DE FEESTEN TE HOEK.
Feuilleton-vertellingen
BRABANTSCHE BRIEVEN.
Het 40-jarig regeeringsjubileum van H. M.
de Koningin is door de Hoeksche bevolking
met groote geestdrift gevierd. Aile straten
zonder uitzondering waren vroolijk versierd,
waaronder vele zeer mooie poorten en bogen.
Dinsdagmorgen om 8 uur werd de dag in-
gezet met klokgelui waama door de radio-
centrale een vroolijk gramofoonplatenconcert
werd gegeven.
Om 8.30 uur marcheerden de afgevaardig-
den der jeugdvereenigingen met de muziek
vocrop naar het gemeentehuis om de ge-
meentevlag in ontvangst te nemen van den
Edelachtb. heer Burgemeester, die hen daarbij
als volgt toesprak:
Jongelui!
Hierbij heb ik het genoegen juilie het vaan-
del toe te vertrouwen van de gemeente Hoek
om dat naar Amsterdam te voeren, waar van
wage de Koningin er een Oranjewimpel aan
zal worden bevestigd. Daardoor zal het zijn
waarde krijgen, wondt het een Koninklijke
standaard, die ten eeuwigen dage zal toonen,
dat de gemeente van Hoek zich schadrt onder
de kleuren van Oranje. Dat beteekent, dat
het geen andere Overbeid wenscht dan Oranje
of die van Oranje is uitgegaan. De tegen-
woordige tijden zijn dreigen'd. Wat de toe
komst brengen zal, we weten het niet, maar
laten we de belofte afleggen, dat wat er ook
gebeure, we trouw zullen blijven aan dat vaan-
del. Laten we er om denken, dat Nederland
meermalen in de benauwdheid is geraakt,
maar dat het dan steeds Oranje was, die met
Gods hulp oris redding bracht. Laten we dat
nooit vergeten. Hiermede reik ik juilie de
vlag over.
Namens de jeugdvereenigingen dankte hier-
op de heer J. Louwerse de burgemeester voor
het schitterende vaandel, dat aan him zorgen
was toevertrouwd en dat ze nu naar Amster
dam gingen voeren en hoopte, dat ze er nog
lang plezier van mochten hebben. Onder de
toejuichingen van het publiek nam daarop de
deputatie der jeugdvereenigingen, bestaande
uit de heeren J. Louwerse en H. Meeusen en
mej. H. Kaijser die in Axelsch costuum waren
gekleed, plaats in den auto die hen naar de
boot zou brengen voor de reis naar de hoofd-
stad te aanvaarden om aan het defile voor
H. M. de Koningin te kunnen deelnemen.
Om 9.30 uur werd van het balcon van het
gemeentehuis door den voorzitter van de
Oranjevereeniging, den heer J. D. Haak de
volgende openingsrede uitgesproken:
Ingezetenen van Hoek,
In een zeer vlug tempo volgen de blijde ge-
beurtenissen elkander op in ons geliefd
Oranje huis. Tien eerste het huwelijk van
Prinses Juliana met Prins Bernhard van Lippe
Biesterfeld op 7 Januari 1937, daarna de ge-
lukkige geboorte van het Prinsekind op 31
Januari 1938, en nu herdenken wij feestelijk
het 40-jarig regeeringsjubileum van H. M.
Koningin Wilhelmina.
Toen voor 40 jaar onze geeerfbiedigde
Koningin den troon besteeg, vierde heel Neder
land feest van de Dollard tot de Schelde, neen
tot over de Schelde, want ook in dit overjor-
daansche gloeien en branden de harten zoo
zeer van liefde en geestdrift voor Oranje, dat
alle wateren der Schelde dit vuur niet kunnen
uitblusschen.
Hare troonsbestjjging was een zegen voor
ons land en volk. Wij hadden met en in haar
een toekomst. Een graf vol lijiken van onze
Oranje's was reeds in den Koninklijken graf-
kelder bijgezet.
De Kroonprins Willem was in 1879 te Parijs
gestorven en Nederland had niete van hem
terug ontvangen dan zijn gebalsemd lijk.
En enkele jaren later zou hem ook den lij-
denden Prins Alexander volgen, die meer om
zrjn moeder treurde, dan een koninkrijk te be-
Ons volk heeft met zijne Koningin meege-
leefd, gedeeld in hare vreugde, gedeeld in
hare beproeving.
Toen in 1902 onze geliefde Koningin emstig
aiek was, is het gebleken hoe onze Koningin
door alien op de handen werd gedragen.
Diepe voren zijn helaas door ons volksleven
getrokken, partijschappen hebben ons volk
verdeeld, maar in gehechtheid aan ons Vors-
tenhuis, in liefde voor Oranje, in trouw aan
onze Koningin is ons volk een.
Toen in de laatste helft van December 1908
officieel bekend werd gemaakt, dat in het
komende voorjaar een vorstentelg werd ver-
wacht, heerschte alom vreugde en spanning
in den lande.
Op den blijden morgen van 30 April 1909
ontving wachtend Nederland zijn Prinses
Juliana, waardoor het voortbestaan van het
Oranje huis voor vele jaren verzekerd was.
Heden zal het 40 jaar geleden zijn, dat onze
Koningin, de regeering aanvaardde. In alle
deelen des lands heeft men zich opgemaakt om
aan de herdenking van dat feit een plechtig
en feestelijk karakter te geven.
Van het gevoel, in onze Landsvrouwe met
een kostbaar bezit gezegend te zijn, heeft men
van heinde en ver op ondubbelzinnige wijze
willen getuigen.
En dat niet alleen, en zelfs niet in de eerste
plaats uit vereering voor het Oranje huis en
zijn roemrijke traditie ten aanzien van ons
volk.
Aan al de uitingen van genegenheid en het
huldebetoon in deze en volgende dagen, ligt
voor alles de eerbied ten grondslag voor de
bijzondere figuur van deze vrouw op deze
plaats.
Het zal ook blijken uit den toon, waarmede
de jubileerende Landsmoeder zal begroet en
toegejuicht worden in Den Haag, Rotterdam
en Amsterdam, waarheen op den nationalen
feestdag velen uit de provincie zullen optrek-
ken om haar te danken voor wat zij voor hen
gedaan heeft en haar hun liefde te betuigen.
Moge ons volk dit jubileum, voor de gelief
de Landsvorstinne tot een gelukkige episode
in Haar leven maken, om Haar iets weer te
geven, van de eenzame gedachten, waarmede
zij over dat zelfde volk in moeilijke uren heeft
gewaakt en nog waakt.
Meer dan ooit hebben wij in de laatste jaren
onder de constitutioneele monarchie de zege-
ningen van de vrijheid en haar ontwikkelings-
mogelrjkheden leeren waardeeren. Om ons
heen over onze grenzen zien wij landen, waar
het openbare leven is verstikt, de vrijheid en
godsdienst onderdrukt, zelfverantwoording en
geweten niet meer worden ontzien, het ge-
weld wordt vereerd, en de Christelijke liefde
en verdraagzaamheid van mensch tot mensch
niet langer worden betracht.
Moge het zrjn, dat ons eigen staatsbestel
krachtig blijft, naar binnen en naar buiten,
en dat ook de volksvertegenwoordiging geen
inforeuk make op de verantwoordelijkheid der
regeering door zich op ongrondwettelijke wijze
op den stoel van het bestuursorgaan te
plaatsen.
Streng constitutioneel heeft onze Koningin
steeds geregeerd, mogen dan ook al de orga-
nen van volksinvloed hun plaats weten en ook
in andere opzichten er voor zorg dragen, dat
de constitutioneele monarchie haar levens-
kracht behoude te midden van de gevaren en
problemen van dezen tijd.
Ik besluit deze rede met de volgende woor-
den:
Wilhelmina van Nassauwe,
'Heil U, op Uw jubileumfeest!
Daar w'U, in oprechte trouwe
Hulde bien met hart en geest.
Luide toejuichingen beloonden den spreker
voor zijn woorden, waama ook de Edelachtb.
heer Burgemeester het woord nam
Heden is het veertig jaar geleden, dat de
Koningin aan de regeering kwam. Een men-
schenleeftijd is sedert dien dus verloopen
Veel heeft zich afgespeeld in dien tyd, zoowel
in het uiterlijke, als in het gemoed der men-
Aiiei uug Wd.= -r- schen. Zelf herinner ik me nog goed het
liefde Prinses Wilhelmina, thans onze geeer- I oog-enblik, dat de klokken begonnen te beieren I werk gemaakt,
ten teeken, dat de inhuldiging had plaats ge- I Met weer hit
geeren.
Met hem was de laatste mannelijke loot van
den Oranjestam afgesneden.
Aller oog was toen gevestigd op onze ge-
Om 2 uur's middags werd op de weide van
den heer J. C. de Kraker in de Noordstraat
de stoet opgesteld voor de rondgang door het
dorp en het Mauritsfort waaraan door 19
wagens werd deelgenomen. Onder deze wa-
gens waren er verschillende schitterende stuk-
ken werk, welke elk voor zich getuigden dat
moeite noch kosten waren gespaard om een
harmonisch geheel te verkrijgen.
De Langestraat was vertegenwoordigd door
het „Schip van Staat" met op den boeg de
naam „Piet Hem". Aan het roer stond de
Koningin met twee hofdames, terwijl op het
dek de bemanning (de jeugd uit de Lange
straat) stond aangetreden, stram in de hou-
ding salueerende en gekleed in witte matro-
zenkleeding. Alles bij elkaar sorteerde dit een
prachtig effect.
Ook de Konijnenvereeniging „Eensgezind-
heid" gaf blijk niet te zijn aehtergebleven in
kunnen en was verschenen met een rijdende
konijnen- en pluimveetentoonstelling met pas-
send opschrift en getooid met een rieten dak.
Het bestuur van deze vereeniging kan dan
ook met recht trotsch zijn op haar werk.
De St. Hubrechtstraat kwam uit met de
groep Watergeuzen en daarachter de wagen
met daarop de vrouwelijke bewoners gekleed
in alle mogelijke nationale kleederdrachten,
wat bij het publiek de noodige vreugdekreten
ontlokte.
Veel belangstelling trok ook de wagen van
de Noordstraat, voorstellende „De Elf Provin
cial". Hier op waren 12 dames gezeten, waar-
van elf elk een verschillende provinciewapen
droeg en de twaalfde het Nederlandsche
wapen ,,Je Maintiendrai".
De buurtschap „De Knol" was er met een
wagen waarop 8 dames paars gewijze achter
elkander opgesteld en dragende de woorden:
Hulde aan onze Koningin".
Zeer mooi was ook de „Oogstwagen" van
het Boeregat waarop voorkwamen alle soorten
landbouwproducten, alles op prachtige wijze
tentoongesteld.
De wagen van den Molendijk was bezet door
een twintigtal meisjes, alien in het wit ge
kleed met een gouden of zilveren kroontje op
het hoofd, wat met den witten achtergrond een
fleurigen indruk maakte.
Bezienswaardig was ook de wagen van de
Keijzerstraat, welke was omgetooverd in een
tentoonstelling van allerlei gebak. De erop
zittende personen waren alien in het wit met
een bakkersmuts.
Verder waren er nog vele andere vroolijk
versierde wagens waarop de bewoners van de
deelnemende straten hadden plaats genomen.
De voorzitter, 2e voorzitter en secretaris
van de Oranjevereeniging reden in een open
rijtuig mee, gekleed in Axelsch costuum, het-
geen groote vreugde veroorzaakte onder de
toeschouwers.
Voorop reden 20 ruiters twee aan twee,
waarvan 6en met vlag voorop en alien in witte
blouses, oranje sjerp en rood-wit-blauwe muts,
elk dragende een letter vormende de spreuk:
,,Lang leve de Koningin", met het getal 40.
Ook deze groep hoefde niet onder te doen voor
de andere deelnemers aan den optocht.
De lange rondgang over het dorp werd af-
gewisseld door vroolijke marschen van de mu-
ziekvereeniging die zich dan ook zeer ver-
dienstelijk maakte.
Om 4.30 uur werd de stoet ontbonden en
kreeg het zedr talrijke publiek een poosje ge-
legenheid den inwendigen mensch te gaan
versterken.
Van 68 uur werd door de muziekvereeni-
ging en de zangvereeniging een concert ge
geven op de markt, wat ook veel belangstelling
trok en na elk stuk met een levendig applaus
beloond werd.
Om 8 uur werd de lichtstoet geformeerd en
trok deze met de muziek voorop en gevolgd
door de dansende en springende bevolking van
Hoek rond het dorp.
De muziektent en vele gavels van particu-
liere woningen waren zeer mooi verlicht, ter
wijl de openbare gebouwen zooals gemeente
huis, Hervormde Kerk met schijnwerpers wa
ren verlicht., Ook van de verlichting van de
verschillende poorten, bogen enz. was veel
warmen dank en blijascnap uitsprak, dat de
stoet ook een bezoek aan de Knol had willen
brengen en riep haar een hartelijk welkom
toe. Hij zeide, dat hij de gelegenheid tevens
wilde benutten om de heeren Wagenaar, v. d.
Hooft, Ripmeester, Rinders, alsmede hunne
echtgenooten te bedanken voor de onuitputte-
lijke zorgen door hen aan de voorbereiding
en de uitvoering van de verschillende versie-
ringen besteed.
Hierop dankte de voorzitter der Oranje
vereeniging, den heer Geelhoedt voor
de welkomstwoorden en sprak de hoop uit
dat het nog veel mocht voorkomen, dat hij in
de gelegenheid gesteld werd nog dikwijls terug
te mogen komen. Hierna speelde de muziek
een marschlied en werden en de bestuursleden
en de muziekvereeniging een verfrisschende
dronk aangeboden.
Na de Knol werd een bezoek gebracht aan
de hofstede van de familie A. Wolfert Azn.t
waar de stoet stilhield en de Oranjevereeni
ging en de muziek op de meest hartelijke en
warme wijze ontvangen werden. De heer A.
Wolfert sprak daarbij de gasten als volgt toe:
Dames en Heeren!
Allen hartelijk welkom in onze woning.
Wanneer ik hier even het woord voer dan
is dat in de eerste plaats om mijn groote
vreugde uit te spreken over het 40-jarig
jubileum van H. M. de Koningin en heilzame
gevolgen, welke die voor ons land en volk
gehad hebben, en ik wil hierbij de wensch
uitspreken, dat ze nog lang voor ons land en
volk gespaard moge blijven en dat haar nog
vele gelukkige jaren beschoren moge zijn.
Maar daarnaast wil ik deze gelegenheid te
baat nemen om het feestcomite van Hoek mijn
gelukwenschen over te brengen voor het door
haar goed georganiseerd en naar ik hopen
mag goed geslaagd feest. Was- vroeger onze
buurtschap van feesten meestal verstoken, de
laatsten tijd is hierin verandering gekomen,
wat, mede door het comite van Hoek en met
onze buurtschap gekomen is. Ik meen, dat
een woord van dank hiervoor wel op zijn
plaats is.
Voor dat alles onzen hartelijken dank.
Dames en Heeren! Ik stel U nu voor om
een dronk in te stellen op H. M. de Koningin
en op ons Koninklijk Huis.
Hierop sprak namens de Oranjevereeniging
de Weled. heer Haak den heer Wolfert toe
voor de warme ontvangst alsmede voor diens
woorden en sprak de hoop uit, dat het hem
gegeven zal zijn nog zeer dikwijls in de gele
genheid te worden gesteld om gebruik te
mogen maken van de traditioneele gastvrije
ontvangst welke hun hier ten deel gevallen is.
Ook de voorzitter der muziekvereeniging de
heer P A. Ockd, dankt den heer Wolfert voor
diens gastvrije ontvangst en sluit zich geheel
aan bij de woorden gesproken door den voor
zitter der Oranjevereeniging.
Hierop werd door de muziekvereeniging op
het hof een pittige marsch gespeeld gevolgd
door de plechtige toonen van het Wilhelmus,
waama opgebroken werd om de tocht naar het
Boeregat te venvolgen.
Hier aangekomen werd het bestuur der
Oranjevereeniging toegesproken door den heer
Andr. de Bokx namens het bestuur van het
buurtschap Boeregat.
Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heeren.
Het is nog pas enkele maanden geleden, dat
ik vanaf deze plaats een enkel woord tot U
sprak en reeds nu herhaalt zich dit. Geen
wonder dat de vraag zich aan ons opdringt
waarom. Het antwoord hierop is niet moei-
lijk
Door hun inspanning en opofferingen,
welke zij, zich ook van de financieele zijde,
hebben zij alle bewoners van Hoek een paar
onvergetelijke dagen bezorgd, welke zeker
nog lang in dankbare herinnering zullen blij
ven. Nogmaals onzen meest hartelijken dank
daarvoor!
biedigde Koningin.
Het eerste portret van Prinses Wilhelmina
op den arm harer moeder is een profetie ge-
weest.
Met belangstellenide liefde volgde ons volk
de jeugdige Prinses in haar spelen en leeren.
Maar toen zij tien jaar oud was werd het
Koninklijk huis in diepen rouw gedompeld.
Koning Willem HI stierf en in den graf-
kelder te Delft werd het lijk van Willem den
Goede bij gezet.
Daar werden gehoord deze weemoedige en
aandoenlijike woorden van den grijzen hof-
prediker: „Nog eens, o God, nog eens staan
we hier en is weder de deur geopend van den
grafkelder, waarin de geschiedenis van ons
land en vorstenhuis als met doodsbeenderen
is geschreven.
Nog eens, en nu helaas voor den laatsten
uit den mannelijken lijn van Oranje.
Toen een meer dan zeventigjarige tot hof-
prediker werd benoemd, wie kon toen ver-
moeden, dat het zijn zou om binnen de 12
jaren al de 5 vorsten van Oranje ten grave te
brengen.
Ons volk had zijn Koning lief en hij had zijn
volk lief, waarvan hij eenmaal getuigd had:
Nooit, nooit kan Oranje genoeg doen voor
Nederland.
Zoo werd dan het lijk van onzen Koning,
onder het zachte orgelgeruisch van het „oude
Wilhelmus", neergezet in den Koninklijken
grafkelder, waar 38 vorsten en vorstenkinderen
uit het huis van Oranje hem wachten.
Droevig staarde ons volk in de toekomst,
maar wetende dat een Rijske uit den afge-
houwen tronk was voortgekomen, werd ook
den blik naar boven gericht, en met een bloe-
dend hart en met een blinkende traan in het
oog, zong het volk, dat in zijnen God geloofde:
Mijn schild en mijn betrouwen,
iZijt gij, o God mijn Heer!
Op U zoo wil ik bouwen;
Verlaat mij nimmer meer!
De Koninklijke Moeder werd Regentes, en
hoe ernstig en vol geloofsvertrouwen Zij hare
taak op vatte, blijkt uit deze woorden, waar
mede de Koninklijke Moeder en Weduwe haar
regentschap aanvaarde:
Ik zoek mgne kracht en mijne wijsheid bjj
den Almachtigen en Alwijzen God.
Maar na die donkere dagen van rouw en
droefheid, kwamen er weer heldere en blijde
dagen. Toen de jeugdige Prinses, de vreugd
en de trots der natie, met hare Koninklijke
Moeder verschillende plaatsen van ons vader-
land bezocht, bleek zij een stedenwinster en
een hartenwinster te zijn, want in alle steden
en dorpen die zij bezocht, won zij aller harten
door hare vriendelijkheid, liefde en lieftallig-
heid.
En toen in 1898 H. M. als Koningin werd
gekroond werd het glanspunt, het toppunt
van geestdrift bereikt.
Groot was ook de vreugde in den lande,
toen den 7en Pebruari 1901 onze geeerbiedig-
de Koningin in het huwelijk trad met Prins
Hendrik van Mecklenburg Schwerin.
had. Ik was als de meeste van mijn kame-
raden en de menschen, met wie ik omging,
Oranjegezind maar zeer aan de oppervlakte,
of liever gezegd volmaakt onverschillig. Dat
nu is geheel veranderd. We zijn tot in merg
en been Oranjeklanten geworden.
Zeker is, dat de gevaren die met den
wereldoorlog ons dreigden ons drongen om de
aelederen te sluiten en zooals van ouds m ons
land gebruikelijk is geweest schaarden wij ons
rondom Oranje. Zeker is, dat uiterst rechts
en uiterst links die neiging hebben versterkt,
maar even zeker is het, dat voornamelijk de
persoon van Hare Majesteit die verandering
heeft te weeg gebracht. Groot respect en
groote liefde heeft haar optreden in ons ge-
wekt, doch ook hare woorden. Hoe dikwijls
hebben we in den laatsten tijd hare stem met
door de radio gehoord. De tijden, waarover
de sprookjes handelen, toen koningen zich
dagelijks met ieder hunner onderdanen onder-
hielden schijnen wedergekeerd. We hebben
door dit alles den indruk gekregen, dat onze
Koningin een echte Oranje is en waardig op-
volgster van Willem van Oranje, dat zij hoog
staat als mensch en dat zij hoog staat als
vorstin, dat zij met hart en ziel meeleeft met
ons volk en dat een machtige invloed ten goede
van haar uitgaat en dat we geen beter staats-
hoofd kunnen wenschen.
Moge God het geven, dat zij nog lang ge
spaard blijve tot heil van het Nederlandsche
volk.
Ook dezen spreker werd met applaus be-
Hierna werd door de muziek het Wilhelmus
ingezet dat door het publiek plechtig werd
medegezongen.
Onmiddellijk hierop marcheerde de gezame-
lijke schooljeugd van Hoek, die vooraf eerst
was getracteerd in de lokalen van de open-
bare lagere school, met de muziek voorop naar
het gemeentehuis voor het brengen van een
zanghulde aan H. M. de Koningin. Het viel
ons op dat de verschillende vaderlandsche
liederen'zeer goed werden gezongen en de kin-
deren werden dan ook hartelijk toegejuicht.
Om 11 uur volgde de vertolking van de in-
neming van „Den Briel" in de St. Hubrecht
straat, welk schouwspel door een z66r groote
mensc'henmassa werd gadegeslagen.
Uit de Langestraat kwamen de Watergeu
zen met Lumey voorop,, alien gewapend met
musket, sabel en hamas en prachtig ge-
schminkt, in gelederen van 2 aanmarcheeren
en werd, terwijl de muziek het „In naam van
Oranje doe open de poort" gespeeld, met een
mast de poort gerammeid en de zich ter ver-
dediging der stad bevindende Spanjaarden ge-
vangen genomen en naar het gemeentehuis
werd gevoerd waar de geuzen ook de mare
heen brachten van de inname van „den Brie
voor den Prins van Oranje.
Onder groote hilariteit ontvingen hierop
Lumey Coppelstok en eenige andere water
geuzen van den Burgemeester verschillende
onderscheidingen voor de door hen beloonde
onverschrokkenheid en zei de burgemeester,
dat hij nooit geweten heeft, dat Hoek zulke
dappere en onversaagde inwoners heeft.
Het weer hield zich den geheelen dag goed,
zoodat deze eerste feestdag bijzonder goed
geslaagd is.
Woensdag 7 September werd 's morgens
om pl.m. 8.30 de gemeentevlag, welke inmid-
dels in Amsterdam namens de Koningin met
een oranjewimpel versierd was door den heer
J. D. Haak aan de deputatie der jeugdver-
eenigingen definitief ter hand gesteld met de
toespraak:
Geachte jeugdvereeniging van Hoek.
De eerste maal is het Hoeksche dundoek
officieel en plechtig door den heer Burge
meester aan U toevertrouwd om mede hulde
te betuigen aan onze geliefde Landsvrouwe.
met een ter eere van H. M. gehouden defild
te Amsterdam.
Ik ben overtuigd, dat deze taak, door U op
waardige en plechtige wijze is volbracht,
daarvoor onzen hartelijken dank.
Als symbool hebt gij mede gebracht de door
H. M. Koningin Wilhelmina uitgereikte
Oranjewimpel, welke wij thans met vreugde
zien wapperen boven onze standaard.
Ten tweede male vertrouwen wij U ons
dundoek toe, wetende, dat het aan U toe-
vertrouwde pand, op waardige wijze aan
onzen feestelijken optocht ter herdenking van
het 40-jarig regeeringsjubileum van onze be-
minde Vorstin deel zal nemen.
Hiermede overhandig ik U nogmaals ons
dundoek, waar wij alien trouw aan zullen
blijven.
Om 9 uur werden op de weide van den heer
J. C. de Kraker aan de Noordstraat volks-
spelen gehouden waarvan de uitslagen als
volgt luiden:
I. Ringrijden voor heeren:
le Jacs. Kolijn; 2e H. Zegers; 3e Joz. de
Kraker; 4e J. C. Verhage; 5e J. Oppeneer;
6e M. Dieleman; 7e J. de Jonge Pzn.
II. Zakloopen voor heeren:
le Th. Meertens Mzn.; 2e C. Dierx; 3e
J. Dieleman Jzn.4e J. Nieuwelink Azn.;
5e Joz Nieuwelink Azn.; 6e L. Donze; 7e
M. Dieleman; 8e W. de Groote; 9e J. Ha-
melink; lOe M. Meertens Mzn.
III. Stoelenwedstrijd paarden:
le J. C. Verhage; 2e Jacs. Kolijn; 3e H.
Zegers; 4e F. de Feijter; 5e J. de Jonge Pzn.;
6e J de Putter Szn.;
P. Verstraten.
7e J. v. d. Hooft; 8e
IV. Ballenkruien voor heeren:
le J. Meertens Mzn.; 2e L. Donze; 3e
J. Vexgouwe4e M. Dieleman; 5e P. A.
Ockd; 6e C. Dierx; 7e J. Nieuwelink Azn.;
8e Joz. Nieuwelink Azn.
Om 1 uur 's middags werd op dezelfde
weide weer de stoet gevormd voor een bezoek
aan de buurtschappen Knol, Wulpenbek en
Boeregat.
Op de Knol werd het bestuur van de
Oranijevereenlging officieel verwelkomt door
den Weled. heer Geelhoedt, die namens het
bestuur van d'e buurtvereeniging Knol zijn
De vorige maal, bij de geboorte van Prinses
Beatrix, hebben wij onzen blik gevestigd op de
toekomst en gevraagd wat zal Oranje voor
Nederland in den loop der jaren doen?
Thans slaan we een blik terug in het ver-
leden en vragen wij ons af, wat heeft Oranje
en in het bijzonder wat heeft onze Vorstin
Wilhelmina voor ons gedaan in het tijdperk
van 40 jaar, dat het haar gegeven was om
over ons volk te regeeren?
Een antwoord op deze vraag hoef ik eigen-
lgk niet te geven, want het feit, dat geheel
Nederland op zoo'n waardige wijze feest viert,
bewijst ons wel, dat haar regeering is tot ons
aller genoegen.
Dat ook wij deze laatste gedachte huldigen,
mijnheer de voorzitter, hebben we willen uit-
drukken in de versiering van onze buurt.
En het doet ons buitengewoon groot genoe
gen, dat men in Hoek belang stelt in deze
uiting, dat men hierheen gekomen is om met
ons vroolijk te zijn, om met ons te feesten.
Namens het Boeregat breng ik alien die hier
aanwezig zijn dank voor het med'eleven en de
belangstelling.
Het Boeregat koestert den wensch en dat
is deze: neem straks naar Hoek de overtui-
ging mee, dat ook het Boeregat, hoe eenzaam
het hier ligt, een warm hart heeft voor Oranje.
Ik wil nu eindigen met het uitspreken van
den wensch, dat onze geliefde Koningin nog
vele jaren gespaard mag blijven om te regee
ren ook over onze buurtschap en dat onze
buurtschap nog even veel jaren trouw aan
haar Vorstin mag blijven.
Leve de Koningin, leve het Huis van Oranje.
Hiep, hiep, hoera. Hiep, hiep, hoera. Hiep,
hiep, hoera!
De voorzitter der Oranjevereeniging dankt
hierop den heer De Bokx voor de woorden
van welkom tot hem gericht.
Door de muziek werd hierop het „Wien
Neerlandsch Bloed" ingetzet dat door de
menschenmenigte werd meegezongen. Daarna
werden het Oranjecomite en de muziek een
verfrissching aangeboden, waarvan een dank-
baar gebruik werd gemaakt.
Na nog eenigen tijd gebleven te zijn vangt
de stoet den terugweg aan. Jammer, dat de
meeste deelnemers druipnat thuis kwamen
daar ze in den Lovenpolder door een stortbui
verrast werden.
Om 8 uur werd een concert aangeboden
door de Oranjevereeniging, pitgevoerd door de
muziekvereeniging ,,Ilarrnonie"' uit Biervliet.
De muziekliefhebbers konden hier eens hun
hart ophalen aan vele goede muziek en elk
stuk werd dan ook door applaus beloond.
Om 9.30 uur volgde de slotattractie, die
bestond uit een schitterend vuurwerk aange
boden door de Oranjevereeniging.
Mede door het den geheelen verderen avond
goede weer hebben duizenden genoten van dit
zeer mooie vuurwerk, dat zeker de moeite
waard was om te zien. Als knaleffect vorm-
de van dit vuurwerk de Kroon met daaronder
de W, welke onder de toonen van het Wilhel
mus, gespeeld door de vereeniging ,,Harmonie
een waardig slot vormde van deze goed ge-
slaagde feestdagen. Van de gelegenheid tot
dansen werd een ruim gebruik gemaakt en
is geen enkele wanklank vemomen.
De heer Haak heeft alle festiviteiten beide
dagen laten verfilmen, zoodat binnen enkele
dagen de Hoeksche bevolking nogmaals op
de film de feestelijikheden zal kunnen volgen.
Een woord van hartelijken dank voor de
wijze waarop de Oranjevereeniging en de
muziekvereeniging en alle andere personen,
die op eenigerlei wijze medegewerkt hebben
aan het slagen der feestelijkheden zich van
hun taak hebben gekweten is hier zeker op
zijn plaats.
Ulvenhout, 8 September 1938.
\AJmico,
Ge zijt izekers wel
'n Ibietje nuuwsgierig
naar dieen ermen
Eeker? Vaneigens
Nou ik geloof te
meugem zeggen: 't
gaat 'nen goeien kant
op. Dagen hee-t-ie
buiten kennis gelegen
en „aohteraf is 't
nog 'n wonider", zee
ons dokterke: „dat 't
jonk nie morsdood is
geslagen teugen die-
en hekpaal, want den
val is bar aangekomen", zoo zee-t-ie. Maar
't van nature zoo taaie Eekerjonk, lijk 'n wild
gewas opgegroeid onder vertrapping en in
ermoei, izal deuizen ruk aan de blom, aan
't ,,kopke'° van den plant, ook weer wel te
boven1 komen. Daar is nou eenmaal gewas,
dat geschapen schijnt om te groeien onder
koeienpooten, peerdenhoeven en in tij en on-
tij. Lijk er ook gewas is, dat den kop laat
hangen na een naehtje vorst.
Verklaren kunnen we 't nie, mee gin ge
loof izelfs, 't hoort thuis onder de geheimen
van den Schepper.
Den eenen mensch stijgt nou eenmaal lijk
'n zeepsoplbalieke op 't minsite windeke tot in
de wolken, izonder dat ie er iets aan doen kan
den andere blijft in den- slik liggem, lijk 'nen
loojem bal.
En nou kunt ge jaloersch zijn op die „zeep-
bel". En nou kunt ge compassie hebben mee
dieen „,loojen /bal" God schiep lucht en
God- schiep looid. En dan weten we daarom-
trent maar den ding zeker: 't zal alleibei noo-
dig zijn veur de voleindiging der Weareld.
Wear eld', waarop veui geluk maar ,,zeeptoel"
is. Opstijgend in duuzenderlei kleurenpracht,
uit malkaar spattend tot Niks.
Oja tusschen die zeepbel en dieen loojen
bal liggen weareideni van vertwijfeling en
strfjd. Van heiligmaking en verwerping!
Dat verschil is groot, zoo groot, dat wij 't
nie kunnen becijferen, al kunnen we dan al
rekenem mee millioenen, mee milliarden, mee
lichtjaren zelfs! Maar daar zijn ndg gr6<5-
tere „cijfers". En die liggen nou „toevallig"
tusschen die zeepbel en dieen loojen bal...!
De geleerde prakizeert er "n soortelijke ge-
wichtskwestie van.
De politieker prutst er sociale stellingen
uit.
-Den anderen geleerde fabriekt er 'n wijsbe-
geerte op.
|En- den modemen politieker knutselt er 'n
,nuuw" Heidendom mee.
Maar al dieen huisvlijt vergaat, valt uit
malkaar. Nuuw knutselwerk wordt gezaagd
en tgelijinid, valt uit malkaar en vergaat.
iFin de schoone zeepibel stijgt in de wolken.
En den loojen' bal blijft liggen in den slik.
Maar den Eeker!
"ik Ben toy 'Inn gewist.
'n Paar dagen gelejen kwam Did III mee
de iboodschap thuis, da'k den Eeker beizoeken
mocht. Dat was veurloopig alleen maar toe-
gestaan aan Did IH eigens en dan nog maar
heel zuinigskes aan. Nou mag ie elken avond,
van zeuven uren af da's wel gin toezoek-
uur, maar den Did finamcdert daar den tooel,
dus i ik zeg, nou mag ie elken avond 'n uur
bij den lEeker iz'n bed zitten. En da's veur
die twee mannekes, die gewend waren heel
den avond' samen op te trekken, al 'nen heelen
winner, 'k Hetb oe dat vroeger al 'ns ver-
teld; waar ze 't allegaar over hebben, weet
ik nie, maar die moelekes stonden nooit stll
Heele avonden waren ze doende in den stal,
bij Bles natuurlijk, ze frutselden aan 't peer-
detuig, ze timmerden, ze „bouwden" om-
mers samen den Eeker zfn ,,aparteiment"' op
den izolder! ze hadden "t samen altij even
druk en plazierig.
iEindelijfc mocht ik dan den Eeker 'ns 'zien.
Zcndiagtmiddag. Samen, mee Dr6 HI ben 'k
naar 't ziekenhuis gestapt, aan 't ander ende
van den Ulivenhou tschen weg. 'Nen schoo-
nen, 'men royalem ibouw, dat ziekenhuis, dat
daar ligt in 'nen wijen, zonnigen tuin, waarin
de druiflblaauwe coniferen in koele schoon-
heid te pronlk staan op de hier en1 daar be-
blomde grastapijten.
Als we hadden aangeibeld, hoefden we niks
te vragen of te zeggen: Dre IH was hier al
goed ibekend en wist den weg.
Den rector en de nonnekes ze kennen
'm 'allemaal. Want mee den' ermen Eeker is
veui compassie enne.iederen braven mensch
is in zo'n geval geren content, wanneer er
'nen „Dr6 HP' is, die 'nen ermen Eeker"
bijstaat en vorthelpt. Brave menschen zou-
wen't geren eigens doen, maar daar is meest-
al gin tijd, gin1 gelegenheid' veur en dan
nouja, dan leve ,,'Drd IH", die veui gewetens
ontlast.
Hij is daar dus gezien, m'nen compagnon,
die twijfelloos over de toreeje en lange gan-
gen stapte, hier en daar 'nen goeiendag" zee
en eindelijk veur een van de honderd deuren,
die 'k al gepasseerd .was, ibleef staan en toen
teugen me zee: ,,loop maar achter me aan,
Opa, den Eeker lee-d-in 't hoekske van de
zaal".
„,Ik docht dat ie alleen lag, Dre
,,Ja, d'eerste week, toen er nog levensge-
vaar was, nou lee-t-ie op zaal, schilt me vijf
gulden per dag, Opa! 'k Mot rekenen mee
m'nen spaarpot
Beizurgd keek ie me aan. ,,,'k Mot tot den
lesten dag rvort kunnen mee m'n centen, ziede.
En 't is allegaar vooruittoetalen, Opa. Behalve
den dcikter. Die hee gezeed da'k gin zurgen
hoef te maken yeur Nuuwjaar en da'k dan
nog wel ginnen deurweerder aan *m'nen nek
krijg. Goeien vent. Kom nou maar mee."
Amico, wat had ik 'n plazier in deuzen jon-
gen patroon! Z'nen kop is stroef geworden
over B'n zorgen mee den Eeker!
Alice hij' zal wel tekortkomen, maar 'k
laat 'm geren zoo lang meugelijk deuzen zurg
van naastenliefd^. 't Zal 'm gin kwaad doen,
wa gij;? Naar z'n Moeder, z'h Wieske, hee-
t-ie al geschreven g'ad, dat ie mee de Amster-
damsche feesten nie thuis ikan komen, omdat
ie... 't te druk hee op den hof.
Wieske schreef me daar over tenminste en
of -nou wezenlijk haar jongste nde 6enen dag
gemist host worden, want de verlichting van
Amsterdam was „zdo geweldig" en zoo wijer.
Amico, ik ken die versieringen'k Was 'ns
in den Haag, mee zo'n ,,feeerieke" feestver-
lichting. Liet me des avonds in 'n groote bus
enkele ,uren inondrijen.
*k Wiefd deuzig en moei van al die pracht.
Wit licht, groen licht, rooi licht, sliingers van
licht, fonteineni ;van ldoht, op 'n moment
stonden er tien millioen lichtje® op de gevoe-