ai P.FMFFM NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
LICHTZINNIGE JEUGD
Die NACHT-HOEST
iai ophouden!
akker'S Abdiisiroop
HET HOOGST IN
HWALITEIT
HET LAAGST
IN PRIJS
No 9791
VRIJDAG 29 JULI 1938
78e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
TWEEDE BLAD
-
VSaBMMiHBBMMMMianBaDMMHWa f»e 4MMK ^e»Br«s36CasMW*«iiSS»fcl^^
I-Mn«
NEUZENSCHE CO U RANT
DIENSTPLICHT.
Uitspraak inzake vrijstelling.
De Burgemeester van TBRNEUIZEN, bren-gt
ter algemeene kennis, dat een uitspraak op
aanvrage om vrijsteling van den Dienstplicht,
ter Secretarie dezer gemeente, voor een ieder
ter inzage is nedergelegd.
Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen
na den dag van deze bekendmaking in beroep
worden gekomen.
a. door den ingeschrevene wien de uit
spraak igeldt of door diens wetteiijke ver-
tegenwoordiger.
b. door elk der overige voor deze gemeente
voor dezelfde lichting ingeschreven per-
sonen of door hun wetteiijke vertegen-
woordigers.
Het verzoekschrift moet met redenen om-
klleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn.
Het moet worden geridht aan de Koningin,
doch worden ingediend bij den Burgemeester,
ter secretarie dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor de toezending.
Temeuzen, den 29 Juli 1938.
De Burgemeester voomoemd,
P. TELLEGEN.
HET VOORZITTERSCHAP VAN DE
LIBERALE STAATSPARTIJ.
Naar „De Vrijheidl" mededeelt, is bij den
secretaris der afdleeling Eeiden van de Libe
rate Staatspartij een verklaring ingekomen
van Prof. Mr. B. M. Telders aldaar, volgens
welke d'eize zich bereid verklaart een candi-
datuur voor het voorzitterschap van die partij
in de komende vacature-Mr. W. C. Wende-
laar te aanvaarden.
NEDERLANOSCH CREDIET AAN
FRANKRIJK.
(Het Tweede Kamerlid Rost van Tonningen
heeft den Ministers van Financier en van
Buitenlandsche Zaken de volgende vragen ge
steld:
1. (Helbben de ministers kennis genomen
van het feit, dlat een crediet van 35 millioen
gulden verleend1 is door de firma Mendelssohn
Co. te Amsterdam aan den Franschen staat
voor den duur van iy2 jaar?
2. Is het den minister bekend, dat de ver-
leening van diiit crediet samenviel met een
flauwe stemming voor den Franschen franc
op de internationale wisselmarkten
3. Hefoben de ministers kennis genomen
van het felt, dat de Nedterlandsche Bank de
wissels van dit crediet voor 1 jaar d'iscontabel
heeft verklaard, terwijl in beginsel dezelfde
begunstiging zou zijn verleend voor het over-
blijvendle halfjaar, dat het crediet daama nog
loopt
4. Zijn de ministers niet van oordeel, dat
de Nederlandsche Bank aldus de discontabill-
teit van dit crediet practisch voor een tijds-
duur van 1V2 jaar heeft vastgelegd en der-
halve, zoo al niet naar de letter, dan toch
naar den geest in strijd heeft gehandeld met
de bepaldngen der Bankwet-1937?
6. Zijn de ministers niet van meening, dat
de liquidatie der Nederlandsche Bank op deze
wijze wordt geschaad, terwijl een ongerepte
liquidatie met het oog op de stijgende span-
ningen op de internationale wisselmarkten
dient te worden gehandhaafd?
6. Is het den ministers bekend, dat de geld-
behoeften der Fransche openbare liehamen,
ondaniks de reoente belastingv erho ogi ngen
nog altijdi door Fransche d'eskundigen op 40
a 50 milliard francs per jaar worden geschat
7. Willen de ministers mededeelen, welke
waarborgen de Fransche staat voor dte stipte
terugbetaling van dit crediet heeft gegeven?
8. Willen de ministers mededeelen, welk
bedrag nog uitstaat van het crediet van
150 millioen gulden, dat door hetzelfde boven-
genoemde banlkiershuis in het najaar van
1937 aan Fransche spoorwegen werd' ver-
streEt
9. Zijn die ministers niet van meening, dat
een dergelijke vastlegging van middelen in
Frankril'k indruischt tegen het belang der
Nederlandsche voikshuishoudiag
10. Is het den ministers bekend, dat de
credieten, waaraan de Fransche schatkist een
voortdurende behoefte heeft, grootendeels
besteed worden voor de hewapening?
11. Zijn de ministers niet van oordeel, dat
de financiering der Fransche hewapening met
Nederlandsch kapitaai indlruischt tegen de
politick van zelfstandige onzijdigheid van ons
land?
12. IWelke maatregelen denken de Minis
ters te nemen om ©en mogelijke toekomstige
schending van de Bankwet-1937 door den pre
sident der Nederlandsche Bank te verhinderen.
UITGELEIDING VAN EEN DUITSCHER.
Het Tweede Kamerlid Wendelaar heeft den
Minister van Justitie de volgende vragen
gesteld:
1. Is het juist, dat een Duitscher, die in
Nederland bescherming had gezocht tegen zijn
Duitsche achtervolgers en die reeds sinds 4
November 1936 en laatstelijk met een steeds
verlengde verblijfsvergunning in ons land ver-
toefdte, half Mei gearresteerd: is, eind Juni
over de Duitsche grens uitgeleid' is en ter-
stond! daarna te Emmerik doodgeschoten is?
2. Wlil de minister mededeelen, waarom
deze Duitscher gearresteerd is en hoe zijn uit-
wijzing te verdedigen is van het standpunt
der regeering af, zooals de minister dit op 9
Juli j.l. in die Tweede Kamer bij de behande
ling van de interpellatie-de Visser heeft aan-
gegeven en volgens hetwelk uitwijzing achter-
wege zou blijven, wanneer een vluehteling
dientengevolge ernstig gevaar zou dr eigen?
ONBEZORGDE LEVENSAVOND VOOR DE
HELDEN DER ZEE.
Te Utrecht heeft het helden der zeefonds
,,Dorus Rijkers" zijn jaarvergadering ge-
houden.
De voorzitter constateerde, dlat het afge-
loopen jaar voor het fonds gunstig is geweest.
Het hoofdbestuur wil, nadat ten derde male
alle oud-redders zijn geholpen mot een uitkee-
ring, thans dezen menschen een onbezorgden
levensavond geven door die uitkeeringen met
ten hoogste de helft te verhoogen, voorzoover
een bepaalde wel-standsgrens niet wordt over-
schreden.
Het jaarverslag 1937 werd goed'gekeurd1. De
presidientrcommissaris, luitenant-generaal H.
N. A. Bwart, bracht het financieele verslag
uit, waarna de rekening 1937 conform dit
rapport werdl vastgesteld. De begrooting werd
goedgekeurd.
De aftredende cominissaris de heer C. Foclk,
en dte aftredlende ledien van het hoofdbestuur,
mevr. G. A. de Jong-die Ruyter en de heeren
G. Ritmeester en G. H. Ruhaak, werdlen her-
kozen.
DAUNG VAN HET AANTAL
FAILLISSEMENTEN.
Uit de voorloopige cijfers, gepubliceerd door
het Centraal bureau voor de statistiek hlijkt,
dat in het eerste halfjaar 1938 mindier faillis-
sementen werden uitgesproken dan in het
eerste halfjaar van 1937. In totaal bedroeg
het aantal in het eerste halfjaar 1938 1.362
tegen 1.688 in dezelfdle periode van 1937; de
vermindering hedroeg dius 326 of 19.3 pet.
Volgens de cijfers der Vverschillende maanden
van 1938 vengeleken met die van 1937 blijkt,
dat het aantal in alle maanden van het eerste
halfjaar van 1938 lager was dan in 1937;
groote verschillen gaven dte maanden April
(1937 305, 1938 223) en Juni (1937 295;
1938: 230).
iPer 100.000 inwoners bedroeg het voorloo
pige cijfer der uitgesproken faillissementen
in het eerste halfjaar 15.7 tegen 19.6 in 1937.
Uit de specificatie naar de provincies blijkt
dat het relatieve cijfer van Noord-iHolland,
ondaniks daliing, wederam het hoogste was
lste halfjaar 1937 27,3, 1938 20.7); dat van
Zee'lanidl, ofschoqn een weinig hooger dan in
1937, was wederom het laagst (reap. 7.5 en
7.8).
DE MAXIMUM-SNELHEID 50 K.M. IN
ALLE GEMEENTEN
Het ligt in de bedoeling van den Minister
van Waterstaat, zoo meldlt de Telegr., bin-
nenkort bij dte i-nvoering van de Verkeerswet
voor te stell-en, voor alle plaatsen van Neder
land een zelfde maximum-snelheid te hepa-
len. Vermoedelijik zal dit voor de bebouwde
kommen der gemeenten 50 K.M. per uur zijn
Vermoedielijik zal de Minister een speling
door ARTHUR APPLEN.
38)
Vervolg.
Varens, neerhangende bladen van palmen
en een bank met mos beletten haar duidelijk
te zien, wat zich onder de plank bevond. Ze
duwde met de hand een tak varens opzij.
Dicht tegen den muur aangedrukt zag ze de
omtrekken van een voet en een been... dus
er was toch iemand in huis... bij den flauwen
weerschijn van de lamp zag ze op den schoen
en de broekspijp een paar hreede pijlen.
Ben der vluchtelingen
Ze hield haar adem in en deed een paar
stappen achterudt. Wat moest ze doen. De
deur was aan den binnenkant gegrendeld en
Jim met den bewaker stonden een paar pas-
sen verder. De voortvluchtige was dus inge-
sloten; aan ontsnappen viel niet te denken.
Ze aarzelde... Wat 'n ontdekkinig! De omlig-
gende landerijen en heidelanden werden op
het ooigenblik nauwkeurig doorzocht; geen
vierkante meter grand werd vergeten.
Ze vond het wel eigenaardig, dat, waar de
gevangene haar zeer zeker had hooren hin-
nenikomen, hij haar niet had aangevallen,
noch getracht had te ontsnappen.
Marjorie... waar ben je?
IHet was Jim, die haar riep. Ze schrok bij
het hooren dier stem. Ze zou haar plicht doen.
Toen ze weer in de eetzaal was, hoorde ze Jim
die afscheid van den bewaker nam, met wien
ze hem even tevoren had hooren spreken.
Jim! 'n OogenhiikjeIk moet je nog even
hebben
Fir bewoog zich iets aan haar voeten. Het
was de voortvluchtige, die zich achter varens
en palmen verborgen hield.
Ze kreeg het gevoel alsof haar eigen ziel,
haar eigen ilk, de plaats van dien man had in-
genomen; ze voelde den angst, die den vlueh
teling moest bekru'ipen, ze voelde hoop en
vrees, het verlangen naar vrijheid, naar het
voile leven... ze had wel degenen uit den weg
willen ruimen, die zich plaatsten tusschen
dien man en zijn vrijheid. Ze hoorde zichzedf
kort en gejaagd hijgen. Het angstzweet hrak
haar uit. Ze beefde over haar geheele lichaam
Ze voelde plotseling Jim's hand op haar
arm. Hallo! Marjorie, wat doe je hier in het
donker? Ze keerde hem den rug toe, bang dat
het licht, dat door de geopende deur binuen-
viel, haar angstige trekken zou doen zien..
'n zacht verschuiven van schoenen onder de
plank drong tot haar door. De vluehteling
wist, dat het spel ten einde was en maakte
mu blijkbaar aanstaiten om zijn schuilplaats
te verlaten
Beweeg je niet, zei ze gejaagd, nauwe
lijiks goed wetend, wat ze deed.
Ze moest zichzelf geweld aandoen, om zich
te beheerschen. Rechts van haar bloeide een
prach'tige th-eeroos.
Jim, ik wilde die roos zoo graag hebben.
fluisterde ze. Ik kan niet ver genoeg reiken
Wil jij haar voor me plukken?
Akelig kind, zei hij lachend. Je hebt me
werkelijk doen schrikken. Ik dacht eerst, dat
er iets niet in orde was.
Jim gin.g op z'n teenen staan en plukte dc
roos. Hij gaf ze aan z'n meisje tegelijk met
een hartelijken zoen. 'Hij liep even naar de
buitendeur, probeerde het slot en kwam terug,
Dat is in orde. Niemand kan hinnenko-
men. Koilf laten we naar de eetzaal terug-
gaan. De kerels zullen over enkele minuten
wel klaar -zijn met hun nasporingen; dan zul
len ze ons verder wel met rust laten. Weet
je wel, dat het een ernstig geval is?... Twee
van 5 K.M. voorstellen, zoodat de automohi-
list of motorrijd'er eerst bij het ov-erschrijden
van 55 K.M. strafbaar zou zijn.
NEBEKLANDSCH-RELGISCH
HANDELSACCOORD.
De correspondent van het Hand'elsblad, te
Brussel schrijft:
Sprekend'e over de handelsaccoord-en, welke
Belgie met het buitenland heeft gesloten of
waarover nog onderhandeld wordt, verklaarde
die Belgische m'inister van Economi-sche j
Zaken in een Antwerpsohe tafelredte voor de
led-en van de Kamer van Koophandel aldaar,
dlat de hemieuwing van het handelsaccoord
met Nederland aanleiding heeft gegeven tot
moeilijkhedlen ten aanzien van landbouw en
tuinhouwproducten. Maar, zoo vervolgde de
heer Heymans, ieder is doordrongen van dte
noodzaak om iedere vertraging in het han-
delsv-erkeer tusschen de beide -buurlanden te
verhindleren. Aan deze opmerking voegde de
minister later in de persconferenti-e nog toe,
dat het NederlandSch-Belgische handelsac
coord beschouwd dient te wordten als een der
hoeksteenen van den buitenlandschen handel
van Belgie, daar dte -omzet van. het hand-els-
verkeer met Nederland meer dan frs 2 mil
liard bedraagt. De moeilijkhedlen, die zich
hebben voorgedaan, zijn het gevolg van de
eigenaardige ontwikkelingsprocessen, die in
de economische bedrijvigheid -der heidie landten
vallen waar te nemen. In Nederland neemt
de industrialisatie nog steeds toe, terwijl in
Belgie het landbouwbedrijf -een steeds grooter
vlucht ibegint te nemen. De geschill-en, die
nog niet geregeld Ikon-den wordlen, zijn van
dtelicaten aard en dte minister w-enschte zich
er niet verder over uit te laten. Hij gaf ech-
ter als zijn meening te kennen, dat men er
zeer binnenkort in zal slagen, de teg-enstellin-
gen te ovenbruggen. Naar zijn meening is de
onderteekening van het nieuwe handelsac
coord slechts een kwestie van enkele dagen.
EEN REGELLNG TUSSCHEN NEDERLAND
EN GENERAAL FRANCO.
De regeeringspersdienst deelt het volgende
medie:
In aanmerking nemende, dat het gezag van
generaal Franco zich thans uitstrekt over het
grootste gedeelte van Spanje, heeft de Ned-er-
landlsche regeering met diens -bewind een rege-
ling getroffen inzake wederzijdsche vertegen-
woordiging in dier voege, dat elk van beiden
een agent zal vestigen teneind'e de belangen
van zijn landgenooten voor it-e kunnen staan.
IBovendiien zullen in een aantal nader over-
een te komen plaatsen sub-agenten kunnen
wordlen henoemd, die werkzaamh-eden zullen
v-errichten, vergelijkbaar met die van consu-
laire ambtenaren.
Een erkenning, h-etzij de jure, hetzij de
facto houdt deze regeling niet in.
In verband met bovenstaande mededteeling
van dten regeeringspersdienst, wordt opge-
menkt, dat een dergelijkie regeling reeds eer-
der met Franco werd aangegaam door de
regeeringen van Zwitserland en Tsjechoslo-
wakije.
In verband met de regeling van de bespre-
kingen tusschen Nederland en generaal
Franco verneemt de N. R. Crt., dat het in
de bedoeling van de Nederlandsche regeering
ligt tot agent te Burgos te benoemen Jhr. Mr.
W. E. van Panhuys, die tot dusverre in diplo-
matieken dienst was, sedert 1 Maart van dit
jaar als gezantschapssecretaris lste klas te
San Sebastian.
Jhr. Van Panhuys trad op 2 Februari 1928
in diplomatieken dienst; hij was achtereen-
volgens werkzaam als gezantschapsattace te
Kopenhagen, Praag en Parijs. In 1932 werd
hij benoemd tot gezantschapssecretaris tweede
klas en werkzaam gesteld te Rome. In 1936
werd hij benoemd tot gezantschapssecretaris
eerste klas.
De kwestie van de agenten van Nederland
in de verschillende steden van Spanje is nog
niet geregeld. Er waren o.m. Nederlanders,
die als consuls optraden in Valencia, Sevilla,
Malaga en Bilbao. Bovendien zijn er buiten-
landers, vooral ook Spanjaarden, die Neder
landsche belangen behartigen in steden als
Cadiz, Cartagena en Granada. Voor zoover
deze menschen werkzaam zijn in het deel van
Spanje, dat onder het gezag van generaal
gevangenen, die voortvluchtig zijn... Nou ja,
ze krijgen ze toch wel in handen, ofschoon het
wel morgen zal worden.
Ze gingen terug naar de eetzaal. Hij sloot
de deur van den wintertuin, ofschoon zij vroeg
deze open te laten.
Wlat is het hier warm.
Het is daar heel wat warmer, lachte hij.
Jim, ik moet je iets vertellen...
Vooruit dan!... ga in dien gemakkelijken
stoel zitten. Ik luister, zei hij glimlachend.
Jim, toen ik in Fraiikrijk was, heb ik
geen oogemblik aan mezelf getwijfeld. Ik was
er van overtuigd, dat ik je gelukkig zou kun
nen maken.
Ze voelde, hoe zijn hand de hare stevig om-
kneld hield. Waarom kom je daar nu mee
aandragen
Ik zei slechts wat ik voelde, onderhrak
ze. Ik vind het noodig, dat ook jij eens in de
toekomst blikt, heel ver in de toekomst... en
daarbij denkt aan het verleden. Denk er aan,
wie en wat ik hen... en wat m'n broer is...
Tegen haar wil in dwaalde haar blik in de
richting van den wintertuin, waarin de voort
vluchtige gevangene nog steeds verbleef...
een verschoppeling... een uitgestootene... die
het kleed der misdadigers droeg. Ook haar
broer had eenzelfde uniform, hij leidde een-
zelfde leven... wat een wanhopig leven! Haar
broer dien men met andere misdadigers opge-
.borgen had in een der groote gevangenissen
van Engeland.
Ze had haar gedachtengang, haar innerlijke
gevoel-ens zuiver weergegeven. Ze wist ook,
dat ze had gesproken om tijd te winnen, tot
de bewakers waren vertrokken. Feitelijk had
ze geen oogenblik mogen verliezen om Jim
mede te deelen, dat enkele passen verder een
man, een voortvluchtige zich verborgen hield.
Marjorie handelde dus tegen de wetten van
haar land, -door den verstekeling niet op te
geven. Bovendien maakte zij haar verloofde
medeplichtig.
Franco staat, is het te verwachten, dat zij
aangesteld blijven om de Nederlandsche
belangen te blijven vertegenwoordigen, maar
zij zullen onder een nieuwen status komen.
Wat de consulaire ambtenaren betreft, die
in het andere deel van Spanje werkzaam zijn,
ook dezen blijven hun functie uitoefenen, om-
dat te hunnen aanzien geen verandering in
den toestand is gekomen.
Van de zijide van Franco vertoeft reeds
geruimen tijd een vertegenwoordiger in ons
land, de heer Mario de Pinites, die in Den
Haag woont en met wien o.m. de kwestie van
de Spaanschevluchtelingen, die in ons land
vertoefden, en voor een deel gevlucht en
naderhand weer teruggebracht zijn, ge
regeld is.
Wij hebben een telefonisch onderhoud met
hem gehad, waarin hij zeide, nog niet te
kunnen mededeelen of hijzelf dan wel een
ander aangewezen zou worden om als agent
van Franco in Nederland werkzaam te zijn;
hij verwachtte, dat zulks in den loop van
de volgende week bekend zou worden.
De levering van pyriet.
Wij vememen voorts, dat het te verwach
ten is, dat de levering van pyriet, welke
zooals bekend kort geleden door Franco aan
Nederland werd ontlhouden, thans weer voort-
gang zal vinden. Nederland had intusschen
reeds zorg gedragen dat zijn eventueele be-
hoeften in Griekenland en Noord-Afrika ge-
dekt konden worden, maar het is gemakkelij-
ker pyriet uit Spanje te betrekken.
NEDERLANDSCH PROTEST TEGEN DE
MEXICAANSCHE OLIEPOLITIEK.
De Regeeringspersdienst meldt:
De Nederlandsche tijdelijke zaakgelastigde
te Mexico City is, in aansluiting op zijn stap
bij de Mexicaansche regeering van 29 Juni
overgegaan tot de overhandiging aan den
Mexicaanschen minister van buitenlandsche
zaken van een memorandum, opgesteld
door de Nederlandsche belanghebbenden bij
de Mexicaansche petroleum-maatsehappijen,
waarin deze hun standpunt volleddg hebben
uiteengezet en gewezen hebben op:
1. de ongrondwettigheid van de Mexi
caansche onteigeningswet van 23 November
1936;
2. de onwettigheid van het Mexicaansche
onteigeningsbesluit van 18 Maart 1938;
3. de ongeldigheid van de uitspraak van
de Mexicaanschen arbeidersraad van 18
Maart j.l., waarin verklaard wordt, dat let
arbeidscontract, dat geldig is krachtens net
besluit van 18 December 1937, is geeindigd.
EINDJES SIGAAR OF SIGARET EN
RIJDENDE AUTO'S.
Het aschbakjesvraagstuk in automobielen is
altijd niet op even doeltreffende wijze opge-
lost. Dat behoeft geen reden te zijn scfhrijft
de K.N.A.C. om brandende peukjes sigaar of
siigaret zonder meer uit een der raampjes van
een rijdende auto te gooien. Onlangs is het
gebeurd, dat zoo'n brandend sigareneindje
terecht kwam tusschen de kleeding van een
juist voorbijkomenden motorrijder, die niets
kwaads vermoedende doorreed om plotseling
tot de ontstellende ontdekking te komen, dat
zijn kleedingstukken brand hadden geVat.
Doordat hij zijn tegenwoordigheid van geest
niet verloor werd erger voorkomen. Voorts
is het gevaar van boschbranden, welke op
deze wijze kunnen ontstaan lang niet denk-
beelldig.
De K.N.A.C. spoort dan ook ieder aan om
alvorens siigaren- of sigaretteneindjes weg te
werpen deze eerst te dooven.
Nauwelijks hebi Ge U ter rusie begeven,
of die kwellende nachthoesl begint weer I
Neem daarvoor nu de vanouds beproefde
Akker's Abdijsiroop, welke door een nieuwe
toevoeging van Apoiheker Dum'oni ihans
nog sneller en nog krachliger werkt.
Begin vandaag nog en vannachl reeds zult
Ge rustig kunnen slapen door de bekende
het beproefde hoest geneesmiddeil
Per flocon 90 ct., f 1.50, f. 2 -<0. Overal vorkrijgbaar.
Hoe groote- flacon. hoe vocrdreliger het g-bruik
(Ingez. Med.)
WIJZIGING VAN DE TABAKSWET.
In zijn memorie van antwoord in zake het
wetsontwerp tot wijziging van. de Tahakswet,
zegt Minister De Wilde, dat het de bedoeling
van dit ontwerp is, dlat dte Tahakswet slechts
gewijzigd en aangevuld wordt om te komen
tot een betere handhaving van het venbod
van verkoop van tabaksfabrikaten beneden
•dien Meihhandelsprijs.
Voorts wordt aan de memorie nog het vol
gende ontleendJ:
Een belastingwet moet naar het oordeel van
den minister niet dienstbaar worden gemaakt
aan het saneeren van het bedlrijfsleven. Mocht
de Tahakswet al eenige bepalingen hevatten,
welke in die richting werken, en wel ten be-
hoeve van den kleinhandel, dan ibehoeft dat
nog geen aanleiding te zijn op dien weg voort
te gaan in den zin van het seheppen van be
palingen- ten gunste van dte producenten van
tabaksfabrikaten. De bedrijfsgenooten zullen
in de eerste plaats zelf de handen ineen
moeten slaan en indien noodig steun ikunnen
zoeken bij die maatregelen, welke daarvoor
geeigend zijn. Gedkcht wordt daaribij aan de
mogelijkheid van verhindend verklaren van
ondlemem-ersovereenkoimsten. Maatregelen tot
steun van dte klein- en middenindustrie kun
nen diaarom van den minister niet worden
tegemoet gezien.
De minister merikt verder op, dat ook die
materie v-an de -helastbaarheid van sigaren
als vallendte buiten het hestek van het ont
werp- thans geen punt van overweging kan
uitmaken. Daar de bij de wet van 29 Decem
ber 1933 ingestelde verhooging van -den ac-
cijns tot 1 Januari 1939 geldt, zal eerlang de
gelegenheid zich voordoen, op het bedoeldte
punt terug te komen. De minister is dan wel
bereid te overwegen, of -en in -hoeverre de
heffing van dten differentieelen accijns op
sigaren correctie behoeft.
De materie van het verleenen van preferen-
tie zal bij een eventueele algemeene herzie-
ning van dte wetgeving betreffende de hef
fing van de invoerrechten en accijnzen in
overweging worden genomen. Het zou min
der juist zijn, haar thans met betrekking tot
den tabaksaccijms -incidlenteel onder de oogen
te zien.
Naar de meening van den minister valt het
treffen van een regeling omtrent de belas-
ting van het sigarettenpapier buiten het
kader van het t-egenwoordige wetsontwerp.
Hij kan echter mededeelen, dat hij in de naas-te
toekomst die indiening van een wetsvoorstel
betreffende een zoodlanige regeling hoopt te
bevorderen.
lEr bestaan. bij den minister overwegende
bezwaren, een wijziging van den tweeden vol-
PRO 24-0419*
Ingez. Med.
fZe kon het hem echter niet zeggen. Een
oogenblik slechts had ze zich in de plaats van
dien man gedacht en het scheen haar nu toe,
dat ze zijn plaats in den tuin, onder de bank,
innam.
-Zij verlangde, dat hij kon vluchten. Ze ge-
voelde zich niet in staat te redeneeren. Was
er iets misdadigs in haar aan het werk?
M'h lieve kind, je behoeft je heelemaa'l
niet onigerust te maken over onze toekomst.
Als ik je m'h vrouw kan noemen, dan zal pas
het leven voor mij beginnen. M'n betrekking
zal ik heusch niet verliezen en... zou dit toch
het geval zijn, welnu, dan ben ik ook nog niet
bang. Bovendien, jouw liefde zal er voor zor-
gen, dat ik m'n werk beter zal doen dan an-
ders, want jij zult in mijn successen deelen.
Daiar ieder van ons zijn taak te volbrengen
heeft, moeten we samen werken, dan zal het
gemakkelijker gaan. Dit is dus uitgemaakt.
Het leek haar, of hij heel ver-af stond, zoo
klonk zijn stem haar in de ooren. Er weer-
klcnken voetstappen in de hal de deur
werd g-eopend. Een bewaker, door den be-
diend-e vergezeld, stapte binnen:
Wij hebben alles zorgvuldig doorzocht,
sir, zei hij tegen Jim, die voor Marjorie stond,
zoodat de man haar gezi-Cht niet zien kon.
Een paar mannetjes hebben den tuin van het
kasteel en al het struikgewas doorzocht, doch
hier zijn ze niet. Wilt u uw bedienden opdra-
gen scherp een oog in het zeil te houden?
Een der vluchtelingen was nogal ernstig ge-
kwetst... 't is een gevaarlijke kerel. Er is wel
niet veel kans meer op, dat we de kerels nog
vanavond te pakicen krijgen, doch morgen, bij
het -aanhreken van den dag, zullen ze ons wel
in handen vallen. Hij groette Goeden avond
sir. Goeden avond, mevrouw.
De deur van de eetzaal werd gesloten. Mar
jorie luisterde naar de wegstervende voet
stappen.
Morgen, hij het aanhreken van den dag,
zullen ze ons in handen vallen. Automatisch
herhaalde ze de woorden van den bewaker.
Jim, kom gauw hier, ik moet je iets ver
tellen, voor de bewakers zijn vertrokken.
Hij keek haar verbaasd aan met gefronste
wenkbrauwen. Zelfs nu weifelde ze nog even.
Ze hoorde de voordeur dichtslaan. De man-
nen waren dus weg. Ze nam Jim bij den arm
en leidde hem naar den wintertuin.
Iemand houdt zich hier verborgen, fluis
terde ze.
Toen jij de kamer uitging, om met den
commandant te spreken, ging ik in den win
tertuin en onder een plank... zag ik iemand,
die zich schuil hield... op z'h schoenen ston
den een paar hreede pijlen... 't is dus een
der ontsnapten.
Jim keek haar ongeloovig aan. Hij deed een
paar stappen in de richting van den winter
tuin, bleef even staan en keerde zich om.
Marjorie, ben je daar wel zeker van?
Waarom sprak je niet, toen de bewakers nog
in huis waren?
-Er bewoog zich iets in de duisternis van
den tuin. Uit de bladeren en het groen rees
langzaam een menschengestalte op. Jim deed
een sprang naar de tafel en schelde...
Wat ,ga je doen? vroeg Marjorie ge
jaagd.
Perkins er op uit sturen, om de bewa
kers terug te roepen. De kerel moet worden
aangegeven, antwoordde Jim scherp.
Je had me eerder moeten vertellen wat
je allemaal wist, Marjorie. Je d,oet beter in
den salon even t-e wachten.
Jim stond in de deuropening van den win
tertuin en versperde aan Marjorie den toe-
gang. Ze stond voor hem en legde haar hand
op -zijn arm.
Jim, geef hem niet aan... ik vind het
verschrikikelijk.
Hij trachtte haar weg te duwen.
(Wordt vervolgd.)