Ter Neuzensche Courant
Woensdag 28 September 1938 No. 9817
TWEEDE BLAD
Burgemeester en Wethouders van Terneuzen
Burgemeester en Wethouders van Terneuzen
Burgemeester en Wethouders van Terneuzen
VAN
DIENSTREGELING PROVINOIARE
STOOMBOOTDIENST.
Vanaf heden is op bet gemeentehuis (bode-
kamer) gratis verkrijgbaar, voor hotelbouders
e.a.
DE DIENSTREGELING VAN DEN
PROVIN CI ALEN STOOMBOOTDIENST
OP DE WESTER-SCHELDE
dngaande 2 October 1938.
Terneuzen, 28 September 1938.
De Burgemeester,
P. TELLEGEN.
KEURING DIENSTPLICHTIGEN.
In December a.s. zal de herkeuringsraad in
eenige gemeenten zitting bouden.
Wie een keuring kunnen ondergaan.
De gelegenheid om in die fitting een genees-
kundig onderzoek te ondergaan, kan door den
voorzitter worden gegeven aan voor den
dienstplicbt ingeschreven personen, die nog
niet bij, de land- en zeemaebt zijn ingelijfd, of
die wel reeds daarbij zijn ingelijfd, maar nog
niet als dienstplichtige in werkelijken dienst
zijn geweest.
Personen, die bij een der keuringsraden of
bij den herkeuringsraad voorgoed ongeschikt
voor den dienst zijn verklaard worden niet
meer tot een nader onderzoek toegelaten.
•Beboudens bijzondere macbtiging van den
minister van defensie worden voorts tot het
onderzoek bij den herkeuringsraad niet toe
gelaten:
a. zij, die bestemd zjjn tot buitengewoon
dienstplichtige of als zoodanig zijn inge
lijfd;
b. zij, die in November of December van bet
vorig jaar dan wel dit jaar tijdelijk onge
schikt voor iden dienst werden verklaard;
c. vrijwilligers, beboorende tot de landmacht
uitgezonderd den vrijwilligen land-
storm tot de zeemaebt of tot de over-
zeescbe weermacbt.
Het aanivragen van keuring.
Om deze keuring te ondergaan, beboort een
aanvraag te worden ingediend, in welke aan-
vraag aarmemelijk wordt gemaakt:
dat de persoon, wien bet geldt, na de uit-
spraak van den keuringsraad vermoedelijk
ongescbikt voor den dienst is geworden (dit
geldt voor ben, die door een der keuringsraden
geschikt werden verklaard); of
dat bij vermoedelijk ongescbikt voor den
dienst is (dit geldt voor ben, omtrent wie geen
der keuringsraden uitspraak deed).
Bij de aanvraag beboort, zoo eenigszins
mogelijk, te worden overgelegd een genees-
kundige verklaring, waaruit de vermoedelijke
ongescbiktbeid van den ingescbrevene blijkt.
De aanvraag moet voorts vermelden den
geslacbtsnaam en de voomamen (voluit) van
den belanghebbendedatum en jaar van ge-
boorte, de gemeente en licbting, voor welke
bij voor den dienstplicbt is ingeschreven, bet
korps, korpsonderdeel of dienstvak, waaraan
bij is toegewezen of waartoe bij beboort,
en bet tijdvak of den datum, voor zijn
inlijVing of zijn opkomst in werkelijken dienst
vastgesteld, verder zijn volledig adres en ten
slotte: of hij reeds voor een der keuringsraden
of den herkeuringsraad is verschenen en, zoo
ja, hoe de uitspraak van den raad luidde.
Wenscht iemand, die behoort tot de hierv66r
onder a, b of c bedoelde personen, keuring aan
te vragen, dan is bet wenschelijk tevens in
de aanvraag te vermelden, welk bijzonder
belang voor hem in bet ondergaan van de
keuring gelegen zou zijn.
De aanvraag beboeft niet gezegeld te zijn,
docb moet zoo spoedig mogelijk gefrankeerd
worden toegeeonden aan het volgende adres:
Aan den Voorzitter van den Herkeuringsraad,
Gebouw van het Departement van Defensie,
Casuariestraat 16, 's-GraVenhage.
Terneuzen, 26 September 1938.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
P. TELLEGEN.
doen te weten, dait door den Raad dier ge
meente in zijn openbare vergadering van 14
Juli 1938 is vastgesteld de volgende verorde-
ning:
VERORDENING op de heffing van leges
ter secretarie en van rechten wegens
verrichtingen van de ambtenaren van
den burgerlijken stand in de gemeente
Terneuzen.
Antikel 1.
Ten beboeve der gemeente zullen ter secre
tarie, onder den naam van secretarieleges,
worden geheven de hierna genoemde rechten.
A. Legalisatie.
Voor de legalisatie eener handteeke-
ning /0.50.
Voor bet ter legalisatie opzenden van een
stuk (de kosten van porto en legalisatie niet
inbegrepen)
S 0,40.
B, Verklaringen in bet bijzonder belang
der aanvragers.
Voor verklaringen van goed gedrag, van
gegoedheid, van inwoning en alle andere ver
klaringen, welke in het bijzonder belang der
betrokken personen worden opgemaakt, niet
bierna genoemd per stuk 0,40.
C. Nasporingen bevolkingsregister en
burgerlijke stand.
Voor het verstrekken van inlichtingen of
opgaven uit bet bevolkingsregister of uit de
registers van den burgerlijken stand:
per inlichting of opgaaf 0,40,
per abonnement van 1000 inlichtingen of
opgaven, geldig gedurende een jaar f 50,
voor iedere inlichting of opgaaf boven
de 1000 0,05,
voor inlichtingen of opgaven uit het bevol
kingsregister of registers van den burger
lijken stand ten dienste van openbare diens-
ten, uitgezonderd die genoemd in artikel 104
tweede lid van het besluit bevolkingsboek-
houding 1936 en andere openbare instellingen
en bedrnven is verschuldigd.
per inlichting of opgaaf f 0,05,
per geldig blijvend abonnement van 100
inlichtingen of opgaven
per geldig blijvend abonnement van 500 in
lichtingen of opgaven f 20,—,
per geldig blijvend abonnement van 1000
inlichtingen of opgaven
per geldig blijvend abonnement van 10000
inlichtingen of opgaven 300,—.
Inlichtingen of opgaven bestemd voor een
wetenschappalijk op philantropisch doel vallen
niet onder de bepaling dezer legesverordening.
D. Aanvragen uittreksels burgerlijke stand.
Voor het aanvragen van een uittreksel uit
de registers van den burgerlijken stand uit
een andere gemeente (de kosten van porto
en andere onkosten niet inbegrepen) 0,40.
E. Verstrekken opgaven burgerlijke stand
en bevolkingsregister.
Voor bet geregeld verstrekken van op
gaven aan bijzondere personen omtrent ge-
borenen, overledenen, huwelijksaangiften en
huwelijksvoltrekkingen en ingekomen en ver-
trokken personen, indien die opgaven ddnmaal
in de week worden verlangd f 50,per jaar
tot een maximum van 1000;
voor elke opgaaf boven de 1000, voor iedere
inlichting 0,05.
F. Nasporingen kadaster.
1. Voor het behulpzaam zijn bij nasporin
gen in de dubbelen der leggers en plans van
het kadaster voor elk perceel f 0,50.
2. Voor raadpleging van de dubbelen der
leggers en plans van bet kadaster, indien
daarbij geen hulp van gemeentewege, wordt
verleend per kwartier of gedeelte daar-
van
Het onder 2, bedoelde recht wordt niet ge
heven als de raadpleging geschiedt;
a. ten beboeve van den rijksdienst, den pro-
vincialen dienst, of den dienst van een
waterschap, veenscbap of veenpolder;
b. ter uitvoering van de Landarbeiderswet
c. overeenkomstig artikel 15 der wet van 26
Mei 1870 (Stbl. 82) betrekkelijk de
grondibelastang.
G. Minuten, afschriften en uittreksels.
Voor gebeel of gedeeltelijk geschreven minu
ten, afschriften of uittreksels van stukken,
per gebeel of gedeeltelijk geschreven blad-
zijde f 0,40.
H. Gebeel of gedeeltelijk bedrukte stukken.
Voor de begrooting met memorie van toe-
licbting f
Voor de rekening 10.
Voor uittreksels uit de kiezerslijst omvat-
tende edn steimdistrict. f 2>
Voor andere stukken per bladzijde gebeel
of gedeeltelijk bedrukt, cyclostylewerk in
begrepen f 0,40.
Voor de algemeene politieverordening 2,
Voor de bouwverordening S 3,
I. Bouwvergunningen.
Voor de vergunning als bedoeld in het eerste
lid sub a. van artikel 6 der Woningwet, wan-
neer de kosten van het bouwen, vemieuwen,
veranderen of uitbreiden, waartoe vergunning
wordt verleend, de geheele afwerking inbe
grepen, bedragen
niet meer dan 500,f 1.
meer dan f 500,t/m _f 1000,2,50.
meer dan 1000 t/m 2000.f 5,
meer dan 2000,— t/m 3000,— f 10,—,
meer dan f 3000,t/m 4000,f 15,
meer dan f 4000,— f 20,
De hierbedoelde kosten worden bepaald door
Burgemeester en Wethouders. Betrokkene
kan, Indien hij met bet bepaalde bedrag geen
genoegen neemt binnen twee maanden na de
dagteekening der beslissing bij den raad in
beroep komen.
'Geen leges zijn verschuldigd door vereeni-
gingen, uitsluitend in bet belang der volks-
huisvesting werkzaam.
J. Hinderwetsvergunndngen.
Voor vergunningen, als bedoeld bij artikel
1 of artikel 14 der Hinderwet 5,
K. Ventvergunningen.
Voor vergunningen om in de gemeente te
mogen venten, geldig voor
een dag f 0,50,
een maand 2,50,
een jaar f 5.
L. Aangifte buisslacbting.
Voor bewijzen van ontvangst van aangiften,
als bedoeld in artikel 6a, derde lid, der
Vleeschkeuringswet 1919 (Stbl. 524) f 0,25.
M. Jacbtakten.
Voor het uitreiken van een jacbtakte, inge-
volge artikel 5 der Jachtwet 1923:
a. voor een groote jacbtakte tot alle geoor-
loofd jachtbedrijf f10,
voor een groote jacbtakte als boven, met
uitzondering van de valkenjacht f 7.50,
voor een logeerakte f 3,
voor een kleine jachtakte tot bet vangen
van waterwild met netten
gebruik geoorloofd is
Buitenlandsche paspoorten, bewijzen van
Nederlanderschap, rijbewijzen.
Voor de afgifte, de aanvrage of de verlen-
ging van een buitenlandsch paspoort, een be-
wijs
wijs
O. Trouwboekjes.
Voor de afgifte van een trouwboekje in
eenvoudige uitvoering
in luxe uitvoering
Artikel 2.
Geen leges zijn verschuldigd voor:
1. stukken in hun persoonlijk belang be-
noodigd door personen, die naar het oordeel
van den Burgemeester oiwermogend zijn;
2. attestation de vita, strekkende tot beta-
ling van pensioenen, lijfrenten en andere perio-
dieke uitkeeringen ten laste van den staat,
provincien, gemeenten, waterschappen of an
dere publiekrechtelijke instellingen;
3. de aan belanghebbende uit te reiken
minuten, afschriften, of uittreksels van be-
sluiten, akten en beschikkingen; houdende:
a. de benoeming van ambtenaren en leden
van collegien of commission aan wie geen
bezoldiging of een bezoldiging van niet
meer dan duizend gulden per jaar is toe-
gekenid;
verhooging van bezoldiging van ambte
naren en leden van collegiOn of commis
sion, als de bezoldiging met de verhoo
ging niet meer dan duizend gulden per
jaar bedraagt;
c. de benoeming tot een ambt van gelijken
of minderen rang, dan dat hetwelk de be-
noemde reeds bekleedde, voor zoover aan
het nieuwe ambt geen hoogere bezoldi
ging is verbonden dan aan het oude;
4. de stukken en legalisation van hand-
teekeningen op stukken betreffende militaire
Z3.k€H
5. de stukken, door ambtenaren benoodigd
tot het bekomen van pensioenen en de stukken
benoodigd tot bet bekomen van weduwen- en
weezenpensioen uit tot dat doel ingestelde
fondsen, ingeval de belanghebbende personen
naar het oordeel van den Burgemeester onver-
mogend zijn;
6 kwitantien voor geldsommen en andere
stukken, waarbij de ontvangst en ovememing
van gelden of goederen wordt erkend of ver-
meld;
7 de stukken en inlichtingen, waarvan de
kostelooze afgifte of verstrekking bij eemg
wetteltjk voorschrift aan de gemeente bestu-
ren is opgelegd of van regeeringswege aan de
gemeenten is aanbevolen.
Artikel 3.
Voor bet voltrekken van een huwelijk op
een anderen trjd of andere wijze dan ir.gevolge
artikel 4 der wet van 23 April 1879 (Stbl. 72)
voor kostelooze huwelijksvoltrekkingen is be
paald, zal worden geheven een recht van:
a. 7,50 wanneer die voltrekking op denzelf-
den dag als hierboven bedoeld is, plaats
beeft;
20, wanneer de voltrekking op een an
dere dag verlangd wordt;
f 50, wanneer de voltrekking buiten het
gemeentebuis plaats beeft.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd
onvermogenden gebeel en minjvermogenden
voor de helft van de betaling van dit recht vrij
te stellen als deze om gewiobtige redenen, ter
beoordeeling van genoemd college, de voltrek
king van him huwelijk op een anderen dan den
voor kostelooze huwelijks-voltrekking aange-
wezen tijd verlangen of de voltrekking van
het huwelijk buiten bet gemeentebuis plaats
beeft.
Artikel 4.
a.
b.
c.
Het recht is verschuldigd door hem, die van
de in deze verordening omschreven diensten
gebruik maakt.
Artikel 5.
1. De invordering van de leges gescbiedt
door een door Burgemeester en Wethouders
aan te wijzen ambtenaar, uitgezonderd de
leges voor afgifte van jacbtakten, waarvan de
inning gescbiedt door het hoofd van de plaat-
selijke poldtie.
2. De leges moet worden voldaan bij de
aanvraag der stukken en werkzaamheden.
Artikel 6.
De invordering der rechten wegens voltrek
king van een huwelijk op een anderen tijd of
andere wijze dan voor kostelooze huwelijks-
voltrekking is bepaald, gescbiedt door den
ambtenaar van den burgerlijken stand, v6or
de voltrekking van het huwelijk plaats beeft.
Artikel 7.
De ambtenaar, die de gelden ontvangt, ver-
meldt op het stuk bet bedrag dier gelden en
stelt op bet stuk bewijs van betaling. Kunnen
bedrag en kwitantie niet op eenig afgegeven
stuk worden gesteld, dan wordt desverlangd
afzonderlijk kwitantie afgegeven.
Artikel 8.
Het hoofd van de plaatselijke politie, de
ambtenaar bedoeld in artikel 5 en de ambte
naar van den burgerlijken stand storten de
door hen in de afgeloopen maand ontvangen
leges en rechten binnen de eerste vijf dagen
van de daaropvolgende maand bij den ge-
meente-ontvanger, onder overlegging van een
gespecificeerden en onderteekenden staat,
waarvan het model door Burgemeester en
Wethouders wordt vastgesteld.
2. De gemeente-ontvanger geeft van elke
storting een bewrjs af.
Artikel 9.
Deze verordening treedt in werking den eer-
sten dag der maand, volgende op dden, waarin
de koninklijke goedkeuring is ontvangen; als-
dan vervallen de thans geldende verordeningen
op de heffing en invordering van leges ter
secretarie en van rechten wegens verrichtin
gen van de ambtenaren van den burgerlijken
stand. Deze blijven van kracbt ten aanzien
van voor bovengenoemden datum versehuldig-
de leges en rechten.
Vastgesteld door den raad der gemeen
te Terneuzen in zijn openbare vergade
ring van 14 Juli 1938.
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Zijnde aan deze verordening goedkeuring
verleend bjj Koninklijk Besluit van 29 Augus
tus 1938 no. 22, en is hiervan afkondiging
geschiedt waar het behoort op 28 September
1938.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
b.
c.
d.
N.
waarvan het
f 2,50.
Nederlanderschap of een
rijbe-
0,25,
f 1,50.
b.
doen te weten, dat door den Raad dier ge
meente in zijn openbare vergadering van 14
Juli 1938 is vastgesteld de volgende verorde
ning:
VERORDENING op de heffing van
begraaf- en andere rechten, ingeivolge
de wet tot vaststelling van bepalin-
gen, betrekkelijk het begraven van
lijken, de begraafplaatsen en de be-
grafenisrechten.
Artikel 1.
Tegen betaling van het hiema te vermelden
recht wordt, voorzoover de ruimte der
begraafplaatsen zulks toelaat en onvermin-
derd de rechten genoemd in de volgende arti-
kelen, gelegenheid gegeven tot het verkrijgen
van het uitsluitend recht om lijken in een be
paald graf te doen begraven:
a. voor een onbepaalden tijd en voor een
grafruimte ter lengte van 2 M. en ter
breedte van 0,80 M. op de vakken der le
klasse J60; 2e klasse /40; 3e klasse 25.
b. voor den tijd van tien achtereenvolgende
jaren en voor een grafruimte van 2 M.
lengte en 0.80 M. breedte op de vakken
der le klasse f 16; 2e klasse /12; 3e
klasse f 8.
Voor iederen vierkanten meter grafruimte
meer in gebruik genomen, wordt de helft van
den kostenden prijs, der in a of b genoemde
grafruimte, in rekening gebracht.
Gedeelten van een vierkanten meter worden
als een vierkanten meter berekend.
Het recht, in dit artikel bedoeld, geldt
slechts zoolang de begraafplaats niet gesloten
is verklaard, overeenkomstig artikel 24 der
wet van 10 April 1869, Staatsblad no. 65.
Voor Sluiskil wordt 75 van bovenge-
noemde rechten geheven.
Artikel 2.
Aan het uitsluitend recht om lijken in een
bepaald graf te doen begraven is verbonden
de bevoegdhei'd, onder inacbtneming der door
Burgemeester en Wethouders te geven voor-
schriften, tot het stichten van grafkelders,
waarin desgewild 2 lijken boven elkaar kun
nen worden begraven, het plaatsen van ge-
denksteenen, kruisen, zerken, het aanleggen
van graftuinen en het planten van boomen
of andere gewassen enz., een en ander bin
nen de afmetingen van het gekochte recht.
Artikel 3.
Er zal moeten worden betaald voor het
begraven van een lijk, in een grafruimte van
2 M. lengte en 0,80 M. breedte op de vakken
der le klasse 30; 2e klasse f 15 3e klasse
3.
Voor de begraving van een kind beneden
het jaar, in een grafruimte van 0,80 M. lengte
en 0,45 M. breedte wordt een vierde; voor die
van kinderen beneden de twaalf jaar, in een
grafruimte van 1,75 M. lengte en 0,75 M.
breedte wordt de helft van bovengenoemde
rechten gevorderd.
Voor een grootere grafruimte wordt, voor
iederen kwart vierkanten meter meer, een
achtste deel van bovengenoemde rechten
gevorderd.
Gedeelten van een vierkanten meter worden
als eien vierkanten meter berekend.
Voor Sluiskil wordt 75 van bovenge
noemde rechten geheven.
Artikel 4.
Voor het opgraven en overbrengen van een
lijk naar een ander graf op hetzelfde vak of
op een vak derzelfde klasse van eenzelfde
begraafplaats zal f 20 moeten worden betaald.
Voor het opgraven en overbrengen van een
lijk van de eene begraafplaats naar ide andere
is f 30 verschuldigd.
Ingeval het lijk wordt overgebracht naar
een graf op een vak eener klasse waanvoor
hoogere begraafrechten verchuldigd zijn, zal
tevens het verschil moeten worden bijbetaald.
Artikel 5.
Het recht is niet verschuldigd voor het
begraven van lijken van armen en onvermo
genden, wier erfgenamen tot het betalen der
rechten niet in staat worden geacht, zulks ter
beoordeeling van Burgemeester en Wet
houders.
De lijken van armen en onvermogenden
worden in de 3e klasse begraven.
Voor onvermogend wordt niet gehouden, zij
die lid waren van een begrafenisfonds.
Artikel 6.
Voor het begraven van een lijk buiten de
gewone uren, zijnde van 7 tot 16 uur wordt
boven het gewone recht, een recht van f 20
geheven. Deze bepaling is niet van toepassing
op de lijken van Israelieten of van militairen,
noch in tijden van besmettelijke ziekten, noch
wanneer de begraving op last van het open-
baar gezag geschiedt.
Artikel 7.
Voor het luiden der klok van de burgerlijke
gemeente (dat is de klok van het sitadhuis)
gedurende de begrafenis, zal boven het gewone
recht, een recht van /20 geheven worden,
voor ieder uur luiden. Gedeelten van een uur
worden voor een geheel uur gerekend.
Artikel 8.
Voor het recht tot het plaatsen op een graf
binnen de verkregen grafruimte van een
zerk, een gedenkteeken of een kruis wordt,
boven het gewone recht en onder inacht-
neming der door Burgemeester en Wethouders
te geven voorschriften een recht geheven van
f 5. Dit recht sluit mede in, dat in alinea 2
genoemd.
Voor een boom, voor struiken of andere
gewassen en kransen 2,50.
Artikel 9.
Voor het inschrijven en overboeken, in een
daartoe bestemd register van het verkregen
uitsluitend recht om lijken in een bepaalde
grafruimte te doen begraven, zal voor iedere
boeking en overschrijving 3 betaald worden.
Artikel 10.
Wanneer een rechthebbende niet behoorlijk
zorg draagt of doet dragen voor eenig op een
graf geplaatst voorwerp, dan zal dit voor-
werp op last van Burgemeester en Wethou
ders worden opgeruimd of met den grond
gelijk kunnen worden gemaakt.
Artikel 11.
Het in onderhoud geven van een graf,
waaronder is te verstaan, het schoonhouden
van een graf en het onderhoud van daarop
staande boomen, bloemen en andere beplan-
tingen, kan alleen geschieden aan de ge
meente en minstens voor een tijdvak van 5
jaar, tegen een jaarlijksche vergoeding van:
10 voor een graf in de eerste klasse;
f 5 voor een graf in de tweede klasse
2,50 voor een graf in de derde klasse.
Evenzoo kan het in onderhoud geven van
grafsteenen alleen geschieden aan de ge
meente en minstens voor een tijdvak van 5
jaar, tegen een jaarlijksche vergoeding van
f 10 voor een monument en f 5 voor een ge
wone grafsteen.
Deze rechten kunnen over elk tijdvak van
5 jaar brj vooruitbetaling worden voldaan.
Wanneer het recht niet tenminste 3 maan
den voor afloop van de onderhoudstermijn is
opgezegd, wordt dit stilzwijgend weer voor
gelijke termijn verlengd.
Artikel 12.
Het recht in artikel 1 en 9 bepaald moet
betaald worden door hen, die het daarbedoeld
uitsluitend recht verkrijgen. De rechten in
artikel 3, 6 en 7 bepaald moeten betaald wor
den door de erfgenamen van hen, wier begra
fenis het geldt of door hen, die overeenkom
stig de bestaande wetten tot het dragen der
begrafeniskosten verplicht zijn.
De rechten in artikel 4, 8 en 11 bepaald zijn
verschuldigd door den eigenaar van het graf
of bij gebreke van dien door dengene, die van
de diensten der gemeente gebruik maakt.
Artikel 13.
De betaling der rechten geschiedt ten kan-
tore van den gemeente-ontvanger tegen ont
vangst eener gedateerde en door dien ontvan-
ger geteekende kwitantie.
Artikel 14.
De rechten bedoeld in artikel 3, moeten
betaald worden voor de begraving plaats
heeft, die bedoeld in artikel 4 voor met de
opgraving wordt aangevangen.
Artikel 15.
De rechten, bedoeld in artikel 1, 6, 7. 8, 9
en 11 moeten betaald worden onmiddellijk na
het verkrijgen van de in die artikelen ge
noemde rechten.
Artikel 16.
De invordering van deze rechten geschiedt
overigens door den gemeente-ontvanger over
eenkomstig de artikelen 291 tot en met 295
der gemeentewet.
Artikel 17.
Deze verordening treedt in werking den
eersten dag der maand, volgende op dien,
waarin de Koninklijke goedkeuring zal zijn
ontvangen.
Alsdan vervallen de thans geldende veror
deningen op de heffing en invordering van
ibegraaf- en andere rechten, geheven inge-
volge de wet tot vaststelling van bepalingen
betrekkelijk het begraven van lijken, de
begraafplaatsen en de begrafenisrechten.
Deze blijven van kracht ten aanzien van
vodr bovengenoemden datum verschuldigde
rechten.
Vastgesteld door den Raad der gemeen
te Terneuzen in de openbare vergade
ring van 14 Juli 1938.
(w.g.) P TELLEGEN, Voorzitter.
(w'.g.) B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Zijnde aan deze verordening goedkeuring
verleend bij Koninklijk Besluit van 29 Augus
tus 1938 no. 22, en is hiervan afkondiging
geschied, waar het behoort op 28 September
1938.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
doen te weten, dat door den Raad dier ge
meente in zijn openbare vergadering van 14
Juli 1938 is vastgesteld de volgende verorde
ning:
VERORDENING op de heffing van een
belasting op de honden in de
gemeente Terneuzen.
Artikel 1.
In deze gemeente wordt, onder den naam
van hondenbelasting, geheven een belasting
op de honden, welke in de gemeente worden
gehouden.
Artikel 2.
1. Belastingschuldig zijn de houders van
honden die in de gemeente hun hoofdverblijf
houden of er gedurende meer dan 90 dagen
van het belastingjaar verblijven.
2. Als houders van honden worden aan-
gemerkt, zij, die een hond, onder welken titel
ook, in bezit, in bewaring of onder opzicht
hebben.
3. Het hoofd van een huisgezan wordt be-
schouwd als de houder van de honden, die
door een der leden van het gezin worden
gehouden.
Artikel 3.
1. De belasting bedraagt per jaar 8 voor
elken hond.
2. Dit bedrag wordt verminderd tot f 4
voor elken hond, wanneer deze een hoogte
heeft van minder dan 4 d.m. De hoogte der
honden wordt genomen met een meetstok,
van den onderkant der voorpooten tot op het
hoogste punt van het schoft.
3. Ongeacht de hoogte der honden worden
de bedragen genoemd onder 1 en 2 van dit
artikel verminderd tot f 1 voor elken hond
uitsluitend gehouden ten dienste van den
landbouw of eenig bedrijf van nrjverheid of
ter bewaking van gebouwen, erven, vaartui-
gen of woonwagens. Hieronder zijn niet
begrepen jachthonden, gehouden door per
sonen, die de jacht niet als beroep uitoefenen,
evenmin honden, die losloopen op den open-
baren weg, tenzij dit losloopen voor het doel,
waartoe zij worden gehouden noodzakelijk is.
4. De honden waarvoor de voile belasting
verschuldigd is behooren vanaf 4 d.m. tot de
eerste klasse, minder dan 4 d.m. tot de tweede
klasse en die, waarop de verminderde belas
ting van toepassing is, tot de derde klasse.
5. Voor een hond, in den loop van het jaar
verkregen of belastbaar geworden, is de be
lasting verschuldigd: ten voile, wanneer dit
plaats heeft in de eerste zes maanden en voor
de helft, wanneer dit later plaats heeft.
6. Voor honden, die voor 1 Juli worden
afgeschaft, wordt, mits van die afschaffing
tijdig schriftelijk wordt kennis gegeven aan
Burgemeester en Wethouders, de helft van
de hierboven genoemde bedragen betaald.
7. Voor honden, die in den loop van het
jaar blijken niet meer tot de derde klasse
te behooren, is de voile belasting verschuldigd
en wel gedurende het geheele of het halve
jaar, naarmate de verminderde belasting voor
1 Juli of na 30 Juni heeft opgehouden van toe
passing te zijn. Verplaatsing van de tweede
klasse in de eerste klasse heeft in den loop
van het jaar niet plaats.
8. Voor eenzelfde hond moet maar eenmaal
per jaar de volgens deze verordening ver
schuldigde belasting betaald worden, ook al
verandert deze van eigenaar.
9. Ontheffing als in het 6e lid bedoeld
wordt verleend door Burgemeester en Wet
houders en moet schriftelijk worden aange-
vraagd voor 15 Juli van het belastingjaar.
Artikel 4.
De belasting is niet verschuldigd voor:
a- honden, beneden den leeftijd van drie
maanden
honden, uitsluitend dienende ten geleide
van blinden;
honden, door politie-ambtenaren gebezigd
bij de uitoefening van hun beroep, voor
zoover deze in liGt bezit zijn vnn een
diploma als politiehond, uitgegeven door
een erkende landelijke vereeniging;
honden, welke den houder strekken ter
vervanging van honden, wanrvoor over
het belastingjaar de belasting door hem
reeds is verschuldigd of betaald, indien
door die vervaniging het aantal door hem
in de gemeente gehouden honden over dat
jaar niet wordt vermeerderd.
Artikel 5.
Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot
en met 31 December.
Artikel 6.
1. Tweemaal per jaar wordt door een daar
toe door Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen persoon een beschrijving aan de huizen
der ingezetenen gehouden.
2. De ingezetenen zijn verplicht dien per
soon, die daartoe voorzien wordt van een
schriftelijke lastgeving van Burgemeester en
Wethouders de vereischte opgaven en de ge-
vraagde inlichtingen omtrent de honden te
geven, waartoe zoo noodig ook behoort het
meten der honden. A
Artikel 7.
Indien blijkt, dat een aanslag niet of te laag
is opgelegd, wordt de te weinig geheven be
lasting van den belastingplichtige of zijn
erfgenamen nagevorderd, zoolang niet sedert
den aanvang van het belastingjaar drie jaar
is verstreken.
Artikel 8.
Nadat Burgemeester en Wethouders de
kohieren hebben vastgesteld worden deze on
middellijk ter invordering gezonden aan den
gemeente-ontvanger.
Artikel 9.
1. De aanslagen, welke niet op het oor-
spronkelijk kohier zijn geplaatst, worden op
een aantvullingskohier gebracht. De aansla
gen wegens belasting welke wordt nagevor
derd, worden op een afzionderlijk kohier
gebracht.
2. Bij het in den loop van het jaar met
langer van toepassing zijn der verminderde
belasting wordt rekening gehouden met de
reeds opgemaakte kohieren, en wordt alleen
het meerdere bedrag der belasting op het aan-,
vullingskohier gebracht.
3. De belastingplichtigen worden op de
kohieren gebracht met vermelding van het
aantal der honden en van de klasse, waartoe1
deze behooren.
Artikel 10.
Het model van het aanslagbiljet wordtj
vastgesteld door Burgemeester en Wethou
ders. De aanslagbiljetten worden door de
zorg van den gemeente-ontvanger zoo spoedig
mogelijk uitgereikt. De termijn van betaling
wordt daarop vermeld.
Artikel 11.
1. De belasting moet worden betaald bin
nen twee maanden na de uitreiking van het
aanslagbiljet.
2. De belasting is dadelijk invorderbaar
zoodra de aangeslagene in staat van faillisse
ment is verklaard of op zijn roerende of on,-
roerende goederen executoriaal beslag is gc
legd.
b.
d.