ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No 9812
VRIJDAG 16 SEPTEMBER 1938
78s Jaargang
Binnenland
Buitenland
TWEEDE BLAD
Neem 'n AKKERTJE
TERNEUZEN, 16 SEPTEMBER 1938.
.am en zijn amt
voeren over
<"aden. Ter
>n ier'
BCMfeO£bAB*XWK
I »ww—I
VOORZITTERSCHAP DER
EERSTE KAMER.
Bij Koninklijk besluit is benoemd tot voor-
zitter van de Eerste Kamer der Staten-Ge-
neraal gedurende de sitting, welke zal aan-
vangen op den derden Dinsdag in September
1938, mr. W. L. baron de Vos van Steenwijk,
lid van die Kamer.
REGEERIN GSDINER IN DE
RIDDERZAAL.
De Nederlandsdhe regeering heeft Woens-
dagavond in de Ridderzaal te Den Haag een
diner aangeboden aan de Indische landsgroo-
ten, die hiier te lande de viering van bet veer-
tigjarig regeeringsjubileuta van H.M. de Ko-
ningin hebben bijgewoond.
Aan dozen maaltijd hebben ruim 135 per-
sonen deelgenomen, o.w. alle ministers, de
vice-president van den Raad van State, de
voorzitters van de Eerste en van de Tweede
Kamer, de Commissaris der Koningin in de
provimicie 'Zuid-Holland, de oud-gouverneurs-
generaal Fock en De Jonge, eenige oud-mi-
nisiters, de burgemeesters van Amsterdam en
's Grsuvenhage, de ohefs van den generalen
staf en den marinestaf, de commandant van
hot veldleger, tevens gouverneur der residen-
tie, de voorzitter van de alg. rekenkamer, de
president van de Nederlandsche Bank en
eenige andere civiele of militaire autoriteiten
velem met hunne dames.
IGEEN KRANT, MAAR WEL RADIO?
De heer Weitkamp, het lid der Tweede Ka
mer, was er over gevallen, dat de laatste
steunmaaregelen aan de varkenshouderij eer-
der ter kennis waren gekomen aan den han-
del, dan aan de boeren. Hij heeft hierover
minister Steenberghe vragen gesteld, er op
wijzende, dat het meerendeel van de boeren
geen dagblad leest, zoodat hij een andere wij-
ze van publioatie bepleitte.
Minister Steenberghe heeft thans hierop
geantwoord. 'Hij neemt niet zoo grif aan, dat
het meerendeel geen krant leest en wijst er
verder op, dat de bedoelde maatregel eerst
op 11 Juli 1938 is ingegaan, terwijl een me-
dedeeling daaromtrent reeds op 1 Juli tege-
lijkertijd werd verstrekt aan een groot aantal
over het geheele land verschijnende dagbla-
den en Landibouwtijdschriften, gelijk zulks
regelmatig geschiedt met overeenkomstige
berichten, voor den landbouw van belang. De
minister voelt er niets voor om maatregelen
te nemen, als hier bed'oeld, steeds te voren
per radio door het A.NJP. te doen omroepen,
alvorens zij in de bladen worden bekend ge
maakt. Te minder is daartoe aanleiding, daar
geenazins vaststaat, dat hierdoor aan de ver-
meende bezwaren van den heer Weitkamp
zou worden tegemoet gekomen, aangezien de
minister niet aanneemt, dat het aantal der
landbouwers, die geregeld een dagblad lezen,
wordt overtroffen door het aantal van hen,
die in de gelegenheid zijn naar de radio te
ludsteren.
JAARSVELD WORDT ZELFSTANDIG.
De nieuwe 415 m-zender te Jaarsveld (Lo-
pikerkapel) was, schrijft het Handelsblad,
oorsipronkelijk bestemd om dezelfde program-
ma's door te geven als Kootwijk (Hilversum
I op 1875 m), welke laatste zender zoozeer
gestoord werd door Roemenib (Bod), dat
goede ontvangst vaak vrijiwel onmogelijk
was. Gedurende de zomermaanden, toen de
storing op onze lange golf iets minder, doch
na invallen van de duistemis geenszins ver-
dwenen was, heeft de Nozema, die den zender
te Jaarsveld exploiteert dezengebruiktomde
programma's van Hilversum II (301 m) door
te zenden en wel in verband met klachten
uit het zuiden en noorden des lands, dat Hil-
versum H daar niet te hooren is.
(Met ingang van 1 October a.s. den ge-
bruikelij'ken kwartaalsdatum der wisseling
van golflengten zal de situatie nu weder-
om veranderen. Jaarsveld vernemen wij
gaat n.l. van dien dag af zelfstandig e&n der
beide programma-groepen uitzenden en Hil
versum I en n geven dan dezelfde program
ma's warmee (men hoopt de klachten van
vele luisteraars in den lande te ondervangen.
Via Jaarsveld (415 m) gaan van 1 October
af de programma's van AVRO, VARA en
VPRjO.
Via Kootwijk (1875 m) en Hilversum (301
mj, djw.z. via 'Hilversum I en H, worden dan
de programma's van KRO, NIC3RV en enkele
kleine omroepen uitgezonden.
Bovenstaande regeling is van voorloopigen
aard en vormt een proefneming, waarvan de
duur niet is vastgesteld.
VOEDSELVOORZIENING IN
OORLOGSTIJD.
Bij Koninklijke hoodschap van 12 dezer is
bij de Tweede Kamer ingediend een wetsont-
werp, houdende voorziening ten behoeve van
voedselvoorziening in tijden van oorlog, oor-
logsgevaar of andere buitengewone omstandig
heden en de voorbereidingen daarvan.
Aan den considerans ontleenen wij, dat het
noodzakelijk moet worden geacht, in afwach
ting van een nadere wettelijke regeling, de
mogelijkheid te openen tot het treffen van
voorloopige maatregelen te dezer zake.
De drie artikelen, waaruit het ontwerp van
wet is samengeteld, luiden als volgt:
Artikel 1.
de
Van de bevoegdheden, bij of krachtens ue
landbouw-crisiswet 1933 aan ons en aan onzen
met do zaken van den landbouw belasten
Minister verleend, kan mede worden gebruik
gemaakt ten behoeve van de voorbereiding
van de voedselvoorziening en de voedselvoor
ziening zelve in tijden van oorlog, oorlogs-
gevaar of andere buitengewone omstandig-
heden.
Artikel 2.
Uitgaven, welke strekken ter uitvoering en
handhaving van uit deze wet voortvloeiende
maatregelen en voorschriften komen niet ten
laste van het landbouw-crisisfonds, bedoeld in
artikel 2 van de landbouw-crisiswet 1933.
Artikel 3.
Deze wet treedt in werking met ingang van
den dag na harer afkondiging en zal door ons
op een nader door ons te bepalen tijdstip, doch
uiterlijk op 31 December 1939, worden inge-
trokken.
De memorie van toelichting, onderteekend
door den Minister van Economische Zaken, is
van den volgenden inhoud:
De vermoedelijke aard van een toekomstigen
oorlog eischt, meer dan in vroeger tijden, naast
de militaire voorzorgen, evenzeer een volledige
voorbereiding van de voorzieningen ten be
hoeve van's lands economische weerbaarheid.
Reeds de laatste groote oorlog heeft zoowel
voor de belligerenten, alsook voor de neutra-
len aiangetoond, tot welke groote tekorten aan
goederen van verschillende soort de afgesne-
den import geleid heeft.
Met name baarde in ons land dat voor
een groot deel van den uitvoer uit 't buiten-
land afhankelijk is de voedselvoorziening
in de mobilisatiejaren groote zorg. De erva-
ring, in deze jaren opgedaan, gepaard aan de
voorzorgsmaatregelen, welke in andere landen
in en buiten Europa reeds zijn getroffen, heeft
de regeering aanleiding gegeven ook aan de
economische verdedigingsvoonbereiding de
voile aandacht te schenken. Een ontwerp van
wet betreffende deze economische verdedi-
gingsvoorbereiding, dat onder meer heoogt
aan de regeering de bevoegdheid te geven de
voorraadvorming te bevorderen of te gelasten,
is dan ook in voorbereiding.
Hoewel met spoed aan de verdere voorbe
reiding voor de indiening van dit wetsontwerp
wordt gewerkt, noopt de huidige internatio-
nale toestand de regeering echter thans reeds
maatregelen te nemen ter voorziening in de
behoeften van de bevolking in tijden van oor
log, oorlogsgevaar of andere buitengewone
omstandigheden. In het bijzonder doet de
noodzaak daartoe zich gevoelen, voor wat be-
treft het aanleggen van grondstoffenvoorraden
voor de voeding van mensch en dier.
Aangezien gebleken is, dat op sommige tijd-
stippen de voorraden van eenige onmisbare
voedingsproducten hier te lande van onvol-
doenden omvang waren, acht de regeering
en wel in de eerste plaats de minister, die
meer in het bijzonder aansprakelijk is voor
een richtige voedselvoorziening het niet
langer verantwoord het treffen van maat
regelen, om tot een verplichte voorraadvor
ming te kunnen geraken, tot een later tijdstip,
i.e. het in werking treden van bovenbedoelde
wet, uit te stellen.
Ten aanzien van den wettelijken grondslag,
waarop de hiervoren bedoelde verplichting tot
voorraadvorming zou kunnen berusten, meent
de regeering de daartoe vereischte voor
schriften, althans voorloopig, te moeten ibasee-
ren op de landbouw-crisiswet 1933. Alhoewel
haars inziens het gebruiken van deze wet als
basis voor de voorraadvorming juridisch ver
antwoord kan worden geacht, ontveinst de
regeering zich niet, 4at een dergelijk gebruik
niet in overeenstemming is met de uitdruk-
kelijke bedoeling, waarmede de landbouw-
crisiswet in het leven is geroepen.
Daar echter de genoemde wet met de daarop
berustende voorschriften en bepalingen een
apparaat vormt, dat een snelle en doeltref-
fende methode waarborgt om in den kortst
mogelijken tijd de beoogde voorraadvorming
te bewerkstelligen, heeft de regeering aanlei
ding gevonden voor te stellen de in de land
bouw-crisiswet aan de kroon en aan den met
de zaken van den landbouw belasten minister
verleende bevoegdheden tijdelijk, d.w.z. totdat
ter zake nadere wettelijke regelingen zijn ge
troffen, te doen gebruiken voor de voorberei
ding van de voedselvoorziening in oorlogstijd
en, indien dit onverhoopt noodig mocht zijn,
voor de voedselvoorziening in oorlogstijd zelf.
Gelijk ook in het ontwerp tot uitdrukking
is gebracht, zullen uit de beoogde toepassing
van de landbouw-crisiswet geen financieele
consequenties voor het landbouw-crisisfonds
kunnen voortvloeien.
Uit den aard der zaak is de regeering zich
er van< bewust, dat een zoodanig gebruik
slechts gerechtvaardigd is zoolang geen nadere
wettelijke regeling getroffen. Zij heeft dan
ook gemeend aan deze toepassing der land
bouw-crisiswet 1933 een tijdelijk karakter te
moeten geven en haar geldigheidsduur tot 31
December 1939 beperkt.
Zoolang geen nadere regelen getroffen zijn,
zullen ingevolge artikel 1 van dit wetsontwerp
ook de maatregelen voor voedselvoorziening
in tijden van oorlog op de landbouw-crisiswet
kunnen worden gebaseerd.
CHAMBERLAIN VANDAAG NAAR
LONDEN TERUGGEKEERD.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldde Don-
derdagavond uit Berchtesgaden:
De Fuhrer en rijkskanselier heeft heden op
den Obersalzberg met den Britschen minis
ter-president een bespreking gehad, in het
verloop waarvan men gelegenheid vond. voor
een omvattende en openhartige gedachten-
wisseling over den huidigen toestand.
De Britsche minister-president keert mor-
gen naar Engeland terug om met het Brit
sche kahinet te overleggen. Over enkele da-
gen wordt een nieuwe bespreking gehouden.
Reuter meldt, dat de nieuwe bespreking
niet te Berchtesgaden zou worden gehouden.
Chamberlain is om tien minuten voor half
negen van den Oberselzberg in zijn hotel te
Berchtesgaden aangekomen. Reuter meldt:
„Ohamberlain leek zeer vermoeid en in ge-
dachten verdiept. Hij trok zich onmiddellijk
in zijn appartementen terugv Het zeer opti-
mistische standpunt, dat het begin van den
dag te Berchtesgaden overheerschte, veran-
derde het eind van den avond in pessimisme.
Het communique echter, dat mededeelt, dat
nieuwe besprekingen zullen worden gehou
den, deed eenigermate de hoop in alie kringen
hier terugkeeren."
Volgens den correspondent van Reuter te
Berlijm, zou de indruk te Berchtesgaden zijn,
dat men met hoop de nieuwe bespreking tus-
schen Chamberlain en 'Hitler kan afwachten.
De discussie tusschen de beide staatslieden,
welke twee-en-een-half uur heeft geduurd,
heeft naar deze correspondent uit Berchtes
gaden vernam, plaats gehad in v'riendschap
pelij'ken geest.
DE PROCLAMATIE VAN HENLEIN.
In een cdmmuniqud van het Tsjechoslo
waaksche Telegraafagentschap Ceteka wordt
gezegd, dat de Duitsche radio-omroep een
verklaring van de Sudetenduitsche partij te
Asch in vergadering bijeen en een oproep
vani Henlein bekend gemaakt heeft. Het
Tsjechoslowajaksche communique voegt hier-
aan toe: Deze verklaringen zijn niet ge-
publiceerd door de Sudetenduitsche partij te
Praag. De oproep van Henlein is aan alle
persbureaux doorgegeven door het Duitsche
Nieuwsbureau en ook de verklaring der par
tij is aan het buitenland doorgegeven. Het
Tsjechoslowaaksche persbureau is door offi-
cieele kringen gemachtigd te verklaren, dat
naar aanleiding van deze oproepen, Je be-
voegde staatsorganen order hebben gekregen
op de juiste wijze in te grijpen.
Volgens het Tsjechische blad A-Zet is
tegen Konrad Henlein en de geheele leiding
der Sudetenduitsche partij een arrestatiebe-
vel uitgevaardigd. Van officieele zijde is dit
bericht niet bevestigd. Volgens het Duitsche
Nieuwsbureau heeft het poiitieke kabinet
Donderdag besloten de maatregelen tegen
Henlein in deze aangelegenheid aan de be
treffende staatsorganen over te drageu. Dat
beduidt, volgens het D.N.B., dat tegen den
leider der Sudetenduitsche partif op grond
van de strafwet en de wet ter bescherming
der republiek strafmaatregelen door den
staatsadvocaat zijn ibeteekend.
De raad van poiitieke ministers is Donder
dag in den vooravond onder voorzitterschap
van Hodzja bijeengekomen. Na een uur be-
raadslaagd te hebben, begaven de mimsterS
zich naar het slot te Praag om de bespre
king voort te zetten onder leiding van presi
dent Benesj. De raad btestudeerde den meu-
wen toestand, ontstaan door de proclamaties
der Sudetenduitsche patty en de maatrege
len, die eventueel noodig zullen blijken.
OPLUCHTING IN BELGIfi.
Uit Brussel meldt Havas, dat het bericht
van Chamberlain's reis in alle kringen den
indruk heeft gemaakt van opluchting, welke
levendig contrasteert naet de onrust, welke
zich van de Belgische openbare meening in
het eind van den dag van Woensdag had mees-
ter gemaakt. De socialistische Peuple schrijft:
Engeland wil het bewijs leveren, dat het
geen enkel middel verwaarloost, dat moge-
lijkerwijs den vrede zou redden. De katholieke
Libre Belgique wijst erop, dat Chamberlain,
door de gebruiken en het langzame ritueel der
diplomatic achterwege te laten, gevoeld heeft,
dat de ernst van het oogenblik een persoonlijk
contact noodzakelijk maakte, teneinde het
voile licht op de gebeurtenissen te werpen. In
regeeringskringen toonde men zich zeer be-
vredigd en verklaarde men, dat de nieuwe
situatie reden geeft tot optimisme.
HET TSJECHISCHE VERZET TEGEN EEN
VOLKSSTEMMING.
De Lidove Noviny, het orgaan der onafhan-
kelijke linkerzijde, schrijft, naar Havas meldt,
„Ons geduld is ten einde. Geen enkele regee
ring bij ons kan denken aan een volksstem-
ming. Door de verdediging van onze grenzen
tegen vijanden in binnen- en buitenland, ver-
dedigen wij ook de grenzen van Frankrijk.
Ook wij zijn een kostbare bondgenoot voor
Frankrijk en Engeland. Wij luisterden naar
de raadgevingen onzer vrienden, maar kunnen
niet verder gaan met concessies, daar dat zou
neerkomen op een vrijwillig ontbinden der
repuibliek."'
Minister Bechyne heeft gezegd, dat wij met
onze concessies geen millimeter verder zullen
gaan. Deze verklaring, welke verantwoorde-
lijkheden aanvaardt, moet worden geeerbie-
digd, niet alleen door onze vrienden, doch ook
door onze vijanden.
DUITSCHE PERS VERWACHT SPOEDIG
MILITAIRE MAATREGELEN.
De Berlijnsehe correspondent van het
Handelsblad telefoneerde Donderdagavond te
10 uur:
De spanning in Berlijn is hedenavond zeer
toegenomen. De bladen verschijnen van uur
tot uur met extra edities, wat in poiitieke
kringen als een teeken wordt beschouwd dat
men van Duitsche zijde alles in details heeft
voorbereid in verband met de onmiddellijk te
verwachten nadere nrtaatregelen. Welke die
zullen zijn ligt natuurlijk nog in het duister,
maar het is wel kenmerkend voor de hier
heerschende stemming, dat reeds de verwach-
ting van een binnen korten termijn door te
voeren Duitschen opmarsch, wellicht verder
dan het Sudetenduitsche gebied, wordt uitge-
sproken. Anderen, die niet zoo ver gaan reke-
nen toch vast op instemming van Chamberlain
en Daladier met een,Duitsche bezetting van
de zuiver Sudetenduitsche gebieden, en een
volgens Oostenrijksch voorbeeld daarop vol-
gende volksstemming' ,,met terugwerkende
kracht."
Men vermoedt dat Hitler Donderdagavond
Chamberlain duidelijk zal hebben gemaakt,
dat de militaire actie van Praag, waar de re
geering volgens de jongste Duitsche informa-
ties reeds groote troepenafdeelingen aan de
Tsjechisch Duitsche grenzen concentreert, een
voorspel voor een Tsjechisch Sowjetrussische
actie van ernstig gevaar voor Europa hetee-
kent en dat de eenige redding ligt in een door
Parijs en Londen gedulde onmiddellijke mili
taire actie van Berlijn.
De vierde extra uitgave van ,,Der Angriff"
schrjjft zooeven dat de jongste ontwikkelir.g
in Tsjechoslowakjje duidelijk laat zien, dat de
eigenlijke macht reeds in de hand der militaire
kringen in Praag ligt. ,,De heer Benesj schijnt
in zijn eigen model-democratie elke macht te
hebben verloren. Intusschen heeft Moskou
door zijn oppersten ophitser Dimitrov in
Praag alles in beweging geeet om de bereid-
willigheid der Tsjechische chauvinisten voor
een oorlog te versterken.
Het beroep op de millioenen roode Sowjet-
soldaten, die men Donderdagochtend in de
Tsjechische bladen vond schijnt zijn uitwer-
king op de militaire va-banque-spelers niet ge-
mist te hebben. Zij vergeten slechts dat
sedert 21 Mei de wereld een ander en juister
beeld van Tsjechoslowakije heeft gekregen en
dat tusschen de ophitsing van Praag en den
oorlog de woorden van den Ftlhrer staan, die
de wereld niet alleen heeft begrepen, maar
ook van ganscher harte heeft toegejuicht. On-
gestraft kan zich de 21ste Mei niet herhalen.
Wat het algemeen beeld aangaat nog het
volgende: Ware het initiatief voor de reis van
Chamberlain naar Berchtesgaden niet geko
men, dan zou Hitler, naar ik uit goede bron
meent te weten, reeds Woensdagavond bevel
tot binnenimarcheeren en bezetten van de
Sudetenduitsche districten hebben gegeven.
Er mag nauwelijks aan worden getwijfeld,
dat dit bevel morgen of Zaterdag zal volgen
en dan naar men hoopt 'met toestemming
van de Engelschd en de Fransche regeering,
die dan van Hitler de toezegging zullen heb
ben dat Duitschland zich tot deze districten
zal beperken om de eigen sitamgenooten te
beschermen.
Het is niet onwaarschijnlijk dat Chamber
lain met deze Duitsche verzekering als voor
loopig resultaat naar Londen terugkeert. De
toestand in het iSudetenland wordt in Duitsch
land nog niet als een volledige opstand der
bevolking beschouwd. Maandagavond na de
rede van Hitler had de Tsjechische regeering
in de groot Sudetenduitsche steden het politie-
toezicht nog aan de F. A. (de S. A. van Hen
lein) overgelaten en zijn slechts in een aantal
dorpen botsingen oogenblikkelijk voorge-
kdmen. Deze F. A. deed ook Dinsdag, Woens
dag en Donderdag nog dienst en waar in Eger,
gelijk bekend, de Tsjechische troepen die zeer
opgewonden zgn, reeds tot bloedig ingrijpen
zijn overgegaan, is in andere steden, b.v. in
Asch, waar men nog geen troepen ingezet
heeft, de rust nog gehandhaafd onder politie-
toezicht dezer F. A. Men vreest echter in
Duitschland dat Praag elk oogenblik kan over-
gaan tot het instellen van krijgsraden en het
uitspreken en voltrekken van doodvonnissen
aan Sudetenduitsche aanvoerders. Zoodra dit
geschiedt verwacht men van Duitsche zijde
een algeheele opstand der geheele Sudeten
duitsche bevolking. In dat geval is het bezet-
ten door Rrjksduitsche troepen het oogenblik-
kelijke gevolg om de opstandige bevolking
tegen de Tsjechische troepen te beschermen,
maar het is de vraag of de Duitsche regee
ring, gezien het groot aantal dooden en ge-
wonden dat thans reeds te betreuren is, nog
zoo lang zal willen wachten en of niet voor
Chamberlains terugkeer naar Duitschland een
binnenmarcheeren reeds tot een feit zal zijn
geworden.
HET OPTIMISME TE PRAAG WEER
VERDWENEN.
De correspondent van de N. R. Crt te
Praag telefoneerde Donderdagavond
lOpnieuw heeft men te Praag een kleine
periode van hoop doorleefd. Maar opnieuw,
gelijik nu al zoovele malen, is het voorzichtig
optimisme door slechter nieuws, de procla-
matie van Henlein, weer Vrijwel geheel ver-
dwenen. Het bericht van Chamberlain's reis
kwam zeer onverwacht, op een moment dat
men de toekomst somber inzag, doch men
kan niet zeggen dat velen, in hun verrassing
over de kans op een gunstiger keer, plotse-
ling omsloegen in een overdreven optimisme.
Men besefte terstond, dat Chamberlain zulk
een stap niet gedaan zou hebben, wanneer
de toestand niet zeer ernstig was. Bovendien
werd te Praag de vreugde over Chamberlain's
besluit weer getemperd door de overweging
dat Engeland van Tsjechoslowakije, tot het
behoud van den vrede, groote concessies zou
eisohen. De regeering heeft in de laatste we-
ken meer toegegeven dan men een paar
maanden geleden redelijkerwijze verwachten
kon. Steeds is de grens, die men zich voor de
concessie gedacht had, overschreden. Dat
men echter volksstemming en aansluiting
van het Duitsche gebied bij Duitschland zou
toestaan, wordt te Praag op het oogenblik
door iedereen onmogelijk geacht.
Maar gisteravond bestond toch hoop, dat
Chamberlain, ook zonder het uiterste van
Tsjechoslowakije als offer te eischen, met
Berlijn tot een aceoord zou komen. Steeds is
het echter in deze tragedie alsof de krachten
die het wapengeweld willen tegengaan, juist
te laat komen. Oppervlakkig gezien schijnt
het dat Mars zich reeds heeft gevangen ge
geven in de netten van de vredesgodin, maar
op het laatste moment blijkt het een looze
vangst. Duidelijker nog dan tevoren doet zich
de ernst van den toestand gevoelen en de
hoop, die men even koestert, is weer vervlo-
gen. De beeldspraak is wat barok uitgeval-
len voor de vele en paradoxale hardnekkige
pogingen om ondanks alle ongunstige facto-
ren de groote ramp voor Europa af te wen-
den. Engeland vooral schijnt vast besloten
allesi te doen opdat geen wereldoorlog ont-
staat, dat blijkt uit Runciman's en Chamber
lain's optreden. Daarom behoeft men zich
niet al te zeer teleurgesteld te gevoelen door
den tegenslag van het oogenblik.
De tegenslagen, die telkens op de periode
van hoop volgen, zijn als feit niet altijd zoo
gewichtig. Dat Henlein verklaard heeft, aan
sluiting van het Sudetenduitsche gebied bij
Duitschland te wenschen, is weinig meer dan
hetgeien hij gisteren heeft gezegd (n.l. dat het
recht van zelfbeschikking het centrale punt
is in de nieuiwe phase van het conflict). De
tegenslagen zijn vooral van beteekenis voor
het dislocate werk op de Tsjechische bevol
king.
De vele teleurstellingen vergen veel van da
cverigens merkwaardig sterke zenuwen. Hoe
langer deze geweldige spanningen duren, des
te meer raakt men verbitterd. De incidenten
van vandaag zijn niet zeer belangrijk, maar
dat beteekent niet dat de spanning geweken
is. De uitzonderingstoestand is thans over 16
districten uitgebreid.
Het bericht over een te verwachten arres-
tatiebevel van Henlein is zeer vaag gehouden.
Men verwacht echter een aanklacht wegens
hoogverraad, tengevolge van de proclamatie
aan de Sudetenduitsche bevolking over den
Duitschen zender. Men weet te Praag niet
zeker waar Henlein zich bevindt. Men ver
moedt echter in Duitschland.
ALGEMEENE STAKING IN HET
SUDETENDUITSCHE GEBIED
GEPROOLAMEERD.
Het Duitsche nieuwsbureau meldt uit Praag
dat in het Sudetenduitsche gebied de alge-
meene staking is geproclameerd. Te Rei-
chenberg (Liberec) hebben alle bedrijven hun
deuren gesloten en hebben de arbeiders de
fabrieken verlaten. Zelfs de kranten ver-
bij Hoofdpijn, Zenuwpijn, Vrouwenpijn
(Ingez. Med.)
sohijmen niet meer. Het avondblad van1 de
Reichenberger Zeitung kon niet meer worden
uitgegeven, omdat het personeel en de arbei
ders in staking waren gegaan.
Havas meldt hierover het volgende:
Te Reichenberg is een staking uitgebro-
ken. Alle fabrieken zijn gesloten. Aan het
einde van den middag had men Donderdag
te Praag geen enkel bericht ontvangen, dat
de Duitsche mededeeling over de afkondiging
van een algemeene staking bevestigde.
Het bestuur der Sudetenduitsche partij
heeft alien partijfunctionnarissen en alien
leden van den veiligheidsdienst order gege
ven zich onder alle omstandigheden en met
alle middelen aan arrestatie te onttrekken.
DIPLOMA
REDDEN VAN DRENKELINGEN.
Bij het dezer dagen gehouden examen van-
wege den Nederlandschen Bond tot het red
den van drenkelingen slaagden voor diploma
a, G. Verlinde en J. Bruggeman, voor diplo
ma b, R. van Dinteren en voor diploma c
(instructeurs-diploma) Al. de Zeeuw.
HET 25-JARIG BESTAAN DER R.H.B.S.
TE TERNEUZEN.
Zooals we in onze voorgaande nummers
beschreven, zou Woensdag herdacht worden
de oprichting der hoogere burgerschool alhier
vddr 25 .jaar. Het is, om de door ons reeds
geschetste beteekenis der middelbare onder-
wrjsinrichting zeker een goede gedachte ge-
weest, dit feit niet onopgemerkt te laten
voorbijgaan, in aanmerkin.g genomen de be-
langstelling, die van verschillende zijden in dit
zilveren jubile is betoond.
Opvoering van Esmoreit.
De herdenking is ingeleid met de opvoering
van het middeleeuwsche stuk Esmoreit" door
leerlingen der R.H.B.S. onder leiding van den
leeraar Dr. H. Bruch. Zij had plaats op het
sportterrein der school waar een podium was
opgeslagen en een voor de opvoering van dit
stuk vervaardigd schitterend decor was opge-
steld.
Alvorens met de opvoering werd aangevan-
gen heeft de directeur, de heer Ir. Westerhof,
de talrijke opgekomenen verwelkomd en zijn
dank uitgesproken voor de belangstelling die
zij door hun tegenwoordigdheid in het feest
der H.B.S. betoonden.
Daama ving de opvoering aan. Van be-
vriende zijde ontvingen wij daaromtrent het
volgende
,,Het blijkt een goed idee geweest te zijn,
te Terneuzen een openluchtopvoering te orga-
niseeren. Het middeleeuwsche stuk .Esmoreit"
leent zich daartoe trouwens ook zeer goed.
Waarschijnlijk is het in de middeleeuwen op
markten op een eenvoudig podium of op een
wagen opgevoerd, dus met zeer eenvoudige
hulpmiddelen. Wij stellen hoogere eischen,
waaraan het voortreffelijke decor, dat de
Ambachtsschool te Terneuzen tot groote eer
strekt, in belangrijke mate is tegemoet ge
komen.
Ongetwijfeld is het ontwerp en de uitvoering
het werk van de schilderklasse, met den
leeraar Van der Giessen, die in dit genre reeds
dikwijls artistiek werk verrichtte.
Het spel was voor dilettanten van een goed
gehalte. Men moet bovendien in aanmerking
nemen, dat er geen gelegenheid was voor
souffleeren, dus dat despelers geheel op eigen
kracht waren aangewezen. Er gingen enkele
dingen fout; we zullen niet alles verklappen,
want een deel is door het publiek zelfs niet
opgemerkt.
Het decor was, naast de grime, een groot
deel van het succes.
De opvoering geschiedde niet op het gun-
stigste tijdstip, naar gebleken is, want het
publiek stelde meer belang in de markt dan in
het spel. Men had echter den dag niet voor
het kiezen, want het stuk moest gespeeld
worden op den jubileumdag van de H.B.S. en
bovendien als slot van de kroningsfeesten.
De opvoering zou ook meer tot zijn recht
komen, indien verschillende handelingen, die
nu werden gezegd", ook zouden zijn beleefd,
door gebruikmaking van groepen figuranten.
De ,,materieele zijde"' der zaak liet dit echter
niet toe.
Het spel was, zooals wij zeiden, goed. De
koningin van iSicilie moest in haar eel te ver
van de microfoon staan, wat echter aan de
regie te wijten is, en niet aan haar spel. De
jongedochter Damiet was een lieve figuur, die
haar wel zeer weinig modem costuum met
gratie droeg en een zeer natuurlijk spel ten
beste gaf. Haar tegenspeler Esmoreit gaf
ook goed spel, was zeer rolvast en was de
juiste persoon voor het vervullen van den
hoofdrol. Robrecht, de verrader en moorde-
naar (zooals het stuk hem ietwat overdreven
noemt), werd zeer goed gespeeld: wij kunnen
zeggen, dat deze zeer moeilijke rol vervuld
werd door een speler die er van maakte wat
er van te maken is; een goede speler heeft er
een dankbaren rol aan. Jammer, dat hij zich
in zijn geestdrift wat teveel liet gaan in zijn
mishandeling van den jongen Esmoreit: geen
kind kan zoo iets overleven. Een weinigje
matiging in dezen!
De twee krijgslieden hadden tot taak, hem
te dooden, wat zeer goed gespeeld werd.
De koning van Slcilie stond wel iets teveel
voorovergebogen, al is dat van een ouden man
begrijpelijk. De andere koning had een klei-
nen rol, die niet veel speeltalenten eischt. Zijn
grime was echter kostelijk, hoewel niet zoo
goed, of toch hebben toeschouwers zijn burger-
lijken staat ontdekt.
Voor dilettanten is een dergelijke opvoering
een zware taak. Men moet zich verheugen,
dat de Rijks HB.S. een aantal jongelieden
telt, die blijkbaar tijd noch moeite sparen om
met iets goeds voor den dag te komen. Het
is alles vrijwillig en met vreugde gedaan.
Door den fotograaf Elzinga werden enkele