Ter Meuzensche Courant
LICHTZINNIGE JEUGD
Binnenland
Feuilleton
Buitenland
Woensdag 10 Aug. 1S38 No. 9796
TWEEDE BLAD
ONDEUGDELIJKE AOHTERLICHTEN.
VAN
MINISTER OOLIJN ONGESTELD.
Minister Colijn is sedert een paar dagen
thuis wegens een lichte ongesteldheid. Hij zal
vermoedelijk Donderdag of Vrijdag zijn werk-
zaamheden op het departement kunnen her-
vatten.
Naar gem eld wordt is de toestand van
Minister Oolijn in geen enkel opzicht veront-
rustend. De Minister zal echter eenige dagen
niet op zijn departement komen.
MINISTER PATIJN
EN DE OXFORD-BEWEGING.
Een verklaring van de Internationale
Oxfordgroepen.
Minister Patijn heeft ter gelegenheid van
zijn deelneming aan de conferentie van de
Gs'o-staten een verklaring afgelegd voor de
internationale Oxford-groepen.
Wat de wereld noodig heeft, aldUs zeide
minister Patijn is, dat de verschillende naties
elkaar beter begrijpen. De kleine naties heb-
ben het groote voordeel, dat zij er niet van
verdacht kunnen worden, gebieden van andere
naties te begeeren of te streven naar machts-
uitbreiding of expansie.
Zij zijn in een betere positie dan de groote
naties om de moreele beginselen toe te pas-
sen, waarop het internationale vertrouwen
berust. De Oslo-staten in het bijzonder heb-
ben slechts ddn wensch vrede. Doch het
is niet voldoende vredelievend te zijn. Wij
moeten vredestichters zijn. Wij moeten 66n
zijn, niet in een gemeenschappelijke vrees,
doch in een gemeenschappelijke roeping als
verzoeners der naties.
Wij hebben door God geleide staatslieden
noodig menschen van karakter en moreelen
moed die vrij zijn van zelfzuchtige neigingen
en vrees voor het volk. Moreele moed is wat
de wereld heden ten dage noodig heeft in haar
staatslieden en haar burgers. Wanneer ge er-
van orvertuigd zijt dat God u gezegd heeft,
iets te doen, dan kunt ge het doorzetten en
den moed hebben, dienovereenkomstig te han-
delen.
Wanneer ik een belangrijke beslissing heb
te nemen, zoo ging Minister Patijn verder, heb
ik van de Oxford-groep geleerd, in een rustig
oogenblik van luisteren naar God erover na
te denken. Iederen morgen na ons rustig
oogenblik bespreken mijn vrouw en ik de lei-
ding die God ons heeft gegeven, en vaak kan
zij mij helpen bij het nemen van de juiste
besluiten. Dit geeft mij een gevoel van groo-
tere objectiviteit en na een rustig oogenblik
heb ik dikwijls een geheel anderen kijk op een
zaak dan daarvoor. Ik heb zoo den grootsten
steun ondervonden bij de oplossing van per-
soonlijke en familiemoeilijkheden en bij mijn
arbeid als Minister van Buitenlandsche Zaken.
Het voomaamste werk van de Oxford-
groep is het uitwisselen van personen. Doch
door het uitwisselen van een voldoende aan-
tal personen is zij van grooten invloed op de
natle als geheel. Dit is de beteekenis van de
Noordseh-Baltische bijeenkomst te Visby.
De staatslieden, die het programma van de
Oxford-groep aanvaarden, kunnen niet beter
doen dan deze beginselen van absolute eerlijk-
heid, zuiverheid, onzelfzuchtigheid en liefde
op zichzelf toe te passen.
Deze maatstaven zijn evenzeer geudig voor
den staatsman als voor den particulier, bij
openbaren arbeid en in het particuliere leven.
Boven het tumult van de zelfzuchtigheid
van groepen of landen uit moeten wij de
waarheid laten hooren, wij moeten onze stem
hoog verheffen. Temidden van het op eigen
belang geriehte reclame-maken van onzen
tijd, wijst de Oxford-groep onzelfzuchtig den
weg naar een betere wereld voor geheele
naties. Daarom wensch ik, zoo eindigde Z.Ex.,
dat deze boodschap van de Oxford-groep zoo
wijd mogelijk verbreid wordt en de gTootst
mogelijke uitwerking heeft.
LANDVOOGD WE1GERT AI DIfiNTIE
AAN N.S.B.-ERS.
Naar uit Batavia aan de Telegraaf werd
gemeld, heeft de gouverneur-generaal gewei-
door ARTHUR APPLJN.
42) Vervolg.
Soms had ze spijt over haar daad. Ze vond
zichzelf laf. Want berouw hebben, beteeken-
de zooveel als haar eigen geluk en toekomst
stellen boven het levensgeluk van haar broer.
Dodh goed en wel beschouwd, was het toch
haar plioht Rupert te helpen, vooral nu zij in
geweten overtuigd was van zijn onschuld. Zij
vond het verschrikkelijk, dat een onschuldige
moest boeten voor het misdrijf van een ander,
niettegenstaande hij toch in staat was, zich
zelf vrij te pleiten. In haar oogen werd Ru
pert's stilzwijgen dan ook tot een nobele daad.
Haar geheele gemoed kwam in opstand bij de
gedachte aan den tijd, dien Rupert nog in de
granieten gevangenis van Princetown had
moeten doorbrengen. Voor de eerste maal in
haar leven voelde ze, wat het zijn moest: on-
schuldig opgesloten te zitten, gevangen... ver-
oordeeld.
Ze kreeg het gevoel, dat die mannen, in
hun gevangenispakken, die ze zoo dikwijls had
zien werken in de heidelanden, vaak slechter
worden behandeld dan lastdieren; dag en
nacht in de weer; geen oogenblik eenige vrij-
heid; steeds gedwongen het diepste stilzwij
gen te bewaren, gedwongen tot de meest
slaafsche gehoorzaamheid; en juist voldoende
eten en slaap, om in leven te blijven.
Geen gevaar kon dan ook groot genoeg zijn,
om haar broer uit die hel, waarin men levend
was opgesloten, te redden. Een tweede kans
zou zich wellicht nimmer meer voordoen.
Nam men hem weer gevangen en zou hij zijn
tijd ,,uitzitten'\ dan kwam hij terug, niet als
'n mensch, doch als een misdadiger iemand
zonder eenig geestelijk evenwicht, zonder ge
voel, zonder hooge idealen, een menschelijke
gedaante zonder de rninste menschelijke ge-
voelens.
Na verloop van drie weken kreeg ze bericht
van Jim, dat hij haar, v66r z'n groote vlucht,
nog even wenschte te spreken; daarna zou hij
zich bij zijn korps te Netheravon vervoegen.
Rupert's ontvluchting was op Blackthorn-
Farm nimmer het voorwerp van eenig gesprek
geweest. Dale had verboden den naam van
gerd, de op het oogenblik in Indie vertoeven-
de N.S.B.-ers, den heer Van Geelkerken en
graaf de Marchant et d'Ansembourgh in
audientie te ontvangen. De grond van deze
weigering zou zijn gelegen in de manier waar
op de N.S.B. in Nederland de regeering pleegt
te bestrijden.
De vorige gourverneur-generaal jhr. mr. B.
C. de Jonge heeft in 1935 ir. Mussert wel ont
vangen. Minister Oolijn heeft toen desgevraagd
in de Tweede Kamer een verklaring afgelegd,
welke inhield, dat jhr. De Jonge het nuttig
kon hebben geoordeeld den leider van de
N.S.B. te ontvangen om hem een en ander mee
te deelen. Dit is ook geschied. De gouverneur-
generaal heeft ir. Mussert n.l. gezegd, dat de
N.iS.B. ongemoeid zou worden gelaten, zoo-
lang zij niet zou ingaan tegen de openbare
orde in Indie.
UITVAART PASTOOR L. H. PERQUIN.
Groote belangstelling uit alle
deelen des lands.
Uit Ahisterdam meldt men:
Groot was de belangstelling uit alle deelen
des lands Maandagmorgen in de St. Domini-
cuskerk aan de Spuistraat alhier bij de plech-
tige uitvaart-mis voor wijlen pastoor L. H.
Perquin, in leven voorzitter van den Katho-
lieken Radio Omroep te Amsterdam. De mis
werd opgedragen door pater B. Schaap O.P.,
proVinciaal van de Dominicanen, met assis-
tentie van pater lector J. Dito O.P. en pas
toor H. Smits.
Van de geestelijke autoriteiten, die aanwe-
zig waren noemen wij mgr. P. Giobbe, pause-
lijk internuntius, mgr. J. P. Huibers, bisschop
van Haarlem, mgr. W. Bouter, bisschop van
Nullore (Br. Indie), mgr. dr. Olav Smit, kan-
nunik van de St. Pieter te Rome, dr. G. C. v.
Noort, deken van Amsterdam, pater J. Buse
O.S.C., secretaris van de Vereenigde Missiona-
r is sen, kol. mgr. J. J. J. Noordman, hoofdaal-
moezenier van leger en vloot, en pastoor C.
J. Willenborg.
Van de wereldlijke autoriteiten vermelden
wij met aanteekening daarbij allereerst,
dat de minister van sociale zaken, mr. P. P.
M. Romme verhinderd was mr. B. de Gaay
Fortman, vertegenwoordiger van den Radio-
raad, mr. J. F. van Royen, vertegenwoordiger
van den directeur-generaal der P.T.T., ir. A.
Dubois, directeur van de Nozema, ir. H. J.
Boetje, hoofddirecteur der telefonie en tele-
grafie en vertegenwoordigers van alle om-
roepvereenigingen, als mr. A. v. d. Deurne,
voorzitter van de N.C.R.V., G. de Clercq,
voorzitter van de A.V.R.O., het bestuur van
de V.AjR.A. en dat van den V.P.R.O., aismede
twee vertegenwoordigers der Belgische om-
roepvereenigingen, dr. M. Hankard, secretaris
van de Radio Catholique Beige en G. Lamens,
secretaris van den Katholieken Vlaamschen
Radio Omroep.
Prof. B. H. Molkenboer O.P. hield de lijk-
rede.
Maandagnamiddag is het stoffelijk over-
schot naar Nijmegen overgebracht.
Toch voorzien van rijkskeur.
De practijk toont aan, dat de veiligheid van
het verkeer door het fietsachterlicht lang niet
in die mate verhoogd is als men had mogen
verwachten. Iederen avond ziet men een groot
ajantal fdetsen, waanvan het achterlicht niet
brandt, deels wel tengevolge van onachtzaam-
heid, doch voor een groot deel ook als gevolg
van ondoelmatige constructie van de toch van
een rijkskeur voorziene lichten.
Daar sedert de wettelijke invoering van het
achterlicht de automobilisten minder verdacht
zijn op fietsen, die, dit licht niet voeren, ter-
wjjl de laatste temidden van andere fietsers,
welke wel een brandend achterlicht voeren,
bijzonder slecht waameembaar zijn, zijn door
dezen toestand nieuwe en emstige bezwaren
ontstaan. Deze gevaren zullen in de komende
maanden, waarin de duistemis steeds vroeger
gaat vallen, in belangrijke mate toenemen.
De A.N.W.B. is van oordeel, dat aan dezen
toestand alleen binnen afzienbaren tijd een
einde kan komen, wanneer het ondeugdelijke
achterlicht zoo spoedig mogelijk uit den han-
del verdwijnt.
'Reeds kort na de wettelijke invoering van
het achterlicht verzocht de A.N.W.B. aan den
Minister, de keuringsbepalingen zoo te willen
aanvullen, dat lostrillen van de lampjes bij de
van een rijkskeur voorziene achterlichten niet
meer kan voorkomen.
Thans heeft de A.N.W.B., wijzende op het
toenemende verkeersgevaar, nogmaals de
aandacht van den Minister op deze materie
gevestigd en verzocht maatregelen te willen
den veroordeel&e nog ooit te noemen, zoodat
Marjorie zich wel eens had afgevraagd of
haar vader nu alle gevoel voor z'n jongen ver-
loren had. Ze kon dan ook de gedachte niet
van zich afzetten, dat, zou de oude Dale de
schuilplaats van Rupert kennen, hij niet zou
nalaten, de overheid hiermee dadelijk in ken-
nis te stellen.
Ik veronderstel dat, wanneer we elkaar
weer ontmoeten, u millionnair zult zijn, zei
Jim Chrichton schertsend. Ik heb gezien,
dat de volgende week een prospectus wordt
uitgegeven in verband met de Blackthorn
Development Company. Ik schrijf ook in voor
een paar aandeelen.
Ik ben er bang voor, dat ze u niet zul
len worden toegewezen, antwoordde Despard.
De inschrijV'ing wordt zeker drie- of vier-
maal volteekend. Gaat u morgen naar Nethe
ravon terug?
Jim knikte.
Alleen?
Er heerschte een oogenblik volkomen stilte.
Marjorie hield haar hart vast. Het leek wel,
of er een uitdaging in Despard's oogen lag.
Ja, alleen, antwoordde Jim lachend.
Helaas kan noch mag ik Marjorie meenemen
tenminste, nu nog niet. Misschien, dat we
over enkele maanden, maar dan als man en
vrouw, samen een vliegtocht maken.
Despard haalde zijn schouders op en ver-
liet de kamer. Misschien, mompelde hij
binnensmonds
Jim schudde John Dale hartelijke de hand.
Deze hield Jim's hand 'n beetje langer vast
dan gewoonlijk.
Ik vind het werkelijk nobel van u, dat u
uw belofte, aan Marjorie gedaan, houdt. Als
u er bij blijft, om haar tot uw vrouw te ne
men, dan zult u uw vader veel verdriet doen,
mr. Crichton.
Ik hoop van niet. Ik vertrouw, dat hij tot
andere gevoelens zal komen. Bovendien, als ik
voor de keuze wordt gesteld: m'n vader of
Marjorie, dan kies ik haar.
Dale zuchtte slechts en schudde het hoofd.
O, die jeugd, die jeugd! Misschien is het
ook wel goed, dat de ouderen moeten lijden.
M'n jongen heeft m'n hart gebroken, juist
hierdoor kan ik me zoo indenken in de ge
voelens van anderen.
Is u er dan zoo zeker van, dat Rupert
werkelijk schuldig is? vroeg Jim.
Natuurlijk ben ik dat. Bovendien, heeft
hij dan niet zelf bekend, dat hij het had ge
daan?
Jim keek naar den anderen kant.
bevorderen, welke het verder fabriceeren en
in den handel brengen van ondeugdelijke ach
terlichten zullen verhinderen.
Vercter raadt de A.N.W.B. den fietsers aan
een achterlicht, dat bij normaal onderhoud
telkenmale defect is, in het belang van eigen
en anderer veiligheid zoo spoedig mogelijk
tegen een deugdelijk te verwisselen.
KRUIDENIERSEXAMEN.
Onder de auspicien van den Nederlandscben
Kruideniersbond, de Vereeniging van Groot-
wimkelbedrijven in Levensmiddelen, den Fede-
ratieven Bond van Winkeliers in Koloniale
Waren en den R.K. Bond van Kruideniers-
Vereenigingen wordt in de maanden Septem
ber en October in een vijftiental plaatsen een
kruideniersexamen georganiseerd, waar de
betrokkenen in de gelegenheid worden gesteld
de diploma's vakbekwaamheid en handels-
kennis te verwenven, die zij noodig zullen
hebben in verband met de eischen van de
Vestigingswet Kleinbedrijf.
iDe organisatie dezer examens berust bij
het Bureau Kruideniersexamen 1939, hetwelk
tot stand gekomen is door de samenwerking
van de hierboven genoemde vereenigingen.
De examens zijn verdeeld in een schriftelijk
en in een mondeling gedeelte.
Het schriftelijk examen vakbekwaamheid
en handelskennis zal plaats vinden op 21 Sep
tember 1938. Het mondeling examen voor de
beide vakken zal op nader te bepalen datum
worden gehouiden, vermoedelijk in de tweede
helft van October 1938.
DE STEMMING
TE MOSKOU ERNSTIGER GEWORDEN.
Een geregelde stellingenoorlog.
De speciale correspondent van Reuter aan
de grens tusschen de Sowjet Unie en Mant-
sjoekwo meldt, dat de strijd tusschen de
Japansche en de Russische troepen op de
heuvels langs deze grens Maandag verre den
omvang van een grensincident te buiten is ge-
gaan. Er wordt een geregelde stellingoorlog
gevoerd langs een front, dat vier mijlen lang
is. De inzet van den strijd wordt gevormd
door de beide strategische heuvels Tsjangkoe-
feng en Sjatsauping.
Men gelooft echter, aldus meldt de corres
pondent verder, dat de Russen thans een ge
heele divisie, bestaande uit ongeveer 12.000
man, met 200 tanks en op zijn minst 200
vliegtuigen, hebben geconcentreerd in de on-
middellijke nabijheid. Slechts enkele honder-
den meters terrein liggen tusschen de tegen-
over elkander staande strijdkrachten en deze
strook li'gt nu bezaaid met lijken, geweren,
mitrailleurs en een paar verlaten tanks. Van
tijd tot tijd ziet men, hoe een gewond soldaat
zich naar de linies van zijn troepen sleept.
Nadat Maandag den geheelen dag gevechten
van man tegen man zijn geleverd, zeggen de
Japanners nog steeds in het bezit te zijn van
den Tsjankoefengheuvel. Het vechten van
Maandag had een emstiger karakter dan op
eenigen voorafgaanden dag sinds het uitbre-
ken van de vijandelijkheden het geval was.
Maandagavond versterkten de Japanners
de beczetting van de loopgraven in de verwach-
ting van de Russische bestorming. Maandag-
middag hebben de Sowjet-Russische vliegtui
gen den Japanschen linkervleugel zwaar ge-
bombardeerd. Voorts hebben Russische vlieg
tuigen verkenningsvluchten boven de Japan
sche linies uitgevoerd en de wegen naar het
binnenland gebombardeerd en met mitralleurs
beschoten en wel binnen de Koreaansche
grens. Ook op den spoorweg hebben zij ge-
attaqueerd.
Een emstige stemming te (Moskou.
In een hoofdartikel, dat door Tass verspreid
wordt, wijst de Prawda er op, dat de Sowjet
Unie sechts een doel nastreeft: handhaving
van den vrede en herstel ,van de rust aan de
grens. „De U.R.S.iS., zoo wordt verder ge
zegd, stemt echter niet toe en zal niet toe-
stemmen in een herziening van de grens. Het
kan niet bestreden worden, dat de volks-
massa's in Japan, evenals de leidende elemen-
ten, die een gezonde waardeering hebben
van den internationalen toestand en van den
binnenlandschen toestand van hun land, niet
geinteresseerd zijn bij een oorlog met de
U.R.S.S. Men moet denken, dat de Japansche
militaristen dit zeer goed weten, maar, naar
het sehijnt, gaan avonturiers, die Japan tot
iederen prijs wilen meesleepen in een oorlog
tegen Rusland, steeds verder met him provo-
ceerende acties".
Misschien wordt op 'n goeden dag z'n on
schuld nog wel eens bewezen, mr. Dale. Ik
wil geen ijdele hoop bij u wakker schudden,
doch ik begin in deze kwestie meer en meer
Marjorie's meening te deelen: dat hij onschul-
dig veroordeeld is geworden. Denk er aan,
zoolang er leven is, is er hoop!
Hij nam Marjorie bij de hand. Wandel je
met me mee tot Post-Bridge? We zullen dan
van elkander afscheid nemen op dezelfde
plaats, waar we elkaar onze liefde hebben
bekend.
Toen ze echter alleen waren, liep het ge
sprek over heel andere dingen dan over liefde.
Ze liepen naast elkaar. Nu en dan lachte Mar
jorie.
Jim had de plannen in verband met Ru
pert's ontsnapping tot in bijzonderheden uit-
gewerkt. Hij legde een en ander aan Marjorie
uit. Haar hulp zou zeer noodig zijn; volgens
zijn zeggen, zou haar taak misschien nog wel
behooren tot het moeilijkste gedeelte van het
programma.
Maandagavond zou ze een telegram ontvan
gen, haar meldende, dat Jim zou vliegen van
Netheravon naar Plymouth. Na ontvangst van
dit bericht moest ze zich onmiddellijk naar
Post-Bridge-Hall begeven, voor oningewijden
in verband met een verzoek, dat het telegram
zou bevatten, ten einde dit aan Jim's vader te
laten lezen. Sir Reginald zou ze echter niet
thuis treffen, want het was Jim bekend, dat
z'n vader voor zaken op reis was naar More-
tonbampstead. Ze zou echter op hem wachten
Jim overhandigde haar de sleutels van zijn
werkkamer en daaronder liggenden kelder.
Rupert had duplikaten van de sleutels. Het
telegram zou eenige code-woorden bevatten,
waarvan Jim haar de verklaring gaf. Op de
een of andere wijze moest ze de daarin ver-
vatte boodschap aan Rupert overbrengen,
en wel het juiste uur, dat hij zijn schuilplaats
moest verlaten om in Dartmoor op een van
te voren bepaalde plek aanwezig te zijn.
Als de ondememing niet slaagt, dan is
zulks aan een ongelukkig toeval te wijten, ver-
volgde Jim. Menschelijkerwijze gesproken
moeten we slagen... Niemand zal in den
knappen jongen kerel met militair voorko
men, den onlangs ontsnapten gevangene num-
mer 381 herkennen. Als hij veilig de haven
uitgaat, zend ik je een telegram, luidende:
Vliegtocht .geslaagd, meer niet. Een man ech
ter vrees ik en wee dengene, die mijn plaats
bij jou zou willen innemen. Onlangs zag ik
hem een paar malen op denzelfden avond in
de buurt van het kasteel zwerven. Hij kan
natuurlijk geen vermoeden hebben van onze
Tot dusverre hadden de Russische bladen
ongeveer vermeden commentaar te leveren.
Zij stelden er zich mede tevreden de offi-
cieele berichten over het incident te Tsjang-
koefeng te publiceeren, zonder ze van com
mentaar te voorzien. Deze reserve is door
de Prawda, welk blad openlijk spreekt over
de mogelijkheid van een oorlog, gebroken.
Wat Maandag echter te Moskou den groot
sten indruk heeft gemaakt op het publiek
was, dat de berichten van het telegraaf-
agentschap Tass vervangen werden door een
communique van den generalen staf van het
eerste leger in het Verre Oosten. De bevol-
king blijft rustig, aldus Havas, maar ziet
zonder vrees de gedachte van een oorlog om
Rusland te verlossen van de Japansche provo
cates onder oogen. In deze zaak bestaat
algeheele overeenStemming tusschen het volk
en de regeering. Adressen en resoluties van
trouw aan regime en socialistisch vaderland
blijven de dagbladen vullen. Jonge lieden
verzoeken naar het front te worden gezonden.
De toestand blijft dtis emstig, temeer, daar
het incident van Grodekowo het terrein van
het conflict uitbreidt.
Japansche berichten over den strijd.
De activiteit van de Sowjet-luchtmacht be-
perkte zich Maandagochtend, volgens de
Japansche berichten tot demonstratievluch-
ten, doch even na drie uur in den middag zijn
weder twintig Sowjet-vliegtuigen over de
Koreaansche grens gevlogen om vervolgens
Keiko, op den Zuidelijken oever van de
Toemen-rivier, te bombardeeren. Er werd
evenwel geen schade van beteekenis aange-
richt.
De Sowjet-troepen hebben Zich, eveneens
volgens Japansche berichten, teruggetrokken
tot op 400 meter van de tegenover den heuvel
van Tsjangkoefeng gelegen stellingen, en be-
vinden zich thans tegenover de Japansche
troepen op den toip van den heuvel.
Maandagochtend hebben de Sowjet-troepen
ter sterkte van ongeveer een bataljon, onder
dekking van de artillerie verscheidene malen
de Japansche stellingen op den heuvel van
Tsjangkoefeng bestormd, doch telkens wer
den zij door de Japanners teruggedreven.
Slechts tweehonderd meters scheidde gister-
ochtend de Japansche en Sowjet-troepen op
den Tsjangkoefeng-heuvel, doch omstreeks een
uur in den middag trokken de Sowjet-troepen
zich 400 meter terug.
Het Japansche ministerie van oorlog heeft
een communique betreffende de Japansche
verliezen sedert het uitbreken van het con
flict van Tsjangkoefeng gepubliceerd. Tot
zes Augustus bedroegen volgens deze mede-
deeling de Japansche verliezen 70 dooden en
180 gewonden. Van zes tot acht Augustus
bedroeg het aantal dooden en gewonden in
het geheel 200, zoodat in totaal 450 man
voor den strijd verloren werden.
Volgens hetzelfde communique bedroegen
de Russische verliezen 1500 man. Voorts
vemielden de Japansche troepen 100 tanks
en kleinere vechtwagens, terwijl zes Russi
sche vliegtuigen omlaaggehaald werden. Twee
dezer toestellen werden in Korea omlaag-
geschoten.
BEZOEK VAN MINISTER MACDONALD
AAN PALESTINA.
De Britsche minister van kolonien Malcolm
MacDonald is Zaterdag incognito per vlieg-
tuig te Jeruzalem aangekomen. Hij had daar
na een conferentie met den Britschen Hoogen
Commissaris, Mac Michael, evenals met den
bevelhebber der troepen en den inspecteur
der politie.
In politieke kringen te Londen gelooft men
niet, dat het bezoek van MacDonald een bij-
zonderen politieken achtergrond heeft of dat
deze besprekingen het gevolg van een plotse-
linge crisis zijn. Mien wijst er op, dat de mi
nister van de parlementaire vacantie wilde
profiteeren om persoonlijk in contact te tre-
den met den Hoogen Commissaris, die onder
de tegenwoordige omstandigheden, evenmin
als zijn onmiddellijke medewerkers, naar En-
geland kon terugkeeren. Aan het bezoek was
zoo min mogelijk ruchtbaarheid gegeven ten-
einde de taak van de politie tot beveiliging
van den minister op Palestijnsch gebied te
vergemakkelijken. Tijdens zijn verblijf heeft
de minister geen lid der verdeelingscommis-
sie-Woodhead ontmoet.
Zondagmiddag vertrok MacDonald per
vliegtuig naar Malta. Kort daarvoor liet hij
de volgende verklaring publiceeren. „Wij en
vele anderen streven er naar ons deel te heb
ben aan het herstel van den vrede in Palestina
op den grondslag van rechtvaardigheid jegens
plannen; ik geloof zelfs niet, dat hij vermoedt
waar Rupert zich schuil houdt; als hij het
wist, dan zou hij niet nalaten te spreken en
de autoriteiten te waarschuwen. Z'n stilzwij
gen kan echter alleen verkregen worden onder
voorwaarde, dat jij
Marjorie liet hem echter niet uitspreken.
Je behoeft nergens bang voor te zijn,
Jim. Ik west wel, dat hij het een of ander
vermoedt. Doch Maandagavond, nadat ik van
het kasteel terugkom, zal ik Despard wel zoo
lang op Blackthorn-Farm weten te houden,
tot ik weet, dat Rupert veilig op weg is. Ik
houd hem wel aan de praat; laat dat maar
aan mij over.
Ze hadden nu de brug bereikt en bleven
eenige oogenblikken staan, terwijl hun blik-
ken rustten op het schuimende water der on
der hen stroomiende rivier. Jim nam haar hand
in de zijne.
Tot ziens, zei hij rustig. Hij sprak nu op
eenigszins gedempten toon. Wanneer we
elkander een volgende maal ontmoeten, hoop
ik de schriftelijke toestemming voor ons hu-
welijk in mijn bezit te hebben.
Tot ziens, m'n lieveling, zei Marjorie
zacht.
Denk er aan, wat er ook moge gebeuren,
ik ben altijd van jou en voor jou; waar je
ook heengaat, ik ga met je mee.
Hij kuste haar hand, lachte haar hartelijk
toe en verdween. Zij keek hem na tot hij uit
het gezieht was verdwenen. Hij waagde zijn
leven, zijn naam, zijn eer... om harentwille.
iEen ongekende angst vervulde haar plotse-
ling...
Als hij nu eens niet slaagde?...
HOOFDSTUK XXII.
Jttn's vertrek.
Het groote vliegveld lag statig in het heer-
lijke zonlicht. De enorme vlakte werd slechts
doorsneden door het Avon-riviertje, dat als
een zilveren streep het groene laken door-
kruiste; ten Noorden werd het veld begrensd
door de Downs-heuvelen, die er in de verte
uitzagen als groote molshoopen.
Niettegenstaande het vroege uur, heerschte
er toch een buitengewone drukte op Nethera
von.
De groote hangars, wier daken als groote
zilveren spiegels in het licht der morgenzon
schitterden, waren reeds geopend, groepen
van mannen, monteurs en andere, waren al
druk in de weer met het nazien der machines.
Ben groepje officieren, behoorende tot het
Koninklijk Vliegerskorps, stond bij een een-
beide volken, die daar hun tehuis hebben en
in de toekomst zal dit ons voortdurend stre-
ven zijn."
SLUIKHANDEL
IN HET SLOOPEND GIF.
De jongste ontdekkingen van de politie
wij herinneren aan de wijdvertakte smokke-
laarsorganisatie, welker hoofd Lyon onlangs
door de Parijsche Silrete geknipt werd,
geven ons wel een droevig en duidelijk beeld
van den drukken sluikhandel, die nog altijd
in narcotica bedreven wordt.
Thans wordt weder uit Johannesburg ge
meld, dat een Europeesche organisatie aldaar
een distributiemaatschappij voor heel Zuid-
Afrika onder den dekmantel van een gewoon
handelskantoor geopend heeft. De centrale
figuur, de spin in het net als het ware, is een
welgesteld heer uit Johannesburg.
De maatschappij doet in dagga, dat ook in
Amerika als ,,joyweed" gretig aftrek vindt en
dat den verslaafde een gevoel van boven-
menischelijke macht en kracht verleent. Deze
distributie-organisatie heeft een stijging van
het gebruik in de Unie ten gevolge gehad en
men heeft geconstateerd, dat de slechte ge-
woonte om zich aan dit gif over te geven
niet alleen bij kaffers maar ook bij Euro-
peanen ingang heeft gevonden. Zelfs school-
kinderen maken er gebruik van, door het
gemengd met tabak in sigaretten te rooken.
Tot op heden wist de politie slechts inboor-
lingen te vatten, die als tusschenpersonen bij
den verkoop dienst deden. De hoofddaders
de organisatoren van het bedrijf, wisten echter
langen tijd buiten schot te blijven. Zij koopen
het goed in Noord-Transvaal, om het dan
weer van de hand te doen met een prijsver-
schil, dat hun winsten van tweehonderd pond
per week opbracht.
Het is aan deze organisatie, die depots en
agenten over heel de Unie heeft, in het bij
zonder te Pretoria en Durban, te wijten, dat
het gebruik van dagga in de laatste vier jaar
z66 is toegenomen, dat het thans een bedrei-
ging van beteekenis vormt bij de tallooze
narcotica, die al sinds jaren her onze bescha-
ving bedreigen.
SUDETENDUITSCHE AFGEVAARDIGDE
AAN GERAND.
De Sudetenduitsche afgevaardigde Dr.
Eichholz uit Teplitz-Schoenau, is, naar het
Duitlsche Nieuwslbureau meldt, Vrijdagodh-
tend vroeg met een begeleider door een Tsjech
aangerand, zonder iets hiertoe eenige aanlei-
ding te hebben gegeven.
Na beeedigde uitlatingen van den Tsjech
werd Eihholz plotseling door den Tsjech met
vuistslagen in het gelaat bewerkt. Nadat
Eichholz bij het commissariaat van politie in
het station de feiten had laten vaststellen,
kwam het, aldus het D. N. B., in de hal van
het stationsgebouw opnieuw tot vechtpartijen
waaraan een groot aantal Tsjechen deelnam.
De afgevaardigde Eichholz bevindt zich op het
oogenblik onder doktersbehandeling.
WET OP DE TESTAMENTEN
IN DUITSCHLAND.
De rijksregeering heeft een wet uitgevaar-
digd waartbij het opstellen van testamenten
en erfcontracten wordt vergemakkelijkt.
Tevens wordt er zorg voor gedragen, dat deze
vergemakkelijking niet door een kwaadwilli-
gen erflater wordt misbruikt. Volgens de
wet is een testamentaire bepaling nietig, wan
neer zij in grove tegenspraak is met een
gezond volksgevoel en inbreuk maakt op de
overwegingen, die een van zijn verantwoorde-
lij'kheid bewuste erflater in acht moet nemen
jegens familie en volksgemeenschap. Hier-
onder zijn bijv. de volgende gevallen. Toewij-
zing van een erfenis, op een wijze, waardoor
de familie benadeeld wordt, aan een persoon
waarmede de erflater in onzedelijke betrekkin-
gen heeft gestaan, zakelijk niet gerechtvaar-
digde toewijzing van familieherinneringen,
familiesieraden e.d. aan vreemden, toewijzing
van stukken van waarde aan een staats-
vijandige organisatie, aanstelling van een Jood
tot erfgenaam van een erflater van Duitschen
bloede met passeeren van naaste Arisahe ver-
wanten. Nietig is voorts een testament, voor
zoover een ander den erflater door gebruik-
liaking van zijn doodsnood daarop invloed
heeft uitgeoefend.
In de motiveering van de wet wordt in
verband met dit laatste gezegd: het is voor-
gekomen, dat god'sdienstbedienaars met mis-
kenning van hun ware plichten invloed hebben
uitgeoefend op een erflater aan het sterfbed,
met gebruikmaking van den angst van den
stervende, om een legaat ten gunste van hun
dekker, die zoojoiist naar buiten was gerold,
terwijl eenige monteurs de machine grondig
nakeken.
Een paar dezer toeschouwers waren onge-
twijfeld leden van de pers, te oordeelen naar
hun burgerkleeding en de notitieboekjes,
waarin ze ijverig schreven. Plotseling ge-
beurde er iets bijzonders. Een zestal ruiters
was zoo juist het vliegveld komen oprijden en
naderde, na te zijn afgestegen, het kleine
troepje, dat bij den eendekker stond.
Er kwam beweging in de kleine vergade-
ring; de officieren en manschappen salueerden
.model" voor den generaal een klein pit-
tig kereltje met grijs haar.
IHij was blijkbaar iemand, die al heel wat
voor z'n land had gedaan, getuige de lintjes,
die zijn uniform versierden.
Goeden morgen, heeren. Waar is luite-
nant Crichton?
Jim trad naar voren en groette. Hij had
zijn valhelm reeds op.
't Is goed weer, Crichton.
Jawel, generaal, 'n pracht weertje. Ik
zou het nauwelijks beter kunnen wenschen.
De generaal stelde enkele vragen van tech-
nischen aard, meer speciaal in verband met
den door Jim gebouwden eendekker. U neemt
geloof ik 'n passagier mee? Niet?
Jawel, generaal.
De generaal keerde zich om en Jim groette.
Intussehen waren nog enkele nieuwsgierigen
komen opdagen; het geval scheen dus ook tot
de buitenwereld te zijn doorgedrongen.
De machine was klaar. Jim klom in z'n
Jtuurstoel en liet den motor eerst proef-
raaien. Even daarna klonk het commando
,,los"'; de groote vogel rolde een eind over het
terrein, steeg licht als een veer en statig om-
hoog en was na eenige oogenblikken een heel
eind verder. Plotseling daalde de machine.
Verdraaid! Hij daalt!... Zeker iets niet
in orde... Kijk! hij is aan den grond... Wat
'n stofwolk!...
Vooruit, m'n auto, Johnson, ga 's kijken
wat er daar aan de hand is! aldus klonk 't
commando van den korpscommandant en een
oogenblik later was de auto reeds verdwenen
in de richting van den gedaalden eendekker,
ten einde, zoo noodig, hulp te kunnen verlee-
nen.
Kijk! Weer zoo'n stofwolk!... Wel drom-
mels, daar gaat-ie weer de lucht in! Schitte-
rend!... Dat is de eerste maal, dat ik een
machine zoo zie manoeuvreeren! Die eendek
ker lijkt gemakkelijk te hanteeren... Kijk!
hij komt terug!...
(Wordt vervolgd.)