Hoofdpijn - Kiespijn - Gevatte koude
Sport
Feuilleton-vertellingen
HULPPOSTEN VAN HET ROODE KRUIS.
AXEL.
PRO VINCI ALE STATEN VAN
ZEELAND.
RECHTSZAKEN.
drib maanden gevangenisstraf
VOOR EEN GEHEIMEN ZENDER.
VOETBAL.
BRABANTSCHE BRIEVEN.
'i>l
NA TWEE JAAR LIJDEN
haar hoofdpijnen kwyt en haar
rheUmatische pijnen vertlvvenen
„Meer dan twee jaar lang wend mijn leven
vergald door vreeselijke hoofdipijnen, duizelig-
Iheid enz. en mijn rheumatische pijnen waren
same niet te dragen. Ieder bekend middel pro-
bee rde ik. Op een goeden dag begon ik met
Krusehen Salt's, in de hoop, dat mijn hoofd
pijnen dan wat minder zouden worden. Denkt
U mijn weugde in toen dk bemerlkte, dat al
mijn klacihten verdwemen. Ik zou niet meer
zonder Krusdhen wilien."
Mevr. M. P. A. te W.
Krusdhen is een samenstelling van zes ver-
sdhiillende natuurlijke zouten, die ieder voor
zicth een heiizame werking uitoefenen op Uw
inwenidige organen. Begin nog heden met de
dagelijksdhe kleine dosis en U zult U gezonder
en gelnkkiger voelen. Krusehen Salts is uit-
sluitend verkrijgbaar bij apothekers en erken-
de dnogisfcen.
Adv.
te vertellen. Men moet het gaan zien en al
zal men af en toe om dat na'iveteit lachen,
men zal van de film genieten om de eerlijk-
heid en de pretentieloosheid, waarmee ze tot
een genoegelijke ontspanning werd gemaakt,
een ontspanning die vooral bij de ouderen her-
inneringen zal opwekken aan de dagen van
voorheen, toen men dergelijke verhalen in hei-
ligen ernst beleefde.
Daphne en de Diplomaat.
iHet is eigenlijk maar een heel eenvoudig
verhaaltje: een rneisje, dat danseres wil wor
den en dat meent, dat zij daarom de liefde
buiten haar leven moet sluiten, krijgt van
haar leerares de les dat liefde en leed en haat
de levenservaringen zijn, welke juist voor de
kunst eigenlijk onontbeerlijk zijn, omdat de
kunst een afspiegeling van het werkelijke
leven dient te zijn en de scheppende kunste-
nares deze zoo prominente factoren mee be-
leefd moet hebben, om het groote pubiek in-
derdaad iets te kunnen schenken. Het jonge
rneisje vat dezen raad wat al te letterlijk op.
Als zij op den avond van dien zelfden dag op
een romantisch tuinfeest een knappen jongen
man leert kennen, die zich bovendien op een
gegeven oogenblik heel dapper weet te gedra-
gen, dan aarzelt zij niet, om zich met hem
in een avontuur te storten, een avontuur, dat
voor hem slechts een amusante tijdspassee-
ring, maar voor haar in den aanvang de groote
liefde voor heel haar leven lijkt. Pas na vele
desillusies ervaart zij, dat deze jongeman toch
niet de man is, op wien haar verdere leven
gebouwd kan zijn en dat voor die rol veel
meer de eenvoudige koor-repetitor en pianist,
die zich al vroeger over haar ontfermd heeft,
geschikt is.
Maar Robert A. Stemmle heeft in de film:
Daphne en de Diplomaat dit simpele gegeven
weten te vertellen, op een boeiende wijze en
vooral ook met veel werkelijkheidszin al leek
ons de staat, waarin de leerares verkeert,
welk een gevierde danseres deze ook mag
heeten te zijn, wel wat al te luxueus. De
vreugdevolle agitatie onder de leerlingen, als
zij mee op de Europeesche toumee mogen, de
gejaagdheid, het zenuwsloopende, het altijd
weer voort moeten, het zwerven van stad
naar stad, van land naar land, of eigenlijk
meer nog van hotel naar hotel en van theater
naar theater, dat zijn een paar kleine onder-
deelen in het verhaal, die het talent van
Stemmle als verteller verraden.
Van wat de leerlingen van de beroemde
danseres presteeren geeft de film o.a. enkele
prachtige beelden. Karin Ha:'dt en Gerda
Maurus zijn de beide voornaamste vrouwen uit
de film; Hans Nielsen en Karl Schobock zijn
haar mannelijke partners. De uitstekende ty-
peeringen en de voortreffelijke fotografie
maken deze film tot een heel goede.
SMOKKELAARS BETRAPT.
En den avond van een dezer dagen, om-
stracks 11 uur, bemerkte een dienstdoende
kommies, onder de gemeente Sas van Gent,
een viertal personen, die ieder een gevulden
zalk op den rug droegen.
Op een gegeven moment zagen zij den kom
mies, wierpen him vracht weg en vluchtten
over een stuk bouwland. Bij onderzoek bleken
de achtcrgelaten zakken te bevatten ruim 100
K.G. suiker, ongeveer 26 K.G. margarine en
15 liter slaolie.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
En de week van 5 tot en met 11 Juni kwa-
men er in onize provincie 4 gevallen van rood-
vonk voor, n.l. twee te Ovezande en een in
ieder der gemeenten Driewegen en Schoon-
dijke.
Door de uitzetting van een zestigtal hulp-
posten van het Roode Kruis, in eenige deelen
van Zeeuwsch-Vlaanderen, Noord-Brabant,
Noord-Holland en Overijssel, wordt dezer
dagen het netwerk van ruim 600 hulpposten
langs de hoofdverkeerswegen in Nederland
voltooid.
De wegen waarlangs in Zeeuwsch-Vlaande
ren de laatste hulpposten worden geplaatst
zijn: Walsoorden-Hulst-Grens; Terneuzen-Sas
van Gent; Sluis-Aardenburg-Grens; Schoon-
dijke-Uzendijke-Philippine-Sas van Gent.
De brandbommen zijn van veel geringer
kaliber en geschikt om bij duizendtallen te
worden medegevoerd. Zij wegen n.l. slechts
van 1 tot 6 K.G., doch de uitwerking is ten-
gevolge van de samenstelling die bij ontplof-
fing een warmtetemperatuur van tot 3000
graden Celsius veroorzaakt, niettemin ontzet-
tend. Een zeer afdoende maatregel tegen de
uitwerking vormt droog zand op de zolders.
In dezen moet de bevolking bij oefeningen
zoowel als in oorlogstijd doordrongen zijn van
de nationale plicht tot zelfbehoud en hij
schetste hoe men in dat opzicht lb.v. in Duitsch-
land reeds optreedt bij dergelijke oefeningen.
Gelukkig zijn voor ons Nederlandsch klimaat
tengevolge van de weersomstandigheden de
kansem niet zeer gunstig en reduceeren de
gevolgen van regen en wind de gevaren voor
onze bevolking alzoo in belangrijke mate.
Vooral geldt dit ten opzichte van de gasbom-
men waartegen men bescherming moet zoe-
ken vooral in de hoogte vanwege het feit, dat
de ontwikkelde gassen zwaarder zijn dan de
lucht.
De gassen onderscheidt hij voorts in gif-
tige, prikkelende en blaartrekkende. Vooral
de uitwerking van mosterdgas is verschrik-
kelijk daar dit door kleeren en schoenen heen-
trekkende etterende wonden veroorzaakt, die
zelfs bij kundige geneeskundige behandeling
wekenlang zorgvolle verpleging vereischt
voor de slachtoffers. De meest doeltreffende
bescherming hiertegen zijn de gasmaskers,
waarmede hij enkele demonstratie's ten beste
gaf. Spreker schetste voorts uitvoerig op
welke wijze de luchtbeschermingsdienst reeds
thans is georganiseerd en wees voorts op de
buitengewone bouwvergunningen die reeds nu
bij bebouwde oppervlakten van meer dan
120 M2 reeds ter beoordeeling in handen van
den Minister van Binnenlandsche Zaken moe
ten worden gesteld, ten opzichte van den plicht
tot het bouwen van schuilkelders. Ook in ons
land wordt voorts met kracht gewerkt aan
de beschikbaarstelling van volksgasmaskers
voor den prijs van pl.m. 3. Tenslotte bindt
hij den aanwezigen op het hart om elk in zijn
kring propagandist te zijn en ook bij duister-
nisoefeningen de grootst mogelijke medewer-
king te betoonen, waartoe ieder zijn nationaal
plichtsgevoel behoort te doen spreken. De
interessante causerie werd door een groote
serie lantaarnplaatjes verduidelijkt en voor-
zeker is door de afwezigen een heeleboel
leerzaams gemist.
Het bij de sluiting uitgereikte propaganda-
materiaal zal er ongetwijfeld toe bij kunnen
dragen de bevolking steeds meer onder het
oog te brengen, dat luchtbescherming een aan-
gelegenheid is van nationale plicht.
Mijnhardtjes (dit zijn hartvormige cachets) helpen snel en goed. Doos50ct. Proefdoos lOct.
Luchtbescherming.
Ingeleid door den heer P. A. Wondergem
als voorzitter van de afdeeling Axel, "ad
alhier Woensdagavond in ,,Het Centrum" op
het lid van het Algemeen Bestuur van de
Ned. Ver. voor Luchtbescherming, de heer H.
Bierman uit Middelburg.
De opkomst was matig en bedroeg nauwe-
lijks een 40-tal personen. Niettegenstaande
dat memoreerde de voorzitter in zijn ope-
ningswoord, dat de afdeeling Axel thans reeds
250 leden telt. De inleider had als onderwerp
gekozen: ..Luchtbescherming nationale plicht".
Spreker begon met er op te wijzen, dat wij in
Nederland in dit opzicht van geen voort-
varendheid blijk hebbben gegeven, al is er
thans verbetering te constateeren. Een men-
taliteit als gekweekt door de secte: ,,Kerk en
Vrede", is blind voor de realiteit, daar het
dreigende gevaar rondom ons ten eenenmale
nffet te miskennen valt. Ook wij hopen echter,
dat de onheilen van een oorlog verre zullen
blijven, vooral nu dit onheil weer zooveel
grooter en omvangrijker belooft te worden
door de luchtmacht die als derde macht naast
de strijdkrachten te land en te water, reeds
tot het uiterste geperfectioneerd is. In den
Ibreede schetste hij de gevolgen van de uitwer
king van brisant-, brand- en gasbommen.
Eerstgenoemde categorie zijn bommen die tot
1800 K.G. wegen, echter behalve dit nadeel
(van de zwaarte) ook buitengewoon duur zijn
en er alzoo een spaarzaam gebruik uit voort-
vloeit. Meestal worden zij aangewend tegen
belangrijke strategische punten als munitie-
fabrieken, spoorwegkruisingen, havens of
residence's, enz.
Terreinen aan veerhavens Kuiningen
en Perkpolder.
In iverband met den aanleg van veerhavens
onder Kruiningen en in den Perkpolder heb
ben Ged. iStaten het raadzaam geacht over-
leg te plegen met den Rijkswaterstaat, nopens
het verkrijgen van terreinen voor den bouw
van kantoren c.o., woningen voor het perso-
neel en ten behoeve van den ondernemer van
den autobusdienst, welke de verbinding tus-
schen de veerhaven en het station Kruiningen
zal verzorgen. Het kwam Ged. Staten toch
aangeweizen voor, dat daarmede reeds reke-
ning werd gehouden bij den aankoop of ont-
eigening van de voor den havenaanleg benoo-
digde gronden. Naar aan Ged. Staten is
medegedeeld, kunnen wachtkamers en berg-
plaatsen worden gebouwd op verhoogde ter
reinen op de havenemplacementen. Omtrent
het stichten van deze dienstgebouwen zullen
Ged. Staten t.z.t. een voorstel doen.
Aan de haven in den Perkpolder zal, behou-
dens hoogere goedkeuring, door het Kroon-
domein een woonstraat worden aangelegd aan
de Zuid-Oostzijde van de haven. In de be-
hoefte aan bouwterrein zal dus hier zijn voor-
zien. Anders staat het echter aan de veer-
haven aan den Zuid-Bevelandschen wal. Ten
einde aldaar de beschikking te verkrijgen over
bouwterrein zal de Provincie daarin reeds nu
moeten voorzien. Hoezeer het voorshands
niet in de bedoeling ligt het geheele personeel
te verplichten in de onmiddellijke nabijheid
van deze veerhaven te wonen, zal dit eener-
zijds door leden van dat personeel worden ge-
wenscht, terwijl het anderzijds voor de uit-
oefening van den dienst gewenscht zoo niet
noodzakelijk is, dat althans een deel van het
personeel bij de aanlegplaats woonachtig is.
Het Rijk heeft zich bereid verklaard ter
reinen, grenzende aan de aan te leggen veer
haven onder Kruiningen, ten behoeve van de
Provincie aan te koopen of te onteigenen. Zoo
spoedig mogelijk na den aankoop dient de
Provincie deze terreinen over te nemen tegen
de bedragen, welke daarvoor door het Rijk
zullen worden besteed. Gedurende den tijd, dat
het Rijk deze bedragen geheel of gedeeltelijk
financiert, zal een rentevergoeding zijn ver-
sohuldigd. Ged. Staten stellen voor, hen te
machtigen met het Rijk de noodige overeen-
komsten aan te gaan.
Wijziging algelmeen reglemenl voor de
polders en waterschappen.
Ged. Staten stellen aan de Provinciale Sta
ten voor enkele wijzigingen aan te brengen in
het Algemeen (Reglement voor de polders of
waterschappen in Zeeland.
In art. 1 staat wordt geen afzonderlijk
reglement vastgesteld, dan zorgen Ged. Sta
ten, dat over den polder of het waterschap
overeenkomstig dit reglement een bestuur be-
noemd wordt en verder de bepalingen van het
reglement in werking treden.
Naar aanleiding van opmerkingen van den
Minister van Waterstaat en onderhandelingen
met hem, stellen Ged. Staten voor achter wa
terschap te lezen„zulks op eene wijze, welke
hun, gelet op de omstandigheden, het meest
geraden voortkomt" enz.
In art. 4 stellen Ged. Staten voor de moge-
lijkheid te scheppen om waterschappen van
verschillende polders te vormen, die meer of
minder belang hebben bij een goede dijkszorg.
In art. 41, handelende over het wonen van den
dijkgraaf in de gemeente waarin de polder of
het waterschap geheel of ten deele gelegen is,
of in eene aan die gemeente grenzende ge
meente, stellen Ged. Staten de wijziging voor
en wel om te lezen „Nederlandsche gemeente".
In art. 47 zal moeten worden ingelast, dat
een dijkgraaf, zijn plaatsvervangers of de ge-
zworenen ook voor ontslag aan de Kroon kun
nen worden voorgedragen als zij niet meer de
voor de plaatsing op de aanbewelingslijsten
voorgeschreven vereischten bezitten.
Tenslotte stellen Ged. Staten voor te bepa-
len, dat van elk besluit van Ged. Staten naar
aanleiding van een beroep tegen een besluit
van een vergadering van een polder of een
waterschap, beroep openstaat bij de Kroon.
Provinciaal wegenfonds.
Ged. Staten stellen aan de Prov. Staten
voor de balans en de rekening over 1936 van
het Prov. wegenfonds van Zeeland vast te
stellen.
De rekening geeft een eindcijfer van
1.003.428 met 'n nadeelig saldo van 495.083.
De balans wijst een eindcijfer aan van
f 1.072,847.
Het fonds ontving als aandeel in de op-
brengst van de motorrijtuigen en rijwielbe-
lasting 382.807, van de Provincie 125.000 en
restitutie verbeteringsbijdrage 537. Voor ver
betering van wegen werd f 945.674 en voor
onderhoud f 24.861 uitgegeven.
Subsidie borgstellingsfondsen middenstand.
De besturen van de borgstellingsfondsen
voor de Zeeuwsche eilanden en voor Zeeuwsch-
Vlaanderen hebben zich tot de Prov. Staten
gericht met verzoeken voor 1938 een bijdrage
te mogen ontvangen iberekend naar 2 cent per
inwoner van de bij de fondsen aangesloten ge
meenten. Toen in 1936 door deze besturen
werd gevraagd een bijdrage te verleenen in het
stamkapitaal van 10 cent per inwoner der aan
gesloten gemeenten en van 2 cent per inwoner
gedurende 5 jaren, is daarop op voorstel van
Ged. Staten afwijzend beschikt, doch op voor
stel van den heer Adriaanse besloten voor 6en
jaar 1000 voor beide fondsen gezamenlijk te
verleenen. Deze bijdrage is toen in 1937 ge-
leidelijk over beide fondsen verdeeld. Als thans
aan het gedane verzoek gevolg zou worden
gegeven, dan zou de steun thans reeds ruim
/2000 per jaar bedragen en in de toekomst
als alle Zeeuwsche gemeenten tot de borg
stellingsfondsen zijn toegetreden een jaar-
lijksche uitgaaf vorderen van ongeveer f 5000.
Met het oog op deze Vermeerdering van lasten
meenen Ged. Staten te moeten ontraden aan
het verzoek van beide borgstellingsfondsen
volledig te voldoen en voor 1938 een gelijk be-
drag beschikbaar te stellen als voor 1937.
Voor het Kantongerecht te Enschede stond
Woensdagmorgen terecht een fabrieksarbei-
der uit Glanerbrug, die werd verdacht van
het geven van geheime radio-uitzendingen.
Het betrof hier den amateur-zender „Het
voile profijt", welke op 15 Med j.l. door de
Enschedeesche politie werd ontdekt. De ont-
dekking geschiedde op heeterdaad, maar toch
wenschte verdachte het feit niet toe te geven.
Wiel erkende hij den zender te hebben ge
bouwd en vroeger uitzendingen te hebben ver-
zorgd, doch op den bewusten dag had hij niet
uitgezonden. Zoo luidden ten minste zijn ver-
klaringen. Uit de getuigenverklaringen kwam
echter vast te staan, dat verdachte op 15 Mei
een uitzending had verzorgd. De hoofdinspec-
teur van politie te Enschede, de heer H. Boer-
rigter, heeft geconstateerd, dat het geheele
apparaat voor uitzending gereed was. Alles
was aangesloten aan het electrische net.
Bovendien was verdachte voor een microfoon
aan het spreken, toen hij werd ontdekt. De
ambtenaar van het O. M. wees er in zijn
requisitoir op, dat de Twentsche lucht nog
steeds door geheime zenders onveilig wordt
gemaakt. Hij achtte een flinke straf hier op
zijn plaats en eischte zes maanden gevange
nisstraf met vernietiging van het apparaat.
Het vonnis luidde drie maanden gevangenis
straf met vernietiging van het zendapparaat.
ZEEUWSCHE VOETBALBOND.
le klasse B.
iHoewel wij in ons staatje van de gespeel-
de wedstrijden reeds de wedstrijd Tern. Boys-
Philippine hebben genoteerd met als uitslag
3i. en de Boys reeds het kampioenschap
van deze afdeeling binnen hebben, blijkt dat
deze wedstrijd, die destijds een ontijdig einde
nam, al waren de resteerende minuten ge-
ring, toch overgespeeld te moeten worden. De
winnende punten zullen de Boys wel weten
te incasseeren, tenminste indien Philippine
wederom geen verstek laat gaan
2e klasse B.
Axel 3 ontvangt de reserves van BKVV,
waarmede zij eertijds de punten hebben ge-
deeld. Het krachtsverschil tusschen beide
ploegen is gering en dus de uitslag moeilijk
te voorspellen. Indien Axel 3 de derde plaats
wil houden, dient zij haar laatsten wedstrijd
in dit naseiaoen te winnen. Hulst 3 krijgt
tegenover zich het tweede elftal van Philip
pine. Ook hier komen twee ploegen tegenover
elkaar die aan elkaar gewaagd zijn en een
gelijk spel het meest voor de hand ligt. Het
tweede elftal van Ria besluit de competitie
met de ontvangst van het derde elftal der
Com Boys. Ria 2 staats iets beter geklasseerd,
heeft dus, ook omdat zij thuis speelt, wel
betere kansen, doch bij het einde van dit sei-
zoen begint het derde elftal van de Com Boys
er juist iets beter in te komen, al blijven haar
resultaten sobertjes.
Ulvenhout, 16 Juni 1938.
Amico,
Blinkend blanke
wolkenklodders ston-
den stil in 'n blaauwe
locht, waarlangs de
Pinksterzon heuren
gouwen glorie too-
verde.
Ons Zondags-pro-
pere dorpke spiegel-
de in 't witte licht
van deuzen kraakhel-
dere dag, die van den
killen hemel glansde.
De velden aan den
overkant, beneden
van den steenweg, lagen daar in den vollen
zonnegloei in den onbewogen rust van den
Zondag op den buiten. Mee hier en daar 'nen
donkeren slagschaduw van 'nen zoo'nen Imo
gen, zilveren wolk.
't Liep naar elf uren omtrent, als ik mee
Trui, in onze beste, Zondagsche spullen voorbij
de kerk kwam gedempt neuriede den orgel-
muziek deur de muren. D'Hoogmis was dus
nog nie ten ende. In den koelen schaduw
van 't kerkplein stonden trouwens de fietsen
nog van de wijdwonende parochianen, daar
langs de binnenwegeltjes, diep in 't land.
De stoelen in 't versch-gerijfde zand veur
't cafd teugenover de kerk, stonden dus nog
ieeg. Den „nuuwen" veldwachter salueerde
en Trui zee: ,,'t is toch 'nen netten mensch,
'k snap nie da guilie 'm nie meugt.
,,Daar is gimnensch", antwoordde-n-ik: „die
hum 'n strooike in den weg legt. En den Jaan
tapten we vroeger al z'n bloed in drupkes af.
Me dunkt, dieen nuuwe hee niks te murme-
reeren".
Maar vrouwen begrijpen dat zoo me, amico.
Wijerop, wierd't nog wat stiller, dan om de
kerk, 't was den durpelingen te kil om veur
de deur te gaan zitten. Ze dronken den Zon-
dagschen koffie-mee-koek binnen.
,,Ik vraag m'n eigen af," zoo begon Trui
weer: „wa'k toch mot praten, mee die men-
schen?"
„Allee, dat gaat vaneigens, Toeteloeris".
„Jawel, veur jou! Gij zijt zo 'nen ontstran-
terik, maar ik hou geren m'n fatsoen bij zulke
vreemde menschen."
,,Ik soms nie, ikke".
,,Ge wit wa'k bedoel," snibde ze. Want er
veur uitkomen dat ze bij vreemde, stadsche
menschen 'n bietje verlegen is, verbergt ze
liever onder 'nen ,,grooten mond".
We sloegen links den steenweg af, 'n wegel-
tje-n-in mee lage huizekes, allemaal mee 'n
vrij stukske grond veur eigen gerief. 't Straa-
tje eindigt in korenland weerszijen en die
akkers veurbij, stapt ge 't bosch binnen.
,,'t Ons staat hooger," zee Trui.
,,Allicht,"' zee ik kort: ,,'t ons lee vrij.
Nie teugen den boschkant."
,,Ze kosten hier beter peeen zetten", vond
Trui, die om 'n smoesje verlegen was.
Heelegaar ongelijk had ze nie, maar ik stak
m'n pijp aan.
Zoo geraakten we 't bosch binnen. Schoon
als altij. 't Bietje gerucht van den steenweg
'n auto, 'n paar stoeiende kinders bleef
achter ons, of we 'n deur hadden toegedaan.
Hier was alleen 't licht geruisch van de stilte
eigens, die hier thuis is, onder de boomen.
Oewen stap hoort ge nog nie, zoo zacht is den
bojem. De zonnekringen op de dikke stam-
men, op den bojem en in 't loof van 't lage
hout dwerlden als witte veugels deur 't bosch.
Den roep van de kievieten scheurde* deur de
stilte. 't Wolkenwit plekte hel deur de dichte
boomkroonen, die ddnen werl waren van licht
en schaduw.
Trui begost langzamer te gaan. Zij komt
nie veul meer in de bosschen. Op haar valt
de plechtige schoonheid van 't bosch wat
zwaarder dus.
,,Moei, Toeteloeris?"
„Waarvan?"
,,'k Docht maar."
,,Dre, blijf daar nou weer nie zitten plakken,
ee? As ge tenminste oew eten geren op tijd
hebt."
,,Weer? Ik kom er veur 't eerst vandaag,
sinds z'n vrouw thuis is."
,,Nouja maar as gij eenmaal zit, witte
van. gin opstaan, gij."
,,As gij zegt: 'k mot om m'n eerpels gaan
aenken, dan stappen we op, Trui."
,,We zullen zien."
Ze was allemaal bitsig van onrust. Zoo
officieel op visitie gaan, kennis gaan maken
mee 'n grootstadsche dame, die veul gereisd
had en zoo..., 't beviel m'n ouwe niks.
„Drd?"
„Trui?"
„'k Maak allemaal zonde van m'n bakske
koffie bij ons eigen thuis."
„Trui, ge zijt kinderachtig."
,,Kan wel. Nieverans beter dan thuis!"
Twintig minuten later stonden we bij den
Vic, neee, bij de familie Zonneveld! op
den erf. D'n kearel had 'm vol blommen laten
zetten! In de koezijnen: blommen! Aan den
gevel: potten mee hanggeraniums. Bezijjen
stond 'n soortement van wageltje mee 'n tuin-
slang daar op gerold.
'k Vergat te kloppen. Wat was hier veul
veranderd in veertien dagen tijds.
,,Hij hee jouw blommenhoveke niemeer noo-
dig, Trui."
„Zou ik ook zoo zeggen," zee Trui: ,,'t ziet
er hier gezellig uit."
„Veertien dagen gelejen bloeide hier nog
niks!"
,,Dd's toch nie waar?
„Hee-t-ie allegaar aan laten leggen en 't is
goed gelukt ook!"
Toen klonk ineens de harde, lachende stem
van den Vic: „hoe denken jullie er over? De
koffie van Moeder staat kdud te worrden!"
„Vic, ge hebt getddverd hier!"
,,Leuk, he? Ja, Moeder en Hanneke houwen
van bloemen, dus!"
„Ge had ze van den mergen gin water hoe-
ven te geven," zee Trui: „daar komt nog ge-
nogt vandaag of vannacht."
„Ah! Ja, Truike, da's iets van Hanneke, he!
Tuinmannetje spelen op eigen erf! En...
fluisterde-n-ie toen: Moeder zit dan daar
voor 't raam en die twee..
Toen stond Hanneke ineens tusschen ons in.
Ze kwam armen tekort om ons alle drie naar
binnen te dringen.
Wat was die meid veranderd. Sjuust lijk
den Vic gezeed had. Ge kende ze nie meer
terug. Heur vroeger doffe oogskes ze
glansden als gitten. Ook was ze dikker ge-
worden, docht me, ronder van vurm en bewe-
gingen. De hoekige leerares, mee 't strakke
zenuwenmondje in 't witte gezichtje was ver
anderd in 'n op-en-top-vrouwelijk wezentje
mee de ronde, moederlijke manieren. Ook haar
kleeren zaten anders, .losser", natuurlijker
aan 't lijf. Den Vic zag mij naar dat alles
kijken en trotsch vroeg ie: „en...? Zei ik te-
veel, Drd?"
,,Vic, ge zijt 'nen tooeven&er! Oewen voor-
hof, Hanneke..., as mevrouw dalijk eigens
de koffie inschenkt, dan zal 't me al niemeer
verwonderen!"
Den Vic lachte. Ge wit wel, dieen wijzen
stillen lach van 'm, dien ie mee uit Amerika
brocht...!
En toen zee Anneke: ,,Dr5, Moeder brengt
zelf al, elken morgen Vaders halfelfje in t
atelier! Ee? Vader?"' Toen kuste ze 'm.
,En..." zee Hanneke ondeugend: „wat ze dan
uitvoeren daar, weet ik niet, maar 't duurt
soms wel 'n half uur voor ze terug is, in de
huiskamer!"
,,Malle meid," zee den Vic gelukkig: ,,jij hebt
Moeder toch heel den dag voor je! Mag ik ze
dan niet 'ns 'n halfuurtje bij me hebben!"
Hanneke zweeg efkens naar den grond.
Keek dan mij en Trui aan mee 'n vochtig
oogske en drong ons dan wijer de stoep op
en naar binnen.
Nou daar was hier veul veranderd! Li den
portiek moest ik al dalijk veul voorzichtig zyn;
Den vloer was gladdig en blinkend. Schoone
KkeTlagen ealpr.M I. -—
wijnkleur. Koperen k.n m.
stond1 den Vic maar stillekes te glimlachen en
nou en dan 'n oogske naar me te knippen.
Daar was hier al dalijk zooveul te vertellen,
dat ie maar zweeg. En Hanneke was denen
glorie. Ze kost heur vrienden nou ontvangen
lijk ze 't zoo geren dee. Bij Vader en Moeder
in 'n schoon huizeke!
,Hanneke, Hanneke, wat hebt ge 't toch
mooi gemaakt." pluimde-n-ik. ,,Ik zou bekans
denken aan 'n verkeerd adres te zijn binnen-
gekomen, ik ken 't niemeer!"
Verkeerd adres? Dr6 en Trui, jullie zjjn
hier aan 'n adres, waar de deur altijd voor
je open zal staan!"
Ocherm, wat was die Trui bedeesd. Ik keek
ze 'ns aan en in m'n oogen mot gestaan heb
ben: ,,en thuis altij zooveul praat!" Want ze
gaf me ongemerkt 'nen stomp.
Zoo gingen we binnen.
Drommels!
IMevrouw Zonneveld zat op! Gekleed en wel,
in 'nen makkelijken stoel, bij de koffietafel.
Ze was donker gekleed en heur witte kopke
leek 'n teere blom in 't donkere loof van
t bosch.
Heur veurhoofd wierd rosig van zenuwen
als wij binnenkwamen. En in haar zenuw-
achtigheid sprak ze veul Engelsch. Ochja
na vijftien jaren...!
,,Ah," zee ze: det is nau Deree en Terui"
(ze sukkelt veul mee de „r", die daarveur bij
den Vic zooveul te beter rolt! Ze zal 't dus
weer wel leeren).
Deree is soo 'n koed frend of Vic, no...
no..."' lachte ze: ,,exkjoes mie, d&n Vic! H6?
En van Hanneke. Teruike, waai moest koed
frendinnen worden, yes?"
Geren, mevrouw Zonneveld," lachte Trui
verlegen. ,,Ge mot maar dikkels bij ons komen.
En mevrouw, bevalt 't u goed in 't bosch?"
zoo begost Trui.
„Aih..., t bosch... yes... ja...j 't is verrie
schoon, bjoetifoel, prachtig, j...ja! Aai... ik
ben... hier... soo... verrie... glukkig. Baai
maain koede hus... man en doch ter". Heur
blaauwe oogskes liepen vol: ,,aai ik will
kwikly gauw sterruk wodden, Teruike, gluk
kig levenmet Victor en Hanneke. Men-
nie...|... veel yaers, aai hoop!"
Zenuwachtig friemelden haar witte handjes
aan 'n zakdoekske. Twee rooie vlekskes kleur-
den op 't porceleinig gezichtje en ik docht:
wat is ze toch mooi gewist.
Toen klopte den Vic heur zachtekens op den
schouwer, trotsch, gelukkig zat ie naast z'n
vrouw, en zee: „Moeder, je zult eens zien
hoe gauw dat je hier de ouwe bent. Je komt
met 't uur bij, Lien! En weet je, wat je nou
'ns doen moest? Zelf de koffie schenken voor
onze vrienden! Den Dr6 zit daarop te wach-
ten en-hij gelooft 't nie voor ie 't ziet!"
En als wij onze koffie gedronken hadden,
dan troonde den Vic me mee naar z'n atelier,
waar't wel 'n bietje, maar nie veul veranderd
was. Dat dee me toch plazier! Hier zou ik
'm weer veul gaan opzoeken, docht ik dalijk.
Er was alleenig 'nen makkelijken stoel mee
kussens bijgekomen, mee 'n tafeltje.
„Hier zit ze nou 's morgens 'n halfuurtje",
zee-t-ie zacht. „Ons beste oogenblik van den
heelen gelukkigen dag, Drd! Enman, ze
h6ud van de kunst. Heeft er kijk op! Da's
plezierig voor me, Dre
,,Gaat 't werken weer 'n bietje Vic?"
Heuzdchtig, man!Kijk 'ns hier..." Hij
sloeg 'n laken weg: ,,wat vind je!?"
„Dat heb ik nog nooit van oe gezien, Vic,
da's ddnen bonk licht! Da's muziek! Da's...
da's... da's 'nen fanfare aan de Sehepping!
Da's schoon..'.!"
„En dit...?"
Hij smeet weer 'n laken open... daar stond
Hanneke. In eenen flonker van licht en van
kleuren sjuust zooals ik daarstraks dieen
zonnewerl in de boomkroonen had gezien.
„Vic, ik weet nie, of ik, als boerenmensch
t zoo zeggen mag: maar ge hebt oew kunst
volmaaktIk geloof, gij schildert nou mee de
kleuren uit den hemel en de blommen eigens!
Hanneke... 't is 'n blommengodin..., ik geloof,
ge schildert meemee gdud! Ge sopt
oewen kwast in de zon van oewen voorhof,
smellap
Lijk 'n kind zoo geukkig stond ie in z'n
atelier, waarin 'nen nuuwen, volmaakten geest
gevaren scheen.
En in al z'n nuuwe geluk, hier op deuze.
aan den arbeid gewijde plek, meeden
stoel van z'n vrouw, daar naast 't zonne-
raam, waarvan de kruishoutjes schaduwden
op den bruinen vloer, deuze plek, waarvan den
Vic z'n ziel twee maanden gelejen moest los-
scheuren, maar waar ie nou al z'n geluk uit
schildert, zee-t-ie toen niks anders dan: „we
zullen hier 'ns 'n versche pijp aansteken, Drd!"
ja we hadden om Moeder Zonneveld nog
nie gerookt, ziede.
Den Vic gaf me zijnen tabaksbuil aan.
Toen kwam Hanneke binnen, zachtekens en
h bietje heimelijk.
Vader, mag ik even den sleutel van je
bureau?"
,,Die zit er op, meiske!"
Na 'n minuutje was Hanneke weer bij ons
en zee: „Dr5, eindelijk kan ik 'm dan aan je
geven. Ze stond daar mee 'n pakske, 'n bietje
verlegen te tobben.
Toen ineens: ,,Dr6, alsjeblief, je pijp. Uit
Amerika."
Ik voelde hoe haar aanspraak mislukt was.
Ik maakte rap 't pakket open, toen de
prachtige etui en daar lag 'n pijp in m'n han
den, amico, 'n pijp... van meerschuim blank
als melk en van barnsteen, levend als zonne-
goud. Licht lijk dons, 'n Prachtstuk als ik
nooit bezeten heb.
Hanneke, meske, 't is veul te veul, maar...
ik ben er kolossaal blij mee, horre! Ik hoop er
m'n heele verdere leven van te profiteeren.
En ik kneep ze 'ns ferm in d'r knuisteke.
Neen Dr<5 niks te veel. Het minste wat ik
it.^1. ilp- »n Vmwnfl m
op 'n tafeltje en sierde den intree mee kleu-
e-lanzings. Op den trap lag ook al
Slte\..6M«uS» mee blinkenfl. Mper.n
S. Cf de wanden ho»S.n Meejem, Jen
aebeeldhouwde kapstok, 'nen spiegel, afijn,
fk kan 't nie allegaar pel^cies meer hennnereb
maar ook hier was getooverd! Deur Hanneke
deVroeger gooide-n-ik m'nen das of zoo maar
op den trap zoo dee den Vic 't ook, maar nou
moest ik alles prontekes aan Hanneke geven
die 't veur me aan den kapstok hong.
Trui zweeg maar en keek. Ze vond 't alle
maal zoo schoon! En vooral, dat zee ze me
later, zoo proper en zoo blinkend!
En terwijl wij zoo stonden te scherlen mee
de spullen, daar in dieen prachtigen portiek,
doen kon. Maar tien weken heb ik ze bewaard.
In 't ziekenhuis daar in 't verre Boston. Op
de boot. En altijd was ze onder m n bereik.
Want ze wist me altijd weer te vertellen: daar
ver ver weg, daar in 't groene Ulvenhout,
daar woont, zoo'n goeie vriend van ons en dan
Dre dan zag ik Vaders atelier, later zag ik t
2 Moeder daarin. Dan zag ik het bosch,
iouw huis, je plattebuis, Truike en zoo hielp
die niip me door de moeilijke oogenblikken, als
Tk soms dacht dat Ulvenhout, Ons Geluk, zoo
ver ^8 nog was...! Ik heb gesnakt, weken
lang, naar 't oogenblik dat ik ze je geven
kon, want, dan zou... alles... goed^zijn-
Drd. Het... is... alles... goed. Dank. Ze
snikte, 't goeie prulleke.
Die was Ae'te zien. Die had 'nrookgordyn
geformeerd, waar ie veilig achter zat, den
smakker. TT1.
Verlejen jaar nazomer, als den Vic op
Te^OUo<^^eschreven^
krS kS. i S i WdennVic. 't Is nen
witten 'tooveneer. Hij doet alles beter, dan
WGe°kent nou z'n geschiedenis. Ik hoop oe er
nie mee verveeld te hjben^ &ig
Veul groeten van
gin horke minder van oewen
t. h v.
DRE.