Landbouwberi chten ZAAMSLAG. AXEL. ZELZATE. RECHTSZAKEN. FAILLISSEMENTEN. PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Gemeen fceraad. In de op Dinsdag 26 Juli 1938, des namid- dags ten 2 ure, te houden openbare vergade- ring van den gemeenteraad alhier, komen de volgende punten in behandeling: 1. Opening. 2. Notulen. 3. Mededeelingen. 4. Ingelkomen stukken en zoo noodig daar- over besluiten. 5. Behandeling verzoek vein H. M. de Regt en Wed. C. A. Wisse tot ovemame van straten enz. 6. Voorstel van Burg, en Weht. onthef- fing hondenbelasting, dienst 1938. 7. Vaststelling staat van oninbare posten hondenbelasting 1937. 8. Wijziging begrooting 1938. 9. Sluiten overeenkomst met GEKRO destrcutiebedrijf. 10. Voorstel van Burg, en Weth. tot wijzi ging instructie van den gemeente-ont- vanger. 11. Behandeling verzoeken om tegemoet- koming art. 13 L. O. wet. 12. Beschiikbaarstelling bedrag in verband met Regeeringsjubileum. 13. Aanbieding gemeente-rekening, dienst 1937. 14. Voorstel van Burg, en Weth. tot uit- voering van rioleeringswerken in de Axelschestraat. 15. Aanbieding gemeente-begrooting, dienst 1939. 16. Omvraag. Concert Harmonie ..Concordia". Weder dienende zal de harmonie „Con- cordia" a.s. Donderdagavond te 8.30 lire op de Markt een concert geven, waarbij het vol gende programma zal worden ten beste ge- geven 1. iDeath or Glory, marsch R. B. Hall arr. Tierolff 2. (En Garnison, fantaisie J. B. Minne. 3. I'Arche d'Or, ouverture G. Gadenne. 4. La Chrysanthemevalse J. Martin. 5. Franche Amitie, fantaisie J. Martin. 6. Le Bocage aux Bruyeres, fantaisie-ouverture G. Gadenne. 7. Le Oapitan Ecueil, ouverture G. Gadenne. 8. Daar komen ze aan!, marsch-potpourri arr. Adr. J. Maas. Een groote V.V.V.-winkelweek ter gelegenheid van het veertigjarig Regeeringsjubileum. Nu onze gemeente zich weer gereed maakt om op spontane wijze het 40-jarig Regeerings jubileum van H.M. de Kouingin te vieren, is het te begrijpen, dat ook de V.V.V. weer niet bij de pakken neer blijft zitten. Dit zou in strijd zijn met traditie en verleden. Behalve haar met een groot festival voor muziekgezel- schappen te vieren 12%-jarig bestaan, wordt vanaf 27 Augustus10 September een winkel- week ingeschakeld, terwijl op Zaterdag 3 Sep tember (dus juist een week na het festival) een groot wereldstadprogramma in de open- lucht zal worden te zien gegeven, waarom- trent de verwachtingen ten hoogste zullen worden gespannen en zich weer vele honder- den uit de omliggende plaatsen naar ons stedeke zullen spoeden om daarvan te ge- nieten. Aan de veertiendaagsche winkelweek-cam- pagne wordt een groote wedstryd verbonden met verscheidene honderden guldens aan prij- zen. Alles wijst er op, dat Axel weer drukke dagen tegemoet zal mogen zien. Te Ileum Ter gelegenheid van de Nationale feesten zal Zondag alhier in de St. Laurentiuskerk na de 'Hoogmis een plechtig ,,Te Deum" worden gecelebreerd tot 10.15. Plaatsen zijn voorbe- houden op het hooge koor aan militaire en burgerlijke overheden. Smokkelaars aangehouden. Te Aalter bij Brugge werd door douaniers een smokkelauto tot staan gebracht. Daar- mede werden vervoerd 5000 Kg. melkpoeder, afkomstig uit Nederland. De eigenaar, een zekere P. uit Hulst, en de inzittenden, zekeren I uit Zelzate en B. uit Torhout, werden aan gehouden. De auto en de koopwaar zijn in beslag genomen. POLITIERECHTER TE MIDDELBURG. Zitting van 19 Juli 1938. S. L. D„ oud 25 j., arbeider te Hontenisse, verdacht van mishandeling van P. A. v. Heeze te Graauw op 19 Juni 1938. [Eisch: 10 boete of 10 dagen hechtenis. lUitspraak: 10 boete of 5 dagen hechtenis. P. F. de 'H., oud 29 j., werkman te Uzen- dijke, verdacht van beleediging van E. P. Wille te IJzendijke op 18 Juni 1.1. Eisch: 2 X 7,50 boete of 2 X 5 dagen hech tenis. Uitspraak15 boete of 10 dagen hechtenis. I. de V., oud 40 j., visschersknecht te Bres kens, verdacht van beleediging van de politie te Breskens op 19 Juni 1.1. Eisch /20 boete of 10 dagen hechtenis. Uitspraak: 15 boete of 10 dagen hechtenis. M. E. V., huisvr. J. K., oud 57 j., te Meer- donck (OB.), verdacht van beleediging van M. J. de Bruijcker te Nieuw-Namen op 7 Juni 1.1. Eisch: f 10 boete of 10 dagen hechtenis. Uitspraak: f 10 boete of 5 dagen hechtenis. DE STRAFZAAK TEGEN WACHTMEESTER v. d. W. Ook in hooger beroep vrijgesproken. Het Hoog Militair Gerechtshof te 's-Gra- venhage heeft Dinsdag in hooger beroep den wachtmeester der marechaussee A. van der W. uit Temeuzen, vroeger te Oss gestation- neerd, die wegens overtreding van art. 248 bis wetboek van strafrecht terecht heeft ge- staan, vrijgesproken. De krijgsraad te 's-Hertogenbosch had dezelfde uitspraak gegeven, doch daarbij de zaak verwezen naar den tot straffen bevoeg- den commandeerenden officier en beklaagde, die tot de behandeling der zaak in voorloopige hechtenis had gezeten, onmiddellijk in vrijheid doen stellen. De auditeur-militair bij dit college, die drie maanden gevangenisstraf had gevorderd, tee- kende van dit vTijsprekend vonnis hooger be roep aan en Dinsdag had de behandeling voor het Hoog Militair Gerechtshof plaats. Presi dent was Mr. W. A. J. M. Fick, advocaat- fiscaal Mr. A. Brants. Er werden drie getuigen gehoord, van wie 66n, een opperwachtmeester der marechaus see te Temeuzen, a decharge. Raadsman van beklaagde was Mr. E. van Zinnicq Bergmann te 's-Hertogenbosch. De behandeling, welke met gesloten deuren geschiedde, duurde ruim twee uren en in den namiddag deed het hof uitspraak en sprak den wachtmeester vrij. E>oor de Rechtbank te Middelburg is heden in staat van faillissement verklaard J. de Wilde, winkelier in manufacturen, galante- rieen en borstelwerk, te Aand'enburg, Markt- straat 13. Reohter-commissaris Mr. C. E. Muller. Curator Mr. W. Lemair, advocaat te Sluis. DE COEORADO-KEVER IN OPSLAG- PLAATSEN. De Plantenziektenkundige Dienst vestigt er de aandacht van alle landbouwers in de pro- vincien Zeeland, Noord-Brabant en Limburg en op de Zuid-Hollandsche eilanden op, dat op eenige plaatsen larven van den Coloradokever ook gevonden zijn in aardappelopslag in bie- ten- en graanvelden. Daar er dit jaar heel veel van dit opslag in allerlei gewassen voorkomt, is het zeker noodzakelijk, ook dit nauwkeurig op de aanweizigheid van de roode larven en van vreterij te onderzoeken. Dit opslag Invert voor de Coloradokeverbestrijding ongetwijfeld een gevaar op, omdat, als een aangetaste plek niet opgemerkt wordt, zich later van daaruit de keversit die aldaar tot ontwikkeling gekomen zijn, naar alle kanten zullen verspreiden. Laat men dus op dit oogenblik zeer nauw keurig toezien of de roode Coloradokeverlar- ven ook in o.pslagplaatsen voorkomen en als mien ze vindt, moet daarvan onmiddellijk aan- gifte worden gedaan, opdat de haard nog vol- ledig kan worden uitgeroeid. Laat men ook aangifte doen van elk geval van vreterij in opslag, ook als men geen larven meer vindt, bijvoorbeeld als men deze vreterij eerst bij den oogst bemerkt. Het is dan zeer waarschijnlijk, dat de larven ter verpopping reeds in den grond zijn gekropen. Dat is, zoo- als gezegd, voor onze cultuur een heel gevaar- lijke toestand, maar ook dan kunnen door den Plantenziektenkundigen Dienst nog krachtige en zelfs afdoende bestrijdingsmaatregelen ge nomen worden. Lajat niemand ook maar iets verzuimen, dat voor .een volledige uitroeiing van den Colo radokever noodig is; men heeft nu wel alge- meen ingezien, hoe emstig de toestand is en hoe moeilijk het is een insect, dat zoo onver- wacht uit het buitenland komt aanvliegen, overal op te sporen. Toch moeten wij dit doen en de Plantenziektenkundige iDienst doet alles wat mogelijk is, om volledige uitroeiing te be- reiken. Maar daarvoor moet iedereen zijn vol ledige medewerking verleenen. Op dit oogenblik moet iedereen in velden en tuinen voortdurend rekening houden met de mogelijkheid, dat daarin de Coloradokever of zijn larven kunnen voorkomen of aanwezig geweest zijn, en als dat het geval blijkt, moet daarvan onmiddellijk aangifte gedaan worden. Daarom let op den Coloradokever. Vergadering van Dinsdag 19 Juli. Voorzitter de Commissaris der Koningin, Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford. Aanwezig 40 leden. Afwezig de heeren Edelman en Oeelhoedt. Overgelegd werd het verslag van den toe stand der Provincie over 1937. De Z.E.GA.M. De VOORZITTER stelde vervolgens aan de orde de mededeelingen van Ged. Staten in- zake de N.V. Z.E.G.A.M., waarbij nog een adres dat de heer Abrahamse Maandag aan Prov. Staten had gezonden, en waarin hij vraagt, dat hem alsnog eerherstel worde ver- leend. De VOORZITTER las de volgende verkla- ring voor: Alvorens U.we beraadslagingen over dit onderwerp te openen, wensch ik als Voorzitter van het College van Ged. Staten ten aanzien van eenige punten van mijne zienswijze te doen blijken. Ik ben er van overtuigd, dat ik daarbij tevens ook de tolk van vorenbe- doeld College ben. Bij de kennisneming van het Algemeen Verslag heb ik tot mijn genoegen mogen con- stateeren, dat nagenoeg geen, althans geen emstige critiek is uitgeoefend op het beleid van het College van Ged. Staten als zoo- danig. Wel is mij gebleken, dat daarbij uit- voerig en deels in goedkeurenden deels iin af- keurenden zin het optreden van een tweetal leden van dat College is besproken. Wat den heer Van Bommel van Vloten be- treft, is het College van Gad. Staten een- parig met mij van oordeel, dat hem evenals ook aan den hoofdcommies ter provinciale griffie den heer Van Tuinen alle lof en hulde toekomt voor hunne werkzaamheden respectievelijk als presidentcommissaris en commissaris der Z.E.G.A.M., alsmede voor de wijze, waarop zij zich van hunne taak hebben gekweten. Het College van Ged. Staten bil- lijkt de argumenten, welke den heer Van Bommel van Vloten er toe hebben geleid om niet terstond in dat College mededeeling te doen van de plannen, welke commissarissen der iZ.E.G.A.M. koesterden tot het instellen van een nieuwe actie tegen de Imperial. Ik stel er prijs op hierbij op te merken, dat de heer Van Bommel van Vloten, alvorens het College in pleno in deze aangelegenheid werd gekend, daarover met mij overleg heeft ge- pleegd, waarbij ik hem er op heb gewezen, dat ik als voorzitter van Ged. Staten niet kon toelaten, dat zonder positieve bewijzen eenig wantrouwen werd gekoesterd tegen een lid van dat College. Zoo spoedig mogelijk en zoodra het juiste tijdstip daartoe was aange- broken is de zaak ter sprake gebracht in het College en daarbij zijn door mij aan den heer Van Bommel van Vloten in zijne qualiteit van president-commissaris eenige vragen gesteld, welke overeenkomstig mijn voorstel aanlei- ding hebben gegeven tot een schrijven van Ged. Staten aan commissarissen der Z.E.G. A.M., waarbij o.m. overlegging der ingewon- neai rechtskundige adviezen werd verzocht. Na ontvangst van het antwoord van com missarissen heeft de heer Mr. Dieleman in de vergadering van Ged. Staten van 6 Mei j.l. in het bijzijn van commissarissen en directie der Z.E.G.A.M. op ruiterlijke wijze schuld erkend ten aanzien van sommige der hem ten laste gelleg.de grieven, eena opheldering gegeven ten aanzien van andere grieven en zrjn em stig leedwezen uitgesproken. Het is mij een oprechte vreugde thans te kunnen verklaren, dat sedert dien de onder- linge verstandhouding in het College van Ged. Staten evenals voorheen wederom vol- maakt in orde is en dat het wederzijdsch ver- trouwen volkomen is hersteld. Ik moge de hoop uitspreken, dat Uwe ver gadering na deze mededeeling er van over tuigd zal zijn, dat de aan Uw Dagelijksch Bestuur toevertrouwde belangen in de beste harmonie en onderlinge waardeering worden behartigd. Tenslotte nog deze opmerking: Niemand kan met zekerheid zeggen, hoe het bedrijf der Z.E.G.A.M. zich in de toekomst zal ontwik- kelen. Allerlei factoren zullen daarop invloed kun nen uitoefenen. Uwe vergadering heeft ech- ter destijds besloten, dat er voor onze pro vincie eene taak op 't gebied der gasvoor- ziening was weggelegd men kan dat be- treuren of juist achten maar, nu de pro vincie bij deze aangelegenheid is betrokken, dient men m.i. ook zijn voile medewerking daaraan te geven en met gepast optimisme de toekomst van het bedrijf tegemoet te zien. Daarom is het noodig, dat men het jonge be drijf eenigen tijd rust laat en dat men met Ged. Staten vertrouwen stelt in hen, die blijk hebben gegeven de rechte mannen op de xechte plaats te zijn. Ik open thans Uwe beraadslagingen over dit onderwerp. De heer MES verklaarde dat zijn fractie, houdende het recht van critiek op het beleid van Ged. Staten in het algemeen bereid is, thans de mededeelingen van Ged. Staten voor kennisgeving aan te nemen. De heer DEKKER zeide dat alleen de N.S.B. vrij staat; de andere partijen hebben bestuursleden van alle andere semi-overheids- bedrijven. (Spr. behandelt ook de verhoudingen in het college van Ged. Staten en becritiseert dat Mr. Baars 20.000 ontving. De N.S.B. heeft de Z.E.G.A.M. in het midden der belangstel- ling geplaatst Spr. diende een motie in, om den heer Abrahamse alsnog eervol ontslag te verleenen. Een tweede motie houdt critiek in op het feit, dat commissarissen van de Z.E.G.A.M., Ged. Staten niet in kennis stelden met het voornemen om een tweede proces aan te gaan. De eerste motie werd wel, de tweede niet ondersteund en bleef dus buiten behandeling. De heer STAVERMAN zeide, dat reeds vddr de heer Dekker met zijn bezwaren kwam, de Z.E.G.A.M.-kwestie in de Statenvergade- ring uitvoerig werd besproken. Spr. heeft geen spijt, dat hij destijds tegen de oprichting van de Z.E.G.A.M. is geweest. Spr. kan niet aan- nemen, dat Mr. Baars handelde uit eigen be- lang. Spr. blijft bezwaar hebben tegen de combinatie lid van Ged. Staten-commissaris. Spr. kan begrijpen, dat de Z.E.G.A.M. den heer Abrahamse niet terug kan nemen, maar ook spr. meent, dat men moet komen tot een eervol ontslag en dient ook een desbetreffen- de motie in, waarin gezegd wordt, dat zijn straf niet evenredig is aan de door hem be- gane fout. De heer VAN DER FELTZ bestreed in de eerste plaats ,den heer Dekker, en stelde hem de wedervraag of hij de betaalde spreker van Mussert is. Spr. is overtuigd, dat de Z.E.G. A.M. goed beheerd is. Het is bij hem of alles van de N.S.B. moet komen. Enzake de verklaring van den heer Mes, zegt spr., dat hij deze kan begrijpen, doch de vraag is of men daarmede wel kan vol- staan. Spr. is niet erg bevredigd door het alge meen verslag, maar hij wil gaarne de groote verdiensten van Mr. Dieleman erkennen, maar hij meent, dat het vertrouwen van de Staten onderling zoo goed mogelijk moet zijn, vooral in dezen tijd. Mo ties ter zake wil spr. niet instellen. Wel hoopt spr., dat betrokke- nen rekening zullen houden met al het ge- beurde. De heer MOELKER is tegen de oprichting van de Z.E.G.A.M. geweest, maar nu moet men trachten het zwakke Sehip zoo spoedig mogelijk in veilige haven te brengen. Spr. wil wel den heer Abrahamse vergeven, maar niet dit beschouwen als een bewijs dat de Z.E.G.A.M. ter zake een fout heeft ge- maakt. De heer QNDERDIJK zeide, dat de Z.E. G.A.M. reeds besproken is v66r de NjS.B. in de Staten zaten. Inzake de P.Z.E.M. heeft men vroeger ook wel gezegd, dat men spijt had er voor te hebben gestemd, doch het was Mr Dieleman, die het toen ook goed inzag. Nu staat het met de Z.E.G.A.M. wel iets anders, voor dit bedrijf is zeker nog toekomst en spr. staat nog steeds achter de wijze waar op de processen zijn gevoerd. Spr. ziet niet in, waarom bij de Z.E.GA.M. niet als o.a. ook bij de P.Z.E.M. een scheids- gerecht kan worden ingesteld. Bij de P.Z.E.M. had men vroeger ook dergelijke ontslag- kwesties Het benoemen van een ambtenaar tot Commissaris der N.V. had sprekers in- stemming niet, met alle respect voor Mr. Van Tuinen. Dat iets kon gebeuren als het ver- zwijgen/ van het tweede proces, keurt spr. sterk af en hij is het volkomen eens met den heer v. d. Feltz dat men bij een nieuwe samen- stelling van Ged. Staten met het gebeurde rekening zal moeten houden. De heer VAN 't HOFF zegt, dat men niet veel nieuws meer heeft gehoord. Het is trouwens moeilijk om niet in her- halingen te treden, alleen komt de heer Dek ker weer met vragen, en dat is alleen om propaganda te maken voor de NjS.B. Het is moeilijk om de zaak-Abrahamse voldoenide te overzien. Spr. kan niet voor de motie stemmen, zoolang men niet alles weet en dat is z.i. niet het geval. De verhoudingen in Ged. Staten besprekende, zegt spr. dat hij vertrouwt op de verklaring van Mr. Dieleman, doch dat hij het niet verder kan verdedigen. Spr. vereenigt zich ten slotte met de motie. De heer KODDE wil liever een blik slaan op de toekomst, en herinnert aan den tijd toen men zeide, dat de P.Z.E.M. een bodem- looze put werd genoemd, en nu is men reeds bij het uit'keeren van dividend aangeland. iSpr. wil nog eens vragen wie nu procedeert, het personeel of de Z.E.G.A.M. Tenslotte zal de bevoegde rechter moeten oordeelen. Zeker zou men als scheidsgerecht meer weten, dan nu het geval is, over de zaak- Abrahamse. Spr. zou een stapje verder willen gaan dan in de stukken is toegezegd. Dit kan ook zonder motie, die een pluim op den hoed zetten beteekent. Spr. zou tevreden zijn met de toezegging, dat de provinciale commissarissen nog eens zullen nagaan of eervol ontslag alsnog moge lijk is. Men vergete niet, dat niemand door den zondenval volmaakt is, en strekke de vergevencfe hand uit, tot hen die een fout deden, vooral als er een emstige wil is om herhaling te voorkomen. De heer BAUWENS vermoedt, dat de heer A. die een vrouw en 2 kinderen heeft, thuis reeds straf genoeg heeft gehad. Hij denkt er over hem f 600 toe te kennen per jaar dan kan hij wellicht wat bij verdienen, en zijn kin deren verder een goede opvoeding geven. Spr. meent niet, dat A. onschuldig is, en heeft volledig vertrouwen in het Z.E.G.A.M.-bestuur. Niemand steunde een desbetreffende motie van den heer Bauwens. De heer ONDERDIJK zeide nog, dat als de heer A. schuidig is, hij de gevolgen moet dragen. Spr. bepleit echter om alsnog een scheids gerecht in te stellen, een lid te benoemen door de Z.E.G.A.M., een door den heer A., een door deze twee samen of, als die niet tot overeen- stemming komen door den voorzitter van Ged. Staten. De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN bracht dank, mede namens dien heer Van Tuinen, voor de woorden van den voorzitter. Men heeft nu niet veel critiek gehoord, be halve dan van den heer Dekker. Deze stelt nu vragen, waarbij hij suggereert, dat de pro cessen meer hebben gekost en dat er corrup- ties zouden plaats gehad hebben. Spr. wil op deze vragen niet antwoorden, althans niet rechtstreeks. Den heer Mes brengt spr. dank voor zijn woorden. Tot den heer Staverman zegt spr. dat hij moet trachten zich zijn plaats in te denken en van de groote verantwoorde- lijkheid die hij op het moment van de tweede procedure had tegenover de Z.E.G.A.M. en dus tegenover de Provincie. Er is reeds, v66r de Z.E.G.A.M. was opge- richt, besloten, dat de werklieden zouden pro- cedeeren, maar dat zij Ged. Staten op de hoogte zouden houden. iHet is juist, ,dat de Provincie rente derft van in de Z.E.G.A.M. gestoken kapitalen, maar het is juist, als de heer Onderdijk zeide, men moet de Z.E.G.A.M. de kans geven voor verdere ontwikkeling. Spr. ziet geen gevaren in de combinatie van commissaris der Z.E.G.A.M. en andere functies. Wat betreft de kwestie-Abrahamse, her innert spr. aan hetgeen hij terzake in de na- jaarsvergadering heeft gezegd, en toen is de mededeeling met 19 tegen 18 stemmen voor kennisgeving aangenomen. Men kende echter den igeest der Staten en nu na de algemeene verslagen van deze zitting, is men bereid een anderen ontslagbrief te geven. Spr. voelt, dat het gaat om zuiver subjectieve en mensche- lrjke overwegingen. Ieder zal gaarne mede- werken Abrahamse een nieuwe betrekking te geven. Het is niet de schuld van de Z.E.G. AM., dat deze zaak zoo ruehtbaar is gewor- den. Spr. is diep overtuigd, dat A. geen aan- spraak heeft op eervol ontslag en verzoekt ge noegen te nemen met hetgeen thans door sprl- ker is bereikt. De heer DEKKER zegt, dat als iemand lid is van den gemeenteraad, hij zelfs niet voor 1,50 mag leveren aan de gemeente, dat is goed, maar wel mag Mr. Baars dat doen aan de Z.E.GA.M. De motie-Staverman is zeker een bewijs van eenheid door democratic, en wordt daarom gesteund door leden, die dit niet deden met de motie van spreker. Spr. meent dat de heer v. d. Feltz nu heel kalm is, vergeleken bij de afdeelingsvergade- ring. De S.D.A.P. is mede schuidig dat de arbeiders der Z.E.G.A.M. geknot zijn in hun pensioen Van den vriendelijken Zeeuw Van 't Hoff begreep spr de houding niet. De heer Van Bommel van Vloten is handig en antwoordt niet op onaangename vragen. iSpr. vraagt of het juist is, dat de kosten der procedures meer hebben bedragen dan 100.000, wat toch ook de Midd. Crt. reeds benaderde en toen sprak ,de heer Van Bommel van Vloten ook niet van insinueeren. De Z.E.G.A.M is opgericht mede op aan- drang van den heer Van Bommel van Vloten; en de gemeenschap heeft recht te weten hoe het belastinggeld gebruikt wordt. De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN repliceerde en zeide nog, dat bij de Z.E.G.A.M. een ambtenarenregeling in studie is. Spr. meende, dat in de zaaJk Abrahamse met het nu toegezegde, 't laatste woord is gezegd. De heer STAVERMAN zegt, dat met een nieuwen brief de zaak Abrahamse zeker zal zijn afgeloopen, maar dat wil spr. juist niet. Zijn motie is niet uit concurrentiegeest inge- diend, maar hij meent met de zijne meer den organisatorischen weg te volgen, dan de heer Dekker deed en toch beter de zaak aan te durven als de heer Kodde; en hij gaat gaarne met den heer Onderdijk mee. Hij begrijpt niet dat de brug niet wordt aangepakt door de Z.E.G.A.M. De heer DEKKER voelt ook veel voor een ambtenarengerecht. De heer ONDERDIJK had verwacht, dat de heer van Vloten zijn motie wel zou hebben overigenomen. De heer v. d. FELTZ zegt, dat het nati-soc. in ons land een slecht aftreksel van het fas- cisme en het nat.-soc. in het buitenland is. Het hier gebeurde doet er niets aan toe of het college bestaat uit bepaalde fracties, het is een persoonlijke kwestie. Spr. ziet de nood- zaak van een scheidsgerecht niet zoo zeer in. De heer VAN DUIN had bezwaar tegen op- merkingen van den heer Staverman en sehaar- de zich achter Ged. Staten en alleen de motie- Onderdijk zou te overwegen zijn geweest als deze reeds in de afdeelingsvergadering aan de orde was gekomen. De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN be- treurde het, dat de heer Onderdijk nu weer met een nieuw idee komt, dat spr. niet met de commissarissen der Z.E.G.A.M. of met Ged. Staten heeft kunnen bespreken. De heer STAVERMAN vraagt te bewijzen, dat de heer Abrahamse meer heeft misdaan, dan thans aan de Staten bekend is. De heer ONDERDIJK zeide, dat zijn voor stel is gekomen, toen bleek, dat de Staten- leden nog niet alien zich volledig op de hoogte gevoelden. De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN wilde geen nieuwen blaam werpen op den heer A., maar erkennen, dat deze in een moei- lijke positie verkeert en daarom makkelijk iets verkeerd inziet. De motie-Onderdijk, een scheidsgerecht, werd verworpen met 26 tegen 14 stemmen. De motie-Staverman werd verworpen met 28 tegen 12 stemmen. De motie-Dekker on- derging hetzelfd-e lot met 30 tegen 10 stem- men. De mededeeling van Ged. Staten werd hierna voor kennisgeving aangenomen en de vergadering geschorst tot kwart voor twee. In de namiddagzitting kwam aan de orde: Fusie Tramwegen in Zeeuwsch-Vlaanderen. lEveneens was er de mededeeling inzake de fusie van de tramwegmaatschappijen in Zeeujwsch-Vlaanderen, met het voorstel om aan de ter zake bestaande commissie op te dragen, in geval van de N.V. Stoomtrammaat- schappij BreskensMaldeghem een verzoek mocht worden ontvangen tot afschrijving op de haar door de provincie Zeeland verleende rentelooze voorschotten, een onderzoek in te stellen in hoeverre er aanleiding is dit verzoek in te willigen en onder welke voonwaarden dit alsdan zou dienen te geschieden. De heer DEKKER wilde in de eerste plaats zekerheid hebben, dat met de belangen der streek en met dat van de commissarissen rekening zal worden gehouden. De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN noemde deze opmerking praematuur. Het voorstel werd zonder hoofdelijike stem ming aangenomen. Wijiziging Ambtenaren-reglement Zeeland 1928. Aan de orde is het voorstel tot wijziging van het Ambtenaren-reglement Zeeland 1928, en wel het nadere voorstel om het wachtgeld te re gel en, zooals dat voor de burgerlijke Rijks- ambtenaren is vastgesteld. De heer GOOSSENS is dankbaar voor de aangebrachte wijzigingen. De heer DE BAARE eveneens, doch meent dat een verschil van 20 tusschen Rijks- en Provinciale eindregeling, n.l. 70 en 50 nog te groot is en hoopte, dat Ged. Staten bereid zijn er 60 van te maken. De heer STIEGER verzekerde, dat Ged. Sta ten zoover mogelijk zijn gegaan. Hij meent, dat zelfs de Provincie meer geeft door geen verschil te maken tusschen al of niet kost- winners. Het voorstel werd zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Polderreglement. Verschillende wijzigingen in het reglement van de polders en waterschappen in Zeeland werden voorgesteld, o.a. tot instelling van dijkswaterschappen De heer MES bestreedt de redactie van het betrokken artikel. Zoo meende hij, dat het woord bijzonderlijik niet goed is gebruikt en dat het gevaar dreigt, dat de gebouwde eigen- dommen zouden worden belast zonder dat dit met de onbebouwde het geval is. Hij drong ook aan op een splitsing van een groote zin en kleinere volzinnen. Spr. diende een desbetreffend amendement in. De heer DIELEMAN zeide, dat Ged. Staten geen bezwaar hebben tegen. de radactie, maar gaf toch een voorbeeld en wel te Breskens waar het rationeel zou zijn alleen bebouwde eigendommen te belasten en hij wil die moge lijkheid behouden. De heer MiES veranderde zijn redactie in dien geest. Het voorstel werd nu zoo gewijzigd aange nomen. Reglement van politie. Ook in het reglement van politie voor de polders of waterschappen werd een wijziging voorgesteld, betreffende de verpachting van aanpalenden, om specie uit waterleidingen te ontvangen. De heer KODDE maakt het bezwaar, dat men soms van twee zijden specie moet ont vangen en daarom verzoekt hij om maatrege- len, die dat voorkomen. De heer DIELEMAN zeide, dat men niet meer dan de helft van de baggerspecie moet ontvangen. De heer KODDE zeide, dat men in dit ge val wel degelijk alle specie moet accepteeren. De heer HLAMELINK voelde ook het be zwaar van den heer Kodde. Het bestuur van een polder moet besluiten en het kan tot on- billijkheden leiden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Reglement vervoer Stoombootdiensten. Een nieuw reglement op het vervoer van passagiers en rijwielen met de booten van de stoombootdiensten der provincie Zeeland, waarbij o.a. de kwestie van het medereizen van muzikanten en het maken van reclame voor andere vervoermiddelen aan banden wordt gelegd. De heer DE PAtifW wilde ook het muziek maken aan boord beperken en zeker zoo, dat niet meer dan e6n maal per reis een collecte mag worden gehouden. De heer DEKKER onderschreef dit, maar ook dan is het hek van den dam. De heer VAN MAZUK is voor een algeheel verbod op dit terrein. De heer STIEGER ziet geen bezwaar in een enkel nummer muziek, maar zeker zullen er maatregelen tegen overlast worden genomen. Het voorstel werd zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Uitwatering sluizen bij nummer Een. De vergadering vereenigde zich met het voorstel tot wijziging van het Bijzonder regle ment op het beheer der uitwatering door de sluizen bij nummer Een in den Hoofdplaat- polder. Uitwatering polders Willem c.a. Ook in het Bijzonder reglement op het be heer der uitwatering van de polders Willem c.a. in Noord-Beveland was een wijziging voor gesteld. Alizoo werd besloten na een opwekking van den heer Kodde. Hulster- en Axeler Amibacht. In de voorgestelde wijziging van het regle ment van het waterschap Hulster- en Axeler Ambacht, is o.a. de bevoegdheid tot het maken van politieverordeningen opgenomen. Be heer DE BAARE voelt veel voor een wijziging van het algemeen reglement van politie, dan is niet alleen dit waterschap ge- holpen, maar is dit ook met de anderen het geval. De heer DIELEMAN wijst er op, dat het hier een bijzonder geval betreft. Samenvoeging van eenige polders en waterschappen* in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Het voorstel tot samenvoeging van eenige polders en waterschappen tot het Heemraad- schap ,,Het Vrije van Sluis" had, zooals ge- meld, in de afdeelingen aanleiding gegeven tot opmerkingen, die Ged. Staten er toe brach- ten een commissie van Staten-leden en des- kundigen voor te stellen, die de kwestie nader onderzoeken zal. [Bij aanname zullen ook de voorstellen tot wijziging van de bijzondere raglementen van het calamiteuze waterschap ,,Tienhonderd en Zwarte", de calamiteuze polder Adomis het calamiteuze waterschap Oud- en Jong Bres kens en van de cal. Hoofdplaat- en Thomaes- polders voorloopig vervallen. De heer ERASMUS begreep niet dat Ged. Staten met dit voorstel voortgaan, niettegen- staande 71 van de 76 polders en waterschap pen er tegen zijn. Spr. ontkent de noodzake- lijkheid van de samenvoeging van de tertiaire wegen, de afwatering, die goed was volgens de laatste rapporten in 1927. Spr. zet in den breede uiteen. dat de aanwezige gemalen uit- stekend werken, als het een droog jaar is draait men weinig, als het een nat jaar is veel. De wegen in West-Zeeuwseh-Vlaanderen zijn voor het grootste gedeelte verhard. Men handelt op gezochte motieven van de zijde van den Prov. Waterstaat, en velen zul len bij de opheffing van de polders gedupeerd worden. De besparing, die men verwacht, is illusoir, evenals de daling van het dijkgeschot. Spr. stelt Ged. Staten voor hun plan tot in stellen van een commissie in te trekken, want hij verwacht daarvan niets en wil liever direct eslissen De heer ONDERDIJK achtte een herhaling van alle discuss!es niet noodig en wilde eerst over de instelling van een commissie beslissen, het gaat om de vitale belangen van de be trokken polders. De heer DE MILLIANO acht het voor de leden uit de betrokken streek moeilijk, zich zonder meer bij een commissiebenoeming neer te leggen. Het is niet noodzakelijk Zeeuwsch- Vlaanderen tegen zichzelf te beschermen. Leden van elders erkennen, dat het in Z.- Vlaanderen een eldorado is tegenover andere deelen van Nederland. (Gelach.) Naar aanlei ding van een persartikel van Mei j.l., waarin stand, dat andere deelen der provincie zouden volgen, zal men emstige protesten hooren, als men ook daar spreekt over het tegen zich zelf beschermen. Dat men zooiets in andere pro- vincies ook gedaan heeft, is geen bewijs, dat men het hier moet nadoen, waar Zeeland zoo klein is tegenover aangrenzende provincies. Spr. las in de afdeeling een deel voor van het program der R.K. Staatspartij. Dit nu ook voorgelezen deel wijst er op, dat kleine licha- men ook veel kunnen doen. De polders bestaan

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 2