Ter Neuzensche Courant Woensdag 28 September 1938 No. 9817 TWEEDE BLAD Burgemeester en Wethouders van Terneuzen Burgemeester en Wethouders van Terneuzen Burgemeester en Wethouders van Terneuzen VAN DIENSTREGELING PROVINOIARE STOOMBOOTDIENST. Vanaf heden is op bet gemeentehuis (bode- kamer) gratis verkrijgbaar, voor hotelbouders e.a. DE DIENSTREGELING VAN DEN PROVIN CI ALEN STOOMBOOTDIENST OP DE WESTER-SCHELDE dngaande 2 October 1938. Terneuzen, 28 September 1938. De Burgemeester, P. TELLEGEN. KEURING DIENSTPLICHTIGEN. In December a.s. zal de herkeuringsraad in eenige gemeenten zitting bouden. Wie een keuring kunnen ondergaan. De gelegenheid om in die fitting een genees- kundig onderzoek te ondergaan, kan door den voorzitter worden gegeven aan voor den dienstplicbt ingeschreven personen, die nog niet bij, de land- en zeemaebt zijn ingelijfd, of die wel reeds daarbij zijn ingelijfd, maar nog niet als dienstplichtige in werkelijken dienst zijn geweest. Personen, die bij een der keuringsraden of bij den herkeuringsraad voorgoed ongeschikt voor den dienst zijn verklaard worden niet meer tot een nader onderzoek toegelaten. •Beboudens bijzondere macbtiging van den minister van defensie worden voorts tot het onderzoek bij den herkeuringsraad niet toe gelaten: a. zij, die bestemd zjjn tot buitengewoon dienstplichtige of als zoodanig zijn inge lijfd; b. zij, die in November of December van bet vorig jaar dan wel dit jaar tijdelijk onge schikt voor iden dienst werden verklaard; c. vrijwilligers, beboorende tot de landmacht uitgezonderd den vrijwilligen land- storm tot de zeemaebt of tot de over- zeescbe weermacbt. Het aanivragen van keuring. Om deze keuring te ondergaan, beboort een aanvraag te worden ingediend, in welke aan- vraag aarmemelijk wordt gemaakt: dat de persoon, wien bet geldt, na de uit- spraak van den keuringsraad vermoedelijk ongescbikt voor den dienst is geworden (dit geldt voor ben, die door een der keuringsraden geschikt werden verklaard); of dat bij vermoedelijk ongescbikt voor den dienst is (dit geldt voor ben, omtrent wie geen der keuringsraden uitspraak deed). Bij de aanvraag beboort, zoo eenigszins mogelijk, te worden overgelegd een genees- kundige verklaring, waaruit de vermoedelijke ongescbiktbeid van den ingescbrevene blijkt. De aanvraag moet voorts vermelden den geslacbtsnaam en de voomamen (voluit) van den belanghebbendedatum en jaar van ge- boorte, de gemeente en licbting, voor welke bij voor den dienstplicbt is ingeschreven, bet korps, korpsonderdeel of dienstvak, waaraan bij is toegewezen of waartoe bij beboort, en bet tijdvak of den datum, voor zijn inlijVing of zijn opkomst in werkelijken dienst vastgesteld, verder zijn volledig adres en ten slotte: of hij reeds voor een der keuringsraden of den herkeuringsraad is verschenen en, zoo ja, hoe de uitspraak van den raad luidde. Wenscht iemand, die behoort tot de hierv66r onder a, b of c bedoelde personen, keuring aan te vragen, dan is bet wenschelijk tevens in de aanvraag te vermelden, welk bijzonder belang voor hem in bet ondergaan van de keuring gelegen zou zijn. De aanvraag beboeft niet gezegeld te zijn, docb moet zoo spoedig mogelijk gefrankeerd worden toegeeonden aan het volgende adres: Aan den Voorzitter van den Herkeuringsraad, Gebouw van het Departement van Defensie, Casuariestraat 16, 's-GraVenhage. Terneuzen, 26 September 1938. De Burgemeester van Ter Neuzen, P. TELLEGEN. doen te weten, dait door den Raad dier ge meente in zijn openbare vergadering van 14 Juli 1938 is vastgesteld de volgende verorde- ning: VERORDENING op de heffing van leges ter secretarie en van rechten wegens verrichtingen van de ambtenaren van den burgerlijken stand in de gemeente Terneuzen. Antikel 1. Ten beboeve der gemeente zullen ter secre tarie, onder den naam van secretarieleges, worden geheven de hierna genoemde rechten. A. Legalisatie. Voor de legalisatie eener handteeke- ning /0.50. Voor bet ter legalisatie opzenden van een stuk (de kosten van porto en legalisatie niet inbegrepen) S 0,40. B, Verklaringen in bet bijzonder belang der aanvragers. Voor verklaringen van goed gedrag, van gegoedheid, van inwoning en alle andere ver klaringen, welke in het bijzonder belang der betrokken personen worden opgemaakt, niet bierna genoemd per stuk 0,40. C. Nasporingen bevolkingsregister en burgerlijke stand. Voor het verstrekken van inlichtingen of opgaven uit bet bevolkingsregister of uit de registers van den burgerlijken stand: per inlichting of opgaaf 0,40, per abonnement van 1000 inlichtingen of opgaven, geldig gedurende een jaar f 50, voor iedere inlichting of opgaaf boven de 1000 0,05, voor inlichtingen of opgaven uit het bevol kingsregister of registers van den burger lijken stand ten dienste van openbare diens- ten, uitgezonderd die genoemd in artikel 104 tweede lid van het besluit bevolkingsboek- houding 1936 en andere openbare instellingen en bedrnven is verschuldigd. per inlichting of opgaaf f 0,05, per geldig blijvend abonnement van 100 inlichtingen of opgaven per geldig blijvend abonnement van 500 in lichtingen of opgaven f 20,—, per geldig blijvend abonnement van 1000 inlichtingen of opgaven per geldig blijvend abonnement van 10000 inlichtingen of opgaven 300,—. Inlichtingen of opgaven bestemd voor een wetenschappalijk op philantropisch doel vallen niet onder de bepaling dezer legesverordening. D. Aanvragen uittreksels burgerlijke stand. Voor het aanvragen van een uittreksel uit de registers van den burgerlijken stand uit een andere gemeente (de kosten van porto en andere onkosten niet inbegrepen) 0,40. E. Verstrekken opgaven burgerlijke stand en bevolkingsregister. Voor bet geregeld verstrekken van op gaven aan bijzondere personen omtrent ge- borenen, overledenen, huwelijksaangiften en huwelijksvoltrekkingen en ingekomen en ver- trokken personen, indien die opgaven ddnmaal in de week worden verlangd f 50,per jaar tot een maximum van 1000; voor elke opgaaf boven de 1000, voor iedere inlichting 0,05. F. Nasporingen kadaster. 1. Voor het behulpzaam zijn bij nasporin gen in de dubbelen der leggers en plans van het kadaster voor elk perceel f 0,50. 2. Voor raadpleging van de dubbelen der leggers en plans van bet kadaster, indien daarbij geen hulp van gemeentewege, wordt verleend per kwartier of gedeelte daar- van Het onder 2, bedoelde recht wordt niet ge heven als de raadpleging geschiedt; a. ten beboeve van den rijksdienst, den pro- vincialen dienst, of den dienst van een waterschap, veenscbap of veenpolder; b. ter uitvoering van de Landarbeiderswet c. overeenkomstig artikel 15 der wet van 26 Mei 1870 (Stbl. 82) betrekkelijk de grondibelastang. G. Minuten, afschriften en uittreksels. Voor gebeel of gedeeltelijk geschreven minu ten, afschriften of uittreksels van stukken, per gebeel of gedeeltelijk geschreven blad- zijde f 0,40. H. Gebeel of gedeeltelijk bedrukte stukken. Voor de begrooting met memorie van toe- licbting f Voor de rekening 10. Voor uittreksels uit de kiezerslijst omvat- tende edn steimdistrict. f 2> Voor andere stukken per bladzijde gebeel of gedeeltelijk bedrukt, cyclostylewerk in begrepen f 0,40. Voor de algemeene politieverordening 2, Voor de bouwverordening S 3, I. Bouwvergunningen. Voor de vergunning als bedoeld in het eerste lid sub a. van artikel 6 der Woningwet, wan- neer de kosten van het bouwen, vemieuwen, veranderen of uitbreiden, waartoe vergunning wordt verleend, de geheele afwerking inbe grepen, bedragen niet meer dan 500,f 1. meer dan f 500,t/m _f 1000,2,50. meer dan 1000 t/m 2000.f 5, meer dan 2000,— t/m 3000,— f 10,—, meer dan f 3000,t/m 4000,f 15, meer dan f 4000,— f 20, De hierbedoelde kosten worden bepaald door Burgemeester en Wethouders. Betrokkene kan, Indien hij met bet bepaalde bedrag geen genoegen neemt binnen twee maanden na de dagteekening der beslissing bij den raad in beroep komen. 'Geen leges zijn verschuldigd door vereeni- gingen, uitsluitend in bet belang der volks- huisvesting werkzaam. J. Hinderwetsvergunndngen. Voor vergunningen, als bedoeld bij artikel 1 of artikel 14 der Hinderwet 5, K. Ventvergunningen. Voor vergunningen om in de gemeente te mogen venten, geldig voor een dag f 0,50, een maand 2,50, een jaar f 5. L. Aangifte buisslacbting. Voor bewijzen van ontvangst van aangiften, als bedoeld in artikel 6a, derde lid, der Vleeschkeuringswet 1919 (Stbl. 524) f 0,25. M. Jacbtakten. Voor het uitreiken van een jacbtakte, inge- volge artikel 5 der Jachtwet 1923: a. voor een groote jacbtakte tot alle geoor- loofd jachtbedrijf f10, voor een groote jacbtakte als boven, met uitzondering van de valkenjacht f 7.50, voor een logeerakte f 3, voor een kleine jachtakte tot bet vangen van waterwild met netten gebruik geoorloofd is Buitenlandsche paspoorten, bewijzen van Nederlanderschap, rijbewijzen. Voor de afgifte, de aanvrage of de verlen- ging van een buitenlandsch paspoort, een be- wijs wijs O. Trouwboekjes. Voor de afgifte van een trouwboekje in eenvoudige uitvoering in luxe uitvoering Artikel 2. Geen leges zijn verschuldigd voor: 1. stukken in hun persoonlijk belang be- noodigd door personen, die naar het oordeel van den Burgemeester oiwermogend zijn; 2. attestation de vita, strekkende tot beta- ling van pensioenen, lijfrenten en andere perio- dieke uitkeeringen ten laste van den staat, provincien, gemeenten, waterschappen of an dere publiekrechtelijke instellingen; 3. de aan belanghebbende uit te reiken minuten, afschriften, of uittreksels van be- sluiten, akten en beschikkingen; houdende: a. de benoeming van ambtenaren en leden van collegien of commission aan wie geen bezoldiging of een bezoldiging van niet meer dan duizend gulden per jaar is toe- gekenid; verhooging van bezoldiging van ambte naren en leden van collegiOn of commis sion, als de bezoldiging met de verhoo ging niet meer dan duizend gulden per jaar bedraagt; c. de benoeming tot een ambt van gelijken of minderen rang, dan dat hetwelk de be- noemde reeds bekleedde, voor zoover aan het nieuwe ambt geen hoogere bezoldi ging is verbonden dan aan het oude; 4. de stukken en legalisation van hand- teekeningen op stukken betreffende militaire Z3.k€H 5. de stukken, door ambtenaren benoodigd tot het bekomen van pensioenen en de stukken benoodigd tot bet bekomen van weduwen- en weezenpensioen uit tot dat doel ingestelde fondsen, ingeval de belanghebbende personen naar het oordeel van den Burgemeester onver- mogend zijn; 6 kwitantien voor geldsommen en andere stukken, waarbij de ontvangst en ovememing van gelden of goederen wordt erkend of ver- meld; 7 de stukken en inlichtingen, waarvan de kostelooze afgifte of verstrekking bij eemg wetteltjk voorschrift aan de gemeente bestu- ren is opgelegd of van regeeringswege aan de gemeenten is aanbevolen. Artikel 3. Voor bet voltrekken van een huwelijk op een anderen trjd of andere wijze dan ir.gevolge artikel 4 der wet van 23 April 1879 (Stbl. 72) voor kostelooze huwelijksvoltrekkingen is be paald, zal worden geheven een recht van: a. 7,50 wanneer die voltrekking op denzelf- den dag als hierboven bedoeld is, plaats beeft; 20, wanneer de voltrekking op een an dere dag verlangd wordt; f 50, wanneer de voltrekking buiten het gemeentebuis plaats beeft. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd onvermogenden gebeel en minjvermogenden voor de helft van de betaling van dit recht vrij te stellen als deze om gewiobtige redenen, ter beoordeeling van genoemd college, de voltrek king van him huwelijk op een anderen dan den voor kostelooze huwelijks-voltrekking aange- wezen tijd verlangen of de voltrekking van het huwelijk buiten bet gemeentebuis plaats beeft. Artikel 4. a. b. c. Het recht is verschuldigd door hem, die van de in deze verordening omschreven diensten gebruik maakt. Artikel 5. 1. De invordering van de leges gescbiedt door een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen ambtenaar, uitgezonderd de leges voor afgifte van jacbtakten, waarvan de inning gescbiedt door het hoofd van de plaat- selijke poldtie. 2. De leges moet worden voldaan bij de aanvraag der stukken en werkzaamheden. Artikel 6. De invordering der rechten wegens voltrek king van een huwelijk op een anderen tijd of andere wijze dan voor kostelooze huwelijks- voltrekking is bepaald, gescbiedt door den ambtenaar van den burgerlijken stand, v6or de voltrekking van het huwelijk plaats beeft. Artikel 7. De ambtenaar, die de gelden ontvangt, ver- meldt op het stuk bet bedrag dier gelden en stelt op bet stuk bewijs van betaling. Kunnen bedrag en kwitantie niet op eenig afgegeven stuk worden gesteld, dan wordt desverlangd afzonderlijk kwitantie afgegeven. Artikel 8. Het hoofd van de plaatselijke politie, de ambtenaar bedoeld in artikel 5 en de ambte naar van den burgerlijken stand storten de door hen in de afgeloopen maand ontvangen leges en rechten binnen de eerste vijf dagen van de daaropvolgende maand bij den ge- meente-ontvanger, onder overlegging van een gespecificeerden en onderteekenden staat, waarvan het model door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld. 2. De gemeente-ontvanger geeft van elke storting een bewrjs af. Artikel 9. Deze verordening treedt in werking den eer- sten dag der maand, volgende op dden, waarin de koninklijke goedkeuring is ontvangen; als- dan vervallen de thans geldende verordeningen op de heffing en invordering van leges ter secretarie en van rechten wegens verrichtin gen van de ambtenaren van den burgerlijken stand. Deze blijven van kracbt ten aanzien van voor bovengenoemden datum versehuldig- de leges en rechten. Vastgesteld door den raad der gemeen te Terneuzen in zijn openbare vergade ring van 14 Juli 1938. P. TELLEGEN, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Zijnde aan deze verordening goedkeuring verleend bjj Koninklijk Besluit van 29 Augus tus 1938 no. 22, en is hiervan afkondiging geschiedt waar het behoort op 28 September 1938. Burgemeester en Wethouders voomoemd, P. TELLEGEN, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. b. c. d. N. waarvan het f 2,50. Nederlanderschap of een rijbe- 0,25, f 1,50. b. doen te weten, dat door den Raad dier ge meente in zijn openbare vergadering van 14 Juli 1938 is vastgesteld de volgende verorde ning: VERORDENING op de heffing van begraaf- en andere rechten, ingeivolge de wet tot vaststelling van bepalin- gen, betrekkelijk het begraven van lijken, de begraafplaatsen en de be- grafenisrechten. Artikel 1. Tegen betaling van het hiema te vermelden recht wordt, voorzoover de ruimte der begraafplaatsen zulks toelaat en onvermin- derd de rechten genoemd in de volgende arti- kelen, gelegenheid gegeven tot het verkrijgen van het uitsluitend recht om lijken in een be paald graf te doen begraven: a. voor een onbepaalden tijd en voor een grafruimte ter lengte van 2 M. en ter breedte van 0,80 M. op de vakken der le klasse J60; 2e klasse /40; 3e klasse 25. b. voor den tijd van tien achtereenvolgende jaren en voor een grafruimte van 2 M. lengte en 0.80 M. breedte op de vakken der le klasse f 16; 2e klasse /12; 3e klasse f 8. Voor iederen vierkanten meter grafruimte meer in gebruik genomen, wordt de helft van den kostenden prijs, der in a of b genoemde grafruimte, in rekening gebracht. Gedeelten van een vierkanten meter worden als een vierkanten meter berekend. Het recht, in dit artikel bedoeld, geldt slechts zoolang de begraafplaats niet gesloten is verklaard, overeenkomstig artikel 24 der wet van 10 April 1869, Staatsblad no. 65. Voor Sluiskil wordt 75 van bovenge- noemde rechten geheven. Artikel 2. Aan het uitsluitend recht om lijken in een bepaald graf te doen begraven is verbonden de bevoegdhei'd, onder inacbtneming der door Burgemeester en Wethouders te geven voor- schriften, tot het stichten van grafkelders, waarin desgewild 2 lijken boven elkaar kun nen worden begraven, het plaatsen van ge- denksteenen, kruisen, zerken, het aanleggen van graftuinen en het planten van boomen of andere gewassen enz., een en ander bin nen de afmetingen van het gekochte recht. Artikel 3. Er zal moeten worden betaald voor het begraven van een lijk, in een grafruimte van 2 M. lengte en 0,80 M. breedte op de vakken der le klasse 30; 2e klasse f 15 3e klasse 3. Voor de begraving van een kind beneden het jaar, in een grafruimte van 0,80 M. lengte en 0,45 M. breedte wordt een vierde; voor die van kinderen beneden de twaalf jaar, in een grafruimte van 1,75 M. lengte en 0,75 M. breedte wordt de helft van bovengenoemde rechten gevorderd. Voor een grootere grafruimte wordt, voor iederen kwart vierkanten meter meer, een achtste deel van bovengenoemde rechten gevorderd. Gedeelten van een vierkanten meter worden als eien vierkanten meter berekend. Voor Sluiskil wordt 75 van bovenge noemde rechten geheven. Artikel 4. Voor het opgraven en overbrengen van een lijk naar een ander graf op hetzelfde vak of op een vak derzelfde klasse van eenzelfde begraafplaats zal f 20 moeten worden betaald. Voor het opgraven en overbrengen van een lijk van de eene begraafplaats naar ide andere is f 30 verschuldigd. Ingeval het lijk wordt overgebracht naar een graf op een vak eener klasse waanvoor hoogere begraafrechten verchuldigd zijn, zal tevens het verschil moeten worden bijbetaald. Artikel 5. Het recht is niet verschuldigd voor het begraven van lijken van armen en onvermo genden, wier erfgenamen tot het betalen der rechten niet in staat worden geacht, zulks ter beoordeeling van Burgemeester en Wet houders. De lijken van armen en onvermogenden worden in de 3e klasse begraven. Voor onvermogend wordt niet gehouden, zij die lid waren van een begrafenisfonds. Artikel 6. Voor het begraven van een lijk buiten de gewone uren, zijnde van 7 tot 16 uur wordt boven het gewone recht, een recht van f 20 geheven. Deze bepaling is niet van toepassing op de lijken van Israelieten of van militairen, noch in tijden van besmettelijke ziekten, noch wanneer de begraving op last van het open- baar gezag geschiedt. Artikel 7. Voor het luiden der klok van de burgerlijke gemeente (dat is de klok van het sitadhuis) gedurende de begrafenis, zal boven het gewone recht, een recht van /20 geheven worden, voor ieder uur luiden. Gedeelten van een uur worden voor een geheel uur gerekend. Artikel 8. Voor het recht tot het plaatsen op een graf binnen de verkregen grafruimte van een zerk, een gedenkteeken of een kruis wordt, boven het gewone recht en onder inacht- neming der door Burgemeester en Wethouders te geven voorschriften een recht geheven van f 5. Dit recht sluit mede in, dat in alinea 2 genoemd. Voor een boom, voor struiken of andere gewassen en kransen 2,50. Artikel 9. Voor het inschrijven en overboeken, in een daartoe bestemd register van het verkregen uitsluitend recht om lijken in een bepaalde grafruimte te doen begraven, zal voor iedere boeking en overschrijving 3 betaald worden. Artikel 10. Wanneer een rechthebbende niet behoorlijk zorg draagt of doet dragen voor eenig op een graf geplaatst voorwerp, dan zal dit voor- werp op last van Burgemeester en Wethou ders worden opgeruimd of met den grond gelijk kunnen worden gemaakt. Artikel 11. Het in onderhoud geven van een graf, waaronder is te verstaan, het schoonhouden van een graf en het onderhoud van daarop staande boomen, bloemen en andere beplan- tingen, kan alleen geschieden aan de ge meente en minstens voor een tijdvak van 5 jaar, tegen een jaarlijksche vergoeding van: 10 voor een graf in de eerste klasse; f 5 voor een graf in de tweede klasse 2,50 voor een graf in de derde klasse. Evenzoo kan het in onderhoud geven van grafsteenen alleen geschieden aan de ge meente en minstens voor een tijdvak van 5 jaar, tegen een jaarlijksche vergoeding van f 10 voor een monument en f 5 voor een ge wone grafsteen. Deze rechten kunnen over elk tijdvak van 5 jaar brj vooruitbetaling worden voldaan. Wanneer het recht niet tenminste 3 maan den voor afloop van de onderhoudstermijn is opgezegd, wordt dit stilzwijgend weer voor gelijke termijn verlengd. Artikel 12. Het recht in artikel 1 en 9 bepaald moet betaald worden door hen, die het daarbedoeld uitsluitend recht verkrijgen. De rechten in artikel 3, 6 en 7 bepaald moeten betaald wor den door de erfgenamen van hen, wier begra fenis het geldt of door hen, die overeenkom stig de bestaande wetten tot het dragen der begrafeniskosten verplicht zijn. De rechten in artikel 4, 8 en 11 bepaald zijn verschuldigd door den eigenaar van het graf of bij gebreke van dien door dengene, die van de diensten der gemeente gebruik maakt. Artikel 13. De betaling der rechten geschiedt ten kan- tore van den gemeente-ontvanger tegen ont vangst eener gedateerde en door dien ontvan- ger geteekende kwitantie. Artikel 14. De rechten bedoeld in artikel 3, moeten betaald worden voor de begraving plaats heeft, die bedoeld in artikel 4 voor met de opgraving wordt aangevangen. Artikel 15. De rechten, bedoeld in artikel 1, 6, 7. 8, 9 en 11 moeten betaald worden onmiddellijk na het verkrijgen van de in die artikelen ge noemde rechten. Artikel 16. De invordering van deze rechten geschiedt overigens door den gemeente-ontvanger over eenkomstig de artikelen 291 tot en met 295 der gemeentewet. Artikel 17. Deze verordening treedt in werking den eersten dag der maand, volgende op dien, waarin de Koninklijke goedkeuring zal zijn ontvangen. Alsdan vervallen de thans geldende veror deningen op de heffing en invordering van ibegraaf- en andere rechten, geheven inge- volge de wet tot vaststelling van bepalingen betrekkelijk het begraven van lijken, de begraafplaatsen en de begrafenisrechten. Deze blijven van kracht ten aanzien van vodr bovengenoemden datum verschuldigde rechten. Vastgesteld door den Raad der gemeen te Terneuzen in de openbare vergade ring van 14 Juli 1938. (w.g.) P TELLEGEN, Voorzitter. (w'.g.) B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Zijnde aan deze verordening goedkeuring verleend bij Koninklijk Besluit van 29 Augus tus 1938 no. 22, en is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort op 28 September 1938. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. TELLEGEN, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. doen te weten, dat door den Raad dier ge meente in zijn openbare vergadering van 14 Juli 1938 is vastgesteld de volgende verorde ning: VERORDENING op de heffing van een belasting op de honden in de gemeente Terneuzen. Artikel 1. In deze gemeente wordt, onder den naam van hondenbelasting, geheven een belasting op de honden, welke in de gemeente worden gehouden. Artikel 2. 1. Belastingschuldig zijn de houders van honden die in de gemeente hun hoofdverblijf houden of er gedurende meer dan 90 dagen van het belastingjaar verblijven. 2. Als houders van honden worden aan- gemerkt, zij, die een hond, onder welken titel ook, in bezit, in bewaring of onder opzicht hebben. 3. Het hoofd van een huisgezan wordt be- schouwd als de houder van de honden, die door een der leden van het gezin worden gehouden. Artikel 3. 1. De belasting bedraagt per jaar 8 voor elken hond. 2. Dit bedrag wordt verminderd tot f 4 voor elken hond, wanneer deze een hoogte heeft van minder dan 4 d.m. De hoogte der honden wordt genomen met een meetstok, van den onderkant der voorpooten tot op het hoogste punt van het schoft. 3. Ongeacht de hoogte der honden worden de bedragen genoemd onder 1 en 2 van dit artikel verminderd tot f 1 voor elken hond uitsluitend gehouden ten dienste van den landbouw of eenig bedrijf van nrjverheid of ter bewaking van gebouwen, erven, vaartui- gen of woonwagens. Hieronder zijn niet begrepen jachthonden, gehouden door per sonen, die de jacht niet als beroep uitoefenen, evenmin honden, die losloopen op den open- baren weg, tenzij dit losloopen voor het doel, waartoe zij worden gehouden noodzakelijk is. 4. De honden waarvoor de voile belasting verschuldigd is behooren vanaf 4 d.m. tot de eerste klasse, minder dan 4 d.m. tot de tweede klasse en die, waarop de verminderde belas ting van toepassing is, tot de derde klasse. 5. Voor een hond, in den loop van het jaar verkregen of belastbaar geworden, is de be lasting verschuldigd: ten voile, wanneer dit plaats heeft in de eerste zes maanden en voor de helft, wanneer dit later plaats heeft. 6. Voor honden, die voor 1 Juli worden afgeschaft, wordt, mits van die afschaffing tijdig schriftelijk wordt kennis gegeven aan Burgemeester en Wethouders, de helft van de hierboven genoemde bedragen betaald. 7. Voor honden, die in den loop van het jaar blijken niet meer tot de derde klasse te behooren, is de voile belasting verschuldigd en wel gedurende het geheele of het halve jaar, naarmate de verminderde belasting voor 1 Juli of na 30 Juni heeft opgehouden van toe passing te zijn. Verplaatsing van de tweede klasse in de eerste klasse heeft in den loop van het jaar niet plaats. 8. Voor eenzelfde hond moet maar eenmaal per jaar de volgens deze verordening ver schuldigde belasting betaald worden, ook al verandert deze van eigenaar. 9. Ontheffing als in het 6e lid bedoeld wordt verleend door Burgemeester en Wet houders en moet schriftelijk worden aange- vraagd voor 15 Juli van het belastingjaar. Artikel 4. De belasting is niet verschuldigd voor: a- honden, beneden den leeftijd van drie maanden honden, uitsluitend dienende ten geleide van blinden; honden, door politie-ambtenaren gebezigd bij de uitoefening van hun beroep, voor zoover deze in liGt bezit zijn vnn een diploma als politiehond, uitgegeven door een erkende landelijke vereeniging; honden, welke den houder strekken ter vervanging van honden, wanrvoor over het belastingjaar de belasting door hem reeds is verschuldigd of betaald, indien door die vervaniging het aantal door hem in de gemeente gehouden honden over dat jaar niet wordt vermeerderd. Artikel 5. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December. Artikel 6. 1. Tweemaal per jaar wordt door een daar toe door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen persoon een beschrijving aan de huizen der ingezetenen gehouden. 2. De ingezetenen zijn verplicht dien per soon, die daartoe voorzien wordt van een schriftelijke lastgeving van Burgemeester en Wethouders de vereischte opgaven en de ge- vraagde inlichtingen omtrent de honden te geven, waartoe zoo noodig ook behoort het meten der honden. A Artikel 7. Indien blijkt, dat een aanslag niet of te laag is opgelegd, wordt de te weinig geheven be lasting van den belastingplichtige of zijn erfgenamen nagevorderd, zoolang niet sedert den aanvang van het belastingjaar drie jaar is verstreken. Artikel 8. Nadat Burgemeester en Wethouders de kohieren hebben vastgesteld worden deze on middellijk ter invordering gezonden aan den gemeente-ontvanger. Artikel 9. 1. De aanslagen, welke niet op het oor- spronkelijk kohier zijn geplaatst, worden op een aantvullingskohier gebracht. De aansla gen wegens belasting welke wordt nagevor derd, worden op een afzionderlijk kohier gebracht. 2. Bij het in den loop van het jaar met langer van toepassing zijn der verminderde belasting wordt rekening gehouden met de reeds opgemaakte kohieren, en wordt alleen het meerdere bedrag der belasting op het aan-, vullingskohier gebracht. 3. De belastingplichtigen worden op de kohieren gebracht met vermelding van het aantal der honden en van de klasse, waartoe1 deze behooren. Artikel 10. Het model van het aanslagbiljet wordtj vastgesteld door Burgemeester en Wethou ders. De aanslagbiljetten worden door de zorg van den gemeente-ontvanger zoo spoedig mogelijk uitgereikt. De termijn van betaling wordt daarop vermeld. Artikel 11. 1. De belasting moet worden betaald bin nen twee maanden na de uitreiking van het aanslagbiljet. 2. De belasting is dadelijk invorderbaar zoodra de aangeslagene in staat van faillisse ment is verklaard of op zijn roerende of on,- roerende goederen executoriaal beslag is gc legd. b. d.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5