Chamberlain {over het Oorlogsgevaar.
DE REDE VAN HITLER.
HIJ GEEFT NOG DRIE DAGEN?
TERNEUZEN, 28 SEPTEMBER 1938.
vooral omdat er op het laatste hoogtepunt
van de crisis, vlak voor Chamberlain's reis
naar Berchtesgaden, van dergelijke zichtbare
voorzorgsmaatregelen niets te merken was.
Hitler had toen alle reden te gelooven, dat
het London en Parijs met hun waarschuwin-
gen geen emst was en dat hij zonder gevaar
zijn eischen kon blijven handhaven en zelfs
verhoogen. Nil staan de zaken echter geheel
anders. Engeland is nu in een positie, waarin
het om zoo te zeggen met een druk op den
knop een volledige mobilisatie kan uitvoeren.
Het Tsjechoslowaaksche antwoord.
il>e Tsjechoslowaaksche radio deelt omtrent
het antwoord van Tsjechoslowakije op het
Duitsche memorandum nog mede", dat ,,indien
Tsjechoslowakije weigert het memorandum
te aanvaarde% dat is, omdat het het Engel-
sche-Pransche plan van 19 September verre
te boven gaat. De vorm, welken Hitler aan
dit memorandum gegeven heeft, volstaat om
aan te toonen, dat hij er niet naar streeft een
overeenkomst mogelijk te maken en den vrede
te handhaven. Men voelt er den brutalen
wensch in om Tsjechoslowakije als vrijen
staat te vemietigen. Het memorandum vraagt
de annexatie bij Duitschland van een grond-
gebied, dat 3.736.000 inwoners telt, van wie
2.823.000 Duitsch en 816.000 Tsjechisch spre-
ken. Op het grondgebied, waar een plebisciet
geeischt wordt, wonen 1.116.000 Tsjechen en
slechts 144.000 Duitsch sprekende inwoners.
Het resultaat is, dat Duitschland 816.000
Tsjechen zou inlijven en dat er slechts 102.000
Duitschers in Tsjechoslowakije zouden blijven.
Het memorandum is duidelijk gericht tegen
het economische bestaan van het Land. Het
zou zieh beroofd zien van de hop en een groot
gedeelte van de wouden, die de landbouwindus-
trieen voeden. Wat de verkeersmiddelen be-
treft, zouden de groote wegen- en spoorweg-
netten verbroken worden. Tsjechoslowakije
zou zijn rivierentrepots aan de Elbe en zijn
toegangen tot Bratislava verliezen. Tenslotte
zou Tsjechoslovakije militair op een wijze ver-
zwakt worden, dat een groot gedeelte van zijn
grondgebied, met name Moravisch Bohemen,
aan de willekeur van Duitschland zou zijn
prijsgegeven.
Naar Renter nog eens uit Londen meldt,
zegt de Tsjechoslowaaksche regeering in de
nota, welke Zondag door den Tsjechoslowaak-
schen gezant aan Lord Halifax ovenhandigd
is, dat de eischen van Hitler in hun tegen-
woordigen vorm „volkomen en onvoorwaar-
delijk onaannemelijk zijn". Tegen deze nieuwe
en wreede eischen", aldus de nota, ,,gevoelt
mijn regeering zich genoopt tot den uitersten
tegenstand. Wij zullen ons (verzetten en God
moge ons bijstaan. Tsjechoslowakije ver-
trouwt, dat de twee groote Westersche demo-
cratieen het zullen bijstaan."
De Belgische voorzorgsmaatregelen.
Dinsdagnacht heerschte een groote drukte
in de stations van Brussel, als gevolg van de
verdere oproeping van reservisten. Deze nieu
we maatregel strekt zich uit over acht lich-
tingen van het corps Ardensche jagers, twee
lichtingen van de gemotoriseerde cavalerie,
twee lichtingen van het regiment vestings-
troepen te Namen, twee lichtingen van het
regiment vestingstroepen te Luik en een deel
van de reservisten van de luohtdoel-artillerie
en een ander deel van de reservisten der genie-
troepen.
Wilson Dinsdagniiddag weer bij Hitler.
Sir Horace Wilson is Dinsdag om even over
twaalf des middags in de rijkskanselarij te
Berlijn aangekomen voor een bezoek aan Hit
ler. Hij was vergezeld van den Britsehen am-
bassadeur Henderson en Kirkpatrick, den
eersten secretaris der Britsche ambassade.
Tot den correspondent vein Renter, die hem
Dinsdagmorgen in de Wilhelmstrasse aantrof
in gezelschap van Humphrey Davies, Cham
berlain's particulieren secretaris, had Wilson
gezegd: ,,Ik kan nog niet zeker nagaan of ik
Hitler nog zal ontmoeten voor mijn terug-
keer".
Het bezoek van Wilson, Henderson en Kirk
patrick bij Hitler heeft een half uur geduurd.
Discontoverhooging in Frankrijk.
De Bank van Frankrijk heeft het disconto
gebracht van 2l/2 op 3 pet., voor beleeningen
op effecten van 3% op 4 pot. en voor voor-
sohoitten op 30 dagen van 2% op 3 pet.
Hitler antwoordt Roosevelt.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn: De Fiihrer en
rijkskanselier heeft Dinsdag het volgende
antwoordtelegram aan president Roosevelt ge-
zonden
Uwe Excellentie heeft op mij in Uw door
mij op 26 Sept. ontvangen telegram namens
het Amerikaansche volk een beroep gedaan
om in het belang van het behoud van den
vrede de onderhandelingen over de in Europa
ontstane strijdvraag niet af te breken en een
vredelievende, eerlijke en opbouwende rege-
ling van deze vraag na het streven.
Wleest u er van overtuigd, dat ik de hooge
bedoeling, waardoor uw uiteenzetting gedra-
gen wordt, volkomen weet te waardeeren en
dat ik uw opvatting over de onafzienbare
gevolgen van een Europeeschen oorlog in ieder
opzicht deel. Juist daarom kan en meet ik
echter iedere verantwoordelijkheid van het
Duitsche volk en van zijn leiding afwijzen, in-
dien de verdere gang van zaken niettegen-
staande al mijn bemoeiingen tot dusver wer-
kelijk tot vijandelijkheden zal leiden.
Russisch machtsvertoon aan de
Poolsche grens.
De oorlogszuchtige toon, welke Moskou
sinds kort in de Tsjechoslowaaksche kwestie
heeft aangenomen, aldus de correspondent van
de Times te Riga, wordt thans op Polen ge-
concentreerd. Zeker is, dat Rusland thans
reeds een geweldige macht aan de Poolsche
grens heeft staan, welke numeriek sterker is
dan het geheele Poolsche leger in vredestijd.
Deze troepen zijn goed uitgerust en ondanks
de ,,zuivering" van het officierencorps waar-
schijnlijk nog .zeer goed in staat Polen voor
de grootste moeilijkheden te stellen. Aan de
Poolsch-Russische grens zullen niet minder
dan 30 divisies infanterie staan, alles bijeen
ongeveer 350.000 man met ongeveer 3000
vliegtuigen van het nieuwste type. Verder
staan bij deze grens op zijn minst 50.000 man
cavalerie van wie 10.000 kozakken en 2000
tanks. In geval van oorlog zullen de tanks een
weg open leggen door Zuid-Polen, zooals Boe-
deny en Worosjilow in 1920 met zooveel suc-
ces hebben gedaan.
De regeering te Praag bereid te
onderhandelen over Tesehen.
iQfficieel werd Zondag te Warschau mee-
gedeeld, dat in antwoord op de herinnering,
dat de Poolsche regeering nog op antwoord
wachtte op haar nota van 21 dezer, den se
cretaris van de Poolsche legatie te Praag is
meegedeeld, dat dit antwoord Zondag gegeven
zou worden en dat de Tsjechoslowaaksche
regeering bereid was om met de Poolsche
te onderhandelen over haar aanspraken op
Silezisch Tesohen.
Het nieuws, dat Tsjechoslowakije in prin-
cipe bereid was onderhandelingen te aanvaar-
den over de territoriale problemen werd om
3 uur plaatselijken tijd door de radio bekend
gemaakt en in geheel Polen met groote vol-
doening ontvangen. Vooral in Cieszijn (het
Poolsche deel in Tesehen), waar de atmosfeer
sinds enkele dagen zeer gespannen was, werd
het bericht met groot enthousiasme ontvan
gen. Een groote menigte vereenigde zich op
het marktplein, waar vaderlandsche liederen
werden gezongen en uitroepen ten gunste van
de Poolsche regeering weerklonken. Om half
vier ging de menigte naar de brug, welke
de grens tusschen Polen en Tsjechoslowakije
vormt en juichte de Polen aan de overzijde
van de grens toe.
De eerste officieuze commentaren zijn ove-
rigens van zeer sceptischen aard. De regee-
ringspers verklaart geen beloften, maar fei-
ten te willen.
De Kurjer Poranny schrijft: „Slechts de
onmididellijke teruggave van Silezisch Tesehen
zal als een garantie voor de houding van
Praag worden beschouwd."
De bladen maken volgens het Poolsche
telegraafagentschap melding van bloedige
botsingen tusschen de Poolsche bevolking en
Tsjechische politie en militairen in Silezisch
Tesehen, waarbij aan beide kanten talrijke
slachtoffers zouden zijn gevallen.
Naar Havas meldt, heeft de Tsjechoslo
waaksche radio deze berichten over vecht-
partijen, die ook door de Duitsche en de Hon-
gaarsche radio waren verspreid, tegen ge-
sproken.
De Ajmerikanen verlaten Frankrijk.
De Amerikaansche ambassade heeft aan
alle Amerikanen, die geen zakenbelangen in
Frankrijk hebben, aanwijzing gegeven,
Fransch grondgebied zoo spoedig mogelijk te
verlaten.
De situatie is moeilijk, gezien het felt, dat
alle schepen, die deze week naar Amerika
vertrekken, volgeboekt zijn.
Alle vrachtbooten met accomodatie voor
passagiers zijn reeds voor drie weken uitver-
kocht. De Amerikaansche schepen hebben tot
einde October en de Nederlandsche boo ten tot
15 October geen passagebiljet meer vrij.
iMet het oog hierop is het mogelijk, dat
Amerikaansche schepen, die andere routes
bevaren, thans naar Europa gezonden worden.
Met ongehoorde spanning en met diepen
emst wachtte Maandagavond het geheele
Duitsche volk en ook daar buiten op de rede
van den Fiihrer. Door den geheeien Maandag
heen was iedereen zich bewus-t van de tragiek
van het ooigenhlik.
In tegenstelling met het uitbreken in 1914
van den wereldoorlog, toen er een hoera-stem-
rning was en oorlogszuchtigheid heerschte,
bleek daarvan, sohrijft het R. Nwsbd. in
Duitschland, dezen heelen dag niets. De stra-
ten, cafe's en vereenigingslokalen waren tegen
den avond stampvol, maar nergens hoonde men
militaire marschmuziek of iets dergelijks.
Nergens een spoor van hartstocht. De hoop
op ,,geen oorlog"' bleef.
De pers echter had het ergste doen vermoe-
den. Hoe anders werd de indruk, toen het
Sportpalast werd ingesohakeld, dat edvol was
en in welks centrum de Sudeten-duitschers
zaten, die dapper meezongen met ai de vroo-
lijke marsch- en volksliederen.
Onder daverend ,,Sieg-Heil-geroep" nam
Hitler om 8.40 het woord. Hij zei:
Volksgenooten,
Den 22sten Februari heb ik voor den rijks-
dag voor de eerste maal mijn eischen uitge-
sproken tegenover een staatsman, die thans
is verdwenen en (ik heb beloften gedaan, die
vervuld zijn.
Te Neurenberg heb ik nieuwe eischen ge-
steld en thans stel ik weer mijn eischen voor
het volk zelf net als in de jaren van onzen
grooten strijd. Hier spreekt thans geen
Fiihrer of een andere man, men weet het goed,
hier spreekt heel het Duitsche volk door mijn
mond. Laten andere staatslieden bij zichzelf
maar eens nagaan, of het bij hen ook zoo ge-
steld is.
Het gaat op dit heilige uur (voor u en mij
niet om Tsjecho-Slowakije, doch om Benesj.
(Luid foeigeroep.)
De naam Benesj vereenigt alles in zich, dat
op fanatisme wijst. Onze wereldbeschouwing
is gericht op het behoud en op de bestaans-
zekerheid van het Duitsche volk.
In de dagen, dat men onder de volken rond-
ging met de leuze van zelfbestemmingsrecht,
waren wij aangewezen op eigen kracht. Het
was 1918, het 'Duitsche volk had een zwak
geloof in zichzelf en verschrikkelijk waren de
gevolgen. Op grond van het verdrag van
Versailles ontstal men ons onze wapenen. Als
weerdoozen werden w(j mishandeld. Vijftien
jaren duurde dat noodlot. In weerwil daarvan
is Duitschland nu vrij en sterk.
De wereld droeg hiertoe niets bij. Die kracht
kwam uit het Duitsche volk zelf. En toch dra-
gen wij anderen volken geen haat toe, omdat
wij weten, dat de volken nergens schuld aan
zijn. Schuld hebben alleen de kleine benden
scharrelEiars, die de volkeren leiden.
Wij vroegen rechtsgelijkheid, men verwierp
het. Wij wilden een leger, men verbood het
ons. Iedere bewapening verbood men ons en
toen wij ontwapeningsvoorstellen deden om de
menschheid tegen tanks en een gasoorlog te
behoeden, stieten wij overal op afwijzing. In
weerwil van dat alles hebben wij een bewape
ning voltooid, zooals de wereld nog nooit aan-
schouwde. (Luid gejuich met tromgeroffed en
„Sieg-Heil-geroep".)
Milliarden besteedde ik.
In vijf jaren heb ik het Duitsche volk enorm
bewapend. Iedereen mag het weten: Daaraan
heb ik de milliarden besteed, waarvan men
vroeg: Hoe komt hij er aan?
Wij zijn het modemst bewapande volk en
mijn vriend Goring heeft een luchtmacht
geschapen, die Duitschland beschut tegen
iederen aanval. Wij hebben een weenmacht
opgebouwd, waarop Duitschland trotsch kan
zijn. Ons is de beste lucbtafweer, ons is ide
beste tankafweer.
Ontwapenaar.
Met den besten wil heb ik hoewel ik in
weerwil van al het bovengenoemde, ontwape
naar gebleven ben- naar vredelievende op-
lossingen gezocht voor alle hangende vraag-
stukken. Ik ben zelf immers frontsoldaat ge-
weest en wilde het Duitsche volk frontervarin-
gen besparen. Met Polen sloot ik een tienjarig
vriendschapsverdrag en dat kon, omdat in Po
len geen democratic heerschte, doch een MAN.
Thans leven de twee volken vredelievend naast
elkaar. Zij zitten elkiaar niet meer dwars.
Ik deed meer. Het was een groote daad van
mij, toen ik den Volkenbond verliet. Met de
volken in het westen poogde ik tot een goede
verstandhouding te komen. maar zij hebben
het niet gewild. Ik heb Engeland de hand ge-
boden om het een gevoel van zekerheid te ge-
vien. Ik stemde toe in een vlootovereenkomst
met de Engelschen. Dat was bedoeld voor een
eeuwigen vrede. Wat hoort men nu? Dat
iemand, die 35 krijgt in een vlootverhou-
ding geen oorlog mag voeren en de ander, die
alles heeft, wel. (Luid foeigeroep.)
Met Frankrijk heb ik na de Saarkwestie
alles opgelost door het probleem Elzas Lotha-
ringen te schrappen. Ik zed: Wij willen niets
van Frankrijk! Wij zijn twee volken, die willen
leven en werken. Wij hebben geen territoriale
geschillen meer. Daama kwam Italie aan de
beurt. Het is mijn verdienste niet alleen, dat
is ook de verdienste van Mussolini, dien de
Italianen zich gelukkig kunnen prijzen, hun
leider te noemen, dat er een overeenkomst
met Italie is gegroeid, uitgegroeid is tot een
eenheid van twee vrienden op een as.
Wij hebben een nauwe vriendschap met Ita
lie, (die niet te splijten is.
Tsjecho-Slowakije
Dit zijn geen frasen. Mijn werk is niet door
democratische leugens te ontzenuwen. Want ik
breng tien millioen Duitschers, die zich buiten
de Duitsche grenzen bevonden, in hun land
terug. Tien millioen is geen klednigheid. Het
is een kwart van Frankrijk. Frankrijk heeft
altoos gehamerd op het terugkrijgen van een
paar millioen iFranschen in Elzas Lotharingen,
waarom mogen wij dan niet hameren op een
In 1918 trok er maar een soldaat op uit, om
een rijk te veroveren. Nu trekt het heele volk
er op uit, om dat rijk te bevestigen. Wij zijn
sterker dan alle nood en gevaar, die ons be-
dreigen. Wij zijn besloten, Herr Benesj te
wederstaan."
Minutenlang Heil geroep, gevolgd door
spreekkoren: Fiihrer beveel wij volgen!
Hitlers laatste woorden waren: ,,De beslis-
sing ligt bij Benesj".
Deze woorden gingen echter nagenoeg ver-
loren in het laanzwellende gejuich.
Gobbels sloot de bijeenkoms't als „tolk van
het geheele Duitsche volk". Het volk staat
als een man achter u, mijn Fiihrer. Het zal
uw wil verrvullen. Het zal weten te handelen.
Nimmer meer komt er een 1918.
Belgische indrukken.
Slechts enkele couranten wijden Dinsdag-
ochtend beschouwingen aan .de rede van rijks
kanselier Hitler. De Inddpendance Beige zegt,
dat men moeilijk van een terugtocht van
Duitschland zou kunnen spreken, maar een
nieuwe stap vooruit is het toch ook niet. Wilde
Hitler zich in den toon houden van de vorige
dagen, dan had hij een breedere mobilisatie
van het Duitsche leger moeten aankondigen
of dan toch ten minste van zijn wil moeten
getuigen de verschillende punten van het
memorandum geleidelijk te verwezenlijken. In
zijn rede heeft Hitler niet gezegd, dat hij geen
jota zal veranderen aan de manier waarop hij
het Sudetengebied bij Duitschland wil bren-
gen. Er is dus nog altijd plaats tot 1 Octo
ber voor een laatste bespreking.
De Nation Beige vergelijkt Hitler met Fre-
derik de Groote, iBismarck en Stresemann.
Evenals deze voorgangers is hij berekend en
sluw. De verzekering, door Hitler gegeven, dat
na het Sudetenduitsche vraagstuk geen nieuwe
territoriale moeilijkheden meer te vreezen zijn,
is een lokmidde! om de pacifistische Engel
schen om den tuin te leiden. De Nation Beige
verwacht aan de hand van zekere uitlatingen
van den Volkischen Beobachter, dat Memel
weldra aan ide beurt komt.
De Peuple vindt het vreemd, dat Hitler (de
heer Hitler schrijft het soc.-dem. blad) zelfs
niet even heeft gezinspeeld op den jongsten
brief van Chamberlain. Voorts legt de Peuple
den nadruk op het feit, dat voor de eerste
maal sedert het uitbreken van de huidige
Europeesche crisis de Duitsche rijkskanselier
geen nieuwe en hoogere eischen heeft gesteld.
Dit moet ongetwijfeld begrepen worden als een
streven, zoo niet naar verzoening, dan toch
naar bezadigdheid.
terugkrijgen van tien millioen Duitschers bui
ten onze grenzen? Zij moesten vrij. En ik had
geen Fiihrer kunnen zijn, als ik ze niet inge-
lijfd had. Ik bracht de Oostenrijkers weer
thuis.
Nu verklaarde de Fiihrer om 9.12 uur
sta ik voor het laatste probleem, dat opge
lost moet en zdl wonden (Sieg-Heilgeroep).
Ik eisch het laatste territorium voor de
Duitschers op em ben daar niet meer van af te
brengen.
Tsjecho-iSlowakije dankt zijn bestaan aan
een waanzinnige schepping uit 1918. (Luid
foei-geroep.)
Het begon met een leugen en de vader van
die leugen was Benesj (foeigeroep).
Dieser herr Benesj verneme van mij thans,
dat er geen Tsjecho-Slowaaksche natie is. Hij
heeft die leugen uitgevomden om de geogra-
fische domheid van andere staatslieden te
misbruiken, er zijn wed Tsjechen en ook wel
Slowaken maar wij willen van elkaar niets
weten.
In de Tsjecho-Slowaaksche natie van Benesj
is men tegen het zelfbestemmingsrecht van
Hongaren, Polen en Karpatho-Russen. Toch
had men medelijden in de democratische we
reld met dit Tsjecho-Slowakije. Medelijden
met de Duitschers had men nergens! (Luid
geroep.)
In zijn bij elkaar gelogen staat oefent
Benesj een schrikbewind uit. Wie daar pro-
testeert wordt doodgeschoten. Vroeger reeds
moesten 600.000 Diuitscber Tsjecho-Slowakije
verlaten omidat zij anders venhongerd waren.
Thans eohter wil Benesj de Duitschers lang-
zaam uitroeien. Intemationaal gezien, heeft
Benesj van zijn staat een eiland gemaakt, van
waaruit ons Derde Rijk economisoh en in-
dustrieel vemield kon worden.
Het bolsjewisme had dat eiland voor zijn
booze doeleinden noodig. In dien staat met
zijn minderheidsregeering dwingt men thans
ide Duitschers op hun broeders te schieten en
als zij dat niet doen, zijn zij landverraders em
volksverraders.
Als er ergens een gewone man in de gevan-
genis verkommert, ontstaat er oproer in Eln-
geland en Amerika (luid foeigeroep). Maar
als millioenen Duitschers omkomem, dan
houdt men daar den mond. (Luid foeigeroep.)
Ik veracht dat gedoe. De eenige, idle dat in
mij begript, is mijn groote vriend Benito
Mussolini. (Luid geroep van Duce! Duce!
Duce!.)
Wat hij eenmaal voor mij gedaan heeft, zul
len wij nimmer vergeten. En als eenmaal het
noodlotsuur voor Italie slaat,*sta ik voor het
Duitsche zplk in, dat hij er op kan rekenen
en ook op mij.
Den 21sten Mei zei ik, dat Benesj met zijn
volksstemming voor den dag moest komen.
Hij antwoordde met de leugen, dat Duitsch
land mobiliseerde. Die leugen groeide aan tot
een intemationale wereldophitsing. Maar Be
nesj kon dat doan, omdat hij gedekt werd door
Frankrijk en Elngeland. En achter die dekking
staat Sowjet Rusland klaar. (Luid foei
geroep.)
Ik eischte voor de SudetendUitschers zelf
bestemmingsrecht, maar Benesj terroriseerde
verder. Ik zei tot Chamberlain, dat in Tsjecho-
Slowakije 3y2 millioen Duitschers als waan-
zinnigen werden vervolgd en ik dat niet langer
kan aanzien en dat mijn Duitsche geduld ten
einde was. Het oogemiblik was gekomen,
waarop het uit moest zijn.
Engeland en Frankrijk deden hun voorstel
aan Praag, de Su.deten-Duitsche gabieden af
te staan. Maar Benesj vond een uitweg. Hij
schoof mij niet de gebieden toe, doch hij dreef
de Duitschers er uit, zoodat wij op het oogen-
blik met 214.000 vluchtelingen zitten.
Geheele streken zijn ontvolkt en uitgerookt,
maar Benesj zit in Praag en rekent op Enge
land en Frankrijk, twintig jaren lang heb ik
dat verdragen. Dat bewijst dat ik niet oorlogs-
zuchtig ben.
Maar als Benesj nu zegt, dat hij millioenen
Tsjechen heeft om voor hem te vechten, dan
antwoord ik hem, dat ik hier e<*n volk heb
met veel meer millioenen.
In het Godesberger memorandum heb ik
mijn laatsten eisch gesteld: Ieder gebied, dat
Duitsch is, komt bij Duitschland en wel dade-
lijk! Het mag dus niet zoo ver gaan, dat hij
een a twee millioen Duitschers uitdrijft, doch
dat hij mij alle Duitsche gebied met de Duit
schers erin op dit oogenblik afstaat. (Don-
derend'e toejuichingen, spreekkoren.)
Ik heb het met Chamberlain over de ovenge
e-ebieden gehad en nam het Saarstatuut tot
model voor het plebisciet om geen verwijten
te krijgen. Ik stemde zelfs toe in een inter-
nationale controlecommissie, die de grenzen
zou mogen bepalen.
Voor 1 October!
1 October moet Benesj de gebieden over-
geven. Aldus denk ik mij de practisohe uit-
voering van wat Benesj mij reeds toegestemd
kad.
Toen kwam Benesj met de uitvlucht, dat er
een nieuwe toestand was ontstaan. Dat is niet
waar! Maar hij zei het, omdat hij alles moest
naleven! Zoodra Praag klaar is met de an
dere minderheden, interesseert Tsjecho Slowa-
kije mij niet meer en kan ik het voor mijn
part garandeeren.
Nu alles voorbij is, staan wij als twee man-
nen tegenover elkaar: Benesj en ik. (Her-
haald Sieg-Heil geroep.)
Wij zijn twee heel verschillende mannen.
Duitschland wil niet anders idan den vrede.
Het is Chamberlain dankbaar voor zijn po-
gingen, maar er is een grens en die is thans
bereikt. Mijn geduld is op.
Ik regel zelf het Sudenduitsche probleem.
Benesj heeft thans oorlog of vrede in eigen
handen. Hij bukke voor mijn eischen en geve
alles over wat wij vragen, of, wij komen het
halen.
Ik ben nog nooit laf geweest. Ik ga als sol
daat voorop en achter mij komt mijn volk.
Bin dat is een ander volk dan dat van 1918,
In een waardige rede verkondigt hij
wat op het spel staat.
In een zeer kalme, rustige, doch innerlijk
zeer bewogen toespraak tot het Engelsche
volk heeft, schrijft de N. R. Crt., Chamberlain
verklaard, idat hij Hitler's verandering van
houding sinds Berchtesgaden onredelijk vindt.
'Hij verklaarde de hoop op een vreedzame
regeling niet op te geven, zoolang er nog hoop
gekoesterd kan worden, doch zeide voor het
oogenblik niet in te zien, wat hij verder voor
nuttigs zou kunnen doen op den weg van be-
miidideling.
„Wij kunnen, zei hij, het Britsche rijk niet
in een oorlog storten voor een afgelegen land,
dat door een krachtigen buurstaat wordt be-
dreigd, doch als een land voomemens is de
heele wereild te regeeren door de vrees voor
zijn kraoht, dan moet tegenstand worden ge-
boden.
Oorlog is een vreeselijk ding en wij moeten
wel overwegen, voor wij er toe overgaan, dat
werkelijk groote belangen op het spel staan,
en dat de roep, om alles te riskeeren in de
verdediging, nadat alle consequenties zijn
overwogen, onweerstaanbaar is."
Het was Dinsdagavond een andere stem van
den Engelschen minister-lpresident dan het
levendig snel geluid, dat dezen staatsman in
andere omstandigheden kenmerkt. Deze
levendigheid lag nog wel in zijn stem tijdens
zijn verklaring op het vliegveld Heston, na de
eerste conferentie met Hitler. Nu was de
stem donker en geladen met den ernst, welke
den toestand beheerscht en welke door toon
en voordracht van Engeland's premier duide
lijk en waardig over de geheele aarde is ge-
dragen. Waarover hij thans gespreid is tot
het beslissende oogenblik.
Hij deelde mee, dat hij vandaag in het par-
lement een volledige uiteenzetting zal geven
van de gebeurtenissen, welke geleid hebben
tot den huidigen benarden, kritieken toestand.
Een vroegere verklaring zou niet mogelijk
geweest zijn „toen ik heen en weer vloog over
Europa en de omstandigheden van uur tot uur
veranderen. Vandaag is er een kort oogen
blik van kailmte en ik wil nu een paar
woorden zeggen tot de jonge mannen en vrou-
wen van Engeland en het Rijk en missohien
tot anderen evengoed.
„Ik moet eerst iets zeggen tot hen, die ge-
schreven hebben aan mijn vrouw of mijzelf
deze weken om ons te getuigen van him dank-
baarheid voor mijn pogingen en ons te ver-
zekeren van hun dankbaarheid voor mijn
succes. De meeste dezer brieven kwamen van
vrouwen, moeders of zusters van onze eigen
landgenooten, maar er zijn er tallooze andere
bij uit Frankrijk, Belgie, Italie, zelfs uit
Duitschland. Het was hartverscheurend te
lezen van de groeiende ongerustheid, welke
zij onthullen en van de intense opluchting
toen zij te spoedig .dachten, dat het gevaar
van oorlog voorbij was".
Chamberlain ging voort: ,,Op dit oogenblik
zie ik verder niets, dat ik nuttigerwijs zou
kunnen doen op den weg van bemiddeling".
Met merkbare ontroering vervolgde Cham
berlain: „Hoe verschrikkelijk, hoe fantas-
tisch ongelooflijk is het, dat wij loopgraven
aanleggen en gasmaskers passen om een twist
in een veraflgelegen land tusschen menschen
van wie wij niets afweten.
Het lijkt schier onmogelijk, dat een twist,
welke reeds in beginsel is geregeld, het onider-
werp van een oorlog zou worden. Ik kan wel
de redenen begrijpen waarom de Tsjecho-
Slowaaksche regeering zich niet in staat
achbte de voorwaanden te aanivaarden, welke
haar zijn voorgelegd in het Duitsche memo
randum. Ik heb na mijn besprekingen het
gevoel, dat het mogelijk zou zijn als ons
slechts tijd werd gelaten om regelingen te
treffen.
„Gij weet alreeds, dat ik alles gedaan heb,
wat een man doen kan om dezen twist te be-
slechten. Na mijn bezoeken aan Duitschland
besef ik levendljg, hoezeer Hitler voelt, dat
hij als kampioen voor de zaak der Duitschers,
aan wier grieven tot dusver niet tegemoet is
gekomen, moet optreden. Hij heeft mij parti-
culier gezegd, en het Maandagavond in het
openbaar herhaald, dat ide regeling van de
Sudetenduitsche kwestie het einde zou zijn
van Duitschlands territoriale eischen in
Europa.
Na mijn eerste bezoek te Berchtesgaden
deed ik mededeeling van de voorstellen aan de
Tsjechische regeering, welke in wezen gaven,
van wat hij wenschte en ik was volkomen
verrast toen ik in Duitschland terugkeerde,
dat hij er op stond, dat het gebied onmiddellijk
zou worden afgedragen en onmiddellijk bezet
door Duitsche troepen, zonder dat vooraf
regelingen waren getroffen ter beveiliging
van de menschen in het gebied, die geen
Duitschers zijn en niet bij het Duitsche Rijk
wenschen be komen.
„Ik moet zeggen, dat ik deze houding
onredelijk vind.
,,Voor het geval dit mocht voortvloeien uit
eenigen twijfel, welken Hitler koestert no-
pens de bedoelingen van de Tsjecho-Slowaak
sche regeering om haar beloften na te komen
en het gebied af te staan, bood ik uit naam
van de Britsche regeering een waarborg aan
voor haar woorden en ik ben er van overtuigd,
dat de waarde van onze belofte nergens onder-
schat kan worden.
,,Ik zal de hoop op een vreedzame oplossing,
noch mijn pogingen voor den vrede opgeven,
zoolang er eenige kans op vrede overblijft. Ik
zou niet aarzelen zelfs een derde bezoek aan
Hitler te brengen, als ik idacht, dat het eenig
goeds zou uitrichten, doch op dit oogenblik
zie ik verder niets, dat ik nuttigerwijs doen
kan op den weg van bemiddeling.
,,Intusschen zijn er zekere dingen, welke
wij in eigen land kunnen en moeten doen.
Chamberlain zette daarop uiteen, dat er
nog altijd vrijwilligers noodig zijn voor voor
zorgsmaatregelen tegen luchtaanvallen, brand-
weren, politie-diensten en territoriale een-
heden en hij vroeg mannen en vrouwen gelijke-
lijk him diensten aan te bieden.
Chamberlain vervolgd: ,,Wees niet ont-
daan, als gij vemeemt, dat er mannen zijn
opgeroepen om de verdedigingswerken tegen
luchtaanvallen of schepen te bemannen. Dit
zijn slechts voorzorgsmaatregelen, geljjk een
regeering in tijden als deze moet nemen, maar
zij behoeven niet noodzakelijkerwijs te betee-
kenen, dat wij tot een oorlog hebben besloten,
of dat de oorlog onmiddellijk voor de deur
staat.
„Hoezeer wij ook sympathie moeten koeste-
ren voor een kleine natie, welke bedreigd
wordt door een grooten, machtigen nabuur,
wij kunnen onder geen omstandijgheden op ons
nemen het heele Britsche Rijk in een oorlog
te storten voor haar rekening.
,,Als wij zouden moeten vechten, zou het
moeten zijn voor een ruimer inzet. Ik, voor
mij, ben een man des vredes tot in het diepste
van mijn ziel. Een 'conflict tusschen naties is
een nachtmerrie voor mij, maar als ik er van
overtuigd zou zijn, dat eenigerlei natie beslo
ten had de wereld te regeeren door middel
van vrees voor haar kracht, zou ik beseffen,
dat zulks weersbaan moest worden. Onder
zulk een overheersching zou het bestaan van
een volk, dat gelooft in vrijheid, niet het leven
waard zijn.
„Maar oorlog is een vreeselijk iets en het
moet ons heel goed duidelijk zijn, voor wij er
toe overgaan, dat er werkelijk groote dingen
op het spel staan en dat het beroep om alles
te riskeeren in de verdediging daarvan, als
alle consequenties overwogen worden, on
weerstaanbaar is.
„Voor het oogenblik verzoek ik ji zoo kalrn
ails' gij kunt de gebeurtenissen van de paar
volgende dagen af te wachten.
Zoolang de oorlog niet begonnen is, is er
altijd hoop, dat hij voorkomen kan worden
en gij weet, dat ik zal waken voor den vrede
tot het laatste oogenblik".
De rede van Chamberlain werd in heel het
Britsche Rijk en de Ver. Staten en in tal van
landen van Europa uitgezonden. Ook op het
promenadecancert en in de meeste Londensche
bioscopen werd zij door luidsprekers weerge-
geven.
OMHOOGGEV AREN
Bij het binnenkomen van de Middelhaven
te Temeuzen is het van Zaandam komende
en voor Temeuzen bestemde Nederlandsche
m.s. „Jantje", dat geladen was met hout, op
den Oostelijken havendam omhooggevaren en
blijven zitten.
De sleepboot .^Holland" was spoedig voor
assistentie ter plaatse en slaagde er in het
sohip weer vlot te -brengen. Bij onderzoek
bleek het schip water te maken, waarop de
sleepboot de pompinstallatie in werking heeft
gebracht om de lading voor beschadigmg te
k&De Jantje" is daarop langs de Westsluis
opgeschut en werd direct een aanvang ge
maakt met het lossen der lading.
Nadat de lossing volbra.cht was, is het
door een stempel voorloopig gedicht.
ZEDENMISDRIJF?
Maandag is alhier gearresteerd de 71-jarige
D de J., verdacht van minderwaardige han-
delingen met minderjarige kinderen.
De verdachte, die reeds eerder voor een
derzeliik feit is veroordeeld, is heden naar het
huis van bewaring te Middelburg getrans-
porteerd.
WA ARSOHUWIN G.
De officier van justitie te 's Hertogenbosch
waarschuwt tegen de praktijken van personen
die namens of voor het Handelsbedrijf Vic
toria of Minerva te Nuenen (N.-Br.) zooge-
naamde premie-aandeelen of loten trachten te
verkoopen, waarbij men na betaling van ette-
lijke maandelijksche termijnen of stortingen,
tevens in het bezit zou komen van een rijwiel.
Alvorens hierop in te gaan, verdient het
aanbeveling zich omtrent de waarde der aan-
geboden loten en betrou-wbaarheid der ver-
koopers te vergewissen, daar het hier meestal
waardelooze stukken betreft en van een
reeelen handel geen sprake is.
LUSTRUM
DER ONDERLINGE VEREENIGING
„DE ZEEUWSCHE PERS".
J.l. Zaterdag hield de Ondenlinge Vereeni-
ging „De Zeeuv/sche -Pers" een vereeniging
van uitgeivers van nieuwsbladen in het
hotel De Burg te Middelburg een koffiemaal-
tijd, ter viering van haar eerste lustrum. Deze
vereeiniging vindt zooals de voorZitter, Dr.
S. S. Smeding in zijn openingswoord ook deed
uitkomen haar oorsprong in crisisomstan-
digheden, die de betrokkenen tot gemeen-
schappelijk overleg bracht, om te trachten een
hoe langer hoe meer doordringende misstand
tegen te gaan.
Bij -den aanvang van den maaltijd nchtte
de voorzitter zich in de eerste plaats tot de
eeregasten, den Commissaris der Koningin,
den gemeente-secretaris van Middelburg, als
vertegenwoord-iger van het gemeentebestuur,