ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Zeeuwsch-Vlaandeiens Jubelzang
HET REGEERINGSJUBILEUM
1898 1938
No. 9807
MAANDAG 5 SEPTEMBER 1938
78e Jaargang
EERSTE BLAD
ter gelegenheid van het40-jarigRegeeringsjubileum
van H.M. Koningin Wilhelmina op 6 September 1938
Het veertigjarig Regeeringsjubileum
van H. M. de Koningin.
N EUZENS
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
r. per post i 1,55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
v/oor Belgie en Amerika f 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
■voonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GUM) 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,20.
ILLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent by vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Intending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DEC BLAD VERSOHIJNT IEDEBEN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VBIJDAGAVOND.
Welaan! Laat de feestklok luiden
Op dit Vorst'lijk jubilee
In het Noorden, in het Zuiden
Van de Oostgrens tot de zee!
Veertig jaren onverdroten
Landsbestuur in wel en wee,
Plichtgetrouw, maar vastbesloten
Naar 't devies: JE MAINTEENDRAI
Siert de gevels, smukt de straten
Laat ze baden in bet licbt
Wij Zeeuwsch-Vlaamsche onderzaten
Doen 't uit nationalen plicbt.
Hoort aiom den jubel rijzen
En Zeeuwsch-VLaand'ren jubelt mee,
Wil naar eigen trant en wijzen
Eeren het: JE MiAINTIENDRAI
Langs Zeeuwsch-Viaand'rens groene dreven
Klinkt dees dag gezang en lach
't Ziet zrjn volk blij medeleven
Dezen schoonen jubeldag.
In dees verre grenslandouwe
Noest ontwoekerd aan de zee
Leefden Hoop steeds en Vertrouwen
In 't devies: JE MiAINTIENDRAI
Laat bet langs de Scheldeboorden
Van af het verzande Swijn,
Tot Saeftingens Verdronken oorden
Gloriedag van vreugde zijn!
't Vlaamsche Zeeland heeft vertrouwen
In zijn eigen kracbt, maar mee
In 't devies, dat zijn Landsvrouwe
't Hare noemt: JE MAINTTENDRAJ
A. WEHRENS.
GEMEENTEBEGROOTING.
in ons vaderland verschuivingen hebben plaats
gevonden in de machtsverhoudingen die
tezamen de maatschappelijike structuur vor-
Een he rden kin gsrede.
iDoor den burgemeester, den heer Mr. P.
Tellegen, werd de j.l. Donderdag gehouden
raadsEitting geopend met de volgende her
ds nikingsrede:
Mijne heeren leden van dezen Raad!
Nadat wij gisteren Koninginnedag hebben
gevierd en nu de stad zich daarbij tevens reeds
in feesttooi heeft gestoken am aanstonds op
waardige wijze te herdenken hoe gedurende
veertig jaren Koningin Wilhelmina ons land
en zijn overzeesche gewesten heeft bestuurd,
wil ik bij den aanvang van deze vergadering
ook van deze plaats een enkel woord aan
deze zoo gedenkwaardige gebeurtenis wij den.
Wederom maakt ons geheele Nederlandsche
volk zich op om in eensgezindheid een Oranje-
feest te vieren.
Wij hebben de laatste twee jaren reeds
meerdere keeren met dankbare blijdschap die
hechte twee-eenheid van Nederland en Oranje
mogen beleven, maar meer nog dan tevoren
is thans de draagster der Kroon het middel-
punt van den jubel der natie. Wederom be-
leefden wij het onvergeetlijk voorrecht, dat de
Koninklijke woorden door den aether tot in
omze binnenkamers klonken. Meer nog dan
tevoren waren wij daarbij met al onze ge-
daohten bij de hooge Landsvrouwe, naar wie
het Nederlandsche volk langer dan veertig
jaren opziet als de draagster van een eeuwen-
oude traditie.
Van velen zullen die gedachten gisteren zijn
teruggegaan naar die eerste proclamatie van
31 Augustus 1898 waarin onze Vorstin reeds
met den aanhef: „Aan mijn Volk!" voor zich
en voor ons de taak omschreef zooals in de
thans verloopen veertig jaren ook gebleken is,
dat Koningin Wilhelmina zich Haar Konings-
schap heeft gedacht.
Aan Haar Volk heeft Koningin Wilhelmina
zich op dien dag opgedragen. Aan Haar Volk
heeft Zij zich sindsdien van dag tot dag, van
uur tot uur gewijd.
Er zijn Oranjevorsten geweest, die over een
langer tijdbestek leiding hebben gegeven aan
de historie van deze Nederlanden en God geve,
dat onze Vorstin nog vele jaren voor ons Land
en Volk moge staande blijven aan het roer van
ons schip van staat, doch reeds nu kan wor
den vastgesteld, dat geen Oranjevorst in een
tijdsgewricht van zoo groote wereldbeteeke-
nis met de den Oranjes eigen nauwgezette en
onverdroten plichtsbetrachting en zelfver-
zaking zich aan het volk van Nederland heeft
gewijd. Deze veertig jaren toch zijn als een
brug die twee geheel verscheiden werelden
verbindt. Aan de eene zijde het einde der 19e
eeuw met haar eigen stempel van godsdien-
stige, maatschappelijke en kunstopvattingen,
in een rustige wereld, temidden van nog
steeds toenemende welvaart. Aan de andere
zijde ontxenning van eeuwenoude geestelijke
waarden op elk terrein., een verscheurde
wereld een steeds nijpender ellende. Zal er
uit deze krampen een nieuw leven geboren
worden, een beter leven? Wie zal het zeg-
gen Het eenigste wat wij kunnen vaststellen
nu na de laatste twee decennia, is, dat er ook
men.
Op deze plaats, waar wij ons immers plegen
te bewegen op het terrein van het staatsrecht
en bij deze gelegenheid nu wjj staan te vieren
het veertig-jarig Koningsschap van onze Vor
stin, moge slechts gewezen worden op de
merkwaardige verschuiving van invloed die
ten aanzien juist van dit Koningsschap in ons
staatsleven heeft plaats gegrepen.
Het is .welhaast een gemeenplaats gewor-
den om te beweren, dat het parlementarisme
een crisis doormaakt waarin het parlement aan
invloed inboet welke aan de Kroon ten goede
komt. Wij ondervinden het hier immers
dagelijks, hoe het regeeren in deze laatste 20
jaren hoe langer zoo meer geschiedt enkel
door de Kroon en haar raadslieden en minder
langs den weg door het parlement. Is dus op
zich zelf reeds daardoor de aanwijzing door
de Kroon van haar raadslieden van grooter
belang geworden zoo is het eenig moment
waarop onze Vorstin volgens de constitutie
hoar persoonl'ijk oordeell mag, ja moet laten
gelden in de tweede helft van haar regeerings-
periode van oneindig meer gewicht geworden
dan het bjj den aanvang was. Door de ver-
splintering van het partijwezen in de laatste
twintig jaren wijst de keuze harer raads
lieden zich niet meer zoo vanzelf als vroeger,
kan Zij zich daarbij niet meer verlaten op een
duidelijk uitgesproken volkswil, maar heeft
zeUf en zal hoe langer zoo meer zelif met Haar
eigen oordeel te rade moeten gaan.
Hebben dus eenerzijds de btnnenlandsche
verhoudingen den invloed der Kroon op het
staatsbestel doen groeien, evenzeer is dit het
geval door de jarenlange dreigende intematio-
nale verhoudingen. Tegenover de zoo onheil-
spellende buitenlandsche toestanden schaarde
ons vol'k zich dichter om de Kroon in steeds
lervender wordend nationaal besef, dat zich
belichaamd ziet en vertegenwoordigd tegen
over dat buitenland in onze Vorstin.
De Kroon dus niet enkel meer een orna
ment, een vliegwiel in het raderwerk van den
staat, maar het levend centrum van het
staatsleven.
(Zoo beleven wij dus in dezen tijd, waarheen
de onbestemde gevoelens van alle Nederlanders
in al de eeuwen van ons zelfstandig volks-
bestaan uitgingen: de Oranjestam in het
midden van onze volksgemeenschap geplant.
Zoo zijn het dan ook geen ijdele woorden
wanneer de Koningin dank zegt aan het ge
heele volk voor het vertrouwen haar geschon-
ken, voor de betoonde liefde en aanhankelijk-
heid, waardoor Zij zich bij de uitvoering van
j haar taak gedragen weet. Zoo weten ook wij
ons veilig tegen elken invloed van vreemden
I bodem, hetzij die elders leidde tot de anarchie
I van het communisme, hetzij tot de slavemij
van den tyran.
Toch zou deze schets van het hedendaagsch
Nederlandsch Koningsschap een beeld met
i leemen voet weergeven wanneer ik U niet tot
slot er op wees, dat Koningin Wilhelmina zich
steeds met nadruk noemt Koningin bij de
gratie God's.
De begrooting van de plaatselijke inkomsten
en uitgaven dezer gemeente, alsmede de
begrooting van het woningbedrijf, dienst 1939
zijn aan den gemeenteraad aangeboden en
gedurende een tijdvak van veertien dagen
voor een ieder ter inzage op de gemeente-
seoretarie neergelegd, alwaar tegen betaling
van de kosten afschriften kunnen worden
verkregen.
Temeuzen, 5 September 1938.
Burgemeester en Wethouders
van Terneuzen,
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVMLLE, Secretaris.
GEMEENTEBEKENING.
De rekening van de inkomsten en uitgaven
dezer gemeente en die van het woningbedrijf
over 1937 zijn aan den gemeenteraad over-
gelegd en gedurende een tijdvak van veertien
dagen ter gemeentesecretarie voor een ieder
ter inzage nedergelegd, alwaar tegen betaling
van de kosten afschriften kunnen worden
verkregen.
Temeuzen, 5 September 1938.
Burgemeester en Wethouders
van Terneuzen,
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris,
Ook hier zijn deze woorden geen ijdele
klank.
Ook hier hebben de veertig jaren ons ge-
toond dat onze Vorstin Haar Koningsschap
steeds bond aan God's Woord waaraan Zij het
ontleende. Zoo kon Zij het in ootmoedigen
dank aanvaarden; zoo heeft Zij getoond het
Koninklijk gezag te kunnen handhaven ge-
bonden als het wederom was uit denzelfden
oorsprong aan de eisch van recht en gerech-
tigheid.
Hierin vinden wij dan tevens het geheim
van de kracht die Haar staande heeft gehou
den in een tijd en in omstandigheden die naar
menschelijk oordeel het bovenmenschelijke
eischen.
Dan mogen wij nu ook bidden dat God haar
nog de kracht moge geven voor vele jaren
onze Landsvrouwe te blijven, maar dan weten
wij ook voor ons zelf de richting waarheen wij
moeten gaan indien wij willen beantwoorden
aan den oproep die Zij gisteren tot ons heeft
gericht om mede te werken nu en in de toe-
k'omst aan het opbouwend werk dat ons te
waehten staat. Dan hebben wij ten slotte
ook den juisten klankbodem gevonden waarop
in deze feestdagen de jubel mag worden aan-
geheven om de bijzondere gave die God in het
Huis van Oranje aan ons vaderland heeft
geschohken.
Dat die gave bestendiigd blijve zij onze
innigste bede.
De feestelijke intocht in de hoofdstad.
Amsterdam in feesttooi bejubelt de
Landsvrouwe tijdens triomftocht door
de stad.
Amsterdam, 5 September.
Vandaag houdt Koningin Wilhelmina Haar
feestelijke intocht in de hoofdstad der Rijks,
om hier den dag te herdenken waarop Zij,
veertig jaar geleden, in diezelfde hoofdstad
gekroond werd tot Koningin der Nederlanden.
Vreugdevol en in feeststemming heeft Am
sterdam vanmiddag de Koningin ingehaald
nadat het zich in verbluffend korten tyd
getooid had en opgesierd en een boven ver-
wachting feestelijken aanblik bood.
Reeds vroeg in den ochtend was het merk-
baar, dat deze dag door een bijzondere ge
beurtenis gekenmerkt zou worden. Het was
alsof alles wat in de stad gebeurde slechts als
bijkomstige noodzakelijkheid werd verricht
omdat een groote gebeurtenis, waarop zich
alles richtte, vandaag slechts van beteekenis
was. Vooral in 'de:bmnenstad was het reeds
vroeg op den dag ongewoon druk. Vele uren
voordat H. M. de Koningin in de stad zou
aankomen schaarden zich reeds duizenden
langs den feestelijk versierden intochtsweg
om zich van een goede plaats te verzekeren.
Vooral de plaats van aankomst, het Haarlem-
mermeerstation, gelegen in het Zuidelijk deel
der stad, stomid in het centrum der belang-
stelling. Hier en langs de Lairessestraat had
de politie dan ook tjjdig voor een afzetting
gezorgd.
Sober maar smaakvol is bet Haarlemmer-
meerstation versierd. De gevel is afgezet met
slingers groen, terwijl de daklijst een versie-
ring draagt van groen en Oranjekleurige
bloemen. Terzijde van den ingang zijn Oranje-
doeken en vlaggedoek in de nationale kleuren
gedrapeerd. Naast den uitgang is een groot
baldakijn opgericht waaronder Hare Majesteit
na aankomst zal plaatsnemen om de zang-
bulde van het Toonkunstkoor in ontvangst te
nemen. Masten met vertikaal neerhangend
vlaggedoek voltooien het feestelijk beeld van
het kleine plein voor het station, waar de
Koningin haar intocht in de hoofdstal zal
beginnen.
Het eerste gedeelte van den intochtsweg,
van het Haarlemmermeerstation langs de
Cornells Crusemanstraat tot voorbij het
Valeriusplein wordt ingenomen door infante-
rie, terwijl verder in de Lairessestraat tot aan
de hoek van de Dufaystraat een eerefront van
reservie-offiicieren staat opigesteld.
Verder langs den intochtsweg staat de
Amsterdamsche Vrijwillige Burgerwacht op-
gesteM, ,gwolg*d op tien meter afstand van
elkaar de deputaties van zeshonderdvijftig
Hoe dierbaar was voor veertig jaren
Ons reeds de jonge Koningin,
Vol frissche kracht, schoon onervaren!
Hoe hoopvol was het blij begin!
Gelijk een schoone lentemorgen,
Wanneer de zon ons tegeniacht.
Wat toen de toekomst hield verborgen,
Is heerlijk aan het licht gebracbt!
De boop mocht in vervulling treden:
Wat was bet goed, wat was het schoon,
Van achtennegentig tot heden
Die fiere Vrouw op Hollands troon!
Zij was die lange reeks van jaren
De souvereine Majesteit,
Die moed aan zachtheid wist te paren,
Voortvarendheid aan wijs beleid.
Het welzijn van Haar volk voor oogen,
Geen duimhreed wijkend van het recht,
Vervulde Zij in rustloos pogen
De hooge taak, Haar opgelegd.
Wij zijn Haar lof en dank verschuldigd
Voor zooveel goeds, aan ons betoond.
Opnieuw wordt Zij door ons gehuldigd;
Met onze liefde en trouw gekroond!
Temeuzen, 5 September 1938.
J. K.
Amsterdamsche vereenigingen met vaandels.
Deze rij loopt tot in de nabijheid van den Dam,
waar opnieuw infanterietroepen aan beide
zijden van den weg zijn opgesteld.
En daar achter langs den geheelen weg
stond-en reeds vroeg de duizenden opgesteld
om Hare Majesteit bij het passeeren, dat stap-
voets geschiedde, toe te juichen. Alle vensters
van de feestelijk versierde gebouwen en huizen
langs den weg waren dicht bezet en zelfs tot
op de daken had men zich opgesteld om van
dichtbij het historische moment van den in
tocht te kunnen medemaken.
De geheele intochtsweg was door het aan-
brengen van sohuin geplaatste metalen draag-
stangen aan elke lantaarnpaal, waarvan in
drie gescheiden banen de kleuren van onze
nationale vlag afhangen, welke banen in een
ruime boog vallen en aan den achterkant van
de draagstang worden opgehouden, op kunst-
zinnige wijze versierd. De binnenstad had een
andere versiering.. Zoowel op het Museum-
plein als op het Leidscheplein stonden hooge
palen, waarvan kleurige wimpels en wapen-
doeken afhangen. Feestelijk is de indruk, die
de htooge gebouwen, zakengdbouwen,hotels en
het modemagazijn van Hirsch op het Leidsche
plein1 maken. De smallere Leidschestraat
biedt een zeer fraaie doorkijk, dank zij de
prachtige versiering van professor Huib Luns,
zware wapenschilden met kleurige labarums
en zware koorden, welke op negen plaatsen
als prachtige eerepoorten de straat over-
welven.
Naarmate men dichter bij den Dam kwam,
langs Koningsplein, Singel en Nieuwe Zijds
Voorburgwal, werd het drukker.
Reeds lang voor twee uur, als de Vorstin
nog niet aan het Haarlemmermeerstation in
de hoofdstad is aangekomen, stond het publiek
achter de afzettingen dicht opeen gedrongen,
hoewel pas tegen vier uur de Koninklijke Stoet
op den Dam kon worden verwacht.
Aankomst van H. M. de Koningin.
Tegen twee uur waren op het versierde
perron van het Haarlemmermeerstation tal
van autoriteiten ter begroeting van H. M. de
Koningin aanwezig. Hier waren o.a. de bur
gemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt,
getooid met zijn ambtsketen, de wethouders
en gemeentesecretaris, de meeste raadsleden,
verscheidene miltaire autoriteiten, onder wie
de bevelhebber van de vierde militaire afdee-
ling, generaal-majoor A. R. van den Bent,
de commandant van de marine te Wi'llems-
oord schout-bij-nacht H. Jolles, de comman
dant der maritieme middelen te Amsterdam,
kapi'tein ter zee N. A. Rost van Tonningen,
de garnizoenscommandant van Amsterdam,
luitenant-kolouel W. A. Boswijk, de commis-
saris der Koningin in de provincie Noord-
Holland, mr. dr. A. Baron Roell, en de Am
sterdamsche kamerheeren van H. M. de Ko
ningin, jhr. mr. W F. Roell en jhr. F. J. E.
van Lennep. Oak waren hier tegenwoordig
mr. L. J. A. Trip, president van de Neder
landsche Bank, voorzitter van de Huldigings-
commissie 1908, de secretaris dezer commissie,
C. G. Vattier Kraane en de andere leden van
deze commissie.
Toen precies op tijd de Koninklijke trein
binnenreed en H. M. de Koningin was uit-
gestapt, werd zij op het perron begroet door
den burgemeester der hoofdstad, dr. W. de
Vlugt, die Hare Majesteit begeleidde naar de
feestelijk versierde waohtkamer, waar de offi-
cieele begroeting zou plaats hebben.
Nadat de aanwezige autoriteiten door den
Burgemeester aan H. M. de Koningin waren
voorgesteld, heette de burgemeester in de
begroetingsrede de Koningin in zeer hartelrjke
bewoordingen welkom, vooral aldus dr.
de Vlugt omdat Uw bezoek samenvalt met
het tijdstip waarop Uwe Majesteit veertig
jaar geleden de regeering aanvaardde.
,,Uwe Majesteit vergunne mij te volstaan
met te constateeren, dat in geheel onze histo
rie moeiilijk een regeerimgsperiode van even
langen duur is aan te wijzen, waarin zoo
belangrijke veranderingen op schier elk gebied
paats vonden. En nog zgn deze niet tot staan
gekomen.
Tot vreugde en dank stemt een vergelijking
met den toestand in zoovele andere landen
van Eurapa. Daartoe stemt ook de omstan-
diglheiKl1, dat wij dank Gods goedlheid nog
zijn die wij zijn, een vrij volk, welks onafhan-
kelijk bestaan niet alleen ongerept bleef, maar
dat ver buiten onze grenzen aan achting en
beteekenis won. Doch daartoe stemt vooral,
dat wij ons mogen verheugen in het bezit van
Ulwe Majesteit, die, na veertig uiterst moei-
lijke en zorgvolle regeeringsjaren, nog onver-
zwakt den scepter voert, telkens opnieuw het
belang van lanid en volk dienende en in onibe-
zweken trouw de woorden van Uwen Konink-
lijikem Vader, voor veertig jaren ook tot de
Hare gemaakt, toepassende: Oranje kan
nooit, ja nooit genoeg doen voor Nederand".
Nederland en Oranje. Symbool van een
groote meesleepende kracbt. Daarom zijn de
dagen van Uwer Majesteits veertigjarig
regeeringsjubileum feestdagen van Neder
land, feestdagen ook van Amsterdam.
Op het voorbeeW van Uwe Majesteit gaan
wjj onder de banier van Oranje met moed en
volhai'ding voorwaarts wetende, dat Hij, die
het al bestiert, ook de zorgvolle tijden ten
goede kan keeren.
Het is deze wetenschap, die ons ootmoedig
bet hoofd doet buigen en ons samenvoegt in
de bede, dat de Almachtige Uwe Majesteit
lang e n voor Haar Huis e n voor ons Vader
land sparen moge, rijkelijk omringd met zijn
gunst, en geve, dat Nederland hier als over
zee onder Haar Regeerinig weder jaren be
leven moge, waarin welvaart en bloei zich aan
breede geestelijke ontwikkeling zullen paren".
In een korte rede antwoordde H. M. de
Koningin op de rede van den burgemeester en
Sprak Zij Haar dank uit voor de hartelijke
begroeting.
Voorafgegaan door den burgemeester begaf
Zij Zich naar buiten. Terwijl de studenten-
eerewacht en het eere-escorte huzaren de eer-
bewijzen brachtera, steeg er uit de menigte, op
het moment dat de Koningin aan den uitgang
van het stationsgebOuw verscheen, een donde-
rend gejuich op, dat aanhield toen Zij Zich
begaf naar den zetel onder het baldakijn omi
de zanghuide aan te hooren. Onder leiling
van profressor doctor Willem Mengelberg en
belgelei'd door twintig blazers bracht het
Amsterdamsche Toonkunstkoor ten gehoore
het voor deze gelegenheid speciaal geschreven
lied van den dichter J. W. F. Werumeus Bu-