Chamberlain {over het Oorlogsgevaar. DE REDE VAN HITLER. HIJ GEEFT NOG DRIE DAGEN? TERNEUZEN, 28 SEPTEMBER 1938. vooral omdat er op het laatste hoogtepunt van de crisis, vlak voor Chamberlain's reis naar Berchtesgaden, van dergelijke zichtbare voorzorgsmaatregelen niets te merken was. Hitler had toen alle reden te gelooven, dat het London en Parijs met hun waarschuwin- gen geen emst was en dat hij zonder gevaar zijn eischen kon blijven handhaven en zelfs verhoogen. Nil staan de zaken echter geheel anders. Engeland is nu in een positie, waarin het om zoo te zeggen met een druk op den knop een volledige mobilisatie kan uitvoeren. Het Tsjechoslowaaksche antwoord. il>e Tsjechoslowaaksche radio deelt omtrent het antwoord van Tsjechoslowakije op het Duitsche memorandum nog mede", dat ,,indien Tsjechoslowakije weigert het memorandum te aanvaarde% dat is, omdat het het Engel- sche-Pransche plan van 19 September verre te boven gaat. De vorm, welken Hitler aan dit memorandum gegeven heeft, volstaat om aan te toonen, dat hij er niet naar streeft een overeenkomst mogelijk te maken en den vrede te handhaven. Men voelt er den brutalen wensch in om Tsjechoslowakije als vrijen staat te vemietigen. Het memorandum vraagt de annexatie bij Duitschland van een grond- gebied, dat 3.736.000 inwoners telt, van wie 2.823.000 Duitsch en 816.000 Tsjechisch spre- ken. Op het grondgebied, waar een plebisciet geeischt wordt, wonen 1.116.000 Tsjechen en slechts 144.000 Duitsch sprekende inwoners. Het resultaat is, dat Duitschland 816.000 Tsjechen zou inlijven en dat er slechts 102.000 Duitschers in Tsjechoslowakije zouden blijven. Het memorandum is duidelijk gericht tegen het economische bestaan van het Land. Het zou zieh beroofd zien van de hop en een groot gedeelte van de wouden, die de landbouwindus- trieen voeden. Wat de verkeersmiddelen be- treft, zouden de groote wegen- en spoorweg- netten verbroken worden. Tsjechoslowakije zou zijn rivierentrepots aan de Elbe en zijn toegangen tot Bratislava verliezen. Tenslotte zou Tsjechoslovakije militair op een wijze ver- zwakt worden, dat een groot gedeelte van zijn grondgebied, met name Moravisch Bohemen, aan de willekeur van Duitschland zou zijn prijsgegeven. Naar Renter nog eens uit Londen meldt, zegt de Tsjechoslowaaksche regeering in de nota, welke Zondag door den Tsjechoslowaak- schen gezant aan Lord Halifax ovenhandigd is, dat de eischen van Hitler in hun tegen- woordigen vorm „volkomen en onvoorwaar- delijk onaannemelijk zijn". Tegen deze nieuwe en wreede eischen", aldus de nota, ,,gevoelt mijn regeering zich genoopt tot den uitersten tegenstand. Wij zullen ons (verzetten en God moge ons bijstaan. Tsjechoslowakije ver- trouwt, dat de twee groote Westersche demo- cratieen het zullen bijstaan." De Belgische voorzorgsmaatregelen. Dinsdagnacht heerschte een groote drukte in de stations van Brussel, als gevolg van de verdere oproeping van reservisten. Deze nieu we maatregel strekt zich uit over acht lich- tingen van het corps Ardensche jagers, twee lichtingen van de gemotoriseerde cavalerie, twee lichtingen van het regiment vestings- troepen te Namen, twee lichtingen van het regiment vestingstroepen te Luik en een deel van de reservisten van de luohtdoel-artillerie en een ander deel van de reservisten der genie- troepen. Wilson Dinsdagniiddag weer bij Hitler. Sir Horace Wilson is Dinsdag om even over twaalf des middags in de rijkskanselarij te Berlijn aangekomen voor een bezoek aan Hit ler. Hij was vergezeld van den Britsehen am- bassadeur Henderson en Kirkpatrick, den eersten secretaris der Britsche ambassade. Tot den correspondent vein Renter, die hem Dinsdagmorgen in de Wilhelmstrasse aantrof in gezelschap van Humphrey Davies, Cham berlain's particulieren secretaris, had Wilson gezegd: ,,Ik kan nog niet zeker nagaan of ik Hitler nog zal ontmoeten voor mijn terug- keer". Het bezoek van Wilson, Henderson en Kirk patrick bij Hitler heeft een half uur geduurd. Discontoverhooging in Frankrijk. De Bank van Frankrijk heeft het disconto gebracht van 2l/2 op 3 pet., voor beleeningen op effecten van 3% op 4 pot. en voor voor- sohoitten op 30 dagen van 2% op 3 pet. Hitler antwoordt Roosevelt. Het D.N.B. meldt uit Berlijn: De Fiihrer en rijkskanselier heeft Dinsdag het volgende antwoordtelegram aan president Roosevelt ge- zonden Uwe Excellentie heeft op mij in Uw door mij op 26 Sept. ontvangen telegram namens het Amerikaansche volk een beroep gedaan om in het belang van het behoud van den vrede de onderhandelingen over de in Europa ontstane strijdvraag niet af te breken en een vredelievende, eerlijke en opbouwende rege- ling van deze vraag na het streven. Wleest u er van overtuigd, dat ik de hooge bedoeling, waardoor uw uiteenzetting gedra- gen wordt, volkomen weet te waardeeren en dat ik uw opvatting over de onafzienbare gevolgen van een Europeeschen oorlog in ieder opzicht deel. Juist daarom kan en meet ik echter iedere verantwoordelijkheid van het Duitsche volk en van zijn leiding afwijzen, in- dien de verdere gang van zaken niettegen- staande al mijn bemoeiingen tot dusver wer- kelijk tot vijandelijkheden zal leiden. Russisch machtsvertoon aan de Poolsche grens. De oorlogszuchtige toon, welke Moskou sinds kort in de Tsjechoslowaaksche kwestie heeft aangenomen, aldus de correspondent van de Times te Riga, wordt thans op Polen ge- concentreerd. Zeker is, dat Rusland thans reeds een geweldige macht aan de Poolsche grens heeft staan, welke numeriek sterker is dan het geheele Poolsche leger in vredestijd. Deze troepen zijn goed uitgerust en ondanks de ,,zuivering" van het officierencorps waar- schijnlijk nog .zeer goed in staat Polen voor de grootste moeilijkheden te stellen. Aan de Poolsch-Russische grens zullen niet minder dan 30 divisies infanterie staan, alles bijeen ongeveer 350.000 man met ongeveer 3000 vliegtuigen van het nieuwste type. Verder staan bij deze grens op zijn minst 50.000 man cavalerie van wie 10.000 kozakken en 2000 tanks. In geval van oorlog zullen de tanks een weg open leggen door Zuid-Polen, zooals Boe- deny en Worosjilow in 1920 met zooveel suc- ces hebben gedaan. De regeering te Praag bereid te onderhandelen over Tesehen. iQfficieel werd Zondag te Warschau mee- gedeeld, dat in antwoord op de herinnering, dat de Poolsche regeering nog op antwoord wachtte op haar nota van 21 dezer, den se cretaris van de Poolsche legatie te Praag is meegedeeld, dat dit antwoord Zondag gegeven zou worden en dat de Tsjechoslowaaksche regeering bereid was om met de Poolsche te onderhandelen over haar aanspraken op Silezisch Tesohen. Het nieuws, dat Tsjechoslowakije in prin- cipe bereid was onderhandelingen te aanvaar- den over de territoriale problemen werd om 3 uur plaatselijken tijd door de radio bekend gemaakt en in geheel Polen met groote vol- doening ontvangen. Vooral in Cieszijn (het Poolsche deel in Tesehen), waar de atmosfeer sinds enkele dagen zeer gespannen was, werd het bericht met groot enthousiasme ontvan gen. Een groote menigte vereenigde zich op het marktplein, waar vaderlandsche liederen werden gezongen en uitroepen ten gunste van de Poolsche regeering weerklonken. Om half vier ging de menigte naar de brug, welke de grens tusschen Polen en Tsjechoslowakije vormt en juichte de Polen aan de overzijde van de grens toe. De eerste officieuze commentaren zijn ove- rigens van zeer sceptischen aard. De regee- ringspers verklaart geen beloften, maar fei- ten te willen. De Kurjer Poranny schrijft: „Slechts de onmididellijke teruggave van Silezisch Tesehen zal als een garantie voor de houding van Praag worden beschouwd." De bladen maken volgens het Poolsche telegraafagentschap melding van bloedige botsingen tusschen de Poolsche bevolking en Tsjechische politie en militairen in Silezisch Tesehen, waarbij aan beide kanten talrijke slachtoffers zouden zijn gevallen. Naar Havas meldt, heeft de Tsjechoslo waaksche radio deze berichten over vecht- partijen, die ook door de Duitsche en de Hon- gaarsche radio waren verspreid, tegen ge- sproken. De Ajmerikanen verlaten Frankrijk. De Amerikaansche ambassade heeft aan alle Amerikanen, die geen zakenbelangen in Frankrijk hebben, aanwijzing gegeven, Fransch grondgebied zoo spoedig mogelijk te verlaten. De situatie is moeilijk, gezien het felt, dat alle schepen, die deze week naar Amerika vertrekken, volgeboekt zijn. Alle vrachtbooten met accomodatie voor passagiers zijn reeds voor drie weken uitver- kocht. De Amerikaansche schepen hebben tot einde October en de Nederlandsche boo ten tot 15 October geen passagebiljet meer vrij. iMet het oog hierop is het mogelijk, dat Amerikaansche schepen, die andere routes bevaren, thans naar Europa gezonden worden. Met ongehoorde spanning en met diepen emst wachtte Maandagavond het geheele Duitsche volk en ook daar buiten op de rede van den Fiihrer. Door den geheeien Maandag heen was iedereen zich bewus-t van de tragiek van het ooigenhlik. In tegenstelling met het uitbreken in 1914 van den wereldoorlog, toen er een hoera-stem- rning was en oorlogszuchtigheid heerschte, bleek daarvan, sohrijft het R. Nwsbd. in Duitschland, dezen heelen dag niets. De stra- ten, cafe's en vereenigingslokalen waren tegen den avond stampvol, maar nergens hoonde men militaire marschmuziek of iets dergelijks. Nergens een spoor van hartstocht. De hoop op ,,geen oorlog"' bleef. De pers echter had het ergste doen vermoe- den. Hoe anders werd de indruk, toen het Sportpalast werd ingesohakeld, dat edvol was en in welks centrum de Sudeten-duitschers zaten, die dapper meezongen met ai de vroo- lijke marsch- en volksliederen. Onder daverend ,,Sieg-Heil-geroep" nam Hitler om 8.40 het woord. Hij zei: Volksgenooten, Den 22sten Februari heb ik voor den rijks- dag voor de eerste maal mijn eischen uitge- sproken tegenover een staatsman, die thans is verdwenen en (ik heb beloften gedaan, die vervuld zijn. Te Neurenberg heb ik nieuwe eischen ge- steld en thans stel ik weer mijn eischen voor het volk zelf net als in de jaren van onzen grooten strijd. Hier spreekt thans geen Fiihrer of een andere man, men weet het goed, hier spreekt heel het Duitsche volk door mijn mond. Laten andere staatslieden bij zichzelf maar eens nagaan, of het bij hen ook zoo ge- steld is. Het gaat op dit heilige uur (voor u en mij niet om Tsjecho-Slowakije, doch om Benesj. (Luid foeigeroep.) De naam Benesj vereenigt alles in zich, dat op fanatisme wijst. Onze wereldbeschouwing is gericht op het behoud en op de bestaans- zekerheid van het Duitsche volk. In de dagen, dat men onder de volken rond- ging met de leuze van zelfbestemmingsrecht, waren wij aangewezen op eigen kracht. Het was 1918, het 'Duitsche volk had een zwak geloof in zichzelf en verschrikkelijk waren de gevolgen. Op grond van het verdrag van Versailles ontstal men ons onze wapenen. Als weerdoozen werden w(j mishandeld. Vijftien jaren duurde dat noodlot. In weerwil daarvan is Duitschland nu vrij en sterk. De wereld droeg hiertoe niets bij. Die kracht kwam uit het Duitsche volk zelf. En toch dra- gen wij anderen volken geen haat toe, omdat wij weten, dat de volken nergens schuld aan zijn. Schuld hebben alleen de kleine benden scharrelEiars, die de volkeren leiden. Wij vroegen rechtsgelijkheid, men verwierp het. Wij wilden een leger, men verbood het ons. Iedere bewapening verbood men ons en toen wij ontwapeningsvoorstellen deden om de menschheid tegen tanks en een gasoorlog te behoeden, stieten wij overal op afwijzing. In weerwil van dat alles hebben wij een bewape ning voltooid, zooals de wereld nog nooit aan- schouwde. (Luid gejuich met tromgeroffed en „Sieg-Heil-geroep".) Milliarden besteedde ik. In vijf jaren heb ik het Duitsche volk enorm bewapend. Iedereen mag het weten: Daaraan heb ik de milliarden besteed, waarvan men vroeg: Hoe komt hij er aan? Wij zijn het modemst bewapande volk en mijn vriend Goring heeft een luchtmacht geschapen, die Duitschland beschut tegen iederen aanval. Wij hebben een weenmacht opgebouwd, waarop Duitschland trotsch kan zijn. Ons is de beste lucbtafweer, ons is ide beste tankafweer. Ontwapenaar. Met den besten wil heb ik hoewel ik in weerwil van al het bovengenoemde, ontwape naar gebleven ben- naar vredelievende op- lossingen gezocht voor alle hangende vraag- stukken. Ik ben zelf immers frontsoldaat ge- weest en wilde het Duitsche volk frontervarin- gen besparen. Met Polen sloot ik een tienjarig vriendschapsverdrag en dat kon, omdat in Po len geen democratic heerschte, doch een MAN. Thans leven de twee volken vredelievend naast elkaar. Zij zitten elkiaar niet meer dwars. Ik deed meer. Het was een groote daad van mij, toen ik den Volkenbond verliet. Met de volken in het westen poogde ik tot een goede verstandhouding te komen. maar zij hebben het niet gewild. Ik heb Engeland de hand ge- boden om het een gevoel van zekerheid te ge- vien. Ik stemde toe in een vlootovereenkomst met de Engelschen. Dat was bedoeld voor een eeuwigen vrede. Wat hoort men nu? Dat iemand, die 35 krijgt in een vlootverhou- ding geen oorlog mag voeren en de ander, die alles heeft, wel. (Luid foeigeroep.) Met Frankrijk heb ik na de Saarkwestie alles opgelost door het probleem Elzas Lotha- ringen te schrappen. Ik zed: Wij willen niets van Frankrijk! Wij zijn twee volken, die willen leven en werken. Wij hebben geen territoriale geschillen meer. Daama kwam Italie aan de beurt. Het is mijn verdienste niet alleen, dat is ook de verdienste van Mussolini, dien de Italianen zich gelukkig kunnen prijzen, hun leider te noemen, dat er een overeenkomst met Italie is gegroeid, uitgegroeid is tot een eenheid van twee vrienden op een as. Wij hebben een nauwe vriendschap met Ita lie, (die niet te splijten is. Tsjecho-Slowakije Dit zijn geen frasen. Mijn werk is niet door democratische leugens te ontzenuwen. Want ik breng tien millioen Duitschers, die zich buiten de Duitsche grenzen bevonden, in hun land terug. Tien millioen is geen klednigheid. Het is een kwart van Frankrijk. Frankrijk heeft altoos gehamerd op het terugkrijgen van een paar millioen iFranschen in Elzas Lotharingen, waarom mogen wij dan niet hameren op een In 1918 trok er maar een soldaat op uit, om een rijk te veroveren. Nu trekt het heele volk er op uit, om dat rijk te bevestigen. Wij zijn sterker dan alle nood en gevaar, die ons be- dreigen. Wij zijn besloten, Herr Benesj te wederstaan." Minutenlang Heil geroep, gevolgd door spreekkoren: Fiihrer beveel wij volgen! Hitlers laatste woorden waren: ,,De beslis- sing ligt bij Benesj". Deze woorden gingen echter nagenoeg ver- loren in het laanzwellende gejuich. Gobbels sloot de bijeenkoms't als „tolk van het geheele Duitsche volk". Het volk staat als een man achter u, mijn Fiihrer. Het zal uw wil verrvullen. Het zal weten te handelen. Nimmer meer komt er een 1918. Belgische indrukken. Slechts enkele couranten wijden Dinsdag- ochtend beschouwingen aan .de rede van rijks kanselier Hitler. De Inddpendance Beige zegt, dat men moeilijk van een terugtocht van Duitschland zou kunnen spreken, maar een nieuwe stap vooruit is het toch ook niet. Wilde Hitler zich in den toon houden van de vorige dagen, dan had hij een breedere mobilisatie van het Duitsche leger moeten aankondigen of dan toch ten minste van zijn wil moeten getuigen de verschillende punten van het memorandum geleidelijk te verwezenlijken. In zijn rede heeft Hitler niet gezegd, dat hij geen jota zal veranderen aan de manier waarop hij het Sudetengebied bij Duitschland wil bren- gen. Er is dus nog altijd plaats tot 1 Octo ber voor een laatste bespreking. De Nation Beige vergelijkt Hitler met Fre- derik de Groote, iBismarck en Stresemann. Evenals deze voorgangers is hij berekend en sluw. De verzekering, door Hitler gegeven, dat na het Sudetenduitsche vraagstuk geen nieuwe territoriale moeilijkheden meer te vreezen zijn, is een lokmidde! om de pacifistische Engel schen om den tuin te leiden. De Nation Beige verwacht aan de hand van zekere uitlatingen van den Volkischen Beobachter, dat Memel weldra aan ide beurt komt. De Peuple vindt het vreemd, dat Hitler (de heer Hitler schrijft het soc.-dem. blad) zelfs niet even heeft gezinspeeld op den jongsten brief van Chamberlain. Voorts legt de Peuple den nadruk op het feit, dat voor de eerste maal sedert het uitbreken van de huidige Europeesche crisis de Duitsche rijkskanselier geen nieuwe en hoogere eischen heeft gesteld. Dit moet ongetwijfeld begrepen worden als een streven, zoo niet naar verzoening, dan toch naar bezadigdheid. terugkrijgen van tien millioen Duitschers bui ten onze grenzen? Zij moesten vrij. En ik had geen Fiihrer kunnen zijn, als ik ze niet inge- lijfd had. Ik bracht de Oostenrijkers weer thuis. Nu verklaarde de Fiihrer om 9.12 uur sta ik voor het laatste probleem, dat opge lost moet en zdl wonden (Sieg-Heilgeroep). Ik eisch het laatste territorium voor de Duitschers op em ben daar niet meer van af te brengen. Tsjecho-iSlowakije dankt zijn bestaan aan een waanzinnige schepping uit 1918. (Luid foei-geroep.) Het begon met een leugen en de vader van die leugen was Benesj (foeigeroep). Dieser herr Benesj verneme van mij thans, dat er geen Tsjecho-Slowaaksche natie is. Hij heeft die leugen uitgevomden om de geogra- fische domheid van andere staatslieden te misbruiken, er zijn wed Tsjechen en ook wel Slowaken maar wij willen van elkaar niets weten. In de Tsjecho-Slowaaksche natie van Benesj is men tegen het zelfbestemmingsrecht van Hongaren, Polen en Karpatho-Russen. Toch had men medelijden in de democratische we reld met dit Tsjecho-Slowakije. Medelijden met de Duitschers had men nergens! (Luid geroep.) In zijn bij elkaar gelogen staat oefent Benesj een schrikbewind uit. Wie daar pro- testeert wordt doodgeschoten. Vroeger reeds moesten 600.000 Diuitscber Tsjecho-Slowakije verlaten omidat zij anders venhongerd waren. Thans eohter wil Benesj de Duitschers lang- zaam uitroeien. Intemationaal gezien, heeft Benesj van zijn staat een eiland gemaakt, van waaruit ons Derde Rijk economisoh en in- dustrieel vemield kon worden. Het bolsjewisme had dat eiland voor zijn booze doeleinden noodig. In dien staat met zijn minderheidsregeering dwingt men thans ide Duitschers op hun broeders te schieten en als zij dat niet doen, zijn zij landverraders em volksverraders. Als er ergens een gewone man in de gevan- genis verkommert, ontstaat er oproer in Eln- geland en Amerika (luid foeigeroep). Maar als millioenen Duitschers omkomem, dan houdt men daar den mond. (Luid foeigeroep.) Ik veracht dat gedoe. De eenige, idle dat in mij begript, is mijn groote vriend Benito Mussolini. (Luid geroep van Duce! Duce! Duce!.) Wat hij eenmaal voor mij gedaan heeft, zul len wij nimmer vergeten. En als eenmaal het noodlotsuur voor Italie slaat,*sta ik voor het Duitsche zplk in, dat hij er op kan rekenen en ook op mij. Den 21sten Mei zei ik, dat Benesj met zijn volksstemming voor den dag moest komen. Hij antwoordde met de leugen, dat Duitsch land mobiliseerde. Die leugen groeide aan tot een intemationale wereldophitsing. Maar Be nesj kon dat doan, omdat hij gedekt werd door Frankrijk en Elngeland. En achter die dekking staat Sowjet Rusland klaar. (Luid foei geroep.) Ik eischte voor de SudetendUitschers zelf bestemmingsrecht, maar Benesj terroriseerde verder. Ik zei tot Chamberlain, dat in Tsjecho- Slowakije 3y2 millioen Duitschers als waan- zinnigen werden vervolgd en ik dat niet langer kan aanzien en dat mijn Duitsche geduld ten einde was. Het oogemiblik was gekomen, waarop het uit moest zijn. Engeland en Frankrijk deden hun voorstel aan Praag, de Su.deten-Duitsche gabieden af te staan. Maar Benesj vond een uitweg. Hij schoof mij niet de gebieden toe, doch hij dreef de Duitschers er uit, zoodat wij op het oogen- blik met 214.000 vluchtelingen zitten. Geheele streken zijn ontvolkt en uitgerookt, maar Benesj zit in Praag en rekent op Enge land en Frankrijk, twintig jaren lang heb ik dat verdragen. Dat bewijst dat ik niet oorlogs- zuchtig ben. Maar als Benesj nu zegt, dat hij millioenen Tsjechen heeft om voor hem te vechten, dan antwoord ik hem, dat ik hier e<*n volk heb met veel meer millioenen. In het Godesberger memorandum heb ik mijn laatsten eisch gesteld: Ieder gebied, dat Duitsch is, komt bij Duitschland en wel dade- lijk! Het mag dus niet zoo ver gaan, dat hij een a twee millioen Duitschers uitdrijft, doch dat hij mij alle Duitsche gebied met de Duit schers erin op dit oogenblik afstaat. (Don- derend'e toejuichingen, spreekkoren.) Ik heb het met Chamberlain over de ovenge e-ebieden gehad en nam het Saarstatuut tot model voor het plebisciet om geen verwijten te krijgen. Ik stemde zelfs toe in een inter- nationale controlecommissie, die de grenzen zou mogen bepalen. Voor 1 October! 1 October moet Benesj de gebieden over- geven. Aldus denk ik mij de practisohe uit- voering van wat Benesj mij reeds toegestemd kad. Toen kwam Benesj met de uitvlucht, dat er een nieuwe toestand was ontstaan. Dat is niet waar! Maar hij zei het, omdat hij alles moest naleven! Zoodra Praag klaar is met de an dere minderheden, interesseert Tsjecho Slowa- kije mij niet meer en kan ik het voor mijn part garandeeren. Nu alles voorbij is, staan wij als twee man- nen tegenover elkaar: Benesj en ik. (Her- haald Sieg-Heil geroep.) Wij zijn twee heel verschillende mannen. Duitschland wil niet anders idan den vrede. Het is Chamberlain dankbaar voor zijn po- gingen, maar er is een grens en die is thans bereikt. Mijn geduld is op. Ik regel zelf het Sudenduitsche probleem. Benesj heeft thans oorlog of vrede in eigen handen. Hij bukke voor mijn eischen en geve alles over wat wij vragen, of, wij komen het halen. Ik ben nog nooit laf geweest. Ik ga als sol daat voorop en achter mij komt mijn volk. Bin dat is een ander volk dan dat van 1918, In een waardige rede verkondigt hij wat op het spel staat. In een zeer kalme, rustige, doch innerlijk zeer bewogen toespraak tot het Engelsche volk heeft, schrijft de N. R. Crt., Chamberlain verklaard, idat hij Hitler's verandering van houding sinds Berchtesgaden onredelijk vindt. 'Hij verklaarde de hoop op een vreedzame regeling niet op te geven, zoolang er nog hoop gekoesterd kan worden, doch zeide voor het oogenblik niet in te zien, wat hij verder voor nuttigs zou kunnen doen op den weg van be- miidideling. „Wij kunnen, zei hij, het Britsche rijk niet in een oorlog storten voor een afgelegen land, dat door een krachtigen buurstaat wordt be- dreigd, doch als een land voomemens is de heele wereild te regeeren door de vrees voor zijn kraoht, dan moet tegenstand worden ge- boden. Oorlog is een vreeselijk ding en wij moeten wel overwegen, voor wij er toe overgaan, dat werkelijk groote belangen op het spel staan, en dat de roep, om alles te riskeeren in de verdediging, nadat alle consequenties zijn overwogen, onweerstaanbaar is." Het was Dinsdagavond een andere stem van den Engelschen minister-lpresident dan het levendig snel geluid, dat dezen staatsman in andere omstandigheden kenmerkt. Deze levendigheid lag nog wel in zijn stem tijdens zijn verklaring op het vliegveld Heston, na de eerste conferentie met Hitler. Nu was de stem donker en geladen met den ernst, welke den toestand beheerscht en welke door toon en voordracht van Engeland's premier duide lijk en waardig over de geheele aarde is ge- dragen. Waarover hij thans gespreid is tot het beslissende oogenblik. Hij deelde mee, dat hij vandaag in het par- lement een volledige uiteenzetting zal geven van de gebeurtenissen, welke geleid hebben tot den huidigen benarden, kritieken toestand. Een vroegere verklaring zou niet mogelijk geweest zijn „toen ik heen en weer vloog over Europa en de omstandigheden van uur tot uur veranderen. Vandaag is er een kort oogen blik van kailmte en ik wil nu een paar woorden zeggen tot de jonge mannen en vrou- wen van Engeland en het Rijk en missohien tot anderen evengoed. „Ik moet eerst iets zeggen tot hen, die ge- schreven hebben aan mijn vrouw of mijzelf deze weken om ons te getuigen van him dank- baarheid voor mijn pogingen en ons te ver- zekeren van hun dankbaarheid voor mijn succes. De meeste dezer brieven kwamen van vrouwen, moeders of zusters van onze eigen landgenooten, maar er zijn er tallooze andere bij uit Frankrijk, Belgie, Italie, zelfs uit Duitschland. Het was hartverscheurend te lezen van de groeiende ongerustheid, welke zij onthullen en van de intense opluchting toen zij te spoedig .dachten, dat het gevaar van oorlog voorbij was". Chamberlain ging voort: ,,Op dit oogenblik zie ik verder niets, dat ik nuttigerwijs zou kunnen doen op den weg van bemiddeling". Met merkbare ontroering vervolgde Cham berlain: „Hoe verschrikkelijk, hoe fantas- tisch ongelooflijk is het, dat wij loopgraven aanleggen en gasmaskers passen om een twist in een veraflgelegen land tusschen menschen van wie wij niets afweten. Het lijkt schier onmogelijk, dat een twist, welke reeds in beginsel is geregeld, het onider- werp van een oorlog zou worden. Ik kan wel de redenen begrijpen waarom de Tsjecho- Slowaaksche regeering zich niet in staat achbte de voorwaanden te aanivaarden, welke haar zijn voorgelegd in het Duitsche memo randum. Ik heb na mijn besprekingen het gevoel, dat het mogelijk zou zijn als ons slechts tijd werd gelaten om regelingen te treffen. „Gij weet alreeds, dat ik alles gedaan heb, wat een man doen kan om dezen twist te be- slechten. Na mijn bezoeken aan Duitschland besef ik levendljg, hoezeer Hitler voelt, dat hij als kampioen voor de zaak der Duitschers, aan wier grieven tot dusver niet tegemoet is gekomen, moet optreden. Hij heeft mij parti- culier gezegd, en het Maandagavond in het openbaar herhaald, dat ide regeling van de Sudetenduitsche kwestie het einde zou zijn van Duitschlands territoriale eischen in Europa. Na mijn eerste bezoek te Berchtesgaden deed ik mededeeling van de voorstellen aan de Tsjechische regeering, welke in wezen gaven, van wat hij wenschte en ik was volkomen verrast toen ik in Duitschland terugkeerde, dat hij er op stond, dat het gebied onmiddellijk zou worden afgedragen en onmiddellijk bezet door Duitsche troepen, zonder dat vooraf regelingen waren getroffen ter beveiliging van de menschen in het gebied, die geen Duitschers zijn en niet bij het Duitsche Rijk wenschen be komen. „Ik moet zeggen, dat ik deze houding onredelijk vind. ,,Voor het geval dit mocht voortvloeien uit eenigen twijfel, welken Hitler koestert no- pens de bedoelingen van de Tsjecho-Slowaak sche regeering om haar beloften na te komen en het gebied af te staan, bood ik uit naam van de Britsche regeering een waarborg aan voor haar woorden en ik ben er van overtuigd, dat de waarde van onze belofte nergens onder- schat kan worden. ,,Ik zal de hoop op een vreedzame oplossing, noch mijn pogingen voor den vrede opgeven, zoolang er eenige kans op vrede overblijft. Ik zou niet aarzelen zelfs een derde bezoek aan Hitler te brengen, als ik idacht, dat het eenig goeds zou uitrichten, doch op dit oogenblik zie ik verder niets, dat ik nuttigerwijs doen kan op den weg van bemiddeling. ,,Intusschen zijn er zekere dingen, welke wij in eigen land kunnen en moeten doen. Chamberlain zette daarop uiteen, dat er nog altijd vrijwilligers noodig zijn voor voor zorgsmaatregelen tegen luchtaanvallen, brand- weren, politie-diensten en territoriale een- heden en hij vroeg mannen en vrouwen gelijke- lijk him diensten aan te bieden. Chamberlain vervolgd: ,,Wees niet ont- daan, als gij vemeemt, dat er mannen zijn opgeroepen om de verdedigingswerken tegen luchtaanvallen of schepen te bemannen. Dit zijn slechts voorzorgsmaatregelen, geljjk een regeering in tijden als deze moet nemen, maar zij behoeven niet noodzakelijkerwijs te betee- kenen, dat wij tot een oorlog hebben besloten, of dat de oorlog onmiddellijk voor de deur staat. „Hoezeer wij ook sympathie moeten koeste- ren voor een kleine natie, welke bedreigd wordt door een grooten, machtigen nabuur, wij kunnen onder geen omstandijgheden op ons nemen het heele Britsche Rijk in een oorlog te storten voor haar rekening. ,,Als wij zouden moeten vechten, zou het moeten zijn voor een ruimer inzet. Ik, voor mij, ben een man des vredes tot in het diepste van mijn ziel. Een 'conflict tusschen naties is een nachtmerrie voor mij, maar als ik er van overtuigd zou zijn, dat eenigerlei natie beslo ten had de wereld te regeeren door middel van vrees voor haar kracht, zou ik beseffen, dat zulks weersbaan moest worden. Onder zulk een overheersching zou het bestaan van een volk, dat gelooft in vrijheid, niet het leven waard zijn. „Maar oorlog is een vreeselijk iets en het moet ons heel goed duidelijk zijn, voor wij er toe overgaan, dat er werkelijk groote dingen op het spel staan en dat het beroep om alles te riskeeren in de verdediging daarvan, als alle consequenties overwogen worden, on weerstaanbaar is. „Voor het oogenblik verzoek ik ji zoo kalrn ails' gij kunt de gebeurtenissen van de paar volgende dagen af te wachten. Zoolang de oorlog niet begonnen is, is er altijd hoop, dat hij voorkomen kan worden en gij weet, dat ik zal waken voor den vrede tot het laatste oogenblik". De rede van Chamberlain werd in heel het Britsche Rijk en de Ver. Staten en in tal van landen van Europa uitgezonden. Ook op het promenadecancert en in de meeste Londensche bioscopen werd zij door luidsprekers weerge- geven. OMHOOGGEV AREN Bij het binnenkomen van de Middelhaven te Temeuzen is het van Zaandam komende en voor Temeuzen bestemde Nederlandsche m.s. „Jantje", dat geladen was met hout, op den Oostelijken havendam omhooggevaren en blijven zitten. De sleepboot .^Holland" was spoedig voor assistentie ter plaatse en slaagde er in het sohip weer vlot te -brengen. Bij onderzoek bleek het schip water te maken, waarop de sleepboot de pompinstallatie in werking heeft gebracht om de lading voor beschadigmg te k&De Jantje" is daarop langs de Westsluis opgeschut en werd direct een aanvang ge maakt met het lossen der lading. Nadat de lossing volbra.cht was, is het door een stempel voorloopig gedicht. ZEDENMISDRIJF? Maandag is alhier gearresteerd de 71-jarige D de J., verdacht van minderwaardige han- delingen met minderjarige kinderen. De verdachte, die reeds eerder voor een derzeliik feit is veroordeeld, is heden naar het huis van bewaring te Middelburg getrans- porteerd. WA ARSOHUWIN G. De officier van justitie te 's Hertogenbosch waarschuwt tegen de praktijken van personen die namens of voor het Handelsbedrijf Vic toria of Minerva te Nuenen (N.-Br.) zooge- naamde premie-aandeelen of loten trachten te verkoopen, waarbij men na betaling van ette- lijke maandelijksche termijnen of stortingen, tevens in het bezit zou komen van een rijwiel. Alvorens hierop in te gaan, verdient het aanbeveling zich omtrent de waarde der aan- geboden loten en betrou-wbaarheid der ver- koopers te vergewissen, daar het hier meestal waardelooze stukken betreft en van een reeelen handel geen sprake is. LUSTRUM DER ONDERLINGE VEREENIGING „DE ZEEUWSCHE PERS". J.l. Zaterdag hield de Ondenlinge Vereeni- ging „De Zeeuv/sche -Pers" een vereeniging van uitgeivers van nieuwsbladen in het hotel De Burg te Middelburg een koffiemaal- tijd, ter viering van haar eerste lustrum. Deze vereeiniging vindt zooals de voorZitter, Dr. S. S. Smeding in zijn openingswoord ook deed uitkomen haar oorsprong in crisisomstan- digheden, die de betrokkenen tot gemeen- schappelijk overleg bracht, om te trachten een hoe langer hoe meer doordringende misstand tegen te gaan. Bij -den aanvang van den maaltijd nchtte de voorzitter zich in de eerste plaats tot de eeregasten, den Commissaris der Koningin, den gemeente-secretaris van Middelburg, als vertegenwoord-iger van het gemeentebestuur,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 2