ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN ABDIJSIROOP UCHTZINNIGE JEUGO No 9803 VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1938 78e Jaargang Binnenland Feuilleton Uw kind zal morgen niet meer hoesten AKKER's versterkle TWEEDE BLAD ■wOTmra a. wb-vac:sxnA>3BBsmm WiHiFiWiit i»i1 iii>in»iiiiiiw>riii>ir""nn ii BnrwrJT rtnnfiTu THr"grrfflfcTnrr«rin~wy.-* NEUZENSCHE COURANT AANKOMST DEPUTATIES UIT DE JAVAANSCHE VORSTENLANDEN. Met den boottrein uit Genua zijn Donder- dagochtend op het station Staatsspoor, in Den Haag, aangekomen eenige deputaties uit de Javaansche Vorstenlanden, die de jubi- leumfeesten hier te lande zullen bijwonen. Zoo arriveerden Pangeran Hangabehi en Raden Mas Dorodjatoen, zoons van Z. H. Hameng- koe Boewono VTII, sultan van Jogjakarta, als afgevaardigden van den sultan. Pangeran Hangabebi was gekieed in de uniform van majoor bij den generalen staf van het Kon. I Indisch leger. Verder kwamen aan Pangeran Hario Soer- josoemarno, als vertegenwoordiger van Pan geran Adipati Mangkoe Nagoro VII. Hij droeg de uniform van luitenant-kolonel bij het In- dische leger. Voorts kwam aan Pangeran Hario Soer- joatmodjo, als afgevaardigde van Pangeran Adipati Ario Praboe Soerjodilogo, hoofd van het Pakoe-Alamsche huis te Jogjakarta. Deze laatste was gekieed in de uniform van majoor bij den generalen staf van het Indische leger. Op het station waren ter begroeting aan- wezig kapitein van het Kon. Ned.-Ind. leger W. Romswinckel, adjudant van de Koningin, als vertegenwoordiger van de Koningin; de heer J. Th. Petrus Blumberger, chef van het kalbinet van den minister van kolonien, na- mens den minister; een vertegenwoordiger van den sultan van Pontianak; de heer J. J. van Helsdingen, oud-gouverneur van Soera- karta; de heeren De Vries en Keller, namens de Maatschappij Nederland en de heeren Van Peski en mr. F. G. Crooss, namens de Kon. vereeniging Oost en West. Twee der afgevaardigden nemen hun intrek bij particulieren in Den Haag, terwijl Pange ran Hario Soerjoatmodjo in hotel Vieux Doelen zal vertoeven. DE GK A AJM HANDEL NAAR MINISTER COEIJN. Het Comite van Graanhandelaren te Rot terdam heeft Donderdagmorgen een brief ont- vangen van Minister Colijn, dat deze Dinsdag- j morgen SO Augustus afgevaardigden van den graanhandel in audientie zal ontvangen. Nadat Maandag, Dinsdag en Woensdag de graanbeurs te Rotterdam niet was bezocht, is, zooals het plan was, het bezoek Donder- dag hervat. Voorts was de termijnbeurs den geheelen dag weer geopend. DE POSTCHEQUE- EN GIRODIENST OP DE A.S. FEESTDAGEN. Op 31 Augustus en 6 September a.s. is het centrale postgirokantoor te 's-Gravenhage den geheelen dag gesloten, behalve voor de boeking van stortingen en girobiljetten, waarvan spoedbehandeling en ch^que-advie- zen, waarvan spoedbehandeling of telegra- fische spoedbehandeling wordt verlangd. Deze opdrachten worden uitgevoerd, voor zoover zij uiterlijik te 14 uur ten girokantore worden ontvangen. Opdrachten, welke later binmenkomen, blijven liggen tot den volgenden ochtend. Aangezien op de genoem.de dagen de post- kantoren niet later dan tot 10 uur zrjn ge opend, kan telegrafische spoedbehandeling van chdqueadviezen alleen -zin hebben, voor zoover de adviezen des ochtends bij den aan- vang van den dienst, 5.30 uur, ten girokan tore aanwezig zijn. Ten aanzien van later binrienkamende adviezen treft het zenden aan de postkantoren van telegrafische machtigin- gen tot uitbetaling geen doel omdat de tele- grammen dan de postkantoren niet meer voor het bovengenoemde tijdstip van sluiting kun- nen bereiken. Op dergelijke adviezen zaJ spoedbehandeling zonder meer worden toege- past, waarmede wordt bereikt, dat de cheque op 1 reap. 7 September des ochtends betaal- baar zijn. REGEERING NEEMT GRAANVRAAGSTUK OPNIEUW IN STUDIE. In Regeeringskringen heeft de staking van de Rotterdamsche Graanbeurs (als protest tegen de nieuwe verhooging van de monopolie- door ARTHUR APPLTN. 49) (Vervolg.) Toen zijn verhaal was geeindigd, bestelde Patterson een extra flesch, stak een sigaar op. Hij deed 'n paar flinke trekken, waama hij opstond en Rupert de hand toestak. Deze aarzelde even. Cotton, ik ben blij, dat je me alles hebt verteld, zei Patterson. Ik zal niet van mezelf zeggen, dat ik de men- schen vlug doorgrond. Doch, van het eerste oogenblik af, dat ik je zag, was ik ervan overtuigd, dat er „iets" gebeurd moest zijn. Ik heb er nooit naar gestreefd, om het te weten te komen, doch ik geloof, dat je je gelukkig gevoelt, me alles verteld te hebben. Iemand, die door het vuur is geloopen en zich stevig de vingers heeft gebrand, is dubbel zooveel waard als een, die nooit gevochten heeft en nooit 'n stommiteit heeft begaan en daarvoor moeten boeten. Kom! We sluiten het verleden geheel af... Ga je mee aan land? Enbiedt u me nu nog denzelfden werkkring aan als voorheen? vroeg Rupert aarzelend. Vertrouwt u me dan nog steeds Patterson lachtte even. Nu zelfs meer dan vroeger. Een half uur later werd Rupert's bagage, tegelijk met de meer omvangrijke bagage van Jim Patterson, in de scheepssloep geladen, waarmede beiden naar den wal werden ge- bracht. Er stond 'h tamelijk woelige branding, zoodat het ,,inschepen" nog al eenigen tijd vorderde; doch de matrozen waren goede roeiers. De lichte boot schoot snel over de schuimende golven, in de richting van de haven, waar de Britsche kleuren de twee heffingen) opschudding teweeg gebracht. Zoo als men weet, is Amsterdam onmiddellijk ge- volgd en dit heeft te 's Gravenhage den in- druk versterkt, dat waarschijnlijk te weinig rekening is gehouden met factoren, die in den handel een belangriijke rol spelen. Men ver- heelde ons in Regeeringskringen niet, dat de poging om den binnenlandschen graanprijs op te trekken, niet gelukt is in de mate, die de Minister van Economische Zaken zich had voorgesteld. De factoren die in den handel zulk een be- laragrijke rol spelen, heeft Minister Steen- berghe,, wien de graanhandel betrekkelijk vreemd is, niet overzien. De omstandigheden nopen hem nu, het vraagstuk opnieuw in stu- die te nemen. Het feit dat de staking te Rotterdam en Amsterdam slechts voor den duur van drie dagen is afgekondlgd, heeft de Landbouw- Crisis-Centrale, die onder het Departement van Economische Zaken ressorteert, een ge voel van ontspanning gegeven, die het onaan- gename besef, dat een noodzakelijk geachte maatregel in zekeren kring formeel een revo- lutie stichtte, ietwat verzacht. De Minister had geen oogenblik tijd, ons persoonlijk te woord te staan, wijl hij zich bij Wijze van spreken dag en nacht verdiept in de nieuwe phase van het probleem, het pro- bleem: hoe den landbouwenden stanid tege- moet te komen overeenkomstig vroeger ge- dane toezeggingen, zonder het belang van den handel en alle takken van bedrijf, die er mee samenhangen, in het bijzonder de maalderij, te schaden. Men legt er in Regeeringskringen echter wel den nadruk op, dat het geenszins de be- doeling van den Minister is, uitsluitend het wapen van de monopolieheffingen te hantee- ren om den landbouwers aan den redelijken graanprijs te helpen. De maatregelen, die te Rotterdam zulk een storm van verontwaardi- ging hebben verwekt, mogen niet den indruk vestigen, dat de Minister de twee andere mo- gelijkheden om den landbouwer tegemoet te komen (het toekennen van een directen toe- slag voor gerst en een denaturatietoeslag voor rogge) heeft prijsgegeven. De Minister blijft dus beschikken over tech- nieken, waarmee hij den toestand naar alge- meen genoegen kan beheerschen, d'och komt hij den handel tegemoet, dan beteekent zulks een terugkeer tot steunimaatregelen, die de klok weer op „crisis" zetten, en daarover zal in den Ministerraad het laatste woord nog niet gezegd zijn. Opvattingen in regeeringskringen. Er schijnt in regeeringskringen dus wel eenige neiging te bestaan tot erkenning van groote eenzijdigheid in de maatregelen tot ondersteuning van den landbouw, maar men houdt toch nog wel sterk vast aan de opvat- ting, dat een groepsbelang hier moest wijken voor een nationaal belang Vandaar dat het Departement van Economi sche Zaken zoo hardnekkig alle waarschu- wingen van den handel voor gevolgen, die thanis in vervulling zijn gegaan, in den wind heeft geslagen. De Minister stond voor een uiterst gecompliceerd vraagstuk en moest, mede op grond van vroeger gedane toezeg gingen, een besluit nemen, een knoop door- hakken. De landbouwer kon onmogelijk voor den gel- dtenden prijs blijven produceeren. Het was voor hem een kwestie van „to be or not to be". De landbouwer stond voor den ondergang. De Minister besefte dit: een nationaal belang... En hij realiseerde zich ongetwijfeld de om standigheden, die den handel belemmeren, het feit, dat alle landen zooveel mogelijk hun eigen graan vefbouwen, het feit, dat er te veel ge- oogst wordt en dus het feit, dat de prijs daalt. Niettemin heeft de Regeering gemeend, de ge volgen van vernieuwde monopolieheffingen voor den handel over het hoofd te moeten zien. En nu is de knoop nog verwarder geworden. Restitutie onmogelijk. Wij meenden, afgezien van de vraag, welke oplossing de Minister straks voorstelt, de kwestie van het terugbetalen van de geleden schade te berde te mogen brengen, vooral om dat de benadeelde handelaren vrij sterk op restitutie vertrouwen. vrienden een hartelijk welkom schenen toe te wuiven. In een ranke cano, gehouwen uit den stam van een woudreus, door acht handige bruine Maleische roeiers gedreven, zaten twee blan- ken, Patterson en John Cotton, door een af- dakje van groote palmbladeren tegen de hevige zonnestralen beschut. De achtersteven van de boot werd ingenomen door een Dajak- ker, 'n oude, met de inlandsche wateren goed bekende loods, met kleine, vurige oogjes, klein grijs baardje en een breeden mond, die, wegens de daarin aanwezig zijnde onafschei- delijke sirih-pruim, voortdurend een kauwende beweging maakte, waardoor een bloedrood sap in kleine, fijne straaltjes langs z'n mond- hoeken over z'n kin lekte. Deze Dajakker was iemand, die van een ongekende stuurmanskunst blijk gaf, door de lichte cano veilig en wel door alle mogelijke j stroomversnellingen te loodsen. Want tot nag toe had nog geen blanke het gewaagd. zoover de rivier op te gaan. i Tropische planten en gewassen groeiden welig op de oevers. Het was, alsof ze de rivier insloten tusschen hooge muren van groen, ter wijl hier en daar 'n aantal eeuwenoude woud- reuzen hun kruinen hoog ten hemel hieven. Dit moet beslist een oerwoud zijn, merkte Patterson vroolijk op. Was het niet, dat het door heele benden bloedzuigers bewoond is dan zou het er nog zoo kwaad niet zijn, geloof ik. Deze diertjes zag men op ieder blad of struikgewas zitten, slechts wachtend tot er een geschikte prooi, mensch of dier, zou komen am zich aan hun bloed te goed te doen. Negen maanden waren er ongeveer verloo- pen, dat Patterson en Rupert samen gearbeid hadden in deze gevaarlij'ke streken. Voor Ru pert was 't een heerlijke tijd geweest; hij had zich flink ingespannen; de aanhoudende ar- beid had het verleden bijna doen vergeten. Diep in zijn hart bewaarde hij echter een her- Dit denkbeeld stuit echter op vrij grooten tegenstand. Er wordt aan herinnerd, dat ver leden jaar, toen er tengevolge van de crisis- maatregelen vrij groote winsten werden ge- maakt, er toch ook niemand in den graan handel aan restitutie heeft gedacht. (Rott. Nwbl.) DE GRAANRECHTEN EN DE EERSTE EEVEN SBEHOEFTEN De eerste levensbehoeften duurder, de graanhandel lijdt groote verliezen en de landbouw geniet het beoogde profijt niet. De geheele Nederlandsche bevol- king is hierbij betrokken. Men schrijft uit kringen van den graan- importhandel aan de N. R. Crt. In de hitte van den strijd, dien de graan handel heeft aangebonden tegen het opnieuw verhoogen van de monopolieheffingen, heeft het er voor den buitenstaander wel eeniger- mate op geleken, dat deze uitsluitend wordt gevoerd in het belang van dien handel, de molenaars, de veehouderij en de graanver- werkende industrieen. Immers de schijn wordt gewekt, dat een eventueel succes der door de vereenigde graanorganisaties inge- luide protestactie in den vorm van het niet bezoeken van de beurzen, een persconferen- tie, telegrammen en adressen aan den Minis ter van Oeconomische Zaken, e.d., uitsluitend dien belanghebbenden ten goede «al komen en men dus alleen opkomt voor eigen belan- gen, voor eigen bears. Niets is echter minder waar dan dit. Ach- ter het zeer ernstige gemeende protest van den graanhandel, die op het oogenblik, door- dat de beurzen niet worden bezocht, nage- noeg geheel stilligt, en van de andere ge- noemde belanghebbenden behoort zich de geheele Nederlandsche bevolking te scharen, die ihoet begrijpen, dat hier een strijd wordt gevoerd tegn en opdrijving van de prijzen van vele eerste levensbehoeften. Het is juist, dat de wereldprijzen der gra- nen in de laatste maanden sterk zijn gedaald maar niet in die mate, dat deze verlaging een verhooging van de monopolieheffingen wettigt, zooals op 31 Juli en 21 Augustus heeft plaats gevonden. De prijzen der inge- voerde granen onder bijberekening van de heffing zijn nu hooger dan zij dit geheele jaar geweest zijn, en welk een gevaar daarin schuilt voor de Nederlandsche bevolking moet een ieder duidelijk zrjn, die weet, dat die granen hooger betaald moeten worden door de meelfabrikanten, de bakkerijen, mole naars, de veehouders, pluimveehouders en zoovele anderen, die ze als grondstof gebrui- ken. Hiervan is het logische gevolg, dat deze bedrijven den strijd om het bestaan niet zul len kunnen volhouden zonder de prijzen van hun eindproducten te verhoogen; de Neder landsche verbruiker, die meer moet betalen voor zijn brood, vleesch, boter, kaas, eieren enzoovoorts, wordt daarvan de dupe. Dat dit geen ijdele taal is, blijkt o.a. uit een telegram van een bakkerspatroonsbond, waarin wordt gezegd, dat de bakkers de thans geldende meelprijzen niet meer kunnen betalen, ter wijl de eieren in korten tijd 6dn cent per stuk zijn gestegen, wat boven het normale is en waarvoor de duurdere graanprijzen ver- antwoordelijk zijn. Na er hierboven nog eens op gewezen te hebben, dat de thans heerschende „graan- strijd"' er een is, die gevoerd wordt in het be lang van elken verbruiker, moge nu nog in het licht worden gesteld, hoe juist de waar- schuwingen zijn geweest, die het Comite van Graanhandelaren te zamen met andere orga- nisaties, in verschillende adressen heeft ge- richt tot den minister van oeconomische zaken. Daarin werd er de aandacht op geves- tigd, dat het niet mogelijk is, dat de prijzen der in Nederland verbouwde granen auto- matisch verhoogd worden door het duurder maken van de buitenlandsohe, bewerkstel- ligd door een nieuwe verhooging van de hef fingen aan de grens met 0,50 per 100 kg. Immers op de beurs te Groningen, het be- langrrjkste centrum voor den handel in in landsche granen, werd rogge Dinsdag onver- anderd aangeboden en voor gerst /0,15 per 100 kg. meer gevraagd dan een week tevoren, innering aan vroeger, -zijn huis, z'n vader, zus- ter en Ruby. Soms betrapte hij er zichzelf op dat zijn geest dwaalde in Devonshire, in de heidelanden en de moerassen. Het eenige wat steeds zijn gedachte vulde was, dat hij wellidht voor altijd een banne- linig zou zijn. Toch liet de droom hem niet los: eens naar huis terug te keeren, alien die hem zoo lief waren, nog eens te zien al was het slechts voor eenige uren. De zon was achter de bergen gedaald. Het werd hoog tijd te denken aan overnachten. Patterson ging even recht op staan. Waar zullen we landen? vroeg hij in het Maleisch. - Ik kan het niet zeggen waar wenscht u dat we landen zullen? antwoordde de Da jakker, met de onafscheidelijike sirihpruim. M'n meester zal het wel 't beste weten. Voor Patterson een antwoord had gegeven, stortte, onder een geweldig kraken, enkele meters v6br de boot een woudreus dwars over de rivier. Het leek een reusachtige brug, die als bij tooverslag was gelegd. Het water spatte meters omhoog. Murut's! Murut's! schreeuwden de Ma leische roeiers. Vooruit! Terug! Terug! iZe roeiden met alle macht stroomafwaarts. Doch daar viel plotseling voor hun cano weer een woudreus, die hun verder varen belette. Ze waren ingesloten, tusschen twee natuur- lij'ke Ibruggen. Onmiddellijk daarna klonk een schot, gevolgd door den oorlogskreet der Murut's. Zwarte kerels klommen op de groote stam- men, die de boot aan weerskanten ingesloten hielden, terwijl van alle kanten geweerschoten weerklonken, ofschoon de kogels de mannen niet raakten en meters van het doel in de rivier terecht kwamen. Patterson en Rupert hadden hun karabijnen gegrepen bij het eerste schot. Patterson gaf order, dat de cano in het midden van den I stroom moest worden gehouden. Cotton... vuur op de kerels, die op den j boom voor ons zitten. Qp leven en dood!... Vooruit... 'r Is nog een opening vrij onder wat dus wijst op een volkomen mislukking van dezen jongsten maatregel. Bij zeer ge- ringe vraag was het aanbod overheerschend en aanmerkelijk grooter dan een week tevo ren. Hieruit blijkt dus wel, dat vele land bouwers beredd zijn, tot het thans geldende niveau te verkoopen, terwijl dit op het oogen blik nog steeds onder de z.g. „richtprijzen", de door de regeering gegarandeerde mini- mumprijzen, ligt. Het staat derhaJlve reeds vast, dat de regeering ten slotte toch zal moe ten overgaan tot het geven van steun aan den landbouw op andere wijze dan nu plaats vindt en daarom blijft men zich met verba- zing en verontwaardiging afvragen, waarom die weg niet reeds eerder is ingeslagen, daar men tot nu toe practisoh alleen bereikt heeft, dat den graanhandel in al zijn geledingen groote verliezen zijn berokkend, de eerste ldvensbehoeften duurder zullen worden en de landbouw hiervan geen profijt heeft. Voorts moge nu nog een oogenblik stil worden gestaan bij de protestactie, door den Rotterdamschen graanhandel ingeluid. Zooals bekend is, heeft men in Amsterdam spontaan het voorbeeld van Rotterdam ge volgd; het staat wel vast, dat vele handelaren in den lande de weekbeurzen in Groningen, Delft, Leeuwarden, Maastricht, Utrecht, enz. niet zullen bezoeken, waardoor de zaken voor eenige dagen vrijwel geheel stil zullen liggen. De Algemeene Nederlandsche Molenaarsbond, die vele honderden leden telt, heeft een ver- gadering der leden belegd om de door hen te nemen maatregelen te bespreken. Vele vlug- schriften van verontwaardigde graanhan delaren hebben het licht gezien en hier en daar zijn zelfs de opgekropte gemoederen tot uitbarsting gekomen en hebben zich kleine incidenten voorgedaan. Er is geen sprake van, dat getracht zal worden op een of andere onbekookte wijze zrjn woorden kracht bij te zetten, en de eerder bedoelde uitingen zijn begrijpelijk, nu velen het gevoel hebben, dat hun zaken en bedrijven ten gevolge van alle door hen ondervonden nadeelen aan den rand van den afgrond staan. Mocht men echter ook nu nog geen gewillig oor vinden bij de betreffende instanties, dan zal men zeker niet schromen verder te gaan en zijn toevlucht nemen tot openbare protestver- gaderingen en indien noodig tot het gezamen- lijk aanbieden van een adres door alle gedu- peerden in Den Haag. Dat de hooge heffingen voor den import- handel, behalve directe verliezen en vermin- dering van afzetgebied, verdere moeilijkheden in verband met de financiering van de zaken meebrengen, zal een ieder begrijpen, die ver- neemt, dat deze rechten voor enkele artikelen slechts weinig minder zijn dan de wereld- prijs van die graansoort bedraagt; de impor- teur moet er bij den invoer voor zorgen, dat hij die in het Landbouwcrisisfonds stort en op zijn koopers verhaalt. Mochten zijn klanten in gebreke blijven, dan draait hij voor het verlies op, terwijl hij gratis voor het rijk als ontvanger heeft dienst gedaan, de risico's op zijn afnemers loopt en groote bedragen renteloos beschikbaar moet hebben die hij anders voor zijn bedrijf zou kunnen gebruiken. Welk een onbegrijpelijke en onbillijke hoogte de monopolie-heffingen op het oogenblik heb ben bereikt, volgt uit onderstaand staatje, dat een vergelijking weergeeft tusschen de wereldprijzen van mais, tarwe, gerst en rogge op 4 September 1935 en 20 Augustus 1938, met daamaast een opgave van de rechten op diezelfde data. Op den eerstgenoemden dag waren de hef fingen sedert de invoering ervan de hoogste, die geheven werden, met uitzondering van de wijzigingen, die de laatste maand zooveel be- roering hebben gebracht: Tarwe Mais prijs per prijs per 100 kg. heffing 100 kg. heffing 4 Sept. 1935 4.20 2.— 2.50 2.— 20 Aug. 1938 4.60 2.50 4.80 2.50 Gerst Rogge prijs per prijs per 100 kg. heffing 100 kg. heffing 4 Sept. 1935 2.50 2.— 3.— 2.— 20 Aug. 1938 4.20 3.50 4.10 3.50 een bocht in den stam; daar moeten we onder door met den stroom mee... Goed zoo... goed gemikt!... een Murut, die het midden van den boom bereikt had, zwaaide even met z'n ar- men in de lucht en duikelde levenloos met het hoofd omlaag in de rivier. Nog een paar andere koppensnellers lagen getroffen tusschen de boomstammen, terwijl een derde inlander, doodelijk getroffen, nog eenige stuiptrekkinigen maakte en zijn bloed het water rood kleurde. Plotseling slaakte een der roeiers een rauwen kreet; hij ging in de boot overeind staan; hij hield in zijn hand een dunne bamboepijl, die hij zoo juist uit een wonde in zijn zijide had gehaald, waaruit het bloed met een dun straaltje sijpelde. Lang- zaam viel hij neer. De andere roeiers waren als verlamd van schrik. De woorden „Upas- vergift Upas-vergift" werden aanhoudend herhaald. Het vergift werkte snel. De getroffen roeier werd aschgrauw, weldra was hij stijf en lag roerloos in de cano. Deze vergiftige pijlen werden geschoten uit een soort blaaspijp, een verschrikkelijk wapen in de handen van den Murut, die zich daar- mee speciaal oefent; want geweren zijn zeld- zaam, daar zij alleen binnengesmokkeld wor den door den Arabiscben koopman, die er rub ber en andere handelsartikelen voor in ruil ontvangt. Deze blaaspijp is ongeveer zes voet lang en uit een speciaal soort hard hout ver- vaardigd. De pijlen zijn gemaakt van zeer fijn bamboe, zoo dun als een breinaald en voor- zien van een scherpen punt, die in de wond nagenoeg altijd afbreekt, voor hij er uit kan worden verwijderd. De inlanders zijn met dit wapen zoo vertrouwd, dat de bandigsten onder hen in staat zijn een tegenstander op circa twintig tot vijf en twintig meter afstand nog te treffen. De Maleische roeier, die naast Rupert zat, werd odk getroffen door een pijl ter hoogte van de slaap. De arme kerel was op slag dood. Een kogel trof de paddle van een ander, zoo dat de cano niet voldoende stuurkracht meer bezat en afdreef naar den oever. als U het vandaag nog de nieuwe verst^rkte Akker's Abdijsiroop geeft, want daardoor zullen de afmattende hoestbuien tot staan komen en de benauwende slijm loskomen. Akker's Abdijsiroop, thans nog versterkt en nog geneeskrachtiger gemaakt, door toevoeging van de hoest-bedwingende stof codeine, werkt als een balsem op de borst, keel en longen. Ze bevat een 20-tal kruiden, zooals de Aconiet en de Dro- sera, die ook door de geneeskundigen thans worden beschouwd als de heilzaamste stoffen ter bestrijding van de ademhalings-stoornissen. Elke lepel Abdijsiroop werkt verrassend snel op de ademhalings-organen, lost de slijm op, stopt den hoest, neemt de benauwdheid weg en ge- neest de rauwe ontstoken plekken der slijmvliezen. ,,'s Werelds b£ste Hoest-siroop", zoo noemt men: Flacon 90 ct., f 1.50, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar. Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik. (Ingez. Med.) HET ROODE KRUIS VRAAGT 10.000 HELPSTERS. Een medewerker schrijft aan de Midd. Crt.: Het Nederlandsche Rflode Kruis vraagt 10.009 helpsters! Dit is de kern van een ge- sprek, dat wij dezer dagen mochten hebben met dr. H. K. Gfferhaus, lid van het dage- lijksch bestuur van het Nederlandsche Roode Kruis en hoofd van het ziekenhuiswezen. Behalve zrjn steeds groeiende vredestaak, heeft het Roode Kruis ook zijn groote oor- logstaak: de algeheele verzorging en verple- ging van gewonde en zieke militairen in de evacuatiegebieden. Met de grondige organisa- tie van de uitivoering van deze taak, gezien in het licht der moderne oorlogvoering, met inbegrip van luchtaanvallen op de iburgerbe- volking, is men op het hoofdbureau in Den Haag onlangs de voltooiing genaderd. Zieken- huizen en hulpziekenhuizen zijn aangewezen en in de organisatie opgenomen. Alles is ge- regeld, ook de personeelsbezetting. Maar er moeten nog ruim 10.000 helpsters, leden van de transport- en verpleegcolonnes, worden aangeworven en opgeleid. Nog 10.000 jonge vrouwen heeft het Roode Kruis noodig, die bekwaam en bereid zijn om zich in oorlogstijd aan de bij uitstek vrouwelijke en menschlie- vende taak van verpleging van gewonden en zieken te wijden. Er zijn er namelijk momeft- teel 3 a 4000 opgeleid of in opleiding, terwijl er totaal 14.000 noodig zijn. Voor flinke, jonge vrouwen, .boven de achttien, ligt hier een schoone, vrijwil'lige taak. Deze massa-opleiding van helpsters houdt natuurlijk ook direct verband met de onlangs met succes aangevangen ledenwerfcampagne voor het Roode Kruis, waarbij men zich een ledental van voorloopig 100.000 tot doel heeft gesteld. Niet alleen is dit noodig uit overwe- gingen van nationaal gevoel van eigenwaarde, omdat het ledental hier te lande zoo erbarme- lijk ten achter staat bij dat in andere landen. Maar ook vooral, omdat nieuwe middelen dringend noodig zijn, ook met het oog op de opleiding dier nog benoodigde 10.000 helpsters. Dit brengt belangrijke uitgaven met zich, zoo- wel voor de kas van het hoofdbestuur als die van de plaatselijke afdeeling. (Men kan reeds voor 1 per jaar lid worden van het Roode Kruis. Postrekening 22120 van het hoofdbe stuur, Prinsessegracht 27, 's Gravenhage, staat voor giften en contributie open.) Boven- Alles was zoo vlug geschied, dat ze nauwe- lijks in staat waren hun gevaarlijken toestand eenigszins onder de oogen te zien. Eerst toen Unju, de stuurman, ook gewond was en nog twee andefieroeiers door een Upas-pijl waren gewond en gedood, kwam Patterson tot de ontdekking, dat de boot den oever bijna had bereikt. Cotton, vlug... met ons tweeen, op leven en dood! schreeuwde hij, terwijl zij beiden trachtten de 'boot midden in den stroom te brengen. Te laat! Een bende kerels sprong in het water en hield de boot tegen; door hun ge- wicht ging de boot dieper liggen, maakte wa ter en zonk weldra. De wilden zongen en tier- den als bezetenen en dwongen de blanken onder bedreiging van hun lange speren, zich naar den oever te begeven. Unju bleek echter niet van plan z'n leven zoo goedkoop weg te schenken. Hij stiet z'n oorlogskreet uit, liep met z'n Dajakkersmes op de bende in en sloeg links en rechts om zich heen, waarbij enkele Murut's gekwetst of gedood werden. In een oogenblik had hp zooveel ruimte gemaakt, dat hij geheel vrij stond; dit werd echter z'n noodlot... een schot weerklonk en een oogenblik later viel Unju, de Dajakker, zwaar gewond in Rupert's armen. Een kleine inlander, met een splintemieuw Wincester repetitiekarabijn gewapend, stapte van achter een boom op de blanken toe en gaf aan de Murut's een teeken, dat ze zouden op- houden. Zijn kleeding deed eenigszins denken aan een Arabier. 'n Witte korte burnous hing hem over het lichaam, terwijl een tulband, met gouddraad doorweven z'n hoofd sierde. Hij had een scherp geteekenden arendsneus, kleine doordringende zwarte oogjes, een zwart snorretje, waardoor nog sterker een paar lip- pen werden afgeteekend, die onmiddellijk op een wreed en meedoogenloos karakter wezen. Hij was dan ook geen Murut. Hij richtte zich in het Maleis tot Patterson en Rupert, waar bij zijn lijzerige spraak dadelijk opviel. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5