De heer VAN 't HOFF heeft tegen twee punten van dit contract bezwaren. Kn wel in de eerste plaats, dat de looptijd 40 jaar zal zijn. Hij had. liever gezien, dat dit inplaats van op 40, op 60 jaar gesteld was. De VOORZITTER merkt op, dat dit eerste niet aan de orde is. Thans is aan de orde de vaststelling van dit rentetype. Het college van Burgemeester en Wethouders acht zich geluk- kig, dat het er in geslaagd is, het rentetype voor den geheelen duur der leening vastge- steld te zien op 3% De heer VAN 't HOPF moet verder bezwaar maken, dat er in het contract staat vermeld', dat op 31 December van dit jaar f 950 moet afgelost worden. De leening wordt afgesloten op 31 December en dan moet er al direct de eerste aflossing af. Dit lijkt hem nogal ver- strekkend. De VOORZITTER meent, dat dit voor de „01veh" geen bezwaar zal zijn. De heer VAN 't HIOFF: Maar voor mij wel. Waar nu de „Oilveh™ vraagt een besluit van den raad, lijkt het mij beter, dat daarin ook .tegelijk de termijn van aflossing geregeld wordt. De VOORZITTER meent, dat men het in het besluit zoo zou kunnen opnemen, dat de eerste aflossing plaats heeft in 1939. De heer OGGEL merkt op, dat er wel staat, dat de ,,01veh" dit raadsbesluit wenscht doch dat men toch ook nog met de goedkeuring door Gedeputeerde Staten te maken heeft. Indien dit college bepaalt, dat in 1938 reeds afgelost moet worden, moet dit ook gebeuren. De VOORZITTER wijst er op, dat men niet vergeten moet, dat dit besluit reeds in 1936 is genomen. Hij vertrouwt, dit best in orde te kunnen maken. Met algemeene stemmen wordt het voor stel van Burgemeester en Wethouders aan- genomen. 7. Subsidie autobusdienst AxelKoe- wachtHulst. Een schrijven van de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg Mij. N.V., luidende: In April jl. bereikte ons van den heer J. Scheele te Axel, houder van een vergunning voor een autobusdienst van Axel via Zuid- dorpe, Koewacht en St. Jansteen naar Hulst (alleen op werkdagen) de vraag, of wij- be- reid waren op korten termijn dien dienst over te nemen, aangezien hij niet in staat was met zijn materieel aan de eischen van de verkeers- inspectie te voldoen. Ondanks de voor dezen dienst verleende subsidies waren de resultaten blijkbaar voor hem onvoldoende om behoorlijk onderhoud en tijd'ige vemieuwing van het materieel te kunnen bekostigen. Na telefonisch overleg met den Rijksinspec- teur van het Verkeer te Middelburg op 30 April bleek ons, dat het gewenscht geoordeeld werd, om op 2 Mei reeds den dienst te rijden, daar de totale stopzetting door den conces- sionaris op dien datum bij den verkeersinspec- teur bekend was gesteld. Wij besloten onver wijld in het belang van de streek den dienst voorloopig bij wijze van proef, voort te zetten, en het vertrouwen, dat de subsidies op ons zullen worden overgeschreven, resp. opnieuw, en dan aan ons, zullen worden toegekend. Een tijdelijke vergunning, geldende tot en met 15 November 1938, is ons inmidd'els verleend door den Inspecteur-Generaal van het Verkeer te 's-Gravenhage. Het is ons intusschen wel gebleken, dat de opbrengsten van dezen dienst zeer belangrijk beneden de kosten blijven, zoodat het, zonder een tegemoetkoming in de kosten, uitgesloten moet worden geacht, op dat traject een bus- dienst te kunnen exploiteeren. Om deze reden verzoeken wij uw geacht college be- leefd1 het subsidie van f 100 per jaar, dat de vorige vergunninghouder voor dezen dienst naar zijn mededeeling genoot, thans wel aan onze maatschappij te willen toekennen, te rekenen vanaf 1 Mei 1938. Burgemeester en Wethouders merken hier- bij op: Van 1 Mei 1938 wordt de autobusdienst AxelKoewacht.Hulst verzorgd door de Z.V.T.M. Aangezien door Uwen Raad bij de begroo- ting voor dezen dienst /100 is uitgetrokken, en de dienst van 1 Mei 1938 weder naar be- hooren wordt verzorgd, wordt voorgesteld dit bedrag vanaf dien datum aan die maatschappij uit te betalen. De VOORZITTER wil bij dit voorstel zeg- gen, dat het niet de bedoeling is, deze subsidie vandaag aan den dag te betalen, doch aan het einde van het jaar, als eenmaal gebleken is, dat de dienst normaal function- neert. De heer SEGHERS vraagt, of deze subsidie dan met 1 Mei 1.1. zal ingaan. De VOORZITTER antwoordt, dat deze zal geld'en voor het tijdvak van 1 Mei tot en met 31 December, indien gedurende dien tijd de dienst gereden is. Het gedeelte van vddr dien tijd behoort toe aan Scheele. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 8. Toekenning vergoeding ex art. 13 der L. O. wet 1920. Naar aanleiding van een ingekomen verzoek van P. J. Groothaert om toekenning van een vergoeding als bedoeld in art 13 der L. O. wet 1920, voor zijn tweede kind, dat de R. K. school alhier bezoekt, stellen Burgemeester en Wethouders voor, voor dit kind een gelijk bedrag als voor het eerste, n.l. f 20 toe te kennen. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 9. Teruggaaf verlofsrecht 1938/39. Burgemeester en Wethouders deelen mede: De wed. P. J. Smolenaars heeft in den loop van Juni een vergunning ingevolge de Drank- wet verkregen. Op grond, dat zij per 1 Mei 1938 het verlofs recht voor het geheele jaar, zijnde 25 heeft betaald, heeft zij recht op teruggaaf van drie kwartalen. Wordt voorgesteld, aan adressante een be drag van f 18,75 te restitueeren. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 10. Beschikbaarstelling bijdrage feest comite. Een schrijven van J. M. Oggel en A. van Maale, resp. voorzitter en secretaris van het feestcomite 40-jarig regeeringsjubileum van H. M. Kondngin Wilhelmina, luidende: Waar de schooljeugd, bestaande uit onge- veer 1200 kinderen, door uwe subsidie bij de geboorte van Prinses Beatrix met eenig ont- haal en een sobere herinnering verrast kon worden, wat tot voldoening der ouders en verdere bevolking strekte, zult u ongetwijfeld bij het a.s. regeeringsjubileum onzer geeerbie- digde Vorstin (alzoo een feest van hooger orde en grooter beteekenis) het onthaal en de blijvende herinnering in gelijke mate rai nier willen stellen. Om daaraan te kunnen voldoen, verzoekt het feestcomite, wanneer u de verzorging daarvoor aan haar wilt toevertrouwen, daar- toe eene subsidie van f 500 te willen ver- strekken Evenals door het vorig comitd is geschied, zal t.z.t. ook weder rekening en verantwoor- ding worden ingezonden. Burgemeester en Wethouders berichten hierbij Het ligt in het voornemen van het feest comite ter herdenking van het 40-jarig jubi- leum om de kinderen van de scholen in deze gemeente een tractatie te geven. Aangezien dit een 1200 kinderen betreft en men gaarne een blijvend aandenken zou willen geven vraagt men een bedrag van 500 uit de gemeentekas. Ons college waardeert ten zeerste het stre- ven van dit comitd, maar kan niet voorstellen het gevraagde bedrag te voteeren. Wordt voorgesteld voor dit doel een bedrag van f 350 beschikbaar te stellen. De heer 't GILDE wenscht deze aangele genheid niet te ibezien uitshiitend uit het oog- punt van liefde voor het vorstenhuis en in het bij zonder tot H. M. de Koningin. Daarin wil spreker niet onderdoen voor een van de andere leden van den raad en ook niet van het college. De raad zal vrijwel unaniem bezield zijn met gevoelens van blijdschap en dank- baarheid ten opzichte van het naderende 40- jarig regeeringsjublieumHij wenscht deze zaak evenwel uit een ander oogpunt te beschouwen en zich daarmede volkomen te plaatsen op het standpoint van de realiteit, en dat is in het algemeen niet alleen dat men als regel openbare feestelijkheden moet wil len en kunnen vieren uit de particuliere baten die er voor worden ingezameld. En door het welslagen van de openluchtbazar heeft de Axelsche bevolking zeer onlangs getoond er werkelijk wat voor over te hebben en naar hem uit zeer betrouwbare bron een paar dagen geleden door een van de meest actieve leden mondeling medegedeeld werd zal er een batig saldo van deze bazar zijn, dat 800 ruim- schoots zal overtreffen. Hem dunkt, dat met 1000 voor het feestcomite een Axel zeer waardig feestprogramma kan worden samen- gesteld. Men moet daarom dit verzoek ook eenigs- zins beschouwen uit den gezichtshoek, dat het niet van recenten datum is, maar hier al bijna 2 maanden ligt. Indien het feestcomitd geweten had, dat er een netto-overschot van meer dan 800 zou komen, waren zij waar- schijnlijk wel iets matiger geweest in hun wel wat ruime aanvrage van 500. Burgemeester en Wethouders hebben dat blijkbaar ook aangevoeld, maar niet in die mate, dat zij thans toch nog f 350 voor feeste lijkheden wenschten te voteeren. Men moet zijns inziens de tering echter naar de nering zetten, en waar reeds f 250 (voor dit jaar voor feestelijkheden uitgetrok ken) op de begrooting is opgesnoept gaan Burgemeester en Wethouders in dit opzicht naar zijn meening te ver. Een bedrag van f 200 had, gezien het resul- taat van de fancy fair, meer in de lijn ge- legen, doch spreker wil ook niet krenterig zijn en de traditie helpen volgen en bewaren, dat in elk geval de tractatie van de school- kinderen van gemeentewege zal geschied en. Een ander lid van de bazar-commissie stelde zich zelfs op het standpunt, dat het feest- comite thans royaal voor deze 800 zou kun nen feesten en in het geheel geen suibsidie van de gemeente meer noodig zou zijn. Welnu, spreker wil het dan ook wat ruimer opvatten en laat de gemeente dan 250 voteeren, zui- ver voor de tractatie der schooljeugd. Het feestcomitd heeft dan werkelijk geen klagen. In afwijking van het praeadvies stelt spreker' voor f 250 uit te trekken voor de jubileumfeesten, daar hij zooals betoogd, de meening toegedaan is, dat de kosten van het feest voor een zoo min mogelijk deel op de belastingbetalers moet afgewenteld worden. De heer PANOY merkt op, dat, aangezien geen bijdrage wordt verleend voor feestvie- ring, doch voor tractatie der schoolkinderen, spreker zich met het voorstel van Burgemees ter en Wethouders kan vereenigen, in oogen- schouw nemende, dat de geld'en niet worden besteed om er van te feesten, doch zuiver en alleen voor de tractatie der schooljeugd. De heer SEGIHHRS is van meening, dat f 350 aan den hoogen kant is. Spreker kan niet bepalen, wat de kosten zullen zijn, verbonden aan het tracteeren der schoolkinderen, doch gezien datgene, wat de vorige maal is gedaan, is hij van meening, dat volstaan kan worden met een bedrag van 260, zooals de heer 't Gilde genoemd heeft. De VOORZITTBR merkt op, dat de vorige maal ook 350 is verleend, welk bedrag men ook werkelijk noodig gehad heeft. Burgemees ter en Wethouders hebben, dit verzoek bekij- kend, gemeend te moeten voorstellen, dat on- geveer een zelfde bedrag als de vorige maal moest worden gevoteerd, welk bedrag ook werkelijk noodig is. Er zijn veel kinderen en iedereen moet wat hebben. Indien dan min der gegeven wordt, komt men werkelijk niet toe. De heer 't Gilde heeft betoogd, dat men zuinig zijn moet, Burgemeester en Wethouders hebben dit ook aangevoeld en daarom hebben zij gerekend, dat 360 noodig is. De heer SHGHIERS acht dit zeer wel moge lijk, doch wijst er op, dat dit verzoek is inge komen vddr de dagen, dat de bazar gehou- den is. De VIOORZiTTTHR meent, dat men deze om- standigheid buiten de beoordeeling van dit verzoek kan laten. Dat er zooveel geld is over- gehouden, bevordert de feestviering in de ge meente, doch het gemeentebestuur stelt er prijs op, dat de schoolbevolking onthaald wordt namens de gemeente. De heer SEGOERS vraagt zich af, of Bur gemeester en Wethouders dan voor die feest viering niets terug kunnen ontvangen, in den vorm van staangeld of iets dergelrjks. De VOORZITTER: Een zekere vermakelijk- heidsbelasting De heer SEGHERS bedoelt dat de opbrengst van zekere dingen voor dit doel zou kunnen worden aangewenid, zooals men het vroeger had, toen er voor een caroussel b.v. staangeld betaald werd. Dan kon men deze gelegenheid te baat nemen en stonden tegenover deze uit- gaaf nog inkomsten. Gezien hetgeen den kin deren bij de vorige gelegenheid ter hand ge steld is, meent hij, dat op deze wijze tegen over de uitgaaf toch inkomsten konden ge steld warden. De VOORZITTER merkt op, dat men de eene keer bij de beschikbaarstelling van een aandenken beter slaagt dan de andere maal. Men moet echter bedenken, dat het voornemen bestaat, behoorlijke dingen te geven, waar de kinderen plezier van kunnen hebben. De heer C. VAN BENDEGEM vraagt, of reeds bekend is, wat de schoolkinderen krijgen zullen. Spreker vindt het jammer, dat bij der- gelijke gelegenheden het een plaatselijke com- missie is, die deze uitreikt, waarom wordt dit niet door Burgemeester en Wethouders ge daan De VOORZITTER antwoordt, dat dit vroe ger steeds door Burgemeester en Wethouders geschiedde. De laatste 2 a 3 jaar gaf de feest- commissie te kennen, er prijs op te stellen, dat zulks vaniwege de commissie geschiedde, waar- op in overleg met Burgemeester en Wethou ders een en ander geregeld werd. Wil de raad die f 350 voteeren onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat de uitreiking van het aan denken en de versnapering geschiedt door Burgemeester en Wethouders, dan heeft het college daartegen geen bezwaar. De heer C. VAN BENDEGEM meent, dat het beter zou zijn, indien Burgemeester en Wethouders het deden. Spreker wil wel den wensch uitdrukken, dat het door Burgemees ter en Wethouders geschied'en zal. Nu zit men met de opbrengst van de fancy fair en indien Burgemeester en Wethouders de gelden aan- gevraagd hadden, om dit zelf te doen, dan was dat gescheiden geweest en had men hiermede niets te maken gehad. De VOORZITTER wijst er op, dat er zooveel kinderen1 zijn. Burgemeester en Wethouders hebben gerekend, dat een bedrag van 25 cent per kind noodig zal zijn. En als men ziet, dat er 1E00 kinderen zijn, en Burgemeester en Wethouders f 350 vragen, dan kan men toch niet zeggen, dat het college royaal is geweest. Spreker weet wel, men kan de kinderen ook onthalen a raison voor een dubbeltje per kind, doch dan hebben dezen ook niet. Daarom acht spreker het ook beter dat een behoorlijk be drag per kind beschikbaar gesteld wordt. De vorige keer zijn den kinderen bekers ver- strekt, daar waren ze allemaal heel blij mee. De heer 't GILDE merkt op, dat gezien den stand van zaken, het feestcomite er best f 100 bij zal kunnen leggen. De VOORZITTER constateert, dat de heer 't Gilde naar voren brengt de bedoeling, dat de gemeente een subsidie zal geven en het feestcomitd het ontbrekende bij zal passen. De heer OGGEL geeft te kennen, dat dit de vorige keer ook reeds gebeurd is. De heeren hebben alien kunnen constateeren, hoe de gel den besteed zijn, daar de commissie rekening en verantwoording heeft gedaan aan den raad. Spreker meent, dat thans iets meer besteed mocht worden, en daarom heeft het comitd 500 gevraagd. Dit is niet teveel, als men in oogenschouw neemt, dat te Hulst voor de tractatie der schoorkinderen ook 500 gevo teerd is. Bij de geboorte van Prinses Beatrix was ook meer uitgegeven dan de gemeentelijke bijdrage bedroeg en waar dit een veel belang- rijker feest belooft te worden, meent spreker dat het bedrag voor dit doel ook wel iets hoo- ger mag zijn. Indien de heeren wenschen, dat het college van Burgemeester en Wethouders uitvoering op zich neemt, kan spreker hier mede ook vrede hebben, hij moet er toch aan meehelpen, het uit te voeren. De heer C. VAN BENDEGEMDaarom geeft u er ook niet om, want u bent er toch bij. De heer OGG'EL antwoordt, dat hij er toch aan moet meehelpen om het uit te voeren. Er zit heel wat werk aan vast. Het bedrag dat gevraagd is besehouwt spreker als niet te hoog, en dat hetgeen voorgesteld wordt, is zeker niet te hoog. De heer PANOY geeft te kennen, dat als de commissie kan aantoonen dat het bedrag uitsluitend voor de kinderen bestemd is, hij er geen bezwaar tegen heeft. De heer DIELEMAN juicht het toe, dat eenigszins gevolg gegeven wordt aan het ver zoek van het feestcomite. De schoolkinderen worden bij geen enkele gelegenheid vergeten, en dat is goed ook, doch spreker vraagt zich af, of niet teveel aandacht op de schoolkin deren gevestigd is. Doch er mag ook wel eens aandacht worden besteed aan de arme men- schen, de menschen b.v. die van het armbe- stuur bedeeld worden, mogen ook wel eens in de gelegenheid gesteld worden, het feest mee te vieren. En daarom voelt spreker er veel voor, dat dezen ook eens een tractatie zullen krijgen. De VOORZITTER deelt mede, dat bij den heer Dieleman dezelfde gedachte leeft als bij Burgemeester en Wethouders. Daarom heb ben Burgemeester en Wethouders de laatste gelegenheid ook te baat genomen om de arme menschen te bedenken. Het ligt ook in de bedoeling, als de kinderen getracteerd worden ook de arme menschen te bedenken. Spreker weet niet welk bedrag hiervoor noodig zal zijn, doch er is nog een bedragje beschikbaar van het voormalige crisiscomite A, dat hier voor gebruikt zou kunnen worden. Spreker is voornemens, met den voorzitter van het burgerlijk armbestuur te overleggen, wat geo'aan kan worden. De heer DIELEMAN meent, dat men wel- iicht die 150, die thans minder voorgesteld worden, er bij zou kunnen nemen, en voor de armen besteden. De VOORZITTER zegt toe, hieromtrent overleg te zullen plegen met den voorzitter van het burgerlijk armbestuur. Hij acht het beter geen bedrag te noemen, doch dit over te laten aan Burgemeester en Wethouder3, in overleg met het burgerlijk armbestuur. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 10 tegen 2 stem- men. Voor stemmen de heeren Fanoy, Hamelink, Van 't Hoff, De Jonge, Oggel, C. van Bende- gem, P. J. van Bendegem, Van de Bilt, Diele man en Esselbrugge; tegen steanmen de heeren 't Gilde en Seghers. 11. Vaststellen staat van oninbare posten, dienst 1937. Burgemeester en Wethouders stellen voor, den staat van oninbare posten schoolgeld en vervolgingskosten dienst 1937 vast te stellen op een bedrag van 3,05, en dien van honden- belasting en vervolgingskosten dienst 1937 op een bedrag van /4,25. De heer FANOY heeft gezien, dat verschil- lende posten hondenbelasting worden voor gesteld oninbaar te verklaren. Spreker meent, dat als men een hond kan houden, doch de belasting niet kan betalen, dit een betrek- kelijke luxe is, tenzij men den hond noodig heeft voor bewaking. De heer OGGEL merkt op, dat de eerste persoon, op den staat genoemd, den hond noodig heeft voor zijn bedrijf, de tweede is vertrokken, en de derde ook. De VOORZITTER wijst er op, dat een ge deelte betaald is, en dat nog een bedrag van 0,50 voor een betrokkene, die uit de ge meente vertrokken is, overblijft. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aanvaard 12. Aanbiedingen rekeningen,, dienst 1937 Burgemeester en Wethouders bieden aan de rekening van het gasbedrijf, sluitende in ont- vangst en uitgaaf voor afdeeling I, gewone dienst op een bedrag van 84.880,30, en voor Afdeeling II Kapitaaldienst, in ontvang op f 330.593,63, en in uitgaaf f 325.849,84, batig saldo 4743,79, en die van den Vleeschkeu- ringsdienst, sluitende in ontvangst en uit gaaf, voor afdeeling I op een bedrag van 4857,06, en voor Afdeeling II op een bedrag van 1177,26. Burgemeester en Wethouders merken hier bij op, dat nog niet alle rekeningen over het dienstjaar 1937 ingeikomen zijn, 'doch de aan wezige worden hierbij aangeboden. De VOORZITTER wijst aan als leden der commissie tot onderzoeken van de rekening der gemeente over den dienst 1937 de heeren De Ruijter, C. van Bendegem en P. de Jonge, en tot leden der commissie tot onderzoek der rekening van het Gasbedrijf en het Vleesch- keuringsbedrijf de heeren Fanoy, Seghers en Van de Bilt. De heer FANOY verzoekt hem te schrappen als zoodanig. Spreker is reeds belast met de waarneming van een notariskantoor te Ter- neuzen en heeft geen tijd meer beschikbaar. De VOORZITTER wijst in de plaats van den heer Fanoy aan den heer Esselbrugge. 13. Omvraag. De heer C. VAN BENDEGEM deelt mede, uit vertrouwde bron vernomen te heb ben, dat Van Britsum een verzoek aan den raad zou gericht hebben in zake den overlast, die hij ondervindt van het woonwagenkamp. Tot sprekers verwondering vond hij dit niet bij de stukken. Elken dag komen de menschen hem om drinkwater vragen, en uit mensche- lijkheidsoverwegingen kan hij dat niet weige- ren. Indien er een gelegenheid was voor het verkrijgen van drinkwater, was hij van dien overlast af. Dan ontbreekt er een W.C., wat ook veel overlast veroorzaakt. Spreker zal niet zeggen, dat deze gebruikt wordt, als er een is, dooh bij eenig toezicht, zal ook de overlast die men thans ondervindt, wel kunnen verminderen. De VOORZITTER antwoordt, dat de W.C. dezer dagen in orde zal komen. Wat de kwes- tie van het water betreft, dit is een moeilijke aangelegenheid, spreker heeft daaromtrent ook al eens met den directeur der waterlei- ding overlegd, doch de moeilijkheid is, dat er geen waterleidingbuis ligt. Burgemeester en Wethouders zijn niet voornemens, hiervoor een groot bedrag te besteden, en het eenige zou dan zijn, een pomp te slaan. Doch indien het water hiervan niet geschikt is om te drinken, zijn ook deze kosten tevergeefs. Er moet dus gekozen worden tusschen het slaan van een pomp en het vervoeren van drinkwater naar de plaats van het woonwagenkamp. Sinds het woonwagenkamp verplaatst is, ondervindt men er in de gemeente weinig last van, het zijn er eens enkele, welke er een paar dagen staan. Spreker voelt ook het bezwaar voor den betrokkene en de overlast die hij onder vindt, moet op de een of andere wijze opge- lost worden. Doch zooals gezegd, als men een pomp slaat, moet men het riskeeren, dat het water voor drinkwater ongeschikt is. De heer C. VAN BENDEGEM: Nu riskeert men niets, De VOORZITTER herhaalt, dat, indien een pomp geslagen wordt, en het water is niet drinkbaar, er ook veel kosten voor niets ge- maakt zijn. Het is geen onwilligheid van Burgemeester en Wethouders, doch die over- weging vormde een beletsel om hier een voor- ziening te treffen. Men zal moeten zeggen, dat het doel, dat met het verplaatsen van het woonwagenkamp werd beoogd, tot hiertoe bereikt is. Men ziet hier slechts zeer spora- disch een wagen. Spreker geeft toe, dat er drinkwater moet zijn. De heer C. VAN BENDEGEM hoopt, dat het lukken zal, tusschen de dingen die de Voorzitter gezegd heeft, een oplossing te ver krijgen. Men moet er rekening mede houden dat de betrokkene, die in een huis van de spoorwegmaatschappij woont, verplicht is, daar te wonen. En dan is het toch ook de plicht van de overheid te zorgen, dat hem geen overlast wordt aangedaan. Spreker stemt toe dat men blij kan zijn, dat het kamp aan de Oudewijk vendwenen is. Doch dan moet men ook soepel zijn, en den overlast, die andere betrokkenen thans ondervinden, ook weg- nemen. De VOORZITTER is er van overtuigd, dat er een pomp, of een ander middel om drink water te verkrijgen, komen moet De heer VAN 't HOPF, meent, dat het niet uitgesloten is, dat er in den grond daar geen drinkbaar water zit. De heer OGGEL medkt op, dat missohien een tank te plaatsen zou zijn. De VOORZITTER herhaalt, dat deze moei- lijkheden in het college van Burgemeester en Wethouders meermalen besproken zijn. Hij zegt toe, nog eens over een oplossing te zul len denken. b. De heer C. VAN BENDEGEM her- innert er aan, in de vorige raadsvergadering een voorstel te hebben gedaan inzake de loo- nen der losse arbeiders. Hij vraagt, of Burge meester en Wethouders hieraan al iets ge daan hebben. Spreker mist in de prae-advie- zen elke vermelding -hieromtrent De VOORZITTER antwoordt, dat dit hem door het hoofd is gegaan. c. De heer C. VAN BENDEGEM komt terug op de verkeersverordening. Wat ont breekt er aan? 's Zaterdags ziet men auto's door <je geheele gemeente geparkeerd staan. Er is. zooals de heer 't Gilde een vorige maal heeft gezegd, op het parkeerterrein een man met een roode pet, dioch er komt geen auto. Spreker herhaalt, te willen vernemen, wat er aan ontbreekt. De VOORZITTER antwoordt, alle stukken die hierop betrekking hebben bij elkaar te hebben gezocht, en dit dezer dagen, zoodra de gelegenheid er voor is, te zullen bestudee- ren. Hij zal al het mogelijke doen om er toe te komen, dat een en ander bij de eeistvol- gende vergadering in orde komt. De heer VAN DE HILT merkt op, dat dit zoomaar niet goed komt. Men kan de men schen niet zonder meer naar het parkeer terrein sturen. d. De heer C. VAN BENDEGEM heeft nog een vraag betreffende den bijslag op het loon voor het erwtenplukken. De vorige week is de bijslag verleend, doch deze week is geen bijslag gegeven. Dit werd gemotiveerd met een op het eerste oog ster.k argument, dat echter bij nadere beschouwing niet zoo sterk bleek. Het motief was, dat het de geheele week slecht weer geweest was. Dit is juist doch slechts ten deele, want, indien het de geheele week goed weer geweest was de erwtenpluk 's Woensdags klaar geweest en had men de menschen's Donderdags in den steun gehad. Nu hebben dus de menschen de geheele week geloopen, waar ze anders slechts 2 a 3 dagen over hetzelfde werk gedaan zou- den hebben. Spreker verzoekt Burgemeester en Wethouders, deze aangelegenheid nog eens te bekijken, want men zal hem toestemmen dat als de menschen moeten werken en sjou- wen voor een dergelijk loontje, dit toch wel wat erg is. De VOORZITTER antwoordt, dat het met de erwtentrekkerij dit jaar een heel moeilijke aangelegenheid is. Voor de eerste week is het opgelost en is een bijslag verleend. Voor de twedde week, werd geen bijslag verleend, doch konden degenen, die dit wenschten in plaats van erwten te gaan trekken in de werkverschaffing gaan werken. de menschen zelf weten. De heer C. VAN BENDEGEM Dit moesten wist niet, dat er vrije keuze was. Dit zal ook den be trokkenen toch wel bekend gemaaktzijn De VOORZITTER beantwoordt dit laatste bevestigend. Het is medegedeeld. Spreker heeft hierover met Middelhurg, met den In- specteur der Werkverschaffing en Steunver- leening, onderhandeld en deze heeft gezegd, aoed die in de werkverschaffing wil gaan werken, kan dit doen, doch er wordt geen steun verleend. De heer C. VAN BENDEGEM begnjpt, dat er o-een steuntrekkers zullen zijn, als er de gelegenheid is, ih de werkverschaffing te |aan werken, Dit is evenwel een eigen- aardige kwestie, spreker zal niet zeggen dat de menschen onjuist zijn ingelicht, doch klaar- blijkelijk hebben zij het zoo niet begrepen, als het thans medegedeeld is. De VOORZITTER meent, dat het mogelijk is, dat enkele menschen na het sluiten van het stempellokaal nog gekomen zijn om zich aan te melden, of ook zich niet aangemeld hebben. Hij deelt mede, dat de Inspecteur hem vroeg, hoeveel menschen er in de werk verschaffing zouden kunnen gaan werken. Hierop heeft hij zich met Van Bendegem in verbinding gesteld, om te vragen, hoeveel er bij het erwtenplukken zouden werken, en heeft de keuze opengelaten om of erwten te pluk- ken, of in de werkverschaffing te gaan werken. De heer C. VAN BENDEGEM stemt toe, dat het dan voor den Voorzitter opgelost was. Hij evenwel sprak iemand, die opgeroepen was, om in de werkverschaffing te gaan wer ken en deze was blij, dat hij dit kon gaan idoen, daar hij dan van het erwten plukken af was, zooals alien blij zouden zijn. Indien de betrokkenen dit allemaal hadden geweten, zouden er naar spreker meent op de fabrieken niet veel erwten gekomen zijn, tenzij dan dat ze werden geplukt door gezinnen van een man of 5. Indien echter een gehuwd man zonder kinderen b.v. te kiezen had tusschen werkverschaffing en erwten gaan trekken, dan weet spreker, dat hij het eerste zou kiezen. De VOORZITTER herhaalt, alle moeite te hebben gedaan, om gedaan te krijgen, dat de menschen in de werkverschaffing konden gaan werken. De heer C. VAN BENDEGEM herhaalt, iemand gesproken te hebben, die Maandag 1.1. door den agent der arbei dabemiddeling opge roepen was, om in de werkverschaffing te gaan werken en ook daarheen gegaan is. De menschen zijn niet onwillig om erwten te gaan plukken, doch in verband met wat ze verdienen kimnen, staat het vast, dat indien zij geweten hadden, dat ze hadden kunnen kiezen tusschen erwten plukken en in de werkverschaffing gaan werken, zij het laat ste zouden kiezen. e. De heer DE JONGE deelt mede, dat het hem is opgevallen, dat op Zaterdag voor het postkantoor veel fietsen worden neergezet, in hoofdzaak voor tde brievenbus en de auto- maat. Hij verzoekt, een radicale oplossing te treffen, waardoor dit niet meer mogelijk is. De VOORZITTER zegt, dat een radicale oplossing zou zijn, er een politieman bij te zetten. De heer DE JONGE heeft het ook wel eens meegemaakt, dat er 4 tot 5 fietsen stonden, met een politieman er bij. De VOORZITTER: En hebt u daarvan dan niets gezegd. De heer DE JONGE: Neen. De VOORZITTER: Het spijt me, dat u zoo lang gewacht hebt met me dit te zeggen. Ik zal hiermede rekening houden en opdracht geven aan de politic, dat daar geen fietsen worden neergezet. f. De heer FANOY vraagt, waarom bij de stukken lag een goedkeuring van het besluit tot toetreding tot de fraude-risico-onderlinge en hiervan geen melding gemaakt is in het prae-advies. Dan wil hij Burgemeester en Wethoudlers vragen, hoever deze staan met het rapport inzake zijn voorstel, betreffende de afschrij- vingspolitiek der gasfabriek. En hoever staan Burgemeester en Wethou ders met een verzoek om bij het Werkfonds aan te dringen op het verrichten van bepaalde werken, zooals b.v. een gedeelte van den weg naar Zaamslag en om op den weg naar West- dorpe en Absdale een fietspad aan te brengen en een fietspad over den grasgrond langs den Weg van Axel naar Kijkuit. Dan is er nog het verbeteren van de entree van Axel, waar door men, van den Nieuwendijk komende, niet meer dien gevaarlijken bocht behoeft te maken. De VOORZITTER deelt mede, dat de heer Fanoy thans verschillende vragen stelt. Over het vraagstuk van de wegen zijn Burgemees ter en Wethouders reeds geruimen tijd bezig. Men zal hem moeten toestemmen, dat een rijksweg niet in orde gemaakt moet worden op kosten van de gemeente. Burgemeester en Wethouders hebben gevraagd, vanaf den put in den rijksweg naar Hulst een fietspad aan te leggen. Ook hebben zij zich tot de com missie voor werkverraiming gewend in zake verschillende objecten. En wat den weg naar Zaamslag betreft, dit hoopt spreker straks te bespreken bij den brief van Gedeputeerde Sta ten betreffende de tertiaire wegen. De heer OGGEL meent, dat ook opgegeven zou kunnen worden het graven van een kanaal van Axel naar Hulst. De VOORZITTER geeft te kennen, dat men niet moet vergeten, dat verschillende dingen niet uit het Werkfonds verbeterd kunnen worden. De heer FANOY is van meening, dat men moet trachten, den Minister aan te toonen, dat wat voor hen gewoon is, hier een heel anderen indrak maakt. Indien men vanuit Holland hier komt, moet men toestemmen, dat het een heel anderen indrak geeft, dat het hier een wanhopige toestand is. En dat geldt niet alleen voor Axel, doch voor geheel 'Zeeuwsch-Vlaanderen. Er moet hier meer gebeuren en dat niet omdat het Zeeuwsch- Vlaanderen is, doch omdat het moet gebeuren. Dit zou men moeten trachten, den Minister aan zijn verstand te brengen. Er zijn hier verschillende objecten, die om een oplossing roepen, en die in werkverschaffing zouden kunnen gebeuren. Dan komt spreker terug op zijn eerste vraag, betreffende de goedkeuring van het be sluit tot toetreding tot de fraude-risico-onder linge. De VOORZITTER antwoordt, dat dit is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Doch dit kon nog niet op de agenda vermeld wor den. Daarom is het, onmiddelijk nadat het inkwam, alsnog bij de stukken gelegd. Het is pas terug van Gedeputeerde Staten die op 1 Juli hieraan hun goedkeuring verleenden. De heer FANOY constateert, dat het dus van Middelburg een dag of vier onderweg is geweest. De VOORZITTER antwoordt, dat het in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 1 Juli 1.1. is goedgekeurd. De heer FANOY meent, dat het dan, indien het op'l Juli in de vergadering van Gedepu teerde Staten is goedgekeurd, wel een lange reis van Middelburg naar Axel gemaakt heeft. De VOORZITTER antwoordt, dat dit altijd zoo is. En omdat het binnen, gekomen was, is het alsnog bij de stukken gelegd. De heer FANOY meent, dat men dit dus als mededeeling mag beschouwen. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. g. De heer 't GILDE ziet van het stellen van een vraag af, aangezien de heer C. van Ben'degem reeds de vraag heeft gesteld, die h.ij stellen wilde, nl. betreffende bet gebrui^ maken van het parkeerterrein. Hij hoopt, dat dit nu gahw in orde zal komen. De VOORZITTER sluit de vergadermg door het uitspreken van het dankgebed.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 8