ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN STEENKOLEN Marion's groote avontuur Ni 9823 WOENSDAG 12 OCTOBER 1938 78e Jaargang Feuilleton Binnenland ADRIAANSENS STEENKOLENHANDEL, EERSTE RLAD Bescherming tegen Luchtaanvallen. Algemeene Gedragsregels. IN LOSSING te Terneuzen, Rosegracht, tot en met Woensdag 19 October a.s., schip „Adri" (548 ton) met Duitsche Stuk- en Kachelkolen, 90 °/0 grof. Duitsche Eierkolen, eerste kwaliteit. Duitsche Smeekolen, van 1e klas mijn. TEVENS VERKRIJGBAAR aan de magazijnen: Duitsche Brech-Cokes (20/4 en 40/60), Briketten (3 K.G.), Bruinkoolbriketten (G R.), ing Noten en Anthraciet in diverse afmetingen. Wales Anthraciet (le soort) aan Ia«e prijs. BURG. GEILLSTRAAT 58 - TEL, 354. p.S. In elke hoeveelheid aan huis bezorgd. NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bjj vooruitbetaling. Uitgeef st»rFirma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgtaar is. Intending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERS^lilJNT EEDEREN MAANDAO-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. DI EN STPLIGHT Inlevering van rijksgoederen. Ten vervolge op de publicatie van 17 Sep tember 1038, wordt aan belanghebbenden medegedeeld, dat de inlevering van rgksgoede- ren niet zal plaats hebben op 13 October 1938, des namiddags 3 uur, in de voormalige school aan bet Schoolplein, doch op 20 OCTOBER 1938 op denzelfden tijd en op dezelfde plaats. Temeuzen, 11 October 1938. De Burgemeester van Temeuzen, P. TELLEGEN. BEKENDMAKING. De Burgemeester van TERNEUZEN, over- wegende, dat de op 27 October 1938 te houden oefening in de luchtbeschermiing het voor- schrijven van algemeene gedragsregels nood- zakelijk maakt; Gezien de door den Minister van Binnenland sche Zaken verleende goedkeuring; Gelet op artiikel 12 ider Wet betreffende bescherming tegen luchtaanvallen Stelt vast de volgende gedragsregels, welke zullen gelden op 27 October 1938, in den narniddag van 2.45 uur4.15 uur. 1. bij het sein „Luchtalarm", hetwelk ge geven zal worden door middel van sirene's en stoomfluiten, welke gediurende twee iminuten achtereen zullen loeien, is ieder verplicht onmiddellijk iden openbaren weg te verlaten en toerging te zoeken in hui- zen, card's, portieken, als anderszdms, zoo- mede in de daarvoor bestemde openbare schuilplaatsen, welke des daags worden aangegeven door een blauwe vlag en 's nachts door een blauw licht gevende lantaarn. Ieder is dan verplicht degene, die zich daartoe aanmeldt, in zijm huis, als anderszins toe te laten en dekking te verschaffen, uitgezonderd ziekenhuizen en woningen met ernstige zieken; 2. motorrijtuigen en andere voertuigein moe- ten rechts van den weg worden geplaatst, terwijl de lichten daarvan moeten worden gedoofd. Trekdieren moeten aan boomen e.d. stevig worden vastgebonden en onder toezicht blijven van de geleiders; 3. Niemann, ibebalve het luchtbeschermings- personeel en de politie, mag zich buiten noodzaak op straat begeven. 4. Het is verboden terreinen, gebouwen e.d. te betreden, iwelke door gifgas zijn besmet of verondersteld worden besmet te zijn zooals door afzetting is ken'baar gemaakt; 5. Het onder 1 t/m 4 gestelde, geldt totdat het sein „Luchtalarm" geeindigd, be- staanide in het ludden der klokken van de R. K. kerken, is gegeven. In den avond van 810 uur geldt het navolgende: 1. de straatverlicbting wordt gedoofd; 2. het uitstralen van licht uit of op huizen, gebouwen, woonwagens, woonschepen of vaartuigen is verboden; 3. het verbod sub 2 betreft tevens van bui- tenaf zichtbare voorwerpen, als licht- recl^nes, automaton, benzinepompen, klokken, enz.; 4. bij het verlaten van huizen of gebouwen is men gehouden er tegen te waken, dat licht door geopende deuren naar buiten kan stralen; 5. het gebruik buitenshuis van lantaams (behoudens de sub 6 genoemde gevallen), Roman van I. F. J. Groothedde. Nadruk verboden. 11) Vervolg. ,,Ben je daar, Jim en Hall Pennock? Luis- ter, jongens, ik moet jullie iets vertellen." Hij zweeg geruimen tijd, alsof hij zich bedenken moest en begon dan op zadhten, murmelen- den toon: ,,Ik heb jouiw bier gehaald, (Hall Pennock, om een scbuld af te doen. Toen ik een jongen was, zooals jullie nu, woontje ik niet bier, maar in Kentucky, aan de oevers van de Ohio." Hall keek verrast op en wilde wat zeggen, maar reeds vervolgde Pavlick: ,,We hadden daar een kleine farm, die ons niet rijk maakte, maar ons toch ruimschoots brood verschafte, althans, dat dacht ik. Maar toen mijn vader stierf, bleek het, dat hij ons, bebalve de farm, nog een aanzienlijke som gelds bad nagelaten. Moeder volgde vader spoedig in het graf en zoo iwas ik alleenheer- scher op de farm. Ik begreep heel spoedig, dat er een vrouw op de boerderij moest zijn niet een vreemde, maar een, die ik alles kon toevertrouwen en daarom begon ik naar etn echtgenoote uit te zien. Hij zweeg en fronste zijn wenkbrauwen, alsof de herinnering hem niet aangenaam was. Zijn adem kwam flui- tend uit zijn half geopenden mond en op zijn voorhoofd verschenen kleine zweetdroppeltjes. ,,Zou u niet liever wachten, vader?" vroeg Jim, ,,het spreken vermoeit u te veel." ,,Neen, neen", scbrok hij op, „ik moet het vertellen, voor het te laat is. Luister." Zijn stem zakte weer af tot denzelfden monotonen fakkels en andere lichtgevende voorwer pen, zoomede het ontsteken van eenig vuur is verboden; 6. het verkeer te land is verboden, tenzij het aan de navolgende eischen voldoet: de lichten van motorrijtuigen en voertuigen moeten bedekt worden met zwart of blauw papier of andere vrijwel ondoor- schijnende stoffen, waarin een spleet van ten hoogste 5 c.M. breedte en ten hoogste 1 c.M. hoogfce onder het brandpunt van de lamp kan worden vrij gelaten; MOTORRIJTUIGEN mogen slechts de z.g. STADSLICHTEN voeren; RIJWIELEN mogen GEEN LICHT voe ren. Voldoet de verlichting van een motor- rijtuig of rijwiel niet aan deze eischen, ter beoordeeling van de politic, dan wordt verder gebruik van het voertuig of rijwiel verboiden. 7. de snelheid van het toegelaten verkeer moet gering zijn, althans zoodanig, dat gelet op de voorschriften sub 6 daar- dbor geen gevaar ontstaat; 8. bet verkeer te water wordt geheel ver boden en gestremd'; bruggen, sluizen enz. worden niet bedierud, nocb verlicht; 9. het is voetgangers verboden buiten nood zaak, ter beoordeeling van de politie, op het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de wegen te loopen of te vertoeven. POLITIE: Hiertoe behooren alle ambte- naren van rijks- en gemeentepolitie, be- zoldigd of onbezoldigd. HjULPPOLITIE: Hiertoe behooren alle personen, daartoe door hem, Burgemees ter, aangewezen en voorzien van een legi- mitatiebewijs; zij zullen rond den linker bovenarm dragen een witten band met daarop de letter P. in zwarten inkt. Niet-naleving van de boven vermelde gedragsregels is strafbaar en istelt bloot aan veroordeeling tot gevange- nisstraf van ten hoogste twee jaren of geld- boete van ten hoogste duizend1 gulden, terwijl deze straffen verlaagd worden tot ide helft ten ajanzien van hem aan wiens schuld te wijten is, dat aan bedoelde verplichtingen niet wordt voldaan. De ambtenaren van politie, naar wier oordeel iemand een feit pleegt, waardoor de luchtbeschermingsoefeningen in gevaar worden gebracht, zijn bevoegd, na aanmaning, op ikosten van den overtreider de noodige maatregelen te treffen of te doen treffen. Zij zijn in dat geval bevoegd zoo noodlg te alien tijde een waning tegen den wil van den bewoner te betreden. Geenerlei aansprakelijkheid wordt aanvaard voor schade, welke uit de hieibovenstaande voorschriften mocht voortvloeien. Ieder, die zich gedurende de voormelde tijd- vakken op straat bevindt, doet zulks geheel voor eigen risico. Ieder is verplicht aan de door of vanwege den Burgemeester in het belang der oefenin- gen gegeven bevelen of aanwijzingen onmid dellijk gevolg te geven en alle medewerking desgevraagd onmiddellijk te verleenen. Temeuzen, 12 October 1938. De Burgemeester voomoemd, P. TELLEGEN. DE OPROEP VAN DE KONINGIN. Naar aanleiding van de verklaring, door Koningin Wilhelmina gedaan in antwoord op den oproep van de Nederlandsche groep voor moreele en geestelijke herbewapening, schrijft het Brusselsche Laatste Nieuws o.m. het volgende „Hoe klinkt deze taal hartverheffend in deze dagen, waar nog zoo pas het oorlogs- geweld dreigde los te breken, juist omdat die deun, soms bijna onhoorbaar, toen hij ver volgde „Er woonde daar een wondermooi meisje Isabella geheeten. Ik werd verliefd >p haai maar ik merkte spoedig, dat er mededingers waren." Hall keek opzij en zag, dat Jim zijn vuis- ten balde. ,,Het was in dien tijd gewoonte, om een meisje te vechten. Ik heb dat gedaan en ik versloeg al mijn tegenstanders. Ik versloeg ze allemaal, op een na en die een... was Hall Pennock, jouw vader, Hall. We vochten als leeuwen met elkaar, maar steeds hleef de strijd onbeslist. Isabella had natuurlijk den knoop kunnen doorhakken, door zich voor een van beiden uit te spreken, maar dat deed ze niet, ze moedigde ons allebei aan en dat maakte me razend. Wat financieele omstan- digheden betreft, stonden we gelijk. Pennock bezat eveneens een mooie farm, die voor de mijne niet onder behoefde te doen. Ik begreep, dat ik van geen kant de voorkeur had en toen ging ik op middelen peinzen, om die te krij gen. Toevallig vemam ik, dat Isabella eens gezegd had, dat ze nooit met een arbeider huwen zou. Armoede vond ze iets vreeselijks. Toen ik dat wist, rijpte bij mij een boosaardig plan en God beter 't... ik heb het uitgevoerd ook". Een doodelijke stilte viel in het vertrek. Pavlick kreunde en sloeg zijn oogen op. ,,Ben je daar nog, Hall, ik kan je niet goed zien." Hall boog zich over hem heen. ,,Ja, nu zie ik je. Kun je me verstaan?' Zonder antwoord af te wachten, vervolgde hij ,,Ik ging het veld in en plaatste eenige val- len, waarin ik twee vossen ving. Die nam ik mee naar huis, bond ze aan elkaar, beves- tigde stroo aan hun staarten, stak dat in brand en joeg ze toen in de korenvelden van Pennock. Het was in den nacht en zoo kwam het, dat alles al inlichte laaie stond, voor er iemarfd op kwam dagen. Honderden hectares gedachten van eerlij'kheid en vrede maar al te zeer uit het na-oorlogsche EUropa zijn uit- geroeid geworden. Men zal wellicht inbrengen, dat het vooral in deze tijden, van een overdreven idealisme getuigt in de uitstralende kracht van deze gedachten te gelooven. Wlaarover echter iedereen het zaJl eens zijn is over het feit, dat de kleine landen, die wer- kelijk aan den vrede gehecht zijn, die geen gehiedsuitbreiding in het schild voeren en die niet beter vragen dan de groote mogend- heden te zien overeenkomen, op een grond- siag van eerlijkhe'id en betrouwbaarheid, er slechts voordeel kunnen hij hebben, ihdien deze gedachten over alle grenzen heen den weg weten te vinden naar het hart van alle volkeren." KOLONEL LINDBERGH TE ROTTERDAM. Kolonel Lindbergh, de bekende Amerikaan- sche Oeeaan-vlieger, is Maandagmiddag, ver- gezeld van zijn echtgenoote, onverwacht op het vliegveld Waalhaven geland. Slechts wei- nigen hebben de komst van kolonel Lindbergh gemerkt. Op zijn verzoek werd geen rueht- baarheid aan zijn verblijf in Rotterdam ge geven. Het echtpaar vertrok Dinsdagmorgen weer naar Berlrjn, waar Lindbergh zal deelnemen een een vergadering van luchtvaartdeskun- digen. DE RAMP VAN DE SCH. 102. De minister van Economische Zaken, mr. Steenberghe, onder wiens departement de vis- scherijen ressorteeren, heeft Maandagmiddag een bezoek gebracht aan de nagelaten betrek- kingen der slachtoffers van de ramp, welke Zondagmiddag aan de Sch. 102 voor de Sehe- veningsehe haven is overkomen. Koninklijke deelneming. De burgemeester van 's Gravenhage, mr. S. J. R. de Monchy, heeft zich Dimsdagmiddag in opdracht van H.M. de Koningin begeven naar de door de scheepsramp bij Scheveningen getroffen families en naar de betrokken ree- derij, ten einde de deelneming van H.M. te betuigen. IR. J. W. ALBARDA GEHULDIGD IN VERBAND MET ZIJN 25-JARIGE KAMERLIDMAATSOHAP. Zondagochtend is ir. J. W. Albarda in het Concertgebouw te Amsterdam gehuldigd in verband met zijn 25jarige lidmaatschap van de Tweede Kamer. Aanwezig waren vele kamer- leden, oud-kamerleden, bestuursleden van de S.D.AjP. het N.V.V., het instituut voor arbei- dersontwikkeling en vele anderen. De heer Ed. Polak, voorzitter van de fede- ratie Amsterdam, heeft den heer Albarda toe- gesproken. Namens de Ned. Zionistische ar- beidersvereeniging Poale Sion bood hij een do cument aan, dat de mededeeling bevatte dat in Palestina een boom naar den jubilaris is genoemd. De heer Albarda hield daarna een uitvoerige rede, waarin hij den huidigen politieken toe- stand besprak en betoogde, dat een actie moet worden gevoerd tot herstel van de col- lectieve veiligheid. Een intemationale con- ferentie zou daarhij goede diensten kunnen bewijzen. Ter gelegenheid van het zilveren jufoileum van ir. J. W. Albarda als lid van de Tweede Kamer heeft de federatie Den Haag varj de S.D.A.P. Maandagavond een openbare verga dering gehouden in het Gebouw voor kunsten en wetenschappen. Op deze vergadering heeft ir. Albarda een rede gehouden, waarin hij o.m. als zijn mee- ning uitsprak, dat de vrede van Munchen slechts een overgang beteekent van den eenen toestand van gevaar naar een anderen toe- stand, welke misschien nog gevaarlijker is. Ook Chamberlain en Daladier hebben dit he- gingen verloren, het vuur was niet meer te stuiten. Ik wist, dat ik Pennock geruineerd had en dat deed me een duivelsch plezier. Toch was ik nog niet tevreden. Zooals je wel begrijpen zult, toog iedereen uit, om het verschrlkkelijke schouwspel te zien en te red den, wat er nog te redden was. In zelf hielp duchtig mee, maar toen ik de kans schoon zag, sloop ik weg naar Pennock's farm, stopte vliegensvlug bossen stroo op tien, twintig plaatsen en stak die aan, zette nog schuren en bijgebouwen in vlam en haastte me langs een omweg naar het veld terug. Niemand scheen iets van mijn afwezigheid bemerkt te hebben en zoo had ik dus een prachtig alibi. Om kort te gaan, toen Pennock laat in den nacht terugkeerde van een feestje in de stad, vond hij alles tot den grond toe afgebrand Zijn wanhoop was verschrikkelijk, maar ik lachte. Ik lachte om zijn verdriet, omdat ik wist, dat Isabella hem nu niet meer zou wil- len hebben. Het werd nog erger, dan ik ge- dacht had. Pennock was een vooruitstrevend man en hij had, hoewel het toen nog geen ge woonte was, zijn bezittingen verzekerd. Maar toen hij bij de verzekeringsmaatschappij aan- klopte om het geld, ging deze de zaak onder- zoeken en kwam tot de conclusie, dat de brand met opzet was aangestoken. Pennock was afwezig geweest en dus... werd hij voor het gerecht gedaagd ter zake van opzettelijke brandstichting, met het doel, de verzekerings som machtig te worden. Ik gnuifde, maar ik deed natuurlijk even verontwaardigd als de rest. Pennock verdedigde zich met den moed der wanhoop, maar het einde was, dat hij tot een zware boete veroordeeld werd. Hij had nog geld op de Bank, maar dit was niet toereikend en daarom moest hij ook eenige weken zitten. Toen hij terugkeerde, was ik getrouwd met Isabella, ik had de overwin- ning behaald". Hijgend zonk Pavlick nog verder achterover, zijn handen klemden zich aan de dekens vast. Hall staarde somber voor zich uit. In zijn (Ingez. Med.) grepen en in hun resp. hoofdsteden terugge- keerd op verdubbelde bewapening aangedron- gen. Aan Hitlers verzekering geen territoriale begeerten meer in Europa te hebben hecht spr. geen geloof. Aan dezen toestand hebben de Westersche democratieen ook schuld, omdat zij hebben nagelaten een sterken Volkenbond te vormen. Voor gevoel van blijdschap is naar sprekers meening geen reden. Aan huldiging van Chamberlain en Dala dier heeft spr. dan ook geen behoefte, maar hij heeft groote bewondetring voor Benesj, die den Nobelprijs voor den vrede zeker verdiend heeft. Ook voor ons land dreigt er gevaar wan- neer Duitschland straks ons wil „bevrijden". Vrede hebben wij niet gekregen, slechts een pauze, waarin het zaak is een intemationale rechtsorde op te bouwen en de collectieve veiligheid te versterken. De heer Albarda eindigde met een beroep op aller samenwerking om den vrede te redden. Als voorzitter van de federatie den Haag der S.D.A.P. heeft de heer J. E. Stokvis den heer Albarda gehuldigd namens de Haagsche moderne arbeidersbeweging. Onder Alharda's leiding, zoo zeide de heer Stokvis o.m., is de partij volkomen gereed ge- komen voor de regeeringstaak. Spr. ging den levensloop van den heer Albarda in Den Haag na en meende, dat de Haagsche arbeiders beweging hem zeer dankbaar behoort te zijn, voor hetgeen hij in haar belang heeft gedaan. Het strekt den heer Albarda tot eer, dat hij ons 'staatsburgerschap, na moeizamen strijd verworven, door hardnekkigen strijd heeft weten te bewaren, aldus spr. Troelstra was voor de partij de architect, Albarda is voor haar de ingenieur, niet die van koele bereke- ningen maar een met een warm hart. Spr. besloot met de verzekering: „Gij kunt op ons rekenen zooals wij op u rekenen". De heer Albarda heeft voor deze hulde ge- dankt en zijn gehoor verzekerd, dat zijn ge loof in de arbeiderskiasse hem steeds tot steun is geweest. VRIJSTELLING VAN DIENSTPLICHTIGEN IN GEVAL VAN OORLOG. In voorbereiding is een algeheele wijziging van het mobilisatie-vrijstellingsbesluit (St.bl. 1923 nr 119) en van de Mobilisatie-vrijstel- lingsbeschikking. In afwachting hiervan is een nieuwe ,,lijst II", behoorende bij de thans nog van kracht zijnde ,,beschikking", vastgesteld, ter vervan- ging van de tot nu, toe geldende ,,lijst II". Deze lijst bevat een opsomming van de groe- pen van dienstplichtigen, die in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden voorloopig niet aan een bui tengewone oproeping in werkelijken dienst be- hoeven te voldoen. geest zag hij zich staan bij de troostelooze ruine, aan de hand van zijn vader, die allerlei bedreigingen mompelde. ,,Ik had de overwinning behaald", hernam Pavlick, heel zacht nu, ,,dat dacht ik tenmin- ste. Maar de mooie Isabella ontpopte zich weldra in een ware duivelin. Hoe ze er achter gekomen was, kan ik niet zeggen, maar reeds den tweeden dag van ons huwelijk beet ze me toe: ,,Jij hebt dien brand gesticht bij Pennock" en dat heeft ze herhaald, al die dagen van haar leven. Ze was ontzettend verkwistend, maar met de bedreiging, dat ze me verraden zou, wist ze me telkens hoopen geld afhandig te maken. Ik kreeg een leven als een hel. Zwaar heb ik moeten boeten voor de misdaad, die ik bedreven had." (Hij slikte een paar keer krampachtig, kreunde plotseling diep en vervolgde dan haastig, alsof hij hang was, geen tijd meer te zullen hebben: ,,Jouw vader verhuurde zich als knecht op een farm en trouwde met een armtierig schepseltje, dat reeds bij jouw geboorte stierf. Hoe het verder met hem ging, weet ik niet, want ik kon het in die streek niet langer uit- houden en ik hen hier naar toe gegaan en heb hier deze ranch gebouwd. De aanblik van koren kon ik niet meer velen. Isabella protesteerde heftig, maar ik trok me er niets van aan, ik ging en zij ging mee. Ze is hier spoedig gestorven en ik moet zeggen, het was een verlichting voor me. Natuurlijk had ze weer gedreigd, me te zullen verraden. Of ze het gedaan heeft, ik weet het niet, doch ik vermoed het, hoewel ik het pas een paar dagen geleden gemerkt heb. Luisteren jullie nog even, mijn verhaal is nu spoedig geein digd en het wordt tijd, ik voel, dat het leven me ontglipt." Jim streelde zijn vaders hand en dat scheen hem nieuwe kracht te geven, want eenigszins luider vervolgde hij: ,,iDe vorige week ging ik naar New-York VERLAGING VAN TELEFOON- TARIEVEN. De Kamer van Koophandel voor Rijnland (Leiden) heeft besloten een adres te richten tot den minister van Binnenlandsche Zaken inzake den achterstand van Nederland op telefoongebied. Dat er een achterstand is in het gebruik, komt omdat de telefoon te duur is; duur ten- gevolge van de hooge bedragen, die jaar in jaar uit door het telefoonbedrijf in de staats- kas moeten worden gestort. Behalve een zeer hooge rente stortte het telefoonbedrijf de laatste jaren per abonne in de staatskas: in 1927 f 30,78, 1928 32,93, 1929 f 54,50, 1930 29,54%, 1931 32,22, 1932 23,59, 1933 34,17, 1934 32,02, 1935 25,44, 1936 f 26,70, 1937 34,78. Het is tevens opmerkelijk, dat andere lan den het groote belang, verbonden aan een goede verkeersmogelijkheid per telefoon, zeer terdege w61 hebben ingezien en geen of nage- noeg geen extra bedragen boven een redelijk rentepercentage heffen. Nederland is ten deze dan ook in een zeer hooge en droeve uitzon- deringspositie. De Kamer veroorlooft zich dientengevolge voor te stellen, deze voor ons land en volk schadeilijken en beschamenden achterstand te doen verdwijnen, door de bijna 6.5 millioen gulden, welke door het telefoonbedrijf boven de hooge rente in de staatskas worden ge stort, te gebruiken om.de tarieven voor de lo cale en interlocale gespreksgelden met ruim de helft te verlagen. De Kamer is van meening, dat bij een goed, geleide propaganda voor de telefoon, het aan- tal gesprekken ongetwijfeld zeer omhoog zou gaan en het aantal telefoonaansluitingen snel zou toenemen. Zooals bij vroegere tariefver- lagingen trouwens gebleken is. DE RENTE VAN DE WONINGVOORSGHOTTEN VERLAAGD TOT 3 </2 PCT. Thans is verschenen de circuiaire, van den minister van binnenlandsche zaken aan de gemeentebesturen, waarin deze bewindsman mededeelt, dat met ingang van het annui- teitsjaar 1938'39 de rente van alle verleen de woningwetvoorschotten voorzoover daar voor thans een hoogere rentevoet geldt, wordt verlaagd tot 3% pet., teneinde de rente van deze voorschotten meer in overeenstemming te brengen met den geldenden rentestand, als- mede om tegemoet te komen aan de vele ver- zoeken van gemeentebesturen om rentever- laging. De verlaagde annuitei'ten, berekend naar dezen verlaagden rentevoet, en gebaseerd op de dan geldende restant looptijden, zullen der- halVe voor de eerste maal zijn verschuldigd per den vervaldag der annuiteiten in 1939. De met de hernieuwde renteverlaging vrij- om geld voor geleverd vee in ontvangst te nemen. Zooals gewoonlijk verliep alles naar wensch. Ik kreeg het geld en verlangde er zoo spoedig mogelijk mee thuis te komen. Maar het was later geworden dan ik dacht, want toen ik aan het station ging informee- ren, bleek de avondtrein al weg te zijn. Ik was dus genoodzaakt den nacht in New-York door te brengen en daarom verliet ik het sta tion, om een geschikt hotel op te zoeken. In het half-donkere portiek van den uit- gang botste ik bijna tegen iemand op. „Kijk uit," bromde de kerel. Ik meende iets bekends in die stem te hooren en keek snel op. Maar de man had zijn gezicht al af- gewend en ik stapte dus maar door. Een eind buiten het station haalde een auto mij in en de chauffeur riep: ,,Taxi, mijnheer?" Nu heb ik een gruwe- lijken hekel aan die dingen, maar ik bedacht, dat ik in het donker niet gemakkelijk een hotel zou kunnen vinden, dat voor mij ge schikt was en dat, met het oog op het vele geld, het dwalen over de straat erg gevaarlijk was en daarom stapte ik in, nadat ik den chauffeur het doel van mijn tocht meegedeeld had. ,,Komt in orde, mijnheer, ik breng u naar een uitstekend hotel en niet duur", antwoord- de hij lachend. Hij gaf een ruk aan deze en gene handle en daar stoven we heen. Ik moet je zeggen, ik hield mijn hart vast. Die vent scheen geen gevaar te zien. We raasden door een wirwar van straten en straatjes en alhoe- wel ik New-York niet zoo erg goed ken, leek het me toch toe, dat de man verkeerd reed. Juist wilde ik hem er opmerkzaam op maken, toen hij een stille straat in zwenkte en voor een hoog, donker gebouw stil hield. Ik stapte uit en bekeek het huis een beetje wantrouwig. De chauffeur was ook uitgestegen en vroeg: ..Vindt mijnheer het niet goed?" ,,Voor een brandistichter goed genoeg!" klonk plotseling een bekende stem achter mij. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 1