u ri~ nnnpuoTiiu r 2. Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen diensttijd, die voorafging aan eene onderbreking van langer dan een jaar, geheel of gedeeltelijk doen meetellen. Artikel 31. 1. Onder laatstelijk genoten wedde, wordt, behoudens het bepaalde in het volgende lid, verstaan de bezoldiging, die in de verlaten betrekking op den dag v66r bet ontslag werd genoten, met inbegrip eventueel van zoodanige toelagen, als bij de berekening van den pen- sioensgrondslag in aanmerking komen. 2. Indien in de regeling van de bezoldiging der amtbenaren eene wijziging komt, welke, indien de betrokkene op de in het eerste lid bedoelde bezoldiging in dienst ware gebleven, in die bezoldiging wijziging zou hebben gebracht, geldt vanaf de inwerkingtreding van die wijziging het aldus gewijzigde bedrag als laatstelijk genoten wedde. Artikel 32. 1. Wanneer de op wachtgeld gestelde in- komsten gaat fenieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, na, ten tpde van, of binnen drie maanden v66r het ontslag ter hand genomen, wordt, zoodra en zoolang het wacht geld, vermeerderd met die inkomsten, de laat stelijk genoten wedde met 25 zou over- schrijden, het wachtgeld met het bedrag dier overschrijding verminderd. 2. Van het ter hand nemen van eenigen arbeid of eenig bedrijf doet de op wachtgeld gestelde onverwrjld mededeeling aan Burge meester en Wethouders. Daarbij doet hij, voorzoover mogelijk, opgave van de inkom sten, die hij uit ter hand genomen werkzaam- heden zal trekken, terwijl hij voorts verplicht is, om indien die inkomsten tijdelijk of blijvend wijziging ondergaan, daarvan tijdig v66r het verschijnen van den eerstvolgenden wachtgeld- termijn, nadere opgave te doen. Zijn de in komsten niet vooraf op te geven, dan doet hij tijdig v66r het versohijnen van elken wacht- geldtenmijn opgave van de inkomsten, die hij sinds het ter hand nemen der werkzaamheden of sinds de vorige opgave heeft genoten. Brengt echter de aard der werkzaamheden, ter beoordeeling van Burgemeester en Wet houders, mede, dat de inkomsten over een lan- geren termijn moeten worden berekend, dan geschiedt de opgave dienovereenkomstig en wordt op (het wachtgeld eene vermindering toegepast van een voorloopig vastgesteld' bedrag onder voorbehoud van verrekening aan het einde van den evenbedoelden termijn. 3. Bij de vaststelling van het bedrag der vermindering kan van de opgave van den betrokkene worden afgeweken. Indien de in komsten vrijwillig zonder voldoende redenen worden prijsgegeven of door eigen schuld ver- loren gaan, blijft niettemin de vermindering tot het laatstelijk bepaalde bedrag toegepast. 4. Indien een op wachtgeld gestelde de in dit artikel bedoelde opgave nalaat of onjuist of onvolledig doet, kan het wachtgeld geheel of ten deele worden vervallen verklaard. 5. De op wachtgeld gestelde wordt geacht door het aanvaarden van het wachtgeld te bewilligen, dat alien, die daarvoor naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders in aanmerking komen, omtrent omstandigheden, die verband houden met de uitvoering van dit reglement, inlichtingen geven aan Burge meester en Wethouders. Artikel 33. 1. Indien de op wachtigeld gestelde een aan hem aangeboden ambit of betrelkiking, die hem naar het oordeel van Burigemeester en Wet houders, in verband met zijn persoonlijikheid en omstandigheden redelijikerwijs kan worden otvpH lasbeschermers 52 l i,i cU^en, cocuinVM. anderszins, indien hij in de gelegenhedd komt om op eene wijize, die in verband met zijn per soonlijikheid en omstandigheden naar het oor deel van Burgemeester en Wethouders voor hem passenid kan worden geacht, inkomsten te verikrijigen, daarvan geem gebruik maakt, vervalt het wachtgeld voor het bedrag. waar- mede het wachtgeld vermeerderd met de ver- zudmde inkomsten, de laatstelijk genoten wedde zou helblben overschreden. 2. De op wachitgeld gestelde is voorts ver plicht zich te gedragen naar de voorschriften die hem door Burgemeester en Wethouders hetzij in het algemeen, hetzij voor eenig bij- eonder geval worden gegeven, strdkkende om tot het verkrijigen van een arnbt of betrek king of een andere bron van inkomsten te ge- raken. Bij niet-nakominig van die voorschrif ten kan het wachtgeld geheel of gedeeltelijk worden vervallen verklaard. 3. De bepalingen van dit artikel vinden overeenkomstig toepasisfing voor den amibte- naar, wien het voomemen is medegedeeld om zijne betrekking op te heffen of de inrichting van zijn diemstvak zoodanig te veranderen, dat zijne wenkzaamheden overbodig ziullen worden, in dezer voege, dat, indien zoodanig ambtenaar een amlbt of betrekking wedgert of niet van eene gelegenheid gebruik maakt, als bedoeld in het eerste lid:, de toekenning van wachitgeld achterwege blijft of slecfhts tot een verminderd bedrag gesohiedt en dat bij niet opvolgdng van de voorschriften als bedoeld in het tweede lid, de toekenning van wachtgeld achterwege kan blijven of slechts tot een ver minderd bedrag gesdhieden. Artikel 34. 1. (Het wachtgeld vervalt, zoodra de op wachtgeld gestelde in het genot van pensioen wordt gesteld. 2. Vloorts kan het wachtgeld worden .ver vallen verklaard, indien de op wachtgeld ge stelde zich zoodanig gedraagt, dat hij, ware hij in dienst gebleven, zou zijn ontslagen, of indien hij zich in het buitenland vestigt of ge acht moet worden aidaar duurzaam te ver- blpven, tenzij hem voor dit verfblijf toestem- ming door Burgemeester en Wethouders is verleemd. Artikel 35. Indien de op wachtgeld gestelde ambtenares in het hiuwelijk treedt vervalt het wachtgeld met ingiang van den dag van het huiwelijik. Antilkel 36. Aan hem, die op wachtgeld Is of wordt ge steld, kan, indien hij elders aibeid of bedrijf gaat ter hand nemen, terzake van de kosten, die voor hem aan de daartoe noodige verhui- zing zijn verbonden een bedrg worden toege- kend, indien bij gebreke van die toekenning die arbeid of dat bedrijf dtoor hem redelijker- wijs niet zou kunnen worden aanvaard. Artikel 37. 1. Het bedrag van het wachtgeld, over een vol jaar berekend, wordt naar boven tot een vOHen gulden afgerond. Het wordt uitbetaald in maiandeJijksche termijnen. Met toestemming van den op wachtgeld gestelde kan de uit- betaling in langere termijnen geschieden. Bij overlijden wordt het wachtgeld uitbetaald met inachtneminig van de navolgenide termijnen. 2. Overlijdt een gewezen ambtenaar, die wachtgeld geniet, die geen weduwe of kinde- ren, jonger dan 18 jaar achterlaat en niet is kostwinner voor zijn ouders of voor zijn bree ders of zusters, jonger dan 18 jaren, dan wordt aan den rechthebbende de wedde uitbe taald tot en met 14 dagen na den dag van het overlijden-. 3. Overlijdt een gewezen ambtenaar, die wachtgeld geniet, die een weduwe of kinderen jonger dan 18 jaren achterlaat, of kostwinner is voor zijn ouders of voor zijn broers of zus ters, jonger dan 18 jaren, dan wordt aan deze een uitkeering gegeven tot een bedrag, gelijk aan de wedde van den overledene over een tijdvak van drie maanden. 4. Bij overlijden van een gewezen ambte naar, die wachtgeld geniet, die tijdelijk aan- gesteld en die een weduwe of kinderen jonger dan 18 jaren achterlaat, of kostwinner is voor zijn ouders of voor zijn breeders of zusters, jonger dan 18 jaren, wordt aan deze een uit keering gegeven, gelijk aan de wedde over een tijdvak van een maand. Artikel 38. De toekenning van wachtgeld en het nemen van beslissingen daaromtrent geschiedt door den Burgemeester. Hoofdstuk VI. Slot- en Ovenganigsbepalingen. Artikel 39. Voor de bij het inwerking treden dezer ver- ordening in dienst zijnde personeel blijft: a. de minimum jaarwedde bedoeld in arti kel 4 van deze veroridening bepaald voor den hoofdagent-reohereheur van politie op 1860 en voor de agenten van politie op 1560. Hun periodieke verhoogingen bedoeld in artikel 5 op 26. b. de diploma-toelage, zonder aanteeke- ning, bedoeld in artikel 6 op 50. c. de kleedingtoelage van den hoofdagent- rechercheur van politie bedoeld in het le lid van artikel 8, op /120. d. -de rijwieltoelage, bedoeld in het 2e lid van artikel 8, op 40. Artikel 40. 1. Deze verordening kan worden aange- haald als verordening gemeente-politie. 2. Zij treedt in werking met ingang van den dag der Kondnklijke goedkeuring, op wel- ken datum vervalt de verordening, regelende de rangen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid, en de bezoldi ging van de ambtenaren der gemeentepolitie, vastgesteld 10 November29 December 1932, goedgekeurd bij Koninklijk besluit 2 Maart 1933 no. 40 en zooals deze laatstelijk is gewij- zigd bij besluit van 22 April 1937 goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 4 Juni 1937 no. 55, en bij besluit van 6 November 1937. De heer LAMBREOHTSEN VAN RITTHEM komt hierbij terug op zijn oude stokpaardje. Voor een gemeente, die zich zoo snel uitbreidt als deze, is naar zijn oordeel een aantal van 8 politie-agenten te weinig. Hij zqu dit aantal dan ook graag op 10 gebracht zien. En dan heeft spreker zich verder afgevraagd, of het niet op den weg ligt waar er aan de overzijde van het kanaal een geheel nieuw stadsgedeelte ontstaan is, aidaar een subpost te vestigen, opdat ook daar de gelegenheid zal zijn, de hulp van de politie in te roepen. Het kan voor komen dat er in 'n tijid dat er veel scheep- ivaart is, politiehulp noodig kan zijn, en dan kan het precair worden, als de hulp van de politie spoedig ingeroepen moet worden. Naar sprekers oordeel Is de politiemacht van dien aard, dat deze niet voldoet aan de eischen, die gesteld mogen worden. Zijns in- ziens is het een onmogelijke toestand, dat blijkt ook wel uit het felt, dat het politie- bureau na's avomds 7 uiur niet sneer telefonisch te bereiken is. Het is spreker ook meermalen overkomen, dat hij overdag op het politie- bureau geen gehoor kreeg, omdat het bureau Uleu Ut^ZtiL wctb. Doordat de werkzaamheden uitbreiden, wordt het zjjms inziens hoog tijd, dat het aan tal agenten van politie gebracht wordt van 8 op 10. De heer COLSEN dacht eigenlijk, dat de heer Lambrechtsen van Ritthem iets anders ter sprake had willen brengen. Nu deze deze kwestie aansnijdt, wil hij daarover ook iets zeggen. Als men ziet, dat er in een aangren- zende gemeente van 6000 inwoners 2 veld- wachters zijn, zou men moeten zeggen, dat er hier genoeg politie is. lets anders zou het zijn, als bekend was, dat het hoofd van politie' van oordeel was, dat de politie de zaak niet aankon, omdat er veel vechtpartijen, veel diefstallen of inbraken zouden voorkomen. Als men ziet, dat de Minister werkelijk om enkele guldens geen goedkeuring verleent moet spreker zich de vraag stellen, of de raad deze post nog mag bezwaren. Men is ver plicht deze ambtenaren een goed loon te geven en dan mag men ook niet, waar het niet noo dig is, de bezetting uitbreiden. Spreker her- haalt, dat de toestand anders zou zijn, indien men hoorde van veel diefstallen of inbraken, en dat daardoor het hoofd van politie genood- zaakt zoiu zijn, meer personeel aan te stellen, doch daar hoort men niet van. Spreker kan daarom aan het voorstel van den heer Lam brechtsen van Ritthem zijn stem niet geven. De heer LAMBREOHTSEN VAN RITTHEM acht het standpunt van den heer Colsen een zeer gevaarlijk standpunt. Deze zegt, laat men afwachten tot er zich excessen voordoen, en dan tot aanstelling overgaan. Spreker daarentegen is van oordeel, dat men ambte naren moet aanstellen v6or er zich excessen voordoen. De heer RlEMENiS is terzake met zoo bij- zonder op de hoogte, doch waar de heer Lam brechtsen van Ritthem zegt, dat hetsoms voorkomt, dat het bureau onbezet is, lpkt hem dat toch verkeend. De VOORZITTER: Dat kan bij de tegen- woordige bezetting niet anders. De heer RIEMENS: Dus er zouden meer agon ten moeten zijn? De VOORZITTER deelt made, dat er voor een voortdurende bezetting van het bureau minstens 2 man meer noodig zouden zpn. Als hoofd van politie is hij van oordeel, dat het corps uitbreiding noodig heeft. Aan to M - ren kant is hij het er mee eens, dat er zooals de heer Colsen gezegd heeft, over enkele g dens moeilijkheden rijzen. Dit is evenwel op zichzelf geen motief, om tegenover een uit- brSng afwijzend te staan als de omvang der werkzaamheden uitbreiding eischt. Spreker steimit toe, dat men hier geen on- rustige bevolking heeft, doch het gaat er hier om dat de politie gednrende een groot deel van den daig niet te bereiken is. De heer RIEMENS heeft zijn opmerking ge- maakt naar aanleidimg van de woorden van den heer Colsen, die gezegd heeft, dat er m een naburige gemeente van 6000 zielen 2 ve - wachters waren. De VOORZITTER wijst er op, dat deze ge meente een moeilijke gemeente is voor de politie, niet wat de bevoIking betreft, doch een nvoeiliikc gemeente om te bewerlken. De heer 't GILDE deelt namens zijn fraatiegenooten mede, dat indien het hoofd van politie, gehoord den inspecteiur, een voorstel tot uitbreiding der politiemacht zal doen, zij er voor zul'len stemmen. Hij wijst er op, dat zij niet kunnen beoordeelen, of de politiemacht ail dan niet te gering is. De heer DEN HAMIER deelt mede, dat, als het hoofd .van politie het noodizakelijk acht, hij zijn stem zal geven aan een voorstel tot uitbreiding der politieanacht. Persoonlijk ziet hij er de noodzai;elijikheid niet van in, hij kan dit ootk niet beoordeelen. Toegestemd moet Worden, dat het gewemscht is, dat het bureau steeds te bereiken is. Overigens wijst hij er op, dat indien noodig, ook de asisistentie verkre- gem kan worden van de rijkspolitie. Spreker hePhaalt, dat indien de Voorzitter zich uit- spreekt, dat het noodizakelijk is, hij zijn stem aan dat voorstel geiven zal. De heer DE VOS kan zich vereenigen met de woorden, die zijn fractiegenoot, de heer 't Gilde gesprotken heeft. Indien het hoofd van pohtie, dat is de Voorzitter, op gnede gronden meent, dat uitbreiding der politiemacht nood- zakeljjk is, zal hij er zijn stem aan geven. Overigens is er nog een fimamcieele noodza- kelijlkheid, -en die is: bezuiniging. De heer SQHEELE is van oordeel, dat de heer Lambrechtsen van Ritthem deze kwes tie eigenlrjik te vroeg aansnijdt. Laat men hiermede wachten tot bij de behandeling van de begrooting, dan kan men zien hoe de financieele aamgelegenheden er voor staan. De VOORZITTER deelt mede, dat dat ook zijn bedoeldng was. De heer LAMBREOHTSEN VAN RITTHEM heeft dit juist thaws ter sprake gebracht, om dat nu de verordening wordt vastgesteld en hierin is bepaald, dat het aantal agenten van politie 8 bedraagt. De heer COLSENDius we krijigen een voor stel bij de begroating. De VOORZITTER deelt mede, dat alsdan eventueel een voorstel zal worden gedaan met de noodige toelichtdng. De heer VERLINDE zal prijs stellen op een zoo groot mogelijike samenwerking met de rijkspolitie. Dit kan de gemeente als het er op aan komt, een poar agenten sparen.- Spre ker kan zich bij: een voorstel tot uitbreiding van de politiemacht niet zoo maar direct neerleggen, daar zijn de tijden niet naar. De VOORZITTER geeft in overweging, deze zaaik te laten rusten tot de beh'andeling van de begrooting. De heer DE VOS heeft geconstateerd, dat in versehillende artdlkels van het amjbtenaren- reglement, waar voorheen Burgemeester en Wethouders stond, dit is doorgehaald en ver- vangen door „de burgemeester". Geldt dat alleen voor de politie, of zijn deze bepalingen ooik voor anderen van kracht. De VOORZITTER anbwoordt, dat het eer ste' het geval is. De heer COLSEN meent, dat het niet mis gezien is, dat de inspecteur f 100 verhooging tofet, terwijl de toelage voor politie-diploma is vervallen. De VOORZITTER antwoordt, dat het een eisch is, dat de inspecteur in het bezit van een diploma is. Naar aanleiding van een aan merking van den Minister is dit voorstel ont staan. De heer VERLINDE deelt mede, dat dit juist is, hetgeen hij in de vorige vergadering gezegd heeft. De inspecteur is verplicht, in het bezit van een diploma te zijn, en men moet hem hiervoor dan ook niet apart betalen. De heer COLSEN heeft in de vorige ver gadering opgemerkt, dat het niet aangaat, dat onze politie ieder uur of halfuur, dat zij eens langer in dienst zijn, berekenen. Spreker acht dit een vCrkeerde toestand. Hij zou dit dan ook liever niet zien. lets anders is het, als zij 5 a 6 uur langer zouden moeten dienst doen, doch het kan toch niet juist zijn, dat ieder half uur, dat langer gebleven wordt, apart betaald moet worden. Wat moeten anderen soms niet doen, en die krijgen het ook niet altijd betaald. De heer SGHEBLE deelt mede, dat de politie in dezen over het algemeen zeer soepel was. Nu is er laatst een ambtenaar bij ge- komen en deze heejjt gevraaed. dat voldaan zou worden aan de bepalingen van het Ambte- narenreglement, inzake het meer dan 8 uur werken. Zooals men weet, heeft ook de politie den 8-urendag. Naar sprekers meening worden er thans ook teveel halve uurtjes berekend. De heer VAN OADSAND zal op deze kwes tie niet ver ingaan, deze zaak is in den breede besproken in de vergadering van Georgani- seerd Overleg, en hier heeft spreker gezegd, dat hij zich aansluit bij de eischen, die de Minister stelde. Hierop is hem geantwoord: ,op grond van verkeerde voorlichting". Dat s best mogelijk, doch spreker had inlichtin- gen ingewonnen, en als hij die iniwint, gaat hij naar een plaats, waar hij vertrouwt, de juiste inlichtingen te krijgen. Die inlichtingen heeft hij niet ingewonnen bij zijn buurman de rijkspolitie, en odk niet bij een lawdlbouwer, doch die heeft hij genomen op een plaats, waar hij vertrouwde, de juiste inlichtingen te verkrijgen. Spreker kan zich neerleggen bij een salarisregeling, die ongeveer overeenkomt met de rangschikking, zooals de Minister die voor zijn menschen heeft. Daarom zal spre ker zich aansluiten bij de Ministerieele rege ling, en als deze zaak in hoofdelijke stemming gebracht wordt, tegen stemmen. Wordt zon der hoofdelijke stemming beslist, dan wenscht hij geacht te worden, tegen gestemd te hebben. Met de stem van den heer Van Cadsand tegen worden de voorstellen van Burgemeester en Wethouders aanvaard. 9. Conversie geldleening. 'Burgemeester en Wefhouiders berichten. Na de raad-svengadering van 24 Maart 1.1. is nog een aanbieding ingekomen tot verlaging van de rentevergoeding van de geldleening der N.V. Algemeene Levensverzekeringbank, oorspronkelijk groot 28.600, na de aflossing per 1 Maart 1938, per resto groot f 18.760. De N.V. is bereid de rente per 1 Juni a.s. te veriaigen tot 3 V2 Wij merken hierbij op, dat deze leendng oor spronkelijk is aangegaan tegen een rentever goeding van 4.8 en dat de N.V. reeds twee- maal bereiid was de rente te verlagen, de laat- site maal tot 4 Thans wondt door de N.V. een bepaling ge- vraagd, dat indien de gemeente vddr 1 Juni 1943 tot (versterkte of aligeheele aflossing zou besluitien 1 'boete zal worden betaald. Wij adhten het voorgestelde aannemelijk en stellen U voor, het navoigende besluit te nemen. De gemeenteraad van Temeuizen; b e s 1 iu d t in de geldovereenkamst met de N.V. Alge meene Levensverzekeringbank wordt gerekenri vanaf den 1 Juni 1938 in plaats van de bij ac'ten d.d. 1 Maart 1926, 13-14 Augustus 1934 en 5 Maart 1937 overeengekomen rente, vol daan een rente van 3% per jaar. (Biji gehede of gedeeltelijke versterkte aflos sing voor den 1 Juni 1943 is een boete ver- schuldigd van 1 over het bedrag der af lossing. Alle kosten op het sluiten en de tenuitvoer legging der ov'ereenkomst alsmede alle belas- tirigen op de rente, nu en later .vallende, zijn voor rekening van de gemeente. Mede komen ten laste der gemeente .de belastingen, die zij zeIf te eeniger tijd van hoofdlsom of aflos- singen zou gaan heffen, blijvende overigens de acte d.d. 1 Maart 1926 geheel tusschen par- tijien van kracht. Met algemeene stemmen wordt aldus he- slot en. 10. Wijziging begrootingen. Burgemeester en Wethouders stellen voor, de begrooting der gemeente over den dienst 1937 te wijzigen als volgt: Gewone dienst. onder de inkomsten te verhoogen de posten: verrekening artikel 2 wet 4-3-'35 S. 74 over 1936/37 f 2900; restituties rente geldleening /56, 15,80, 6,35, 66,40, 10,58, f 73,06, 46,10; vergoeding aansluiting begraafplaats aan de waterleiding f 5; restituties reiskosten f 25; bijdrage van het rijk krachtens art. 56 der Woningwet /400; onder de uitgaven te verhoogen de posten: druk- en bindwerk 10; onderhoud en aan- koop van meubelen 50; contributie aan de Ver van Nederl. gemeenten f l; kiezerslijsten en het uitoefenen der kiesverrichtingen /20* kosten vallende op het keuren voor den dienst- plicht 3; kosten van officieele ontvangsten f 5; verrekening uitkeering art. 3 sub c. fin, verhouding /3295; bureaubehoeften /50; bios- cooprecht art. 8 der bioscoopwet 5; aandeel van het rijk in het voordeelig saldo der exploi- tatie rekening noodwoningen 75; schrijf- en (bureaubehoeften' 250; onderhoud wegen en voetpaden 65;" onderhoud wandelplaatsen en plantsoenen f 150; onderhoud pompen en riolen f 315; kosten van havens f 25; kosten van de algemeene begraafplaats 75; plaatsen van advertentien f 20; onderhoud en administratie van bezittingen, niet voor den publieken dienst bestemd 125; kosten van het instandhouden van schoolgebouwen 170; kosten school- bibliotheken 40; bijdrage aan den kap. dienst voor aanieg waterleiding openbare scholen g. 1. o. f 2; bijdrage aan hoofdstuk VI van den gew. dienst wegens gedeelte jaarwedde vaste werklieden f 100; reiskosten personeel scholen o. g. 1. o. voor t.b.c.-keuring 30; onderhouden van schoolmeubelen 5; aan- schaffen en onderhoud van schoolboeken /30; teruggaaf portokosten 2; reiskosten perso neel openb. u. 1. o. t.b.c.-keuring f 5; uitkee ring aan gemeenten, bedoeld In art. 205 L. O.- wet 1920 10; kosten handelsonderwijs 140; kosten van werkverschaffing door of vanwege het rijk ondernomen 340; kosten van controle op werkloozen en administratie sbeuiwerleenimg 715; bijdrage voor bijizondere hulp aan werk loozen f 150; aandeel van het rijk in het hotel- vergunnings- en verlofsrecht 25; uitkeering aan het bedrijf 980; onder de uitgaven te verlagen de posten: bijdrage ter tegemoetkoming in de betaling van rente en aflossing voorsch. Volkshuisves- ting 1800; kosten van werkverschaffing door of vanwege de gemeente ondernomen /340; kosten van de districtsarbeidsbeurs en de arbeidsbemiddeling /685; vergoeding instand- houding bijz. scholen bedoeld in art. 101 der L. O.-wet 1920 650; onvoorziene uitgaven 203,71; Kapitaaldienst onder de inkomsten te verhoogen de post: bijdrage van hoofdstuk VHI-2 van den ge- wonen dienst 2; onder de uitgaven te verhoogen de post: kosten van stichting enz. van gebouwen voor o. g. 1. o. 2. de begrooting van het woningbedrijf voor den dienst 1937 te wijzigen als volgt: Gewone baten: onder de baten te verhoogen de posten: uitkeering van de gemeente wegens andere grondslagen f 378,77uitkeering van de ge- meente, a. wegens andere grondslagen f 183,37, b. wegens verlies 464,80; uitkeering van de gemeente wegens verlies f 3,16; opbrengst van huren 131,50; te verlagen de posten: opbrengst huren 91,20; rente van in rekening-courant bij de gemeente belegde gelden f 30,40; opbrengst huren 568,66; rente voor in rekening-courant bij de gemeente belegde gelden f 11,51; pacht onlbabourwde grand /3,16; rente van in rekening-courant bij de gemeente belegde gel den 12,39; Gewone lasten: onder de lasten te verhoogen de posten: polderlasten /0,39; watergeld 225,69 af- schrijving aanieg waterleiding f 17,60; uitkee ring aan de gemeente wegens winst 15,28; watergeld 59,05; afschrijving aanieg water leiding 10,40; afschrijving aanieg waterlei ding 7,80; watergeld 88,77; uitkeering aan de gemeente wegens winst 23,01; te verlagen de posten: uitkeering aan de ge meente wegens bijdragen voor eigen- en weduwen- en weezenpensioen ingevolge art. 36 der Pensioenwet 1922, S. 240 jl,65; onvoor ziene lasten /0,14; polderlasten /0,01; uitkee ring aan de gemeente wegens bijdragen voor eigen- en weduwen- en weezenpensioen inge volge artikel 36 der Pensioenwet 1922 S. 240 0,60; onvoorziene lasten 0,84; uitkeering aan de gemeente wegens bijdragen voor eigen- en weduwen- en weezenpensioen ingevolge art. 36 der Pensioenwet 1922 S. 240 0,46; polderlasten /0,0a. Kapitaalsinkamsten onder de inkomsten te verhoogen de posten: afschrijving aanieg waterleiding f 17,60, on- derhoudsfonds op 1 Januari 1937 14,07; af schrijving aanieg waterleiding f 10,40; toevoe- ging aan het onderhoudsfonds 104,95; te verlagen de post: toevoeging aan het onderhoudsfonds 250; Kapi taal suitgaven onder de uitgaven te verhoogen de posten: aanieg waterleiding ten bate van onderhoud 17,60; uitkeering uit het oiuderhoudsfonas 4.5' 36' aanieg waterleiding ten bate van onderhoud 10,40; onderhoudsfonds op 31 Dec over te brengen naar den volgenden dienst f 21 77aanieg waterleiding ten bate van on derhoud f 7,80; onderhoudsfonds op 31 Dec over te brengen naar den volgenden dienst 'verlagen de post: onderhoudsfonds op 31 Dec. over te brengen naar den volgenden dienst 419,99. De heer VAN DRIEL heeft hieromtrent een vraog. Toen spreker de stukken is wazen zien, ikon hij de wijlziging van de begrooting niet vinden, hij zou gaarne weten, welke wijza erinsren deze Ibelhelist. De VOOIRZaTTER antiwoondt, dat deze wijziging slechts kieine Gedragen betreft. De heer VAN DRIEL veronderste t wel, d<at er niet ,veel teigen zal zijn. In gtA meen is het de gewoonte, de wijziigingen aanvaarden, zooals die (Ronnen toen sorelker hier is geweest om de stiuMken in te Tn, deze w^iging er niet bp. Zja moots ziin later geweest, spreker heeft er hen naar gwraagd, doch odk zij hebben geen toegreo- t inig-eiw iizigmig aangetroffen. indien het alleen technische wijragmgen be treft ikian spreker deze wijziging aanvaarden, doch' hij geeft Burgemeester en Wethouders in overweging, deze in f vepvolg bij de stuk ken ter inzage te leggen. De VOORZITTER deelt mede, dat vandaag de verordening voor de heffing van opcenten op de gemeentefondslbelasting is vastgesteld, terwijl vender op korten termijn de begrooting gewijizigd moest worden. Zoodoende was er igeen tijd, om de wijlziging der begrooting nog aan de leden rond te zenden. Deze betreft echiter uitsluitend kieine postjes, en bevat niets belangrijks. De heer SOHHELE wijist er op, dat het vorig boekjaar nu afgesloten moest worden, en in verband met het felt, dat er vermoede- lijk vddr JuM geen vergadering meer zal zijn, moest derhalve de begrooting gewijizigd wor den. Dinsdag j.l. hebben Burgemeester en Wethouders deze wijediging behandeid en zoo- doende bestond er de gelegenheid niet meer, deze wijziging aan de leden toe te zenden. Spreker geeft toe, dat het min of meer niet in orde is, hij had oolk liever gehad, dat de leden de cijfertjes gezien hodden. De heer 't GILDE vraagt, of de leden de begrootingswijzdiging nog toegezonden krijgen. De VOORZITTER zegt toe, dat ze in de notulen zmllen worden opgenotmen. Met algemeene stemmen wordt overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders hesloten. 11. Ontheffing rioolbelasting, dienst 1937. Naar aanleiding van een ingekomen reclame tegen den aanslag rioollbelasting 1937, stellen Burgemeester en Wethouders voor, ontheffing te venleemen aan G. P. Dhert, tot een bedrag van 3. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 12. Ontheffing schoolgeld, dienst 1937. Naar aanleiding van een ingekomen reclame tegen zijn aansdag schoolgeld, dienst 1937, stellen Burgemeester en Wethouders voor, te hamdhatven den aanslag van G. van den Berge. Met algemeene stemmen wordt aldus be- siloten. 13. Ontheffing hondenbelasting, dienst 1937. Naar aanleiding van een ingekomen reclame tegen zijn aanslag hondenlbelasting, dienst 1937, stellen Burgemeester en Wethouders voor, te handhaven den aanslag van G. P. Bee reins. De heer OGLSEN wil omtrent het adres tegen den aanslag hortdenbelasting van dezen Ibetrokkene iets zeggen. Men weet, dat deze ambtenaar is, hij is kommies, en spreker meent, dat dan vrijstelling van hondenbelas- ting gegeven zou kunnen worden. Indien hij den hond had als politiehond, kan deze toch vrij gegeven worden. De heer '.t GILDE was oorspronkelijk van plan geweest, hienover te spreken. Nu hij heeft gelezen hetgeen de agent Sol hierover gerapporteend heeft, wfil hp er geen woordi verder over zeggen. De heer VERLINDE wil hierover toch een kleinigheid zeggen. Hij wil buiten beschou- wirnig laten of deze hond een politiehond of geen politiehond was, ook of de betrokkene als politie-ambtenaar of niet als politie-amb- tenaar beschouwld kan worden, blrjkens het rapport is hij, geen politie-ambtenaar. Aan spreker is medegedeeld, dat de betrokkene den hond had om te dresseeren, en hij wilde weten of er voor betaald moest worden of niet, want hij deed dit voor iemand anders. Nog in September 1.1. is hij wezen informeeren of hij er voor moest betalen, want dan zou hij de belastinig in rekening brengen. In Sep tember werd hem geantwoord, dat hij nog niet op het kohder stond, terwiji later blijkt dat dit wel het geval is. Nu kan het een fout zijn, dat hij nog niet op het kohier voorikiwam, doch dan meent spreker, dat men zou moeten zeggen, hij stond er niet op, dus laat dit loopen. De man heeft aan rienigene, voor wie hij den hond heeft ge- dresseerd, de centen niet gevraagd, dus hij is ze nu kwijt. Gezien het feit, dat hij in Sep tember is wezen vragen, of hiji op het kohier voorkwam en hem toen werd medegedeeld, dat dit niet het geval was, zou spreker er voor zijn in dit geval ontheffing te verleenen. De VOORZITTER wijist er op, dat het sup- pletoir kohier hondenlbelasting in September wiondt opgemaakt. De SECRETARIS zegt, dat het laatste sup- pletoir kohier in October-November wordt op gemaakt. De heer VERLINDE herhaalt, dat de be trokkene is wezen vragen, of hij hondenlbelas ting betalen moest, en toen overtuigd was, dat hij er vrij van was. Nu is de man wel geen politie-ambtenaar, doch opsporingsamibtenaar, en als het is, zooals de man heeft gezegd, dan geeft spreker in overweging, de betaalde be- lasting terug te geven. De heer DiE KRAKiER merkt op, dat, indien de hond hij, hem was om te dresseeren, dan vpis hp er niet voor politiediensten, al ge- bruikte hij er den hond misschien wel voor. De VOORZITTER deelt mede, dat betrok kene den hond eerst had om getemd te wor den, want deze was wild. Later is betrokkene op de gedachte gekomen, dat het wel een politiehond kon zijn. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aanvaard. 14. Onderzoek geloofsbrief A. C. van Pamelen. Ingekomen is de geloofsbrief met bijlagen van A. C. van Pamelen, door het bedanken van J. Duurinck gekozen verklaard als lid van den raad. De VOORZITTER verzoekt de heeren Lam brechtsen van Ritthem en Riemens, bijgestaan door den Secretaris, een commissie tot onder zoek van deze stukken te vormen. Hij schorst de openibare vergadering, welke overgaat in een zitting met gesloten deuren. Na heropening rapporteert de commissie bij monde van den beer Lambrechtsen van Rit them dat de geloofsbrief met bijlagen is onderzocht en in orde bevonden, weshalve zij adviseert, den benoemde toe te laten tot lid van den raad. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 15. Wijziging conqessie radiodistributie- bedrijf. Burgemeester en Wethouders schrijven den raad: Nu dezer dagen de precarioverordenmg •KVminkliik goedgekeurd is, wordt met mgang KrfrnuS"i 1938 de door het Radiodistn- butiebedrijf alhier verschuldigde retributie krachtens deze verordening geheven In verband hiermede dient te vervallen punt 5 van het raadsbesluit van 7 Februan 1935, waarin thans de vergoeding van het bedrij aan de gemeente is geregeld. Wij stellen u mitsdien voor het navolgencie besluit te nemen: de gemeenteraad van Terneuzen, 1 Met11 lgen^ene stemmen wordt aldus be- sloten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 6