ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
AKKERTJE
Minister Colijn spreekt ons volk toe.
Marion's groote avontuur
Chamberlain's ihdrukwekkende rede.
No. 9818
VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1938
78® Jaargang
Feuilieton
EERSTE BLAD
Een ernstige maar bemoedigende rede.
De militaire maatregelen.
De toestand van oorlogsgevaar
geproclameerd.
Tegen hamsteren en runs
op de spaarbanken.
Een bemoedigend woord.
Neem dadelijk 'n
bij hoofdpijn of migraine.
binnen 'n kwarlier zijt ge er van af,
dank zij de bijzondere samenslelling.
Weiger namaak, lei op AKKER-merk.
Per koker van 13 sluks - 12 "sluivers.
Per doos van 2 sluks - 2 sluivers.
Hi' 'i i iidii' iii m ii mil l1 iC:o>a«aaa»aaB«JE&rt«iisa*»<<ttrrwm*.r-~
ARO\NEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
ir. per post f 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen b(j vooruitbetaling.
Cltgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitlbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgtaar Is. Intending van advertentien liefst een dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSCLUJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Minister Colijn heeft Woensdagavond
voor de radio de volgende rede uitge-
sproken:
Wat tot voor kort door zeer velen in
den lande en daarbuiten in de wereld nief
meer denkbaar werd geacht, hangt ons
thans dreigend boven het hoofd.
Weer pakken de oorlogswolken in
Europa zich saam; weer moet de vrees
worden gekoesterd, dat de bloem van
Europa's jeugd en van mannen van mid-
delbaren leeftijd op groote schaal aan ver-
nietiging zal worden prijs gegeven, om
maar niet te gewagen van het gevaar, dat
ook vrouwen en lcinderen uit de lucht
bedreigen kan.
Aangezien wij buiten het geschil staan,
dat tot dezen toestand aanleiding heeft
gegeven, en wij er ook buiten willen
blijven, ligt het niet op mijn weg, u bezig
te houden met beschouwingen over de
vraag, op wien de verantwoordelijkheid
rust voor het ontstaan van den gespannen
toestand, waarin wij thans verkeeren. Dit
standpunt sluit tevens in, dat wij onzer-
zijds zoo bitter weinig kunnen doen om
invloed ten goede uit te oefenen.
Wei mag ook onzerzijds dit worden
gezegd, dat het haast ongelooflijk moet
worden geacht, dat de nog bestaande
verschillen gedurende de dagen, die ons
nog van den fatalen dag van 1 October
scheiden, niet te overbruggen zouden zijn.
Aan die hoop houd ik dan ook nog vast,
tegen alien schijn van het tegendeel in.
Immers, de volken begeeren den oorlog
niet, zij willen vrede. Dan kan het niet
volstrekt onmogelijk zijn, dat de leiders
der volken, zij het te elfder ure, den uit-
weg vinden, die ons den vrede bewaart.
Intusschen eischt het uerstand van het
Nederlandsche volk en de Nederlandsche
regeering beide, dat er rekening worde
gehouden met het tegendeel; dat we ons j
dus inderiken in den toestand, dat er in
Centraal Europa tot wapengeweld zal
worden overgegaan en dat de groote
mogendheden in het Westen bij het con
flict betrokken kunnen worden.
De toestand is dan niet dezelfde als in
1914. Toen richtte het aanvallende leger
zich naar het Westen en ontstond er dus
voor Nederland een direct gevaar, in den
oorlog betrokken te worden en wel reeds
in het begin er van.
Thans is dat gevaar naar mijn meening
niet aanwezig. De gewapende actie, als
men er toe overgaat, richt zich thans in
Oostelijke richting, en dit vermindert voor
ons althans het onmiddellijk gevaar.
Dit verschil neemt echter de noodzaak
van voorzorgsmaatregelen niet weg al
dragen ze een ietwat ander karakter dan
in 1914. We behoeven, naar mijn vaste
overtuiging, thans in eerste instantie geen
Roman van I. F. J. Groothedde.
Nadruk verboden.
7)
(Vervolg.)
Ik was een van de Walterboys, maar ik
begreep volstrekt niet, wat dat zeggen wilde.
Het zou me spoedig duidelijk worden. In de
vele dagen, die volgden, werd ik, met de an-
deren, geoefend in het worstelen, boksen,
schieten met revolver, geweer en machinege-
weer, in paardrijden en lassowerpen, leerde ik
honger en dorst lijden, kreeg ik een bewon-
derenswaardige zelfbeheersching. Ik werd be-
kwaam in het beklimmen van gevels, in het
hollen over daken, in het openen van deuren
en ramen, in het verbreken van brandkasten.
Kortom, ik leerde alles wat een all-round mis-
dadiger moet kennen. Dit drong al spoedig
tot mrj1 door, maar toch kwam het nooit in
mijn hoofd op, om me te verzetten. Walter
beheerschte mij met zijn oogen. En, ondanks
zijn gestrengheid, hield ik van hem en zou ik
voor hem <Joor het vuur gegaan zijn. Daar
kwam nog bij, dat ik nooit tot iets verkeerds
gedwongen werd. We leefden in dat huis,
oefenden ons den geheelen dag en kwamen
niet op straat, dan onder zijn leiding. In al die
janen heb ik hem nooit driftig gezien, nooit
dronk of rookte hij, hij zou een model-man
geweest zijn in alles, was er niet dat eene
hij leidde ons op tot misdadigers. Dit wist ik
zeker, maar ik had me voorgenomen dat ik
zou vluchten, wanneer ik, als zoovelen voor
mij, aan een misdadigersbende zou verkocht
worden. Daar ik volleerd was, zou dit wel
spoedig geschieden. Toen was het, dat mijn
vader, die ik in al die jaren nooit meer ge
zien had, mij opzocht in gezelschap van den
ouden Pavlick, bij wien ik nu in dienst ben.
Ik verwachtte, gezien mijn ondervinding, niet
schending van ons grondgebied te duch-
ten, maar wat wij wel hebben te doen is,
een practische onderstreping te geven van
het standpunt der Nederlandsche regee
ring, zooals dit o.a. laatstelijk te Geneve
door Minister Patijn is uiteengezet. Dit
komt in het kort hierop neer, dat we het
voornemen hebben, onder alle omstandig-
heden onze onzijdigheid te handhaven en
dus ook aan geen enkel leger doortocht
door ons lafld zullen verleenen, terwijl,
gelijk vanzelf spreekt, elke aanval op ons
grondgebied zal worden geweerd.
Van dit gezichtspunt uit moeten de
maatregelen, die door de Nederlandsche
regeering reeds genomen of nog te nemen,
worden beoordeeld.
Reeds een paar weken geleden werden
de eerste maatregelen tot verhoogde waak-
zaamheid aan de landgrenzen, zoowel
Oost- als Zuidwaarts, getroffen. De
verscherping van de politieke verhoudin-
gen heeft er vervolgens toe geleid, de
grensbeveiliging te versterken, door
Woensdagnacht de dienstplichtigen op te
roepen, die ingedeeld zijn bij de 16 afzon-
derlijke grensbataljons, welke een paar
jaar geleden in het leven werden geroe-
pen.
Verder is Woensdagmorgen aan de
burgemeesters toegezonden het telegram,
dat de waarschuwing tot de oproeping van
die dienstplichtigen bevat, die bij voor-
mobilisatie in werkelijken dienst moeten
komen. Tenzij tusschen nu en Donderdag
een ontspanning in den politieken toestand
zou intreden, ligt het in het voornemen,
Donderdag het telegram voor de z.g.
voormobilisatie te doen uitgaan. Die
voormobilisatie heeft betrekking op enkele
tienduizenden dienstplichtigen, die dan
onder de wapens komen om in den mobili-
satiecentra de overige dienstplichtigen
wanneer die opgeroepen zouden moeten
worden te ontvangen, ter uitreiking van
de wapens en verdere uitrusting. Of en
wanneer die laaste oproeping, d.w.z. vol-
ledige mobilisatie, zal plaats vinden, hangt
geheel af van de verdere pntwikkeling van
den politieken toestatnd. De voormobili
satie is evenwel noodig om de volledige
mobilisatie, indien zij noodig wordt, onge-
Veer even snel te kunnen doen verloopen
als in 1914 het geval is geweest.
In verband met al deze maat
regelen is ook een andere voorziening
noodig gebleken. Om n.l. in den
bijzonderen toestand, waarin wij ver
keeren, de noodige wettelijke maat-
veel goeds. Maar het viel mee. Vader keek
me in de oogen en zei:
„Voel je er iets voor om naar het land
terug te keeren? Je hoeft niet, maar als je
weigert, kom je daar terecht, waar je vader
verkeert, in de onderwereld, waar de misdaad
hoogtij viert. Zekere personen en zekere om-
standigh'eden hebben mij daartoe gedreven en
ik kan er mij niet meer aan onttrekken.
Miaar jij bent jong en je hebt je leven nog
voor je. Ik wil jou bewaren voor een ver-
rotting van een maatschappij, waarvan ik een
lid ben. Deze beer wil je koopen, stem je toe"'
Dntzet keek ik mijn vader aan, maar hij
glimlachte en zei: „Je hoeft me niet te ach-
ten, jongen, daar heb ik nooit om gevraagd.
Denk echter niet te slecht van mij, als ik
nog kon, zou ik je volgen. Ik weet echter te-
veel en slechts mijn lijk zou het land berei-
ken, waamaar mijn hart verlangt. Jij echter
kunt gaan, als je tenminste zweert de woon-
plaats van Walter en zijn boys niet te ver-
raden."
Onnoodig te zeggen, dat ik het voorstel
met beide handen aannam. Walter werd ge-
roepen en stemde in den koop toe. De oude
rancher, die tot nu toe geen woord gezegd
had, protesteerde zwakjes tegen den prijs van
vijfduizend dollar, maar een blik van mijn
vader deed hem zwijgen en hij betaalde in
bankpapier.
„Ziezoo", zei vader, ,,die rekening is een
beetje vereffend, mijn waarde Pavlick, als je
nu nog goed bent voor mijn zoon, dan zijn
we quitte. Ik twijfel er niet aan, of je zult
hem de behandeling geven, die hem toekomt.
Mocht ik klachten hooren... denk er aan.."
Pavlick zei niets dan: ,,Laten we gaan."
Ik nam afscheid van Walter en de boys en
ik moet eerlijk bekennen, dat het me zwaar
viel. Vader bracht ons naar het station. Hij>
beloofde, naar het me leek op dreigenden
toon, dat hij me nog eens zou komen opzoe-
ken, reikte me de hand en verdween schielijk.
Drie dagen geleden arriveerde ik hier. Het
leven hier is zoo geheel anders, dat ik bang
was, niet te zullen wennen. Maar ik denk,
dat het nu wel gaan zal, nu een "meisje de
goedheid heeft gehad, naar mijn simpele
levensgeschiedenis te luisteren, al was het
regelen te kunnen toepassen, is bij
Kon. besluit ,,de toestand van oor
logsgevaar" geproclameerd. Dit be-
teekent dus niet dat een werkelijk
gevaar voor oorlog reeds aanwezig is,
maar bewerkt slechts, dat bijv. moge-
lijk wordt gemaakt de inkwartierings-
wet toe te passen, zekere vorderin-
gen mogelijk te maken en soortgelijke
andere handelingen te verrichten.
Dit voor zoover betreft de maatregelen
van militairen aard, door de regeering
genomen.
Echter zijn ook op ander terrein voor-
zieningen noodig gebleken. Sommige in
1914 voorgekomen verschijnselen bij de
bevolking doen zich ook nu weer voor.
Met name heb ik hefoog op het z.g. ham
steren van levensmiddelen en het op-
vragen van gelden bij spaarbanken. Ik
laat nu rusten de bezwaren van zedelijken
aard tegen deze handelingen, want ik heb
een argument, dat weliswaar van zuiver
practischen aard is, maar tevens veel
sterker uitwerking kan hebben.
Deze handeling, waarop ik het oog
heb, zijn volstrekt onnoodig en boven-
dien helpen zij niet. Naast eenige
andere ontwerpen zal de regeering
Donderdag bij de Tweede Kamer
twee wetsontwerpen indienen, die be
trekking hebben op de distributie van
levensmiddelen en de prijsregeling
er van.
De voorraad levensmiddelen in het
land is ruim voldoende en dus is
hamsteren onnoodig. Maar het helpt
ook niet, want de REGEERING
ZAL NIET AARZELEN, DE
GEHAMSTERDE VOORRADEN
WEER IN BESLAG TE NEMEN.
Bovendien zal de regeering aan de
Staten-Generaal bevoegdheid vragen
om prijsopdrijving tegen ,te gaan.
Laten nu alien, die neiging tot deze
afkeurenswaandige, onnoodige en nutte-
looze maatregelen mochten hebben, van
mij eens een goeden raad aannemen.
Maakt u aan dit volstrekt onnoodige ham
steren niet schuldig. Het zal u aan het
noodige in niets ontbreken en ge spaart
uzelf en de regeering vele moeilijkheden,
terwijl gij uw geld ook rustig op de spaar-
bank kunt laten.
De tucht in een volk is van even groote
waarde als de voorzorgen, die de regee
ring neemt. Herinnert u, zoo vraag ik u,
het Koninklijke woord, dat ook" een klein
volk groot kan zijn door zijn houding in
moeilijke tijden, en toont die grootheid
door met de regeering mee te werken, in
stede van haar een stok tusschen de
beenen te steken.
dan geen verhaal van de onderwereld. Daar
weet ik niets van, al heb ik aan den rand
ervan geleefd."
Hij zweeg en staarde haar aan. Marion
keek hem vol in het gelaat, legde haar zachte
slanke hand in de zijne en zei met trillende
stem:
,,'Uw leven is hard geweest. Moge de toe-
komst mooier en zachter zijn, dat is mijn
wensch, mijnheer Pennock. Als u ooit in
moeilijkheden mocht geraken, mijn vaders
huis staat voor u open, daar zal ik voor
zorgen."
'Hall keek haar verbaasd aan. Wat bedoel-
de ze? Voorzag ze dan moeilijkheden?
Een zacht gefluit buiten de hut ontnam
hem de gelegenheid dit te vragen, want Ma
rion stond op, verliet het hoi, met hem, sloot
zorgvuldig de deur, die met gras bedekt was
en zei: ,,Ik moet gaah, Joe Blinkers wacht op
mij." Bij die woorden verliet ze hem en was
spoedig verdwenen in de dichte duistemis.
Broncho, lasso en geweer.
Hall zette zich in het gras van de helling
en overpeinsde het gebeurde van dien avond.
Was het niet vreemd, dat het meisje bij hem
gekomen was? Was Iret nog niet veel vreem-
der, dat hij tegenover haar zoo vertrouwelijk
was geweest en had hij er wel verstandig
aan gedaan haar zooveel te- vertellen Zij was
toch volkomen een onbekende voor hem en
hij voor haar?
„Toch had ik een gevoel, of ik haar al
jaren kende", mompelde hij voor zich heen,
„maar Walter zou zeggen: wees vertrouwd en
vertrouw niemand".
Dan dacht hij aan het licht in haar oogen
en ineens wist hij dat hij er goed aan gedaan
had, haar alles verteld te hebben.
De maan kwam aarzelend op uit een lage
wolkenbank. Verschrikt sprong Hall over-
eind. Dat hij daar niet aan gedacht had, nu
werd een onbemerkte terugtocht bijna een on-
mogelijkheid, of het moest zijn, dat alien al
sliepen. Hij daalde in de vallei af en begon
snel in de richting van de ranch te loopen.
Tot zijn ergernis begon 't maanlicht steeds
helderder te worden. Wat hij gevreesd had,
Andere mededeelingen heb ik thans
niet te doen. Ik zou u nog hebben kun
nen aanraden, vooral de noodige kalmte
niet te verliezen, die juist in spannende
dagen zoo noodig is. Maar ik laat dit na
uit vrees, uw goeden naarn te na te komen.
De toestand in de wereld is ongetwijfeld
niet zonder ernstige gevaren, maar de
pogingen om tot een vreedzame oplossing
te komen worden voortgezet en de laatste
uitnoodiging van president Roosevelt, zoo-
mede de laatste stap van Hitler, inhouden-
de de uitnoodiging aan Chamberlain,
Daladier en Mussolini om te Munchen
een onderhoud met hem te hebben, kan
gtellig leiden tot opklaring van den toe
stand en behoud van den vrede. Daarom
kan er, ook zonder aansporing mijner-
zijids, bij u een rustig vertrouwen aan
wezig zijn.
En laat voorts ons gebed uitgaan tot
den Koning der Koningen, dat hij de
harten van de leidslieden der volken neige
tot het behoud van den vrede, die ons
alien, de regeering en u, zoo zeer ter harte
gaat. De hoop daarop is weer verleven-
digd, waarvoor gij met mij den eersten
Minister van Groot-Brittannie dank zult
weten. Hij deed den eersten stap, waarvan
wij alien hopen, dat deze Donderdag zijn
bekroning vinden zal. Dit doet mij dit
korte woord besluiten met denzelfden
wensch, waarmede Chamberlain Dins-
dagavond eindigde: Goeden nacht.
(Ingez. Med.)
Reeds een uur rvoor de zitting van Woens-
dagmiddag zou beginnen, waren vele plaatsen
op de tribunes bezet, die tegen het uur van
de opening tot de laatste plaats volliepen.
Koningin Mary en de hertogin van Kent
waren de eenigen die een afgeschedden deel
der tribune voor pairessen hadden verkregen.
De diplomatentribune en die voor gasten en
aanzienlijke vreemdelingen boden een schit-
terenden aanblik van uniformen en exotische
kleederdrachten. In het Huis zelf waren meer
dan 500 leden aanwezig en vele leden zaten
op de trappen tusschen de banken.
Chamberlain begon te spreken in doodsche
stilte, maar spoedig ontstond goedkeurend
gemompel en een luid applaus begroette de
mededeeling, dat spr. ,,ofschoon het misschien
de waardigheiid van een Britsch premier in
de waagschaal had gesteld door zijn bezoek j
aan Berchtesgaden, voorkomen had dat Hitler
onmiddellijk het Sudetenland zou zijn binnen-
getrokken". Chamberlain sprak rustig verder
en niets verried dat hij een belangrijke mede
deeling verwachtte totdat deze kwam. Een
telegram werd hem enkele minuten voor vie-
ren averhandigd, de premier verslond het als
het ware ifiet zijn oogen en met krachtige
stem deelde hij mede, dat Hitler hem geant-
woord had en uitgenoodigd om Donderdagoch-
tend naar Munchen te komen. Toen hij ver-
volgde dat hij overtuigd was, dat ook Dala
dier de uitnoodiging zou aannemen en daar
op eenvoudig zeide ,,gij kunt u voorstellen
wat mijn ant woord zal zijn", toen was het
Huis niet meer te houden. De leden stonden
als 6dn man op, cheerden en iwuifden met hun
papieren en een dygenen die het hardst mee-
juichten, was Maxton van de onafhankelijke
arbeiderspartij.
gebeurde. Even voor de ranch kwam een rui-
ter op hem af. Maar tot zijn verlfchting zag
hij, dat het Jim niet was, maar Bill Winters,
die de jacht had bij het vee.
,,Sta of ik schiet", riep Bill, „wie ben je,
waar kom je vandaan en waar ga je heen?"
„Hall Veldbed", lachte Pennock.
„Wie zeg je? Naam onbekend.
Dreigend schoof het geweer- over den kop
van het paard.
,,Je wordt gevaarlijk, Bill. Ik ben Hall Pen
nock, ik kom van het veld en ik ga naar bed.'"
„iO, ben jij het? Ik dacht met een veedief te
doen te hebben. Het is hier geen gewoonte,
om zoo laat buiten te zijn, tenzij bij een feestje
of zooiets. Laat de baas je maar niet zien, de
jonge baas bedoel ik. Is er wat tusschen jul-
lie? 'Hij spreekt over je als een kwajongen en
zegt, dat je gauw een stomp in je rug zult
hebben, die je weer in het rommeltje terecht
zal doen komen waaruit je gekropen bent.'
,,Zoo'n schoft"! liet Hall zich ontvallen.
Zacht wat", fluisterde Bill. Hij keek aan-
dachtig om zich heen, boog zich dan voorover
en lispelde:
,,iZoo denken wij er allemaal over, maar dat
hoef je niet van de daken te verkondigen.
Wleet je, wat hij me opgedragen heeft van-
avond? Dat ik iedereen moest neerschieten,
die zich in het veld vertoonde. Als ik dat ge
daan had..."
Hall floot zachtjes tusschen zijn tanden.
,,Zoo, zoo, gaat het nu al meenens worden?
In vertrouwen, Bill, hij heeft me zien praten
met Marion Bluecom en dat schijnt hem lee-
lij-k dwars te zitten. Je bent bedankt voor je
waarschuwing en als ik je eens ergens mee
van dienst kan zijn, graag hoor. Ik ga nu
slapcu, wel -te rusten."
,;Wel te rusten", bromde Bill, maar voor hij
wegreed, fluisterde hij nog; „Als ik geen
christen was, zou ik wenschen, dat hij morgen
zijn nek brak op dien vuilen broncho van hem.
Ik zou er geen traan om laten."
Diep in gedachten verzonken liep Hall op
de ranch af. Het spel ging beginnen, dat stond
vast. En de inzet was Marion, een inzet zoo
kostbaar, dat Hall besloot haar te winnen
of... de rest overdacht hij niet, maar zijn vuis-
ten balden zich krampachtig.
Attlee en Sinolair verklaarden na Cham
berlain's rede spontaan en met weinig woor
den, dat zij het voorstel tot verdaging tot
Mlaandag goedkeunden en den premier van
harte hun beste wenschen meegaven op zijn
tocht naar Munchen. Ook Maxton sloot zich
brj die -goede wenschen aan en Lansbury
zeide, dat hij als kampioen der pacifisten ge
komen was, maar die rol gerust aan den pre
mier kan overdragen.
Toen Chamberlain buiten kwam, stond daar
reeds een dichte menigte, die hem hartelijk
toejuichte en toen hij voor zijn ambtswoning
stond, bleek het goede nieuws van de confe-
rentie te Munchen ook reeds tot de bevolking
te zijn doorgedrongen, want de menigte, die
Downing Street vulde en verderop Whitehall,
was al onafzienbaar. Toen Chamberlain uit
zijn auto stapte, klonken kreten ..speech,
speech" en de premier draaide zich verheugd
om en zeide tot de dichtstbijzijnden ..Ditmaal
zal het allright zijn".
Met een vriendelijken groet verdween de
minister in de deuropening.
Chamberlain zette uitvoerig. uiteen het ver-
loop der verschillende conferenties en pogin
gen, sinds hij een onderhoud aanvroeg met
Hitler, dat te Berchtesgaden heeft plaats
gehad.
De conferentie te G odes berg.
Sprekende over zijn reis naar Godestberg
legde Chamberlain er den nadruk op, dat hij
apnieuw op bijzonder hartelijke wijze welkom
werd geheeten in de stnaten en dorpen waar
hij- doorheen reed.
Dit bewees hem het verlangen van het
Duitsche volk naar vrede (luide toe-
juichingen).
Chamberlain zette Hitler, die daarvan te-
Het erf voor de ranch lag stil en verlaten te
blinken in het maanlicht. Hall liep naar de
deur, maar voor hij die bereikt had, sprong
een gedaante van achter een houtmijt op zijn
had. Het was de jonge Pavlick. Gedurende 'n
seconde staarden de twee mannen elkaar aan
en in dat oogenblik wist Hall, dat hij in Jim
een onverzoenlijken vijand had gekregen.
Diens gezicht was vertrokken en zijn oogen
gloeiden van haat.
,,Wlaar kom je vandaan?" bitste hij, ,,het is
hier geen gewoonte, om rond te zwerven in
den nacht."
Hall zweeg en keek hem glimlachend aan.
Dat maakte den ander woedend en hij
schreeuwde schor:
,,Zeg op, waar kom je vandaan?"
Hall's glimlach verdween. Kort en knap-
pend kwamen zijn woorden:
,Dat gaat je niets aan, Jim Pavlick, ik zal
gaan en staan waar ik wil, goed begrepen?
En als je nog eens het hart in je lijf durft heb
ben, om op mij te laten schieten, dan garan-
deer ik je, dat ik je persoonlijk naar den
rechter sleep, na eerst je botten stuk voor
stuk gekraakt te hebben."'
Jim Pavlick staarde hem met open mand
aan. Klaarblijkelijk had hij geen tegenstand
verwacht en dat dit nu, kwam van een nieu-
weling sloeg hem met de uiterste verbazing.
In zijn oogen kwam een loerende uitdrukking.
,,Jij durft wat te zeggen tegen je baas.
Maar morgen kan je dat niet meer, morgen
ben je je eigen baas, daar zal ik wel voor
zorgen."
Hall haalde verachtelijk zijn schouders op
en zei kalm, doch met nadruk:
,,Jij doet niets, Jim Pavlick. Jouw vader zal
mij- niet ontslaan, reken daar maar niet op.
Ik heb me tot nu toe rustig gehouden, omdat
ik geen be-vreemding wilde wekken bij de
boys, maar den eersten den besten keer, dat
je je onbeschoft tegenover mij gedraagt, zal
ik je in hun b^jzijn een pak slaag geven, dat
je heugen zal. En dan nog zal je vader mij
niet ontslaan."
(Wordt vervolgd.)