ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN AKKERTJE Minister Colijn spreekt ons volk toe. Marion's groote avontuur Chamberlain's ihdrukwekkende rede. No. 9818 VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1938 78® Jaargang Feuilieton EERSTE BLAD Een ernstige maar bemoedigende rede. De militaire maatregelen. De toestand van oorlogsgevaar geproclameerd. Tegen hamsteren en runs op de spaarbanken. Een bemoedigend woord. Neem dadelijk 'n bij hoofdpijn of migraine. binnen 'n kwarlier zijt ge er van af, dank zij de bijzondere samenslelling. Weiger namaak, lei op AKKER-merk. Per koker van 13 sluks - 12 "sluivers. Per doos van 2 sluks - 2 sluivers. Hi' 'i i iidii' iii m ii mil l1 iC:o>a«aaa»aaB«JE&rt«iisa*»<<ttrrwm*.r-~ ARO\NEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen ir. per post f 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen b(j vooruitbetaling. Cltgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitlbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgtaar Is. Intending van advertentien liefst een dag voor de ultgave. DIT BLAD VERSCLUJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. Minister Colijn heeft Woensdagavond voor de radio de volgende rede uitge- sproken: Wat tot voor kort door zeer velen in den lande en daarbuiten in de wereld nief meer denkbaar werd geacht, hangt ons thans dreigend boven het hoofd. Weer pakken de oorlogswolken in Europa zich saam; weer moet de vrees worden gekoesterd, dat de bloem van Europa's jeugd en van mannen van mid- delbaren leeftijd op groote schaal aan ver- nietiging zal worden prijs gegeven, om maar niet te gewagen van het gevaar, dat ook vrouwen en lcinderen uit de lucht bedreigen kan. Aangezien wij buiten het geschil staan, dat tot dezen toestand aanleiding heeft gegeven, en wij er ook buiten willen blijven, ligt het niet op mijn weg, u bezig te houden met beschouwingen over de vraag, op wien de verantwoordelijkheid rust voor het ontstaan van den gespannen toestand, waarin wij thans verkeeren. Dit standpunt sluit tevens in, dat wij onzer- zijds zoo bitter weinig kunnen doen om invloed ten goede uit te oefenen. Wei mag ook onzerzijds dit worden gezegd, dat het haast ongelooflijk moet worden geacht, dat de nog bestaande verschillen gedurende de dagen, die ons nog van den fatalen dag van 1 October scheiden, niet te overbruggen zouden zijn. Aan die hoop houd ik dan ook nog vast, tegen alien schijn van het tegendeel in. Immers, de volken begeeren den oorlog niet, zij willen vrede. Dan kan het niet volstrekt onmogelijk zijn, dat de leiders der volken, zij het te elfder ure, den uit- weg vinden, die ons den vrede bewaart. Intusschen eischt het uerstand van het Nederlandsche volk en de Nederlandsche regeering beide, dat er rekening worde gehouden met het tegendeel; dat we ons j dus inderiken in den toestand, dat er in Centraal Europa tot wapengeweld zal worden overgegaan en dat de groote mogendheden in het Westen bij het con flict betrokken kunnen worden. De toestand is dan niet dezelfde als in 1914. Toen richtte het aanvallende leger zich naar het Westen en ontstond er dus voor Nederland een direct gevaar, in den oorlog betrokken te worden en wel reeds in het begin er van. Thans is dat gevaar naar mijn meening niet aanwezig. De gewapende actie, als men er toe overgaat, richt zich thans in Oostelijke richting, en dit vermindert voor ons althans het onmiddellijk gevaar. Dit verschil neemt echter de noodzaak van voorzorgsmaatregelen niet weg al dragen ze een ietwat ander karakter dan in 1914. We behoeven, naar mijn vaste overtuiging, thans in eerste instantie geen Roman van I. F. J. Groothedde. Nadruk verboden. 7) (Vervolg.) Ik was een van de Walterboys, maar ik begreep volstrekt niet, wat dat zeggen wilde. Het zou me spoedig duidelijk worden. In de vele dagen, die volgden, werd ik, met de an- deren, geoefend in het worstelen, boksen, schieten met revolver, geweer en machinege- weer, in paardrijden en lassowerpen, leerde ik honger en dorst lijden, kreeg ik een bewon- derenswaardige zelfbeheersching. Ik werd be- kwaam in het beklimmen van gevels, in het hollen over daken, in het openen van deuren en ramen, in het verbreken van brandkasten. Kortom, ik leerde alles wat een all-round mis- dadiger moet kennen. Dit drong al spoedig tot mrj1 door, maar toch kwam het nooit in mijn hoofd op, om me te verzetten. Walter beheerschte mij met zijn oogen. En, ondanks zijn gestrengheid, hield ik van hem en zou ik voor hem <Joor het vuur gegaan zijn. Daar kwam nog bij, dat ik nooit tot iets verkeerds gedwongen werd. We leefden in dat huis, oefenden ons den geheelen dag en kwamen niet op straat, dan onder zijn leiding. In al die janen heb ik hem nooit driftig gezien, nooit dronk of rookte hij, hij zou een model-man geweest zijn in alles, was er niet dat eene hij leidde ons op tot misdadigers. Dit wist ik zeker, maar ik had me voorgenomen dat ik zou vluchten, wanneer ik, als zoovelen voor mij, aan een misdadigersbende zou verkocht worden. Daar ik volleerd was, zou dit wel spoedig geschieden. Toen was het, dat mijn vader, die ik in al die jaren nooit meer ge zien had, mij opzocht in gezelschap van den ouden Pavlick, bij wien ik nu in dienst ben. Ik verwachtte, gezien mijn ondervinding, niet schending van ons grondgebied te duch- ten, maar wat wij wel hebben te doen is, een practische onderstreping te geven van het standpunt der Nederlandsche regee ring, zooals dit o.a. laatstelijk te Geneve door Minister Patijn is uiteengezet. Dit komt in het kort hierop neer, dat we het voornemen hebben, onder alle omstandig- heden onze onzijdigheid te handhaven en dus ook aan geen enkel leger doortocht door ons lafld zullen verleenen, terwijl, gelijk vanzelf spreekt, elke aanval op ons grondgebied zal worden geweerd. Van dit gezichtspunt uit moeten de maatregelen, die door de Nederlandsche regeering reeds genomen of nog te nemen, worden beoordeeld. Reeds een paar weken geleden werden de eerste maatregelen tot verhoogde waak- zaamheid aan de landgrenzen, zoowel Oost- als Zuidwaarts, getroffen. De verscherping van de politieke verhoudin- gen heeft er vervolgens toe geleid, de grensbeveiliging te versterken, door Woensdagnacht de dienstplichtigen op te roepen, die ingedeeld zijn bij de 16 afzon- derlijke grensbataljons, welke een paar jaar geleden in het leven werden geroe- pen. Verder is Woensdagmorgen aan de burgemeesters toegezonden het telegram, dat de waarschuwing tot de oproeping van die dienstplichtigen bevat, die bij voor- mobilisatie in werkelijken dienst moeten komen. Tenzij tusschen nu en Donderdag een ontspanning in den politieken toestand zou intreden, ligt het in het voornemen, Donderdag het telegram voor de z.g. voormobilisatie te doen uitgaan. Die voormobilisatie heeft betrekking op enkele tienduizenden dienstplichtigen, die dan onder de wapens komen om in den mobili- satiecentra de overige dienstplichtigen wanneer die opgeroepen zouden moeten worden te ontvangen, ter uitreiking van de wapens en verdere uitrusting. Of en wanneer die laaste oproeping, d.w.z. vol- ledige mobilisatie, zal plaats vinden, hangt geheel af van de verdere pntwikkeling van den politieken toestatnd. De voormobili satie is evenwel noodig om de volledige mobilisatie, indien zij noodig wordt, onge- Veer even snel te kunnen doen verloopen als in 1914 het geval is geweest. In verband met al deze maat regelen is ook een andere voorziening noodig gebleken. Om n.l. in den bijzonderen toestand, waarin wij ver keeren, de noodige wettelijke maat- veel goeds. Maar het viel mee. Vader keek me in de oogen en zei: „Voel je er iets voor om naar het land terug te keeren? Je hoeft niet, maar als je weigert, kom je daar terecht, waar je vader verkeert, in de onderwereld, waar de misdaad hoogtij viert. Zekere personen en zekere om- standigh'eden hebben mij daartoe gedreven en ik kan er mij niet meer aan onttrekken. Miaar jij bent jong en je hebt je leven nog voor je. Ik wil jou bewaren voor een ver- rotting van een maatschappij, waarvan ik een lid ben. Deze beer wil je koopen, stem je toe"' Dntzet keek ik mijn vader aan, maar hij glimlachte en zei: „Je hoeft me niet te ach- ten, jongen, daar heb ik nooit om gevraagd. Denk echter niet te slecht van mij, als ik nog kon, zou ik je volgen. Ik weet echter te- veel en slechts mijn lijk zou het land berei- ken, waamaar mijn hart verlangt. Jij echter kunt gaan, als je tenminste zweert de woon- plaats van Walter en zijn boys niet te ver- raden." Onnoodig te zeggen, dat ik het voorstel met beide handen aannam. Walter werd ge- roepen en stemde in den koop toe. De oude rancher, die tot nu toe geen woord gezegd had, protesteerde zwakjes tegen den prijs van vijfduizend dollar, maar een blik van mijn vader deed hem zwijgen en hij betaalde in bankpapier. „Ziezoo", zei vader, ,,die rekening is een beetje vereffend, mijn waarde Pavlick, als je nu nog goed bent voor mijn zoon, dan zijn we quitte. Ik twijfel er niet aan, of je zult hem de behandeling geven, die hem toekomt. Mocht ik klachten hooren... denk er aan.." Pavlick zei niets dan: ,,Laten we gaan." Ik nam afscheid van Walter en de boys en ik moet eerlijk bekennen, dat het me zwaar viel. Vader bracht ons naar het station. Hij> beloofde, naar het me leek op dreigenden toon, dat hij me nog eens zou komen opzoe- ken, reikte me de hand en verdween schielijk. Drie dagen geleden arriveerde ik hier. Het leven hier is zoo geheel anders, dat ik bang was, niet te zullen wennen. Maar ik denk, dat het nu wel gaan zal, nu een "meisje de goedheid heeft gehad, naar mijn simpele levensgeschiedenis te luisteren, al was het regelen te kunnen toepassen, is bij Kon. besluit ,,de toestand van oor logsgevaar" geproclameerd. Dit be- teekent dus niet dat een werkelijk gevaar voor oorlog reeds aanwezig is, maar bewerkt slechts, dat bijv. moge- lijk wordt gemaakt de inkwartierings- wet toe te passen, zekere vorderin- gen mogelijk te maken en soortgelijke andere handelingen te verrichten. Dit voor zoover betreft de maatregelen van militairen aard, door de regeering genomen. Echter zijn ook op ander terrein voor- zieningen noodig gebleken. Sommige in 1914 voorgekomen verschijnselen bij de bevolking doen zich ook nu weer voor. Met name heb ik hefoog op het z.g. ham steren van levensmiddelen en het op- vragen van gelden bij spaarbanken. Ik laat nu rusten de bezwaren van zedelijken aard tegen deze handelingen, want ik heb een argument, dat weliswaar van zuiver practischen aard is, maar tevens veel sterker uitwerking kan hebben. Deze handeling, waarop ik het oog heb, zijn volstrekt onnoodig en boven- dien helpen zij niet. Naast eenige andere ontwerpen zal de regeering Donderdag bij de Tweede Kamer twee wetsontwerpen indienen, die be trekking hebben op de distributie van levensmiddelen en de prijsregeling er van. De voorraad levensmiddelen in het land is ruim voldoende en dus is hamsteren onnoodig. Maar het helpt ook niet, want de REGEERING ZAL NIET AARZELEN, DE GEHAMSTERDE VOORRADEN WEER IN BESLAG TE NEMEN. Bovendien zal de regeering aan de Staten-Generaal bevoegdheid vragen om prijsopdrijving tegen ,te gaan. Laten nu alien, die neiging tot deze afkeurenswaandige, onnoodige en nutte- looze maatregelen mochten hebben, van mij eens een goeden raad aannemen. Maakt u aan dit volstrekt onnoodige ham steren niet schuldig. Het zal u aan het noodige in niets ontbreken en ge spaart uzelf en de regeering vele moeilijkheden, terwijl gij uw geld ook rustig op de spaar- bank kunt laten. De tucht in een volk is van even groote waarde als de voorzorgen, die de regee ring neemt. Herinnert u, zoo vraag ik u, het Koninklijke woord, dat ook" een klein volk groot kan zijn door zijn houding in moeilijke tijden, en toont die grootheid door met de regeering mee te werken, in stede van haar een stok tusschen de beenen te steken. dan geen verhaal van de onderwereld. Daar weet ik niets van, al heb ik aan den rand ervan geleefd." Hij zweeg en staarde haar aan. Marion keek hem vol in het gelaat, legde haar zachte slanke hand in de zijne en zei met trillende stem: ,,'Uw leven is hard geweest. Moge de toe- komst mooier en zachter zijn, dat is mijn wensch, mijnheer Pennock. Als u ooit in moeilijkheden mocht geraken, mijn vaders huis staat voor u open, daar zal ik voor zorgen." 'Hall keek haar verbaasd aan. Wat bedoel- de ze? Voorzag ze dan moeilijkheden? Een zacht gefluit buiten de hut ontnam hem de gelegenheid dit te vragen, want Ma rion stond op, verliet het hoi, met hem, sloot zorgvuldig de deur, die met gras bedekt was en zei: ,,Ik moet gaah, Joe Blinkers wacht op mij." Bij die woorden verliet ze hem en was spoedig verdwenen in de dichte duistemis. Broncho, lasso en geweer. Hall zette zich in het gras van de helling en overpeinsde het gebeurde van dien avond. Was het niet vreemd, dat het meisje bij hem gekomen was? Was Iret nog niet veel vreem- der, dat hij tegenover haar zoo vertrouwelijk was geweest en had hij er wel verstandig aan gedaan haar zooveel te- vertellen Zij was toch volkomen een onbekende voor hem en hij voor haar? „Toch had ik een gevoel, of ik haar al jaren kende", mompelde hij voor zich heen, „maar Walter zou zeggen: wees vertrouwd en vertrouw niemand". Dan dacht hij aan het licht in haar oogen en ineens wist hij dat hij er goed aan gedaan had, haar alles verteld te hebben. De maan kwam aarzelend op uit een lage wolkenbank. Verschrikt sprong Hall over- eind. Dat hij daar niet aan gedacht had, nu werd een onbemerkte terugtocht bijna een on- mogelijkheid, of het moest zijn, dat alien al sliepen. Hij daalde in de vallei af en begon snel in de richting van de ranch te loopen. Tot zijn ergernis begon 't maanlicht steeds helderder te worden. Wat hij gevreesd had, Andere mededeelingen heb ik thans niet te doen. Ik zou u nog hebben kun nen aanraden, vooral de noodige kalmte niet te verliezen, die juist in spannende dagen zoo noodig is. Maar ik laat dit na uit vrees, uw goeden naarn te na te komen. De toestand in de wereld is ongetwijfeld niet zonder ernstige gevaren, maar de pogingen om tot een vreedzame oplossing te komen worden voortgezet en de laatste uitnoodiging van president Roosevelt, zoo- mede de laatste stap van Hitler, inhouden- de de uitnoodiging aan Chamberlain, Daladier en Mussolini om te Munchen een onderhoud met hem te hebben, kan gtellig leiden tot opklaring van den toe stand en behoud van den vrede. Daarom kan er, ook zonder aansporing mijner- zijids, bij u een rustig vertrouwen aan wezig zijn. En laat voorts ons gebed uitgaan tot den Koning der Koningen, dat hij de harten van de leidslieden der volken neige tot het behoud van den vrede, die ons alien, de regeering en u, zoo zeer ter harte gaat. De hoop daarop is weer verleven- digd, waarvoor gij met mij den eersten Minister van Groot-Brittannie dank zult weten. Hij deed den eersten stap, waarvan wij alien hopen, dat deze Donderdag zijn bekroning vinden zal. Dit doet mij dit korte woord besluiten met denzelfden wensch, waarmede Chamberlain Dins- dagavond eindigde: Goeden nacht. (Ingez. Med.) Reeds een uur rvoor de zitting van Woens- dagmiddag zou beginnen, waren vele plaatsen op de tribunes bezet, die tegen het uur van de opening tot de laatste plaats volliepen. Koningin Mary en de hertogin van Kent waren de eenigen die een afgeschedden deel der tribune voor pairessen hadden verkregen. De diplomatentribune en die voor gasten en aanzienlijke vreemdelingen boden een schit- terenden aanblik van uniformen en exotische kleederdrachten. In het Huis zelf waren meer dan 500 leden aanwezig en vele leden zaten op de trappen tusschen de banken. Chamberlain begon te spreken in doodsche stilte, maar spoedig ontstond goedkeurend gemompel en een luid applaus begroette de mededeeling, dat spr. ,,ofschoon het misschien de waardigheiid van een Britsch premier in de waagschaal had gesteld door zijn bezoek j aan Berchtesgaden, voorkomen had dat Hitler onmiddellijk het Sudetenland zou zijn binnen- getrokken". Chamberlain sprak rustig verder en niets verried dat hij een belangrijke mede deeling verwachtte totdat deze kwam. Een telegram werd hem enkele minuten voor vie- ren averhandigd, de premier verslond het als het ware ifiet zijn oogen en met krachtige stem deelde hij mede, dat Hitler hem geant- woord had en uitgenoodigd om Donderdagoch- tend naar Munchen te komen. Toen hij ver- volgde dat hij overtuigd was, dat ook Dala dier de uitnoodiging zou aannemen en daar op eenvoudig zeide ,,gij kunt u voorstellen wat mijn ant woord zal zijn", toen was het Huis niet meer te houden. De leden stonden als 6dn man op, cheerden en iwuifden met hun papieren en een dygenen die het hardst mee- juichten, was Maxton van de onafhankelijke arbeiderspartij. gebeurde. Even voor de ranch kwam een rui- ter op hem af. Maar tot zijn verlfchting zag hij, dat het Jim niet was, maar Bill Winters, die de jacht had bij het vee. ,,Sta of ik schiet", riep Bill, „wie ben je, waar kom je vandaan en waar ga je heen?" „Hall Veldbed", lachte Pennock. „Wie zeg je? Naam onbekend. Dreigend schoof het geweer- over den kop van het paard. ,,Je wordt gevaarlijk, Bill. Ik ben Hall Pen nock, ik kom van het veld en ik ga naar bed.'" „iO, ben jij het? Ik dacht met een veedief te doen te hebben. Het is hier geen gewoonte, om zoo laat buiten te zijn, tenzij bij een feestje of zooiets. Laat de baas je maar niet zien, de jonge baas bedoel ik. Is er wat tusschen jul- lie? 'Hij spreekt over je als een kwajongen en zegt, dat je gauw een stomp in je rug zult hebben, die je weer in het rommeltje terecht zal doen komen waaruit je gekropen bent.' ,,Zoo'n schoft"! liet Hall zich ontvallen. Zacht wat", fluisterde Bill. Hij keek aan- dachtig om zich heen, boog zich dan voorover en lispelde: ,,iZoo denken wij er allemaal over, maar dat hoef je niet van de daken te verkondigen. Wleet je, wat hij me opgedragen heeft van- avond? Dat ik iedereen moest neerschieten, die zich in het veld vertoonde. Als ik dat ge daan had..." Hall floot zachtjes tusschen zijn tanden. ,,Zoo, zoo, gaat het nu al meenens worden? In vertrouwen, Bill, hij heeft me zien praten met Marion Bluecom en dat schijnt hem lee- lij-k dwars te zitten. Je bent bedankt voor je waarschuwing en als ik je eens ergens mee van dienst kan zijn, graag hoor. Ik ga nu slapcu, wel -te rusten." ,;Wel te rusten", bromde Bill, maar voor hij wegreed, fluisterde hij nog; „Als ik geen christen was, zou ik wenschen, dat hij morgen zijn nek brak op dien vuilen broncho van hem. Ik zou er geen traan om laten." Diep in gedachten verzonken liep Hall op de ranch af. Het spel ging beginnen, dat stond vast. En de inzet was Marion, een inzet zoo kostbaar, dat Hall besloot haar te winnen of... de rest overdacht hij niet, maar zijn vuis- ten balden zich krampachtig. Attlee en Sinolair verklaarden na Cham berlain's rede spontaan en met weinig woor den, dat zij het voorstel tot verdaging tot Mlaandag goedkeunden en den premier van harte hun beste wenschen meegaven op zijn tocht naar Munchen. Ook Maxton sloot zich brj die -goede wenschen aan en Lansbury zeide, dat hij als kampioen der pacifisten ge komen was, maar die rol gerust aan den pre mier kan overdragen. Toen Chamberlain buiten kwam, stond daar reeds een dichte menigte, die hem hartelijk toejuichte en toen hij voor zijn ambtswoning stond, bleek het goede nieuws van de confe- rentie te Munchen ook reeds tot de bevolking te zijn doorgedrongen, want de menigte, die Downing Street vulde en verderop Whitehall, was al onafzienbaar. Toen Chamberlain uit zijn auto stapte, klonken kreten ..speech, speech" en de premier draaide zich verheugd om en zeide tot de dichtstbijzijnden ..Ditmaal zal het allright zijn". Met een vriendelijken groet verdween de minister in de deuropening. Chamberlain zette uitvoerig. uiteen het ver- loop der verschillende conferenties en pogin gen, sinds hij een onderhoud aanvroeg met Hitler, dat te Berchtesgaden heeft plaats gehad. De conferentie te G odes berg. Sprekende over zijn reis naar Godestberg legde Chamberlain er den nadruk op, dat hij apnieuw op bijzonder hartelijke wijze welkom werd geheeten in de stnaten en dorpen waar hij- doorheen reed. Dit bewees hem het verlangen van het Duitsche volk naar vrede (luide toe- juichingen). Chamberlain zette Hitler, die daarvan te- Het erf voor de ranch lag stil en verlaten te blinken in het maanlicht. Hall liep naar de deur, maar voor hij die bereikt had, sprong een gedaante van achter een houtmijt op zijn had. Het was de jonge Pavlick. Gedurende 'n seconde staarden de twee mannen elkaar aan en in dat oogenblik wist Hall, dat hij in Jim een onverzoenlijken vijand had gekregen. Diens gezicht was vertrokken en zijn oogen gloeiden van haat. ,,Wlaar kom je vandaan?" bitste hij, ,,het is hier geen gewoonte, om rond te zwerven in den nacht." Hall zweeg en keek hem glimlachend aan. Dat maakte den ander woedend en hij schreeuwde schor: ,,Zeg op, waar kom je vandaan?" Hall's glimlach verdween. Kort en knap- pend kwamen zijn woorden: ,Dat gaat je niets aan, Jim Pavlick, ik zal gaan en staan waar ik wil, goed begrepen? En als je nog eens het hart in je lijf durft heb ben, om op mij te laten schieten, dan garan- deer ik je, dat ik je persoonlijk naar den rechter sleep, na eerst je botten stuk voor stuk gekraakt te hebben."' Jim Pavlick staarde hem met open mand aan. Klaarblijkelijk had hij geen tegenstand verwacht en dat dit nu, kwam van een nieu- weling sloeg hem met de uiterste verbazing. In zijn oogen kwam een loerende uitdrukking. ,,Jij durft wat te zeggen tegen je baas. Maar morgen kan je dat niet meer, morgen ben je je eigen baas, daar zal ik wel voor zorgen." Hall haalde verachtelijk zijn schouders op en zei kalm, doch met nadruk: ,,Jij doet niets, Jim Pavlick. Jouw vader zal mij- niet ontslaan, reken daar maar niet op. Ik heb me tot nu toe rustig gehouden, omdat ik geen be-vreemding wilde wekken bij de boys, maar den eersten den besten keer, dat je je onbeschoft tegenover mij gedraagt, zal ik je in hun b^jzijn een pak slaag geven, dat je heugen zal. En dan nog zal je vader mij niet ontslaan." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 1