ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
LICHTZINNIGE JEUGO
9769
WOENSDAG 8 JUNI 1938
78e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
tr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetallng fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per c
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitlbetaling.
maanden fr. per post
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KL.EINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitlbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetiwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
WERKLOOSHEIDSDEBAT IN DE
TWEEDE KAMER.
Het werkloosheidsdebat, in verband met de
interpellatie-Van Gelderen en de door dezen
in eersten aanleg gestelde vragen, die catego-
riseh door den Minister-President werden be
an twoord, trok groote belangstelling, zoowel
in als buiten de Kamer. Niet minder dan 24
sprekers hebben het woord gevoerd, alvorens
in de vergadering van Vrijdag Dr. Colijn aan
het woord kwam, om de sprekers namens de
regeering van antwoord te dienen.
Oak voor het aanhooren van dat antwoord
was er weer zeer groote belangstelling. Maar
of men schrijft het R. N. niet teleurge-
steld naar huis is gegaan?
De Minister heeft stellig verschillende spre
kers de vorige dagen teleurgesteld. In de eer-
ste plaats den interpellant, al meende hij, dat
deze geen reden had, zich teleurgesteld te ge-
voeJen Verder vier leden der Kamer, namelijk
de heeren Woudenberg, De Visser, Van Hou-
ten en Zandt. De twee eersten zeggen: deze
regeering kan niets bereiken. Wat valt er dan
nog te praten? De heer Van Houten had ge-
sproken op een zoo smalenden toon, dat hierin
aanleiding kan worden gevonden, hem zonder
antwoord te laten. De heer Zandt stelde zich
op een standpunt, dat een zakelijk debat on-
mogelijk maakt. -
Tot den heer Moller zeide Minister Colijn,
dat de belangen van kunstenaars en andere
intelleetueelen thans niet konden worden be-
handeld. Men moet zich houden aan bestri
ding der werkloosheid in engeren zin. Onder-
werpen als de aanmaak van gasmaskers en
het bouwen van schuilkelders, ook de invoer
van vleesch uit Duitschland, de Wieringermeer
e.d. kunnen later worden besproken.
De gelden voor defensie.
Allereerst behandelde de Minister dan de
finantien. Dat het grootste deel der gelden
voor defensie in het buitenland zou worden
besteed, is niet juist. In het geheel wordt uit-
gegeven 417.3 millioen gulden Daarvan is voor
116 millioen aan orders in het buitenland, ruim
301 millioen blijft dus in Nederland.
De gelden voor de werkloosheid.
In 1938 zal in het geheel 135 millioen gul
den meer voor de werkloosheid worden uitge-
geven, dan gemiddeld in de 5 vorige jaren.
De oorzaken.
De oorzaken der werkloosheid zijn inter-
nationaal en liggen meerendeels buiten het
bereik der regeering. Als de heer Van Gelde
ren zegt, dat de regeering de werkloosheid
heeft verergerd door de gemeenten te beletten
naar eigen verkiezing werken uit te voeren,
redeneert hij onbillijk en onjuist. Het is trou-
wens niet waar, dat er minder aan openbare
werken wordt uitgegeven dan vroeger.
In normale tijden werd er aan aanbestedin-
gen gemiddeld 96.6 millioen besteed. Thans
fs dit bedrag 96 millioen, met een niet noe-
menswaardig verschil.
Eenige cijfers.
De Minister wilde ook eens het aantal werk-
lieden berekenen. Volgens zijn becijfering is
het in elk geval ruim 60.000 minder dan twee
jaar geleden. Men kan het thans schatten op
347.000. Van dit aantal zijn 38.000 menschen
ongeschikt om arbeid te verrichten. Behalve
met dezen, moet men het bedrag verminderen
met 70.000 z.g. normale werkloozen, die er
ook in andere tijden dan die van dezen crisis
zouden zijn. Men houdt dan 239.000 werk
loozen over. Van dezen zijn er 75.000 opge-
nomen in de werkverschaffing.
Rest een aantal van 165.000 man, voor die
op andere wijze werkgelegenheid moet worden
gevonden. Natuurlijk zijn er nog wel niet-
geregistreerden, doch in verhouding tot die
wel zijn ingeschreven, zijn er dat slechts
enkelen.
door ARTHUR APPUN.
16) Venvolg.
Rupert ikniikte. Hij keek naar de eiweloppe,
verlbrak het lakzegel, doch bedacht zich en
stak den brief bij' zich.
Nog andere forieven? vroeg hij op scher-
pen toon.
'De juffrouiw keek 'n beetje verwonderd en
begon zenuwachtig de punten van haar schort
te mishandelen.
Vanmiddag is er ook een heer geweest
die naar u vroeg, sir. Doch ik wist niet, dat
u al zoo vlug zoudt terugkomen en zei, dat ik
u nog niet terug venwachtte. Hij zei, dat u
wel naar Londen zoudt komen, doch ik nam
daar geen notitie van. Hij gaf zijn naam wed
niet op, doch scheen er toch erg op gesteld
te zijn u te ontanoeten.
Rupert venmoedde, dat sir Reginald Crich-
ton bedoeld was.
Juffrouw Jones den rug toekeerend, nam hij
zijn sleutel en wilde zijn bureau openen. Tot
zijn veihazimg was het open. De kostjuffrouw
bleef zenuwachtig over haar schort strijken,
terwijl ze Rupert nauwkeurig gadesloeg.
Zijn er nog andere brieven voor mij ge-
komen? herhaajlde hij.
Zeker, sir, mompelde de juffrouiw, er wa-
ren eenige brieven. Miss Strode Ibetaalde ook
eenige rekendngen voor u, na uiw vertrek. Dat
begreep ik teniminste, toen ze mij er over
sprak. Er zijn ook twee vreemde heeren voor
u hier geweest... ze durfde iblijikbaar niet
verder te gaan.
Rationalisatie.
Een groot deel der werkloosheid is een ge-
volg van de rationalisatie der bedrijven. Daar
is niets tegen te doen. De rationalisatie is on-
vermijdelijk, deed men er niet aan mee, dan
raakte men nog erger achterop. Veel bedrij
ven zouden zich dan niet in stand kunnen
houden en er kwamen nog meer arbeiders op
straat.
Vergelijking met Zweden.
Door eenige sprekers was een vergelijking
gemaakt tusschen den toestand hier en dien in
Zweden. De Minister deed daar aan mee. In
Zweden is in jaar tijds (tusschen medio 1933
en midden '36) 360.2 millioen kronen of 144
millioen gulden ter bestrijding van de werk
loosheid uitgetrokken. Of dit bedrag ook in-
derdaad is besteed, achtte de Minister niet
zeker. Door gemeenten is uitgetrokken 122.4
millioen of 49 millioen gulden. Tezamen 193
millioen gulden in 3 jaar tijds, of gemiddeld
per jaar 64% millioen. In Nederland daaren-
tegen is 75 millioen gulden per jaar besteed.
Spr. gaf vervolgens een overzicht van de stij-
ging van den export van ijzererts in Zweden,
om aan te toonen, dat deze in 5 jaren tijds
zesmaal zoo groot is geworden als hij in 1932
was, wat toch wel een opleving beteekent.
Kan men daar een opbloei van om het even
welken export in Nederland tegenover stellen?
De staatsschuld,
Ergerlijk noemde de Minister de bewering,
dat de politiek der regeering slechts op slui-
tende budgetten zou zijn gericht. Van sluitend
budget gesproken! Van 1 Januari 1931 tot
einde '37 is de staatsschuld gestegen met
945.7 millioen gulden, van 179 millioen. Maakt
1124 millioen. Rekent men daarbij het tekort
der Spoorwegen, dat voor rekening van net
Rijk komt, dan hebben wij in ruim 7 jaren
ruim 1264 millioen gulden ingeteerd.
Het goud van de Nederl. Bank.
Nu zegt men: maar wij hebben toch den
goudvoorraad van de Nederlandsche Bank. In
de eerste plaats is dat goud niet van het Rijk.
Wij zouden het te leen kunnen krijgen. Jawel,
nu nog. We hebben nog crediet. Maar als
w\j niet oppassen, duurt dat niet lang meer.
Zie maar naar andere landen.
Middelen ter verberering.
Geen enkel middel ter verbetering van den
toestand sluit de regeering van overweging
uit.
Het is mogelijk, dat de invoer van bewerkte
artikelen nog zwaarder zal worden belast, om
de binnenlandsche markt te stimuleeren. Het
is ook mogelijk, dat bestaande of nieuwe in-
dustrieen zullen worden gesteund.
Er wordt gezocht naar middelen om den ex
port te bevorderen. De regeering heeft niet
den wijsheid in pacht en zal dus zoo noodig
advies vragen van de organisaties van werk-
gevers en werknemers.
Of de arbeiders-organisaties zul'len worden
gehoord, hangt er van af of deze zich bereid
toonen mede te werken. Zoolang er tot elken
prijs naar loonsverhooging wordt gestreefd,
kan de regeering dit niet aannemen. Uitlatin-
gen als die van een vrijgestelde in zekere ge-
meente: ik heb liever dat er geen schip meer
in de haven ligt, dan dat ik afzie van 10 pro-
cent loonsverhooging of die, gehoord tijdens
de taxi-staking te Amsterdam: liever 100
chauffeurs met een goed loon en 300 werkloo
zen, dan 400 chauffeurs met een laag loon,
wijzen op een mentaliteit, die in dezen tijd niet
kan worden geduld. Als men zoo spreekt, is
elke poging van de regeering tot mislukking
gedoemd.
Verkorting van arbeidsduur heeft de aan-
dacht der regeering.
Het kan in bepaalde gevallen wenschelijk
zijn, steungelden te besteden voor hulp aan
bedrijven, mits men er zeker van is, dat dan
ook meer arbeiders in dienst worden genomen.
Ook verlaging van bedrijfslasten wordt
Rupert keerde zich om. Hij wachtte op het
venvolg van haar verhaal.
Ik had ze niet moeten Ibinnenlaten, sir...
dat weet ik wel... dochik ikon het toch niet
helpen...
Wat tbedioelt u feibelljk
Ze wikkelde haar handen in haar schort, een
paar maal had ze tranen in de oogen.
r Spreek op, om 's kernels wil, bulderde
Rupert. Wie en wat waren het, wat kwa-
mien die kerels hier doen?
Scotland-Yard, sir, om in de kamer een
oniderzoek in te stellen.
Nu begon ze zenuwachtig te snifcken, terwijl
ze haar schort ivoor het gelaat hield. Zoo-
iets is mij nog nooit overkomen, sir, sinds m'm
man is gestorven en ik genoodzaakt werd
kamers te verhuren. Ik vertelde hun wat ik
dacht, doch het viel niet in goede aarde, sir...
Ze h add en een bevelschrif of zooiets, zooals ze
dat noemden... Zij namen ook uw brieven
mee, meneer. Met welk recfht ze dat allemaal
deden, zou ik toch wel eens wililen weten.
Ailes is in orde, juffrouiw Jones. Er is
een abuis in het spel.
Gelukkig maar, dat ze het toegangsbewijs
voor de races niog hadden gevonden en ook
meegenomen. 'Hij nam nu Ruiby's brief en las
hem.
,,Liefste!
Voor geval je terugkomt v6<5r we elkaar
weer ontanoeten, dient deze om je harte-
lijk te groeten en je te zeggen, dat ik al
de rekeningen, welke ik kon vinden, heb
betaald. Daarna heb ik nog honderdvijftig
pond ten gunste van je toankrekendng.
Ik neem vermoedelijk 'n paar dagen va-
cantie, daar ik me den laatsten tijd erg
moe gevoedde. Ga ik naar 'n arts, dan
schrijft hij me natuunlijk rust voor.
Maak je dus niet ongerust als je me bij
je terugkomst gavlogen vindt. Ik wilde
niet naar Devonshire schrijven, daar je me
zei, dat dit beter was.
Neem jezelf in acht om mijnentwille.
overwogen. Uitvoering van openbare werken
kan slechts dienen ter overbrugging van den
tijdsduur, welke noodig is om langs den reeelen
weg van het gewone bedrijfsleven het doel te
bereiken.
Geen bijdragen aan gemeenten.
De regeering wil wel voorschotten aan de
gemeenten verstrekken tot het uitvoeren van
noodzakelijke werken, maar zij zal geen bij
dragen verleenen om de gemeenten op eigen
houtje tot het uitvoeren van openbare werken
te doen overgaan. Een uitzondering kan wor
den gemaakt in buitengewone gevallen en
voor bepaalde haarden van werkloosheid.
Arbeidsplicht voor jeugdige werkloozen, die
het karakter zou dragen van een soort van
staatsopvoeding wijst de regeering als on-
Nederlandsch af.
De regeering staat echter niet afwijzend
tegenover het verleenen van steun aan par-
ticuliere bemoeiingen ten aanzien van opvoe-
ding en ontwikkeling van jeugdige werkloo
zen. Premies of geldejijke belooning aan hen,
die zich in werkkampen doen opnemen, zullen
niet worden toegekend.
De bestrijding van de werkloosheid is
staatsmans- en christenplicht. Maar ontred-
dering van het financieel fundament onzer
natie en alles wat het vaderland naar den
afgrond zou kunnen voeren, moet en zal wor
den nagelaten.
Replieken.
De replieken vielem, tegen. Voor zoover de
sprekers zich tot de- regeering richtten, her-
haalden zij eigeniijk slechts wat zij al eerder
hadden gezegd. Mair de meesten richtten
zich niet in de eerste' plaats tot of tegen de
regeering, zij bestreden meer elkander. Zoo
gaf de heer Van Gelderen (soe.-dem.) den heer
Woudenberg te kenndn; dat hij nooit econo-
misch adviseur van 'Minister Colijn is ge
weest. Wel heeft hij eenigen tijd in betrek-
king gestaan tot het departement van kolonien
en wat den Minister-president betrof, erkende
hij gaarne hem en zijn werk te waardeeren.
Dat hij zich dan toch tegen het beleid van
den Minister keerde, kan de heer Woudenberg
dwaas vinden, maar zulke ,,dwaasheden zijn
gelukkig nog mogelijk in ons land, waar men
niet als elders revolvers boven argumenten
stelt en kanonnen boven boter. Erger dan die
vergissing van ,,den btdoelden afgevaardigde
is, dat deze en den zijnen de werkloozen trach-
te'n af te schepen met holle phrasen en hen
mee te sleepen in een geestelijke verwildering.
Natuurlijk liet de heer Woudenberg (nat.-
soc.) dit niet zoo maar over zijn kant gaan.
Ik zou hier niet staan, zeide hij, als het niet
was om de verwildering te bestrijden. De
geestelijke verwildering is daaruit te kennen,
dat de heer Van Gelderen verklaart een geest-
verwant te zijn van Blum en tegelijk een
medewerker van Colijn.
De nationaal-socialisten zijn geen extremis-
ten, maar wel „compromiisl003"(Dit was
blijkbaar voor den Minister bestemd). Ala
men zegt, dat Mussert zelf aan de werkzaam-
heden van de Kamer moest deelnemen, be-
hoorde men te zorgen, dat er portuur voor
hem was. (Daverend gelach). Doch Mussert
heeft wel wat anders te doen, in een parle-
ment kan men zijn capaciteit niet toonen.
Ook de heer De Visser (comm.) richtte zich
minder tot den Minister, dan tegen mede-leden,
namelijk den heer Woudenberg en de Katho-
lieke Kamer-fractie. Den eerste ried hij aan
maar eens met het program van den N.S.B.
voor den spiegel te gaan staan als hij wilde
weten wat verwildering is. Den Katholieken
voegde hij toe, dat hij dezelfde eischen had
gesteld als die men in de programma's van de
Katholieke arbeiders, boeren en middenstan-
ders kan vinden. Als „de heeren aan de over-
zijde" daarom lachen, lachen zij dus hun eigen
menschen uit.
De heer Ir. Vos (soc.-dem.) kwam meer in
verzet tegen hetgeen de heeren Kortenhorst en
Smeenk den vorigen dag hadden aangevoerd,
dan tegen het betoog van den Minister. Maar
hij beweerde dan toch, dat de Minister den
toestand in Zweden en dien in Amerika niet
juist had belicht. Was hier gebeurd wat in
Zweden is geschied, dan hadden wij altijd
volgens Ir. Vos nu 100.000 werkloozen
minder.
iDoordat hij verontwaardigd was nog moei-
lijker te verstaan dan anders, betoogde de heer
Zandt (St. ger.), dat hij als Kamerlid recht
had op een antwoord van den Minister. De
protestant wordt overal aehtergesteld, ook in
het publieke leven. Na zijn bezwaren nog eens
te hebben opgesomd, herhaalde deze spr., dat
hij zich met het beleid van de regeering met
kan vereenigen.
Men moet zich richten naar Gods Woord
en de onwrikbare grondslagen der Reformatie.
De heer Van der Waerden (soc.-dem.) zeide,
dat de export van ijzer-erts volstrekt niet de
belangrijkste is in Zweden. Met cijfers toon-
de hij aan, dat zij slechts een tiende omvat
van. de geheele export.
iHet spreekt wel vanzelf, dat de heer Van
Gelderen het niet bij de bestrijding van den
heer Woudenberg liet. Tegenover den Minis
ter bestreed hij de berekemng van het aantal
werkloozen. De Minister had een te somber
beeld gegeven van de toeneming van den
staatsschuld, toen hij van interen sprak Voor
een groot deel is het geld gemvesteerd, wat
men geen interen kan noemen.
Spr zette nog eens uiteen wat hrj onder
sparen verstaat, in dit opzicht is hij het eens
met den heer De Geer. Er liggen groote kapi-
talen ongebrUikt in Nederland.
Twee moties.
Tenslotte diende de heer Van Gelderen twee
kl
moties in. De eerste luiddede Kamer noodigt
de regeering uit, de werkzaamheden van het
Werkfonds zoodanig te versnellen, dat voor
den eersten tijd het per 12 maanden te ver-
werken bedrag zal worden opgevoerd tot 150
millioen. De tweede: de Kamer spreekt als
haar oordeel uit, dat het gewenscht is, behalve
voorschotten, bijdragen a fonds perdu ter be-
schikking van de gemeenten te stellen, voor
het uitvoeren van werken.
Slotwoord van Dr. Colijn.
De Minister van Algemeene Zaken, ant-
woordde de verschillende sprekers nog in het
kort. De twee moties zijn voor de regeering
onaannemelijk. De regeering wil de koorden
van de beurs zelf in handen houden.
De stemming.
In stemming gebracht, werd de eerste motie
verworpen met 46 tegen 28 stemmen (voor de
soc.-dem., de NjS.B., de comm. en de Christ.-
dem.). De tweede motie werd eveneens ver
worpen met 47 tegen 27 stemmen.
Het wetsvoorstel tot verhooging van het
crediet voor werkverruiming werd vervolgens
zonder hoofdelijke stemming aangenomen,
waarna de Kamer uiteenging tot Woensdag 8
Juni.
Aldus was het zooveelste Werkloosheids
debat ten einde. (Hoeveel zijn er sedert 1919
niet al gehouden!) Veel heeft het niet opge-
lverd. De eenige winst is, dat de regeering
zich nu eenigszins positief heeft uitgesproken.
Maar verschillende maatregelen werden toch
meer geschikt ,,voor overweging", dan dat de
uitvoering ervan werd toegezegd. En voor
zoover er beloften zijn gedaan, werden die toch
meerendeels door ,,zoo mogelijk's" beperkt.
CHINEESCHE ONDERSCHEIDING VOOR
MINISTER COLIJN.
De Chineesche gezant in Den Haag, de heer
Wunsz King, heeft Zaterdag in het legatie-
gebouw aan Minister Colijn het grootkruis
der orde van de Jade van China overhandigd.
DEMONSTRATIEF CONGRES VAN DEN
NEDERLANDSCHEN MODERNEN
MIDDENSTANDSBOND.
Op Zondag 19 Juni a.s. zal in de groote
concertzaal van het Volksgebouw te 's-Gra-
venhage een propagandistisch demonstratief
congres van den Nederlandschen modernen
Middenstandsbond worden gehouden.
De heeren W. Drees en ir. H. Vos, beiden
lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal zullen inleidingen houden, resp. over:
,,De noodzakeltjkheid van sociale verzeke-
ring voor den Middenstand"' en de ,,Maat-
schappij verandert, de noodzakelijkheid van
een modernen Middenstandsbond".
EEN BRIGADE GENIETROEPEN.
Naar gemeld wordt heeft ons legerbestuur
thans een beslissing genomen inzake de uit-
breiding van het regiment genietroepen. Het
regiment zal namelijk tot een brigade genie
troepen worden uitgebreid, welke zal bestaan
uit een regiment pioniers:, een regiment ver-
bindingstroepen en een regiment verlichtings-
troepen,
iHet regiment pioniers zal uit twee batal-
jons worden samengesteld, dit met het oog
op de verdubbeling van het aantal compag-
nieen pioniers in oorlogstijd. Het le bataljon
pioniers zal uit 3 schoolcompagnieen komen te
bestaan, het 2e bataljon uit 4 schoolcompag
nieen, waaronder de spoorwegcompagnie.
Het regiment verbindingstroepen zal 3
schoolcompagnieen omvatten, het regiment
verlichtingstroepen 4 schoolcompagnieen, in
verband met de groote uitbreiding aan ver-
lichtingsmaterieel bij ons leger.
iDaar ook het corps pontonniers en torpe-
disten met een schoolcompagnie pontonniers
zal worden uitgebreid, zal er in totaal bij
het wapen der genie een incompleet komen
Ik houd van jou m6er dan van wat ook
in de wereld.
Je Ruiby.
P.S. Ik helb enkele bloemen op je bu
reau geizet. Ik ben bang, dat ze voor je
terukoonst al verweikt zullen zijn, doch ze
vertolken m'n gevoedens ten opzichte van
jou."
Rupert keek naar de bloemen; roode rozen
nagen haar kopjes. Hij kuste den brief. Daar
na verscheurde hij hem in kleine snippertjes,
die hij in het vuur gooide. Hij nam een stoel,
ging voor den haard zitten en stak de handen
vooruit boven de gloeiende kooltjes. Zijn han
den waren ijskoud... hij rilde.
Niets was vanzelfsprekenderde politic ver-
dacht hem er van de door sir Reginald afge-
geven cheque te hebben venvalseht. Haar ver-
moedens moesten dus wel gegrond zijn om een
beivel tot huiszoekinig te krijgen. Misschien
was er zelfs reeds een beivel tot inhechtenis-
neming in zee. Hij grinnikte eiventjes.
Piotseding veranderde de uitdrukking van
zijn gelaat.
Als hij werd aangehouden en dit nieuws zou
in Devonshire bekend worden, dan was z'n
vader een gelbroken man en het leven van
Marjorie was geheel vernietigd. Hij sprong
overeind, nam zijn hoed en wilde er nog op uit
om sir Reginald te spreken. De iklok sloeg
juist elf uur. Het was te laat om Crichton
nog te spreken te krijgen. Bovendien wist hij
niet albsoluut zeker, dat de politie juist hem,
Rupert, iverdacht. Men had wel enikele brie
ven en een paar kwitanties meegenomen, een
paar omibeduiden'de dingen, wier bestaan hij
zelfs niet meer kende.
Het was zelfs niet uitgesloten, dat de .politie
Ruby verdacht.
Hij smeet z'n hoed erg ens neer en doorzocht
weer zijn bureau. Waarom had men het vloei-
papier meegenomen. Hij kon zich niet herin-
neren, dat hjj op den dag der groote race
eenige brieven had geschreven. En toch moest
het vloeipapier op iets wijzen.
Als de cheque eens in zijn kamer was ver-
anderd en het schrift afgevloeid op den onder-
legger... Koud zweet brak bij hem uit... Hij
liet zich in den stoel vallen en staarde naar
het vuur.
Hij was niet meer bij machte z'n vermioe-
dens te onderdrukken. Hij streed er nog wel
tegen, doch't was vruchteloos. Hij redeneerde
met zichizelf, hij argumenteerde tegen zich-
zelf, doch hoe meer hij redeneerde, des te vas-
teren vorm kregen z'n ivermoedens.
Ruby had nooit of nimmer voor hem op
,,Amlbuscade" geiwed!
Ze had dus een leugen verzonnen om zijn
leven te redden!
iWaar ze zijn leven had gered, had ze zich
genoodzaakt geivoeld het geld te vinden, het-
welk zjj, volgens haar zeggen, had gewonnen
en dat hij, naar hij haar had opgebiecht, noo
dig had om verder te kunnen blijven bestaan.
Hoe kiwam ze dan aan die som In zijn
binnenste hoorde hij onophoudelijik het ant
woord op die vraag, doch hij had den moed
niet het antrwoord tot zich te laten doordrin-
gen; hij durfde niet te luisteren.
Hij bedekte die ooren met beide handen, het
hoofd schuddend. Angst kwelde hem.
dm hem te redden had Ruby zichzelf opge-
offerd. Zij moest wel krankzinnig geweest
zijnjuist als hrj, toen hij zijn vuurwapen
misdadiig tegen zichzelf had willen richten.
De ochtendschemering brak aan, toen hij er
aan dacht te gaan silapen. De zon was reeds
op, toen hij eindelijk in slaap viel. Want eerst
had hij met zichzelf willen overleggen, wat te
doen bij zijn ontmoeting met sir Reginald
Crichton, eenige uren later.
HOOFlDiSTUK VEX
De aanhouding.
Rupert schrok plotseiing wakkeir. Er wend
hard op de deur van zijn kamer geklopt. Hij
ging rechtop zitten. Het meisje had de gor-
idijnen opzij geschoven en de luiken met een
ruk geoj)end.
't Is over negenen, sir. U sliep zoo vast,
dat ik bijna bang werd ofschoon ik u niet
zou hebben geiwekt dooh juffrouw Jones
schijnt vandaag niet al te best gemutst te
zijn; ze zei, dat ze het onbbij.t onmogelijk den
geheelen ochtend kon laten staan. Zal ik het
bad voor u gereed maken, sir
Goed, over vijf minuten ben ik klaar,
antwoordde Rupert. Mrs. Jones kan meteen
ook het ontibijt gereed zetten.
Hij begon zich te scheren. Af en toe nam
hij zijn gelaatsuitdrukking in den spiegel op.
Hij voelde zich niet op zijn gemak. Op weg
naar de badkamer keek hij even naar de ge-
dekte ontbijttafel of er geen brieven voor hem
waren aangekomen. Hij verwachtte een
schrijven van sir Reginald, doch er bleek niets
van hem te zijn gekomen. Alleen een brief-
kaart. Hij her'kende onmiddellijk het schrift:
van Ruby. Hij keek naar het stempel: post-
kantoor Parijs, den vorigen dag blijkbaar ge-
post. Het d'uurde eenige oogenfblikken voor
hij het schrift kon ontcijferen, want zijn bliik
was wazig. Hij voelde zich toch opgelucht.
De schrikheelden, die den vorigen avond in
zijn verbeelding waren opge'doemd, verdwenen
als bij tooverslag. Hij las het adres op de
kaartHotel de Tournon. Ja, hij herinnerde
zich dat hote1!, een eenvoudige gelegenheid in
het Quartier Latin, bekend als studenten- en
artisteniwijk.
Was ze schuldiig, dan zou ze hem zeker
nooit meer hebben geschreven, noch hem be-
richt hebben waar ze was. Dit bericht betee-
kende, dat ze zich niet verborgen hield. Ze
was dus in vei'ligheid.
Voor het oogenblik was dit alleen voor hem
van belong. Het gevaar, dat hem bedreigde,
dle mogelijkheid van een arrestatie met de
daaraan verbonden schande voor zijn vader en
zijn zuster telde hij niet mee.
(Wordt vervotlgd.)