ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Een dreigende en heftige rede van Hitler te Neurenberg. No. 9811 WOENSDAG 14 SEPTEMBER 1938 78e Jaargang Binnenland EERSTE BLAD HET NIEUWE GEBOUW VAN DEN HOOGEN RAAD. DE DEFENSIEVERRODEN TEN AANZIEN VAN S. D. A. P. EN N. V. V. ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 12,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij voorultlbetaling. Ultgeefster: Firma V. J. VAN DE SANDE OIBO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regele 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE Al>VERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgtaar is. Inzending van advertentien liefst fe£n dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSOHIJNT IEDEKEN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VBIJDAGAVOND. DE KONINGIN DANKT DE HOOFDSTAD. De burgemeester van Amsterdam beeft van Hare Majesteit de Koningin onlderstaand telegram ontvangen: „Brj het einde van de viering ter herden- kirig van mijn 40-jarige regeering, wensch Ik u, mijnbeer de iburgeimeester, te verzoeken, mijn diepgevoelde erkentelijkheid en dank te betuigen aan de bevolking van Amsterdam voor de ontvangst, zoo vol geestdrift en uit het hart komend, dat zij Mij heeft bereid. Wil dien dank ook ovetbrengen aan de huldigings- commissie en aan alien, die onder hare bezie- lende leidinig en in voortreffelijke samenwer- king zich zooveel moeite hebben getroost en er zoo bijzonder in geslaagd zijn, om deze week van mijn verblijf te maken tot een aaneenschakeling van luisterrijke plechtig- heden en feesten, die, in de sctooone omlijisting van de versiering en verlichting der hoofdstad tot een niet te vergeten schouiwspel geworden zijn, en Mij het treffend bewijs zijn geweest van de liefde eri eensgezinde aanhankelijkheid van Amsterdam voor Mij en mijn Huis. WILHESLMINA". Het nieuwe gebouw van den Hoogen Raad zal op 30 dezer in een plecbtige zitting van den Hoogen Raad in gebruik worden genomen. OPGEHEVEN. De bladen van de (s.d.) ArbeidAspers melden, dat bij besohikking van den Voor zitter van den Ministerraad van 10 dezer een nieuwe lijst van zoogenaamde verboden ver- eenitgimgen voor amibtenaren is vastgesteld. Deze lijst versdhilt op dit punt van de vorige, dat de bepalingen ten aanzien van 6.D.A.P. en N.V.V. voor defensie zijn ge- schrapt. Hiermede zijn dus de defensieverboden voor ipartij, vakbeweging en nevenorgani- eaties opgeheven. PATER J. DITO O.P. VOORZITTER VAN DEN K.R.O. In de vergaderimg van het hoofdbestuur van de K.R.O., Maandagavond te Hilver- gum gehouden, is met algemeene stemmen tot voorzitter gekoizen, zulks ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlrjden van pastoor L. H. Perquin o.p. z.g., pater lector J. Dito o.p. De nieuwe voorzitter werd 9 October 1904 te Santpoort geboren, stu'deerde aan het Sint Dominicus-college te Nijmegen, deed daarop zijn intrede in de Dominicaner-orde, werd geprofest in 1923 en ontving in 1929 de wij'ding tot het H. priesterschap. In 1930 noodige pastoor Perquin hem uit zijn assistent te worden bij den K. R. O. In die kwaliteit was" hij practised! werkizaam aan de afdeeling programma en propaganda, in de leiding waarvan bij al spoedig een voor- naam en werkzaam aandeel had. NEDERLAND EN BELGIE. Een Vlaamsche persstem. Naar aanleiding van het feit, dat koning Leopold Zondag j.l. den plechtigen dankdienst in de Ned. Herv. Kerk te Brussel, ter gelegen- heid van het regeeringsjubileum van Koningin Wilhelmina bijfwoonlde, vestigt de Antwerp- sche onpartijdige courant De Dag, de aandacht op wat zij noemt: ,,Een beteekenis vol ge- baar van den Belgisdhen vorst". „Zonder de politieke beteekenis van dit feit te willen overdrijven, aldus 't Antwerp- sdhe iblad, meenen wij toch, dat het de bedoe- ling van den Belgischen vorst was, zoodoende, niet alleen aan de Nederlaadsche Koningin en het Huis van Oranje, maar tevens aan het geheele koninkrijk der Nederlanden een bij zonder blijk van sympathie te geven. Komende in de onrustige tijden welke wij thans beleven, verkrijgt 't Koninklijk gebaar van zelf een beteekenis, welke verder gaat dan die van een hoffelijke formaliteit gewisseld tusschen twee ibevriende vorstenhuizen. We zouden ons al beel erg moeten vergissen indien wij daarin niet het bewijs mochten vinden van een opredhte solidariteit welke geen vastleg- ging in oorkonden of traktaten behoeft om twee landen die dezelfde intemationale be- langen hebben en op dezelfde wijze aan bun vrijheid en zelfstandigheid zijn gebeoht nau- wer dan ooit met elkaar te veribinden. Zoo toch zal menig deelnemer aan den plechtigen dankdienst van Zondagochtend de aanwezig- heid van Koning Leopold hebben begrepen". NEDERLAND EN DE INTERNATIONALE SITUATIE. De parlementairen redacteur van De Tele> graaf te 's-Gravenhage schrijft: De Nederlandsche regeering, welke evenals de militaire autoriteiter. den international en toestand van dag tot dag nauwlettend gade- slaat en zich ernstig rekensohap geeft van de magelijke beteekenis van iedere wijziging, heeft zioh in ide jongste bijeenkomsten van den ministerraad nader omtrent de situatie. welke zidh ook voor ons land zou kunnen ont- wijekeien, beraden. De regeering heeft, naar wij vememen, op grond van de huidige intemationale constella te, nog geen enkele bijzonderen maatregei overwogen. Zij meent, dat de gewone grens- bewakingsmaatregelen, zij het dat b.v. ten aanzien van de ibewegingsvrijheid een bijzon- dere regeling is ingevoerd, op dit oogenblik afdoende geacht mogen worden. Er bestaat dan ook geen enkele aanleiding voor loopende geruchten als zou een mobilisatie althans, bijzondere militaire maatregelen van eenigen omvang, in het voomemen liggen. De huidige intemationale situatie moge ernstig zijn, de regeering acht haar eeker voor- ons land niet dermate dreigend, dat er thans aanleiding zou bestaan voor het treffen van verdergaande militaire maatregelen dan die, welke tot dusver zijn genomen. De grens- bewaking is sedert eenige weken in voile werking, zoo naar het Oosten als naar het puiden en het Westen, en deze voorzieningen worden op het oogenblik voldoende geacht. Wanneer er onverhoopt, wat in bevoegde jkringen hier te lande niet wordt verwacht, een gewapend conflict zou uitibreken, dan is het duidelijk, welke de houding van Nederland zal zijn. Onze regeering heeft voor en na uitdrukkelijk te kennen gegeven, dat zij on- verziwakt wenscht vast te houden aan onze politiek van volkomen zelfstandigheid en vol- strekte neutraliteit. Dit stand'punt is bij alle mogendhedten bekend en wordt door alle re- geeringen volkomen begrepen. Ook het feit, dat de Minister van Buiten ianidsche Zaken zich Zaterdagavond, na den 's morgens gehouden bijzonderen ministerraad naar Geneve heeft begeven, mag wel als een aanwijzing worden beschouiwd, dat de Neder landsche regeering den intemationalen toe stand niet zoodanig ziet, da.t hiemit voor Nederland eenig oogenblikkelijk .gevaar zou kunnen voortkomen. Zelden zal men zich met meer spanning aan het radio-toedtel gezet hebben dan Maandagavond om te luisteren naar de rede die Hitler ter sluiting van het Neurenberg- sche congres zou uitspreken. Al was die spanning gedurende de laatste 24 uur iets verminderd door het opkomende wenmoeden, dat de Fiihrer missehien wel weinig meer zou laten hooren dan een dreigenden toon, toch is de onzekerheid tot het laats'te oogen blik blijven (bestaan, ook doordat in Neuren berg de pers en vele oflficieele personen niets te weten konden kiomen in welken zin be- slist zou zijn. Zooals men gedurende het afgeloopen weekeinde dan vermoed had, is het inderdaad gegaan, want Hitler heeft wel een rede gehouden, die een ibuitengewoon: dreigend karakter droeg, maar -met positieve voornemens, voorstellen of plannen is hij niet gekomen. De oratie Ibegon met een tange inleiding over de opkomst en de beteekenis van het nationaal-socialisme, welke voor den buiten- landschen toehoorder en in het bijzonder voor hem, die niet voor het eerst van een nationaal-sociali^tische redevoering kennis nam niet zooveel belangwekkends bood. To en de Fiihrer echter op het punt towam, waar hij een vergelijking maakte tusschen het vijandige front, die de party vroeger in het binnenland otaringde en het front der democratieen, die zich thans in de wereld- politiek tegen Duitschland keerden, voelde men, dat het zwaartepunt der rede naderde. Na een fellen aanval op de democratieen, in thema, zdji het ook niet in variatie, uit het verleden wel bekend, voerde 'Hitler Tsjecho- slowtakijie als zulk een democratic aan. Aan zijn democra'tische organisatie ontleende het het rectit een staatsinrichting te maken, die geen rekenin-g hield met de volksrechten en deze te onderdrukken. Dit was eohter niet alleen een willekeurig duidelijik voorbeeld van de handelwijze der democratieen, maar dit sins Duitschland in hoogste mate aan. De verdrukking van 3y2 millioen Duitschers in dat land was een onverdragebjke toestand. Op deze en de meeste volgende passages volgde bijna voortdurend een langdurig ge- juiSi, dikwijls verlengd tot een soms emde- loos Sieg Heil-geroep. IDat men in Sudeten-Duitschland, zoo ging de Leider voort, niet het lied mocht zingen, dat men wilde, dat men niet mocht groeten en niet gekle-ed mocht gaan op de wijze die men verkoos, alleen omdat zulks den Tsjechen niet belief de, dat alles kon Duitsch land niet onverschillig blijven. Wanneer de arme verdruikte Sudeten-Duitschers zelf geen recht len hulp konden vinden, dan zullen zij beiden van ons krijgen (langdurig ge- juich). Reeds den 22sten Februari had Hit ler in zijn toenmalige rijksdagrede ver- klaard, dat deze toestand niet kon voort- duren. Met nadruk verklaarde hij, dat er hier geen sprake was van phrasen. Duitschland had zich in het verleden bereid getoond om zich opofferin-gen te ge- troosten ivoor den Europeeschen ivrede. Het duidelijikste voorbeeld daarvan was wel de wijze waarop Duitschland, om een eind te maken aan een eeuwigen sltrijd met Frank- rijk, een streep gehaald had door de kwestie van Elzas-Lotharingen. Hetzelfde gold voor de overeenkomst met Pol-en. De situatie in Tsjechoslowaikije echter is een Duitsch belang, dat Duitschland ORder alle omstan- digheden zal verdedigen. De regeering te Praag had gemeend, op den uitslag der ge- meenteraads-verkiezingen inivioed uit te oefenen door methodes van vreesaanjaging In de beschu-ldiging, dat Duitschland troe- pen aan de Tsjechische grens verzameld had om aanstonds Tsjechoslowakije ibinnen te rukken, had zij een deel van de reserve ge- mobiliseerd met geen ander doel, dan om de verkiezing te influeneeeren. Tot tweemaal toe had de Duitsche regeering kategorisch verklaard, dat van deze Duitsche troepen- concentraties geen woord waar was en, ook deze gelegenheid wilde Hitler te baat nemen om hetzelfde nogmaals te verklaren. Derge- lijke leugens waren overigens niet nieuw. Zoo was ook gezegd, dat (Duitschland voor de Tsjechische kloekheid en de Engelsche vastberadenheid teruggeweken zou zijn. (Dit zou men geen tweede onaal van een groote mogendheid kunnen zeggen. (Eindeloos ge- juich.) Als nationaal-socialist zou Hitler terugslaan als hij aangevallen werd. Tengevolge van deze getoeurtenissen had de Duitsche regeering de noodige maat regelen genomen tot versterking van de weermacht, uitbreiding van de vestingwer- ken en een nieuwe opdracht gegeven voor den wegenbouw. Alles zou voor den winter klaar zijn, maar reeds thans mocht het Duitsche volk zich beschermd voelen als in een vesting van staal en foeton. Duitschland kon niet in eindelooze rust toezien bij wat zich in Tsjechoslowakije afspeelde. Met de tactiek van Benesj kon het niet blij'ven voortgaan, niet om' mooie woorden ging het thans, maar om recht en wel om geschonden recht. Van de Tsjechen werden -geen ge- schenken, maar recht gevraagd. Hitler wilde niet dat in Europa een tweede Pales- tina ontstond. De Arabieren zijn missehien weerloos en verlaten, aldus Hitler, maar dat zijn de Sudeten-Duitschers niet. De Fiihrer ging daama over tot een be- spreking van de innige en onverbreekbare betrekkingen met Italie. De rede duurde ongeveer anderhalf uur. Praag: „De deur voor onderhande- lingen niet gesloten". Reuter meldt uit Praag: Men is hier van oordeel, dat er, ofschoon de toestand, zooals deze na Hitlers rede is, hoogst ernstig geacht moet worden, toch nog ruimte is voor een weinig hoop. De deur is niet gesloten voor de mogelijkheden van onderhandeling. Hitler heeft geen volks- stemming verlangd, doch practisch, aldus meent men, heeft hij de Sudeten-Duitschers uitgenoodigd er een te eischen. De correspondent der N. R. Crt. te Praag telefoneerde Maandagavond laat: Het zou dwaas ziim te zeggen, dat men te Praag ingenomen is met de rede van (Hitler, maar de eerste indruk is toch: het had erger kunnen zijn. Wij behoeven hier niet duidelijk te maken, dat het voor de Tsjechoslowaken niet aangenaam was deze rede te hooren, maar toen Hitler de eerste passage over het Tsjechoslowaaksche probleem uitsprak, heibben velen aan een ernstiger einde van de rede geloofd en alleen daarom is het te verklaren dat er thans eenige ont- spanning heerscht, ontspanning, omdat er voorloopig niets veranderd is. Dat er daar- na verontwaardiging te Ibespeuren was, valt licht te begrijtpen bij zulk een nationaal voe- lende bevolking. Maar van ernstige inci- denten vernamen wij totdusver niets. In regeeringskringen was men nog laat in den middag bevreesd, dat Hitler een plebis- ciet zou verlangen. Men heeft toen beraad- slaagd over uitzonderlijke politiemaatrege- len in het Sudeten-Duitsche gebied, om daar de orde te handhaven wanneer Hitler's woorden de gemoederen daar al te zeer in beweging zouden brengen. "s Avonds na de rede, achtte men het wiaarschijnlijk, dat niet tot deize maatregelen zou worden overgeg-aan. -De onderhande- lingen met de Sudeten-Duitschers zullen voortgezet worden. Daar een groot deel van de bevolking niet voldoende Duitsch verstaat, om de rede door de radio te Ibegrijipen, kon men aanvankelijk de reactie bij het eenvoudige volk niet waar- nemen. Men wachtte in groepjes voor de bureaux der couranten op de eerste berich- ten. Toen de stapels couranten naar buiten gedragen werden werd de oploop op den boulevard, waar wij toekeken, grooter. Men bleef op straat staan lezen, ernstig, maar niet op-gewonden. Er was vrij- veel politie te zien, maar zij maande de menschen zelfs niet tot doorloopen. Ook discussies werden toegelaten. Daar de hefstigste politieke tegenstanders zich niet vertoonden, kon dat ook zonder gevaar. iMen was het over het algemeen tamelijk eens. De bladen giajven nog geen comimentaar, doch de rede werd vrijwel geheel afgedrukt. Na de rede heeft president Benesj den minis terraad bij zich ontvangen. Men verwacht te, dat de vergadering tot in den nacht zou voortduren. Een officieel commentaar is op de rede voering nog niet gegeven. 3. De verspreiding der Duitschers over Tsjechoslowakije zou het onmogeljjk maken de gebieden af te grenzen, waarbinnen een dergelijb plebisciet zou moeten worden ge houden. Er is geen demarcatielijn tusschen Sudetenland en de Tsjechische gebieden. De moeilijkheid de Duitsche gebieden af te grenzen wordt eveneens opgegeven als reden, waarom afstand van Sudeten-Duitsch gebied onmogelijk is zonder dat aarazienlrjke Tsjechische of Duitsche minderheden blijven bestaan. Masaryk zou voorts nog eens verzekerd hebben, dat de jongste Tsjechoslowaaksche coneessies het uiterste point vormen, waartoe de regeering te Praag bereid is te gaan. Zij is onder pressie reeds verder gegaan, dan vroeger kon worden verwacht. De indruk te Washington. Renter meldt uit Washington: De bijtende en agressieve toon van Hitlers redevoering heeft te Washington in zekere mate geruststelling gewekt. De menschen gelooven hier, dat de werikelijke mate van bedreiging in de rede omgekeerd evenredig was met den krachtigen toon van de stem van den Fiihrer. „De woorden waren onjustbarend, doch de daden zijn uitgesteld", aldus kan zoo on geveer de meening te Washington worden weergeven. Men ziet echter wel in, dat Europa slechts respijt heeft gekregen na de ongerustheid der paar laatste weken. HITLER'S REDE VERWEKT GROOTEN ONRUST. De Tsjechoslowaaksche regeering heeft den staat van beleg voor vijf districten afgekondigd. De Tsjechoslowaaksche regeering heeft om twaalf uur den uifczonderingstoestand af- gekondigd in de districten Eger, Ellbogen, Presnitz, Kadan en Neudeck. De correspondent der N. R. Crt. telefo neerde gisterochtend: Maandagavond besloOt de regeering geen buitengewone veiligheidsmaatregelen te tref fen. Dinsdagmorgen zijn er echter berichten uit het Sudeten-Duitsche gebied Ibinnenge- komen, waardoor men zulke maatregelen wel in overweging moest nemen. Er zijn eenige incidenten voorgevallen, waarbij tiwee dooden te betreuren zijn. Naar wij vernamen een Tsjech en een Duitseher. Andere be richten spreken van drie dooden. lEmstiger dan als feit zijn deze incidenten ongetwijfeld als symptoon. Wlanneer blijkt, dat de incidenten voortduren en niet slechts als directe reactie op Hitler's rede te verkla ren zijn, kian een ongeregelde toestand in het Sudeten-Duitsche gebied Duitschland aanleiding geven om in te grijpen. Daarom is het volkomen verklaarbaar, dat de regee ring desnoods krasse maatregelen zal nemen om volkomen rust te doen weerkeeren. De wet tot de staatsverdediging geeft de regee ring allerlei mogelijkheden tot extra verzeke- ring van de veiligheid. Men wil ook niet ingrijtpen, wanneer het niet volstrekt noodzakelijk is, want extra- maatregelen zullen op de Sudeten-Duitsche bevolking toch een omaangenamen indruk maken. Het dilemma is daarom zeer moei- ijjk. Volgens Havas sbond de reactie in het Sudetenland op Hitler's rede gelijk met een oproep tot opstand. Drie dooden en tal van gewonden vormen de balans van de inciden ten, welke zich als op een teeken vermenig- vuldigen. De incidenten zelf zijn van karakter ver anderd. Voor het eerst zijn vuurwapens ge- bruikt en zijn aanvallen gericht op spoor- wegstations, politiebureaux en postkantoren. Tengevolge van een dergelijken aanval werd de directeur van het postkantoor te Trinksaifen bij Joachims thai op de Saksisch- Boheemsche grens gedood. Volgens deze lezin-g van Havas hebben bij een botsing te Krasne Bresno (Schoen-prie- sen) de Duitschers het eerst geschoten zonder iemand te treffen en hebben de Tsjechen dit vuur Ibeanbwoord met het ibovengeschetste noodlottige gevolg. -Naar aanleiding van deze incidenten is de ministerraad gisterenmorgen bijeengekomen. Hij zou, volgens Havas, de maatregelen nemen, welke de emst en de aard van deze incidenten vereischen. Bovendien zal minister- president Hodlzja de Sudeten-Duitsche afge- vaardigden Kundt en Rosche ontvangen om over de zaak te spreken. De regeering zou geen maatregelen willen nemen van buiten- gewonen aard dan in overleg met de verant- woordelijke leiders der Sudeten-Duitschers. Praag verklaart een plebisciet voor onaanvaardbaar. Masaryk, de Tsjechoslowaaksche gezant te Londen, heeft Maandag een bezoek ge- brach-t aan het Foreign Office. Na zich met Vansittart te hebben onderhouden, heeft hij verder Corbin, den Franschen ambassa- deur en Kagan, den Russischen zaakgelas- tigde, een bezoek gebrackt. Naar Reuter meldt, was het bezoek van Masaryk ingegeven door den wensch, op dit critieke oogenblik de positie van de Tsjecho- slowtaaksche regeering duidelijk te doen kennen. In somrnige krin-gen werd aan Hitler het voornemen toegeschreven, een plebisciet voor te stellen, ter oplossing van het Sudeten- Duitsche probleem. Masaryk zou drie rede- nen gegeven hebben, waarom dit onaan vaardbaar is voor de Tsjechoslowaaksche regeering. 1. De Tsjechoslowaaksche constitutie voorziet niet in een plebisciet. i2. De regeering, welke een dergelijke maatregei zou uitvoeren, zou ongetwijfel-d moeten aftreden als gevolg van de oppositie van de geheele natie. De Duitsche lezing. De correspondent van het Duitsche Nieuwsbureau te Praag tracht de zaken heel wat minder ernstig voor te stellen. Naar hij meldt, heeft de rede van Hitler in tal van plaatsen in het Sudetenland aanleiding ge geven tot levendige betoogingen van instem- ming. Mten zong daarlbij- het DeutscMand- lied en eischte in spreekkoren een volksstem- ming. Te S-aatz hebben 8000 menschen be- toogd, die na een toespraak van senator Bock rustig weer uiteengingen. Te Karls bad waren meer dan 25.000 menschen bijeen gekomen, die een volstrekt gedisciplineerde betoogin-g hielden. Te Eger kwamen 8000 Sudeten-Duitschers bijeen voor het gebouw van de spaarbank, waar majoor SuttonjPratt, een lid van de missie-Runciman, logeert. De menigte bleef roepen, totdat Sutton-Pratt op bet balkon verscheen, waarop ziji hem levendige ovaties bracht. De Engelsman hield daarop een toe- spraakje, waarin hij volgens het Duitsche Nieuwsbureau gezeg"d zou hebben: ,,Ik heb met groote belangstelling de gebeurtenissen in het Sudeten-Duitsche gebied gadegesla- gen. Ik ben ervan overtuigd geiworden, dat de Sudeten-Duitschers hun recht moeten krijgen'. Helaas zijn er ook weer incidenten voor gevallen. Te Aussig hield de bevolking een betooging op den Ringplatz, waarin zij met spreekkoren verkondigde tot het groote Duitsche volk te behooren en het recht op zelfbeschikking eischte. Volgens het Duit sche Nieuiwsbureu geschiedde deze betoo ging, waaraan 25.000 menschen deelnamen, in volkomen tucht en orde, evenals het weg- trekken van de menigte daarna. Bij den terugkeer in het naburige Schonpriesen ech ter, werd de groep menschen uit die plaats plotseling beschoten, waarbij een lid van de FjS. (de vrijwillige politie van Henlein) Hell- muth Lang geheeten, doodelijk gewond werd. Ook een toescbouwer, Rudolf Vacha, die uit zijn raam keek, werd getroffen en is dood- gebloed. Volgens het Duitsche Nieuws bureau hebben tal van getuigen verklaard, dat de schoten afkomstig waren uit een troep Tsjechen, die dreigend op de Sudeten- Duitschers waren afgekomen. De dader is nog niet gearresteerd. Ook uit Budweis in Bohemen meldt het Duitsche Nieuwsbureau een vechtpartij tus schen jonge Sudeten-Duitsche turners en I Tsjechen, die de Sudeten-Duitschers zouden hebben aangevallen. Voorts meldt het Duitsche nieuwsbureau uit Eger, dat bet aldaar tot een schietpartij is gekomen, waanbij een man gedood en drie kinderen ernstig werden gewond. Bijzonder- heden zijn nog niet bekend. HITLER'S RHDE. Het behoort, schrijft de N. R. Crt.. tot de tragiek van Duitschland, dat de Duitschers zich altijd bedreigd voelen. Hij, die zich in een dergelijke positie waant, geeft steeds weer anderen daarvan de schiuld en hetzelfde drog- beeld, waaruit de gedachte der bedreiging is ontstaan, geeft dan weer uiting aan alle mogelijke uitiatingen over eigen kracht en vastberadenheid om land en goed te verdedi gen. Dat dergelijke uitlatingen anderen vreemd en soms onaangenaam aandoen, is een denkbeeld, waarop nog geen nat.-soc. is gekomen. Het wijlzen op eigen kracht is voor hem een levensbehoefte, iets wat hem een gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen geeft. Hij voelt de innerlijke behoefte op ieder woord, dat tegen of over hem gezegd wordt, te antwoorden. En hoe kan dat antwoord anders zijn dan een wijzen op kracht, dat door alien als een dreiging gevoeld wordt. W|ant dat wordt in Duitschland steeds ver geten, dat dergelijke krachtdemonstraties ook door anderen wel eens als intimidaties besobouwd zouden kunnen worden. Al voelt de Duitseher zelf niet steeds, dat hij dreigt; ook indien de leiders van het Duitsche rijk iets naar verhouding vriendelijks willen zeg gen en een zeer eonciliante houding willen aannemen, brengen zdj dat, en dit wordt den laatsten tijd steeds erger, op een scherpe, dikwijls op een onaangename manier tot uiting. Zoo is het ook Maandag gegaan in Hitlers slotrede voor den partijdag te Neurenberg. Fel heeft hij zijn tegenstanders aangevallen. Overal bespeurde men weer het onaangename onrecht, maar ten slotte is zijn rede wat de politieke situatie van Europa betreft, naar den inhoud nog vrij gematdgd uitgevallen. Deze gematigdheid moge wat paradoxaal klinken bij den fellen toon, welke gebruikt werd, ziji springt echter in het oog indien men bedenkt, wat Hitler niet en wat hij wel ge- eischt heeft. Zoo eischte hij het zelfbestem- mingsrecht en het lijdt geen twijfel, dat hij daaraan zal vasthouden. Maar wat daarvan de inhoud moet zijn, liet hij in het midden en daarmee liet (Hitler de deur open voor een vriendschappelijke regeling van de Sudeten- duitsohe kwestie. Klaarblijkelijk voldoet de inwilliging van de betreffende acht Karls- bader punten reeds aan Hitler's denkbeeld van zelfsbestemming. Immers nadrukkelijk heeft hij gezegd, dat de Tsjechische regeering met de vertegenwoordigers van de Sudeten- duitschers op een of andere .wijze tot overeen- stemming moet komen. Daar gebiedsafstand door de Tsjechen nooit aanvaard zal worden, daar zij bovendien v66r Hitler's rede hebben verklaard, dat een plebisciet evenzeer voor hen omaannemelijk is, volgt hier dus uit, dat Hitler de bevrediging van de wenschen der Sudetenduitschers binnen bet kader van den Tsjechischen staat uitvoerbaar acht. Daar- over kan onderhundeld worden en eerst als dit mislukt, zou een nieuwe toestand intre- den. Dit wil dus zeggen, dat voor de eerst- komende dagen geen oorlogsgevaar is te vreezen. Dit zou slechts dan kunnen ontstaan indien ergens een zeer groote onhandigheid werd begaan. (Bij dit optimisme voor de eerste dagen, paart zich echter pessimisme voor de ver- dere toekomst. Hitler heeft geen twijfel open- gelaten. Zou Praag niet met de Sudeten duitschers tot overeenstemiming komen, dan zullen de Duitschers zelf aan hun volksge- nooten het recht verschaffen. Nadrukkelijk heeft Hitler verklaard, dat het hier niet om een phrase gaat. Trouwens van den ernst van dit soort verklaringen is men na Schusch- nigg's ervaringen wel overtuigd. Daarom is Hitler's bereidwilligheid tot verder onder- handelen tegelijke -' id een ultimatum, dat, indien niet gegev-j-tv^ irdt hetgeen gevraagd is, de Duitschers her "komen halen. Weliswaar is het ultimatum niet van een nauwkeurigen datum' voorzien, maar al is geen afgebaken- de termijn gesteld, men kan toch aannemen, dat Hitler het einde van dit jaar als uiterste limiet heeft gesteld. Dat men nochtans ge- rechtigd is van onderhandelingen te spreken in plaats van een inwilliging van eischen, ge lijk bij een soort ultimatum gelbruikelijk is, is slechts te danken aan de omstandigheid,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 1