Buitenland REGELING VAN OUDE SOHULDEN. Hoofdpijn, Kiespijn. hefpen^hifrbij TERNEUZEN, 26 AUGUSTUS 1938. dien moeten nieuwe afdeelingen worden op- gericiht. Het Roode Kruis is sedert eenigen tijd in de openbaarheid getreden en richt zich nu onomwonden tot het Nederlandsche volk, om zoowel financieel als persoonlijk hulp en steun te verleenen voor de schoone zaak van de verzorging en verpleging van zoowel ge- wonde en zieke militairen in oorlogstijd, als van de slachtoffers van luchtaanvallen onder de burgerbevolking. Men wil bij het Roode Kruis geen onheilsprofeet zijn, noch ons volk noodeloos verontrusten. Maar het is niet ver- antwoord, om met de volledige organisatie van de me est doeltreffende hulpverleening te wachten tot de oorlogsramp ons overvalt. Financieele en materieele steun aan het Roode Krui/s het kan niet met genoeg klem onderstreept worden, zeide dr. Offer- haus is niets anders dan de Ibetaling van een kleine verzekeringspremie, zoowel voor ons zelf, als voor onze zonen en mannen, wanneer die straks wellicht geroepen zijn om ons grondgebied te verdedigen. In oorlogstijd moeten tienduizenden gewon- den en zieken door het Roode Kruis verzorgd worden. Voor de grootste helft van de zieke en gewonde militairen moeten overal hulpzie- kenhuizen ingerioht worden. Daarvoor heeft het Roode Kruis een groot aantal gebouwen overal in den lande uitgezocht. Van elk ge- bouw meestal scholen of fabrieken, waar men ongeveer duizend menschen kan bijeen brengen is een plattegrond gemaakt, waar- op elk bed, dokterskamer, verpleegsters- inrichtingen, administratielokalen enz. getee- kend zijn. In de hulpiziekenhuizen komt er op elke 100 verpleegden 71 man personeel, namelijk drie burgerdoktoren, 10 gescboolde verpleegsters, 30 Roode Kruishelpsters en 28 man admini- stratief, huishoudelijk en technisch personeel. Op deze wijze georganiseerd, heeft het Roode Kruis nu zijn veertienduizend helpsters noo- dig, waarvan er nog tienduizend moeten wor den aangeworven en opgeleid. Ten slotte vestigde dr. Offerhaus nog de aandacht op de hulp, die de afdeelingen van het Roode Kruis, met haar transportcolonnes, kunnen verleenen bij de luchtlbescherming. In alle plaatsen waar transportcolonnes zijn, heeft men hulp aangeboden ten behoeve van de slachtoffers van een luchtoorlog. ZEEVAARTDAG EN VLOOTSCHOUW. Een ongekend sohouwspel. Zaterdag 3 September belooft een belang- rijke dag te worden in de reeks van feest- dagen, waarmede men het 40-jarig regee- rinigsjubileurn van H. M. de Koningin hoopt te vieren. Op dien dag zal voor Schevenin- gen een vloot van 15 oorlogsbodems aan de kim verschijnen, in kielwaterlinie uit het zuidwesten opstoomen en versohillende manoeuvres uitvoeren, welke van het strand en den boulevard uitstekend zullen kunnen worden gevolgd. Maar aan deze manoeuvres zal nog het een en ander voorafgaan en zij zullen worden gevolgd door avondoefeningen met zoeklich- ten, waarbij, evenals des middags, vele vlieg- tuigen in actie zullen zijn. Het volledige programma is wel zeer uitge- breid. De Zeevaartdag begint des ochtends met de opening van een tentoonstelling van scheepsmodellen in de foyer van het Kurhaus. Op den Boulevard zal, in verband met de middagdemonstraties, luchtdoel-artillerie van die landmacht zijn opgesteld. Om twee uur begint in de groote Kurzaal een Marine-bijeenkomst. IDaar zullen het woord voeren de chef van den Marinestaf- vice-admiraal J. Th. Fiirst- ner, en de vice-voorzitter van de Nederland sche Reedersvereeniging de heer J. E. G. Wesselink. Het matrozenkoor, onder leiding van den heer Th. van Elferen, zal Nederlandsche zee- liederen zingen en er zal een film over de Marine vertoond worden. Aan den Minister van Economische Zaken, mr. P. L. M. Steenberghe, onder wiens depar- tement de scheepvaart ressorteert, is ge- vraagd het woord te willen voeren van de muziektent van het Kurhausterras uit tot het publiek om de beteekenis van de Nederland sche Marine naar voren te brengen, welke toespraak door luidsprekers zal worden ver- sterkt. Om halfvier vangt op den Scheveningschen Boulevard het defile aan, waaraan wordt deelgenomen door adelborsten met vaandel, mariniers met vaandel, matrozen en de Koninklijke Marine-Kapel Hierachter sluiten aan o.m. de leerlingen van de zeevaartscholen te Vlissingen en te Sche- veningen, de jongens van het opleidingsschip Pollux en de jongens van het N.J.V.-zeekamp. De troepen trekken over den Boulevard en defileeren ter hoogte van het monument voor Land- en Zeemacht, voor de autoriteiten. Vervolgens marcheeren zij verder tot het Noordelijke einde van den Boulevard. De vloot duikt op. Om vier uur vangen de demonstraties van de vloot en de marinevliegtuigen aan. Hier- aan wordt deelgenomen door: Hr. Ms. flottieljeleider Tromp, Hr. Ms. krui- ser Sumatra, de onderzeebooten de O 8, de O 11, de O 15 en de O 16, de torpedobooten de Z 6 en de Z 7, de Hr. Ms. kanonneerboot Brinio, 'Hr. Ms. mijnenvegers Douwe Aukes en Hydra, Hr. Ms. mijnenvegers Willem van Eeuwyk, Pieter Floriszoon, Jan van Gelder, en Abraham van der Hulst, twee nevelvlieg- tuigen, twee torpedovliegtuigen, een demon- stratiegroep marinevliegtuigen bestaande uit twee T 4 toestellen, drie C 11 W en vijf C 7 W toestellen, Het geheel staat onder leiding van den kapitein ter zee L. A. C. M. Doorman, den commandant van Hr. Ms. Tromp. Het is de bedoeling, dat de schepen op de 8 meterlijn, ongeveer 600 meter van de toeschou- wers verwijderd ligplaats zullen nemen, zoo- dat zij van den geheelen Boulevard en alle terrassen af te zien zullen zijn. De schepen komen om precies 4 uur bij de Zuidelijke ton ter hoogte van Seinpost uit het Zuidwesten, varende in kielwaterlinie. Voorop de Z-booten, dan de 4 mijnenvegers, dan de Brinio, de Douwe Aukes en de Hydra, vervol gens de 4 onderzeebooten en tenslotte de Sumatra en de Tromp. Om kwart over vijf komen uit zee twee nevelvliegtuigen, waarop de luchtdoelartillerie in werking komt. Om halfzes komt de groote demonstratie- groep recht uit zee naar land, waarop weder- om de luchtdoelartillerie op den Boulevard in werking treedt. Bij gunstig weer zal men in dat gedeelte van het programma o.m. zien strijken en dalen van vliegtuigen. Om klokslag zes uur is dit deel der demonstraties afgeloopen, waama vermoedelijk de autoriteiten zich aan een zeebanket zullen vereenigen. Met zonsondergang illumineeren de sche pen. Om halftien vangt dan het zoeklichtspel aan van boord van de oorlogsschepen. Dit duurt tot kwart voor tien. Van kwart over tien tot half elf wordt van boord van de Sumatra en de Tromp vuur- werk afgestoken. Om halfelf wordt de Zeevaartdag op het terras van het Kurhaus besloten met een tap- toe, te geven door de Koninklijke Marine Kapel met de tamboers en pijpers van de Mariniers. En als dan om elf uur het programma zal zijn afgewerkt, hoopt de voortvarende com- missie, welke zich met de omvangrijke orga nisatie belastte, haar tweeledig doel te hebben bereikt, ten eerste een band te hebben gelegd tusschen alle zeevarenden in den lande, zoo wel van de marine als van de koopvaardij en ten tiweede het publiek een beeld te hebben gegeven van onze Koninklijke Nederlandsche Marine in de uitoefening van de taak, welke haar in tijden van nood zal zijn opgelegd. INVOER VAN MEXICAANSCHE OLIE. Op de vragen van het Tweede Kamerlid Schouten, 1. Kan de regeering mededeelen, of de ge- ruchten juist zijn, dat door Nederlandsche reederijen Mexicaansche olie en daaruit ver- vaardigde producten naar Nederland worden vervoerd, en dat getracht wordt daarvoor in Nederland een afzetgebied te vinden? '2. Indien deze geruchten juist zijn, kan de regeering dan, gelet op het bekende geschil, dat in Mexico tusschen de regeering van dat land en de aldaar gevestigde buitenlandsche petroleummaatschappijen hangende is, haar oordeel geven over dit vervoer naar en den afzet dezer producten in ons land, en mede deelen of zij te dezer zake een voorziening heeft getroffen, of nog zal treffen? heeft de Minister van Buitenlandsche Zaken mede namens den Minister van Economische Zaken, geantwoord: 1. De geruchten, dat voor Mexicaansche olie en daaruit vervaardigde producten ge tracht wordt in Nederland een afzetgebied te vinden en dat, mede door Nederlandsche ree derijen, Mexicaansche olie en daaruit vervaar digde producten naar Nederland worden ver voerd, zijn juist. 2. De regeering acht onder de gegeven om- standigheden afzet dezer olie en daaruit ver vaardigde producten in Nederland, alsmede het vervoer er van naar Nederland onge- wensoht en ziet deze derhalve ongaame. Zij ondenzoekt de vraag, in hoeverre de ge- noemde feiten aanleiding geven ter zake nadere voorzieningen te treffen. NEDERLANDSCH BANKIERSCREDIET AAN FRANKRIJK. lOp de vragen van het Tweede Kamerlid den heer Rost van Tonningen betreffende een crediet van 35 millioen gulden verleend door de firma Mendelsohn en Co. te Amsterdam aan den Franschen staat, voor den duur van 1 y2 jaar hebben de Ministers van Financien en van Buitenlandsche Zaken schriftelijk ge antwoord De wissels van het onderhavige crediet zijn uitgeschreven voor drie maanden, met het recht voor de Fransche regeering op vijf ver- lengingen. De Nederlandsche Bank heeft de wissels, voor de eerste drie maanden en voor drie verlengingen, in b e gi ns e 1 discon- tabel verklaard. Ten aanzien van de laatste twee verlengingen heeft de Nederlandsche Bank zich algeheele vrijheid van beslissing voorbehouden. Tot recht begrip van zaken zij vermeld, dat het discontabel verklaren in beginsel wil zeg- gen, dat de Nederlandsche Bank het papier, wanneer het haar te eeniger tijd ter discontee- ring wordt aangeboden, niet om in den aard van het papier (afgezien van de handteeke- ningengelegen redenen zal afwijzen. Daar- mede is dufc volstrekt niet gezegd, dat de bank het papier te alien tijde en van elken ge- gadigde in disconto zal nemen. Ook ten aan zien van in beginsel discontabel verklaard papier wordt eerst op het oogenblik, waarop het papier ter disconteering wordt aange boden, beslist of de bank het neemt. De omvang van eventueele geldbehoeften der Fransche openbare lichamen, voor zoover voor de onderhavige aangelegenheid van be- lang, is een zaak voor de credietgevende ban- kiers. (Het feit, dat het in 1937 verleende crediet van 150 millioen gulden aan de Fransche spoorwegen door een Nederlandsch bankiers- huis werd verstrekt, brengt geenszins mede, dat het totaal van het thans uitstaande be- drag zich nog in Nederlandsche hand en zou bevinden. Ontkennend wordt geantwoord op de vraag of de ministers niet van meening zijn, dat een dergelijke vastlegging van middelen in Frank- rijk indruischt tegen het belang der Neder landsche volkshuishouding en dat de financie ring der Fransche bewapening met Neder landsch kapitaal indruischt tegen de politiek van zelfstandige onzijdigtheid van ons land. DE REDE VAN DALADIER. Afwijzend standpunt der vak- vereenigingen te Parij!s. IHavas bericht uit Parijs, dat de unie van vakvereenigingen een vergadering heeft ge- houden ter bespreking van de consequenties van ,de rede, welke Daladier Zondag heeft uitgesproken. Een motie is aangenomen, waar- in uiting woixit gegeven aan de ,,emotie van de arbeidersklasse als gevolg van de rede van den minister-president tegen de 40-urige werkweek" en waarin voorts de houding van Daladier wordt veroordeeld, welke „in for- meelen strijd is met de aanvaarding van de sociale wetten en de wet op de 40-urige werk week door dezelfde menschen in 1936". In de resolutie wordt uiteengezet, dat reeds maandenlang duizenden arbeiders en bedien- den worden ontslagen en dat een aanzienlijk aantal ondememers, die verandering van de 40urige werkweek wenschen, hun personeel niet langer dan 30 of 35 uur per week kan laten werken. De resolutie constateert een voelbaren ach- teruitgang van de koopkracht der arbeiders en ambtenaren door de praktrjk welke erin bestaat ,,voortdurend aanpassing van de sa- larissen te weigeren, hoewel de kosten van levensonderhoud stijgen." Betoogd wordt, dat de .verscherping van de economische crisis geen gevolg is van de so ciale wetten, doch van „de sabotage van de werkgevers, van de trust en van de finan cieele oligarchieen". De unie van vakvereenigingen weigert dus een afwijking van de wet op de 40 uren week voor bedoelde industrieen te aanvaarden, zoo- lang in die bedrgven arbeiders geen werk vinden. De unie roept de arbeiders van alle vakvereenigingen op zich waakzaam te too- nen en naast hen bereid te zijn algemeen op alle act'ies, waartoe door de C.G.T. ter ver- dediging van de sociale wetten zal worden be sloten, te antwoorden. RASZUIVERHEID. Reuter meldt uit Pamplona: Nationalistisch Spanje is, naar het schijnt, niet van zins, de leer van de raszuiverheid, gelijk die in Duitschland van kracht is, over te nemen. Als men een manifest mag geloo- ven, dat in een blad van Pamplona onder auspicien van de staatspartij is gepubliceerd, dan is de raspolitiek van deze partij terug te brengen tot een haat tegen de Joden, geba- seerd op religieuze overwegingen. En, aldus Reuter's correspondent, daar de Joden uit het land verdreven zijn in den tijd, dat Columbus Amerika ontdekte, is er in Spanje weinig materiaal voor anti-semietisme over. In het manifest wordt o.a. gezegd, dat de Phalanx nooit een philosopisch racisme kan aanvaarden, „omdat wij streven naar de suprematie van het geestelijke". Bleed is van physischen aard. Evenmin kan de Phalanx een biologisch racisme aanvaarden. De Pha lanx beoordeelt een man naar zijn ecuwige waarden. Voor ons, aldus het manifest, zijn alle menschen gelijk, omdat Christus voor alien zijn bloed gegeven heeft. De Spanjaard heeft nooit scrupules gevoeld, wat betrof bloedmenging met de inboorlingen van de overzeesche gebieden. Hij liet hen toe tot zijn universiteiten, zijn sociale leven, enz. Maar juist omdat wij geen racisten zijn, omdat wij de waarde van het bloed niet erken- nen, doch de waarde van den geest, zijn wij prineipieele vijanden van de Joden. Om het te zeggen met de woorden van Primo de Rivera (den stiehter van de Phalanx)Het Joodsche probleem zal voor Spanje nooit een rasvraagstuk zijn, maar een kwestie van geloof. De Joden, aldus gaat het manifest voort, zijn de grootste vijanden van de kerk en van de beschaving van Rome. Het communis- me is een Joodsch uitvindsel. De Phalanx keurt geen politieke of eugenetische maat- regelen tegen de Joden goed, doch slechts in- quisitorische maatregelen in den naam van Gods rechten en van de katholieke grootheid van den staat. Vijf eeuwen geleden, lang voor ieder ander, heeft Spanje deze gezonde leer ontwikkeld en het wenscht haar niet te vergeten, nu het een leivensbelang is, de gren- zen voor alle vijanden te sluiten. HET BEZOEK VAN HORTHY. Met overweldigende pracht en praal en met een ovirvloed van lovende artikelen is, schrijft de N. R. Crt., Horthy, de Hongaar- sche rijksbestuurder, in Duitschland ontvan- gen. De eer, waarmede hij omringd wordt, doet weinig onder voor die, welke aan Musso lini is bewezen. Horthy en Hongarije moeten den indruk krijgen, dat zij even geliefd zijn als het met Berlijn zoozeer bevriende Italie. Het bezoek van Horthy is zonder twijfel een succes voor de Duitsche politiek. In deze zelfde dagen toch, was ook de Raad van de Kleine Entente bijeen. Daar werd, gelijk wij zagen, een voor Hongarije zeker in moreel oogpunt zeer belangrijke beslissing genomen. Hoewel hij wist, dat overleg tusschen den Hongaarschen gezant te Belgrade, die ter be- schikkinjg van den Raad van de Kleine En tente was en zijn principalen wellicht noodig zou zijn, vergezelt Kanya, de Hongaarsche minister van buitenlandsche zaken, den rijks bestuurder op zijn reis. Zoo kon het gebeuren dat de gezant dezer dagen overleg wilde ple- gen met den minister, die ergens in Duitsch land op reis en tijdelijk onvindbaar bleek. Voor de heeren in Bled zat er niets anders op dan te wachten, totdat het den gezant ge- lukt was venbinding met zijn chefs te krijgen. Dit .kleine, op zichzelf onbelangrijke, voorval is een teekenend bewijs, van wat Boedapest op het oogenblik het belangrijkste acht. De diep gewortelde vriendschap, waarvan Hitler in zijn tafelrede sprak en de strijd voor gemeenschappelijke idealen, waarvan Horthy in zijn antwoord repte, zijn geen beleefdheids- uitingen. Zij zijn een diepe waarheid, welke den .grondslag vormt van de tegenwoordige nauwe betrekkingen. Zij aan zij hebben Duitschland en Hongarije om ons tot den laatsten tijd te beperken in den grooten oorlog gestreden, samen hebben zij verloren en samen hebben zij geleden, meruigmaal ge- bukt gaande onder dezelfde lasten. Nergens was het gevoel, dat het vredesverdrag on- rechtvaardig was, sterker dan in Hongarije, nergens wordt de gedachte aan wat verloren ging meer levendig gehouden dan in Boeda pest. De haat en vrees van hen, die overwon- nen hadden, poogden Hongarije te isoleeren en afgezonderd te houden. Het kon er slechts toe leiden, dat de Hongaarsche oogen met hoop en bewondering rtaar Berlijn keken, waar men zich van de bepalingen van het vredes verdrag trachtte te ontdoen. Niets kon groo- ter eerbied te weeg brengen en de gevoelens meer verwant doen zijn. Maar naast deze lotsverbondenheid is de vriendschap van Hongarije voor Berlijn voor- al nationalistisch en gebaseerd op de hoop, dat van daar eens de hulp voor de bevrijding uit de vernedering zou komen. Daarom ook heeft Hongarije zich een tijd lang tot Italie gewend, toen dat het deed voorkomen, alsof het zich als de kampioen voor het Hongaar sche revisionisme op zou werpen. Maar deze vriendschap beantwoordde niet aan de Hon gaarsche verwachtingen. Want wel verkreeg Hongarije hierdoor een eervoller plaats onder de Europeesche staten, maar geleidelijk bleek, dat de Italiaansche diplomatie toch niet brj machte was iets voor de concrete wenschen der Hongaren te doen. De door het verdrag van Trianon vastgestelde grenzen bleven on- gewijzigd en hoewel de vriendschap met Italie is gebleven, is men weer teruggekeerd naar den grooten Duitschen yriend. Niet dat men van hem directe hulp verwacht. De Italiaan sche mislukking heeft den Hongaren geleerd, dat op vreemde hulp niet mag worden ge- bouwd en dat zij ook de gevaren van een vreemde overheersching in zich draagt, iets dat ondenkbaar is voor een zoo nationaal zelfbewust volk als de Hongaren. Men heeft geleerd, dat zoo er ooit iets zal gebeuren, dat op grond van eigen kracht moet ge- schieden. De politiek van passief afwachten gaat daarom in een meer actieve houding over. De omvang van de Hongaarsche delegatie waarvan ook nog de minister-president Im- redy en de minister van oorlog deel uitma- ken, bewijst, dat Boedapest verwacht van Berlijn een krachtigen steun te kunnen onder- vindlen bij deze pogingen tot nationalen op- bouw. Eoonomisoh zijn de banden tusschen beide landen reeds zeer innig en er zal naar een verdere versteviging dezer betrekkingen worden gestreefd, gepaard gaande met een herziening op die punten, waar de tegenwoor dige regeling nadeelig voor Hongarije dreigt te worden. De aanwezigheid van den Hon gaarschen minister van oorlog duidt daaf- naast op militair overleg. Als Hongarije zijn recht tot bewapening heeft herkregen, zal het bij den opbouw en de uitrusting van zijn weermacht heel wat van Duitschland be- trekken. Men weet, dat geruchten loopen, dat Hongarije de uitrusting van het voormalige Oostenrijksche leger over zal nemen. Maar ook zonder dat, zal heel wat Duitsch mate riaal zjjn weg naar Hongarije vinden. lOok op het gebied van de buitenlandsche politiek zal heel wat worden besproken. Hon garije heeft bij de Tsjechoslowaaksche zaak soortgelijke belangen als Duitschland en het zal trachten gedaan te krijgen, dat Berlijn er op zal staan, dat dezelfde rechten, welke de Sudeten-Duitschers mochten verkrij gen, ook aan de tot Tsjechoslowakije behoorende Hon garen zullen worden gegeven. Dit zal slechts een tegengave zijn voor den wensch van Duitsche zijde om de wederzijdsche vriend schap nauwer te maken. Maar er zijn geen rozen zonder doormen. Ook aan den rozenstruik, welke de Duitsch- Hongaarsche samenwerking symboliseert, ontbreken zij niet. In Hongarije weet men, dat hoe hoog ook de Duitsche vriendschap geschat wordt, aan den prijs grenzen zijn. Met kracht is Imredy opgetreden tegen de nationaal-socialistische beweging in Honga rije. Daarover zal zeker van gedachten wor den gewisseld. Zoo was ook in Hitler's welsprekende tafelredevoering een doorn voor de Hongaren gestoken. Gelijk tegenover Italie, verklaarde de Duitsche leider, dat beide landen hun uit- eindelijke historische grenzen hebben gevon- den. Een illusie, al was zij dan nog maar vaag, gaat daarmede voor de Hongaren ver loren. Het kleine stukje gebied, dat bij de vredesverdragen aan Hongarije ten gunste van Oostenrijk werd ontnomen, zal niet weer tot het moederland terugkeeren. Het zal in het bezit blijven van den Duitschen vriend. ZES MILLIOEN VROUWEN WERKEN IN DUITSCHLAND. Het gebrek aan werkkrachten op bijna ieder geibied in Duitschland heeft, zooals pien weet er toe geleid, dat dien laatsten tijd in sterker mate vrouwen en meisjes in fabrieken, op kantoren en in zaken worden aangesteld, om de ontbrekende mannelijke werkkrachten aan te vullen. In het nieuwste weekrapport van het instituut voor conjunctuur onderzoek wordt vastgesteld, dat einde April van dit jaar bijna zes millioen vrouwen werkten. Dat zijn bijna 1,4 millioen vrouwen en meisjes meer dan in het jaar 1932. Het aantal te werk gestelde mannen is van 1932 tot 1938 met bijna 70 percent tot 13,4 millioen gestegem, terwijl het aantal te werk gestelde vrouwen met ongeveer 30 percent is toegenomen. HET NEGER-VRAAGSTUK TE NEW-YORK In het begin van het jaar hebben zich in de negerwijik van New-York, Harlem, emstige omgeregeldheden voorgedaan, omdat de negers zich achteruitgezet voelden. Thans is een overeenkomst tot stand gekomen, waarbij is bepaald, dat ten minste een derde van de betere betrekkingen ddor negers vervuld wor den. Men hoopt hierdoor de rust te herstellen. De blankea, die boven het bepaalde kwan- tum betrekkingen in Harlem hebben, zullen niet onmiddellijk ontslagen worden, doch zij zullen successievelijk worden vervangen. De overeenkomst, welke te Harlem tot stand is gekomen, heeft in hoofdzaak betrek- kinig op baantjes in warenhuizen. De schik- king heeft het fiat van de plaatselijke kamer van koophandel, welke bij de onderhandelin- gen optrad voor de ondernemers, welke onder- handelingen gevoerd werden met vertegen- woordigers van 200 negervakbonden. HET OVERSCHOT VAN VROUWEN IN FRANKRIJK. Naar iReuter aan een van de Fransche bla- den ontleent, zijn er op het oogenblik te Parijs 1.600.000 vrouwen tegen 1.300.000 mannen, in het departement van de Seine (groot-Parijs) zijn de cijfers 2.7 millioen tegen 2.3 millioen. Bij de eeirste volkstelling in Frankrijk in 1801 was er een groot overschot aan vrouwen, een gevolg van de revolUtie en de Napoleontische oorlogen. In 1821 was het overschot nog 6 pet., in 1866, na vele jaren van vrede, bedroeg het nog maar 0.2 pet. Tengevolgie van den grooten oorlog ontstond er weer een overschot aan vrouwen van 10.3 pet., de cijfers voor 192d geven aan 20.353.000 vrouwen tegen 18.445.000 mannen. In 1931 waren de cijfers 21.3 millioen en 19.9 millioen. Het verschil zou nog grooter zijn, wanneer de bevolking niet voortdurend uit den vreemde werd aan- gevuld, daar bjj de vreemdelingen, die zich in Frankrijk vestigen, de verhouding is 10 mannen tegen 6 vrouwen. Onder de vreemde bevolking zijn er tweemaal zooveel mannen als vrouwen tusschen de 25 en 30 jaar. DE OPSLAG VAN RESERVES IN DUITSCHLAND. Naar Havas in- een bericht uit Berlijn op- merkt, blijkt de vorming van reserves aan levensmiddelen en grondstoffen in Duitsch land o.a. uit de cijfers van invoer in de eerste zes maanden van dit jaar, welke in tegenstei- ling met vorige jaren een deficit aanwijzen op de handelsbalans. De invoer van levens- en voermiddelen steeg met 600.000 ton, die van half-fabrikaten met 800.000 ton. De maal- derijen moeten reserves vormen van 1.3 mil lioen ton, wat gelijk staat met een verbruik van twee maanden. Men versnelt den bouw van koelhuizen. Tot de granen, waarvan de invoer vermeer- derd is, behooren, in volgorde naar de hoe- veelheid, mais, haver en gerst. Aan grond stoffen zijn ondanks de synthetische textiel- waren meer katoen en linnen ingevoerd, doch vooral de invoer van metalen en wel van ijzer, lood en tin is vermeerderd. Intusschen heeft in Juli de uitvoer den in voer met 22 millioen mark overtroffen en men heeft den indruk, dat de invoer voortaan beperkt wordt tot die materialen, welke on- ontibeenlijk zijn voor het bedrijfsleven. De bijeenkomst van oeconomen, welke Woensdag bij Hitler igehouden is, zou besluiten in dien zin hebben genomen. In ieder geval blijft de noodzaak van uitvoer om zich de midldelen te verschaffen voor den onvermijdelijken in voer bestaan. Volgens deskundigen zouden de reserves, wel'ke men voor verschiilende doel- einden kan opslaan, niet grooter zijn dan overeenkomt met een behoefte van drie maan den. Voor enkele artikelen, zooals b.v. benzine en soortgelijke brandstoffert, is de reserve nog geringer. Men heeft de laatste dagen den verkoop van benzine aan particul'iere aubo- mobilisten moeten beperken vanwege de ver- hoogde behoeften van leger en luchtmacht bij de huidige manoeuvres. De mengsels met synthetische brandstoffen zijn door dezen maatregel niet getroffen. Op voorstel van den minister van justitie heeft Hitler een wet betreffende regeling der oude schulden uitgevaardlgd. Deze wet heeft ten doel een regeling der schulden, die over- gebleven zijn uit den tijd van het economische verval met zijn drukkende lasten. De wet geldt voor schuldenaars, die door den economischen nood bij het aan het bewinid komen der nationaal-sociali'sten of tengevolge van hun arbeid voor de ibeweging bij de uit oefening van eeni zelfstandig iberoep voor 1 altijd een poeder of cachet van Mijnhardt. Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd „Mijnhardtjes" 2 st. 10 ct. Doos 50 ct. (Ingez. Med.) Januari 1934 economisch aan lager wal ge- raakt zijn, indien zij tenminste in het faillisse- ment alles gedaan hebben om hun schuld- eischers te bevredigen. De wet geldt verder voor schuldenaars, die voor 1 Januari 1934 tengevolge van de economische crisis of hun arbeid voor de beweging hun onroerend goed door executorialen verkoop verloren hebben. De wet geldt niet, wanneer de schuldenaar wegens oneerlijik of lichtvaardig gedrag geen beschermimg verdient of wanneer bescherming om andere reden in strijd zou zijn met het rechtsbewustzijn. Ook voor Joodsche schul denaars geldt de wet niet. De regeling der oude schulden blijft in de eerste plaats een aangelegenheid van schuldenaar en schuldeischer. Zoo noodig kan de hulp van den rechter ingeroepen wor den. Deze kan onder meer de rente vast- stellen, uitstel verleenen en gedeeltelijik afbe- talingen bevelen. De rechter kan ook oude schulden, die de schuldenaar in tien jaar niet delgen kan, kwijitschelden. VEERDIENST TERNEUZENHOEDEKENSKERKE. 'Bij het veer TerneuzenHoedekenskerke van den Provincialen Stoombootdienst op de Westerschelde wordt eenmaal per dag gebruik gemaakt van de veerboot ,,De Schouwen", welke niet is ingericht voor het vervoer van automobielen. Voor den veerdienst TerneuzenVlissingen, waarvoor deze boot feitelijk bestemd is, is dit niet bezwaarlijk, omdat op dit traject practisch geen auto's worden vervoerd, zoodat het personeel van deze boot daarmede ook weinig bedreven is. Bij den dienst Terneuzen(Hoedekenskerke, waar w&l auto's worden overgezet, levert, ten gevolge van de genoemde omstandigheden, het laden en lossen steeds ernstige bezwaren op, terwijl dit bovendien niet zonder gevaar is te achten, omdat het daarbij ook voorkomt, dat de auto's achteruitrijdende de boot moeten ver laten. In verband hiermede heeft de A.N.WJB. aan Gedeputeerde Staten van Zeeland verzocht te willen bevorderen, dat aan deze bezwaren zal worden tegemoet gekomen. REMMINGSWERK LIGHT BESCHADIGD. Bij het schutten alhier, is het Zweedsche stoomschip „Framnas" in aanvaxing gekomen met het oostelijk remmingswerk van de West- sluis hetgeen licht beschadigd werd. De schade wordt geraamd op 75. De „Framnas" was op weg van Lysekil naar Terneuzen en was geladen met stiraat- klinkers. LUXOR-THEATER. Verborgen hartstochten. Dreigbrieven, angst, politie, joumalisten, een moord, cabarets, een moord, verdachten, mysteries, een moord, een hinderlaag, arres- tatie van een dader. Ziedaar de chronologi- sche volgordte van de vele spannende raadsel- achtige gebeurtenissen, die elkaar in de film Verborgen hartstochten" in razend tempo opvolgen.en aldus deze film tot een uitste- kende thriller maken. Be vier leden van een milliormairsgezin bestaande uit vader, twee zoons en een doch- ter onbvangen ieder een dreigbrief. De jon- gelui vatten die bedreiging met den dood niet zoo zwaar op, maar de vader doet dat des te meer en hij roept de hulp in van detectives, die echter niet kunnen verhinderen, dat het eerste slachtoffer, de oudste zoon, al onmid dellijk valt. De journalist Emie Hymes speurt op eigen houtje en het duurt niet lang of hij volgt een bepaald spoor... dat fout blijkt te zijn na den dood van den tweeden zoon. Een ander spoor duikt op, dat vastloopt op een nieuw slachtoffer, den vader. Maar na deze drie moorden is Emie zoo ver, dat hij een aan tal verdachten bij elkaar heeft en het is nu nog slechts zaak den dader te ontmaskeren. En dat lukt hem, wanneer de dochter aan de beurt is gekomen om slachtoffer te worden, hetgeen, dank zij de waakzaamheid van Er nie, verhinderd1 kan' worden, waarbij dan tevens de schuldige in de val loopt. Wil men per s6 'weten wie de dader is, dan ga men zelf kijken en tien tegen 66n dat ,gij misge- raden hebt. Maar bij een goede thriller be- hoort men mis te raden; daar is het een goede thriller voor. De vlucht voor het huwelyk. iFrins Igor van Talluska is een schurk. Niet de eenige in deze dwaze en vermakelijke his toric, maar wel de eerste. En omdat hij Sally Parker, wier doodgewone naam op een cheque goed is voor elk bedrag, slechts wil trouwen tegen drie millioen dollar, smijt de bruid haar witten boeket uit de kerk en op het hoofd van Michael Anthony, journalist. Nu is Sally Joan Crawford en Michael Clark Gable, dus van een huwelijk zijn wij reeds zeker. Edoch, na hoeveel avonturen, hinder- nissen en rariteiten! Want de graaf (neen, dat is niet de prins; de tweede schurk is een graaf), die een stra- tosfeertocht zal maken, woont in hetzelfde hotel als Sally en aangezien Michael in Sally's sensationeele vlucht voor het huwelijk de beste kopij van de eeuw ziet, werkt hij den graaf in een waschmand, hangt zijn vriend en collega Franchot Tone aan een kapstok en gaat met Sally, als v'liegenier vermomd, den stratosfeertocht aan. Liefde in de stra- tosfeer Daarentegen. De graaf is een schurk, omdat hij een spion is. In een rozen- ruiker krijgt men de verdedigingsplannen van de Engelsche kust in het vliegtuig, dat overi- gens in lager sferen blijft en noodlandt bij Parijs. Dat is nog maar een flauw begin: het tweetal bereikt als boer en boerin op een wagen kool Parijs, wordt opgejaagd door den graaf en de gravin en collega Franchot Tone, steelt een bestelauto en oyemacht te Versail les, Sally in de legerstede van Madame de Maintenon, of zoo iemand, en Clark Gable op een stijl-canapdtje, alwaar collega Tone hem verrast in de kleedij van een anderen Fran schen koning, en de gids van Cook met gezel- schap als langslaper. Nieuwe vlucht. Onderwijl heeft Gable zijn krant van de grootste kopij van de eeuw voorzien over Sally, en hij is verliefd geworden, en Sally weet niets. Het geval wordt iets ingewikkel- der als Sally de ware toedracht hoort en hem haat. Het wordt nu een strijd tusschen de journalisten om kopij, tusschen de schurken en hen om de spionnageberichten en in caf6 en trein, stationswachtkamers en Riviera-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 6