s Buitenland genen fatsoenlijk te behandelen, de gewon- den niet af te maken, geen dum-dum-kogels te gebruiken enz. Integendeel kan b.v. de fatsoenlijke behandeling van krijgsgevangenen en gewonden er toe leiden bet verzet van de tegenpartij minder hardnekkig te maken. Gasoorlog en bombardementen. Anders is bet met moderne wreedbeden als den gasoorlog en de bombardementen. Het was eenvoudig genoeg deze strijdmethoden te ver- bieden en de verbodsbepalingen te doen eer- biedigen in een tijd waarin de aanwen-ding van giftige chemicalien en bet afwerpen van projectielen uit de lucbt in geen geval een beslissenden invloed op den uitslag van den oorlog konden uitoefenen. Thans nu de tecbniek zooveel verder geko- mbn is en de mogelijkheid gescbapen beeft om met die strijdmiddelen groote resultaten te bereiken, is de kans op de aanvaarding van een verbod kleiner geworden. En boven- dien beteekent zelf de aanvaarding in vredes- tijd nog niet, dat alle volken het verbod in oorlogstijd zullen eerbiedigen. Dientengevolge zijn alle volken wel gedwongen rekening te houden met de kans dat bet verbod in oor logstijd waardeloos blijkt. Daardoor zijn zij genoodzaakt zich voor te bereiden alsof bet verbod niet bestond waardoor de kans dat bet verbod geeerbiedigd zal worden nog ver der daalt. Wat Geneve deed. Heel diudelijk bljjkt dit bij den gasoorlog. Op 17 Juni 1925 is te Geneve een protocol tot stand gekomen, dat de aanwending van ver- stikkende, vergiftige of dergelijke gassen, asmeae van bacteriologische oorlogsmiddelen verbiedt, zoowel tegenover de strijdmacht als tegenover de burgerbevolking. Hoewel dit protocol door nagenoeg alle belangrijke staten is aanvaard, gaan vrijwel alle landen voort zich op den gasoorlog voor te bereiden. Blijkbaar is iedereen overtuigd, dat wan- neer bet winnen van den oorlog daarvan af- hangt, de eerbiediging van het verbod min- stens genomen niet meer verzekerd zal zijn. Zoo is bet ook met bet luchtbombardement. Het was in 1899 niet moeilrjk de staten te be- wegen af te zien van het afwerpen van pro jectielen en ontplofbare stoffen uit luchtbal- lons of op andere dergelijke wijze. Na den grooten oorlog is dat echter veel moeilijker geworden, omdat in dien oorlog de waarde van zulke bombardementen aan den dag ge- treden was. In dergelijke opzichten is bet eene volk niet braver of beter dan bet andere. Zoo lang er niets op bet spel staat zijn zij alle bereid de eischen der menschelijkheid te eerbiedigen. Italie b.v. belooft dan nadrukkelrjk geen chemicalien af te werpen. In den Abessijn- sehen oorlog bleek echter de zege in korten tijd verkregen te kunnen worden door over- treding van dit verbod. Tegen dat vooruit- zicbt kon de eerbied voor het verbod geen stand houden. Zoo ook is dankbaarheid verschuldigd voor de wijze waarop Engeland zich thans bejjvert voor een verbod van de -bombardementen. Erkend moet echter worden, dat toen er eenige jaren geleden sprake van was, de bom bardementen eens en vooral te verbieden, er juist van deze zijde verzet kwam, omdat bom bardementen zoo nuttig konden zijn voor het handhaven van de orde in afgelegen gebieden. GBoeiende afkeer. Niettemin is er ook een hoop-gevende fac tor, n.l. de algemeene, groeiende afkeer van het vermoorden van weerloozen waar het bombardeeren van open steden in feite op neerkomt. Deze factor geeft althans een gunstige sfeer geschapen voor bet tot stand komen van een verbod. Verschillende groote mogendheden hebben zich vddr zulk een verbod uitgesproken. 'Hitler heeft bet reeds gedaan op 1 April 1936 in zijn bekende memorandum aan de Britsche regeering nadat hij zich het voor- afgaande jaar (21 Mei '35) in een Rijksdag- rede in gelijken geest had uitgelaten. En de gruwelijke bombardementen in Spanje en China hebben o;a. Engeland en de Vereenigde Staten tot soortgelijke uitspraken verlokt. De gedachte leeft dat een conferentie noodig is om hierin resultaten te bereiken. Voorloopig is de moeilijkheid echter een verbod te ont- werpen, dat voor aanvaarding door de ver schillende staten in aanmerking kan komen. Er is dus wel verbetering in uitzicht. Het zal intusschen verstandig zijn de ver- wachtingen niet te hoog te spannen, daar zelfs na de eventueele vaststelling van een verbod de opvolging nog niet zeker zal zijn. Optimisten mogen zich hierbij echter be- roepen op het woord van Eden, die nadruk- kelijk geweigerd heeft „de leer te aanvaarden, dat naen nooit meer zou moeten beproeven de huidige toestanden te verbeteren, omdat som- mige lieden hun venbintenissen niet nakomen". Al pleit de ervaring er dus niet voor om veel van een verbod te verwachten de po- gingen van groote mogendheden en de uit- spraak van een autoriteit als Eden geven althans een straaltje van hoop. Dat is in de huidige wereld al veel! DE GRAFKELDER DER LAATSTE LEDEN VAN DE GESLACHTEN VAN NASSAU EN ORANJE-NASSAU GESLOTEN, In het gerestaureerde gedeelte van de Groote of Onze Lieve Vrouwe-kerk op de Markt te Breda heeft Woensdag een bijzon- dere plechtigheid plaats gehad. De grafkelder van de laatste leden der ge- slachten Nassau en Oranje-Nassau is in te- genjwoordigiheid van verschillende auboritei- ten gesloten met een nieuwen sluitsteen, welke thans duidelijk de plaats aangeeft, waar de stoffelijke resten zijn ibijgezet. Mien zal zich herinneren, hoe het zoeken naar onderaardsche gang-en en gewelven in de Groote kerk leidde tot de ontdekking van een grafkelder, waarin drie groote en een kleine kist werden aangetroffen. Deze kelder bevond zioh onder het grafmonument van Engelbrecht III en diens gemalin, doch na uitgebreid historisch en anatomisch onder- zoek bleek, dat in den ontdekten kelder niet de overblij'fselen van Engelbrecht en zijn ge malin waren ter aarde besteid. Toen eenmaal de toegangstrap tot den kelder was blootgelegd, vond men, dat de kelder bestond uit tiwee gedeelten: een groote kelder en een kleine, op welken laatsten het grafmonument was opgericht. De plaats waar de trap zich bevond, was aangegeven zoo ontdekte men later door een vloer- tegel, waarin een kruis was uitgehouwen. In den eersten kelder lagen op ijzeren rekken de kisten met de stoffelijke overblijtfselen van Hendrik HI, graaif van Nassau en een vriend van Karel V, die in 1538 is overleden en van Renee van Chalon, prins van Oranje, graaf van Nassau, die in het jaar 1544 is ontslapen. De kleine grafkelder onder het monument bevatte de overblijfselen van Anna van Eg- mond, graivin van Buren, eerste gemalin van Prins Willem van Oranje, die in 1558 over- leed en van haar dochtertje Maria, het eer ste jong gestorven kind van Prins Willem I. Met de uiterste zorg heeft men deze beide kelders gerestaureerd, in zooverre dit noodig was; want daar de kelder inderdaad herme- tisch gesloten was, is alles buitengewoon gaaf bewaard gebleven. Om de loo-den kisten met de stoffelijke res- ten der overleden voorouders van ons vor- stenhuis waren eikenhouten sierkisten ge- maakt. Deze bleken echter bij de opgraving totaal vergaan. Men heeft thans om deze oude looden kisten nieuwe laten maken van geibronsd roodkoper, waarop in geel-koperen plaatjes de namen der begravenen zijn ge- graveerd. Op deze wijze zijn de stoffelijke resten der vorstelijke personen voor het na- geslacht geconserveerd. Woensdagochtend hebben verschillende autoriteiten in de groote kerk een laatste in- spectie gehouden, voordat de kisten in hun aanwezigheid voor goed werden gesloten. In de kleine zij-k-apel, links van het oor- spronkelijke priesterkoor van de kerk, wa ren o.a. aanweizig de groot-meester van H.M. de Koningin, J. H. E. graaf Du Moncfeu en de directeur van 't Koninklijk huisarchief dr. N. Japikse. In hun bijzijn zijn in de koperen ombulsels voorloopig sehroeven gedraaid, waarvan de koppen werden afgevijld. Daarna kwaimen de smeden om de kisten geheel dicht te soldeeren. Een nieuwe grafsteen is vervolgens aan- gebracht met het ,volgende opechrift: Sluitsteen van den grafkelder van de laatste leden der geslaohten van Nassau van Oranje-Nassau, die te Breda zijn bijgezet. iHendrik HI Renee van Chalon graaf van Nassau prins van Oranje, graaf enz. enz. van Nassau (t 1538) (t 1544) Anna van Egmond, gravin van Buren, eerste gemalin van prins Willem I (t 1558) Maria, eerste jong gestorven kind van prins Willem I. Deze grafsteen werd aangebracht 14 Sep tember 1988." EENDEN EIEREN KUNNEN GEVAARUJK ZIJN. Zij imogen nimmer rauw worden gegeten. De directeur van den Keuringsdienst van Waren maakt, schrijft het Handelsblad, op- merkzaam op het in werking treden van eenige Koninklijke besluiten, die de strekking hebben, te voorkomen, dat de bevolking een- deneieren of deelen van eendeneieren in rau- wen toestand eet. Aanleiding tot de uitvaar- diging van deze besluiten zijn ziektegevallen geweest, die het gevolg waren van het ge bruik van rauwe eendeneieren, zelfs van het verwerken van eendeneieren in gebak, dat niet door en door gaar gebakken was. Het bleek, dat sommige leggende eenden besmet waren met een bacil (paratyphus), die in de eieren kon overgaan, en dan, bij rauw gebruik van die eieren, ook menschen kon besmetten. De besmette eieren zijn niet van de zuivere te onderkennen en practisch is het ook niet doenlijk, alle besmette eenden op te sporen en van den leg uit te sluiten, zoodat men slechts de mogelijkheid overhoudt van maatregelen, die alle eendeneieren treffen. Zoo is bij koninklijk besluit van 13 Juni j.l. voorgeschre- ven, dat eendeneieren bij verkoop aan het publiek voorzien moeten zijn van een stempel: ,,eendenei, 10 minuten koken"; zo is brj Kon. besluit van 11 Juni het gebruik van eenden eieren voor de bereiding van consumptie-ijs en roomijs verboden; zoo is thans ook bij Kon. besluit van 13 Juni het gebruik van eenden eieren als grondstof voor alle andere voedings- middelen, in het bijzonder bakkerswaren, maar ook mayonnaise, slasaus, advocaat, ver micelli, verboden. Sommige van deze waren ondergaan bij de bereiding in het geheel geen verhitting, andere worden niet met zekerheid zoo hoog verhit, dat eventueel aanwezige ziek- tekiemen onschadelijk gemaakt worden. Voor de meeste der genoemde waren gaf de practijk toch reeds om andere reden de voorkeur iaan kippeneieren, zoodat er ten deze door het nieuwe voorschrift niet veel ver- andert. Uit de bakkerij en banketbakkerij dienen echter de eendeneieren te verdwijnen en niet alleen de als zoodanig gekochte eieren, maar ook het Vloeibare en vaste eendeneigeel, dat in het groot wordt ingevoerd en waarvan pvenmin vaststaat, dat het steeds vrij van paratyphusbacillen is. Het Koninklijke besluit ten slotte de mogelijkheid voor het geven van ontheffing open, geval voor geval te be- oordeelen door den directeur van den Keu ringsdienst, en het is de bedoeling, die ont heffing op zekere voorwaarden te verleenen voor het bakken van beschuiten, omdat de algemeen gebruikelijke bereiding daarvan zonder twijfel een voldoend lange en hooge verhitting meebrengt. EEN MAAL- EN MENGGEBOD VOOR TAR WE EN ROGGE. De buitengewoon goede graanoogst, dien de Deensche boeren dit jaar binnen hebben kun nen halen, en de moeilijkheden, die daarvan in tijd en als deze nu eenmaal het gevolg zijn, hebben de regeering er toe gebracht, de in- voering van een maal- en menggebod voor tarwe en rogge te overwegen. Het gebruik van meel en inheemsch graan in de Deen sche bakkerijen is vrij gering, van de totale verbruikte meelkwantiteit is ongeveer vyf- zesde deel van buitenlandschen oorsprong en dat wordt voor een deel een gevolg geacht van bepaalde voorkeur bij de groote meel- fabrieken. Op een bespreking tusschen den minister van landbouw en den landbouwraad bleek men het in groote trekken eens te zijn over een regeling, waardoor het verwerken van een bepaald percentage inheemsche tarwe en rogge in het bakkersmeel gegarandeerd wordt. Daarom zullen binnenkort voorstellen tot wiiziging in dien zin van de geldende graanregelingen aan den Rijksdag voorgelegd worden. DE EUROPEESCHE TOESTAND BLIJFT NOG STEEDS DREIGEND. IHet Duitsche nieuiwsbureau meldt uit Asoh: Konrad Henlein heeft Dinsdag met de dele- gatie der Sudetenduitsche onderhandelaars den stand van zaken bestudeerd. Daar inge- vol-ge de gebeurtemissen der laatste 48 uren en ingevolge de omstandigheid, dat aan de eischen welke de Sudetenduitsche partij Dinsdagavond heeft gesteld, niet is voldaan, de voorwaarden voor een voortzetting der onderhandelingen in den geest van de vroe- gere opdracht niet meer aanwezig zijn, heeft Konrad Heinlein de delegatie van haar op dracht ontheven. Daarbij heeft Henlein de afgevaardigden Kundt, Peters, Rosche, Sebe- kovsky en Schicketanz zijn dank betuigd voor hum opofferingsgezinde werkzaamheid. IHet politieke bestuur van de Sudetenduit sche partij heeft, naar het Duitsche nieuws- bureau uit Asch meldt, besloten, ter beveili- ging van de politieke en zakelijke werk- zaamheden, de bureaux te verplaatsen van Praag naar het Sudetenduitsche gebied, daar onder de tegemwoordige omstandigheden de verbinding tusschen Praag en de provincie niet gewaarborgd is. Naar Havas uit Praag meldt, heeft het hoofdkwartier van Henlein te Asch Woens dagochtend op een desbetreffende vraag ge- antwoord, dat het niet in staat wias zijn mee- ning te geven over de verschillende berichten uit de buitenlandsche pers over het afbre- ken der onderhandelingien en over de komst van Henlein te Praag. In kringen, welken den Sudetenduitschers mastaan, verklaart men, dat het gerucht, dat de Sudetenduitsche partij voortaan de acht punten van Karlsbad als onvoldoetnde ooncessies zou besdhouwen vanwege de re geering, niet met de werkelijkheid strookt. In het bijzonder, aldus zegt men, voorziet de grondwet niet in een plebisciet en dit zou dus niet door de Sudeten kunnen worden ge- eischt, daar zij legaal willen blijven. Tenslotte zijn deze kringen van meening, dat het communique, waarbij de Sudeten duitsche delegatie van haar taak wordt ont heven, gelijk staat met een afbreken der on derhandelingen, maar dat alle hoop op een hervatting der besprekingen niet verloren is, integendeel. Men beperkt zich er toe te kennen te ge ven, dat het nog niet mogelijk is te voorzien, wanneer en onder welke voorwaarden de be sprekingen kunnen worden hervat. Reuter meldt uit Praag: In Sudetenliand is het kalm, doch alle Sudetenduitsche bladen hebben hun publicatie gestaakt. Vele Sude tenduitschers zijn reeds naar Duitschland ge- vlucht. -Hioewel het Tsjechische leger nog niet ge- mobiliseerd is, zijn eenige reservisten opge- roepen voor speciale oefeningen. Het feit, dat Henlein de Sudetenduitsche onderhandelaars van him mandaten heeft ontheven, beteekent, naar men gelooft, dat Henlein zelf en alleen alle komende zaken wil behandelen. Wat het standrecht beteekent. Het standrecht kan in Tsjechoslowakije worden afgekondigd, wanneer andere wet- tige middelen tot onderdrukking van een oproer onvoldoende zijn. Aan de bevolking wordt in een dergelijk geval bevolen zich van samenscholingen en alle voorbereidingen tot oproer te onthouden. Er worden kleine standsgerechtshoven gevormd en deize kun nen zeer snel recht spreken. Daarbij kan het standsgerecbtshof drie beslissingen treffen: le vrijspraak, 2e doodvonnis (dat kan alleen bij eenstemmige uitspraak van schuld), 3e overlevering van den schuldige aan het nor- male gerechtshof. IngevaJ van doodstraf kan inplaats daar van gevangenisstraf van 20 jaar opgelegd worden, wanneer reeds in het betrokken ge bied door een doodvonnis een afschrikwek- kend voorbeeld gesteld is. De doodstraf moet binnen twee uren voltrokken worden. Op verzoek van den veroordeelde moet hem een derde uur tot voorbereiding op den dood verleend worden. Drejgend nieuw incident aan de grens. De coorespondent der N. R. Crt. te Praag telefoneerde: Ik ontving een bericht, dat ik voorloopig slechts onder voorbehoud geef, omdat het te Praag bijlzonder moeilijk is, exacte gegevens over den toestand in Sudeten-Duitschland te verkrijgen. Is deze geschiedenis echter juist, dan kan zij belangrijk worden voor de ont- wikkeling van den toestand aldaar en in geheel Europa. Te Sohwadenbach, een dorp in het uiterste Westen van Tsechosloiwakije, zouden zich Woensdag reeds aanhangers van Henlein venzameld hebben, tezamen met zooge- naamde ,,legionairs". Deze laatsten zijn Sudetenduitschers, die voor eenigen tijd naar Duitschland zijn geemigreerd. 120 agenten zouden den menschen verzocht hebben uiteen te gaan, evenwel zonder resultant. Men heeft niet geschoten. Thans zijn militairen, naar men mededeelde zelfs met tanks, in die plaats aangekomen. Er deden geruchten de ronde, dat men gesommeerd is voor 12 uur uiteen te gaan. Thans is het hieT reeds 1 uur en n'og steeds is geen nader nieuws bekend. Men spreekt de geruchten tegen, dat er plannen bestaan om op de verzamelde menigte te sohieten, evenwel verwacht men, dat bij volharden in de samenscholing traan- gas gebruikt zal worden. Naar men hder zegt, onderhandeld Henlein op het oogenblik met de delegatie der Sude tenduitsche partij, die tot nog toe de be sprekingen met de regeering te Praag heeft gevoerd. j EEN FEINKEN STAP OM TE KOMEN j OP DEN GOEDEN WEG. Na al de berichten omtrent den interna- tionalen toestand, die vrijwel hopeloozen toe stand in het leven riepen, omdat ze geen op- lossing brachten voor den critiek geworden toestand, is er nu een heugelijk bericht ge komen, heuglijk, omdat dit de voorlooper kan zijn van berichten, dat het oorlogsge- vaar van Europa is afgewend. Uit Londen kwam nJ. het bericht, dat de Engelschen hebben doorgetast en dat de premier Cham berlain als uibvloeisel van de besprekingen in den kabinetsraad aan Hitler een persoon- lijk onderhoud heeft gavraagd, teneinde zoo mogelijk te komen tot een oplossing van de bestaande kwesties en dat Hitler zich be reid had iverklaard den heer Chamberlain Donderdag te ontvangen. Blijkens de in den loop van den dag bin- nengekomen berichten, is Chamberlain Don- derdagmorgen per vliegtuig naar Duitsch land vertrokken. Een groot deel der wereld, werd door dit bericht aanstonds hoopvol ge- stemd. Vooral in Parij's werd het bericht met vreugde en opluchting ontvangen. In dozen stap, die in de Engelsche diplo- matieke geschiedenis zeker zonder voorbeeld is, en die blijk geeft van een voor niets terugdeinzend streven, in ieder geval den vrede in Europa te handhaven, ziet men hier een zeer gelukkig voorteeken, en men ver wacht, dat bet onderhoud te Berchtesgaden verheugende resultaten opleveren zal. -Het „Handelsblad schrijft naar aanleiding van het bericht: De Engelschen, die van den aanvang van het acuut geworden conflict tusschen Praag, de Sudetenduitschers en Berlijn, de taak van bemiddeling op zich hebben genomen, zoowel langs de gewone d-iplomatieke kanalen, als door het zenden van Lord Runciman-, gaan er thans toe over de uiterste consequentie van hun streven te trekken door de reis per vliegtuig van den 69-jarigen premier Neville Chamberlain naar Hitler in Berchtesgaden. Een daad, welke van een breede alure is, die den eerbied der gansche wereld, welke het goed meent met den vrede van Europa, moet afdwingen. De Britsche regeering moet den indruk gehad hebben, dat het gevaar voor geweld- dad-ige uitbarstingen, welke den vrede on- herroepelijk zouden hebben verstoord, van een zoo groote dreiging geworden was, dat alleen een daad van zoo groote en ingrij- pende beteekenis als deze intenventie van den chef der Britsche regeering bij het Duit sche staatshoofd, rechtstreeks en in persoon, een catastrophe zou kunnen afwenden. Alleen een eerlrjke en openharti-ge gedach- tenwisseling kan thans nog klaarheid bren- gen in de geelectriseerde atmospheer, waar- uit de bliksemstralen elk oogenblik kunnen neersohieten. Er is reden om aan te nemen, dat de Britsche opvattingen over de ver- strekkende gevolgen van een gewelddadige ontwikkeling in de Sudetenduitsche quaes- tie, tot dusver niet in haar voDe gewicht en beteekenis tot den Duitschen Fiihrer, om- ringd en wellicht geisoleerd door een haag van adviseurs, waren- doorgedrongen. In een gesprek van man tot man tusschen Cham berlain en Hitler zal geen plaats meer voor onduidelijkheden kunnen overblijven. En Hit ler zal daarna zijn houding moeten bepalen in de volledige wetenschap van de conse- quenties, welke hij op intemationaal gebied zou riskeeren, wanneer hij een oplossing door vriendscbappelijk overleg uiteindelijk zou aflwijizen. iWij moeten aiwachten wat Chamberlain den Duitschen Rijkskanselier zal zeggen. Heeft de Britsche premier een plan, dat als basis voor nieuw overl-eg kan dienen, of zal hij zich beperken tot een ondubbelzinnige uiteenzetting van de grenizen der Britsche afzijdigheid Wij zullen het weldra weten. Vast staat dat de Duitsche regeering een ontzaggelijke verantwoordelijkheid op zich zou laden, wanneer zij deze gelegenheid niet aangreep om de bruggen, welke tot dusver voor overleg en bevrediging van redelijke verlangens werden gestagen en weer afge- broken, opnieuw te helpen slaan, zij het dan ook wellicht in andere vormen. De bewoordingen, waarin Chamberlain zijn bezoek heeft ingeleid, wij-zen op een emstig verlangen om in een kritieken toestand ont- spanning te brengen. De wereld mag ver wachten, dat hij van Duitschen kant met eenzelfden goeden wil tegemoet zal worden getreden. UITVOERVERBOD VAN BELANGRIJKE GRONDSTOFFEN UIT FRANKRIJK. (Met het oog op den tegenwoordigen inter- nationalen toestand heeft de Fransche regee ring het besluit genomen den uitvoer van zekere producten, welke van belang zijn voor de landsverdediging, te v-erbieden. Het be- treft: ruwe wol en hu-iden, bewerkte huiden, zijde, lappen katoen, linnen, hennep, jute, sisal, ijlzer, blik, staal, enz. ITALIi: EN JAPAN STAAN AOHTER DUITSCHLAND. Zoowel Italie als Japan blijken, schrijft de N. R. Crt., zich achter Duitschland te scharen. Wat Italie betreft, schrijft de diplomatieke redacteur van het agentschap Stefani: -De tijd gaat snel en nieuwe omstandigheden rijpen. Na de verwerping van de eischen van Henlein door de Tsjechen en na de rede van Neurenberg is de faze van Karlsbad geschied- kundig overwonnen. De toestand van den Tsjecho-Slowaakschen staat lijkt steeds on- houdbaarder te worden. Wij bevinden ons thans in de faze van de zelfbeschikking. Het recht van de Sudetenduitschers, hun eigen mt te bepalen, kan vooral niet betwist worden van den kant van de Westersche democratieen. Het is het recht. van een volk en een natie. De Sudetenduitschers, de Hongaren, de Slo- waken, de Polen, de Roethenen en de andere nationali'teiten, welke aan Praag zijn onder- worpen, zijn geen kleine te veronachtzamen minderheden. Het zijn millioenen menschen, die in den staat de meerderheid vormen. De Tsjechen, die er heerschen, vinden zelfs geen rechtvaardiging in de getalsverhouding. Zij zijn een minderheid. Na twintig jaar was de toestand van het „nieuwe Oostenrijk" gerijpt tot een beslissen- de crisis, en formuleerde Henlein de Sudeten duitsche eischen. Inderdaad hadden de be- faamde acht punten van Karlsbad aanvaard kunnen worden. Zij beantwoorden aan het oude programma van een indeeling in kantons, welke door Benesj beloofd was. Men was nog bijtijds om een nieuw bestaan te beproeven, en het is merkwaardig, dat het geneesmiddel, dat Praag had dienen aan te nemen, aange- boden werd door de Sudetenduitschers. Waarom heeft Benesj dit laatste redmiddel niet aangegrepen? De historische werkelijk heid berust niet altijd op rechtvaardigheid, helderheid en juist inzicht. De geschiedenis is eveneens saamgevlochten uit vergissingen. De Informazione Diplomatics, het officieuze orgaan, zegt, dat er twee alternatieven zijn, afscheiding van de Sudetenduitschers van den staat, waarvan zij zijn vervreemd, of de veel ernstiger en verwarder crisis, welke nood- zakelijk op oorOlg zou uitloopen. Die tweede oplossing is de bolsjewistische oplossing, de eerste is die van orde en vrede. Naar de algemeene overtuiging zou Tsjecho- Slowakije het eerste slachtoffer zrjn van den oorlog, daar het niet gemakkelijk zou zijn te bijten in de 17.000 verSterkingen, welke Duitschland in het Westen versperren. Vroeger bestond alleen de Maginot-linie. Thans is er ook de Siegfried-linie. Wij verkeeren in het tijdperk van ommuurde naties en een aan- val op die muren van cement en staal kan de opoffering ibeteekenen van millioenen jonge mannen. Voor welke idealen? Voor de ver- dediging van de onhoudbare hegemonie van een Tsjechische minderheid? De houding van Japan. De woordvoerder van het ministerie van buitenlandsche -zaken te Tokio heeft het voi- gende verklaard: Evenals altijd is Japan bereid zijn krach- ten te vereenigen met Duitschland en Italie om, overeenkomstig den geest van het anti- kominternpact, de roode manoeuvres te be- strijden. De verantwoordelijkheid voor de huidige verwikkeling van het Sudetenduit sche vraagstuk berust in hoofdzaak bij de komintern. De verklaring was vervat in een stuk, dat de woordvoerder voorlas en dat luidde: ,,In I zijn rede van Dinsdag te Neurenberg heeft Hitler hdt fundamenteele beginsel van de i buitenlandsche politiek van Duitschland in het licht gesteld. Deze rede, die uitdrukking gaf aan een oprecht gevoel van vurige vader- I landsliefde, maakte in Europa den indruk van een donderslag. De FUhrer eischt voor het Sudetenduitsche vraagstuk een oplossing vol- gens het recht, waarvoor Japan niet anders dan sympathie en bewondering koestert. j ,,Op het oogenblik van de stichting van den TsjechonSlowaakschen staat verzochten de Sudetenduitschers, dat hun nationale status zou worden beslist op grondslag van het be- ginsel van het zelfbeschikkingsrecht, doch hun wensch werd opgeoffend aan een lap- 1 middel en aan het verdrag van St. Germain, die den huidigen status vastlegden en aldus het zaad strooiden van de huidige verwikke- Ungen en het rasbeginsel. De Komintern trok profijt van dezen toe- stand Haar treft -de verantwoordelijkheid voor de huidige verwikkelingen, want zij trekt achter de schermen van de Tsjecho-Slowaak sche regeering aan de touwtjes. j ,,In een wanhopige poging om Europa te verbolsjewieken heeft de Komintern al het mogelijke gedaan om zich te verzetten tegen een vreedzame regeling van het Tsjecho- Slowaaksche rasvraagstuk. Wij Japanners hebben groote ervaring van de ondermijnende werkzaamheid van de Komintern in onze hui dige affaire met China. Daar de positie van Tsjecho-Slowakije, als basis voor -de kuipe- rijen van de Komintern ter verbolsjewieking van Europa, precies dezelfde is als die van China in het Verre Oosten, zien wij heel goed, hoe de Komintern in Europa werkt". Hierop volgt dan de reeds weergegeven ver klaring, welke besluit met de woorden: „Ten overstaan van de huidige crisis in Europa ho pen wij, dat de groote mogendheden als Frankrijk en Engeland zich goed van de zaken op de hoogte zullen stellen en daamaar zullen handelen". Toen de buitenlandsche joumalisten vroegen naar de beteekenis van deze verklaring, welke geschiedde uit naam van den minister van buitenlandsche zaken, bepaade de woord voerder er zich toe te zeggen, dat men er niet uit mag lezen, dat Japan meer verplichtingen op zich zou nemen dan reeds in het anti- Kominternp-act zijn vervat. Op de vraag om nader aan te geven, of dit nu beteekende, dat Japan zich verbindt den oorlog te verklaren, in geval Rusland Duitschland zou aanvallen, antwoordde de woordvoerder, dat het geen duidelijk uitgedrukte verpliehting van de zijde van Japan inhield. Hij eindi-gde met nog eens de hoop uit te drukken, dat Frankrijk en Engeland rgkening zullen houden met het standpunt van Tokio. In welingelichte kringen te Tokio is men volgens Havas van oordeel, dat Japan zich buiten het Tsjecho-Slowaaksche vraagstuk houdt, voorzoover dit een geschil bijft tus schen Duitschland en de Westersche mogend heden, maar dat het van plan zou zijn tusschenbeide te komen, als het conflict Duitschland tegenover Rusland zou plaatsen. Naar hun meening heeft de Japansche regee ring, door een verklaring op te stellen in dergelijke verhulde termen, ten eerste een „noodzakelijk gebaar" willen maken voor Duitschland en Italie, en ten tweede te zelfder tijd zich -zijn vrijheid hebben willen voorbehouden om t.z.t. te beslissen, op welke wijze het eventueel tusschenbeide zou komen. DE TIMES GEEFT AAN AFSOHETDING DE VOORKEUR BOVEN EEN VOLKSSTEMMING. De Times schrijft in een hoofdartikel: De gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije hebben zich ontwikkeld met een snelheid, welke ob- jectieve waamemers doen twijfelen aan de spontaniteit ervan. De incidenten bewijzen allerminst, dat er een tirannieke verdrukking in Tsjecho-iSlowakije bestaat, want de meeste waren het gevolg van de vrijheid van de Duitsche bevolking om zich in massa te ver- zamelen en niet-Duitschers te onthalen op kinderachtige provocatie. Het antwoord van de Tsjechische regeering was een aantal maatregelen voor het handhaven van de orde, waarop Henlein repliceerde met een „ulti- matum", waarin hij de veantwoordelijkheid voor gevolgen van de hand wijst wat dat ook moge blijken te beteekenen. Hij moet weten, dat toegeven aan zijn eisch aftreden van de regeering zou beteekenen. Hjj voegt er zelf geen beroep op zijn volgelingen aan toe om de discipline te bewaren. De be- doelingen van de Sudeten-Duitschers zijn nog altijd niet duidelijk, en het wordt tijd, dat Duitschland eens verklaart hoe eraan tege moet gekomen kan worden. Een belangrijk element in de rede van Hitler was, dat zij -de deur open liet voor onderhandelingen. Het zou verkeerd zijn van tevoren alle onderhan delingen over zelfbeschikking reeds uit te Sluiten, zoolang de weg daartoe niet door gewel-d wordt afgebroken. Wat wil Henlein thans? Wil de Duitsche minderheid de leading van den heelen staat nemen Er is nog altijd gelegenhei-d voor de Sudetenduitschers hun eischen te stellen en erover te onderhandelen. Dat behoort de volgende stap te zijn. Er is geen andere mogelijkheid van -denzelfden aard. Henlein heeft nog niet met zooveel woorden een plebisciet geeischt, hoe zou dat ook gehouden moeten worden en wie zou in de kritieke weken de orde moeten bewaren? Als de Sudetenduitschers zich zouden willen afschei- den en de Tsjechen dat zouden toestaan, zou het werk van een grenscommissie te prefe- reeren zijn boven de tendentieuze mathema- tiek van een plebisciet. Er behoort geen reden voor twist tusschen Engeland en Duitschland te bestaian, zoo eindigt de Times, en daarom is het beslist noodzakelij-k op tijd aandacht te schenken aan een kritieken staat van zaken (predica ment) dat hen tegen hun wil tot vijandelijk- heden zou brengen. Het Duitsche belang in Midden-Europa is duidelijk, en het is niet de politiek van Engeland om een natuurlijk proces tegen te werken. De verantwoordelijk heid voor den vrede kan echter niet alleen op andere schouders worden gelegd, daar, waar de belangen van de Duitschers het grootst zijn. DE BRITSCHE BLADEN WEKKEN OP TOT VERMIJDING VAN EEN OORLOG. Alle Engelsche bladen wijzen op den toe- nemenden emst van den toestand. Elkeen, ook de regeering, zegt de Daily Telegraph (cons.), bljjft hopen op een vreed zame regeling, maar de beslissing lig-t in han- den van anderen. Slechts een haarbreedte zijn wij verwijderd van een zoodanige Duitsche invasie, welke een Europeeschen oorlog beteekent, en dan een oorlog, waarbij Engeland terstond be trokken wordt, schrijft de Daily Herald (arb. partij). De beschikbare tijd is wanhopig kort, maar zoolang er gelegenheid is, hoe gering ook, moet zij worden aangegrepen. De vrede kan nog bewaard blijven, aldus de News Chronicle (lib.), indien de Britsche regeering resoluut optreedt, in de nauwste samenwerking met Tsjecho-Slowakjje zelf en met Frankrijk en Rusland. Er valt geen moment te verliezen. De Daily Mail (Rothermere) meent, dat aan elk verzoek om een volksstemming of aan elk ander plan, dat de minderheden in -staat stelt over hun eigen toekomst te beslissen, de grootste aandacht moet worden geschonken. Het oordeel van de Times vin-dt men af- zonderlijk weergegeven. De diplomatieke medewerker van de Man chester Guardian ziet den toestand zeer som ber in. Door zijn rede te Neurenberg heeft Hitler de ontwikkeling van de crisis verhaast. Het lijkt thans onmogelijk, dat de Fiihrer zou terugkomen o.p de voorstellen van -de Tsjecho- Slowaaksche regeering als grondslag voor een regeling. Welke mogelijkheid blijft er dan nog over? Een volksstemming, maar een volks stemming beteekent het einde van den Tsje- cho-iSlowaakschen staat. De Sudetenduitsche partij zal ongetwtjfeld, als haar ultimatum is verworpen, een beroep doen op Hitler en hem vragen tusschenbeide te komen ten bate van de verdrukte broeders in Tsjecho-Slowakije, zooals men hem nog maar kort geleden verzocht heeft tusschen beide te komen ten bate van de verdrukte broeders in Oostenrijk.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 2