ai P.FMFFM NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN LICHTZINNIGE JEUGD Die NACHT-HOEST iai ophouden! akker'S Abdiisiroop HET HOOGST IN HWALITEIT HET LAAGST IN PRIJS No 9791 VRIJDAG 29 JULI 1938 78e Jaargang Binnenland Feuilleton TWEEDE BLAD - VSaBMMiHBBMMMMianBaDMMHWa f»e 4MMK ^e»Br«s36CasMW*«iiSS»fcl^^ I-Mn« NEUZENSCHE CO U RANT DIENSTPLICHT. Uitspraak inzake vrijstelling. De Burgemeester van TBRNEUIZEN, bren-gt ter algemeene kennis, dat een uitspraak op aanvrage om vrijsteling van den Dienstplicht, ter Secretarie dezer gemeente, voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen na den dag van deze bekendmaking in beroep worden gekomen. a. door den ingeschrevene wien de uit spraak igeldt of door diens wetteiijke ver- tegenwoordiger. b. door elk der overige voor deze gemeente voor dezelfde lichting ingeschreven per- sonen of door hun wetteiijke vertegen- woordigers. Het verzoekschrift moet met redenen om- klleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn. Het moet worden geridht aan de Koningin, doch worden ingediend bij den Burgemeester, ter secretarie dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor de toezending. Temeuzen, den 29 Juli 1938. De Burgemeester voomoemd, P. TELLEGEN. HET VOORZITTERSCHAP VAN DE LIBERALE STAATSPARTIJ. Naar „De Vrijheidl" mededeelt, is bij den secretaris der afdleeling Eeiden van de Libe rate Staatspartij een verklaring ingekomen van Prof. Mr. B. M. Telders aldaar, volgens welke d'eize zich bereid verklaart een candi- datuur voor het voorzitterschap van die partij in de komende vacature-Mr. W. C. Wende- laar te aanvaarden. NEDERLANOSCH CREDIET AAN FRANKRIJK. (Het Tweede Kamerlid Rost van Tonningen heeft den Ministers van Financier en van Buitenlandsche Zaken de volgende vragen ge steld: 1. (Helbben de ministers kennis genomen van het feit, dlat een crediet van 35 millioen gulden verleend1 is door de firma Mendelssohn Co. te Amsterdam aan den Franschen staat voor den duur van iy2 jaar? 2. Is het den minister bekend, dat de ver- leening van diiit crediet samenviel met een flauwe stemming voor den Franschen franc op de internationale wisselmarkten 3. Hefoben de ministers kennis genomen van het felt, dat de Nedterlandsche Bank de wissels van dit crediet voor 1 jaar d'iscontabel heeft verklaard, terwijl in beginsel dezelfde begunstiging zou zijn verleend voor het over- blijvendle halfjaar, dat het crediet daama nog loopt 4. Zijn de ministers niet van oordeel, dat de Nederlandsche Bank aldus de discontabill- teit van dit crediet practisch voor een tijds- duur van 1V2 jaar heeft vastgelegd en der- halve, zoo al niet naar de letter, dan toch naar den geest in strijd heeft gehandeld met de bepaldngen der Bankwet-1937? 6. Zijn de ministers niet van meening, dat de liquidatie der Nederlandsche Bank op deze wijze wordt geschaad, terwijl een ongerepte liquidatie met het oog op de stijgende span- ningen op de internationale wisselmarkten dient te worden gehandhaafd? 6. Is het den ministers bekend, dat de geld- behoeften der Fransche openbare liehamen, ondaniks de reoente belastingv erho ogi ngen nog altijdi door Fransche d'eskundigen op 40 a 50 milliard francs per jaar worden geschat 7. Willen de ministers mededeelen, welke waarborgen de Fransche staat voor dte stipte terugbetaling van dit crediet heeft gegeven? 8. Willen de ministers mededeelen, welk bedrag nog uitstaat van het crediet van 150 millioen gulden, dat door hetzelfde boven- genoemde banlkiershuis in het najaar van 1937 aan Fransche spoorwegen werd' ver- streEt 9. Zijn die ministers niet van meening, dat een dergelijke vastlegging van middelen in Frankril'k indruischt tegen het belang der Nederlandsche voikshuishoudiag 10. Is het den ministers bekend, dat de credieten, waaraan de Fransche schatkist een voortdurende behoefte heeft, grootendeels besteed worden voor de hewapening? 11. Zijn de ministers niet van oordeel, dat de financiering der Fransche hewapening met Nederlandsch kapitaai indlruischt tegen de politick van zelfstandige onzijdigheid van ons land? 12. IWelke maatregelen denken de Minis ters te nemen om ©en mogelijke toekomstige schending van de Bankwet-1937 door den pre sident der Nederlandsche Bank te verhinderen. UITGELEIDING VAN EEN DUITSCHER. Het Tweede Kamerlid Wendelaar heeft den Minister van Justitie de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat een Duitscher, die in Nederland bescherming had gezocht tegen zijn Duitsche achtervolgers en die reeds sinds 4 November 1936 en laatstelijk met een steeds verlengde verblijfsvergunning in ons land ver- toefdte, half Mei gearresteerd: is, eind Juni over de Duitsche grens uitgeleid' is en ter- stond! daarna te Emmerik doodgeschoten is? 2. Wlil de minister mededeelen, waarom deze Duitscher gearresteerd is en hoe zijn uit- wijzing te verdedigen is van het standpunt der regeering af, zooals de minister dit op 9 Juli j.l. in die Tweede Kamer bij de behande ling van de interpellatie-de Visser heeft aan- gegeven en volgens hetwelk uitwijzing achter- wege zou blijven, wanneer een vluehteling dientengevolge ernstig gevaar zou dr eigen? ONBEZORGDE LEVENSAVOND VOOR DE HELDEN DER ZEE. Te Utrecht heeft het helden der zeefonds ,,Dorus Rijkers" zijn jaarvergadering ge- houden. De voorzitter constateerde, dlat het afge- loopen jaar voor het fonds gunstig is geweest. Het hoofdbestuur wil, nadat ten derde male alle oud-redders zijn geholpen mot een uitkee- ring, thans dezen menschen een onbezorgden levensavond geven door die uitkeeringen met ten hoogste de helft te verhoogen, voorzoover een bepaalde wel-standsgrens niet wordt over- schreden. Het jaarverslag 1937 werd goed'gekeurd1. De presidientrcommissaris, luitenant-generaal H. N. A. Bwart, bracht het financieele verslag uit, waarna de rekening 1937 conform dit rapport werdl vastgesteld. De begrooting werd goedgekeurd. De aftredende cominissaris de heer C. Foclk, en dte aftredlende ledien van het hoofdbestuur, mevr. G. A. de Jong-die Ruyter en de heeren G. Ritmeester en G. H. Ruhaak, werdlen her- kozen. DAUNG VAN HET AANTAL FAILLISSEMENTEN. Uit de voorloopige cijfers, gepubliceerd door het Centraal bureau voor de statistiek hlijkt, dat in het eerste halfjaar 1938 mindier faillis- sementen werden uitgesproken dan in het eerste halfjaar van 1937. In totaal bedroeg het aantal in het eerste halfjaar 1938 1.362 tegen 1.688 in dezelfdle periode van 1937; de vermindering hedroeg dius 326 of 19.3 pet. Volgens de cijfers der Vverschillende maanden van 1938 vengeleken met die van 1937 blijkt, dat het aantal in alle maanden van het eerste halfjaar van 1938 lager was dan in 1937; groote verschillen gaven dte maanden April (1937 305, 1938 223) en Juni (1937 295; 1938: 230). iPer 100.000 inwoners bedroeg het voorloo pige cijfer der uitgesproken faillissementen in het eerste halfjaar 15.7 tegen 19.6 in 1937. Uit de specificatie naar de provincies blijkt dat het relatieve cijfer van Noord-iHolland, ondaniks daliing, wederam het hoogste was lste halfjaar 1937 27,3, 1938 20.7); dat van Zee'lanidl, ofschoqn een weinig hooger dan in 1937, was wederom het laagst (reap. 7.5 en 7.8). DE MAXIMUM-SNELHEID 50 K.M. IN ALLE GEMEENTEN Het ligt in de bedoeling van den Minister van Waterstaat, zoo meldlt de Telegr., bin- nenkort bij dte i-nvoering van de Verkeerswet voor te stell-en, voor alle plaatsen van Neder land een zelfde maximum-snelheid te hepa- len. Vermoedelijik zal dit voor de bebouwde kommen der gemeenten 50 K.M. per uur zijn Vermoedielijik zal de Minister een speling door ARTHUR APPLEN. 38) Vervolg. Varens, neerhangende bladen van palmen en een bank met mos beletten haar duidelijk te zien, wat zich onder de plank bevond. Ze duwde met de hand een tak varens opzij. Dicht tegen den muur aangedrukt zag ze de omtrekken van een voet en een been... dus er was toch iemand in huis... bij den flauwen weerschijn van de lamp zag ze op den schoen en de broekspijp een paar hreede pijlen. Ben der vluchtelingen Ze hield haar adem in en deed een paar stappen achterudt. Wat moest ze doen. De deur was aan den binnenkant gegrendeld en Jim met den bewaker stonden een paar pas- sen verder. De voortvluchtige was dus inge- sloten; aan ontsnappen viel niet te denken. Ze aarzelde... Wat 'n ontdekkinig! De omlig- gende landerijen en heidelanden werden op het ooigenblik nauwkeurig doorzocht; geen vierkante meter grand werd vergeten. Ze vond het wel eigenaardig, dat, waar de gevangene haar zeer zeker had hooren hin- nenikomen, hij haar niet had aangevallen, noch getracht had te ontsnappen. Marjorie... waar ben je? IHet was Jim, die haar riep. Ze schrok bij het hooren dier stem. Ze zou haar plicht doen. Toen ze weer in de eetzaal was, hoorde ze Jim die afscheid van den bewaker nam, met wien ze hem even tevoren had hooren spreken. Jim! 'n OogenhiikjeIk moet je nog even hebben Fir bewoog zich iets aan haar voeten. Het was de voortvluchtige, die zich achter varens en palmen verborgen hield. Ze kreeg het gevoel alsof haar eigen ziel, haar eigen ilk, de plaats van dien man had in- genomen; ze voelde den angst, die den vlueh teling moest bekru'ipen, ze voelde hoop en vrees, het verlangen naar vrijheid, naar het voile leven... ze had wel degenen uit den weg willen ruimen, die zich plaatsten tusschen dien man en zijn vrijheid. Ze hoorde zichzedf kort en gejaagd hijgen. Het angstzweet hrak haar uit. Ze beefde over haar geheele lichaam Ze voelde plotseling Jim's hand op haar arm. Hallo! Marjorie, wat doe je hier in het donker? Ze keerde hem den rug toe, bang dat het licht, dat door de geopende deur binuen- viel, haar angstige trekken zou doen zien.. 'n zacht verschuiven van schoenen onder de plank drong tot haar door. De vluehteling wist, dat het spel ten einde was en maakte mu blijkbaar aanstaiten om zijn schuilplaats te verlaten Beweeg je niet, zei ze gejaagd, nauwe lijiks goed wetend, wat ze deed. Ze moest zichzelf geweld aandoen, om zich te beheerschen. Rechts van haar bloeide een prach'tige th-eeroos. Jim, ik wilde die roos zoo graag hebben. fluisterde ze. Ik kan niet ver genoeg reiken Wil jij haar voor me plukken? Akelig kind, zei hij lachend. Je hebt me werkelijk doen schrikken. Ik dacht eerst, dat er iets niet in orde was. Jim gin.g op z'n teenen staan en plukte dc roos. Hij gaf ze aan z'n meisje tegelijk met een hartelijken zoen. 'Hij liep even naar de buitendeur, probeerde het slot en kwam terug, Dat is in orde. Niemand kan hinnenko- men. Koilf laten we naar de eetzaal terug- gaan. De kerels zullen over enkele minuten wel klaar -zijn met hun nasporingen; dan zul len ze ons verder wel met rust laten. Weet je wel, dat het een ernstig geval is?... Twee van 5 K.M. voorstellen, zoodat de automohi- list of motorrijd'er eerst bij het ov-erschrijden van 55 K.M. strafbaar zou zijn. NEBEKLANDSCH-RELGISCH HANDELSACCOORD. De correspondent van het Hand'elsblad, te Brussel schrijft: Sprekend'e over de handelsaccoord-en, welke Belgie met het buitenland heeft gesloten of waarover nog onderhandeld wordt, verklaarde die Belgische m'inister van Economi-sche j Zaken in een Antwerpsohe tafelredte voor de led-en van de Kamer van Koophandel aldaar, dlat de hemieuwing van het handelsaccoord met Nederland aanleiding heeft gegeven tot moeilijkhedlen ten aanzien van landbouw en tuinhouwproducten. Maar, zoo vervolgde de heer Heymans, ieder is doordrongen van dte noodzaak om iedere vertraging in het han- delsv-erkeer tusschen de beide -buurlanden te verhindleren. Aan deze opmerking voegde de minister later in de persconferenti-e nog toe, dat het NederlandSch-Belgische handelsac coord beschouwd dient te wordten als een der hoeksteenen van den buitenlandschen handel van Belgie, daar dte -omzet van. het hand-els- verkeer met Nederland meer dan frs 2 mil liard bedraagt. De moeilijkhedlen, die zich hebben voorgedaan, zijn het gevolg van de eigenaardige ontwikkelingsprocessen, die in de economische bedrijvigheid -der heidie landten vallen waar te nemen. In Nederland neemt de industrialisatie nog steeds toe, terwijl in Belgie het landbouwbedrijf -een steeds grooter vlucht ibegint te nemen. De geschill-en, die nog niet geregeld Ikon-den wordlen, zijn van dtelicaten aard en dte minister w-enschte zich er niet verder over uit te laten. Hij gaf ech- ter als zijn meening te kennen, dat men er zeer binnenkort in zal slagen, de teg-enstellin- gen te ovenbruggen. Naar zijn meening is de onderteekening van het nieuwe handelsac coord slechts een kwestie van enkele dagen. EEN REGELLNG TUSSCHEN NEDERLAND EN GENERAAL FRANCO. De regeeringspersdienst deelt het volgende medie: In aanmerking nemende, dat het gezag van generaal Franco zich thans uitstrekt over het grootste gedeelte van Spanje, heeft de Ned-er- landlsche regeering met diens -bewind een rege- ling getroffen inzake wederzijdsche vertegen- woordiging in dier voege, dat elk van beiden een agent zal vestigen teneind'e de belangen van zijn landgenooten voor it-e kunnen staan. IBovendiien zullen in een aantal nader over- een te komen plaatsen sub-agenten kunnen wordlen henoemd, die werkzaamh-eden zullen v-errichten, vergelijkbaar met die van consu- laire ambtenaren. Een erkenning, h-etzij de jure, hetzij de facto houdt deze regeling niet in. In verband met bovenstaande mededteeling van dten regeeringspersdienst, wordt opge- menkt, dat een dergelijkie regeling reeds eer- der met Franco werd aangegaam door de regeeringen van Zwitserland en Tsjechoslo- wakije. In verband met de regeling van de bespre- kingen tusschen Nederland en generaal Franco verneemt de N. R. Crt., dat het in de bedoeling van de Nederlandsche regeering ligt tot agent te Burgos te benoemen Jhr. Mr. W. E. van Panhuys, die tot dusverre in diplo- matieken dienst was, sedert 1 Maart van dit jaar als gezantschapssecretaris lste klas te San Sebastian. Jhr. Van Panhuys trad op 2 Februari 1928 in diplomatieken dienst; hij was achtereen- volgens werkzaam als gezantschapsattace te Kopenhagen, Praag en Parijs. In 1932 werd hij benoemd tot gezantschapssecretaris tweede klas en werkzaam gesteld te Rome. In 1936 werd hij benoemd tot gezantschapssecretaris eerste klas. De kwestie van de agenten van Nederland in de verschillende steden van Spanje is nog niet geregeld. Er waren o.m. Nederlanders, die als consuls optraden in Valencia, Sevilla, Malaga en Bilbao. Bovendien zijn er buiten- landers, vooral ook Spanjaarden, die Neder landsche belangen behartigen in steden als Cadiz, Cartagena en Granada. Voor zoover deze menschen werkzaam zijn in het deel van Spanje, dat onder het gezag van generaal gevangenen, die voortvluchtig zijn... Nou ja, ze krijgen ze toch wel in handen, ofschoon het wel morgen zal worden. Ze gingen terug naar de eetzaal. Hij sloot de deur van den wintertuin, ofschoon zij vroeg deze open te laten. Wlat is het hier warm. Het is daar heel wat warmer, lachte hij. Jim, ik moet je iets vertellen... Vooruit dan!... ga in dien gemakkelijken stoel zitten. Ik luister, zei hij glimlachend. Jim, toen ik in Fraiikrijk was, heb ik geen oogemblik aan mezelf getwijfeld. Ik was er van overtuigd, dat ik je gelukkig zou kun nen maken. Ze voelde, hoe zijn hand de hare stevig om- kneld hield. Waarom kom je daar nu mee aandragen Ik zei slechts wat ik voelde, onderhrak ze. Ik vind het noodig, dat ook jij eens in de toekomst blikt, heel ver in de toekomst... en daarbij denkt aan het verleden. Denk er aan, wie en wat ik hen... en wat m'n broer is... Tegen haar wil in dwaalde haar blik in de richting van den wintertuin, waarin de voort vluchtige gevangene nog steeds verbleef... een verschoppeling... een uitgestootene... die het kleed der misdadigers droeg. Ook haar broer had eenzelfde uniform, hij leidde een- zelfde leven... wat een wanhopig leven! Haar broer dien men met andere misdadigers opge- .borgen had in een der groote gevangenissen van Engeland. Ze had haar gedachtengang, haar innerlijke gevoel-ens zuiver weergegeven. Ze wist ook, dat ze had gesproken om tijd te winnen, tot de bewakers waren vertrokken. Feitelijk had ze geen oogenblik mogen verliezen om Jim mede te deelen, dat enkele passen verder een man, een voortvluchtige zich verborgen hield. Marjorie handelde dus tegen de wetten van haar land, -door den verstekeling niet op te geven. Bovendien maakte zij haar verloofde medeplichtig. Franco staat, is het te verwachten, dat zij aangesteld blijven om de Nederlandsche belangen te blijven vertegenwoordigen, maar zij zullen onder een nieuwen status komen. Wat de consulaire ambtenaren betreft, die in het andere deel van Spanje werkzaam zijn, ook dezen blijven hun functie uitoefenen, om- dat te hunnen aanzien geen verandering in den toestand is gekomen. Van de zijide van Franco vertoeft reeds geruimen tijd een vertegenwoordiger in ons land, de heer Mario de Pinites, die in Den Haag woont en met wien o.m. de kwestie van de Spaanschevluchtelingen, die in ons land vertoefden, en voor een deel gevlucht en naderhand weer teruggebracht zijn, ge regeld is. Wij hebben een telefonisch onderhoud met hem gehad, waarin hij zeide, nog niet te kunnen mededeelen of hijzelf dan wel een ander aangewezen zou worden om als agent van Franco in Nederland werkzaam te zijn; hij verwachtte, dat zulks in den loop van de volgende week bekend zou worden. De levering van pyriet. Wij vememen voorts, dat het te verwach ten is, dat de levering van pyriet, welke zooals bekend kort geleden door Franco aan Nederland werd ontlhouden, thans weer voort- gang zal vinden. Nederland had intusschen reeds zorg gedragen dat zijn eventueele be- hoeften in Griekenland en Noord-Afrika ge- dekt konden worden, maar het is gemakkelij- ker pyriet uit Spanje te betrekken. NEDERLANDSCH PROTEST TEGEN DE MEXICAANSCHE OLIEPOLITIEK. De Regeeringspersdienst meldt: De Nederlandsche tijdelijke zaakgelastigde te Mexico City is, in aansluiting op zijn stap bij de Mexicaansche regeering van 29 Juni overgegaan tot de overhandiging aan den Mexicaanschen minister van buitenlandsche zaken van een memorandum, opgesteld door de Nederlandsche belanghebbenden bij de Mexicaansche petroleum-maatsehappijen, waarin deze hun standpunt volleddg hebben uiteengezet en gewezen hebben op: 1. de ongrondwettigheid van de Mexi caansche onteigeningswet van 23 November 1936; 2. de onwettigheid van het Mexicaansche onteigeningsbesluit van 18 Maart 1938; 3. de ongeldigheid van de uitspraak van de Mexicaanschen arbeidersraad van 18 Maart j.l., waarin verklaard wordt, dat let arbeidscontract, dat geldig is krachtens net besluit van 18 December 1937, is geeindigd. EINDJES SIGAAR OF SIGARET EN RIJDENDE AUTO'S. Het aschbakjesvraagstuk in automobielen is altijd niet op even doeltreffende wijze opge- lost. Dat behoeft geen reden te zijn scfhrijft de K.N.A.C. om brandende peukjes sigaar of siigaret zonder meer uit een der raampjes van een rijdende auto te gooien. Onlangs is het gebeurd, dat zoo'n brandend sigareneindje terecht kwam tusschen de kleeding van een juist voorbijkomenden motorrijder, die niets kwaads vermoedende doorreed om plotseling tot de ontstellende ontdekking te komen, dat zijn kleedingstukken brand hadden geVat. Doordat hij zijn tegenwoordigheid van geest niet verloor werd erger voorkomen. Voorts is het gevaar van boschbranden, welke op deze wijze kunnen ontstaan lang niet denk- beelldig. De K.N.A.C. spoort dan ook ieder aan om alvorens siigaren- of sigaretteneindjes weg te werpen deze eerst te dooven. Nauwelijks hebi Ge U ter rusie begeven, of die kwellende nachthoesl begint weer I Neem daarvoor nu de vanouds beproefde Akker's Abdijsiroop, welke door een nieuwe toevoeging van Apoiheker Dum'oni ihans nog sneller en nog krachliger werkt. Begin vandaag nog en vannachl reeds zult Ge rustig kunnen slapen door de bekende het beproefde hoest geneesmiddeil Per flocon 90 ct., f 1.50, f. 2 -<0. Overal vorkrijgbaar. Hoe groote- flacon. hoe vocrdreliger het g-bruik (Ingez. Med.) WIJZIGING VAN DE TABAKSWET. In zijn memorie van antwoord in zake het wetsontwerp tot wijziging van. de Tahakswet, zegt Minister De Wilde, dat het de bedoeling van dit ontwerp is, dlat dte Tahakswet slechts gewijzigd en aangevuld wordt om te komen tot een betere handhaving van het venbod van verkoop van tabaksfabrikaten beneden •dien Meihhandelsprijs. Voorts wordt aan de memorie nog het vol gende ontleendJ: Een belastingwet moet naar het oordeel van den minister niet dienstbaar worden gemaakt aan het saneeren van het bedlrijfsleven. Mocht de Tahakswet al eenige bepalingen hevatten, welke in die richting werken, en wel ten be- hoeve van den kleinhandel, dan ibehoeft dat nog geen aanleiding te zijn op dien weg voort te gaan in den zin van het seheppen van be palingen- ten gunste van dte producenten van tabaksfabrikaten. De bedrijfsgenooten zullen in de eerste plaats zelf de handen ineen moeten slaan en indien noodig steun ikunnen zoeken bij die maatregelen, welke daarvoor geeigend zijn. Gedkcht wordt daaribij aan de mogelijkheid van verhindend verklaren van ondlemem-ersovereenkoimsten. Maatregelen tot steun van dte klein- en middenindustrie kun nen diaarom van den minister niet worden tegemoet gezien. De minister merikt verder op, dat ook die materie v-an de -helastbaarheid van sigaren als vallendte buiten het hestek van het ont werp- thans geen punt van overweging kan uitmaken. Daar de bij de wet van 29 Decem ber 1933 ingestelde verhooging van -den ac- cijns tot 1 Januari 1939 geldt, zal eerlang de gelegenheid zich voordoen, op het bedoeldte punt terug te komen. De minister is dan wel bereid te overwegen, of -en in -hoeverre de heffing van dten differentieelen accijns op sigaren correctie behoeft. De materie van het verleenen van preferen- tie zal bij een eventueele algemeene herzie- ning van dte wetgeving betreffende de hef fing van de invoerrechten en accijnzen in overweging worden genomen. Het zou min der juist zijn, haar thans met betrekking tot den tabaksaccijms -incidlenteel onder de oogen te zien. Naar de meening van den minister valt het treffen van een regeling omtrent de belas- ting van het sigarettenpapier buiten het kader van het t-egenwoordige wetsontwerp. Hij kan echter mededeelen, dat hij in de naas-te toekomst die indiening van een wetsvoorstel betreffende een zoodlanige regeling hoopt te bevorderen. lEr bestaan. bij den minister overwegende bezwaren, een wijziging van den tweeden vol- PRO 24-0419* Ingez. Med. fZe kon het hem echter niet zeggen. Een oogenblik slechts had ze zich in de plaats van dien man gedacht en het scheen haar nu toe, dat ze zijn plaats in den tuin, onder de bank, innam. -Zij verlangde, dat hij kon vluchten. Ze ge- voelde zich niet in staat te redeneeren. Was er iets misdadigs in haar aan het werk? M'h lieve kind, je behoeft je heelemaa'l niet onigerust te maken over onze toekomst. Als ik je m'h vrouw kan noemen, dan zal pas het leven voor mij beginnen. M'n betrekking zal ik heusch niet verliezen en... zou dit toch het geval zijn, welnu, dan ben ik ook nog niet bang. Bovendien, jouw liefde zal er voor zor- gen, dat ik m'n werk beter zal doen dan an- ders, want jij zult in mijn successen deelen. Daiar ieder van ons zijn taak te volbrengen heeft, moeten we samen werken, dan zal het gemakkelijker gaan. Dit is dus uitgemaakt. Het leek haar, of hij heel ver-af stond, zoo klonk zijn stem haar in de ooren. Er weer- klcnken voetstappen in de hal de deur werd g-eopend. Een bewaker, door den be- diend-e vergezeld, stapte binnen: Wij hebben alles zorgvuldig doorzocht, sir, zei hij tegen Jim, die voor Marjorie stond, zoodat de man haar gezi-Cht niet zien kon. Een paar mannetjes hebben den tuin van het kasteel en al het struikgewas doorzocht, doch hier zijn ze niet. Wilt u uw bedienden opdra- gen scherp een oog in het zeil te houden? Een der vluchtelingen was nogal ernstig ge- kwetst... 't is een gevaarlijke kerel. Er is wel niet veel kans meer op, dat we de kerels nog vanavond te pakicen krijgen, doch morgen, bij het -aanhreken van den dag, zullen ze ons wel in handen vallen. Hij groette Goeden avond sir. Goeden avond, mevrouw. De deur van de eetzaal werd gesloten. Mar jorie luisterde naar de wegstervende voet stappen. Morgen, hij het aanhreken van den dag, zullen ze ons in handen vallen. Automatisch herhaalde ze de woorden van den bewaker. Jim, kom gauw hier, ik moet je iets ver tellen, voor de bewakers zijn vertrokken. Hij keek haar verbaasd aan met gefronste wenkbrauwen. Zelfs nu weifelde ze nog even. Ze hoorde de voordeur dichtslaan. De man- nen waren dus weg. Ze nam Jim bij den arm en leidde hem naar den wintertuin. Iemand houdt zich hier verborgen, fluis terde ze. Toen jij de kamer uitging, om met den commandant te spreken, ging ik in den win tertuin en onder een plank... zag ik iemand, die zich schuil hield... op z'h schoenen ston den een paar hreede pijlen... 't is dus een der ontsnapten. Jim keek haar ongeloovig aan. Hij deed een paar stappen in de richting van den winter tuin, bleef even staan en keerde zich om. Marjorie, ben je daar wel zeker van? Waarom sprak je niet, toen de bewakers nog in huis waren? -Er bewoog zich iets in de duisternis van den tuin. Uit de bladeren en het groen rees langzaam een menschengestalte op. Jim deed een sprang naar de tafel en schelde... Wat ,ga je doen? vroeg Marjorie ge jaagd. Perkins er op uit sturen, om de bewa kers terug te roepen. De kerel moet worden aangegeven, antwoordde Jim scherp. Je had me eerder moeten vertellen wat je allemaal wist, Marjorie. Je d,oet beter in den salon even t-e wachten. Jim stond in de deuropening van den win tertuin en versperde aan Marjorie den toe- gang. Ze stond voor hem en legde haar hand op -zijn arm. Jim, geef hem niet aan... ik vind het verschrikikelijk. Hij trachtte haar weg te duwen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5