaal wijzigende omstandigheden, welke tot een gunstiger ver- houding tusschen vraag en aanbod op de graanmarkt leiden, op elastische wijze moet kunnen plaats vinden. Voorts bracht de Minister als onderdeel van het commissie-onderzoek het vraagstuk van de afwenteling van den steun aan den graan bouw op den consument, respectievelijk den h an del of de verwerkende industrieen, onder de bijzondere aandacht, omdat er van de prijs- verhoogende neiging, die de steun ten gevolge heeft in sociaal en economisch opzicht scha- delijke gevolgen kunnen uitgaan op andere bevolkings- en bedrijfsgroepen dan de graan- verbouwers en op de economische positie van ons land tegenover het buitenland. De ervaring in den loop van de jaren opge- daan, zal de commissie van dienst kunnen zijn met name ten aanzien van de vraag: directe geldelijke steun of volledige bescher ming door heffingen aan de grens, waarbij men weer kan onderscheiden tusschen min of meer vaste heffingen en z.g. schaalrechten, dan wel een combinatie van beide steunvor- men. Daarbij zal ook de vraag, of de hef fingen voor alle groepen even hoog moeten zijn, onder het oog moeten worden gezien. In de overtuiging te hebben uitgesproken, dat de samenstelling der commissie waarborg biedt voor een deskundige behandeling van het moeilijke vraagstuk, verklaarde de Minis ter haar voor geinstalleerd. De toespraak van den Minister werd door den voorzitter der commissie, Ir. S. L. Louwes, beantwoord. De commissie is samengesteld udt de vol- gende leden: voorzitter, tevens lid: Ir. S. L. Louwes, regeeringscommissaris voor den ak- kerbouw en de veehouderij, te 's-Gravenhage; leden: Dr. W. L. Groeneveld Meyer, admini- strateur bij het departement van Economische zaken, regeeringscommissaris voor handel en nijverheid, te 's-Gravenhage; Ir. M. B. Smits, rijkslandbouwconsulent in algemeenen dienst, te 's-Gravenhage; C. van den HeuVel, lid van de Tweede Kamer; H. D. Louwes, te Ulrurn; A. N. Fleskens, lid van de Eerste Kamer; J. A. Geluk, secretaris F.N.Z.; Jan Schilthuis, lid van de Tweede Kamer; K. C. Honig Mz., industrieel, te Overveen; Ir. W. H. van Leeu- wen, industrieel, te Delft; Prof. Mr. I. B. Cohen, oud-hoogleeraar aan de rijksuniversi- teit te Groningen; Dr. P. P. van Berkum, chef van het economisch researchbureau van het departement van economische zaken; secre tarissen: Mr. J. Th. Bonnerman en Ir. Chr. P. G. J. Smit, beiden te 's-Gravenhage. GEZONDHEIDSTOESTAND VAN DE PRINSES VOORIJITGAANDE. Naar gemeld wordt, is de gezondheidstoe stand van H. K. H. Prinses Juliana goed voor- uitgaande en is de Prinses de gevolgen van de griep, welke zij bij de feesten te Amsterdam had gekregen, zoo goed als te boven, aldus de Tel. De Prinses heeft van uit het paleis te Soestdijk, reeds eenige malen met het hoofd- bestuur van het Nederlandsche Ro-ode Kruis te 's-Gravenhage, waarvan, zooals bekend, H. K. H. presidente is, getelefoneerd, hetgeen j we! bewijst, dat de somber getinte geruchten, welke den laatsten tijd zoowel hier als in het buitenland de ronde doen over den gezond- heidstoestand van de Prinses, gefantaseerd zijn. In de Staatscourant van 21 Juli j.l. is mede- gedeeld, dat de Minister van Economische Zaken een bij hem ingediend verzoek tot al gemeen verbindendverklaring van een onder- nemersovereenkomst voor de papierenzakken- industrie aan de vaste commissie van den economischen raad om advies heeft gezonden. De in deze overeenkomst opgenomen rege- ling houdt in, dat de betrokken fabrikanten bij hun verkoop van papierenzakken, niet zwaarder dan 150 K.G. per 1000 stuks, ge- bonden zullen zijn aan de verhouding tus schen hun afzet en den totalen afzet van deze zakken gedurende een bepaalde in de overeen komst genoemde, basisperiode. De leverings- en betalingsvoorwaarden bij den verkoop van bovengenoemde zakken hebben betrekking op de verzending, het recht van reclame, de be- taling, kor'tingen en dergelijke. In geval van algemeen verbindendverkla ring van bovengenoemde overeenkomst, zullen de daarin opgenomen bepalingen, behoudens eventueel door den minister vast te stellen uitzonderingen, gelden voor alle personen, die handelingen verrichten, welke naar haar aard onder deze overeenkomst vallen. ARABISOH ..ULTIMATUM" AAN DR. WEIZMANN. Het Comity tot verdediging van Palestina heeft Maandagoehtend, naar uit Damascus gemeld wordt, een door zijn president Nabih el Azame geteekend telegram doen toekomen aan Dr. Weizmann, voorzitter van de Zionisti- sche Wereldorganisatie en van het Joodsch agentschap. In dit telegram, een waar ultimatum, wordt gezegd „Uw houding zal voor u en de Joden in het Oosten de grootste ramp, die de geschiedenis heeft gekend, tengevolge hebben. De Arabie- ren zullen, ook al zouden zij geheel vemietigd moeten worden, niet toestaan, dat uw aan- hangers zich in het Arabische Palestina ves- tigt of er de meerderheid worden. Grj en uw over de geheele aarde verspreide volk moeten dat deel van uw volk, dat zich in Palestina en in andere Arabische en Oostersche landen bevindt, het leven redden. Schept niet de ge- legenheid, waardoor uw ellende van het Wes ten naar het Oosten zou worden overgebracht. Stelt u tevreden met de hand'having van het bestaan dergenen die zich reeds in Palestina bevinden. Dat is reeds een groot geluk voor u. Lajat de Arabieren u in hun land behandelen, zooals Omar de bewoners van Palestina heeft behandeld, want Engeland zal, als het tot oor- log overgaat, om u in Palestina te verdedi- gen, u in de Arabische landen en het geheele Oosten, niet kunnen verdedigen. Het telegram heeft in Joodsche kringen te Jeruzalem v-eel opzien gebaard. BROODBOMBARDEMENT. Het grootste deel van de broodjes, welke vorige week door de rechtsche luchtmacht boven Madrid waren neergeworpen. is verza- meld en naar het front gevoerd. Vrijdagnacht hebben de soldaten van de regeering deze broodjes door middel van mortieren of met de hand naar de rechtsche linies teruggeworpen, terwijl zij riepen: ,,Hler hebben jullie je brood terug, wij hebben het niet noodig". De rechtschen antwoordden hierop met een hevig vuur, dat geen verdere gevolgen had. ENGELSCHE KABELBALLON AFGEDREVEN NAAR DENEMARKEN. Bij de Zaterdag te Londen gehouden oefe- ningen met kabelballons zijn vijf ballons van hun anker losgeslagen. Met veel moeite is men er toen in geslaagd vier te achterhalen. De vijfde was reeds te ver afgedreven. Het Deensche ministerie van marine heeft Zondag medegedeeld, bericht te hebben ont- vangen, dat deze vijfde ballon bij Esbjerg was gesignaleerd. Aan den ballon hangt een lange sterke sta- len kabel. Men vreesde, dat de ballon bij da- ling schade zal aanrichten. VERONTWAARDIGING IN TSJEOHOSLOWAKIJE. Tsjechische bladen hebben de laatste dagen kaarten gepubliceerd van de nieuwe grenzen, die tot dusverre door de censuur verboden waren. De pers is algemeen verontwaardigd over de afbakening. De „Coeskeslovo" zegt: „Onze grootste zorg moet het onderhandelen met Duitschland over de nieuwe grenzen zijn. Wat door de commissie te Berlijn is vastgesteld, is een monstrum voor beide partijen. Door 850.000 Tsjechen te annexeeren zou Duitschland pre- cies doen wat het Tsjechoslowakije verweten heeft. Maar vooral voegt men ons een reus- achtige economische schade toe, geheel in strijd met wat te Munohen overeengekomen was. Door correcte onderhandelingen moet de regeering de onrechtvaard'igheid uit den weg ruimen." EEN PASSAGIERSTREIN GEBOMBARDEERD. Zaterdagavond om acht uur is, naar uit Barcelona bericht werd, een passagierstrein gebombardeerd door een rechtsch vli«gtuig. Op het oogenblik, waarop de trein van acht wagens bij San Vicente Calders aankwam, wierp een watervliegtuig zes bommen van 100 kg bij den spoorweg neer. De locomotief en verscheidene rijtuigen, die vol reizigers zaten, werden omvergeworpen en vlogen in brand, waardoor een paniek ontstond. De overleven- den verdrongen elkander om aan den dood te ontkomen. In het donker moest de eerste hulp worden georganiseerd. Tot drie uur verzorg- den de toegesnelde artsen ter plaatse de ge- wonden, terwijl de dooden langs den spoor weg werden gelegd. Er moeten 150 personen gedood en meer dan 300 zijn gewond. CHEF VAN DEN STAF IN BULGARIJE VERMOORD. De chef van den Bulgaarschen generalen staf generaal-majoor Peeff en zijn adjudant Stejanof zijn voor het ministerie van Justitie te Sofia door een pas uit de gevangenis ont- slagen man vermoord. De dader heeft daarna de hand aan zichzelf geslagen. - De officieren bevonden zich op weg naar het ministerie van oorlog en waren al eenigen tijd door een man gevolgd. Voor het ministerie van justitie trok hij een revolver en loste tal van schoten op de twee officieren, die doode- lijk werden getroffen. Daarna haalde de man een tweede revolver te voorschijn en "bracht zichzelf een doodelijk schot toe. Het bleek een zekere Vlassef te zijn, die evenals de generaal te Stanimaka is geboren. Hij was drie weken geleden uit de gevangenis ontslagen, waarin hij wegens een moord was opgesloten. HOE HITLER HET* AANBOD VAN HET LEGIOEN AANVAARDDE. De Koning van Engeland heeft zoo meldt Reuter de volgende boodschap gericht tot de leden van het Britsche Legioen, die Maan- dag naar Cechoslovakije zijn vertrokken: ,Ik zend mijn beste wenschen aan die leden van het Britsche Legioen, die naar Cechoslo vakije vertrekken, en vertrouw, dat zij zich met succes zullen kwijten van de moeilrjke taak, welke zij vrijwillig en met zulk een lof- waardlgen gemeenschapszin op zich hebben genomen." De voorzitter van het Britsche Legioen, sir Frederick Maurice, heeft Zaterdag een toe spraak gehouden voor de troepen van het ..Wandelstokoorps", waarin hij o.a. zeide: ,Ik weet niets omtrent de geruchten, dat er in het geheel geen plebisciet gehouden zal worden en dat het Legioen dientengevolge niet naar Cechoslovakije zou vertrekken. Al- les wat ik weet is, dat wij opdracht hebben om ons voor Maandag a.s. reisvaardig te houden." Sir Frederik ging in zijn toespraak uitvoe- rig in op de voorgeschiedenis, die tot het ge- bruikmaken van de diensten van het Legioen heeft geleid, en deed aldus United Press verslag van het onderhoud, dat hij op 27 Sep tember met Hitler heeft gehaJd. ,,Ik zeide Hitler", zoo vertelde sir Frede rick, „dat ik tot hem was gekomen als de eene frontsoldaat tot den anderen, en over- handigde hem het plan der vrijwilligers. Hit ler las het door, maakte de opmerking, dat het aanbod zeer edelmoedig was en zeide ver volgens ,,Het is nu te laat om uw mannen aan de Cechische grenzen te doen gebruiken. Ik heb namelijk besloten, dat het geheele Cechische gebied, welks bevolking voor minstens 50 uit Duitschers bestaat, op 1 October onder mijn bewind moet staan. Het is onmogelijk de legionnairs reeds dan ter plaatse te heb ben." Ik betuigde, dat ik het hier mee eens was, waarop Hitler vervolgde: Er blijft evenwel nog de kwestie van de plebiscietgebLeden. Volgaarne zal ik de mede- werking van het Britsche Legioen aanvaar- den voor het waarborgen van een ordelijk ver- loop der volksstemming, zonder dat pressie van buitenaf wordt uitgeoefend. Van mijn kant wil ik mij verbinden, geen militaire actie te ondememen in de plebiseietgebieden. Bovendien zal ik er voor zorgen, dat al uw wenschen met betrekking tot het vervoer van het Legioen worden vervuld." Hitler voegde hieraan ten slotte nog toe, dat hij hoopte, dat het plebisciet tegen eind November achter den rug zou zijn, zoodat iedereen een vredig Kerstfeest zou kunnen vieren. Door bemiddeling van minister-president Chamberlain heeft het Britsche Legioen een gift van 30 pond sterling ontvangen, afkom- stig van een Nederlander, benevens 100 pond sterling, welke zijn bij eengebracht door vijf Zwitsersche onderdanen, alsmede tien shilling van een gewezen Duitsch soldaat, die in Zwit- serland woont. BELEEDIGING VAN DE „VIER VAN MuNCHEN". De Zwitsersche bondsraad heeft voor den duur van drie maanden de publicatie, den ver koop en de verspreiding van het Journal des Nations, dat te Geneve gevestigd is, verboden, evenals van ieder blad, dat ervoor in de plaats zou komen. Deze maatregel is gegrond op een artikel van 30 September, getiteld: ,,Respijt nooh oorlog zijn synoniemen van vrede". Waarin de conferentie der vier staatslieden te Miinchen een „club van spekslagers" werd genoemd. Deze uitdrukking, aldus de Bondsraad, gaat ernstig de grenzen van critiek in den zin van het arrest van den Bondsraad van 26 Maart 1934 te buiten en kan met het oog op den tegenwoordigen internationalen toestand de goefde betrekkingen van Zwitserland met het buitenland ernstig in gevaar brengen. RUILING BEVOLKINGSGROEPEN IN TSJECHO-SLOWAKIJE. De commissie van ambassadeurs, d.wS. de intemationale commissie inzake het accoord van Miinchen zou waarschijnlijk (heden) Maanidag weer bijeenikomen na de vorige week haar voomaamste taak te hebben volbracht, n.l. vaststelling van de grens van de zooge- naamde vijfde z6ne, de laatste streek, welke door de Duitsche troepen uiterlijk 10 October zal worden bezet. Het voornaamste vraagstuk dat de commis sie heden te behandelen zou krijgen betreft het lot van de Duitschers in Tsjecho-Slowakije bud ten die zone: Hitler heeft gezegd, dat er nog 400.000 Duitschers buiten de nieuwe grens wonen en dat hij wenscht, dat deze naar Duitschland komen. Duitschland hecht geen waarde aan het grondgebied waarop die Duitschers wonen en 'dat voomamelijk bestaat uit het „taaleiland" rondom Iglau. Men kan zich hier niet voorstellen, dat Duitschers niet gaame alles in den steek zouden willen laten om naar het vaderland terug te keeren, en zelfs niet bereid zouden zijn hun woonsteden te verlaten, en daarom zal waarschijnlijk een railing van bevolkingsgroepen worden voorge- steld, n.l. de Tsjechen in het nieuwe Duitsche gebied te ruilen tegen de Duitschers buiten de nieuwe grens. Er is nog geen bepaald besluit genomen over de vraag of er al of niet plebiscieten ge houden zullen worden, maar men kan wel zeggen, dat Duitschland om allerlei redenen liever in het geheel geen plebiscieten zou wil len houden en er de voorkeur aan geeft alles door onderhandelingen te regelen. De commissie heeft nog twee details ge- regeld. De Tsjechen wil'den hun voorraden kstoen en wol in de nieuwe Duitsche zones als deel van het „oorlogsmateriaal" dat zij mee mochten nemen, behouden. Besloten is, dat de Tsjechen 30 pet. van die voorraden moch ten behouden. Daarentegen heeft Duitsch- land het Tsjechische verzoek de zware ma chines en de ij-zer- en staalvoorraden mee te mogen nemen, niet ingewilligd. DALADIER IS BOOS OP DE PERS. De Fransche minister-president Daladier heeft Donderdagavond tegenover vertegen- woordigers van de pers in het ministerie van oorlog een verklaring afgelegd van den vol genden inhoud: ,,Ik heb van het parlement de volmachten gekregen, die mij onontbeerlijk waren om de openbare financien te saneeren en de econo mische bedrijvigheid des lands te doen toe- nemen. Nauwelijks enkele uren na de slui- ting van de parlementszitting is het gewone spel begonnen van de voorspellingen, de regen van onjuiste berichten en de gebruikelijke uit- spatting van valsche berichten. Om strijd denkt men de dwaaste maatregelen uit om beter ingelicht te lijken. Dergelijke praktijken hebben natuurlijk tot gevolg, dat de openbare meening in verwarring wordt gebracht en dat de belangen, die zich bedreig-d meenen, wor den gealarmeerd, dat onrust gezaaid wordt op een oogenblik, waarop integendeel de terug- kear van het vertrouwen zich aanmeldt. Ik ben besloten een einde te maken aan al ■;is rampzalige fantasieen. Wanneer ze moch ten tjljjvan voortduren, zal ik niet aarzelen de noodige sanctiemaatregelen te nemen. Ik heb zelf vastberaden de zwaarste verantwoorde- lijkheden op mij genomen. Is het dan te veel gevraagd, dat men mij rustig en stil laat werken Na ernstige en diepgaande studie en op het moment, dat ik noodig zal oordeelen, zeker niet eerder dan na verscheidene dagen van arbeid, zal ik de beslissingen nemen, die mij billijk en nuttig voorkomen. Ik verzoek dus alien Franschen volstrekt geen geloof te hechten aan alle z.g. inlichtin- gen, die men hun zou kunnen geven over de aanstaande decreten. Het is niet mijn ge- woonte mijn plannen toe te vertrouwen aan wie ook. Ik hoop, dat alle Franschen de be slissingen der regeering zullen afwachten met dezelfde kalmte, als in de gevaarlijke dagen, die wij zoojuist doorgekomen zijn." HET GEBEURDE TE WEENEN. Zaterdag hebben, schrijft -de N. R. Crt., te Weenen relletjes plaats gevonden op den Ste- phanplatz, welke tegen de roomsch-katholieke kerk waren gericht en waarbij het paleis van kardinaal Innitzer het heeft moeten ontgel- den. Het is niet de eerste maal, dat in Duitsch land een bisschoppelijk paleis het moet ont- gelden. Men zal zich herinneren, dat iets der- gelijks ook te Rottenburg met mgr. Sproll is voorgevallen. Nochtans komt het velen onbegrijpelijk voor, dat de woede van een deel van het publiek zich thans tegen den kardinaal In nitzer keert. Hij toch leeft in veler gedachten als de man, die direct na de aansluiting van Oostenrijk bij het Duitsche rijk in een twee- tal officieele brieven zijn instemming daar mede te kennen heeft gegeven en deswege bij het Vaticaan ter verantwoording werd ge- roepen. Op dat oogenblik onderhield Innitzer hartelijke relaties met de Duitsche autoritei ten, die tevergeefs op een soortgelijk gebaar van de kerkelijke autoriteiten in het ,,Alt- reich" hebben gewacht. In de maanden, welke sindsdien verliepen, is er echter veel veranderd en daarbij zijn de betrekkingen tusschen kardinaal Innitzer en de autoriteiten er geenszins op vooruit gegaan. Al heel spoedig is tusschen hen een spanning en verwijdering ontstaan, welke in de laatste maanden is gegroeid. Enkele dagen geleden is dat nog eens duidelijk tot uiting gekomen. Ter gelegenheid van het feit, dat de Sudetenduitschers in het Duitsche rijk kwamen, stuurde het Duitsche episcopaat Hitler een gelukwensch. Het Oostenrijksche episcopaat zweeg echter bij deze gelegenheid en dit kleine feit laat duidelijk zien, hoe zeer de betrekkingen tusschen den staat en de beide episcopaten zijn veranderd. Velerlei oorzaken hebben het hunne er toe bijgedragen, dat de betrekkingen tusschen de Duitsche autoriteiten en den kardinaal ver- koelden. Vol optimisme heeft de laatste in den beginne de samenwerking geeocht. Hij, die Oostenrijksche met Duitsche toestanden had vergeleken, en op grond daarvan vooral de aansluiting toejuichte, hoopte ook de be trekkingen tusschen de roomsch-katholieke kerk in het geheele land en de regeering door zijn geste en invloed te kunnen verbeteren, althans daarop een krachtigen invloed ten goede te kunnen oefenen. Heeft Innitzer zich vergist? Heeft hij ge- meend, dat oude Oostenrijksche betrekkingen tusschen kerk en staat zouden blijven voort- bestaan met slechts een wisseling in de be- stuurders? Men moet niet vergeten, dat deze betrekkingen in Oostenrijk, als vrijwel geheel roomsch-katholiek land, anders waren dan in Duitschland. Duidelijk spreekt dit bij de schoolkwestie, welke ook nu weer den hoofd- schotel van de meeningsverschillen vormt. In Duitschland had de kerk eigen scholen, vorm- de zij als het ware een min of meer zelf- standige organisatie. In het oude Oostenrijk echter bestond deze scheiding niet. De wet kende slechts staatsscholen, maar waar vrij wel alien tot het zelfde geloof behoorden, werkten staat en kerk bij dit onderwijs op zeer bevredigende wijze samen. Al was de staat dus nominaal degene, die het onderwijs in handen had, door middel van den staat had de kerk een bijna beslissenden invloed. Innitzer heeft het positieve in het natio- naal-socialistische bewind gezien, hij heeft ge- meend, dat de prettige samenwerking tus schen kerk en staat zich ook onder dit be wind kon handhaven en tot heil van den staat kon leiden. Lang heeft dat niet geduurd, want de kardinaal moest ervaren, dat de staatsschool naar Duitsche opvatting nog iets anders was dan naar -Oostenrijksche. Reeds enkele maanden na de aansluiting waren de betrekkingen tusschen de autoriteiten en In nitzer vrij gespannen. Sindsdien is het er door allerlei maatregelen niet beter op ge- worden. Tot een openlijke botsing kwam het enkele weken geleden, toen van staatswege werd be paald, dat geen leerling kan worden gedwon gen godsdienstoriuerwijs op de scholen te vol gen en dat -de leerlingen op 14-jarigen leeftijd het recht hebben te kiezen of zij het gods- dienstonderwijs willen volgen of niet. Innitzer antwoordde hierop met een oproep, dat de ouders zich bewust moesten zijn van hun plicht om hun kinderen dit onderwijs te doen volgen. Bovendien heeft de kardinaal den laatsten tijd meermalen dingen gezegd, welke de wereldlijke autoriteiten als inmenging in staatszaken en critiek op het nationaal-socia- lisme beschouwden. Intusschen wordt uit Berlijn verklaard, dat de daders streng zullen worden gestraft. Gouwleider Biirckel heeft ter verduidelijking verklaard, dat zij voor eenigen tijd naar een concentratiekamp zullen worden gezonden. Er behoeft geen twijfel over te bestaan, dat in officieele kringen de daad als zoodanig wordt afgekeurd en dat zij, die meenden op deze wijze uiting te moeten geven aan hun nationaal-socialistische gevoelens jegens de kerk, geruimen tijd zullen krijgen om er over na te denken, hoe men in het Derde Rijk zijn meening kenbaar moet maken. Nochtans meene men niet, dat met de offi cieele afkeuring van de demonstraties iets aan de houding van den staat jegens de kerk zal veranderen. Wij veroorloven ons een pa rallel te trekken met de kwestie der Joden, om nog duidelijker onze bedoeling naar voren te brengen. Eenige maanden geleden vonden in Berlijn manif-estaties tegen de Joden plaats. Zij hielden na een paar dagen, toen de regee ring dat wenschte, dadelijk op. Maar dit be- teekende niet, dat de actie van de regeering zelf tegen de Joden oo-k maar iets verminder- de. Hetgeen men zich op dat gebied had voor- gesteld, wordt onverminderd uitgevoerd en men zou de uitspattingen kunnen beschou- wen als een tijdelijke begeleidingsmuziek, waarvan de bedoeling nog niet geheel duide lijk is. Op gelijke wijze kan men de uitspattingen tegen de kerk te Weenen beschouwen. Het nationaal-socialisme en het roomsch-katho lieke geloof zijn twee levensopvattingen, welke elkaar niet verdragen. De staat heeft zijn eigen zienswijze ten op zichte van de positie van de kerk in de ge- meenschap en de plaats, welke haar daarbij toekomt. Hij zal met alle ter beschikking

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5