ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
ABDIJSIROOP
UCHTZINNIGE JEUGO
No 9803
VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1938
78e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Uw kind zal morgen
niet meer hoesten
AKKER's versterkle
TWEEDE BLAD
■wOTmra a. wb-vac:sxnA>3BBsmm
WiHiFiWiit i»i1 iii>in»iiiiiiw>riii>ir""nn ii BnrwrJT rtnnfiTu THr"grrfflfcTnrr«rin~wy.-*
NEUZENSCHE COURANT
AANKOMST DEPUTATIES UIT DE
JAVAANSCHE VORSTENLANDEN.
Met den boottrein uit Genua zijn Donder-
dagochtend op het station Staatsspoor, in
Den Haag, aangekomen eenige deputaties uit
de Javaansche Vorstenlanden, die de jubi-
leumfeesten hier te lande zullen bijwonen. Zoo
arriveerden Pangeran Hangabehi en Raden
Mas Dorodjatoen, zoons van Z. H. Hameng-
koe Boewono VTII, sultan van Jogjakarta, als
afgevaardigden van den sultan. Pangeran
Hangabebi was gekieed in de uniform van
majoor bij den generalen staf van het Kon. I
Indisch leger.
Verder kwamen aan Pangeran Hario Soer-
josoemarno, als vertegenwoordiger van Pan
geran Adipati Mangkoe Nagoro VII. Hij droeg
de uniform van luitenant-kolonel bij het In-
dische leger.
Voorts kwam aan Pangeran Hario Soer-
joatmodjo, als afgevaardigde van Pangeran
Adipati Ario Praboe Soerjodilogo, hoofd van
het Pakoe-Alamsche huis te Jogjakarta. Deze
laatste was gekieed in de uniform van majoor
bij den generalen staf van het Indische leger.
Op het station waren ter begroeting aan-
wezig kapitein van het Kon. Ned.-Ind. leger
W. Romswinckel, adjudant van de Koningin,
als vertegenwoordiger van de Koningin; de
heer J. Th. Petrus Blumberger, chef van het
kalbinet van den minister van kolonien, na-
mens den minister; een vertegenwoordiger
van den sultan van Pontianak; de heer J. J.
van Helsdingen, oud-gouverneur van Soera-
karta; de heeren De Vries en Keller, namens
de Maatschappij Nederland en de heeren Van
Peski en mr. F. G. Crooss, namens de Kon.
vereeniging Oost en West.
Twee der afgevaardigden nemen hun intrek
bij particulieren in Den Haag, terwijl Pange
ran Hario Soerjoatmodjo in hotel Vieux
Doelen zal vertoeven.
DE GK A AJM HANDEL
NAAR MINISTER COEIJN.
Het Comite van Graanhandelaren te Rot
terdam heeft Donderdagmorgen een brief ont-
vangen van Minister Colijn, dat deze Dinsdag- j
morgen SO Augustus afgevaardigden van den
graanhandel in audientie zal ontvangen.
Nadat Maandag, Dinsdag en Woensdag de
graanbeurs te Rotterdam niet was bezocht,
is, zooals het plan was, het bezoek Donder-
dag hervat.
Voorts was de termijnbeurs den geheelen
dag weer geopend.
DE POSTCHEQUE- EN GIRODIENST OP
DE A.S. FEESTDAGEN.
Op 31 Augustus en 6 September a.s. is het
centrale postgirokantoor te 's-Gravenhage
den geheelen dag gesloten, behalve voor de
boeking van stortingen en girobiljetten,
waarvan spoedbehandeling en ch^que-advie-
zen, waarvan spoedbehandeling of telegra-
fische spoedbehandeling wordt verlangd.
Deze opdrachten worden uitgevoerd, voor
zoover zij uiterlijik te 14 uur ten girokantore
worden ontvangen. Opdrachten, welke later
binmenkomen, blijven liggen tot den volgenden
ochtend.
Aangezien op de genoem.de dagen de post-
kantoren niet later dan tot 10 uur zrjn ge
opend, kan telegrafische spoedbehandeling
van chdqueadviezen alleen -zin hebben, voor
zoover de adviezen des ochtends bij den aan-
vang van den dienst, 5.30 uur, ten girokan
tore aanwezig zijn. Ten aanzien van later
binrienkamende adviezen treft het zenden aan
de postkantoren van telegrafische machtigin-
gen tot uitbetaling geen doel omdat de tele-
grammen dan de postkantoren niet meer voor
het bovengenoemde tijdstip van sluiting kun-
nen bereiken. Op dergelijke adviezen zaJ
spoedbehandeling zonder meer worden toege-
past, waarmede wordt bereikt, dat de cheque
op 1 reap. 7 September des ochtends betaal-
baar zijn.
REGEERING NEEMT GRAANVRAAGSTUK
OPNIEUW IN STUDIE.
In Regeeringskringen heeft de staking van
de Rotterdamsche Graanbeurs (als protest
tegen de nieuwe verhooging van de monopolie-
door ARTHUR APPLTN.
49)
(Vervolg.)
Toen zijn verhaal was geeindigd, bestelde
Patterson een extra flesch, stak een sigaar
op. Hij deed 'n paar flinke trekken, waama
hij opstond en Rupert de hand toestak.
Deze aarzelde even. Cotton, ik ben blij,
dat je me alles hebt verteld, zei Patterson.
Ik zal niet van mezelf zeggen, dat ik de men-
schen vlug doorgrond. Doch, van het eerste
oogenblik af, dat ik je zag, was ik ervan
overtuigd, dat er „iets" gebeurd moest zijn.
Ik heb er nooit naar gestreefd, om het te
weten te komen, doch ik geloof, dat je je
gelukkig gevoelt, me alles verteld te hebben.
Iemand, die door het vuur is geloopen en zich
stevig de vingers heeft gebrand, is dubbel
zooveel waard als een, die nooit gevochten
heeft en nooit 'n stommiteit heeft begaan en
daarvoor moeten boeten. Kom! We sluiten
het verleden geheel af... Ga je mee aan land?
Enbiedt u me nu nog denzelfden
werkkring aan als voorheen? vroeg Rupert
aarzelend. Vertrouwt u me dan nog steeds
Patterson lachtte even. Nu zelfs meer
dan vroeger.
Een half uur later werd Rupert's bagage,
tegelijk met de meer omvangrijke bagage van
Jim Patterson, in de scheepssloep geladen,
waarmede beiden naar den wal werden ge-
bracht. Er stond 'h tamelijk woelige branding,
zoodat het ,,inschepen" nog al eenigen tijd
vorderde; doch de matrozen waren goede
roeiers. De lichte boot schoot snel over de
schuimende golven, in de richting van de
haven, waar de Britsche kleuren de twee
heffingen) opschudding teweeg gebracht. Zoo
als men weet, is Amsterdam onmiddellijk ge-
volgd en dit heeft te 's Gravenhage den in-
druk versterkt, dat waarschijnlijk te weinig
rekening is gehouden met factoren, die in den
handel een belangriijke rol spelen. Men ver-
heelde ons in Regeeringskringen niet, dat de
poging om den binnenlandschen graanprijs op
te trekken, niet gelukt is in de mate, die de
Minister van Economische Zaken zich had
voorgesteld.
De factoren die in den handel zulk een be-
laragrijke rol spelen, heeft Minister Steen-
berghe,, wien de graanhandel betrekkelijk
vreemd is, niet overzien. De omstandigheden
nopen hem nu, het vraagstuk opnieuw in stu-
die te nemen.
Het feit dat de staking te Rotterdam en
Amsterdam slechts voor den duur van drie
dagen is afgekondlgd, heeft de Landbouw-
Crisis-Centrale, die onder het Departement
van Economische Zaken ressorteert, een ge
voel van ontspanning gegeven, die het onaan-
gename besef, dat een noodzakelijk geachte
maatregel in zekeren kring formeel een revo-
lutie stichtte, ietwat verzacht.
De Minister had geen oogenblik tijd, ons
persoonlijk te woord te staan, wijl hij zich bij
Wijze van spreken dag en nacht verdiept in
de nieuwe phase van het probleem, het pro-
bleem: hoe den landbouwenden stanid tege-
moet te komen overeenkomstig vroeger ge-
dane toezeggingen, zonder het belang van den
handel en alle takken van bedrijf, die er mee
samenhangen, in het bijzonder de maalderij,
te schaden.
Men legt er in Regeeringskringen echter
wel den nadruk op, dat het geenszins de be-
doeling van den Minister is, uitsluitend het
wapen van de monopolieheffingen te hantee-
ren om den landbouwers aan den redelijken
graanprijs te helpen. De maatregelen, die te
Rotterdam zulk een storm van verontwaardi-
ging hebben verwekt, mogen niet den indruk
vestigen, dat de Minister de twee andere mo-
gelijkheden om den landbouwer tegemoet te
komen (het toekennen van een directen toe-
slag voor gerst en een denaturatietoeslag voor
rogge) heeft prijsgegeven.
De Minister blijft dus beschikken over tech-
nieken, waarmee hij den toestand naar alge-
meen genoegen kan beheerschen, d'och komt
hij den handel tegemoet, dan beteekent zulks
een terugkeer tot steunimaatregelen, die de
klok weer op „crisis" zetten, en daarover
zal in den Ministerraad het laatste woord nog
niet gezegd zijn.
Opvattingen in regeeringskringen.
Er schijnt in regeeringskringen dus wel
eenige neiging te bestaan tot erkenning van
groote eenzijdigheid in de maatregelen tot
ondersteuning van den landbouw, maar men
houdt toch nog wel sterk vast aan de opvat-
ting, dat een groepsbelang hier moest wijken
voor een nationaal belang
Vandaar dat het Departement van Economi
sche Zaken zoo hardnekkig alle waarschu-
wingen van den handel voor gevolgen, die
thanis in vervulling zijn gegaan, in den wind
heeft geslagen. De Minister stond voor een
uiterst gecompliceerd vraagstuk en moest,
mede op grond van vroeger gedane toezeg
gingen, een besluit nemen, een knoop door-
hakken.
De landbouwer kon onmogelijk voor den gel-
dtenden prijs blijven produceeren. Het was voor
hem een kwestie van „to be or not to be". De
landbouwer stond voor den ondergang. De
Minister besefte dit: een nationaal belang...
En hij realiseerde zich ongetwijfeld de om
standigheden, die den handel belemmeren, het
feit, dat alle landen zooveel mogelijk hun eigen
graan vefbouwen, het feit, dat er te veel ge-
oogst wordt en dus het feit, dat de prijs daalt.
Niettemin heeft de Regeering gemeend, de ge
volgen van vernieuwde monopolieheffingen
voor den handel over het hoofd te moeten zien.
En nu is de knoop nog verwarder geworden.
Restitutie onmogelijk.
Wij meenden, afgezien van de vraag, welke
oplossing de Minister straks voorstelt, de
kwestie van het terugbetalen van de geleden
schade te berde te mogen brengen, vooral om
dat de benadeelde handelaren vrij sterk op
restitutie vertrouwen.
vrienden een hartelijk welkom schenen toe te
wuiven.
In een ranke cano, gehouwen uit den stam
van een woudreus, door acht handige bruine
Maleische roeiers gedreven, zaten twee blan-
ken, Patterson en John Cotton, door een af-
dakje van groote palmbladeren tegen de
hevige zonnestralen beschut. De achtersteven
van de boot werd ingenomen door een Dajak-
ker, 'n oude, met de inlandsche wateren goed
bekende loods, met kleine, vurige oogjes,
klein grijs baardje en een breeden mond, die,
wegens de daarin aanwezig zijnde onafschei-
delijke sirih-pruim, voortdurend een kauwende
beweging maakte, waardoor een bloedrood sap
in kleine, fijne straaltjes langs z'n mond-
hoeken over z'n kin lekte.
Deze Dajakker was iemand, die van een
ongekende stuurmanskunst blijk gaf, door de
lichte cano veilig en wel door alle mogelijke
j stroomversnellingen te loodsen. Want tot
nag toe had nog geen blanke het gewaagd.
zoover de rivier op te gaan.
i Tropische planten en gewassen groeiden
welig op de oevers. Het was, alsof ze de rivier
insloten tusschen hooge muren van groen, ter
wijl hier en daar 'n aantal eeuwenoude woud-
reuzen hun kruinen hoog ten hemel hieven.
Dit moet beslist een oerwoud zijn, merkte
Patterson vroolijk op. Was het niet, dat het
door heele benden bloedzuigers bewoond is
dan zou het er nog zoo kwaad niet zijn,
geloof ik.
Deze diertjes zag men op ieder blad of
struikgewas zitten, slechts wachtend tot er
een geschikte prooi, mensch of dier, zou
komen am zich aan hun bloed te goed te doen.
Negen maanden waren er ongeveer verloo-
pen, dat Patterson en Rupert samen gearbeid
hadden in deze gevaarlij'ke streken. Voor Ru
pert was 't een heerlijke tijd geweest; hij had
zich flink ingespannen; de aanhoudende ar-
beid had het verleden bijna doen vergeten.
Diep in zijn hart bewaarde hij echter een her-
Dit denkbeeld stuit echter op vrij grooten
tegenstand. Er wordt aan herinnerd, dat ver
leden jaar, toen er tengevolge van de crisis-
maatregelen vrij groote winsten werden ge-
maakt, er toch ook niemand in den graan
handel aan restitutie heeft gedacht.
(Rott. Nwbl.)
DE GRAANRECHTEN EN DE EERSTE
EEVEN SBEHOEFTEN
De eerste levensbehoeften duurder, de
graanhandel lijdt groote verliezen en
de landbouw geniet het beoogde profijt
niet. De geheele Nederlandsche bevol-
king is hierbij betrokken.
Men schrijft uit kringen van den graan-
importhandel aan de N. R. Crt.
In de hitte van den strijd, dien de graan
handel heeft aangebonden tegen het opnieuw
verhoogen van de monopolieheffingen, heeft
het er voor den buitenstaander wel eeniger-
mate op geleken, dat deze uitsluitend wordt
gevoerd in het belang van dien handel, de
molenaars, de veehouderij en de graanver-
werkende industrieen. Immers de schijn
wordt gewekt, dat een eventueel succes der
door de vereenigde graanorganisaties inge-
luide protestactie in den vorm van het niet
bezoeken van de beurzen, een persconferen-
tie, telegrammen en adressen aan den Minis
ter van Oeconomische Zaken, e.d., uitsluitend
dien belanghebbenden ten goede «al komen
en men dus alleen opkomt voor eigen belan-
gen, voor eigen bears.
Niets is echter minder waar dan dit. Ach-
ter het zeer ernstige gemeende protest van
den graanhandel, die op het oogenblik, door-
dat de beurzen niet worden bezocht, nage-
noeg geheel stilligt, en van de andere ge-
noemde belanghebbenden behoort zich de
geheele Nederlandsche bevolking te scharen,
die ihoet begrijpen, dat hier een strijd wordt
gevoerd tegn en opdrijving van de prijzen van
vele eerste levensbehoeften.
Het is juist, dat de wereldprijzen der gra-
nen in de laatste maanden sterk zijn gedaald
maar niet in die mate, dat deze verlaging
een verhooging van de monopolieheffingen
wettigt, zooals op 31 Juli en 21 Augustus
heeft plaats gevonden. De prijzen der inge-
voerde granen onder bijberekening van de
heffing zijn nu hooger dan zij dit geheele
jaar geweest zijn, en welk een gevaar daarin
schuilt voor de Nederlandsche bevolking moet
een ieder duidelijk zrjn, die weet, dat die
granen hooger betaald moeten worden door
de meelfabrikanten, de bakkerijen, mole
naars, de veehouders, pluimveehouders en
zoovele anderen, die ze als grondstof gebrui-
ken. Hiervan is het logische gevolg, dat deze
bedrijven den strijd om het bestaan niet zul
len kunnen volhouden zonder de prijzen van
hun eindproducten te verhoogen; de Neder
landsche verbruiker, die meer moet betalen
voor zijn brood, vleesch, boter, kaas, eieren
enzoovoorts, wordt daarvan de dupe. Dat dit
geen ijdele taal is, blijkt o.a. uit een telegram
van een bakkerspatroonsbond, waarin wordt
gezegd, dat de bakkers de thans geldende
meelprijzen niet meer kunnen betalen, ter
wijl de eieren in korten tijd 6dn cent per
stuk zijn gestegen, wat boven het normale is
en waarvoor de duurdere graanprijzen ver-
antwoordelijk zijn.
Na er hierboven nog eens op gewezen te
hebben, dat de thans heerschende „graan-
strijd"' er een is, die gevoerd wordt in het be
lang van elken verbruiker, moge nu nog in
het licht worden gesteld, hoe juist de waar-
schuwingen zijn geweest, die het Comite van
Graanhandelaren te zamen met andere orga-
nisaties, in verschillende adressen heeft ge-
richt tot den minister van oeconomische
zaken. Daarin werd er de aandacht op geves-
tigd, dat het niet mogelijk is, dat de prijzen
der in Nederland verbouwde granen auto-
matisch verhoogd worden door het duurder
maken van de buitenlandsohe, bewerkstel-
ligd door een nieuwe verhooging van de hef
fingen aan de grens met 0,50 per 100 kg.
Immers op de beurs te Groningen, het be-
langrrjkste centrum voor den handel in in
landsche granen, werd rogge Dinsdag onver-
anderd aangeboden en voor gerst /0,15 per
100 kg. meer gevraagd dan een week tevoren,
innering aan vroeger, -zijn huis, z'n vader, zus-
ter en Ruby. Soms betrapte hij er zichzelf op
dat zijn geest dwaalde in Devonshire, in de
heidelanden en de moerassen.
Het eenige wat steeds zijn gedachte vulde
was, dat hij wellidht voor altijd een banne-
linig zou zijn. Toch liet de droom hem niet los:
eens naar huis terug te keeren, alien die hem
zoo lief waren, nog eens te zien al was het
slechts voor eenige uren.
De zon was achter de bergen gedaald. Het
werd hoog tijd te denken aan overnachten.
Patterson ging even recht op staan.
Waar zullen we landen? vroeg hij in het
Maleisch.
- Ik kan het niet zeggen waar wenscht
u dat we landen zullen? antwoordde de Da
jakker, met de onafscheidelijike sirihpruim.
M'n meester zal het wel 't beste weten.
Voor Patterson een antwoord had gegeven,
stortte, onder een geweldig kraken, enkele
meters v6br de boot een woudreus dwars over
de rivier. Het leek een reusachtige brug, die
als bij tooverslag was gelegd. Het water
spatte meters omhoog.
Murut's! Murut's! schreeuwden de Ma
leische roeiers. Vooruit! Terug! Terug!
iZe roeiden met alle macht stroomafwaarts.
Doch daar viel plotseling voor hun cano weer
een woudreus, die hun verder varen belette.
Ze waren ingesloten, tusschen twee natuur-
lij'ke Ibruggen. Onmiddellijk daarna klonk een
schot, gevolgd door den oorlogskreet der
Murut's.
Zwarte kerels klommen op de groote stam-
men, die de boot aan weerskanten ingesloten
hielden, terwijl van alle kanten geweerschoten
weerklonken, ofschoon de kogels de mannen
niet raakten en meters van het doel in de
rivier terecht kwamen.
Patterson en Rupert hadden hun karabijnen
gegrepen bij het eerste schot. Patterson gaf
order, dat de cano in het midden van den
I stroom moest worden gehouden.
Cotton... vuur op de kerels, die op den
j boom voor ons zitten. Qp leven en dood!...
Vooruit... 'r Is nog een opening vrij onder
wat dus wijst op een volkomen mislukking
van dezen jongsten maatregel. Bij zeer ge-
ringe vraag was het aanbod overheerschend
en aanmerkelijk grooter dan een week tevo
ren. Hieruit blijkt dus wel, dat vele land
bouwers beredd zijn, tot het thans geldende
niveau te verkoopen, terwijl dit op het oogen
blik nog steeds onder de z.g. „richtprijzen",
de door de regeering gegarandeerde mini-
mumprijzen, ligt. Het staat derhaJlve reeds
vast, dat de regeering ten slotte toch zal moe
ten overgaan tot het geven van steun aan den
landbouw op andere wijze dan nu plaats
vindt en daarom blijft men zich met verba-
zing en verontwaardiging afvragen, waarom
die weg niet reeds eerder is ingeslagen, daar
men tot nu toe practisoh alleen bereikt heeft,
dat den graanhandel in al zijn geledingen
groote verliezen zijn berokkend, de eerste
ldvensbehoeften duurder zullen worden en
de landbouw hiervan geen profijt heeft.
Voorts moge nu nog een oogenblik stil
worden gestaan bij de protestactie, door den
Rotterdamschen graanhandel ingeluid.
Zooals bekend is, heeft men in Amsterdam
spontaan het voorbeeld van Rotterdam ge
volgd; het staat wel vast, dat vele handelaren
in den lande de weekbeurzen in Groningen,
Delft, Leeuwarden, Maastricht, Utrecht, enz.
niet zullen bezoeken, waardoor de zaken voor
eenige dagen vrijwel geheel stil zullen liggen.
De Algemeene Nederlandsche Molenaarsbond,
die vele honderden leden telt, heeft een ver-
gadering der leden belegd om de door hen te
nemen maatregelen te bespreken. Vele vlug-
schriften van verontwaardigde graanhan
delaren hebben het licht gezien en hier en
daar zijn zelfs de opgekropte gemoederen
tot uitbarsting gekomen en hebben zich kleine
incidenten voorgedaan. Er is geen sprake
van, dat getracht zal worden op een of
andere onbekookte wijze zrjn woorden kracht
bij te zetten, en de eerder bedoelde uitingen
zijn begrijpelijk, nu velen het gevoel hebben,
dat hun zaken en bedrijven ten gevolge van
alle door hen ondervonden nadeelen aan den
rand van den afgrond staan. Mocht men
echter ook nu nog geen gewillig oor vinden
bij de betreffende instanties, dan zal men
zeker niet schromen verder te gaan en zijn
toevlucht nemen tot openbare protestver-
gaderingen en indien noodig tot het gezamen-
lijk aanbieden van een adres door alle gedu-
peerden in Den Haag.
Dat de hooge heffingen voor den import-
handel, behalve directe verliezen en vermin-
dering van afzetgebied, verdere moeilijkheden
in verband met de financiering van de zaken
meebrengen, zal een ieder begrijpen, die ver-
neemt, dat deze rechten voor enkele artikelen
slechts weinig minder zijn dan de wereld-
prijs van die graansoort bedraagt; de impor-
teur moet er bij den invoer voor zorgen,
dat hij die in het Landbouwcrisisfonds stort
en op zijn koopers verhaalt. Mochten zijn
klanten in gebreke blijven, dan draait hij
voor het verlies op, terwijl hij gratis voor
het rijk als ontvanger heeft dienst gedaan,
de risico's op zijn afnemers loopt en groote
bedragen renteloos beschikbaar moet hebben
die hij anders voor zijn bedrijf zou kunnen
gebruiken.
Welk een onbegrijpelijke en onbillijke hoogte
de monopolie-heffingen op het oogenblik heb
ben bereikt, volgt uit onderstaand staatje,
dat een vergelijking weergeeft tusschen de
wereldprijzen van mais, tarwe, gerst en rogge
op 4 September 1935 en 20 Augustus 1938,
met daamaast een opgave van de rechten op
diezelfde data.
Op den eerstgenoemden dag waren de hef
fingen sedert de invoering ervan de hoogste,
die geheven werden, met uitzondering van de
wijzigingen, die de laatste maand zooveel be-
roering hebben gebracht:
Tarwe Mais
prijs per prijs per
100 kg. heffing 100 kg. heffing
4 Sept. 1935 4.20 2.— 2.50 2.—
20 Aug. 1938 4.60 2.50 4.80 2.50
Gerst Rogge
prijs per prijs per
100 kg. heffing 100 kg. heffing
4 Sept. 1935 2.50 2.— 3.— 2.—
20 Aug. 1938 4.20 3.50 4.10 3.50
een bocht in den stam; daar moeten we onder
door met den stroom mee... Goed zoo... goed
gemikt!... een Murut, die het midden van den
boom bereikt had, zwaaide even met z'n ar-
men in de lucht en duikelde levenloos met
het hoofd omlaag in de rivier.
Nog een paar andere koppensnellers lagen
getroffen tusschen de boomstammen, terwijl
een derde inlander, doodelijk getroffen, nog
eenige stuiptrekkinigen maakte en zijn bloed
het water rood kleurde. Plotseling slaakte een
der roeiers een rauwen kreet; hij ging in de
boot overeind staan; hij hield in zijn hand een
dunne bamboepijl, die hij zoo juist uit een
wonde in zijn zijide had gehaald, waaruit het
bloed met een dun straaltje sijpelde. Lang-
zaam viel hij neer. De andere roeiers waren
als verlamd van schrik. De woorden „Upas-
vergift Upas-vergift" werden aanhoudend
herhaald.
Het vergift werkte snel. De getroffen roeier
werd aschgrauw, weldra was hij stijf en lag
roerloos in de cano.
Deze vergiftige pijlen werden geschoten uit
een soort blaaspijp, een verschrikkelijk wapen
in de handen van den Murut, die zich daar-
mee speciaal oefent; want geweren zijn zeld-
zaam, daar zij alleen binnengesmokkeld wor
den door den Arabiscben koopman, die er rub
ber en andere handelsartikelen voor in ruil
ontvangt. Deze blaaspijp is ongeveer zes voet
lang en uit een speciaal soort hard hout ver-
vaardigd. De pijlen zijn gemaakt van zeer fijn
bamboe, zoo dun als een breinaald en voor-
zien van een scherpen punt, die in de wond
nagenoeg altijd afbreekt, voor hij er uit kan
worden verwijderd. De inlanders zijn met dit
wapen zoo vertrouwd, dat de bandigsten onder
hen in staat zijn een tegenstander op circa
twintig tot vijf en twintig meter afstand nog
te treffen.
De Maleische roeier, die naast Rupert zat,
werd odk getroffen door een pijl ter hoogte
van de slaap. De arme kerel was op slag dood.
Een kogel trof de paddle van een ander, zoo
dat de cano niet voldoende stuurkracht meer
bezat en afdreef naar den oever.
als U het vandaag nog de nieuwe verst^rkte
Akker's Abdijsiroop geeft, want daardoor
zullen de afmattende hoestbuien tot staan
komen en de benauwende slijm loskomen.
Akker's Abdijsiroop, thans nog versterkt en nog
geneeskrachtiger gemaakt, door toevoeging van
de hoest-bedwingende stof codeine, werkt als
een balsem op de borst, keel en longen. Ze bevat
een 20-tal kruiden, zooals de Aconiet en de Dro-
sera, die ook door de geneeskundigen thans
worden beschouwd als de heilzaamste stoffen
ter bestrijding van de ademhalings-stoornissen.
Elke lepel Abdijsiroop werkt verrassend snel op
de ademhalings-organen, lost de slijm op, stopt
den hoest, neemt de benauwdheid weg en ge-
neest de rauwe ontstoken plekken der slijmvliezen.
,,'s Werelds b£ste Hoest-siroop", zoo noemt men:
Flacon 90 ct., f 1.50, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik.
(Ingez. Med.)
HET ROODE KRUIS VRAAGT 10.000
HELPSTERS.
Een medewerker schrijft aan de Midd. Crt.:
Het Nederlandsche Rflode Kruis vraagt
10.009 helpsters! Dit is de kern van een ge-
sprek, dat wij dezer dagen mochten hebben
met dr. H. K. Gfferhaus, lid van het dage-
lijksch bestuur van het Nederlandsche Roode
Kruis en hoofd van het ziekenhuiswezen.
Behalve zrjn steeds groeiende vredestaak,
heeft het Roode Kruis ook zijn groote oor-
logstaak: de algeheele verzorging en verple-
ging van gewonde en zieke militairen in de
evacuatiegebieden. Met de grondige organisa-
tie van de uitivoering van deze taak, gezien
in het licht der moderne oorlogvoering, met
inbegrip van luchtaanvallen op de iburgerbe-
volking, is men op het hoofdbureau in Den
Haag onlangs de voltooiing genaderd. Zieken-
huizen en hulpziekenhuizen zijn aangewezen
en in de organisatie opgenomen. Alles is ge-
regeld, ook de personeelsbezetting. Maar er
moeten nog ruim 10.000 helpsters, leden van
de transport- en verpleegcolonnes, worden
aangeworven en opgeleid. Nog 10.000 jonge
vrouwen heeft het Roode Kruis noodig, die
bekwaam en bereid zijn om zich in oorlogstijd
aan de bij uitstek vrouwelijke en menschlie-
vende taak van verpleging van gewonden en
zieken te wijden. Er zijn er namelijk momeft-
teel 3 a 4000 opgeleid of in opleiding, terwijl
er totaal 14.000 noodig zijn. Voor flinke, jonge
vrouwen, .boven de achttien, ligt hier een
schoone, vrijwil'lige taak.
Deze massa-opleiding van helpsters houdt
natuurlijk ook direct verband met de onlangs
met succes aangevangen ledenwerfcampagne
voor het Roode Kruis, waarbij men zich een
ledental van voorloopig 100.000 tot doel heeft
gesteld. Niet alleen is dit noodig uit overwe-
gingen van nationaal gevoel van eigenwaarde,
omdat het ledental hier te lande zoo erbarme-
lijk ten achter staat bij dat in andere landen.
Maar ook vooral, omdat nieuwe middelen
dringend noodig zijn, ook met het oog op de
opleiding dier nog benoodigde 10.000 helpsters.
Dit brengt belangrijke uitgaven met zich, zoo-
wel voor de kas van het hoofdbestuur als die
van de plaatselijke afdeeling. (Men kan reeds
voor 1 per jaar lid worden van het Roode
Kruis. Postrekening 22120 van het hoofdbe
stuur, Prinsessegracht 27, 's Gravenhage,
staat voor giften en contributie open.) Boven-
Alles was zoo vlug geschied, dat ze nauwe-
lijks in staat waren hun gevaarlijken toestand
eenigszins onder de oogen te zien. Eerst toen
Unju, de stuurman, ook gewond was en nog
twee andefieroeiers door een Upas-pijl waren
gewond en gedood, kwam Patterson tot de
ontdekking, dat de boot den oever bijna had
bereikt.
Cotton, vlug... met ons tweeen, op leven
en dood! schreeuwde hij, terwijl zij beiden
trachtten de 'boot midden in den stroom te
brengen.
Te laat! Een bende kerels sprong in het
water en hield de boot tegen; door hun ge-
wicht ging de boot dieper liggen, maakte wa
ter en zonk weldra. De wilden zongen en tier-
den als bezetenen en dwongen de blanken
onder bedreiging van hun lange speren, zich
naar den oever te begeven.
Unju bleek echter niet van plan z'n leven
zoo goedkoop weg te schenken. Hij stiet z'n
oorlogskreet uit, liep met z'n Dajakkersmes
op de bende in en sloeg links en rechts om
zich heen, waarbij enkele Murut's gekwetst
of gedood werden. In een oogenblik had hp
zooveel ruimte gemaakt, dat hij geheel vrij
stond; dit werd echter z'n noodlot... een schot
weerklonk en een oogenblik later viel Unju, de
Dajakker, zwaar gewond in Rupert's armen.
Een kleine inlander, met een splintemieuw
Wincester repetitiekarabijn gewapend, stapte
van achter een boom op de blanken toe en gaf
aan de Murut's een teeken, dat ze zouden op-
houden. Zijn kleeding deed eenigszins denken
aan een Arabier. 'n Witte korte burnous hing
hem over het lichaam, terwijl een tulband,
met gouddraad doorweven z'n hoofd sierde.
Hij had een scherp geteekenden arendsneus,
kleine doordringende zwarte oogjes, een zwart
snorretje, waardoor nog sterker een paar lip-
pen werden afgeteekend, die onmiddellijk op
een wreed en meedoogenloos karakter wezen.
Hij was dan ook geen Murut. Hij richtte zich
in het Maleis tot Patterson en Rupert, waar
bij zijn lijzerige spraak dadelijk opviel.
(Wordt vervolgd.)