DE FEESTEN TE HOEK. Feuilleton-vertellingen BRABANTSCHE BRIEVEN. Het 40-jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin is door de Hoeksche bevolking met groote geestdrift gevierd. Aile straten zonder uitzondering waren vroolijk versierd, waaronder vele zeer mooie poorten en bogen. Dinsdagmorgen om 8 uur werd de dag in- gezet met klokgelui waama door de radio- centrale een vroolijk gramofoonplatenconcert werd gegeven. Om 8.30 uur marcheerden de afgevaardig- den der jeugdvereenigingen met de muziek vocrop naar het gemeentehuis om de ge- meentevlag in ontvangst te nemen van den Edelachtb. heer Burgemeester, die hen daarbij als volgt toesprak: Jongelui! Hierbij heb ik het genoegen juilie het vaan- del toe te vertrouwen van de gemeente Hoek om dat naar Amsterdam te voeren, waar van wage de Koningin er een Oranjewimpel aan zal worden bevestigd. Daardoor zal het zijn waarde krijgen, wondt het een Koninklijke standaard, die ten eeuwigen dage zal toonen, dat de gemeente van Hoek zich schadrt onder de kleuren van Oranje. Dat beteekent, dat het geen andere Overbeid wenscht dan Oranje of die van Oranje is uitgegaan. De tegen- woordige tijden zijn dreigen'd. Wat de toe komst brengen zal, we weten het niet, maar laten we de belofte afleggen, dat wat er ook gebeure, we trouw zullen blijven aan dat vaan- del. Laten we er om denken, dat Nederland meermalen in de benauwdheid is geraakt, maar dat het dan steeds Oranje was, die met Gods hulp oris redding bracht. Laten we dat nooit vergeten. Hiermede reik ik juilie de vlag over. Namens de jeugdvereenigingen dankte hier- op de heer J. Louwerse de burgemeester voor het schitterende vaandel, dat aan him zorgen was toevertrouwd en dat ze nu naar Amster dam gingen voeren en hoopte, dat ze er nog lang plezier van mochten hebben. Onder de toejuichingen van het publiek nam daarop de deputatie der jeugdvereenigingen, bestaande uit de heeren J. Louwerse en H. Meeusen en mej. H. Kaijser die in Axelsch costuum waren gekleed, plaats in den auto die hen naar de boot zou brengen voor de reis naar de hoofd- stad te aanvaarden om aan het defile voor H. M. de Koningin te kunnen deelnemen. Om 9.30 uur werd van het balcon van het gemeentehuis door den voorzitter van de Oranjevereeniging, den heer J. D. Haak de volgende openingsrede uitgesproken: Ingezetenen van Hoek, In een zeer vlug tempo volgen de blijde ge- beurtenissen elkander op in ons geliefd Oranje huis. Tien eerste het huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard van Lippe Biesterfeld op 7 Januari 1937, daarna de ge- lukkige geboorte van het Prinsekind op 31 Januari 1938, en nu herdenken wij feestelijk het 40-jarig regeeringsjubileum van H. M. Koningin Wilhelmina. Toen voor 40 jaar onze geeerfbiedigde Koningin den troon besteeg, vierde heel Neder land feest van de Dollard tot de Schelde, neen tot over de Schelde, want ook in dit overjor- daansche gloeien en branden de harten zoo zeer van liefde en geestdrift voor Oranje, dat alle wateren der Schelde dit vuur niet kunnen uitblusschen. Hare troonsbestjjging was een zegen voor ons land en volk. Wij hadden met en in haar een toekomst. Een graf vol lijiken van onze Oranje's was reeds in den Koninklijken graf- kelder bijgezet. De Kroonprins Willem was in 1879 te Parijs gestorven en Nederland had niete van hem terug ontvangen dan zijn gebalsemd lijk. En enkele jaren later zou hem ook den lij- denden Prins Alexander volgen, die meer om zrjn moeder treurde, dan een koninkrijk te be- Ons volk heeft met zijne Koningin meege- leefd, gedeeld in hare vreugde, gedeeld in hare beproeving. Toen in 1902 onze geliefde Koningin emstig aiek was, is het gebleken hoe onze Koningin door alien op de handen werd gedragen. Diepe voren zijn helaas door ons volksleven getrokken, partijschappen hebben ons volk verdeeld, maar in gehechtheid aan ons Vors- tenhuis, in liefde voor Oranje, in trouw aan onze Koningin is ons volk een. Toen in de laatste helft van December 1908 officieel bekend werd gemaakt, dat in het komende voorjaar een vorstentelg werd ver- wacht, heerschte alom vreugde en spanning in den lande. Op den blijden morgen van 30 April 1909 ontving wachtend Nederland zijn Prinses Juliana, waardoor het voortbestaan van het Oranje huis voor vele jaren verzekerd was. Heden zal het 40 jaar geleden zijn, dat onze Koningin, de regeering aanvaardde. In alle deelen des lands heeft men zich opgemaakt om aan de herdenking van dat feit een plechtig en feestelijk karakter te geven. Van het gevoel, in onze Landsvrouwe met een kostbaar bezit gezegend te zijn, heeft men van heinde en ver op ondubbelzinnige wijze willen getuigen. En dat niet alleen, en zelfs niet in de eerste plaats uit vereering voor het Oranje huis en zijn roemrijke traditie ten aanzien van ons volk. Aan al de uitingen van genegenheid en het huldebetoon in deze en volgende dagen, ligt voor alles de eerbied ten grondslag voor de bijzondere figuur van deze vrouw op deze plaats. Het zal ook blijken uit den toon, waarmede de jubileerende Landsmoeder zal begroet en toegejuicht worden in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam, waarheen op den nationalen feestdag velen uit de provincie zullen optrek- ken om haar te danken voor wat zij voor hen gedaan heeft en haar hun liefde te betuigen. Moge ons volk dit jubileum, voor de gelief de Landsvorstinne tot een gelukkige episode in Haar leven maken, om Haar iets weer te geven, van de eenzame gedachten, waarmede zij over dat zelfde volk in moeilijke uren heeft gewaakt en nog waakt. Meer dan ooit hebben wij in de laatste jaren onder de constitutioneele monarchie de zege- ningen van de vrijheid en haar ontwikkelings- mogelrjkheden leeren waardeeren. Om ons heen over onze grenzen zien wij landen, waar het openbare leven is verstikt, de vrijheid en godsdienst onderdrukt, zelfverantwoording en geweten niet meer worden ontzien, het ge- weld wordt vereerd, en de Christelijke liefde en verdraagzaamheid van mensch tot mensch niet langer worden betracht. Moge het zrjn, dat ons eigen staatsbestel krachtig blijft, naar binnen en naar buiten, en dat ook de volksvertegenwoordiging geen inforeuk make op de verantwoordelijkheid der regeering door zich op ongrondwettelijke wijze op den stoel van het bestuursorgaan te plaatsen. Streng constitutioneel heeft onze Koningin steeds geregeerd, mogen dan ook al de orga- nen van volksinvloed hun plaats weten en ook in andere opzichten er voor zorg dragen, dat de constitutioneele monarchie haar levens- kracht behoude te midden van de gevaren en problemen van dezen tijd. Ik besluit deze rede met de volgende woor- den: Wilhelmina van Nassauwe, 'Heil U, op Uw jubileumfeest! Daar w'U, in oprechte trouwe Hulde bien met hart en geest. Luide toejuichingen beloonden den spreker voor zijn woorden, waama ook de Edelachtb. heer Burgemeester het woord nam Heden is het veertig jaar geleden, dat de Koningin aan de regeering kwam. Een men- schenleeftijd is sedert dien dus verloopen Veel heeft zich afgespeeld in dien tyd, zoowel in het uiterlijke, als in het gemoed der men- Aiiei uug Wd.= -r- schen. Zelf herinner ik me nog goed het liefde Prinses Wilhelmina, thans onze geeer- I oog-enblik, dat de klokken begonnen te beieren I werk gemaakt, ten teeken, dat de inhuldiging had plaats ge- I Met weer hit geeren. Met hem was de laatste mannelijke loot van den Oranjestam afgesneden. Aller oog was toen gevestigd op onze ge- Om 2 uur's middags werd op de weide van den heer J. C. de Kraker in de Noordstraat de stoet opgesteld voor de rondgang door het dorp en het Mauritsfort waaraan door 19 wagens werd deelgenomen. Onder deze wa- gens waren er verschillende schitterende stuk- ken werk, welke elk voor zich getuigden dat moeite noch kosten waren gespaard om een harmonisch geheel te verkrijgen. De Langestraat was vertegenwoordigd door het „Schip van Staat" met op den boeg de naam „Piet Hem". Aan het roer stond de Koningin met twee hofdames, terwijl op het dek de bemanning (de jeugd uit de Lange straat) stond aangetreden, stram in de hou- ding salueerende en gekleed in witte matro- zenkleeding. Alles bij elkaar sorteerde dit een prachtig effect. Ook de Konijnenvereeniging „Eensgezind- heid" gaf blijk niet te zijn aehtergebleven in kunnen en was verschenen met een rijdende konijnen- en pluimveetentoonstelling met pas- send opschrift en getooid met een rieten dak. Het bestuur van deze vereeniging kan dan ook met recht trotsch zijn op haar werk. De St. Hubrechtstraat kwam uit met de groep Watergeuzen en daarachter de wagen met daarop de vrouwelijke bewoners gekleed in alle mogelijke nationale kleederdrachten, wat bij het publiek de noodige vreugdekreten ontlokte. Veel belangstelling trok ook de wagen van de Noordstraat, voorstellende „De Elf Provin cial". Hier op waren 12 dames gezeten, waar- van elf elk een verschillende provinciewapen droeg en de twaalfde het Nederlandsche wapen ,,Je Maintiendrai". De buurtschap „De Knol" was er met een wagen waarop 8 dames paars gewijze achter elkander opgesteld en dragende de woorden: Hulde aan onze Koningin". Zeer mooi was ook de „Oogstwagen" van het Boeregat waarop voorkwamen alle soorten landbouwproducten, alles op prachtige wijze tentoongesteld. De wagen van den Molendijk was bezet door een twintigtal meisjes, alien in het wit ge kleed met een gouden of zilveren kroontje op het hoofd, wat met den witten achtergrond een fleurigen indruk maakte. Bezienswaardig was ook de wagen van de Keijzerstraat, welke was omgetooverd in een tentoonstelling van allerlei gebak. De erop zittende personen waren alien in het wit met een bakkersmuts. Verder waren er nog vele andere vroolijk versierde wagens waarop de bewoners van de deelnemende straten hadden plaats genomen. De voorzitter, 2e voorzitter en secretaris van de Oranjevereeniging reden in een open rijtuig mee, gekleed in Axelsch costuum, het- geen groote vreugde veroorzaakte onder de toeschouwers. Voorop reden 20 ruiters twee aan twee, waarvan 6en met vlag voorop en alien in witte blouses, oranje sjerp en rood-wit-blauwe muts, elk dragende een letter vormende de spreuk: ,,Lang leve de Koningin", met het getal 40. Ook deze groep hoefde niet onder te doen voor de andere deelnemers aan den optocht. De lange rondgang over het dorp werd af- gewisseld door vroolijke marschen van de mu- ziekvereeniging die zich dan ook zeer ver- dienstelijk maakte. Om 4.30 uur werd de stoet ontbonden en kreeg het zedr talrijke publiek een poosje ge- legenheid den inwendigen mensch te gaan versterken. Van 68 uur werd door de muziekvereeni- ging en de zangvereeniging een concert ge geven op de markt, wat ook veel belangstelling trok en na elk stuk met een levendig applaus beloond werd. Om 8 uur werd de lichtstoet geformeerd en trok deze met de muziek voorop en gevolgd door de dansende en springende bevolking van Hoek rond het dorp. De muziektent en vele gavels van particu- liere woningen waren zeer mooi verlicht, ter wijl de openbare gebouwen zooals gemeente huis, Hervormde Kerk met schijnwerpers wa ren verlicht., Ook van de verlichting van de verschillende poorten, bogen enz. was veel warmen dank en blijascnap uitsprak, dat de stoet ook een bezoek aan de Knol had willen brengen en riep haar een hartelijk welkom toe. Hij zeide, dat hij de gelegenheid tevens wilde benutten om de heeren Wagenaar, v. d. Hooft, Ripmeester, Rinders, alsmede hunne echtgenooten te bedanken voor de onuitputte- lijke zorgen door hen aan de voorbereiding en de uitvoering van de verschillende versie- ringen besteed. Hierop dankte de voorzitter der Oranje vereeniging, den heer Geelhoedt voor de welkomstwoorden en sprak de hoop uit dat het nog veel mocht voorkomen, dat hij in de gelegenheid gesteld werd nog dikwijls terug te mogen komen. Hierna speelde de muziek een marschlied en werden en de bestuursleden en de muziekvereeniging een verfrisschende dronk aangeboden. Na de Knol werd een bezoek gebracht aan de hofstede van de familie A. Wolfert Azn.t waar de stoet stilhield en de Oranjevereeni ging en de muziek op de meest hartelijke en warme wijze ontvangen werden. De heer A. Wolfert sprak daarbij de gasten als volgt toe: Dames en Heeren! Allen hartelijk welkom in onze woning. Wanneer ik hier even het woord voer dan is dat in de eerste plaats om mijn groote vreugde uit te spreken over het 40-jarig jubileum van H. M. de Koningin en heilzame gevolgen, welke die voor ons land en volk gehad hebben, en ik wil hierbij de wensch uitspreken, dat ze nog lang voor ons land en volk gespaard moge blijven en dat haar nog vele gelukkige jaren beschoren moge zijn. Maar daarnaast wil ik deze gelegenheid te baat nemen om het feestcomite van Hoek mijn gelukwenschen over te brengen voor het door haar goed georganiseerd en naar ik hopen mag goed geslaagd feest. Was- vroeger onze buurtschap van feesten meestal verstoken, de laatsten tijd is hierin verandering gekomen, wat, mede door het comite van Hoek en met onze buurtschap gekomen is. Ik meen, dat een woord van dank hiervoor wel op zijn plaats is. Voor dat alles onzen hartelijken dank. Dames en Heeren! Ik stel U nu voor om een dronk in te stellen op H. M. de Koningin en op ons Koninklijk Huis. Hierop sprak namens de Oranjevereeniging de Weled. heer Haak den heer Wolfert toe voor de warme ontvangst alsmede voor diens woorden en sprak de hoop uit, dat het hem gegeven zal zijn nog zeer dikwijls in de gele genheid te worden gesteld om gebruik te mogen maken van de traditioneele gastvrije ontvangst welke hun hier ten deel gevallen is. Ook de voorzitter der muziekvereeniging de heer P A. Ockd, dankt den heer Wolfert voor diens gastvrije ontvangst en sluit zich geheel aan bij de woorden gesproken door den voor zitter der Oranjevereeniging. Hierop werd door de muziekvereeniging op het hof een pittige marsch gespeeld gevolgd door de plechtige toonen van het Wilhelmus, waama opgebroken werd om de tocht naar het Boeregat te venvolgen. Hier aangekomen werd het bestuur der Oranjevereeniging toegesproken door den heer Andr. de Bokx namens het bestuur van het buurtschap Boeregat. Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heeren. Het is nog pas enkele maanden geleden, dat ik vanaf deze plaats een enkel woord tot U sprak en reeds nu herhaalt zich dit. Geen wonder dat de vraag zich aan ons opdringt waarom. Het antwoord hierop is niet moei- lijk Door hun inspanning en opofferingen, welke zij, zich ook van de financieele zijde, hebben zij alle bewoners van Hoek een paar onvergetelijke dagen bezorgd, welke zeker nog lang in dankbare herinnering zullen blij ven. Nogmaals onzen meest hartelijken dank daarvoor! biedigde Koningin. Het eerste portret van Prinses Wilhelmina op den arm harer moeder is een profetie ge- weest. Met belangstellenide liefde volgde ons volk de jeugdige Prinses in haar spelen en leeren. Maar toen zij tien jaar oud was werd het Koninklijk huis in diepen rouw gedompeld. Koning Willem HI stierf en in den graf- kelder te Delft werd het lijk van Willem den Goede bij gezet. Daar werden gehoord deze weemoedige en aandoenlijike woorden van den grijzen hof- prediker: „Nog eens, o God, nog eens staan we hier en is weder de deur geopend van den grafkelder, waarin de geschiedenis van ons land en vorstenhuis als met doodsbeenderen is geschreven. Nog eens, en nu helaas voor den laatsten uit den mannelijken lijn van Oranje. Toen een meer dan zeventigjarige tot hof- prediker werd benoemd, wie kon toen ver- moeden, dat het zijn zou om binnen de 12 jaren al de 5 vorsten van Oranje ten grave te brengen. Ons volk had zijn Koning lief en hij had zijn volk lief, waarvan hij eenmaal getuigd had: Nooit, nooit kan Oranje genoeg doen voor Nederland. Zoo werd dan het lijk van onzen Koning, onder het zachte orgelgeruisch van het „oude Wilhelmus", neergezet in den Koninklijken grafkelder, waar 38 vorsten en vorstenkinderen uit het huis van Oranje hem wachten. Droevig staarde ons volk in de toekomst, maar wetende dat een Rijske uit den afge- houwen tronk was voortgekomen, werd ook den blik naar boven gericht, en met een bloe- dend hart en met een blinkende traan in het oog, zong het volk, dat in zijnen God geloofde: Mijn schild en mijn betrouwen, iZijt gij, o God mijn Heer! Op U zoo wil ik bouwen; Verlaat mij nimmer meer! De Koninklijke Moeder werd Regentes, en hoe ernstig en vol geloofsvertrouwen Zij hare taak op vatte, blijkt uit deze woorden, waar mede de Koninklijke Moeder en Weduwe haar regentschap aanvaarde: Ik zoek mgne kracht en mijne wijsheid bjj den Almachtigen en Alwijzen God. Maar na die donkere dagen van rouw en droefheid, kwamen er weer heldere en blijde dagen. Toen de jeugdige Prinses, de vreugd en de trots der natie, met hare Koninklijke Moeder verschillende plaatsen van ons vader- land bezocht, bleek zij een stedenwinster en een hartenwinster te zijn, want in alle steden en dorpen die zij bezocht, won zij aller harten door hare vriendelijkheid, liefde en lieftallig- heid. En toen in 1898 H. M. als Koningin werd gekroond werd het glanspunt, het toppunt van geestdrift bereikt. Groot was ook de vreugde in den lande, toen den 7en Pebruari 1901 onze geeerbiedig- de Koningin in het huwelijk trad met Prins Hendrik van Mecklenburg Schwerin. had. Ik was als de meeste van mijn kame- raden en de menschen, met wie ik omging, Oranjegezind maar zeer aan de oppervlakte, of liever gezegd volmaakt onverschillig. Dat nu is geheel veranderd. We zijn tot in merg en been Oranjeklanten geworden. Zeker is, dat de gevaren die met den wereldoorlog ons dreigden ons drongen om de aelederen te sluiten en zooals van ouds m ons land gebruikelijk is geweest schaarden wij ons rondom Oranje. Zeker is, dat uiterst rechts en uiterst links die neiging hebben versterkt, maar even zeker is het, dat voornamelijk de persoon van Hare Majesteit die verandering heeft te weeg gebracht. Groot respect en groote liefde heeft haar optreden in ons ge- wekt, doch ook hare woorden. Hoe dikwijls hebben we in den laatsten tijd hare stem met door de radio gehoord. De tijden, waarover de sprookjes handelen, toen koningen zich dagelijks met ieder hunner onderdanen onder- hielden schijnen wedergekeerd. We hebben door dit alles den indruk gekregen, dat onze Koningin een echte Oranje is en waardig op- volgster van Willem van Oranje, dat zij hoog staat als mensch en dat zij hoog staat als vorstin, dat zij met hart en ziel meeleeft met ons volk en dat een machtige invloed ten goede van haar uitgaat en dat we geen beter staats- hoofd kunnen wenschen. Moge God het geven, dat zij nog lang ge spaard blijve tot heil van het Nederlandsche volk. Ook dezen spreker werd met applaus be- Hierna werd door de muziek het Wilhelmus ingezet dat door het publiek plechtig werd medegezongen. Onmiddellijk hierop marcheerde de gezame- lijke schooljeugd van Hoek, die vooraf eerst was getracteerd in de lokalen van de open- bare lagere school, met de muziek voorop naar het gemeentehuis voor het brengen van een zanghulde aan H. M. de Koningin. Het viel ons op dat de verschillende vaderlandsche liederen'zeer goed werden gezongen en de kin- deren werden dan ook hartelijk toegejuicht. Om 11 uur volgde de vertolking van de in- neming van „Den Briel" in de St. Hubrecht straat, welk schouwspel door een z66r groote mensc'henmassa werd gadegeslagen. Uit de Langestraat kwamen de Watergeu zen met Lumey voorop,, alien gewapend met musket, sabel en hamas en prachtig ge- schminkt, in gelederen van 2 aanmarcheeren en werd, terwijl de muziek het „In naam van Oranje doe open de poort" gespeeld, met een mast de poort gerammeid en de zich ter ver- dediging der stad bevindende Spanjaarden ge- vangen genomen en naar het gemeentehuis werd gevoerd waar de geuzen ook de mare heen brachten van de inname van „den Brie voor den Prins van Oranje. Onder groote hilariteit ontvingen hierop Lumey Coppelstok en eenige andere water geuzen van den Burgemeester verschillende onderscheidingen voor de door hen beloonde onverschrokkenheid en zei de burgemeester, dat hij nooit geweten heeft, dat Hoek zulke dappere en onversaagde inwoners heeft. Het weer hield zich den geheelen dag goed, zoodat deze eerste feestdag bijzonder goed geslaagd is. Woensdag 7 September werd 's morgens om pl.m. 8.30 de gemeentevlag, welke inmid- dels in Amsterdam namens de Koningin met een oranjewimpel versierd was door den heer J. D. Haak aan de deputatie der jeugdver- eenigingen definitief ter hand gesteld met de toespraak: Geachte jeugdvereeniging van Hoek. De eerste maal is het Hoeksche dundoek officieel en plechtig door den heer Burge meester aan U toevertrouwd om mede hulde te betuigen aan onze geliefde Landsvrouwe. met een ter eere van H. M. gehouden defild te Amsterdam. Ik ben overtuigd, dat deze taak, door U op waardige en plechtige wijze is volbracht, daarvoor onzen hartelijken dank. Als symbool hebt gij mede gebracht de door H. M. Koningin Wilhelmina uitgereikte Oranjewimpel, welke wij thans met vreugde zien wapperen boven onze standaard. Ten tweede male vertrouwen wij U ons dundoek toe, wetende, dat het aan U toe- vertrouwde pand, op waardige wijze aan onzen feestelijken optocht ter herdenking van het 40-jarig regeeringsjubileum van onze be- minde Vorstin deel zal nemen. Hiermede overhandig ik U nogmaals ons dundoek, waar wij alien trouw aan zullen blijven. Om 9 uur werden op de weide van den heer J. C. de Kraker aan de Noordstraat volks- spelen gehouden waarvan de uitslagen als volgt luiden: I. Ringrijden voor heeren: le Jacs. Kolijn; 2e H. Zegers; 3e Joz. de Kraker; 4e J. C. Verhage; 5e J. Oppeneer; 6e M. Dieleman; 7e J. de Jonge Pzn. II. Zakloopen voor heeren: le Th. Meertens Mzn.; 2e C. Dierx; 3e J. Dieleman Jzn.4e J. Nieuwelink Azn.; 5e Joz Nieuwelink Azn.; 6e L. Donze; 7e M. Dieleman; 8e W. de Groote; 9e J. Ha- melink; lOe M. Meertens Mzn. III. Stoelenwedstrijd paarden: le J. C. Verhage; 2e Jacs. Kolijn; 3e H. Zegers; 4e F. de Feijter; 5e J. de Jonge Pzn.; 6e J de Putter Szn.; P. Verstraten. 7e J. v. d. Hooft; 8e IV. Ballenkruien voor heeren: le J. Meertens Mzn.; 2e L. Donze; 3e J. Vexgouwe4e M. Dieleman; 5e P. A. Ockd; 6e C. Dierx; 7e J. Nieuwelink Azn.; 8e Joz. Nieuwelink Azn. Om 1 uur 's middags werd op dezelfde weide weer de stoet gevormd voor een bezoek aan de buurtschappen Knol, Wulpenbek en Boeregat. Op de Knol werd het bestuur van de Oranijevereenlging officieel verwelkomt door den Weled. heer Geelhoedt, die namens het bestuur van d'e buurtvereeniging Knol zijn De vorige maal, bij de geboorte van Prinses Beatrix, hebben wij onzen blik gevestigd op de toekomst en gevraagd wat zal Oranje voor Nederland in den loop der jaren doen? Thans slaan we een blik terug in het ver- leden en vragen wij ons af, wat heeft Oranje en in het bijzonder wat heeft onze Vorstin Wilhelmina voor ons gedaan in het tijdperk van 40 jaar, dat het haar gegeven was om over ons volk te regeeren? Een antwoord op deze vraag hoef ik eigen- lgk niet te geven, want het feit, dat geheel Nederland op zoo'n waardige wijze feest viert, bewijst ons wel, dat haar regeering is tot ons aller genoegen. Dat ook wij deze laatste gedachte huldigen, mijnheer de voorzitter, hebben we willen uit- drukken in de versiering van onze buurt. En het doet ons buitengewoon groot genoe gen, dat men in Hoek belang stelt in deze uiting, dat men hierheen gekomen is om met ons vroolijk te zijn, om met ons te feesten. Namens het Boeregat breng ik alien die hier aanwezig zijn dank voor het med'eleven en de belangstelling. Het Boeregat koestert den wensch en dat is deze: neem straks naar Hoek de overtui- ging mee, dat ook het Boeregat, hoe eenzaam het hier ligt, een warm hart heeft voor Oranje. Ik wil nu eindigen met het uitspreken van den wensch, dat onze geliefde Koningin nog vele jaren gespaard mag blijven om te regee ren ook over onze buurtschap en dat onze buurtschap nog even veel jaren trouw aan haar Vorstin mag blijven. Leve de Koningin, leve het Huis van Oranje. Hiep, hiep, hoera. Hiep, hiep, hoera. Hiep, hiep, hoera! De voorzitter der Oranjevereeniging dankt hierop den heer De Bokx voor de woorden van welkom tot hem gericht. Door de muziek werd hierop het „Wien Neerlandsch Bloed" ingetzet dat door de menschenmenigte werd meegezongen. Daarna werden het Oranjecomite en de muziek een verfrissching aangeboden, waarvan een dank- baar gebruik werd gemaakt. Na nog eenigen tijd gebleven te zijn vangt de stoet den terugweg aan. Jammer, dat de meeste deelnemers druipnat thuis kwamen daar ze in den Lovenpolder door een stortbui verrast werden. Om 8 uur werd een concert aangeboden door de Oranjevereeniging, pitgevoerd door de muziekvereeniging ,,Ilarrnonie"' uit Biervliet. De muziekliefhebbers konden hier eens hun hart ophalen aan vele goede muziek en elk stuk werd dan ook door applaus beloond. Om 9.30 uur volgde de slotattractie, die bestond uit een schitterend vuurwerk aange boden door de Oranjevereeniging. Mede door het den geheelen verderen avond goede weer hebben duizenden genoten van dit zeer mooie vuurwerk, dat zeker de moeite waard was om te zien. Als knaleffect vorm- de van dit vuurwerk de Kroon met daaronder de W, welke onder de toonen van het Wilhel mus, gespeeld door de vereeniging ,,Harmonie een waardig slot vormde van deze goed ge- slaagde feestdagen. Van de gelegenheid tot dansen werd een ruim gebruik gemaakt en is geen enkele wanklank vemomen. De heer Haak heeft alle festiviteiten beide dagen laten verfilmen, zoodat binnen enkele dagen de Hoeksche bevolking nogmaals op de film de feestelijikheden zal kunnen volgen. Een woord van hartelijken dank voor de wijze waarop de Oranjevereeniging en de muziekvereeniging en alle andere personen, die op eenigerlei wijze medegewerkt hebben aan het slagen der feestelijkheden zich van hun taak hebben gekweten is hier zeker op zijn plaats. Ulvenhout, 8 September 1938. \AJmico, Ge zijt izekers wel 'n Ibietje nuuwsgierig naar dieen ermen Eeker? Vaneigens Nou ik geloof te meugem zeggen: 't gaat 'nen goeien kant op. Dagen hee-t-ie buiten kennis gelegen en „aohteraf is 't nog 'n wonider", zee ons dokterke: „dat 't jonk nie morsdood is geslagen teugen die- en hekpaal, want den val is bar aangekomen", zoo zee-t-ie. Maar 't van nature zoo taaie Eekerjonk, lijk 'n wild gewas opgegroeid onder vertrapping en in ermoei, izal deuizen ruk aan de blom, aan 't ,,kopke'° van den plant, ook weer wel te boven1 komen. Daar is nou eenmaal gewas, dat geschapen schijnt om te groeien onder koeienpooten, peerdenhoeven en in tij en on- tij. Lijk er ook gewas is, dat den kop laat hangen na een naehtje vorst. Verklaren kunnen we 't nie, mee gin ge loof izelfs, 't hoort thuis onder de geheimen van den Schepper. Den eenen mensch stijgt nou eenmaal lijk 'n zeepsoplbalieke op 't minsite windeke tot in de wolken, izonder dat ie er iets aan doen kan den andere blijft in den- slik liggem, lijk 'nen loojem bal. En nou kunt ge jaloersch zijn op die „zeep- bel". En nou kunt ge compassie hebben mee dieen „,loojen /bal" God schiep lucht en God- schiep looid. En dan weten we daarom- trent maar den ding zeker: 't zal alleibei noo- dig zijn veur de voleindiging der Weareld. Wear eld', waarop veui geluk maar ,,zeeptoel" is. Opstijgend in duuzenderlei kleurenpracht, uit malkaar spattend tot Niks. Oja tusschen die zeepbel en dieen loojen bal liggen weareideni van vertwijfeling en strfjd. Van heiligmaking en verwerping! Dat verschil is groot, zoo groot, dat wij 't nie kunnen becijferen, al kunnen we dan al rekenem mee millioenen, mee milliarden, mee lichtjaren zelfs! Maar daar zijn ndg gr6<5- tere „cijfers". En die liggen nou „toevallig" tusschen die zeepbel en dieen loojen bal...! De geleerde prakizeert er "n soortelijke ge- wichtskwestie van. De politieker prutst er sociale stellingen uit. -Den anderen geleerde fabriekt er 'n wijsbe- geerte op. |En- den modemen politieker knutselt er 'n ,nuuw" Heidendom mee. Maar al dieen huisvlijt vergaat, valt uit malkaar. Nuuw knutselwerk wordt gezaagd en tgelijinid, valt uit malkaar en vergaat. iFin de schoone zeepibel stijgt in de wolken. En den loojen' bal blijft liggen in den slik. Maar den Eeker! "ik Ben toy 'Inn gewist. 'n Paar dagen gelejen kwam Did III mee de iboodschap thuis, da'k den Eeker beizoeken mocht. Dat was veurloopig alleen maar toe- gestaan aan Did IH eigens en dan nog maar heel zuinigskes aan. Nou mag ie elken avond, van zeuven uren af da's wel gin toezoek- uur, maar den Did finamcdert daar den tooel, dus i ik zeg, nou mag ie elken avond 'n uur bij den lEeker iz'n bed zitten. En da's veur die twee mannekes, die gewend waren heel den avond' samen op te trekken, al 'nen heelen winner, 'k Hetb oe dat vroeger al 'ns ver- teld; waar ze 't allegaar over hebben, weet ik nie, maar die moelekes stonden nooit stll Heele avonden waren ze doende in den stal, bij Bles natuurlijk, ze frutselden aan 't peer- detuig, ze timmerden, ze „bouwden" om- mers samen den Eeker zfn ,,aparteiment"' op den izolder! ze hadden "t samen altij even druk en plazierig. iEindelijfc mocht ik dan den Eeker 'ns 'zien. Zcndiagtmiddag. Samen, mee Dr6 HI ben 'k naar 't ziekenhuis gestapt, aan 't ander ende van den Ulivenhou tschen weg. 'Nen schoo- nen, 'men royalem ibouw, dat ziekenhuis, dat daar ligt in 'nen wijen, zonnigen tuin, waarin de druiflblaauwe coniferen in koele schoon- heid te pronlk staan op de hier en1 daar be- blomde grastapijten. Als we hadden aangeibeld, hoefden we niks te vragen of te zeggen: Dre IH was hier al goed ibekend en wist den weg. Den rector en de nonnekes ze kennen 'm 'allemaal. Want mee den' ermen Eeker is veui compassie enne.iederen braven mensch is in zo'n geval geren content, wanneer er 'nen „Dr6 HP' is, die 'nen ermen Eeker" bijstaat en vorthelpt. Brave menschen zou- wen't geren eigens doen, maar daar is meest- al gin tijd, gin1 gelegenheid' veur en dan nouja, dan leve ,,'Drd IH", die veui gewetens ontlast. Hij is daar dus gezien, m'nen compagnon, die twijfelloos over de toreeje en lange gan- gen stapte, hier en daar 'nen goeiendag" zee en eindelijk veur een van de honderd deuren, die 'k al gepasseerd .was, ibleef staan en toen teugen me zee: ,,loop maar achter me aan, Opa, den Eeker lee-d-in 't hoekske van de zaal". „,Ik docht dat ie alleen lag, Dre ,,Ja, d'eerste week, toen er nog levensge- vaar was, nou lee-t-ie op zaal, schilt me vijf gulden per dag, Opa! 'k Mot rekenen mee m'nen spaarpot Beizurgd keek ie me aan. ,,,'k Mot tot den lesten dag rvort kunnen mee m'n centen, ziede. En 't is allegaar vooruittoetalen, Opa. Behalve den dcikter. Die hee gezeed da'k gin zurgen hoef te maken yeur Nuuwjaar en da'k dan nog wel ginnen deurweerder aan *m'nen nek krijg. Goeien vent. Kom nou maar mee." Amico, wat had ik 'n plazier in deuzen jon- gen patroon! Z'nen kop is stroef geworden over B'n zorgen mee den Eeker! Alice hij' zal wel tekortkomen, maar 'k laat 'm geren zoo lang meugelijk deuzen zurg van naastenliefd^. 't Zal 'm gin kwaad doen, wa gij;? Naar z'n Moeder, z'h Wieske, hee- t-ie al geschreven g'ad, dat ie mee de Amster- damsche feesten nie thuis ikan komen, omdat ie... 't te druk hee op den hof. Wieske schreef me daar over tenminste en of -nou wezenlijk haar jongste nde 6enen dag gemist host worden, want de verlichting van Amsterdam was „zdo geweldig" en zoo wijer. Amico, ik ken die versieringen'k Was 'ns in den Haag, mee zo'n ,,feeerieke" feestver- lichting. Liet me des avonds in 'n groote bus enkele ,uren inondrijen. *k Wiefd deuzig en moei van al die pracht. Wit licht, groen licht, rooi licht, sliingers van licht, fonteineni ;van ldoht, op 'n moment stonden er tien millioen lichtje® op de gevoe-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 7