ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
STEENKOLEN
Marion's groote avontuur
Ni 9823
WOENSDAG 12 OCTOBER 1938
78e Jaargang
Feuilleton
Binnenland
ADRIAANSENS STEENKOLENHANDEL,
EERSTE RLAD
Bescherming tegen Luchtaanvallen.
Algemeene Gedragsregels.
IN LOSSING te Terneuzen, Rosegracht, tot en met Woensdag 19 October a.s.,
schip „Adri" (548 ton) met
Duitsche Stuk- en Kachelkolen, 90 °/0 grof.
Duitsche Eierkolen, eerste kwaliteit.
Duitsche Smeekolen, van 1e klas mijn.
TEVENS VERKRIJGBAAR aan de magazijnen:
Duitsche Brech-Cokes (20/4 en 40/60), Briketten (3 K.G.), Bruinkoolbriketten (G R.),
ing Noten en Anthraciet in diverse afmetingen.
Wales Anthraciet (le soort) aan Ia«e prijs.
BURG. GEILLSTRAAT 58 - TEL, 354.
p.S. In elke hoeveelheid aan huis bezorgd.
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bjj vooruitbetaling.
Uitgeef st»rFirma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgtaar is. Intending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERS^lilJNT EEDEREN MAANDAO-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DI EN STPLIGHT
Inlevering van rijksgoederen.
Ten vervolge op de publicatie van 17 Sep
tember 1038, wordt aan belanghebbenden
medegedeeld, dat de inlevering van rgksgoede-
ren niet zal plaats hebben op 13 October 1938,
des namiddags 3 uur, in de voormalige school
aan bet Schoolplein, doch op 20 OCTOBER
1938 op denzelfden tijd en op dezelfde plaats.
Temeuzen, 11 October 1938.
De Burgemeester van Temeuzen,
P. TELLEGEN.
BEKENDMAKING.
De Burgemeester van TERNEUZEN, over-
wegende, dat de op 27 October 1938 te houden
oefening in de luchtbeschermiing het voor-
schrijven van algemeene gedragsregels nood-
zakelijk maakt;
Gezien de door den Minister van Binnenland
sche Zaken verleende goedkeuring;
Gelet op artiikel 12 ider Wet betreffende
bescherming tegen luchtaanvallen
Stelt vast de volgende gedragsregels, welke
zullen gelden op 27 October 1938,
in den narniddag van 2.45 uur4.15 uur.
1. bij het sein „Luchtalarm", hetwelk ge
geven zal worden door middel van sirene's
en stoomfluiten, welke gediurende twee
iminuten achtereen zullen loeien, is ieder
verplicht onmiddellijk iden openbaren weg
te verlaten en toerging te zoeken in hui-
zen, card's, portieken, als anderszdms, zoo-
mede in de daarvoor bestemde openbare
schuilplaatsen, welke des daags worden
aangegeven door een blauwe vlag en
's nachts door een blauw licht gevende
lantaarn. Ieder is dan verplicht degene,
die zich daartoe aanmeldt, in zijm huis,
als anderszins toe te laten en dekking te
verschaffen, uitgezonderd ziekenhuizen
en woningen met ernstige zieken;
2. motorrijtuigen en andere voertuigein moe-
ten rechts van den weg worden geplaatst,
terwijl de lichten daarvan moeten worden
gedoofd. Trekdieren moeten aan boomen
e.d. stevig worden vastgebonden en onder
toezicht blijven van de geleiders;
3. Niemann, ibebalve het luchtbeschermings-
personeel en de politie, mag zich buiten
noodzaak op straat begeven.
4. Het is verboden terreinen, gebouwen e.d.
te betreden, iwelke door gifgas zijn besmet
of verondersteld worden besmet te zijn
zooals door afzetting is ken'baar gemaakt;
5. Het onder 1 t/m 4 gestelde, geldt totdat
het sein „Luchtalarm" geeindigd, be-
staanide in het ludden der klokken van de
R. K. kerken, is gegeven.
In den avond van 810 uur geldt het
navolgende:
1. de straatverlicbting wordt gedoofd;
2. het uitstralen van licht uit of op huizen,
gebouwen, woonwagens, woonschepen of
vaartuigen is verboden;
3. het verbod sub 2 betreft tevens van bui-
tenaf zichtbare voorwerpen, als licht-
recl^nes, automaton, benzinepompen,
klokken, enz.;
4. bij het verlaten van huizen of gebouwen
is men gehouden er tegen te waken, dat
licht door geopende deuren naar buiten
kan stralen;
5. het gebruik buitenshuis van lantaams
(behoudens de sub 6 genoemde gevallen),
Roman van I. F. J. Groothedde.
Nadruk verboden.
11) Vervolg.
,,Ben je daar, Jim en Hall Pennock? Luis-
ter, jongens, ik moet jullie iets vertellen." Hij
zweeg geruimen tijd, alsof hij zich bedenken
moest en begon dan op zadhten, murmelen-
den toon:
,,Ik heb jouiw bier gehaald, (Hall Pennock,
om een scbuld af te doen. Toen ik een jongen
was, zooals jullie nu, woontje ik niet bier,
maar in Kentucky, aan de oevers van de
Ohio."
Hall keek verrast op en wilde wat zeggen,
maar reeds vervolgde Pavlick:
,,We hadden daar een kleine farm, die ons
niet rijk maakte, maar ons toch ruimschoots
brood verschafte, althans, dat dacht ik. Maar
toen mijn vader stierf, bleek het, dat hij ons,
bebalve de farm, nog een aanzienlijke som
gelds bad nagelaten. Moeder volgde vader
spoedig in het graf en zoo iwas ik alleenheer-
scher op de farm. Ik begreep heel spoedig,
dat er een vrouw op de boerderij moest zijn
niet een vreemde, maar een, die ik alles kon
toevertrouwen en daarom begon ik naar etn
echtgenoote uit te zien. Hij zweeg en fronste
zijn wenkbrauwen, alsof de herinnering hem
niet aangenaam was. Zijn adem kwam flui-
tend uit zijn half geopenden mond en op zijn
voorhoofd verschenen kleine zweetdroppeltjes.
,,Zou u niet liever wachten, vader?" vroeg
Jim, ,,het spreken vermoeit u te veel."
,,Neen, neen", scbrok hij op, „ik moet het
vertellen, voor het te laat is. Luister." Zijn
stem zakte weer af tot denzelfden monotonen
fakkels en andere lichtgevende voorwer
pen, zoomede het ontsteken van eenig
vuur is verboden;
6. het verkeer te land is verboden, tenzij het
aan de navolgende eischen voldoet: de
lichten van motorrijtuigen en voertuigen
moeten bedekt worden met zwart of
blauw papier of andere vrijwel ondoor-
schijnende stoffen, waarin een spleet van
ten hoogste 5 c.M. breedte en ten hoogste
1 c.M. hoogfce onder het brandpunt van de
lamp kan worden vrij gelaten;
MOTORRIJTUIGEN mogen slechts de
z.g. STADSLICHTEN voeren;
RIJWIELEN mogen GEEN LICHT voe
ren.
Voldoet de verlichting van een motor-
rijtuig of rijwiel niet aan deze eischen, ter
beoordeeling van de politic, dan wordt
verder gebruik van het voertuig of rijwiel
verboiden.
7. de snelheid van het toegelaten verkeer
moet gering zijn, althans zoodanig, dat
gelet op de voorschriften sub 6 daar-
dbor geen gevaar ontstaat;
8. bet verkeer te water wordt geheel ver
boden en gestremd'; bruggen, sluizen enz.
worden niet bedierud, nocb verlicht;
9. het is voetgangers verboden buiten nood
zaak, ter beoordeeling van de politie, op
het voor het rijverkeer bestemde gedeelte
van de wegen te loopen of te vertoeven.
POLITIE: Hiertoe behooren alle ambte-
naren van rijks- en gemeentepolitie, be-
zoldigd of onbezoldigd.
HjULPPOLITIE: Hiertoe behooren alle
personen, daartoe door hem, Burgemees
ter, aangewezen en voorzien van een legi-
mitatiebewijs; zij zullen rond den linker
bovenarm dragen een witten band met
daarop de letter P. in zwarten inkt.
Niet-naleving van de boven vermelde
gedragsregels is strafbaar
en istelt bloot aan veroordeeling tot gevange-
nisstraf van ten hoogste twee jaren of geld-
boete van ten hoogste duizend1 gulden, terwijl
deze straffen verlaagd worden tot ide helft ten
ajanzien van hem aan wiens schuld te wijten
is, dat aan bedoelde verplichtingen niet wordt
voldaan. De ambtenaren van politie, naar
wier oordeel iemand een feit pleegt, waardoor
de luchtbeschermingsoefeningen in gevaar
worden gebracht, zijn bevoegd, na aanmaning,
op ikosten van den overtreider de noodige
maatregelen te treffen of te doen treffen.
Zij zijn in dat geval bevoegd zoo noodlg te
alien tijde een waning tegen den wil van den
bewoner te betreden.
Geenerlei aansprakelijkheid wordt aanvaard
voor schade, welke uit de hieibovenstaande
voorschriften mocht voortvloeien.
Ieder, die zich gedurende de voormelde tijd-
vakken op straat bevindt, doet zulks geheel
voor eigen risico.
Ieder is verplicht aan de door of vanwege
den Burgemeester in het belang der oefenin-
gen gegeven bevelen of aanwijzingen onmid
dellijk gevolg te geven en alle medewerking
desgevraagd onmiddellijk te verleenen.
Temeuzen, 12 October 1938.
De Burgemeester voomoemd,
P. TELLEGEN.
DE OPROEP VAN DE KONINGIN.
Naar aanleiding van de verklaring, door
Koningin Wilhelmina gedaan in antwoord op
den oproep van de Nederlandsche groep voor
moreele en geestelijke herbewapening, schrijft
het Brusselsche Laatste Nieuws o.m. het
volgende
„Hoe klinkt deze taal hartverheffend in
deze dagen, waar nog zoo pas het oorlogs-
geweld dreigde los te breken, juist omdat die
deun, soms bijna onhoorbaar, toen hij ver
volgde
„Er woonde daar een wondermooi meisje
Isabella geheeten. Ik werd verliefd >p haai
maar ik merkte spoedig, dat er mededingers
waren."
Hall keek opzij en zag, dat Jim zijn vuis-
ten balde.
,,Het was in dien tijd gewoonte, om een
meisje te vechten. Ik heb dat gedaan en ik
versloeg al mijn tegenstanders. Ik versloeg
ze allemaal, op een na en die een... was Hall
Pennock, jouw vader, Hall. We vochten als
leeuwen met elkaar, maar steeds hleef de
strijd onbeslist. Isabella had natuurlijk den
knoop kunnen doorhakken, door zich voor een
van beiden uit te spreken, maar dat deed ze
niet, ze moedigde ons allebei aan en dat
maakte me razend. Wat financieele omstan-
digheden betreft, stonden we gelijk. Pennock
bezat eveneens een mooie farm, die voor de
mijne niet onder behoefde te doen. Ik begreep,
dat ik van geen kant de voorkeur had en toen
ging ik op middelen peinzen, om die te krij
gen. Toevallig vemam ik, dat Isabella eens
gezegd had, dat ze nooit met een arbeider
huwen zou. Armoede vond ze iets vreeselijks.
Toen ik dat wist, rijpte bij mij een boosaardig
plan en God beter 't... ik heb het uitgevoerd
ook".
Een doodelijke stilte viel in het vertrek.
Pavlick kreunde en sloeg zijn oogen op.
,,Ben je daar nog, Hall, ik kan je niet goed
zien."
Hall boog zich over hem heen.
,,Ja, nu zie ik je. Kun je me verstaan?'
Zonder antwoord af te wachten, vervolgde hij
,,Ik ging het veld in en plaatste eenige val-
len, waarin ik twee vossen ving. Die nam ik
mee naar huis, bond ze aan elkaar, beves-
tigde stroo aan hun staarten, stak dat in
brand en joeg ze toen in de korenvelden van
Pennock. Het was in den nacht en zoo kwam
het, dat alles al inlichte laaie stond, voor er
iemarfd op kwam dagen. Honderden hectares
gedachten van eerlij'kheid en vrede maar al
te zeer uit het na-oorlogsche EUropa zijn uit-
geroeid geworden.
Men zal wellicht inbrengen, dat het vooral
in deze tijden, van een overdreven idealisme
getuigt in de uitstralende kracht van deze
gedachten te gelooven.
Wlaarover echter iedereen het zaJl eens zijn
is over het feit, dat de kleine landen, die wer-
kelijk aan den vrede gehecht zijn, die geen
gehiedsuitbreiding in het schild voeren en
die niet beter vragen dan de groote mogend-
heden te zien overeenkomen, op een grond-
siag van eerlijkhe'id en betrouwbaarheid, er
slechts voordeel kunnen hij hebben, ihdien
deze gedachten over alle grenzen heen den
weg weten te vinden naar het hart van alle
volkeren."
KOLONEL LINDBERGH TE
ROTTERDAM.
Kolonel Lindbergh, de bekende Amerikaan-
sche Oeeaan-vlieger, is Maandagmiddag, ver-
gezeld van zijn echtgenoote, onverwacht op
het vliegveld Waalhaven geland. Slechts wei-
nigen hebben de komst van kolonel Lindbergh
gemerkt. Op zijn verzoek werd geen rueht-
baarheid aan zijn verblijf in Rotterdam ge
geven.
Het echtpaar vertrok Dinsdagmorgen weer
naar Berlrjn, waar Lindbergh zal deelnemen
een een vergadering van luchtvaartdeskun-
digen.
DE RAMP VAN DE SCH. 102.
De minister van Economische Zaken, mr.
Steenberghe, onder wiens departement de vis-
scherijen ressorteeren, heeft Maandagmiddag
een bezoek gebracht aan de nagelaten betrek-
kingen der slachtoffers van de ramp, welke
Zondagmiddag aan de Sch. 102 voor de Sehe-
veningsehe haven is overkomen.
Koninklijke deelneming.
De burgemeester van 's Gravenhage, mr. S.
J. R. de Monchy, heeft zich Dimsdagmiddag
in opdracht van H.M. de Koningin begeven
naar de door de scheepsramp bij Scheveningen
getroffen families en naar de betrokken ree-
derij, ten einde de deelneming van H.M. te
betuigen.
IR. J. W. ALBARDA GEHULDIGD IN
VERBAND MET ZIJN 25-JARIGE
KAMERLIDMAATSOHAP.
Zondagochtend is ir. J. W. Albarda in het
Concertgebouw te Amsterdam gehuldigd in
verband met zijn 25jarige lidmaatschap van de
Tweede Kamer. Aanwezig waren vele kamer-
leden, oud-kamerleden, bestuursleden van de
S.D.AjP. het N.V.V., het instituut voor arbei-
dersontwikkeling en vele anderen.
De heer Ed. Polak, voorzitter van de fede-
ratie Amsterdam, heeft den heer Albarda toe-
gesproken. Namens de Ned. Zionistische ar-
beidersvereeniging Poale Sion bood hij een do
cument aan, dat de mededeeling bevatte dat
in Palestina een boom naar den jubilaris is
genoemd.
De heer Albarda hield daarna een uitvoerige
rede, waarin hij den huidigen politieken toe-
stand besprak en betoogde, dat een actie
moet worden gevoerd tot herstel van de col-
lectieve veiligheid. Een intemationale con-
ferentie zou daarhij goede diensten kunnen
bewijzen.
Ter gelegenheid van het zilveren jufoileum
van ir. J. W. Albarda als lid van de Tweede
Kamer heeft de federatie Den Haag varj de
S.D.A.P. Maandagavond een openbare verga
dering gehouden in het Gebouw voor kunsten
en wetenschappen.
Op deze vergadering heeft ir. Albarda een
rede gehouden, waarin hij o.m. als zijn mee-
ning uitsprak, dat de vrede van Munchen
slechts een overgang beteekent van den eenen
toestand van gevaar naar een anderen toe-
stand, welke misschien nog gevaarlijker is.
Ook Chamberlain en Daladier hebben dit he-
gingen verloren, het vuur was niet meer te
stuiten. Ik wist, dat ik Pennock geruineerd
had en dat deed me een duivelsch plezier.
Toch was ik nog niet tevreden. Zooals je
wel begrijpen zult, toog iedereen uit, om het
verschrlkkelijke schouwspel te zien en te red
den, wat er nog te redden was. In zelf hielp
duchtig mee, maar toen ik de kans schoon
zag, sloop ik weg naar Pennock's farm, stopte
vliegensvlug bossen stroo op tien, twintig
plaatsen en stak die aan, zette nog schuren
en bijgebouwen in vlam en haastte me langs
een omweg naar het veld terug. Niemand
scheen iets van mijn afwezigheid bemerkt te
hebben en zoo had ik dus een prachtig alibi.
Om kort te gaan, toen Pennock laat in den
nacht terugkeerde van een feestje in de stad,
vond hij alles tot den grond toe afgebrand
Zijn wanhoop was verschrikkelijk, maar ik
lachte. Ik lachte om zijn verdriet, omdat ik
wist, dat Isabella hem nu niet meer zou wil-
len hebben. Het werd nog erger, dan ik ge-
dacht had. Pennock was een vooruitstrevend
man en hij had, hoewel het toen nog geen ge
woonte was, zijn bezittingen verzekerd. Maar
toen hij bij de verzekeringsmaatschappij aan-
klopte om het geld, ging deze de zaak onder-
zoeken en kwam tot de conclusie, dat de
brand met opzet was aangestoken. Pennock
was afwezig geweest en dus... werd hij voor
het gerecht gedaagd ter zake van opzettelijke
brandstichting, met het doel, de verzekerings
som machtig te worden. Ik gnuifde, maar ik
deed natuurlijk even verontwaardigd als de
rest. Pennock verdedigde zich met den moed
der wanhoop, maar het einde was, dat hij
tot een zware boete veroordeeld werd. Hij
had nog geld op de Bank, maar dit was niet
toereikend en daarom moest hij ook eenige
weken zitten. Toen hij terugkeerde, was ik
getrouwd met Isabella, ik had de overwin-
ning behaald". Hijgend zonk Pavlick nog
verder achterover, zijn handen klemden zich
aan de dekens vast.
Hall staarde somber voor zich uit. In zijn
(Ingez. Med.)
grepen en in hun resp. hoofdsteden terugge-
keerd op verdubbelde bewapening aangedron-
gen. Aan Hitlers verzekering geen territoriale
begeerten meer in Europa te hebben hecht spr.
geen geloof.
Aan dezen toestand hebben de Westersche
democratieen ook schuld, omdat zij hebben
nagelaten een sterken Volkenbond te vormen.
Voor gevoel van blijdschap is naar sprekers
meening geen reden.
Aan huldiging van Chamberlain en Dala
dier heeft spr. dan ook geen behoefte, maar
hij heeft groote bewondetring voor Benesj, die
den Nobelprijs voor den vrede zeker verdiend
heeft.
Ook voor ons land dreigt er gevaar wan-
neer Duitschland straks ons wil „bevrijden".
Vrede hebben wij niet gekregen, slechts een
pauze, waarin het zaak is een intemationale
rechtsorde op te bouwen en de collectieve
veiligheid te versterken.
De heer Albarda eindigde met een beroep op
aller samenwerking om den vrede te redden.
Als voorzitter van de federatie den Haag
der S.D.A.P. heeft de heer J. E. Stokvis den
heer Albarda gehuldigd namens de Haagsche
moderne arbeidersbeweging.
Onder Alharda's leiding, zoo zeide de heer
Stokvis o.m., is de partij volkomen gereed ge-
komen voor de regeeringstaak. Spr. ging den
levensloop van den heer Albarda in Den Haag
na en meende, dat de Haagsche arbeiders
beweging hem zeer dankbaar behoort te zijn,
voor hetgeen hij in haar belang heeft gedaan.
Het strekt den heer Albarda tot eer, dat hij
ons 'staatsburgerschap, na moeizamen strijd
verworven, door hardnekkigen strijd heeft
weten te bewaren, aldus spr. Troelstra was
voor de partij de architect, Albarda is voor
haar de ingenieur, niet die van koele bereke-
ningen maar een met een warm hart.
Spr. besloot met de verzekering: „Gij kunt
op ons rekenen zooals wij op u rekenen".
De heer Albarda heeft voor deze hulde ge-
dankt en zijn gehoor verzekerd, dat zijn ge
loof in de arbeiderskiasse hem steeds tot steun
is geweest.
VRIJSTELLING VAN DIENSTPLICHTIGEN
IN GEVAL VAN OORLOG.
In voorbereiding is een algeheele wijziging
van het mobilisatie-vrijstellingsbesluit (St.bl.
1923 nr 119) en van de Mobilisatie-vrijstel-
lingsbeschikking.
In afwachting hiervan is een nieuwe ,,lijst
II", behoorende bij de thans nog van kracht
zijnde ,,beschikking", vastgesteld, ter vervan-
ging van de tot nu, toe geldende ,,lijst II".
Deze lijst bevat een opsomming van de groe-
pen van dienstplichtigen, die in geval van
oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone
omstandigheden voorloopig niet aan een bui
tengewone oproeping in werkelijken dienst be-
hoeven te voldoen.
geest zag hij zich staan bij de troostelooze
ruine, aan de hand van zijn vader, die allerlei
bedreigingen mompelde.
,,Ik had de overwinning behaald", hernam
Pavlick, heel zacht nu, ,,dat dacht ik tenmin-
ste. Maar de mooie Isabella ontpopte zich
weldra in een ware duivelin. Hoe ze er achter
gekomen was, kan ik niet zeggen, maar reeds
den tweeden dag van ons huwelijk beet ze
me toe:
,,Jij hebt dien brand gesticht bij Pennock"
en dat heeft ze herhaald, al die dagen van
haar leven. Ze was ontzettend verkwistend,
maar met de bedreiging, dat ze me verraden
zou, wist ze me telkens hoopen geld afhandig
te maken. Ik kreeg een leven als een hel.
Zwaar heb ik moeten boeten voor de misdaad,
die ik bedreven had."
(Hij slikte een paar keer krampachtig,
kreunde plotseling diep en vervolgde dan
haastig, alsof hij hang was, geen tijd meer te
zullen hebben:
,,Jouw vader verhuurde zich als knecht op
een farm en trouwde met een armtierig
schepseltje, dat reeds bij jouw geboorte stierf.
Hoe het verder met hem ging, weet ik niet,
want ik kon het in die streek niet langer uit-
houden en ik hen hier naar toe gegaan en
heb hier deze ranch gebouwd. De aanblik
van koren kon ik niet meer velen. Isabella
protesteerde heftig, maar ik trok me er niets
van aan, ik ging en zij ging mee. Ze is hier
spoedig gestorven en ik moet zeggen, het was
een verlichting voor me. Natuurlijk had ze
weer gedreigd, me te zullen verraden. Of ze
het gedaan heeft, ik weet het niet, doch ik
vermoed het, hoewel ik het pas een paar
dagen geleden gemerkt heb. Luisteren jullie
nog even, mijn verhaal is nu spoedig geein
digd en het wordt tijd, ik voel, dat het leven
me ontglipt."
Jim streelde zijn vaders hand en dat scheen
hem nieuwe kracht te geven, want eenigszins
luider vervolgde hij:
,,iDe vorige week ging ik naar New-York
VERLAGING VAN TELEFOON-
TARIEVEN.
De Kamer van Koophandel voor Rijnland
(Leiden) heeft besloten een adres te richten
tot den minister van Binnenlandsche Zaken
inzake den achterstand van Nederland op
telefoongebied.
Dat er een achterstand is in het gebruik,
komt omdat de telefoon te duur is; duur ten-
gevolge van de hooge bedragen, die jaar in
jaar uit door het telefoonbedrijf in de staats-
kas moeten worden gestort. Behalve een zeer
hooge rente stortte het telefoonbedrijf de
laatste jaren per abonne in de staatskas:
in 1927 f 30,78, 1928 32,93, 1929 f 54,50, 1930
29,54%, 1931 32,22, 1932 23,59, 1933
34,17, 1934 32,02, 1935 25,44, 1936 f 26,70,
1937 34,78.
Het is tevens opmerkelijk, dat andere lan
den het groote belang, verbonden aan een
goede verkeersmogelijkheid per telefoon, zeer
terdege w61 hebben ingezien en geen of nage-
noeg geen extra bedragen boven een redelijk
rentepercentage heffen. Nederland is ten deze
dan ook in een zeer hooge en droeve uitzon-
deringspositie.
De Kamer veroorlooft zich dientengevolge
voor te stellen, deze voor ons land en volk
schadeilijken en beschamenden achterstand te
doen verdwijnen, door de bijna 6.5 millioen
gulden, welke door het telefoonbedrijf boven
de hooge rente in de staatskas worden ge
stort, te gebruiken om.de tarieven voor de lo
cale en interlocale gespreksgelden met ruim
de helft te verlagen.
De Kamer is van meening, dat bij een goed,
geleide propaganda voor de telefoon, het aan-
tal gesprekken ongetwijfeld zeer omhoog zou
gaan en het aantal telefoonaansluitingen snel
zou toenemen. Zooals bij vroegere tariefver-
lagingen trouwens gebleken is.
DE RENTE VAN DE
WONINGVOORSGHOTTEN VERLAAGD
TOT 3 </2 PCT.
Thans is verschenen de circuiaire, van den
minister van binnenlandsche zaken aan de
gemeentebesturen, waarin deze bewindsman
mededeelt, dat met ingang van het annui-
teitsjaar 1938'39 de rente van alle verleen
de woningwetvoorschotten voorzoover daar
voor thans een hoogere rentevoet geldt, wordt
verlaagd tot 3% pet., teneinde de rente van
deze voorschotten meer in overeenstemming te
brengen met den geldenden rentestand, als-
mede om tegemoet te komen aan de vele ver-
zoeken van gemeentebesturen om rentever-
laging.
De verlaagde annuitei'ten, berekend naar
dezen verlaagden rentevoet, en gebaseerd op
de dan geldende restant looptijden, zullen der-
halVe voor de eerste maal zijn verschuldigd
per den vervaldag der annuiteiten in 1939.
De met de hernieuwde renteverlaging vrij-
om geld voor geleverd vee in ontvangst te
nemen. Zooals gewoonlijk verliep alles naar
wensch. Ik kreeg het geld en verlangde er
zoo spoedig mogelijk mee thuis te komen.
Maar het was later geworden dan ik dacht,
want toen ik aan het station ging informee-
ren, bleek de avondtrein al weg te zijn. Ik
was dus genoodzaakt den nacht in New-York
door te brengen en daarom verliet ik het sta
tion, om een geschikt hotel op te zoeken.
In het half-donkere portiek van den uit-
gang botste ik bijna tegen iemand op.
„Kijk uit," bromde de kerel. Ik meende
iets bekends in die stem te hooren en keek
snel op. Maar de man had zijn gezicht al af-
gewend en ik stapte dus maar door. Een
eind buiten het station haalde een auto mij
in en de chauffeur riep:
,,Taxi, mijnheer?" Nu heb ik een gruwe-
lijken hekel aan die dingen, maar ik bedacht,
dat ik in het donker niet gemakkelijk een
hotel zou kunnen vinden, dat voor mij ge
schikt was en dat, met het oog op het vele
geld, het dwalen over de straat erg gevaarlijk
was en daarom stapte ik in, nadat ik den
chauffeur het doel van mijn tocht meegedeeld
had.
,,Komt in orde, mijnheer, ik breng u naar
een uitstekend hotel en niet duur", antwoord-
de hij lachend. Hij gaf een ruk aan deze en
gene handle en daar stoven we heen. Ik moet
je zeggen, ik hield mijn hart vast. Die vent
scheen geen gevaar te zien. We raasden door
een wirwar van straten en straatjes en alhoe-
wel ik New-York niet zoo erg goed ken, leek
het me toch toe, dat de man verkeerd reed.
Juist wilde ik hem er opmerkzaam op maken,
toen hij een stille straat in zwenkte en voor
een hoog, donker gebouw stil hield. Ik stapte
uit en bekeek het huis een beetje wantrouwig.
De chauffeur was ook uitgestegen en vroeg:
..Vindt mijnheer het niet goed?"
,,Voor een brandistichter goed genoeg!"
klonk plotseling een bekende stem achter mij.
(Wordt vervolgd.)