ALGEMEEN NiEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
AKKERTJE
LICHTZINNIGE JEUGD
zenuwen"
Men neemt n
No. 9777
MAANDAG 27 JUNI 1938
78e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
buitenland
doet men thans
rjzonder last van
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeef sterFirma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 10,20.
KI.EINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Xnzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSOHUNT EEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DE ABONNfi'S VAN HET
GEILLUSTREERD ZONDAGSBLAD
die bet blad per post ontvangen, worden ver-
zocht, hun abonnementsgeld v66r 1 Juli a.s.
in te zenden, daar er anders over bescbikt
wordt met verhooging van 15 cent.
DE UITGBEFSTER.
H.H. KANTOORHOUDltRS
worden venzocht het abonnementsgeld over
bet 2e kwartaal 1938 van de Ter Neuzensche
Courant v66r 1 Juli a.s. in te zenden.
Wij vestigen er de aandacht van onze
abonnd's op, dat wij bij terug-ontvangst van
eene onbetaalde kwitantie, onmiddellrjk de
toeeending van het blad zullen staken.
DE UITGBEFSTER.
ONZE ABONNfi'S IN HET
worden dringend verzocht, bet verschuldigde
abonnementsgeld vddr 15 Juli a.s. in te
zenden.
Abonnementen voor het buitenland worden
slechts aangenomen bij vooruitbetaling.
DE UITGEEFSTER.
PRINSES JULIANA LICHT ONGESTELD.
Wegens lichte ongesteldbeid heeft H.K.H.
Prinses Juliana moeten afzien van haar voor-
nemen, den te Amhem te spelen voetbalwed-
strrjd ten bate van den bloedtransfusiedienst
van bet Roode Kruis bij te wonen.
AMNESTIE BIJ HET A.S. REGEERINGS-
JUBILEUM.
Naar het Handelsblad vemeemt zal ter ge-
legenheid van het 40-jarig regeeringsjubileum
van H. M. de Koningin in September a.s. be-
langrrjke vermindering van straffen worden
verleend aan daarvoor in aanmerking komen-
de burgerlijke en militaire veroordeelden.
Reeds heeft de Minister van Justitie zich met
een circulaire ter zake tot de betrokken auto-
riteiter. gericht.
OECONOMISCHE RAAD.
Vaste commissie voor de
handelsvenlragen.
Bij beschikking van den Minister van Oeco-
nomische Zaken van 22 Juni zijn in de vaste
commissie van den Oeconomischen Raad voor
de handelsverdragen benoemd:
tot lid en voorzitter: Mr. L. J. A. Trip te
's-Gravenhage;
tot leden: G. M. Belzer te 's-Gravenhage,
Prof. Mr. G. W. J. Bruins te Wassenaar,
Gottfr. H. Crone te Amsterdam, Mr. Dr. W.
F. J. Frowein te Heerlen, J. B. van der Hou-
ven van Oordt te 's-Gravenhage, Mr. W. G. F.
Jongejan te 's-Gravenhage, Prof. H. A. Kaag
te Tilburg, Mr. K. P. van der Mandele te
Rotterdam, Prof. Dr. G. Minderhoud te Wa-
geningen, S. J. Schoorl te Haarlem, Mr. B. J.
M. van Spaendonck te Tilburg, A. van Wijnen
te Gouda en C. J. Ph. Zaalberg te 's-Graven
hage.
GOUDEN SNIJDERS-MEDAILLE
VOOR IR. DAMME.
Het bestuur der stichting ,,Generaal Snij-
ders Fonds" heeft besloten om aan Dr. Ir. M.
H. Damme, directeur-generaal der P.T.T., de
gouden C. J. Snijders-medaille toe te kennen.
Deze onderscheiding wordt eens in de drie
jaar uitgereikt aan hem, die zich volgens het
oordeel van het bestuur der stichting het ver-
dienstelijkst gemaakt heeft ten opzichte van
de Nederlandsche luchtvaart.
door ARTHUR APPLJN.
24)
Vervolg.)
Dank u. U kunt gaan zitten. Mr.
Mathews nam eveneens plants.
Anderen volgden nu om te getuigen, dat
Rupert de man niet was, die de cheque naar
de bank gezonden had dat het geld miss
Strode ter hand was gesteld dat 't woord
,,honderd" niet zijn handschrift was. Met be-
trekking tot deze laatste bewering rees even-
y*'el groote moeilijkheid, daar Rupy ge-
tracht had het handschrift van de cheque na
te bootsen met het gevolg, dat haar eigen
handschnft niet meer te herkennen viel.
Nadat de laatste getuige zijn verklaring had
afgelegd, richtte mr. Mathews nog eens het
woord tot de gezworenen. Hij liet daarbij
vooral uitkomen, dat Rupy Rupert's verloofde
was hetgeen zij bij het kruisverhoor had
bekend aat zij de bekentenis zelfs onschu'-
dig zou hebben afgelegd om haar verloofde
te redden.
- En, vervolgde de advocaat, ofschoon zij
zonder eenigen twijfel zijn medeplichtige in
dit misdrijf is en als zoodanig ook het geld in
ontvangst beeft genomen, is toch de brief aan
de bank van beklaagdes hand en hij werd ook
door hem onderteekend. Dit wordt zelfs door
den verdediger van beklaagde toegegeven, of
schoon deze een zeer domme en geheel onge-
looflijke verklaring heeft gegeven, namelijk
dat het schrijven gericht was aan een book
maker en betrekking had op een weddenschap,
welke blijkbaar nooit is aangegaan! De ver-
BAANTJES BIJ DE P. T. T.
De P.T.T.-dienst heeft eenigen tijd geleden
een oproep geplaatst voor een aantal man-
nelijke candidaten in opleiding te nemen voor
de betrekking van (adjunct) controleur le kl.,
voor de aanwjjzing wa^jyaftu-rileehts.. in aan
merking kunnen komen zij, die in het bezit
zijn van het einddiploma eener H.B.S. 5-j. c.
of van een daarmede gelrjkwaardig getuig-
schrift, mits onderwijs is genoten in de Fran-
sche taal.
Deze vakopleiding duurt 2% jaar, terwijl
het aanvangssalaris van adjunct-controleur le
kl. bedraagt f 225 met een maximum van
f 825, te bereiken na 24 dienstjaren.
Voor de opleiding tot deze functie zijn on-
geveer 300 sollicitaties binnengekomen, ter
wijl voor de opleiding van adjunct-bedrijfs-
ambtenaar 350 sollicitaties binnen kwamen.
Voor deze laatstgenoemde functie is het
mulo-diploma vereischt, mits onderwijs is ge
noten in de Fransche taal.
De bezoldigingsschaal voor deze categorie
vermeldt als aanvangssalaris 80 en een
maximum van 530 te bereiken na 26 dienst
jaren.
DE HEFFING VAN OPCENTEN OP
VERSCHILLENDE BELASTINGEN.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
van de wet van 20 December 1935, tot heffing
van opcenten op enkele belastingen ter ver-
sterking van de middelen tot dekking van de
uitgaven des Rijks.
Aan de memorie van toelichting wordt het
volgende ontleend:
De heffing van opcenten op verschillende
belastingen, zoowel krachtens de wet van 8
December 1933, zooals die nader is gewijzigd,
als krachtens de wet van 20 December 1935,
zullen 31 December 1938 of 30 April 1939
afloopen. Te zijner tijd zal dienen te worden
overwogen of de heffing van deze opcenten
al dan niet moet worden verlengd.
Ten aanzien van de 20 opcenten op de divi
dend- en tantidme-belasting, welke krachtens
artikel 4 van laatstgenoemde wet geheven
worden, duldt deze beslissing echter geen uit-
stel. Dit is een gevolg van het feit, dat vol
gens de bestaande wettelijke omschrijving de
beantwoording van de vraag of deze opcenten
al dan niet moeten worden geheven afhanke-
lijk is van het tijdstip Van aanvang van het
boekjaar, waarover-. de belaste uitdeeling
wordt gedaan. Thans moeten reeds aansla-
gen worden geregeld over boekjaren, welke
met of in 1938 zijn aangevangen, met name
ter zake van interiumuitdeelingen over het
boekjaar 1938 en ter zake van liquidatie-uit-
keeringen over dat boekjaar.
Op het oogenblik wordt, naast bovenbedoel-
de 20 opcenten krachtens atrikel 5a der wet
van 8 December 1933, zooals deze wet luidt na
de wijziging bij de wet van 25 Mei 1938, een
heffing van 73 opcenten ,toegepast. Deze
heffing loopt over de boekjaren, welke ein-
digen tusschen 1 Mei 1938 en 1 Mei 1939.
Voorgesteld wordt ook de onderwerpelijke
heffing van 20 opcenten thans slechts tot 1
Mei 1939 te verlengen. De heffing van alle
Rijksopcenten op de dividend- en tantieme-
belasting loopt dan gelijk af. Bij de over-
weging te zijner tijd in hoeverre opcenten-
heffing moet worden gecontinueerd, zullen
dan alle opcenten tegelijk worden bezien. Ook
kunnen dan eventueel ter vereenvoudiging de
voorschriften worden gecombineerd.
AUSTRALIE VRAAGT NEDERLANDERS.
Vrijdagmiddag is uit Kopenhagen op Schip-
hol aangekomen de Australische plaatsver-
vangende premier en minister van Handel en
Openbare Gezondheid, sir Earle Page.
Sir Earle Page heeft in een onderhoud ver-
klaard, dat hij nu hij zich toch in Neder-
land bevond de gelegenheid aangreep, met
de Nederlandsche regeering besprekingen
te openen over de mogelijkheid van emigratie
klaring van him getuige, Despard, is wellicht
zelfs het sterkste bewijs voor de ongeloofwaar-
digheid van miss Strode's onthullingen. Hij
ontkent uitdrukkelijk de cheque gezien te
hebben, welke zij beweert in haar hand te
hebben gehad. Hij zegt, dat er geen woord
gesproken werd over een gewonnen wedden
schap en hij verklaart uitdrukkelijk, dat het
vloeipapier hetwelk, zooals dit voor ons
ligt, gevlekt is absoluut blank was! Deze
getuige is zelfs zoo voorzichtig met zijn ver-
klaringen, dat hij tihans weigert onder eede te
verklaren, dat het vloeipapier niet gebruikt
was, ofschoon hij er redelijkerwijze van over-
tuigd is, dat het papier wdl schoon was. Welk
een tegenstelling vormt deze rondborstige
verklaring met die van miss Strode! Wei
hoe! Deze laatste is niet in staat haar ver-
haal te doen, zonder met zichzelf in tegen-
spraak te komen en als men haar dan vraagt,
welke verklaring harerzijds de juiste is, be-
zwijkt zij en geeft zij haar poging op om haar
verloofde te redden! Heeren van de jury, ik
zal de laatste zijn om te profiteeren van de
zwakte eener vrouw of van de ongelukkige
situatie, waarin zij zichzelf heeft begeven ik
kan slechts bewondering koesteren voor haar
heldhaftigheid, voor den opofferenden moed,
dien zij heeft door te trachten de misdaad van
haar verloofde op zich te nemen doch ik zou
mijn plicht niet doen, ik zou zelfs de gedachte
aan wat recht is verkrachten, als ik er in zou
toestemmen, dat deze liefdevolle vrouw zich
zelf van een misdaad beschuldigt, terwijl zij
slechts een onschuldige medeplichtige is.
Hij ging zitten. Mr. Marshall stond op.
Hij was een jong rechtsgeleerde, die nog naam
moest maken en behandelde thans zijn eerste
groote zaak.
Rustig doorliep hijzin voor zin, de akte van
beschuldiging. Op handige wijze maakte hij
gebruik van iedere verklaring, welke indirect
ook maar eenigszins voor den beklaagde na-
deelig was en liet daarbij uitkomen, dat zulks
van Nederlanders naar Australie. De econo-
mische mogelijkheden van Australie zijn nog
zeer groot, terwijl het aantal arbeidskrachten
er in zekeren zin beperkt genoemd moet
worden.
In ieder geval bestaat er ruimte voor im-
migratie bij ons en wj zouden gaame zien,
dat aan deze immigratie ook Nederlanders
deelnamen, vervolgde de Australische minis
ter. Wij kunnen niet beginnen met het op-
nemen van groote aantallen immigranten
omdat wij daardoor een storenden invloed
zouden uitoefenen op de thans bestaande eco-
nomische structuur. Maar wij zouden toch
gaarne Nederlanders naar Australie zien
komen en dit aantal zou dan jaarlijks kunnen
worden opgevoerd.
Omtrent het aantal Nederlanders, dat in
Australie zou kunnen worden geplaatst, kon
sir Earle nog geen nadere mededeelingen ver-
strekken.
GEEN VERHOOGING DER HEFFING OP
AARDA PPELEN.
Uit de Staatscourant van Vrjjdag bljjkt, dat
is besloten de verhooging van de invoer-
monopolieheffing der aardappelen verder ge
heel achterwege te laten.
De Minister van Econ. Zaken, gelet op
artikel 12 van het crisis-monopoliebesluit
1933 en op zijn beschikking van 17 Maart
1938, zooals deze laatstelijk is gewijzigd,
heeft goedgevonden genoemde beschikking te
wijzigen in dier voege, dat het daarin be-
paalde wordt gelezen als volgt:
„Het prijsverschil voor aardappelen waar-
van de invoer plaats vindt in het tijdvak,
aanvangende met ingang van 1 April 1938
en eindigende met ingang van 1 Augustus
1938 vast te stellen op /3 per 100 kg. netto".
Het officieele bericht: Naar aanleiding van
de verzoeken, tot de regeering gericht, om
maatregelen te nemen, die leiden tot ver-
laging van den prijs van aardappelen, luidt:
De prijzen van de aardappelen zijn dit jaar
inderdaad aanzienlijk hooger dan in denzelf-
den tijd van 1937. De aanvoeren van vroege
aardappelen nemen echter thans toe, waar-
door de prijzen van deze aardappelen dalen.
In andere jaren treedt omstreeks 20 Juni
dikwijls reeds de toestamd in, dat hoeveel-
heden vroege aardappelen onverkoopbaar zjjn.
Het is daarom te verwachten, dat zeer bin-
nenkort de aanvoeren zoo ruim zullen zijn, dat
de aardappelen weder gemakkelijk binnen
het bereik van iederen consument komen.
Gezien het tijdelijk karakter van den toe-
stand. is het niet mogeljjk, door maatregelen
als opkoop van het restant oude aardappelen
door de regeering en beschikbaarstelling daar-
van tegen lagere prijzen den toestand te ver-
beteren.
Afgezien nog van het feit, dat zulke maat
regelen financieel en economisch niet aan-
vaardbaar zouden zijn, zou de voorbereiding
daarvan te veel tijd kosten, dan dat deze daar-
na nog effect zouden kunnen sorteeren.
Door uitstel van de verhooging der invoer-
monopolieheffing op ingevoerde aardappelen
en door de dezer dagen genomen beslissing
deze verhooging verder geheel achterwege te
laten, is getracht, eenigermate aan de moei-
lijkheden tegemoet te komen.
Hierbij moet men echter niet voorbij zien,
dat de invloed van deze aardappelen op den
binnenlandschen prijs van aardappelen in het
algemeen relatief gering is, daar deze inge
voerde aardappelen een product vormen, dat
slechts een kleineren kring van koopers vindt
en tegen relatief hooge prijzen wordt afgezet.
Ten slotte wordt de aandacht gevestigd op
het feit, dat het onjuist is de thans geldende
prijzen te vergelijken met de uitermate lage
prijzen, welke in vorige jaren hebben gegol-
den. Deze prijzen mogen den consument wel-
kom zijn geweest, zij gaven den boer en tuin-
der dikwijls een volkomen onvoldoende vergoe-
ding voor hun onkosten. Dit is een onjuiste
toestand. Bovendien: al mogen de prijzen van
ook het geval was ten opzichte van Ruby
Strode. Hij vroeg de jury of er edn getuige-
nis bestond rechtstreeks ten laste van zijn
client. Na een korte pauze ten einde de
spanning nog wat te verhoogen ging hij
verder: Neen, heeren, dat is onmogelijk! In-
directe bewijzen zijn er in overvloed, doch niets
maar dan ook Hiets kan u het recht
geven dezea man schuldig te verklaren!
Hierna begon hij met de eigenlijke verdedi-
ging. Hij sehilderde op pathetische wijze den
gevangene, fijdende in stilte en trachtend zijn
verloofde in bescehrming te nemen zijn oor-
spronkelrjke weigering 'n verdediger te nemen;
z'n besluit alle schuld op zich te nemen; ein-
delijk zijn toestemming in de verdediging
toen hij wist, dat zijn verloofde zich in veilig-
heid bevond op het vasteland enkel en
alleen terwille van het verdriet, dat hij zijn
ouden vader zou aandoen door de oneer en de
schande, welke steeds zouden blijven kleven
aan den goeden naam der familie.
Hij sprak gedurende zes en veertig minuten
en besloot zijn handige, stijlvolle verdediging
aldus:
Heeren van de jury, ware ik zelf niet
overtuigd van de onschuld van beklaagde, dan
zou het mij mogelijk zijn van u een uitspraak
te vragen, waardoor zijn verloofde zijn plaats
op de bank der beschuldigden zou innemen.
Doch m'n geachte tegenstander, die hier het
Openbaar Ministerie vertegenwoordigd, hoorde
de bekentenis van miss Ruby Strode eerst
gisteravond ten kantore van de raadslieden
van sir Reginald Crichton. Had hij, zooals
ik heb gediaan, geluisterd naar haar oprechte
antwoorden op iedere vraag, hij had haar op-
recht en eerlijk verslag van de gebeurtenissen
gehoord, dan zou hij, daar ben ik zeker van,
er nimmer in hebben toegest.emd, dat aan deze
zaak verder gevolg werd gegeven. Ik vraag
thans slechts om recht voor een onschuldig
mensch en, edelachtbare heeren, ik geef hem
in uw handen over, in het vertrouwen, dat
de vroege aardappelen voor de telers gunstig
zijn, ook zij ondervinden de gevolgen van den
slechten oogst. De geldelijke opbrengst van
hun teelt is ten slotte het product van prijs
en oogst. In de betere prijzen ontvangen de
telers van vroege aardappelen een compensatie
voor den ongunstigen oogst.
INKRIMPING VAN OVERWERK.
De regeeringspersdienst deelt mede:
In verband met het belang, dat in de hui-
dige tijdsomstandigheden gelegen is in een
verdeelinig van de beschikbare hoeveelheid
werk over een zoo groot mogelijk aantal ar-
beiders, treedt de wensohelijkheid naar voren,
bij het verleenen van vergunmingen tot afwij-
king van den wettelijk toegestanen arbeids-
duur naar nog grootere beperking te streven
dan tot dusverre reeds het geval is.
Uit den attrd derz aak zullen zich steeds ge-
vailem voor blijven doen waarbij overwerk
niet te vermijden is, doch het moet niet on
mogelijk worden geacht, den omvang van het
jaarlijksch verrichtte overwerk tot kleiner
properties terug te brengen, zulks niet alleen
voor zooveel vergunningen van individueelen
aard aangaat, doch ook met betrekking tot de
collectieve en de seizoenvergunningen (b.v.
voor het kleedingbedrijf
Ten einde het ontstaan van moedlijkheden
zooveel mogelijk te voorkomen, moet het
raadizaam worden geacht dat alien, die van
het instituut der overwerktvergunningen ge
bruik maken, trachten door het toepassen van
andere middelen, als het tijdig ter opleiding in
dienst nemen van meer personeel, het bedin-
gen van ruimer leveringstijden e.d., de nood-
zakelijkheid van werktijdverruimdng te beper-
ken.
DE VERZENDING VAN DIENSTSTUKKEN
VAN GEMEENTEBESTUREN.
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft een brief gericht aan de gemeentebestu-
ren betreffende de verzending van dienststuk-
ken. Nog steeds wordt, aldus schrijft de mi
nister, van verschillende zijden de aandacht er
op gevestigd, dat van de bevoegdiheid tot het
verzenden van dienststukken, waarvan de kos
ten ten laste van het departement van binnen
landsche zaken komen, misibruik, al thans ten
onreehte gebruik wordt gemaakt.
Meermalen komt het voor, dat stukken,
waarvan vaststaat, dat zij niet den openbaren
dienst betreffen of die om eenigerlei redenvan
de regeling zijn uitgesloten, toch als dienst-
stuk worden verzonden.
Zoo blijkt thans nog misverstand te bestaan
omtrent de vraag in hoeverre dienstcorrespon-
dentie van de bedrijven onder deze bevoegd-
heid valt.
Zooals aan de gemeentebesturen bekend is,
zijn de bedrijven van deze bevoegdheid vol-
ledig uitgesloten.
Voor zoover de administratie der bedlrijtven
wordt beheerd door een centrale boekhouding,
dient met deze beslissing bij de verzending
der stukken, die op de bedrijven betrekking
hebben, zedr in het bijzonder rekening te wor
den gehouden. Naar uit bij het departement
ingekomen berichten blijkt zou dit niet steeds
gesehieden.
In dit verband dringt de minister bij de ge
meentebesturen aan op een juiste naleving
der voorschriften.
NEDERLANDERS IN SFAANSOHEN
DIENST.
Het Tweede Kamerlid, de heer Van der
Goes van Naters, heeft aan de Ministers van
Buitenlandsche Zaken en van Justitie de vol
gende vragen gesteld:
1. Is de regeering van oordeel, dat de wet
op het Nederlanderschap van toepassing kan
zijn op de Nederlandsche vrijwilligers in den
Spaanschen burgeroorlog, en zoo ja, welke is
dan de opvatting der regeering omtrent die
toepasselijkheid ten aanzien van:
a. vrijwilligers, opgenomen in de Spaan-
sche regeeringslegers;
hem recht zal gesehieden.
Een storm van bijval brak los, toen mr.
Marshall weer ging zitten. De stilte werd her-
steld, waarna de rechter andermaal het woord
nam.
Hij doorliep de stukken nog eens in het kort
en wees de juryleden er op, dat het thans aan
hen was de documenten grondig na te gaan
en te zeggep, of zij aan het affidavit, over-
gelegd door de verdediging, geloofden. Geloof-
den ze de daarin vastgelegd'e verklaringen,
dan was het plicht beklaagde vrij te spreken.
Geloofden ze van den anderen kant deze ver
klaring niet, geloofden ze alles, wat in de acte
van beschuldiging beklaagde was ten laste
gelegd, dat het affidavit dus was ontstaan
enkel en alleen uit genegenheid voor den ver-
dachte, dan moest de jury, zich steunend op
de stukken, Rupert Dale schuldig verklaren.
Met betrekking tot de toepassing van de wet
bestonden er geen moeilijkheden. Valschheid
in geschrifte was gepleegd; aan de jury om
uit te maken in hoeverre beklaagde hieraan
schuldig was. Hij waarschuwde hen voor de
invloeden van sympathie of antipathie op hun
oordeel. Mocht er echter eenige onzekerheid
bestaan ten opzichte van de schuld van ver-
dachte, dan waren zij in geweten verplicht hem
van ieder daaruit voor hem voortspruitend
voordeel te doen profiteeren.
HOOFDSTUK XII.
Het huwelijk, dat niet doorgaat.
Onmiddellijk na de beschouwingen van den
rechter stonden de juryleden op en verlieten
de rechtszaal om te beraadslagen.
De algemeene indruk was, dat de jury wel
vlug met haar besluit gereed zou komen; zoo-
doende bleef men in de zaal; enkele dames
maakten van de gelegenheid gebruik zich te
poederen, andere wuifden zich wat koelte toe
Ingez. Med.
b. vrijwilligers der Internationale brigade;
c. vrijwilligers aan de zijde der opstande-
lingen.
2. Is de regeering niet van meening, dat,
ongeacht eventueele toepasselijkheid van
bovengemeld wetsartikel op een of meer cate-
gorieen vrijwilligers, hun repatrieering op ge-
lijken voet als door andere bij de non-inter-
ventie overeenkomst betrokken staten behoort
te worden bevorderd, zoodra de thans in
voorbereiding zijnde regeling omtrent de
terugtrekking der vrijwilligers van kracht zal
zijn geworden?
JAARVERGADERING VAN DEN NEDER-
LANDSCHEN SLAGERSBOND TE ZEIST.
Op uitnoodiging van de afdeeling Zeist der
Slagersvereeniging, welke haar 30-jarig be
staan herdaeht, werd, naar men ons meldt,
Woensdag j.l. de 47ste jaarvergadering van
den Nederlandschen Slagersbond aldaar ge
houden in hotel „Boschlust".
Aan het congres ging Dinsdagavond een
officieele ontvangst van hoofdbestuur en con-
gressisten door het gemeentebestuur van Zeist
vooraf.
Voor het Woensdagmorgen om half tien
aangevangen congres bleek groote belang-
stelling te bestaan. De bondsvoorzitter hield
een uitvoerige openingsrede waarin hij con-
stateerde dat hoewel de slagers tiians als ge
volg van de afschaffing der crisishefiingen 'p
vietsch en de toepassing der vestigingswet op
het s'agersbedrijf in belangrijk gunstiger om-
star.digheden dan vorige jaren bijeenkomen,
de toestand in het bedrijf niettemin nog zor-
gelijk blijft.
In hoofdzaak valt dit toe te schrijven aan
de verontrustende daling welke de vleesch-
consumptie hier te lande te zien geeft.
De verarming van den slagersstand schreef
spr. voorts op grond van officieele cijfers toe
aan de langdurige crisisheffingen op vleesch,
welke vanaf 15 Augustus 1932 tot 1 November
1937 74 millioen gulden hebben opgebraoht.
Onder daverend applaus der vergadering
bracht spr. hulde aan Minister Steenberghe,
die de heffingen afschafte en de vestigings-
wet op het bedrijf toepaste.
Overigens liet spr. uitkomen, dat er nog
vele wenschen in het slagersbedrijf leven,
waarvan inwilliging voorwaarde is voor een
gezondmaking van het ambacht.
Welke overige wenschen en grieven er
onder de slagers leven, is uit het verloop der
vergadering duidelijk gebleken. De grieven
hadden hoofdzakelijk betrekking op de uit-
voering der vleeschkeuringswet, welke leidt
tot een onbillijke bevoorrechting van het
grootbedrijf.
Het voornaamste punt der agenda van de
vergadering vormde de bespreking over het
voeren eener landelijke vleeschpropaganda.
De bondssecretaris, de heer Th. Cuiper, gaf
hierbij een uitvoerige toelichting.
De vergadering vereenigde zich tenslotte
met het bestuursvoorstel om, zoo mogelijk in
samenwerking met andere belanghebbende
organisaties, speciaal ook den landbouw, en
van de regeering, een vleeschpropaganda op
touw te zetten. Het bestuur kreeg opdracht
ter zake nadere plannen uit te werken.
met een waaier. In de gangen van het gebouw
wandelden de advocaten op en neer, onderling
het geval besprekend.
Schuldig! Natuurlijk schuldig, was de mee
ning der meerderheid. Enkele wijsneuzen
schudden het hoofd. Z6o zeker stond de zaak
toch feitelijk ook niet. Rupert Dale's houding
was ongetwijfeld die geweest van iemand, die
zioh schuldig voelt; z66 overtuigd zelfs was
die houding, dat in de oogen van hen, die van
ondervinding konden spreken inzake crimina-
liteit, beklaagde juist onschuldig was.
Want het is immers de schuldige, die op de
volmaakts mogelijke wijze steeds het masker
der onschuld anneemt.
Tevergeefs trachtten zoowel advocaten als
rechter Ruby Strode over te halen de zaal te
verlaten. Ze zag lijkbleek; het scheen of haar
krachten haar ieder oogenblik zouden verla
ten. Iris Coleys, haar vriendin, zat naast haar
en deed alles, wat mogelijk was, om haar te
troosten en op te beuren. Ruby scheen zich
nauwelijks bewust van hetgeen om haar
plaats greep. Zij leek gevoelloos.
Slechts edn gedachte bezielde haar: in haar
poging om haar verloofde te redden, had zij
gefaald. Tweemaal was het mislukt. Ze was
bereid zijn plaats in te nemen op de bank der
beschuldigden; ze wilde haar misdaad uitJboe-
ten. Men geloofde haar niet. De dwazen ge
loofden haar niet, toen zij verklaarde, dat al
leen zij schuldig was. Naar haar gedachten-
gang had zij haar schuld voldoende bewezen.
Zij zat daar nu, dneengedoken, de handen
krampachtig tusschen haar knieen geklemd,
haar oogen starend naar de deur, waarachter
de jury beraadslaagde. Al maar door sprak
zij in zichzelf en degenen, die naast haar
zaten, vingen stukken en brokken van haar
alleenspraak op:
Ik alleen ben schuldigik heb het
gedaan.
(Wordt vervolgd.)