Een matte off gebruinde teint staat altijd charmant Laatste Berichten Gemengde Berichten RECHTSZAKEN. POLmERECHTEH TE MIDDELBURG. HALF UUR VOOR OF NA MXDDERNAOHT PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. hierover zullen wij evenwel tot het volgende nummer uitstellen met het oog op den duur van deze bijeenkomst die bij het verschijnen van dit nummer juist is beeindigd. De beide plaatselijke muziekgezelschappen zijn voornemens niet de gebruikelijke concer- ten te geven, doch zullen ditmaal een muzikale wan deling door de stad maken. „Erwt»n-trekken". Bijna zou men gaan twijfelen, dat de lang- ste dag van het jaar weer al ruim een week achter ons ligt en een blik op de scheurkalen- der doet ons dan ook afvragen, wat wij nu feitelrjk al voor zomer hebben gehad. Ruw en somber, vandaag zelfs zeer stormachtig weer, heeft nog maar steeds den boventoon gevierd en ware het niet, dat de onmisken- bare teekenen in de natuur, den vollen wasdom des velds en den langen duur der dagen, aan- wezig waren om het onomstootelijk bewijs te leveren, wij zouden inderdaad gaan twijfelen. Het weer is daarbij buitengewoon droog en over het algemeen ziet men met spanning en groot verlangen uit naar den regen, waaraan sterke behoefte bestaat. Maar niet echter in het duizendkoppige leger van de „erwten-trekkers", heerscht die zucht en roep naar den verkwikkenden regen, die het aardrijk straks weer zal laven en nieuwe groeikracht schenken. Neen, dit veeldeels uit werkeloozen gere- cruteerde leger van den arbeid vraagt slechts om arbeid, om werk en rept zich, van kind tot grijsaard, in een honderden meters lange, over het land uitgestrekte bonte sliert, om wat te verdienen om den achterstand, die in de meeste arbeidersgezinnen is ontstaan tengevolge van de langdurige werkeloosheid in te halen en weer aan te kunnen zuiveren. Vanaf j.l. Maandag nu is men „over het gansche front'', zoo mogen wij wel zeggen, tot den aanval overgegaan en nu overheerscht in het kamp van de ijverige trekkers, slechts de zucht, dat het toch maar een week of drie mag duren met dit werk. Doch meen niet, waarde lezer, dat er nu eigenlijk schatten te verdienen zijn met dezen arbeid die vaardigheid, groote handigheid vergt. Men betaald de plukkers per 100 kg /1.70, en wie met de practijk eenigszins op de hoogte is, weet maar al te goed, welk een toer het is om dit getal kilo's te bereiken. Edoch, men heeft nu werk en er is vooruit- zicht en dat reeds is voldoende om de spreek- woordelijke tevredenheid van de landelijke bevolking weer te doen terugkeeren en zelfs om te zetten in optimisme. Met geen koningskroon zou men immers, naar des dichters woord dit lot, hoe kleen, willen deelen! En middelerwijl spoedt zomermaand ten- einde en smachtend wachten de velden, op den udtblijvenden regen, die maar niet komt! Tenzij iSinte Pieter Amilda-creme, die tevens zoo goed is voor de huid, is verkrijgbaar in deze twee begeerde teimten. Mat en Bruin. Doos 50 en 25 ct. Zitting van 29 Juni 1938. De volgende vonnissen werden uitge- sproken H. Str., oud 44 j., schipper te Breskens, thans verblijf houdenide in de strafgevangenis te Alkmaar, is wegens frauduleuzen invoer en poging daartoe veroordeeld tot 2 X 2 maan den gevangenisstraf. )E. D., oud 50 j., handelaar te Breskens, tot 6 maanden en 2 maanden, met verbeurdver- klaring van de motorboot Hercules". J. B. C., oud 50 j., koopman te IJzendijke, is wegens poging tot frauduleuzen uitvoer, veroordeeld tot 2 X 50 'boete of 2 X 25 dagen hechtenis. E. v. d. E., oud 54 j., arbeider te Bouchaute, tot /40 boete of 20 dagen hechtenis. H. J. Li. C., oud 17 j., koopman te IJzenr dijke, tot 10 boete of 1 week tuchtschool, ft. E., oud 15 j., arbeider te Bouchaute, tot 10 iboete of 1 week tuchtschool. lAlles met venbeurdverklaring van het be- drag der borgstelling, bedragende f 25, waar- tegen de kalveren zijn vrijgegeven. ARRONDISSEMKNTS-RECHTBANK TE MIDDELBl.RG. Zitting van 28 Juni 1938. De volgende udtspraken hadden plaats: Aanrijding met doodelijken afloop. De Rechtbank deed uitspraak inzake J. M., oud 29 j., slager te Westkapelle, die er van verdacht was op 29 April 1.1. zekere H. uit Middelburg met zijn vrachtauto te hebben aangereden, tengevolge waarvan H. eenige oogenblikken later is overleden. De Rechtbank veroordeelde verdachte con form den eisch tot een geldboete van /40 of 20 dagen hechtenis. Chantage. De Rechtbank deed uitspraak inzake M. M., 30 j., koopman te Rucphen en M. C. H., 31 j., koopman te Lage Zwaluwe, beiden thans in voorarrest, die er van verdacht waren eendgen tijd geleden chantage te hebben gepleegd op een landbouiwer te RiUand-Bath. Beiden wer den veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf. De eisch luidde destijds voor ieder 1% jaar ge vangenisstraf. De rechtbank heeft in dezelfde zitting de volgende zaken behandeld: V erduistering. A. C. v. P., oud 29 j., monteur te Temeuzen, had zich te verantiwoorden terzake, dat hij op 10 Mei 1.1. te Terneuzen, met het oogmerk tot wederrechtelijke toeeigening heeft weggeno- men een geldsbedrag van ongeveer 60, geheel of ten deele toebehoorende aan de afdeeling Terneuzen van de R.K. metaalbewerkersbond, althans aan P. H. de Bruijme. In deze zaak werden een tweetal getuigen gehoord, die mededeelingen deden betreffende de vermissing van het geld. Verdachte ondervraagd, erkende de feiten. Hij had van het ontvreemde geld 54 geaon- den naar Utrecht, omreden hij correspondent was van de bouwvakarbe iders Op een vraag van den president, zegt ver dachte niet eerder te hebben durven bekennen. De Officier van Justitie, requisitoir nemen- de, zegt dat het vast staat, dat verdachte geld heeft weggenomen. Hij genoot het vertrouwen van zijn zwager om in diens huis te komen. De bekentenis van verdachte komt niet voort uit diepgevoeld berouw. Hij kon er niet tus- sdhenuit, dat heeft verdachte gevoeld. De Officier eischt 4 maanden gevangenis straf. (De verdediger van verdachte, Mr. H. Ver- maas, zegt, omreden verdachte bekend heeft, er geen junidisch verweer is en hij' wil zich dan ook alleen bepalen bij de strafmaat. Pleiter acbte een gedeettelijk voorwaardelijk en gedeeltelijk onvoorwaardelijke straf, met aftrek van het voorarrest, hier op zijn plaats. De reclasseering is bovendien bereid eventueel het toezicht uit te oefenen. Verdachte is nim- mer veroordeeld en het huisgezin staat heel goed bekend. J. S., oud 30 j., chauffeur te Axel, had zich te verantwoorden terzake dat hij in Juni 1937 in Zeeuwsch-Vlaanderen opzettelijk een geldsbedrag van ongeveer /483, althans van f 150, geheel of ten deele toebehoorende aan W. A. Poppe, zaakwaarnemer te Hulst, welk geld hij verdacht ter uitbetaling aan H. Vis- sering te Oud- en Niieuw Gastel onder zich had', wederrechtelij'k zich heeft toegeeigend. De getuige W. A. C. Poppe exploiteert een financiersbednjf voor auto's. Hij geeft een uit- eenzetting van de zaken zooals deze zich heb ben toegedragen betreffende het verstrekken van geld aan verdachte bij aankoop van auto- bussen enz. De verdachte ondervraagd, zegt dat de uit- eenzetting van Poppe juist is. Het geld dat hij teveel ontving, heeft hij uitsluitend ge- bruikt om meer aocepten aan Poppe te kun nen voldoen. De Officier van Justitie, requisitoir nemen- de. zegt, dat het in deze zaak gaat om geld- schieten. De officier acht de zaak in wezen wel een oplichtingszaak. Hij is van meening, dat P. een fantastische rente voor de afwik- keiing zou helbiben gekregen, indien deze nor- maal ware geweest, terwijl in zijn systeem hij geen cent risico liep. De Officier eischt tegen verdachte wegens verduistering 3 maanden gevangenisstraf voorwaardelpk Zitting van 28 Juni 1938. De volgende zaken werden behandeld: C. P. S., oud 42 j., landbouwer te St. Kruis verdacht van mdshandeling van W. Dees te I St. Kruis op 18 Mei 1.1. lEisch en uitspraak: vrijspraak. A. P., oud 27 j., muzikant te Breda en G. F. v. P., oud 28 j., koopman te Roosendaal, verdacht van ddefstal van een hoeveelheid voederbieten ten nadeele van J. F. van Kerk- voorde te Temeuzen, op 16 Maart 1.1. Eisch en uitspraak voor ieder: 14 dagen ge vangenisstraf. (H. C. iV., oud 28 j,, arbeider te Stekene (B.), verdacht van mishandeling van L. F. van Vlierberghe te Koewacht, op 2 Mei 1.1. Eischf 10 boete of 6 dagen hechtenis. Uitspraak: 20 boete of 10 dagen hecht A. de W., oud 29 j., arbeider te Maldeghem (B.), verdacht van mishandeling van S. Riteco te Aardenburg, op 11 Mei 1.1. Eisch en uitspraakf 15 boete of 10 dagen hechtenis. Een grondwerker te Vroomshoop had in de gemeente zijner inwoning, Den Ham, bij de aangifte van, de geboorte van zijn zoon Julius Bemhard verklaard, dat dit kind op den laat- sten Januari was geboren, d.w.z. op den dag, dat ook Prinses Beatrix het levenslicht zag. De man zou dit hebben gedaan am de voordee- len deelachtig te worden die verbonden zijn aan het feit, dat een kindje op dezen dag is geboren, hoewel hij wel moest hebben gewe- ten, dat het kind reeds een half uur v6or mid- demacht en niet een half uur er na, was ge boren, ergo op 30 Januari. Voor dit bedrog bad de officier bij de Alme- losche rechtbank 10 boete, suibs. 10 dagen hechtenis geeischt, doch de rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, aangezien zij niet beiwezen achtte, dat verdachte de valschheid opzettelijk had gepleegd. MARGARINE GELEVEKD VOOR MELANGE. Voor de Almelosche rechtbank stond, meldt het Handelsblad, terecht een koopman te Hei>- gelo, die op 8 April te Enschede op een zeer sluwe wijze bedrog had gepleegd bij den ver- koop van margarine. Een week tevoren had verdachte aan een dame melange verkocht voor den prijs, die eigenlijk voor margarine moest golden, nl. 53 cent per ponid. Daarop had hij dus verloren, maar hij had de afneem- ster in den waan geibracht, dat hij voor dien prijs melange kon leveren. Op den achtsten April nu kwam hij weer met zijn waar aan de deur, waarbij hij nadat erweer melange was besteld margarine afleverde, doch er bij vertelde, dat het melange was. Niet alleen zijn verhaal moest de koopster dit doen geloo- ven, doch daartoe droeg een gedrukte kaart ook het een en ander hij. Hieruit viel te lezen, dat voortaan op een pakje niet meer behoefde te staan dat het melange was, doch dat er op behoorde te staan, dat het margarine was, onder een bepaald nummer. En dit nummer verdachte's nummer krachtens de crisiswet- ten, dat op al zijn afgeleverde waar behoort voor te komen en dat niets zegt over de sa- menstelling of kiwaliteit stond er op. De koopster geloofde het fabeltje, doch haar man geloofde het niet, daar vefdachte de geweldige pech had bij' een keurmeester terecht te zijn geikomen en deze had in de gang staande het heele verhaal gehoord! De officier van justitie noemde verdachte, nadat diens eigen bekentenis en het getuigen- verhoor de feiten hadden vastgesteld, een wanboffer, waaromtrent het vermoeden be staat, dat hij vaker zijn trues heeft uitge- haald. Daarvoor moet hij een flinke waar- schuwing hebben. Eisch 500 boete. Verdachte's advocaat, mr. C. W. van Rhijn te Hengelo, pleitte op juridisehe gronden ont- slag van rechtslverivolging, subs, een lagere straf dan de gevorderde. TRAMWEGMAATSOHAPPIJEN IN ZEEUW SCH-VLAANDEREN. Fusie thans spoedig te verwachten. Van de in Maart 1936 door hen voor de fusie van de tramwegbedrijven in Zeeland in- gestelde commissie ontvingen Ged. Staten een verslag d.d. 17 Juni. Uit dit verslag blijkt, dat de pogingen om de tramwegbedrijven in Z.-Vlaanderen tot een gemeenschappelijke exploitatie te brengen, in zooverre succes heb ben gehad, dat mag worden verwacht, dat de fusie thans spoedig haar beslag zal krijgen. Uiteraard verheugt het Ged. Staten, dat de fusie-commissie onder deze omstandigheden bereid is hare werkzaamheden ter zake van deze aangelegenheid nog een korten tijd voort te zetten. Ged. Staten herinneren er aan, dat in de vergadering d.d. 14 Juli 1936 besloten is op nader te stellen voorwaarden mede te helpen aan de kapitaalsreorganisatie der N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg-Maatscbappij, wanneer op een door de Staten goed te keu- ren wijze tusschen genoemde N.V. en de N.V. Stoomtram-Maatschappij BreskensMalde ghem overeenstemming verkregen zal zijn om- trent gemeenschappelijke exploitatie harer bedrijven. Nu die overeenstemming nog niet bereikt is kunnen worden, hebben Ged. Staten omtrent deze aangelegenheid nog niet het ge- voelen gevraagd van de commissie uit de Staten inzake de kapitaalsreorganisatie. Het ligt echter in het voomemen van Ged. Staten om, zoodra de fusie haar beslag zal hebben gekregen de daarop betrekking hebbende stukken ten spoedigste in handen van voor- noemde commissie te stellen, opdat zij Prov. Staten ter zake van advies zal kunnen dienen. Behalve een afschrijving op de aan de N.V. Z.V.T.M. verleende rentelooze voorschotten, zal er echter vermoedelijk ook een afschrijving op de aan de Stoomtram-Maatschappij Bres kensMaldeghem" verleende rentelooze voor schotten dienen plaats te hebben. Ged. Staten stellen daarom voor aan de krachtens het be- sluit van 17 Dec. 1935 benoemde commissie op te dragen, ingeval van de N.V. Stoom tram-Maatschappij „BreskensMaldeghem" een verzoek mocht worden ontvangen tot af schrijving op de haar door de provincie ver leende runtelooze voorschotten, een onderzoek in te stellen. Aan het verslag der commissie voor de fusie ontleenen wij nog: 'Het resultaat van de in Maart 1936 aan- gevangen bemoeiingen, om partijen tot over eenstemming te brengen, waren zoo weinig hoopgevend, dat de commissie eind 1937 er aanleiding in zou hebben gevonden te verzoe- ken haar van haar taak, voor zooveel het de tramwegen in Z.-Vlaanderen betreft, te ont- heffen, ware het niet, dat zij het wenschelijk oordeelde te voren nog in nader overleg te treden met de commissie uit de Staten inzake de kapitaalsreorganisatie, welke commissie, min of meer op hetzelfde terrein, zulk ver- dienstelijk werk had verricht. Uit terzake op 7 Januari gevoerde besprekingen bleek duide- lijk, dat de Statencommissie, welke in voltal- lige vergadering bijeen was, de meening der commissie, voor de fusie deelde, dat het, ge- zien de weinige toenadering, welke de bel'ang- hebbende N.V.'s betoonden, geen nut had de onderhandelingen voort te zetten. De fusie- commissie vond daarin aanleiding aan beide trammaatschappijen te berichten, dat het in het voornemen lag de onderhandelingen op korten termijn te beeindigen in gelijken zin werd aan den Minister van Waterstaat ge- schreven. Overtuigd als de commissie echter was, dat het wegnemen van de moeilijkheden, die de samenwerking tusschen de drie tram- wegmaatschappijen in den weg stonden, niet alleen in het belang was der betrokken N.V.'s. maar evenzeer der streek, verklaarde zij zich tegenover den Minister bereid met het ver- leenen van haar tusschenkomst voort te gaan, zoo de Minister slechts zou kunnen aangeven op welke wijze dit met kans op succes zou kunnen geschieden. De Minister adviseerde Ged. Staten de fusie-commissie uit te breiden met twee des- kundigen op tramweggebied, die geacht kun nen worden volkomen neutraal tegenover beide partijen te staan. Naar aanleiding van dit schrijven van den Minister wendden Ged. Staten zioh tot de door hem genoemde tram- deskundigen, de heeren G. P. J. Caspersz. directeur van tramwegmaatschappijen in In die te 's-Gravenhage en Jhr. Ir. J. Roell, dir. der Westlandsche Stoomtramweg-Maatschap- pij te Loosduinen, met de vraag of zij bereid waren in de commissie zitting te nemen, waarop beide beeren bevestigend antwoord- den. Hierna heeft de Minister d.d. 8 Maart een schrijven gericht tot de Z.V.T.M. en een soortgelijk tot de S.M. BreskensMalde ghem" waarin voor 15 April antwoord werd gevraagd of de N.V. bereid is tot samen werking. De vrees der fusie-commissie dat de Z.V.T.M. niet genegen zou zijn bet voorstel van den Minister te aanvaarden bleek helaas niet ongegrond. De N.V. had intusschen harerzijds een on derzoek opgedragen aan een commissie be- staande uit de heeren Jhr. Ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, oud-Minister van Waterstaat, Ir. H. W. Sebbeles, directeur van Geldersche Tramwegen en Ir. D. de Jong Wzn., oud- directeur van het Departement van Gouverne- mentsbedrijven in Nederl.-Indie en verwacht- te spoedig het rapport, dat zij dan aan den Minister aan de fusie-commissie en aan de BreskensMaldeghem" en aan de Z.V.T.M zou overleggen. De S. M. „BreskensMaldeghem" bericht- te daarentegen, dat zij zich onvoorwaardelijk met het voorstel van den Minister wilde ver- eenigen en dat haar Raad van Commissaris- sen gaarne bereid was de uitspraak van de uitgebreide fusie-commissie met een warme aanbeveling ter aanneming voor te dragen aan de vergadering van aandeelhouders en aan de crediteuren der N.V. Hoewel de commissie direct toegeeft, dat het door de iZ.V.T.M. ingenomen standpunt in scherp contrast is met dat van de S. M. BreskensMaldeghem" en hoe gaarne zij ook gezien had, dat de Z.V.T.M. vertrouwen zou hebben gesteld niet alleen in de objectivi- teit, maar ook in de deskundigheid van de aangevulde commissie, om de hierbedoelde arbitrale uitspraak als goede scheidsmannen naar behooren kunnen doen, meent zij toch, dat bij de beoordeeling van deze kwestie er rekening mede zal moeten worden gehouden, dat het een beslissing geldt van zeer ver- strekkende beteekenis, niet alleen omdat zij ten nauwste de rentabiliteit van elk der be trokken vennootschappen raakt, maar ook, omdat de beslissing zou gelden tot in lengte van jaren. Het is daarom, dat de commissie kan begrijpen, dat de Z.V.T.M., welke in ver- houding tot de Br.-M., nog altijd een vrij gunstige financieele positie inneemt, zulk een beslissing niet gaarne in anderer handen legt. Dat neemt intusschen niet weg, dat naar de meening van de commissie, de Z.V.T.M. al te zeer uit het oog verloren heeft, dat in de restrictie, dat de uitspraak der commissie, wil zij voor partijen bindend zijn, met eenpang- heid van stemmen tot stand zou moeten zijn gekomen, de waarborg ligt, dat die uitspraak voor alle partijen in elk opzicht billijk zou zijn. Intusschen heeft de weigering van de Z.V.T.M. om de door de commissie aange- boden arbitrage te aanvaarden, nadat reeds tal van met moeite en zorg voorbereide pogin gen zijn mislukt, om partijen op andere wijze tot overeenstemming te brengen, het voor de commissie uiterst moeilijk gemaakt de onder handelingen voort te zetten. De commissie zou dan ook aanleiding hebben gevonden Ged. Staten te verzoeken er in te willen be- willigen, dat zij haar taak in dezen als beein digd beschouwt, ware het niet, dat de door de commissie van Lidth de Jeude ontworpen voorstellen, welke neerkomen op de oveme- ming van de S. M. BreskensMaldeghem" door de N.V. „Z.V.T.M." een goede kans van slagen hebben. (D.d. 16 Juni deelde de S. M. Breskens Maldeghem" mede, dat haar Raad van Com- missarissen zich in beginsel met deze voor stellen, welke de commissie verder onbespro- ken laat omdat zij vertrouwelijk zijn medegedeeld, kan vereenigen en dat zij zich terzake van de detailpunten met de Z.V.T.M. in nadere verbinding heeft gesteld. Het laat zich mitsdien aanzien, dat de fusie-plannen thans spoedig verwezenlijkt zullen kunnen worden. Het is echter geenszins uitgesloten, dat bij de uitwerking van de detailpunten van de aan te gane overeenkomst nog moei lijkheden zullen rijzen, welke de bemiddeling van de commissie gewenscht doen zijn. Het is op grond van deze overweging, dat de commissie besloot terzake van deze aan gelegenheid nog een korten tijd diligent te blijven. VEERVERBINDINGEN VAN ZEEUWSOH-VLAANDEREN MET OVERIG NEfDERLAND. De in de najaarsizitting der staten van Zee- land van 1937 benoemde commissie ter onder zoek van goedkoope, economische en snelle veerveribindingen van Zeeuwsch-Vlaanderen met het overig deel van Nederland over de Westerschelde zag zich bij den aanvang van hare werkzaamheden voor het feit geplaatst, dat de minister van Waterstaat reeds een be slissing had genomen inzake de verplaatsing van de aanlegplaatsen van den veerdienst Hansweert-Walsoorden naar bij Kruiningen en in den Perkpolder onder Hontenisse te gra ven havens. Tot aanbesteding van het ee-rste gedeelte van dit werk, n.l. den aanleg van de haven in den Perkpolder izou destijds worden overgegaan. Daar de commissie zich door deze beslis sing belemmerd gevoelde aldus meldt zij aan de Prov. Staten in de volbrenging van de aan haar opgedragen taak en zij het worts wenschelijk achtte, dat aan het tot stand bren gen van een nieuwe veerverbinding over de Westerschelde een onderzoek harerzijds naar de mogelijikheid van een veer aan het verdron- ken land van Saeftinge over de Noord vooraf- ging, richtte zij tot den minister van Water staat het verzoek de udtvoering van de wer- ken in den Perkpolder op te schorten, totdat de commissie te zijner tijd met haar onderzoek gereed zou zijn gekomen. De minister bleek, mede o-p aandrang van Ged. Staten, hiertoe evenwel niet bereid. Nochtans meende de com missie toch een eventueel veribonding over de Noord aan een onderzoek te moeten onder- werpen, wilde zij de haar gegeven opdracht naar behooren nakomen. (Zooals reeds door het beschikbaar stellen van een crediet van 600 door de Staten werd erkend, k-on het niet anders of de commissie had zich bij- haar onderzoek te doen voorlch- ten door deskundigen. Werd het geschil, ont staan omtrent de keuze der deskundigen, om dat een deel der commissie onpartijdige, niet in dienst der provincie staande deskundigen wenschte, tenslotte ov-erwonnen, anders was dit met de barriere, die werd opgeworpen door de omstandigheid, dat de deskundigen mede- deelden, voor de door hen uit te brengen rap- parten kosten in rekening te moeten brengen, die ver boven het verleende crediet van /600 uitgingen. De commissie zal, wil zij in staat zijn tot het inwinnen van behoorlijke deskundige adviezen, daarom de -beschikking dienen te krijgen over een ruimer crediet dan /600. Zij oordeelt een aanvullend crediet van /6000, waaruit dan de kosten der door haar in te winnen adviezen zullen moeten worden gekweten, vermoedelijk noodi'g en zij vraagt de Staten haar dit alsnog te verleenen. Ged. Staten meenen, alvorens omtrent het verzoek zelf hunne meening kenibaar te ma ken, te moeten opmerken, dat zij minder aan- genaam getroffen zijn door de opmerking, dat de minister mede op aandrang van Ged. Staten niet bereid was tot opschorting van de uitvoe ring der werken in den Perkpolder. De onbe vangen lezer moet uit deze passage den indruk krijgen, dat Ged. Staten welbewust bij den minister hebben aangedrongen op het nemen eener beslissing, waanvan zij wist, althans konden vermoeden, dat zij in strijd was met de wenschen en opvattingen van de Prov. Staten Niets is evenwel minder waar! Daargelaten hoe Ged. Staten zelf over de bestaande en toe- komstige veerveribindingen over de Wester schelde denken, hebben zij tegenover den Mi nister nooit anders gedaan dan de gevoelens vertolken, die door de Staten bij meer dan edn gelegenheid zijn beleden. Zij herinneren eraan, dat de Prov. Staten in December 1933 z. h. s. besloten op aanleg van inloophavens als nu bedoeld zijn, aan te dringen en het in 1936 z. h. s. voor kennisgeving aannemen van een mededeeling van Ged. Staten, dat toen defi- nitief besloten was tot aanleg der beide in loophavens. Op grond van een en ander moe ten Ged. Staten er derhalve bezwaar tegen maken, dat zelfs maar de schijn gewekt wordt als zouden zij, achter de Staten om, den Mi nister gedrongen hebben in een richting, waar van zij wisten dat zij; de instemming der Sta ten niet had. Wat nu de zaak zelve betreft, Ged. Staten meenen te moeten ontraden het verzoek van de commissie in te willigen. Men kan over de mogelij'kheid en wenschelijkheid eener veer verbinding over de Noord denken gelijk men wil, dit mag toch wel worden aangenomen, dat op eenige financieele medewerking van het Rijk bij het tot standbrengen en exploitee- ren dier verbinding niet te rekenen valt, nu eenmaal vast staat, dat enkele kilometers rivier-afwaarts de verbinding Kruiningen Perkpolder er komt en daarin door het Rijk beiangrijke bedragen zullen worden vastge- legd. Dat naast de reeds bestaande verbindin- gen een zuiver provinciaal veer ter plaatse recht en reden van bestaan zou hebben, mee nen Ged. Staten voorts te mogen betwijfelen. Tenslotte wij'zen Ged. Staten er op, dat voor het tot stand brengen der hier bedoelde veer verbinding, inpoldering van het land van Saeftinge nooddg is en dat zij, zonder zich uit te spreken over de mogelijkheid dier inpolde ring, wel willen zeggen, dat de waarschijnlijk- heid daarvan hen vooralsnog gering voor- komt, gelet op de zeer besliste uitspraken der daarbij betrokken ministers. Een nader onderzoek, als de commissie wenscht in te stellen en ,de daarbij door haar te vragen deskundige adviezen kunnen der halve, naar de meening van Ged. Staten, slechts theoretische waarde hebben, de moge lijkheid schijnt bovendien geenszins uitgeslo ten dat, mocht eenmaal tot inpoldering van het land van Saeftinge worden overgegaan en het tot stand brengen van een verbinding bij de Noord in emst worden overwogen, de om standigheden dermate zullen blijken te zijn ge- wijizigd, dat de thans gewenschte adviezen van weinig of geen nut meer zullen kunnen zijn. De toestand der Prov. financien laat evenwel niet toe, enkele duizenden guldens te besteden aan een zuiver theoretische onder zoek, dat, zeker in de eerstvolgende jaren, tot geen enkel practisch resultaat zal kunnen ledden. DE „NANDOE" DOOR MOTORSTORING OPGEHOUDEN. DEN HAAG. Het vliegtuig „Nandoe", gezagvoerder J. J. Gijsendorffer, is te Penang op de thuisreis opgehouden met motorstoring. De douglas „Imis", is met A. Bax als gezag voerder vandaag uit Batavia vertrokken om de post, passagiers en vracht over te nemen voor de reis naar Europa. DE VERJAARDAG VAN PRINS BERNHARD TE SOESTDIJK. SOESTDUK. Vanochtend is Z. K. H. Prins Bernhard, gekleed in zijn ritmeester huzaren- uniform, in zijn gele auto naar Amersfoort gereden. Na een korten tijd keerde hij terug, vergezeld van zijn broer Prins Aschwin, die den verjaardag op Soestdijk kwam meevieren. Om ongeveer negen uur werden Z. K. H. Prins Bemhard bloemen aangeboden van de Baarnsche schooljeugd, gevolgd door een defile op den Brink voor het gemeentebestuur, waarbij enkele vaderlandsche liederen ten ge- hoore werden gebracht. Z. K. H. Prins Bern- hard woonde in gezelschap van zijn secretaris, Jhr. Mr. J. C. Dedel het defile bij. Omstreeks het middaguur arriveerde een deputatie schoolkinderen uit Soestdijk ten paleize. Namens de vereenigingen „Soestdijk Vooruit" en Soestdijk Zuid" bood een elftal kinderen, van iedere school een, den Prins een bloemen- hulde aan. De Prins, die deze hulde blijkbaar zeer op prijs stelde, dankte hartelijk en gaf ieder kind daarbij de hand. DE BOMAANSLAG OP DE COOLSINGEL. ROTTERDAM. Voor den politierechter alhier heeft vanmorgen terecht gestaan Jaroslaw Baranowsky, bekend uit bet drama van de ontploffing van de bom op de Cool- singel op 23 Mei 1.1., waarbij de leider der Ukrainische partij om het leven kwam. Hem werd ten laste gelegd, gebruik te hebben ge maakt van een valschen of een vervalschten pas. De officier van justitie eischte 4 maan den gevangenisstraf met vernietiging van den valschen naam en teruggave van den lands- pas. De politierechter veroordeelde hem tot twee maanden gevangenisstraf. BRAND IN EEN K A A SM A K F.R I.I OUDE-ADE gem. Alkemadle. Vanmor gen om ongeveer zeven uur heeft brand ge- woed in de kapitale hoeve van den heer L. van der Heden. Twee minuten na het ontdekken van de brand stond het geheele achterhuis, waarin een kaasmakerij is gevestigd, in lichte laaie. Van hier sloegen de vlammen over naar den stal, daama naar den hooiberg en naar het varkenshok, dat op 15 meter afstand van den stal gelegen is. Alle machines, benevens 800 bollen kaas, die alleen reeds een waarde van 2000 vertegenwoordigden, gingen ver loren. De brandweer van Alkemade slaagde er in, dank zij de richting van de wind, het woonhuis te behouden. Het woonhuis bekwam veel waterschade. De kaasmakerij, de stal, de hooiberg en het varkenshok gingen in de vlammen verloren. De aanzienlijke schade wordt door verzekering gedekt. De brand is ontstaan, doordat een vonk uit den schoorsteen van de kaasmakerij op het rieten dak terecht kwam. DE „KARIMATA WERKT NOG STEEDS NIET. TERSOHET <T iTNG. In de afgeloopen nacht heeft de ,,Karimata" een zware Zuidwester- storm, met kracht 10 d.w.z. de hevigste storm welke het tot nu toe heeft te verduren gehad, moeten doorstaan. De berichten van de tin- b&ggermolen luidden ook thans volkomen gemststellend. Het gevaarte ligt kalm en veilig voor anker, hoewel de verbinding van den molen met de kust onmogelijk is. Mocht de wind afnemen, dan zal getracht worden de ,Karimata" te bereiken, doch zelfs wanneer dit niet mogelijk zal zijn, zal dit geen gevaar opleveren. Er is een geschikte verblijfplaats voor de bemanning, terwijl er een overvloed van levensmiddelen aan boord is. BOERDERIJ IN DE ASCH GELEGD. ALPHEN AAN DEN RIJN. Vermoedelijk doordat een vonk uit het fornuis op het rieten dak van de woning is terecht gekomen, is vanmorgen brand uitgebroken in de boerderij van den veehouder J. W. den Hertog. Binnen een half uur tijds was de boerderij, alsmede de aangebouwde stal en een hooiberg tot den grond toe afgebrand. Niets kon worden be houden. De schade wordt door verzekering" gedekt. UIT HET VERRE OOSTEN. SJANGHAI. Volgens officieele Chineesche mededeelingen uit Hankau heeft de Gele Rivier thans een gebied van ongeveer 400 mijl overstroomd. WEER EEN POLITIEKE MOORD GEPLEEGD. SJANGHAI. Vanochtend is een politieke moord gepleegd op de door Japan begunstigde Tsjen Deh Ming. In de drukke Pekingstraat werd op hem een pistoolschot gelost. Toen hij poogde te ontvluchten, werd een snelvuur op hem geopend, waarbij hij werd gedood. De daders konden ontkomen. MEISJESSOHOOL BEDOLVEN. TOKIO. Te Xokosoeka is tengevolge van een hevige regen een meisjesschool door een bergverschuiving bedolven. Een dertigtal meisjes van 10 tot 12 jaar oud werd levend begraven. Men is er in geslaagd 19 van hen te redden, doch omtrent het lot der overigen is niets bekend. VREEDZAME OVERVAL OP HE. MS. „GELDERLAND". In den nacht van 24 op 25 Juni .is aan boord van Hr. Ms. „Gelderland" een poging tot ..overval" gedaan, met het doel, den „looden Verrader" macbtig te worden. Men kent de geschiedenis van den looden verrader, dat eens het schegbeeld was van het Nederlandsche fregat „Van Alphen", dat in het elnde der achttiende eeuw in West-Indie in de luoht is gevlogen. Nadien is het opgevischt en het beeld werd het eigendom van een in Curagao algemeen geziene koopmansfamilie, de Maduro's. Nu is het in marinekringen een traditie geworden dit beeld, dat toch behoord heeft tot onze marine, machtig te worden en het vol triomf naar het vajderland terug te brengen. Ver- scheidene malen is aldus een poging gedaan en dikwijis ook met succes. De looden ver rader werd op slinksche wijze aan boord van den oorlogsbodem gebracht en eerst, wanneer het schip in voile zee was, werd den comman dant ervan op de hoogte gebracht. Deze wendde dan groote verbolgenheid voor, ter wijl bij aankomst in Nederland de Regeering opdracht gaf, het beeld met de eerstvolgende gelegenheid weer naar West-Indie te retour- neeren, tenednde het weer in het bezit der familie Maduro te doen stellen. In het begin van dit jaar hebben ook man- schappen van de Gelderland een geslaagde inbraak gepleegd en de looden verrader werd met gejuicb te Nieuwediep binnengehaald. Het roemruchte beeld is op de rijikswerf te Willemsoord weer opgeknapt en prijkt t.han.a in frissche kleuren en van een ndeuwen neus voorzien, in de kajuit van den commandant van de „Gelderland", overste A. P. B. A. van Straelen. IDeze oorlogstoodem ligt thans aan de Park- kade te Rotterdam. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag naderde een roeibootje, bemand met 4 jonge- lieden de „Gelderland". Men meerde langszij het schip, om langs het stopanker van het achterschip, waar ook de appartementen van den commandant gelegen zijn, naar boven te kunnen klimmen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 3