ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Een dreigende en heftige rede van Hitler
te Neurenberg.
No. 9811
WOENSDAG 14 SEPTEMBER 1938
78e Jaargang
Binnenland
EERSTE BLAD
HET NIEUWE GEBOUW VAN DEN
HOOGEN RAAD.
DE DEFENSIEVERRODEN TEN AANZIEN
VAN S. D. A. P. EN N. V. V.
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 12,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij voorultlbetaling.
Ultgeefster: Firma V. J. VAN DE SANDE
OIBO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regele 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE Al>VERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgtaar is. Inzending van advertentien liefst fe£n dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSOHIJNT IEDEKEN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VBIJDAGAVOND.
DE KONINGIN DANKT DE HOOFDSTAD.
De burgemeester van Amsterdam beeft van
Hare Majesteit de Koningin onlderstaand
telegram ontvangen:
„Brj het einde van de viering ter herden-
kirig van mijn 40-jarige regeering, wensch
Ik u, mijnbeer de iburgeimeester, te verzoeken,
mijn diepgevoelde erkentelijkheid en dank te
betuigen aan de bevolking van Amsterdam
voor de ontvangst, zoo vol geestdrift en uit
het hart komend, dat zij Mij heeft bereid. Wil
dien dank ook ovetbrengen aan de huldigings-
commissie en aan alien, die onder hare bezie-
lende leidinig en in voortreffelijke samenwer-
king zich zooveel moeite hebben getroost en
er zoo bijzonder in geslaagd zijn, om deze
week van mijn verblijf te maken tot een
aaneenschakeling van luisterrijke plechtig-
heden en feesten, die, in de sctooone omlijisting
van de versiering en verlichting der hoofdstad
tot een niet te vergeten schouiwspel geworden
zijn, en Mij het treffend bewijs zijn geweest
van de liefde eri eensgezinde aanhankelijkheid
van Amsterdam voor Mij en mijn Huis.
WILHESLMINA".
Het nieuwe gebouw van den Hoogen Raad
zal op 30 dezer in een plecbtige zitting van
den Hoogen Raad in gebruik worden genomen.
OPGEHEVEN.
De bladen van de (s.d.) ArbeidAspers
melden, dat bij besohikking van den Voor
zitter van den Ministerraad van 10 dezer een
nieuwe lijst van zoogenaamde verboden ver-
eenitgimgen voor amibtenaren is vastgesteld.
Deze lijst versdhilt op dit punt van de
vorige, dat de bepalingen ten aanzien van
6.D.A.P. en N.V.V. voor defensie zijn ge-
schrapt.
Hiermede zijn dus de defensieverboden
voor ipartij, vakbeweging en nevenorgani-
eaties opgeheven.
PATER J. DITO O.P. VOORZITTER VAN
DEN K.R.O.
In de vergaderimg van het hoofdbestuur
van de K.R.O., Maandagavond te Hilver-
gum gehouden, is met algemeene stemmen
tot voorzitter gekoizen, zulks ter voorziening
in de vacature, ontstaan door het overlrjden
van pastoor L. H. Perquin o.p. z.g., pater
lector J. Dito o.p.
De nieuwe voorzitter werd 9 October 1904
te Santpoort geboren, stu'deerde aan het
Sint Dominicus-college te Nijmegen, deed
daarop zijn intrede in de Dominicaner-orde,
werd geprofest in 1923 en ontving in 1929
de wij'ding tot het H. priesterschap.
In 1930 noodige pastoor Perquin hem uit
zijn assistent te worden bij den K. R. O. In
die kwaliteit was" hij practised! werkizaam
aan de afdeeling programma en propaganda,
in de leiding waarvan bij al spoedig een voor-
naam en werkzaam aandeel had.
NEDERLAND EN BELGIE.
Een Vlaamsche persstem.
Naar aanleiding van het feit, dat koning
Leopold Zondag j.l. den plechtigen dankdienst
in de Ned. Herv. Kerk te Brussel, ter gelegen-
heid van het regeeringsjubileum van Koningin
Wilhelmina bijfwoonlde, vestigt de Antwerp-
sche onpartijdige courant De Dag, de aandacht
op wat zij noemt: ,,Een beteekenis vol ge-
baar van den Belgisdhen vorst".
„Zonder de politieke beteekenis van dit
feit te willen overdrijven, aldus 't Antwerp-
sdhe iblad, meenen wij toch, dat het de bedoe-
ling van den Belgischen vorst was, zoodoende,
niet alleen aan de Nederlaadsche Koningin
en het Huis van Oranje, maar tevens aan het
geheele koninkrijk der Nederlanden een bij
zonder blijk van sympathie te geven. Komende
in de onrustige tijden welke wij thans beleven,
verkrijgt 't Koninklijk gebaar van zelf een
beteekenis, welke verder gaat dan die van
een hoffelijke formaliteit gewisseld tusschen
twee ibevriende vorstenhuizen. We zouden ons
al beel erg moeten vergissen indien wij
daarin niet het bewijs mochten vinden van
een opredhte solidariteit welke geen vastleg-
ging in oorkonden of traktaten behoeft om
twee landen die dezelfde intemationale be-
langen hebben en op dezelfde wijze aan bun
vrijheid en zelfstandigheid zijn gebeoht nau-
wer dan ooit met elkaar te veribinden. Zoo
toch zal menig deelnemer aan den plechtigen
dankdienst van Zondagochtend de aanwezig-
heid van Koning Leopold hebben begrepen".
NEDERLAND
EN DE INTERNATIONALE SITUATIE.
De parlementairen redacteur van De Tele>
graaf te 's-Gravenhage schrijft:
De Nederlandsche regeering, welke evenals
de militaire autoriteiter. den international en
toestand van dag tot dag nauwlettend gade-
slaat en zich ernstig rekensohap geeft van de
magelijke beteekenis van iedere wijziging,
heeft zioh in ide jongste bijeenkomsten van
den ministerraad nader omtrent de situatie.
welke zidh ook voor ons land zou kunnen ont-
wijekeien, beraden.
De regeering heeft, naar wij vememen, op
grond van de huidige intemationale constella
te, nog geen enkele bijzonderen maatregei
overwogen. Zij meent, dat de gewone grens-
bewakingsmaatregelen, zij het dat b.v. ten
aanzien van de ibewegingsvrijheid een bijzon-
dere regeling is ingevoerd, op dit oogenblik
afdoende geacht mogen worden. Er bestaat
dan ook geen enkele aanleiding voor loopende
geruchten als zou een mobilisatie althans,
bijzondere militaire maatregelen van eenigen
omvang, in het voomemen liggen.
De huidige intemationale situatie moge
ernstig zijn, de regeering acht haar eeker
voor- ons land niet dermate dreigend, dat er
thans aanleiding zou bestaan voor het treffen
van verdergaande militaire maatregelen dan
die, welke tot dusver zijn genomen. De grens-
bewaking is sedert eenige weken in voile
werking, zoo naar het Oosten als naar het
puiden en het Westen, en deze voorzieningen
worden op het oogenblik voldoende geacht.
Wanneer er onverhoopt, wat in bevoegde
jkringen hier te lande niet wordt verwacht,
een gewapend conflict zou uitibreken, dan is
het duidelijk, welke de houding van Nederland
zal zijn. Onze regeering heeft voor en na
uitdrukkelijk te kennen gegeven, dat zij on-
verziwakt wenscht vast te houden aan onze
politiek van volkomen zelfstandigheid en vol-
strekte neutraliteit. Dit stand'punt is bij alle
mogendhedten bekend en wordt door alle re-
geeringen volkomen begrepen.
Ook het feit, dat de Minister van Buiten
ianidsche Zaken zich Zaterdagavond, na den
's morgens gehouden bijzonderen ministerraad
naar Geneve heeft begeven, mag wel als een
aanwijzing worden beschouiwd, dat de Neder
landsche regeering den intemationalen toe
stand niet zoodanig ziet, da.t hiemit voor
Nederland eenig oogenblikkelijk .gevaar zou
kunnen voortkomen.
Zelden zal men zich met meer spanning
aan het radio-toedtel gezet hebben dan
Maandagavond om te luisteren naar de rede
die Hitler ter sluiting van het Neurenberg-
sche congres zou uitspreken. Al was die
spanning gedurende de laatste 24 uur iets
verminderd door het opkomende wenmoeden,
dat de Fiihrer missehien wel weinig meer
zou laten hooren dan een dreigenden toon,
toch is de onzekerheid tot het laats'te oogen
blik blijven (bestaan, ook doordat in Neuren
berg de pers en vele oflficieele personen niets
te weten konden kiomen in welken zin be-
slist zou zijn. Zooals men gedurende het
afgeloopen weekeinde dan vermoed had, is
het inderdaad gegaan, want Hitler heeft wel
een rede gehouden, die een ibuitengewoon:
dreigend karakter droeg, maar -met positieve
voornemens, voorstellen of plannen is hij
niet gekomen.
De oratie Ibegon met een tange inleiding
over de opkomst en de beteekenis van het
nationaal-socialisme, welke voor den buiten-
landschen toehoorder en in het bijzonder
voor hem, die niet voor het eerst van een
nationaal-sociali^tische redevoering kennis
nam niet zooveel belangwekkends bood.
To en de Fiihrer echter op het punt towam,
waar hij een vergelijking maakte tusschen
het vijandige front, die de party vroeger in
het binnenland otaringde en het front der
democratieen, die zich thans in de wereld-
politiek tegen Duitschland keerden, voelde
men, dat het zwaartepunt der rede naderde.
Na een fellen aanval op de democratieen,
in thema, zdji het ook niet in variatie, uit het
verleden wel bekend, voerde 'Hitler Tsjecho-
slowtakijie als zulk een democratic aan. Aan
zijn democra'tische organisatie ontleende het
het rectit een staatsinrichting te maken, die
geen rekenin-g hield met de volksrechten en
deze te onderdrukken. Dit was eohter niet
alleen een willekeurig duidelijik voorbeeld
van de handelwijze der democratieen, maar
dit sins Duitschland in hoogste mate aan.
De verdrukking van 3y2 millioen Duitschers
in dat land was een onverdragebjke toestand.
Op deze en de meeste volgende passages
volgde bijna voortdurend een langdurig ge-
juiSi, dikwijls verlengd tot een soms emde-
loos Sieg Heil-geroep.
IDat men in Sudeten-Duitschland, zoo ging
de Leider voort, niet het lied mocht zingen,
dat men wilde, dat men niet mocht groeten
en niet gekle-ed mocht gaan op de wijze die
men verkoos, alleen omdat zulks den
Tsjechen niet belief de, dat alles kon Duitsch
land niet onverschillig blijven. Wanneer
de arme verdruikte Sudeten-Duitschers zelf
geen recht len hulp konden vinden, dan zullen
zij beiden van ons krijgen (langdurig ge-
juich). Reeds den 22sten Februari had Hit
ler in zijn toenmalige rijksdagrede ver-
klaard, dat deze toestand niet kon voort-
duren. Met nadruk verklaarde hij, dat er
hier geen sprake was van phrasen.
Duitschland had zich in het verleden
bereid getoond om zich opofferin-gen te ge-
troosten ivoor den Europeeschen ivrede. Het
duidelijikste voorbeeld daarvan was wel de
wijze waarop Duitschland, om een eind te
maken aan een eeuwigen sltrijd met Frank-
rijk, een streep gehaald had door de kwestie
van Elzas-Lotharingen. Hetzelfde gold
voor de overeenkomst met Pol-en. De situatie
in Tsjechoslowaikije echter is een Duitsch
belang, dat Duitschland ORder alle omstan-
digheden zal verdedigen. De regeering te
Praag had gemeend, op den uitslag der ge-
meenteraads-verkiezingen inivioed uit te
oefenen door methodes van vreesaanjaging
In de beschu-ldiging, dat Duitschland troe-
pen aan de Tsjechische grens verzameld had
om aanstonds Tsjechoslowakije ibinnen te
rukken, had zij een deel van de reserve ge-
mobiliseerd met geen ander doel, dan om de
verkiezing te influeneeeren. Tot tweemaal
toe had de Duitsche regeering kategorisch
verklaard, dat van deze Duitsche troepen-
concentraties geen woord waar was en, ook
deze gelegenheid wilde Hitler te baat nemen
om hetzelfde nogmaals te verklaren. Derge-
lijke leugens waren overigens niet nieuw.
Zoo was ook gezegd, dat (Duitschland voor
de Tsjechische kloekheid en de Engelsche
vastberadenheid teruggeweken zou zijn. (Dit
zou men geen tweede onaal van een groote
mogendheid kunnen zeggen. (Eindeloos ge-
juich.) Als nationaal-socialist zou Hitler
terugslaan als hij aangevallen werd.
Tengevolge van deze getoeurtenissen had
de Duitsche regeering de noodige maat
regelen genomen tot versterking van de
weermacht, uitbreiding van de vestingwer-
ken en een nieuwe opdracht gegeven voor
den wegenbouw. Alles zou voor den winter
klaar zijn, maar reeds thans mocht het
Duitsche volk zich beschermd voelen als in
een vesting van staal en foeton. Duitschland
kon niet in eindelooze rust toezien bij wat
zich in Tsjechoslowakije afspeelde. Met de
tactiek van Benesj kon het niet blij'ven
voortgaan, niet om' mooie woorden ging het
thans, maar om recht en wel om geschonden
recht. Van de Tsjechen werden -geen ge-
schenken, maar recht gevraagd. Hitler
wilde niet dat in Europa een tweede Pales-
tina ontstond. De Arabieren zijn missehien
weerloos en verlaten, aldus Hitler, maar dat
zijn de Sudeten-Duitschers niet.
De Fiihrer ging daama over tot een be-
spreking van de innige en onverbreekbare
betrekkingen met Italie. De rede duurde
ongeveer anderhalf uur.
Praag: „De deur voor onderhande-
lingen niet gesloten".
Reuter meldt uit Praag:
Men is hier van oordeel, dat er, ofschoon
de toestand, zooals deze na Hitlers rede is,
hoogst ernstig geacht moet worden, toch nog
ruimte is voor een weinig hoop. De deur is
niet gesloten voor de mogelijkheden van
onderhandeling. Hitler heeft geen volks-
stemming verlangd, doch practisch, aldus
meent men, heeft hij de Sudeten-Duitschers
uitgenoodigd er een te eischen.
De correspondent der N. R. Crt. te Praag
telefoneerde Maandagavond laat:
Het zou dwaas ziim te zeggen, dat men
te Praag ingenomen is met de rede van
(Hitler, maar de eerste indruk is toch: het
had erger kunnen zijn. Wij behoeven hier
niet duidelijk te maken, dat het voor de
Tsjechoslowaken niet aangenaam was deze
rede te hooren, maar toen Hitler de eerste
passage over het Tsjechoslowaaksche probleem
uitsprak, heibben velen aan een ernstiger
einde van de rede geloofd en alleen daarom
is het te verklaren dat er thans eenige ont-
spanning heerscht, ontspanning, omdat er
voorloopig niets veranderd is. Dat er daar-
na verontwaardiging te Ibespeuren was, valt
licht te begrijtpen bij zulk een nationaal voe-
lende bevolking. Maar van ernstige inci-
denten vernamen wij totdusver niets.
In regeeringskringen was men nog laat in
den middag bevreesd, dat Hitler een plebis-
ciet zou verlangen. Men heeft toen beraad-
slaagd over uitzonderlijke politiemaatrege-
len in het Sudeten-Duitsche gebied, om daar
de orde te handhaven wanneer Hitler's
woorden de gemoederen daar al te zeer in
beweging zouden brengen.
"s Avonds na de rede, achtte men het
wiaarschijnlijk, dat niet tot deize maatregelen
zou worden overgeg-aan. -De onderhande-
lingen met de Sudeten-Duitschers zullen
voortgezet worden.
Daar een groot deel van de bevolking niet
voldoende Duitsch verstaat, om de rede door
de radio te Ibegrijipen, kon men aanvankelijk
de reactie bij het eenvoudige volk niet waar-
nemen. Men wachtte in groepjes voor de
bureaux der couranten op de eerste berich-
ten. Toen de stapels couranten naar buiten
gedragen werden werd de oploop op den
boulevard, waar wij toekeken, grooter. Men
bleef op straat staan lezen, ernstig, maar
niet op-gewonden. Er was vrij- veel politie
te zien, maar zij maande de menschen zelfs
niet tot doorloopen. Ook discussies werden
toegelaten. Daar de hefstigste politieke
tegenstanders zich niet vertoonden, kon dat
ook zonder gevaar.
iMen was het over het algemeen tamelijk
eens.
De bladen giajven nog geen comimentaar,
doch de rede werd vrijwel geheel afgedrukt.
Na de rede heeft president Benesj den minis
terraad bij zich ontvangen. Men verwacht te,
dat de vergadering tot in den nacht zou
voortduren.
Een officieel commentaar is op de rede
voering nog niet gegeven.
3. De verspreiding der Duitschers over
Tsjechoslowakije zou het onmogeljjk maken
de gebieden af te grenzen, waarbinnen een
dergelijb plebisciet zou moeten worden ge
houden. Er is geen demarcatielijn tusschen
Sudetenland en de Tsjechische gebieden.
De moeilijkheid de Duitsche gebieden af
te grenzen wordt eveneens opgegeven als
reden, waarom afstand van Sudeten-Duitsch
gebied onmogelijk is zonder dat aarazienlrjke
Tsjechische of Duitsche minderheden blijven
bestaan.
Masaryk zou voorts nog eens verzekerd
hebben, dat de jongste Tsjechoslowaaksche
coneessies het uiterste point vormen, waartoe
de regeering te Praag bereid is te gaan. Zij
is onder pressie reeds verder gegaan, dan
vroeger kon worden verwacht.
De indruk te Washington.
Renter meldt uit Washington:
De bijtende en agressieve toon van Hitlers
redevoering heeft te Washington in zekere
mate geruststelling gewekt. De menschen
gelooven hier, dat de werikelijke mate van
bedreiging in de rede omgekeerd evenredig
was met den krachtigen toon van de stem
van den Fiihrer.
„De woorden waren onjustbarend, doch
de daden zijn uitgesteld", aldus kan zoo on
geveer de meening te Washington worden
weergeven. Men ziet echter wel in, dat
Europa slechts respijt heeft gekregen na de
ongerustheid der paar laatste weken.
HITLER'S REDE VERWEKT GROOTEN
ONRUST.
De Tsjechoslowaaksche regeering heeft
den staat van beleg voor vijf districten
afgekondigd.
De Tsjechoslowaaksche regeering heeft
om twaalf uur den uifczonderingstoestand af-
gekondigd in de districten Eger, Ellbogen,
Presnitz, Kadan en Neudeck.
De correspondent der N. R. Crt. telefo
neerde gisterochtend:
Maandagavond besloOt de regeering geen
buitengewone veiligheidsmaatregelen te tref
fen. Dinsdagmorgen zijn er echter berichten
uit het Sudeten-Duitsche gebied Ibinnenge-
komen, waardoor men zulke maatregelen
wel in overweging moest nemen. Er zijn
eenige incidenten voorgevallen, waarbij tiwee
dooden te betreuren zijn. Naar wij vernamen
een Tsjech en een Duitseher. Andere be
richten spreken van drie dooden.
lEmstiger dan als feit zijn deze incidenten
ongetwijfeld als symptoon. Wlanneer blijkt,
dat de incidenten voortduren en niet slechts
als directe reactie op Hitler's rede te verkla
ren zijn, kian een ongeregelde toestand in
het Sudeten-Duitsche gebied Duitschland
aanleiding geven om in te grijpen. Daarom
is het volkomen verklaarbaar, dat de regee
ring desnoods krasse maatregelen zal nemen
om volkomen rust te doen weerkeeren. De
wet tot de staatsverdediging geeft de regee
ring allerlei mogelijkheden tot extra verzeke-
ring van de veiligheid.
Men wil ook niet ingrijtpen, wanneer het
niet volstrekt noodzakelijk is, want extra-
maatregelen zullen op de Sudeten-Duitsche
bevolking toch een omaangenamen indruk
maken. Het dilemma is daarom zeer moei-
ijjk.
Volgens Havas sbond de reactie in het
Sudetenland op Hitler's rede gelijk met een
oproep tot opstand. Drie dooden en tal van
gewonden vormen de balans van de inciden
ten, welke zich als op een teeken vermenig-
vuldigen.
De incidenten zelf zijn van karakter ver
anderd. Voor het eerst zijn vuurwapens ge-
bruikt en zijn aanvallen gericht op spoor-
wegstations, politiebureaux en postkantoren.
Tengevolge van een dergelijken aanval
werd de directeur van het postkantoor te
Trinksaifen bij Joachims thai op de Saksisch-
Boheemsche grens gedood.
Volgens deze lezin-g van Havas hebben bij
een botsing te Krasne Bresno (Schoen-prie-
sen) de Duitschers het eerst geschoten
zonder iemand te treffen en hebben de
Tsjechen dit vuur Ibeanbwoord met het
ibovengeschetste noodlottige gevolg.
-Naar aanleiding van deze incidenten is de
ministerraad gisterenmorgen bijeengekomen.
Hij zou, volgens Havas, de maatregelen
nemen, welke de emst en de aard van deze
incidenten vereischen. Bovendien zal minister-
president Hodlzja de Sudeten-Duitsche afge-
vaardigden Kundt en Rosche ontvangen om
over de zaak te spreken. De regeering zou
geen maatregelen willen nemen van buiten-
gewonen aard dan in overleg met de verant-
woordelijke leiders der Sudeten-Duitschers.
Praag verklaart een plebisciet voor
onaanvaardbaar.
Masaryk, de Tsjechoslowaaksche gezant
te Londen, heeft Maandag een bezoek ge-
brach-t aan het Foreign Office. Na zich met
Vansittart te hebben onderhouden, heeft
hij verder Corbin, den Franschen ambassa-
deur en Kagan, den Russischen zaakgelas-
tigde, een bezoek gebrackt.
Naar Reuter meldt, was het bezoek van
Masaryk ingegeven door den wensch, op dit
critieke oogenblik de positie van de Tsjecho-
slowtaaksche regeering duidelijk te doen
kennen.
In somrnige krin-gen werd aan Hitler het
voornemen toegeschreven, een plebisciet
voor te stellen, ter oplossing van het Sudeten-
Duitsche probleem. Masaryk zou drie rede-
nen gegeven hebben, waarom dit onaan
vaardbaar is voor de Tsjechoslowaaksche
regeering.
1. De Tsjechoslowaaksche constitutie
voorziet niet in een plebisciet.
i2. De regeering, welke een dergelijke
maatregei zou uitvoeren, zou ongetwijfel-d
moeten aftreden als gevolg van de oppositie
van de geheele natie.
De Duitsche lezing.
De correspondent van het Duitsche
Nieuwsbureau te Praag tracht de zaken heel
wat minder ernstig voor te stellen. Naar
hij meldt, heeft de rede van Hitler in tal van
plaatsen in het Sudetenland aanleiding ge
geven tot levendige betoogingen van instem-
ming. Mten zong daarlbij- het DeutscMand-
lied en eischte in spreekkoren een volksstem-
ming. Te S-aatz hebben 8000 menschen be-
toogd, die na een toespraak van senator
Bock rustig weer uiteengingen. Te Karls
bad waren meer dan 25.000 menschen bijeen
gekomen, die een volstrekt gedisciplineerde
betoogin-g hielden.
Te Eger kwamen 8000 Sudeten-Duitschers
bijeen voor het gebouw van de spaarbank,
waar majoor SuttonjPratt, een lid van de
missie-Runciman, logeert. De menigte bleef
roepen, totdat Sutton-Pratt op bet balkon
verscheen, waarop ziji hem levendige ovaties
bracht. De Engelsman hield daarop een toe-
spraakje, waarin hij volgens het Duitsche
Nieuwsbureau gezeg"d zou hebben: ,,Ik heb
met groote belangstelling de gebeurtenissen
in het Sudeten-Duitsche gebied gadegesla-
gen. Ik ben ervan overtuigd geiworden, dat
de Sudeten-Duitschers hun recht moeten
krijgen'.
Helaas zijn er ook weer incidenten voor
gevallen. Te Aussig hield de bevolking een
betooging op den Ringplatz, waarin zij met
spreekkoren verkondigde tot het groote
Duitsche volk te behooren en het recht op
zelfbeschikking eischte. Volgens het Duit
sche Nieuiwsbureu geschiedde deze betoo
ging, waaraan 25.000 menschen deelnamen,
in volkomen tucht en orde, evenals het weg-
trekken van de menigte daarna. Bij den
terugkeer in het naburige Schonpriesen ech
ter, werd de groep menschen uit die plaats
plotseling beschoten, waarbij een lid van de
FjS. (de vrijwillige politie van Henlein) Hell-
muth Lang geheeten, doodelijk gewond werd.
Ook een toescbouwer, Rudolf Vacha, die uit
zijn raam keek, werd getroffen en is dood-
gebloed. Volgens het Duitsche Nieuws
bureau hebben tal van getuigen verklaard,
dat de schoten afkomstig waren uit een
troep Tsjechen, die dreigend op de Sudeten-
Duitschers waren afgekomen. De dader is
nog niet gearresteerd.
Ook uit Budweis in Bohemen meldt het
Duitsche Nieuwsbureau een vechtpartij tus
schen jonge Sudeten-Duitsche turners en
I Tsjechen, die de Sudeten-Duitschers zouden
hebben aangevallen.
Voorts meldt het Duitsche nieuwsbureau
uit Eger, dat bet aldaar tot een schietpartij
is gekomen, waanbij een man gedood en drie
kinderen ernstig werden gewond. Bijzonder-
heden zijn nog niet bekend.
HITLER'S RHDE.
Het behoort, schrijft de N. R. Crt.. tot de
tragiek van Duitschland, dat de Duitschers
zich altijd bedreigd voelen. Hij, die zich in een
dergelijke positie waant, geeft steeds weer
anderen daarvan de schiuld en hetzelfde drog-
beeld, waaruit de gedachte der bedreiging is
ontstaan, geeft dan weer uiting aan alle
mogelijke uitiatingen over eigen kracht en
vastberadenheid om land en goed te verdedi
gen. Dat dergelijke uitlatingen anderen
vreemd en soms onaangenaam aandoen, is
een denkbeeld, waarop nog geen nat.-soc. is
gekomen. Het wijlzen op eigen kracht is voor
hem een levensbehoefte, iets wat hem een
gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen
geeft. Hij voelt de innerlijke behoefte op ieder
woord, dat tegen of over hem gezegd wordt,
te antwoorden. En hoe kan dat antwoord
anders zijn dan een wijzen op kracht, dat
door alien als een dreiging gevoeld wordt.
W|ant dat wordt in Duitschland steeds ver
geten, dat dergelijke krachtdemonstraties
ook door anderen wel eens als intimidaties
besobouwd zouden kunnen worden. Al voelt
de Duitseher zelf niet steeds, dat hij dreigt;
ook indien de leiders van het Duitsche rijk
iets naar verhouding vriendelijks willen zeg
gen en een zeer eonciliante houding willen
aannemen, brengen zdj dat, en dit wordt den
laatsten tijd steeds erger, op een scherpe,
dikwijls op een onaangename manier tot
uiting.
Zoo is het ook Maandag gegaan in Hitlers
slotrede voor den partijdag te Neurenberg.
Fel heeft hij zijn tegenstanders aangevallen.
Overal bespeurde men weer het onaangename
onrecht, maar ten slotte is zijn rede wat de
politieke situatie van Europa betreft, naar
den inhoud nog vrij gematdgd uitgevallen.
Deze gematigdheid moge wat paradoxaal
klinken bij den fellen toon, welke gebruikt
werd, ziji springt echter in het oog indien men
bedenkt, wat Hitler niet en wat hij wel ge-
eischt heeft. Zoo eischte hij het zelfbestem-
mingsrecht en het lijdt geen twijfel, dat hij
daaraan zal vasthouden. Maar wat daarvan
de inhoud moet zijn, liet hij in het midden
en daarmee liet (Hitler de deur open voor een
vriendschappelijke regeling van de Sudeten-
duitsohe kwestie. Klaarblijkelijk voldoet de
inwilliging van de betreffende acht Karls-
bader punten reeds aan Hitler's denkbeeld
van zelfsbestemming. Immers nadrukkelijk
heeft hij gezegd, dat de Tsjechische regeering
met de vertegenwoordigers van de Sudeten-
duitschers op een of andere .wijze tot overeen-
stemming moet komen. Daar gebiedsafstand
door de Tsjechen nooit aanvaard zal worden,
daar zij bovendien v66r Hitler's rede hebben
verklaard, dat een plebisciet evenzeer voor
hen omaannemelijk is, volgt hier dus uit, dat
Hitler de bevrediging van de wenschen der
Sudetenduitschers binnen bet kader van den
Tsjechischen staat uitvoerbaar acht. Daar-
over kan onderhundeld worden en eerst als
dit mislukt, zou een nieuwe toestand intre-
den. Dit wil dus zeggen, dat voor de eerst-
komende dagen geen oorlogsgevaar is te
vreezen. Dit zou slechts dan kunnen ontstaan
indien ergens een zeer groote onhandigheid
werd begaan.
(Bij dit optimisme voor de eerste dagen,
paart zich echter pessimisme voor de ver-
dere toekomst. Hitler heeft geen twijfel open-
gelaten. Zou Praag niet met de Sudeten
duitschers tot overeenstemiming komen, dan
zullen de Duitschers zelf aan hun volksge-
nooten het recht verschaffen. Nadrukkelijk
heeft Hitler verklaard, dat het hier niet om
een phrase gaat. Trouwens van den ernst van
dit soort verklaringen is men na Schusch-
nigg's ervaringen wel overtuigd. Daarom is
Hitler's bereidwilligheid tot verder onder-
handelen tegelijke -' id een ultimatum, dat,
indien niet gegev-j-tv^ irdt hetgeen gevraagd
is, de Duitschers her "komen halen. Weliswaar
is het ultimatum niet van een nauwkeurigen
datum' voorzien, maar al is geen afgebaken-
de termijn gesteld, men kan toch aannemen,
dat Hitler het einde van dit jaar als uiterste
limiet heeft gesteld. Dat men nochtans ge-
rechtigd is van onderhandelingen te spreken
in plaats van een inwilliging van eischen, ge
lijk bij een soort ultimatum gelbruikelijk is,
is slechts te danken aan de omstandigheid,