Buitenland
REGELING VAN OUDE SOHULDEN.
Hoofdpijn, Kiespijn. hefpen^hifrbij
TERNEUZEN, 26 AUGUSTUS 1938.
dien moeten nieuwe afdeelingen worden op-
gericiht.
Het Roode Kruis is sedert eenigen tijd in
de openbaarheid getreden en richt zich nu
onomwonden tot het Nederlandsche volk, om
zoowel financieel als persoonlijk hulp en
steun te verleenen voor de schoone zaak van
de verzorging en verpleging van zoowel ge-
wonde en zieke militairen in oorlogstijd, als
van de slachtoffers van luchtaanvallen onder
de burgerbevolking. Men wil bij het Roode
Kruis geen onheilsprofeet zijn, noch ons volk
noodeloos verontrusten. Maar het is niet ver-
antwoord, om met de volledige organisatie
van de me est doeltreffende hulpverleening te
wachten tot de oorlogsramp ons overvalt.
Financieele en materieele steun aan het
Roode Krui/s het kan niet met genoeg
klem onderstreept worden, zeide dr. Offer-
haus is niets anders dan de Ibetaling van
een kleine verzekeringspremie, zoowel voor
ons zelf, als voor onze zonen en mannen,
wanneer die straks wellicht geroepen zijn om
ons grondgebied te verdedigen.
In oorlogstijd moeten tienduizenden gewon-
den en zieken door het Roode Kruis verzorgd
worden. Voor de grootste helft van de zieke
en gewonde militairen moeten overal hulpzie-
kenhuizen ingerioht worden. Daarvoor heeft
het Roode Kruis een groot aantal gebouwen
overal in den lande uitgezocht. Van elk ge-
bouw meestal scholen of fabrieken, waar
men ongeveer duizend menschen kan bijeen
brengen is een plattegrond gemaakt, waar-
op elk bed, dokterskamer, verpleegsters-
inrichtingen, administratielokalen enz. getee-
kend zijn.
In de hulpiziekenhuizen komt er op elke 100
verpleegden 71 man personeel, namelijk drie
burgerdoktoren, 10 gescboolde verpleegsters,
30 Roode Kruishelpsters en 28 man admini-
stratief, huishoudelijk en technisch personeel.
Op deze wijze georganiseerd, heeft het Roode
Kruis nu zijn veertienduizend helpsters noo-
dig, waarvan er nog tienduizend moeten wor
den aangeworven en opgeleid.
Ten slotte vestigde dr. Offerhaus nog de
aandacht op de hulp, die de afdeelingen van
het Roode Kruis, met haar transportcolonnes,
kunnen verleenen bij de luchtlbescherming. In
alle plaatsen waar transportcolonnes zijn,
heeft men hulp aangeboden ten behoeve van
de slachtoffers van een luchtoorlog.
ZEEVAARTDAG EN VLOOTSCHOUW.
Een ongekend sohouwspel.
Zaterdag 3 September belooft een belang-
rijke dag te worden in de reeks van feest-
dagen, waarmede men het 40-jarig regee-
rinigsjubileurn van H. M. de Koningin hoopt
te vieren. Op dien dag zal voor Schevenin-
gen een vloot van 15 oorlogsbodems aan
de kim verschijnen, in kielwaterlinie uit
het zuidwesten opstoomen en versohillende
manoeuvres uitvoeren, welke van het strand
en den boulevard uitstekend zullen kunnen
worden gevolgd.
Maar aan deze manoeuvres zal nog het een
en ander voorafgaan en zij zullen worden
gevolgd door avondoefeningen met zoeklich-
ten, waarbij, evenals des middags, vele vlieg-
tuigen in actie zullen zijn.
Het volledige programma is wel zeer uitge-
breid. De Zeevaartdag begint des ochtends met
de opening van een tentoonstelling van
scheepsmodellen in de foyer van het Kurhaus.
Op den Boulevard zal, in verband met de
middagdemonstraties, luchtdoel-artillerie van
die landmacht zijn opgesteld.
Om twee uur begint in de groote Kurzaal
een Marine-bijeenkomst.
IDaar zullen het woord voeren de chef van
den Marinestaf- vice-admiraal J. Th. Fiirst-
ner, en de vice-voorzitter van de Nederland
sche Reedersvereeniging de heer J. E. G.
Wesselink.
Het matrozenkoor, onder leiding van den
heer Th. van Elferen, zal Nederlandsche zee-
liederen zingen en er zal een film over de
Marine vertoond worden.
Aan den Minister van Economische Zaken,
mr. P. L. M. Steenberghe, onder wiens depar-
tement de scheepvaart ressorteert, is ge-
vraagd het woord te willen voeren van de
muziektent van het Kurhausterras uit tot het
publiek om de beteekenis van de Nederland
sche Marine naar voren te brengen, welke
toespraak door luidsprekers zal worden ver-
sterkt.
Om halfvier vangt op den Scheveningschen
Boulevard het defile aan, waaraan wordt
deelgenomen door adelborsten met vaandel,
mariniers met vaandel, matrozen en de
Koninklijke Marine-Kapel
Hierachter sluiten aan o.m. de leerlingen van
de zeevaartscholen te Vlissingen en te Sche-
veningen, de jongens van het opleidingsschip
Pollux en de jongens van het N.J.V.-zeekamp.
De troepen trekken over den Boulevard en
defileeren ter hoogte van het monument voor
Land- en Zeemacht, voor de autoriteiten.
Vervolgens marcheeren zij verder tot het
Noordelijke einde van den Boulevard.
De vloot duikt op.
Om vier uur vangen de demonstraties van
de vloot en de marinevliegtuigen aan. Hier-
aan wordt deelgenomen door:
Hr. Ms. flottieljeleider Tromp, Hr. Ms. krui-
ser Sumatra, de onderzeebooten de O 8, de
O 11, de O 15 en de O 16, de torpedobooten
de Z 6 en de Z 7, de Hr. Ms. kanonneerboot
Brinio, 'Hr. Ms. mijnenvegers Douwe Aukes en
Hydra, Hr. Ms. mijnenvegers Willem van
Eeuwyk, Pieter Floriszoon, Jan van Gelder,
en Abraham van der Hulst, twee nevelvlieg-
tuigen, twee torpedovliegtuigen, een demon-
stratiegroep marinevliegtuigen bestaande uit
twee T 4 toestellen, drie C 11 W en vijf C 7
W toestellen,
Het geheel staat onder leiding van den
kapitein ter zee L. A. C. M. Doorman, den
commandant van Hr. Ms. Tromp.
Het is de bedoeling, dat de schepen op de 8
meterlijn, ongeveer 600 meter van de toeschou-
wers verwijderd ligplaats zullen nemen, zoo-
dat zij van den geheelen Boulevard en alle
terrassen af te zien zullen zijn.
De schepen komen om precies 4 uur bij de
Zuidelijke ton ter hoogte van Seinpost uit het
Zuidwesten, varende in kielwaterlinie. Voorop
de Z-booten, dan de 4 mijnenvegers, dan de
Brinio, de Douwe Aukes en de Hydra, vervol
gens de 4 onderzeebooten en tenslotte de
Sumatra en de Tromp.
Om kwart over vijf komen uit zee twee
nevelvliegtuigen, waarop de luchtdoelartillerie
in werking komt.
Om halfzes komt de groote demonstratie-
groep recht uit zee naar land, waarop weder-
om de luchtdoelartillerie op den Boulevard in
werking treedt.
Bij gunstig weer zal men in dat gedeelte
van het programma o.m. zien strijken en dalen
van vliegtuigen. Om klokslag zes uur is dit
deel der demonstraties afgeloopen, waama
vermoedelijk de autoriteiten zich aan een
zeebanket zullen vereenigen.
Met zonsondergang illumineeren de sche
pen.
Om halftien vangt dan het zoeklichtspel aan
van boord van de oorlogsschepen. Dit duurt
tot kwart voor tien.
Van kwart over tien tot half elf wordt van
boord van de Sumatra en de Tromp vuur-
werk afgestoken.
Om halfelf wordt de Zeevaartdag op het
terras van het Kurhaus besloten met een tap-
toe, te geven door de Koninklijke Marine
Kapel met de tamboers en pijpers van de
Mariniers.
En als dan om elf uur het programma
zal zijn afgewerkt, hoopt de voortvarende com-
missie, welke zich met de omvangrijke orga
nisatie belastte, haar tweeledig doel te hebben
bereikt, ten eerste een band te hebben gelegd
tusschen alle zeevarenden in den lande, zoo
wel van de marine als van de koopvaardij en
ten tiweede het publiek een beeld te hebben
gegeven van onze Koninklijke Nederlandsche
Marine in de uitoefening van de taak, welke
haar in tijden van nood zal zijn opgelegd.
INVOER VAN MEXICAANSCHE OLIE.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
Schouten,
1. Kan de regeering mededeelen, of de ge-
ruchten juist zijn, dat door Nederlandsche
reederijen Mexicaansche olie en daaruit ver-
vaardigde producten naar Nederland worden
vervoerd, en dat getracht wordt daarvoor in
Nederland een afzetgebied te vinden?
'2. Indien deze geruchten juist zijn, kan de
regeering dan, gelet op het bekende geschil,
dat in Mexico tusschen de regeering van dat
land en de aldaar gevestigde buitenlandsche
petroleummaatschappijen hangende is, haar
oordeel geven over dit vervoer naar en den
afzet dezer producten in ons land, en mede
deelen of zij te dezer zake een voorziening
heeft getroffen, of nog zal treffen?
heeft de Minister van Buitenlandsche Zaken
mede namens den Minister van Economische
Zaken, geantwoord:
1. De geruchten, dat voor Mexicaansche
olie en daaruit vervaardigde producten ge
tracht wordt in Nederland een afzetgebied te
vinden en dat, mede door Nederlandsche ree
derijen, Mexicaansche olie en daaruit vervaar
digde producten naar Nederland worden ver
voerd, zijn juist.
2. De regeering acht onder de gegeven om-
standigheden afzet dezer olie en daaruit ver
vaardigde producten in Nederland, alsmede
het vervoer er van naar Nederland onge-
wensoht en ziet deze derhalve ongaame.
Zij ondenzoekt de vraag, in hoeverre de ge-
noemde feiten aanleiding geven ter zake
nadere voorzieningen te treffen.
NEDERLANDSCH BANKIERSCREDIET
AAN FRANKRIJK.
lOp de vragen van het Tweede Kamerlid
den heer Rost van Tonningen betreffende een
crediet van 35 millioen gulden verleend door
de firma Mendelsohn en Co. te Amsterdam
aan den Franschen staat, voor den duur van
1 y2 jaar hebben de Ministers van Financien
en van Buitenlandsche Zaken schriftelijk ge
antwoord
De wissels van het onderhavige crediet zijn
uitgeschreven voor drie maanden, met het
recht voor de Fransche regeering op vijf ver-
lengingen. De Nederlandsche Bank heeft de
wissels, voor de eerste drie maanden en voor
drie verlengingen, in b e gi ns e 1 discon-
tabel verklaard. Ten aanzien van de laatste
twee verlengingen heeft de Nederlandsche
Bank zich algeheele vrijheid van beslissing
voorbehouden.
Tot recht begrip van zaken zij vermeld, dat
het discontabel verklaren in beginsel wil zeg-
gen, dat de Nederlandsche Bank het papier,
wanneer het haar te eeniger tijd ter discontee-
ring wordt aangeboden, niet om in den aard
van het papier (afgezien van de handteeke-
ningengelegen redenen zal afwijzen. Daar-
mede is dufc volstrekt niet gezegd, dat de bank
het papier te alien tijde en van elken ge-
gadigde in disconto zal nemen. Ook ten aan
zien van in beginsel discontabel verklaard
papier wordt eerst op het oogenblik, waarop
het papier ter disconteering wordt aange
boden, beslist of de bank het neemt.
De omvang van eventueele geldbehoeften
der Fransche openbare lichamen, voor zoover
voor de onderhavige aangelegenheid van be-
lang, is een zaak voor de credietgevende ban-
kiers.
(Het feit, dat het in 1937 verleende crediet
van 150 millioen gulden aan de Fransche
spoorwegen door een Nederlandsch bankiers-
huis werd verstrekt, brengt geenszins mede,
dat het totaal van het thans uitstaande be-
drag zich nog in Nederlandsche hand en zou
bevinden.
Ontkennend wordt geantwoord op de vraag
of de ministers niet van meening zijn, dat een
dergelijke vastlegging van middelen in Frank-
rijk indruischt tegen het belang der Neder
landsche volkshuishouding en dat de financie
ring der Fransche bewapening met Neder
landsch kapitaal indruischt tegen de politiek
van zelfstandige onzijdigtheid van ons land.
DE REDE VAN DALADIER.
Afwijzend standpunt der vak-
vereenigingen te Parij!s.
IHavas bericht uit Parijs, dat de unie van
vakvereenigingen een vergadering heeft ge-
houden ter bespreking van de consequenties
van ,de rede, welke Daladier Zondag heeft
uitgesproken. Een motie is aangenomen, waar-
in uiting woixit gegeven aan de ,,emotie van
de arbeidersklasse als gevolg van de rede van
den minister-president tegen de 40-urige
werkweek" en waarin voorts de houding van
Daladier wordt veroordeeld, welke „in for-
meelen strijd is met de aanvaarding van de
sociale wetten en de wet op de 40-urige werk
week door dezelfde menschen in 1936".
In de resolutie wordt uiteengezet, dat reeds
maandenlang duizenden arbeiders en bedien-
den worden ontslagen en dat een aanzienlijk
aantal ondememers, die verandering van de
40urige werkweek wenschen, hun personeel
niet langer dan 30 of 35 uur per week kan
laten werken.
De resolutie constateert een voelbaren ach-
teruitgang van de koopkracht der arbeiders
en ambtenaren door de praktrjk welke erin
bestaat ,,voortdurend aanpassing van de sa-
larissen te weigeren, hoewel de kosten van
levensonderhoud stijgen."
Betoogd wordt, dat de .verscherping van de
economische crisis geen gevolg is van de so
ciale wetten, doch van „de sabotage van de
werkgevers, van de trust en van de finan
cieele oligarchieen".
De unie van vakvereenigingen weigert dus
een afwijking van de wet op de 40 uren week
voor bedoelde industrieen te aanvaarden, zoo-
lang in die bedrgven arbeiders geen werk
vinden. De unie roept de arbeiders van alle
vakvereenigingen op zich waakzaam te too-
nen en naast hen bereid te zijn algemeen
op alle act'ies, waartoe door de C.G.T. ter ver-
dediging van de sociale wetten zal worden be
sloten, te antwoorden.
RASZUIVERHEID.
Reuter meldt uit Pamplona:
Nationalistisch Spanje is, naar het schijnt,
niet van zins, de leer van de raszuiverheid,
gelijk die in Duitschland van kracht is, over
te nemen. Als men een manifest mag geloo-
ven, dat in een blad van Pamplona onder
auspicien van de staatspartij is gepubliceerd,
dan is de raspolitiek van deze partij terug te
brengen tot een haat tegen de Joden, geba-
seerd op religieuze overwegingen.
En, aldus Reuter's correspondent, daar de
Joden uit het land verdreven zijn in den tijd,
dat Columbus Amerika ontdekte, is er in
Spanje weinig materiaal voor anti-semietisme
over.
In het manifest wordt o.a. gezegd, dat de
Phalanx nooit een philosopisch racisme kan
aanvaarden, „omdat wij streven naar de
suprematie van het geestelijke". Bleed is van
physischen aard. Evenmin kan de Phalanx
een biologisch racisme aanvaarden. De Pha
lanx beoordeelt een man naar zijn ecuwige
waarden. Voor ons, aldus het manifest, zijn
alle menschen gelijk, omdat Christus voor
alien zijn bloed gegeven heeft. De Spanjaard
heeft nooit scrupules gevoeld, wat betrof
bloedmenging met de inboorlingen van de
overzeesche gebieden. Hij liet hen toe tot zijn
universiteiten, zijn sociale leven, enz.
Maar juist omdat wij geen racisten zijn,
omdat wij de waarde van het bloed niet erken-
nen, doch de waarde van den geest, zijn wij
prineipieele vijanden van de Joden. Om het
te zeggen met de woorden van Primo de
Rivera (den stiehter van de Phalanx)Het
Joodsche probleem zal voor Spanje nooit een
rasvraagstuk zijn, maar een kwestie van
geloof.
De Joden, aldus gaat het manifest voort,
zijn de grootste vijanden van de kerk en
van de beschaving van Rome. Het communis-
me is een Joodsch uitvindsel. De Phalanx
keurt geen politieke of eugenetische maat-
regelen tegen de Joden goed, doch slechts in-
quisitorische maatregelen in den naam van
Gods rechten en van de katholieke grootheid
van den staat. Vijf eeuwen geleden, lang
voor ieder ander, heeft Spanje deze gezonde
leer ontwikkeld en het wenscht haar niet te
vergeten, nu het een leivensbelang is, de gren-
zen voor alle vijanden te sluiten.
HET BEZOEK VAN HORTHY.
Met overweldigende pracht en praal en
met een ovirvloed van lovende artikelen is,
schrijft de N. R. Crt., Horthy, de Hongaar-
sche rijksbestuurder, in Duitschland ontvan-
gen. De eer, waarmede hij omringd wordt,
doet weinig onder voor die, welke aan Musso
lini is bewezen. Horthy en Hongarije moeten
den indruk krijgen, dat zij even geliefd zijn als
het met Berlijn zoozeer bevriende Italie.
Het bezoek van Horthy is zonder twijfel
een succes voor de Duitsche politiek. In deze
zelfde dagen toch, was ook de Raad van de
Kleine Entente bijeen. Daar werd, gelijk wij
zagen, een voor Hongarije zeker in moreel
oogpunt zeer belangrijke beslissing genomen.
Hoewel hij wist, dat overleg tusschen den
Hongaarschen gezant te Belgrade, die ter be-
schikkinjg van den Raad van de Kleine En
tente was en zijn principalen wellicht noodig
zou zijn, vergezelt Kanya, de Hongaarsche
minister van buitenlandsche zaken, den rijks
bestuurder op zijn reis. Zoo kon het gebeuren
dat de gezant dezer dagen overleg wilde ple-
gen met den minister, die ergens in Duitsch
land op reis en tijdelijk onvindbaar bleek.
Voor de heeren in Bled zat er niets anders
op dan te wachten, totdat het den gezant ge-
lukt was venbinding met zijn chefs te krijgen.
Dit .kleine, op zichzelf onbelangrijke, voorval
is een teekenend bewijs, van wat Boedapest
op het oogenblik het belangrijkste acht.
De diep gewortelde vriendschap, waarvan
Hitler in zijn tafelrede sprak en de strijd voor
gemeenschappelijke idealen, waarvan Horthy
in zijn antwoord repte, zijn geen beleefdheids-
uitingen. Zij zijn een diepe waarheid, welke
den .grondslag vormt van de tegenwoordige
nauwe betrekkingen. Zij aan zij hebben
Duitschland en Hongarije om ons tot den
laatsten tijd te beperken in den grooten
oorlog gestreden, samen hebben zij verloren
en samen hebben zij geleden, meruigmaal ge-
bukt gaande onder dezelfde lasten. Nergens
was het gevoel, dat het vredesverdrag on-
rechtvaardig was, sterker dan in Hongarije,
nergens wordt de gedachte aan wat verloren
ging meer levendig gehouden dan in Boeda
pest. De haat en vrees van hen, die overwon-
nen hadden, poogden Hongarije te isoleeren
en afgezonderd te houden. Het kon er slechts
toe leiden, dat de Hongaarsche oogen met
hoop en bewondering rtaar Berlijn keken, waar
men zich van de bepalingen van het vredes
verdrag trachtte te ontdoen. Niets kon groo-
ter eerbied te weeg brengen en de gevoelens
meer verwant doen zijn.
Maar naast deze lotsverbondenheid is de
vriendschap van Hongarije voor Berlijn voor-
al nationalistisch en gebaseerd op de hoop,
dat van daar eens de hulp voor de bevrijding
uit de vernedering zou komen. Daarom ook
heeft Hongarije zich een tijd lang tot Italie
gewend, toen dat het deed voorkomen, alsof
het zich als de kampioen voor het Hongaar
sche revisionisme op zou werpen. Maar deze
vriendschap beantwoordde niet aan de Hon
gaarsche verwachtingen. Want wel verkreeg
Hongarije hierdoor een eervoller plaats onder
de Europeesche staten, maar geleidelijk bleek,
dat de Italiaansche diplomatie toch niet brj
machte was iets voor de concrete wenschen
der Hongaren te doen. De door het verdrag
van Trianon vastgestelde grenzen bleven on-
gewijzigd en hoewel de vriendschap met Italie
is gebleven, is men weer teruggekeerd naar
den grooten Duitschen yriend. Niet dat men
van hem directe hulp verwacht. De Italiaan
sche mislukking heeft den Hongaren geleerd,
dat op vreemde hulp niet mag worden ge-
bouwd en dat zij ook de gevaren van een
vreemde overheersching in zich draagt, iets
dat ondenkbaar is voor een zoo nationaal
zelfbewust volk als de Hongaren. Men heeft
geleerd, dat zoo er ooit iets zal gebeuren,
dat op grond van eigen kracht moet ge-
schieden. De politiek van passief afwachten
gaat daarom in een meer actieve houding
over.
De omvang van de Hongaarsche delegatie
waarvan ook nog de minister-president Im-
redy en de minister van oorlog deel uitma-
ken, bewijst, dat Boedapest verwacht van
Berlijn een krachtigen steun te kunnen onder-
vindlen bij deze pogingen tot nationalen op-
bouw. Eoonomisoh zijn de banden tusschen
beide landen reeds zeer innig en er zal naar
een verdere versteviging dezer betrekkingen
worden gestreefd, gepaard gaande met een
herziening op die punten, waar de tegenwoor
dige regeling nadeelig voor Hongarije dreigt
te worden. De aanwezigheid van den Hon
gaarschen minister van oorlog duidt daaf-
naast op militair overleg. Als Hongarije zijn
recht tot bewapening heeft herkregen, zal
het bij den opbouw en de uitrusting van zijn
weermacht heel wat van Duitschland be-
trekken. Men weet, dat geruchten loopen, dat
Hongarije de uitrusting van het voormalige
Oostenrijksche leger over zal nemen. Maar
ook zonder dat, zal heel wat Duitsch mate
riaal zjjn weg naar Hongarije vinden.
lOok op het gebied van de buitenlandsche
politiek zal heel wat worden besproken. Hon
garije heeft bij de Tsjechoslowaaksche zaak
soortgelijke belangen als Duitschland en het
zal trachten gedaan te krijgen, dat Berlijn er
op zal staan, dat dezelfde rechten, welke de
Sudeten-Duitschers mochten verkrij gen, ook
aan de tot Tsjechoslowakije behoorende Hon
garen zullen worden gegeven. Dit zal slechts
een tegengave zijn voor den wensch van
Duitsche zijde om de wederzijdsche vriend
schap nauwer te maken.
Maar er zijn geen rozen zonder doormen.
Ook aan den rozenstruik, welke de Duitsch-
Hongaarsche samenwerking symboliseert,
ontbreken zij niet. In Hongarije weet men,
dat hoe hoog ook de Duitsche vriendschap
geschat wordt, aan den prijs grenzen zijn.
Met kracht is Imredy opgetreden tegen de
nationaal-socialistische beweging in Honga
rije. Daarover zal zeker van gedachten wor
den gewisseld.
Zoo was ook in Hitler's welsprekende
tafelredevoering een doorn voor de Hongaren
gestoken. Gelijk tegenover Italie, verklaarde
de Duitsche leider, dat beide landen hun uit-
eindelijke historische grenzen hebben gevon-
den. Een illusie, al was zij dan nog maar
vaag, gaat daarmede voor de Hongaren ver
loren. Het kleine stukje gebied, dat bij de
vredesverdragen aan Hongarije ten gunste
van Oostenrijk werd ontnomen, zal niet weer
tot het moederland terugkeeren. Het zal in
het bezit blijven van den Duitschen vriend.
ZES MILLIOEN VROUWEN WERKEN
IN DUITSCHLAND.
Het gebrek aan werkkrachten op bijna ieder
geibied in Duitschland heeft, zooals pien weet
er toe geleid, dat dien laatsten tijd in sterker
mate vrouwen en meisjes in fabrieken, op
kantoren en in zaken worden aangesteld, om
de ontbrekende mannelijke werkkrachten aan
te vullen. In het nieuwste weekrapport van
het instituut voor conjunctuur onderzoek
wordt vastgesteld, dat einde April van dit jaar
bijna zes millioen vrouwen werkten. Dat zijn
bijna 1,4 millioen vrouwen en meisjes meer
dan in het jaar 1932.
Het aantal te werk gestelde mannen is van
1932 tot 1938 met bijna 70 percent tot 13,4
millioen gestegem, terwijl het aantal te werk
gestelde vrouwen met ongeveer 30 percent is
toegenomen.
HET NEGER-VRAAGSTUK TE NEW-YORK
In het begin van het jaar hebben zich in
de negerwijik van New-York, Harlem, emstige
omgeregeldheden voorgedaan, omdat de negers
zich achteruitgezet voelden. Thans is een
overeenkomst tot stand gekomen, waarbij is
bepaald, dat ten minste een derde van de
betere betrekkingen ddor negers vervuld wor
den. Men hoopt hierdoor de rust te herstellen.
De blankea, die boven het bepaalde kwan-
tum betrekkingen in Harlem hebben, zullen
niet onmiddellijk ontslagen worden, doch zij
zullen successievelijk worden vervangen.
De overeenkomst, welke te Harlem tot
stand is gekomen, heeft in hoofdzaak betrek-
kinig op baantjes in warenhuizen. De schik-
king heeft het fiat van de plaatselijke kamer
van koophandel, welke bij de onderhandelin-
gen optrad voor de ondernemers, welke onder-
handelingen gevoerd werden met vertegen-
woordigers van 200 negervakbonden.
HET OVERSCHOT VAN VROUWEN
IN FRANKRIJK.
Naar iReuter aan een van de Fransche bla-
den ontleent, zijn er op het oogenblik te Parijs
1.600.000 vrouwen tegen 1.300.000 mannen, in
het departement van de Seine (groot-Parijs)
zijn de cijfers 2.7 millioen tegen 2.3 millioen.
Bij de eeirste volkstelling in Frankrijk in 1801
was er een groot overschot aan vrouwen, een
gevolg van de revolUtie en de Napoleontische
oorlogen. In 1821 was het overschot nog 6
pet., in 1866, na vele jaren van vrede, bedroeg
het nog maar 0.2 pet. Tengevolgie van den
grooten oorlog ontstond er weer een overschot
aan vrouwen van 10.3 pet., de cijfers voor
192d geven aan 20.353.000 vrouwen tegen
18.445.000 mannen. In 1931 waren de cijfers
21.3 millioen en 19.9 millioen. Het verschil
zou nog grooter zijn, wanneer de bevolking
niet voortdurend uit den vreemde werd aan-
gevuld, daar bjj de vreemdelingen, die zich
in Frankrijk vestigen, de verhouding is 10
mannen tegen 6 vrouwen. Onder de vreemde
bevolking zijn er tweemaal zooveel mannen
als vrouwen tusschen de 25 en 30 jaar.
DE OPSLAG VAN RESERVES
IN DUITSCHLAND.
Naar Havas in- een bericht uit Berlijn op-
merkt, blijkt de vorming van reserves aan
levensmiddelen en grondstoffen in Duitsch
land o.a. uit de cijfers van invoer in de eerste
zes maanden van dit jaar, welke in tegenstei-
ling met vorige jaren een deficit aanwijzen
op de handelsbalans. De invoer van levens-
en voermiddelen steeg met 600.000 ton, die
van half-fabrikaten met 800.000 ton. De maal-
derijen moeten reserves vormen van 1.3 mil
lioen ton, wat gelijk staat met een verbruik
van twee maanden. Men versnelt den bouw
van koelhuizen.
Tot de granen, waarvan de invoer vermeer-
derd is, behooren, in volgorde naar de hoe-
veelheid, mais, haver en gerst. Aan grond
stoffen zijn ondanks de synthetische textiel-
waren meer katoen en linnen ingevoerd, doch
vooral de invoer van metalen en wel van ijzer,
lood en tin is vermeerderd.
Intusschen heeft in Juli de uitvoer den in
voer met 22 millioen mark overtroffen en
men heeft den indruk, dat de invoer voortaan
beperkt wordt tot die materialen, welke on-
ontibeenlijk zijn voor het bedrijfsleven. De
bijeenkomst van oeconomen, welke Woensdag
bij Hitler igehouden is, zou besluiten in dien
zin hebben genomen. In ieder geval blijft de
noodzaak van uitvoer om zich de midldelen
te verschaffen voor den onvermijdelijken in
voer bestaan. Volgens deskundigen zouden de
reserves, wel'ke men voor verschiilende doel-
einden kan opslaan, niet grooter zijn dan
overeenkomt met een behoefte van drie maan
den. Voor enkele artikelen, zooals b.v. benzine
en soortgelijke brandstoffert, is de reserve nog
geringer. Men heeft de laatste dagen den
verkoop van benzine aan particul'iere aubo-
mobilisten moeten beperken vanwege de ver-
hoogde behoeften van leger en luchtmacht bij
de huidige manoeuvres. De mengsels met
synthetische brandstoffen zijn door dezen
maatregel niet getroffen.
Op voorstel van den minister van justitie
heeft Hitler een wet betreffende regeling der
oude schulden uitgevaardlgd. Deze wet heeft
ten doel een regeling der schulden, die over-
gebleven zijn uit den tijd van het economische
verval met zijn drukkende lasten.
De wet geldt voor schuldenaars, die door
den economischen nood bij het aan het bewinid
komen der nationaal-sociali'sten of tengevolge
van hun arbeid voor de ibeweging bij de uit
oefening van eeni zelfstandig iberoep voor 1
altijd een poeder of cachet van Mijnhardt.
Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct.
Cachets, genaamd „Mijnhardtjes" 2 st. 10 ct.
Doos 50 ct.
(Ingez. Med.)
Januari 1934 economisch aan lager wal ge-
raakt zijn, indien zij tenminste in het faillisse-
ment alles gedaan hebben om hun schuld-
eischers te bevredigen. De wet geldt verder
voor schuldenaars, die voor 1 Januari 1934
tengevolge van de economische crisis of hun
arbeid voor de beweging hun onroerend goed
door executorialen verkoop verloren hebben.
De wet geldt niet, wanneer de schuldenaar
wegens oneerlijik of lichtvaardig gedrag geen
beschermimg verdient of wanneer bescherming
om andere reden in strijd zou zijn met het
rechtsbewustzijn. Ook voor Joodsche schul
denaars geldt de wet niet.
De regeling der oude schulden blijft in de
eerste plaats een aangelegenheid van
schuldenaar en schuldeischer. Zoo noodig
kan de hulp van den rechter ingeroepen wor
den. Deze kan onder meer de rente vast-
stellen, uitstel verleenen en gedeeltelijik afbe-
talingen bevelen. De rechter kan ook oude
schulden, die de schuldenaar in tien jaar niet
delgen kan, kwijitschelden.
VEERDIENST
TERNEUZENHOEDEKENSKERKE.
'Bij het veer TerneuzenHoedekenskerke
van den Provincialen Stoombootdienst op de
Westerschelde wordt eenmaal per dag gebruik
gemaakt van de veerboot ,,De Schouwen",
welke niet is ingericht voor het vervoer van
automobielen.
Voor den veerdienst TerneuzenVlissingen,
waarvoor deze boot feitelijk bestemd is, is
dit niet bezwaarlijk, omdat op dit traject
practisch geen auto's worden vervoerd, zoodat
het personeel van deze boot daarmede ook
weinig bedreven is.
Bij den dienst Terneuzen(Hoedekenskerke,
waar w&l auto's worden overgezet, levert, ten
gevolge van de genoemde omstandigheden, het
laden en lossen steeds ernstige bezwaren op,
terwijl dit bovendien niet zonder gevaar is te
achten, omdat het daarbij ook voorkomt, dat
de auto's achteruitrijdende de boot moeten
ver laten.
In verband hiermede heeft de A.N.WJB. aan
Gedeputeerde Staten van Zeeland verzocht te
willen bevorderen, dat aan deze bezwaren zal
worden tegemoet gekomen.
REMMINGSWERK LIGHT BESCHADIGD.
Bij het schutten alhier, is het Zweedsche
stoomschip „Framnas" in aanvaxing gekomen
met het oostelijk remmingswerk van de West-
sluis hetgeen licht beschadigd werd. De
schade wordt geraamd op 75.
De „Framnas" was op weg van Lysekil
naar Terneuzen en was geladen met stiraat-
klinkers.
LUXOR-THEATER.
Verborgen hartstochten.
Dreigbrieven, angst, politie, joumalisten,
een moord, cabarets, een moord, verdachten,
mysteries, een moord, een hinderlaag, arres-
tatie van een dader. Ziedaar de chronologi-
sche volgordte van de vele spannende raadsel-
achtige gebeurtenissen, die elkaar in de film
Verborgen hartstochten" in razend tempo
opvolgen.en aldus deze film tot een uitste-
kende thriller maken.
Be vier leden van een milliormairsgezin
bestaande uit vader, twee zoons en een doch-
ter onbvangen ieder een dreigbrief. De jon-
gelui vatten die bedreiging met den dood niet
zoo zwaar op, maar de vader doet dat des te
meer en hij roept de hulp in van detectives,
die echter niet kunnen verhinderen, dat het
eerste slachtoffer, de oudste zoon, al onmid
dellijk valt. De journalist Emie Hymes speurt
op eigen houtje en het duurt niet lang of hij
volgt een bepaald spoor... dat fout blijkt te
zijn na den dood van den tweeden zoon. Een
ander spoor duikt op, dat vastloopt op een
nieuw slachtoffer, den vader. Maar na deze
drie moorden is Emie zoo ver, dat hij een aan
tal verdachten bij elkaar heeft en het is nu
nog slechts zaak den dader te ontmaskeren.
En dat lukt hem, wanneer de dochter aan de
beurt is gekomen om slachtoffer te worden,
hetgeen, dank zij de waakzaamheid van Er
nie, verhinderd1 kan' worden, waarbij dan
tevens de schuldige in de val loopt. Wil men
per s6 'weten wie de dader is, dan ga men
zelf kijken en tien tegen 66n dat ,gij misge-
raden hebt. Maar bij een goede thriller be-
hoort men mis te raden; daar is het een goede
thriller voor.
De vlucht voor het huwelyk.
iFrins Igor van Talluska is een schurk. Niet
de eenige in deze dwaze en vermakelijke his
toric, maar wel de eerste. En omdat hij
Sally Parker, wier doodgewone naam op een
cheque goed is voor elk bedrag, slechts wil
trouwen tegen drie millioen dollar, smijt de
bruid haar witten boeket uit de kerk en op
het hoofd van Michael Anthony, journalist.
Nu is Sally Joan Crawford en Michael Clark
Gable, dus van een huwelijk zijn wij reeds
zeker. Edoch, na hoeveel avonturen, hinder-
nissen en rariteiten!
Want de graaf (neen, dat is niet de prins;
de tweede schurk is een graaf), die een stra-
tosfeertocht zal maken, woont in hetzelfde
hotel als Sally en aangezien Michael in Sally's
sensationeele vlucht voor het huwelijk de
beste kopij van de eeuw ziet, werkt hij den
graaf in een waschmand, hangt zijn vriend
en collega Franchot Tone aan een kapstok
en gaat met Sally, als v'liegenier vermomd,
den stratosfeertocht aan. Liefde in de stra-
tosfeer Daarentegen. De graaf is een
schurk, omdat hij een spion is. In een rozen-
ruiker krijgt men de verdedigingsplannen van
de Engelsche kust in het vliegtuig, dat overi-
gens in lager sferen blijft en noodlandt bij
Parijs. Dat is nog maar een flauw begin:
het tweetal bereikt als boer en boerin op een
wagen kool Parijs, wordt opgejaagd door den
graaf en de gravin en collega Franchot Tone,
steelt een bestelauto en oyemacht te Versail
les, Sally in de legerstede van Madame de
Maintenon, of zoo iemand, en Clark Gable op
een stijl-canapdtje, alwaar collega Tone hem
verrast in de kleedij van een anderen Fran
schen koning, en de gids van Cook met gezel-
schap als langslaper. Nieuwe vlucht.
Onderwijl heeft Gable zijn krant van de
grootste kopij van de eeuw voorzien over
Sally, en hij is verliefd geworden, en Sally
weet niets. Het geval wordt iets ingewikkel-
der als Sally de ware toedracht hoort en hem
haat. Het wordt nu een strijd tusschen de
journalisten om kopij, tusschen de schurken
en hen om de spionnageberichten en in caf6
en trein, stationswachtkamers en Riviera-