rfmffm nieuws- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen LICHTZINNIGE JEUGD No. 9766 MAANDAG 30 MEI 1938 78e Jaargang Binnenland Feuilleton Buitenland EERSTE BLAD De uitbreiding van onze weermacht. NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Imzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSOHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. (Dozer dagen heeft de minister van Defen- sie, de heer J. J. C. van Dijik, op zijn departe- ment te Den Haag een persconferentie be ll egd in verband met de reorganisatie van de weenmaoht. Zooals aligeimeen beikend, ald-us ving de minister zijn betooig aan, is er thans- een ver- etehfcmg van de weenmacht in wording, welke verslterking in verband met verscbillend-e fac- toren geleidelijk tot stand wordt gefbraciht. Da- gelijlks wordt aan den oplbouw van de weer macht gewerkt, dodh tal van vraagstulkken vraigen emstiige overweging, voordat een be- slissdnig kan worden genomen, waarbij zorg wordt gedragen., dat verwarring worde ver- meXJen en dat elke oplossing ten goede komt aan onze weenmacht. De verhooging van het contingent. Wat de verhooging van het jaarlijksch contingent van 19.500 tot 32.000 man betreft, merkte de minister op, dat daandoor na 5 jaar de noodige sterlkte zai zijn beredkt. Van het verhoogde contingent zullen 4800 man in de eerste plaats worden bestemd voor de infante- rie, doch daarnaast odk voor andere wapens, 3200 man zijn noodig voor de vorming van nieuwe onderdeelen, terwijl het in de bedoe- ling ldigt de oproeping der overige 4600 man na 5 jaar weder te doen vervallen, tenizij door wetswijiziginig ooik dit aantal geheel of ten deele wordt ge'hanidhaafd. Aan deze contmigentsverhoogmg ligt mede ten, grondslag een verjomgdng van de te velde gaande troepen, zoodat bij eventueele nood- zaak kan warden volstaan met bet oproepen van minder llehtinigen en wel 12 inplaats van 16. De grensbeveiliging. Van zeer groot belang is de grensbeveili ging, mede met het oog op de envaring der laatste jaren waarin een oorlogsverklaring niet meer noodig wordt geoordeeld, en waar bij men kan komen te staan voor het feit van een plotselinige grensoverschrijdinig. Bij de grensfoeveiliiginig heeft men natuur- lijlk rekeninig moeten houden met de plaatsen der garndzoenenVan elk regiment wordt een opgelkioimen ploeg dienstplichtigen na 5 maan den in een ander verband gebraciht en wordt zrj geivormd tot een 2e bataljon, bestemd voor de vredesgarniizoenen in de grensgebieden. Deze 2e bataljons biijven onder command© van hun eigen regione n tscommandantdoch zij gaan oefenen onder toazdicht van autoriteiten, die speciaal met de strategisdhe veiligheid zijn ibelaist. Op deize wijize wilde men .komen tot de be- oogde vredesorganisatie van onze weermacht. Tihans is daze organisatie echter nog niet zooals zij worden moot, hetgeen een gevolg is van het besluit am de diensttrjdtverleniging ook voor de liichting 1938 van toepassing te ver- klaren. Op dit besluit waren de kazemee- ring, de encadreering en de verzorging niet voodbereid, zoodat alles moest worden ge- impnoviseend. Tocih is deze limprovisatie vlot verloopen en het resultaat is, dat alle 2e batal jons op 4 na, zijn gekomen in de garnizoens- plaatsen waar zij definitief gevestigd zullen zijn. Deize vestiginig betreft ecbter de vredes- disloeatie, weike niet verward moet worden met de oorlogstaaik der troepen, want uit deze vredeSdislocatie mogen geen conclusies wor den getroklken voor de wijze, waarop de lands- verdediiging zal zijn georganiseerd. Het spreekt intusschen wel vanzelf, dat de vredeslegering zooveel mogelijk in het grens- gebied moest geschieden. Vandaar dat het tweede bataljon Jagers in Tilburg moest wor den gevestigd, omdat de oefeningsgelegen- heden in Den Haag te beperkt en eenzijdig zijn. Evenzoo moest het tweede bataljon van het 4 R. I. in Weert worden geplaatst. Dit waren noodzakelijkheden, waaraan niet was te ontkomen. Dat Zeeuwsch-Vlaanderen geen gamizoen heeft gekregen, vloeit voort uit het volstrekte gemis aan oefeningsgelegenheid ter plaatse. Hetzelfde geldt voor Friesland. De Minister betreurt het, dat hij geen kans heeft gezien in deze provincie een garnizoen onder te brengen, maar een gesdhikte oefengelegen- heid van 300 a 500 H.A. grootte was niet te vinden. Men heeft daarbij vooral te zoeken naar onberoerde terreinen, waarin gegraven kan worden, want de oorlogsopleiding van den soldaat bestaat voor een belangrijk deel uit pionieren. (Deze mededeeling zal, met alle beschei- denheid opgemerkt, door de Zeeuwsch- Vlamingen wel met eenige bevreemding worden vernomen. lets anders zou het zijn, wanneer de nabijheid der grens als bezwaar was aangevoerd, doch, merkte men ons op, in het Zuiden van Zeeuwsch- Vlaanderen zijn toch ook wel uitgestrekte oppervlakten gelegen, die, zonder bezwaar, zouden kunnen worden beroerd en waarin naar hartelust zou kunnen worden ge graven. Bovendien: bestaan er ook geen leger- afdeelingen die niet zoo'n uitgestrekt oefenterrein noodig hebben Zou het niet mogelijk geweest zijn, zonder het land sbelang te schaden in Zeeuwsch- Vlaanderen ook een legerafdeeling in garnizoen te brengen? Het verloop van de vestiging der nieu we garnizoenen is voor de Zeeuwsch- Vlamingen niet opwekkend, ondanks de troostende woorden, dat het niet zeggen wil, dat de landsdeelen waar geen garni zoen is gevestigd, niet zullen worden verdedigd. Laat ons hopen, dat het daar nooit op aankomen moet.) Het ve rdedi gill gsappa raat Wat de voltoodinig van ons verdedigimgs- apparaat betreft, deelde de minister mede, dat het daarvoor aan te schaffen materieel in be- stelling is, voor zoover zulks moigelij'k was in Nederlanid. Ook hiermede is niet alleen betrok- ken een we rkrv er mimingmaar door de in- sohakeling van het Nederlandsdhe bedrijfs- leven bij deze voorzieninig zal dit teivens wor den ingestelid op de taak, wellke het zal moeten venvullem bij oorlogstoestand. De aflevering vian het materieel zal geleide- lijik geschieden, zoodat over eeniige jaren de adhterstand zal zijn inigehaaild. Ten aanzien van de foeveiliigimg tegen lucht- aamvallen wees die minister er op, dat scherp onderscheid dient te worden gemaakt tusschen luchtlbescherming (de heveiliigimg van de bur- gerbevolking, welke onder binnenlandsche za- ken ressorteert) en de luchbverdediging (de actieve afweer), tot wellke laatste behooren de lucbtstrijldkradhten, de luchtdoelartillerie, de zoeklichten en de luchtwachtdienst. Een commando voor de luchtverdediging. Tot dusver stonden bovengenoemde groepen van de luchtverdediging alle onider versichil- lende bervelen, doich tihans is men tot het in- zidht geikomen, dat op dit gebied unificatde in hooge mate geiwenscht is en daarom is beslo- ten, dat er zal kiornen een commando, welke al deze groepen oanvat. Voorts zal er komen een brigadecommando voor de luchtstrijdkrachten, welke zullen wor den onderverdeeld in 3 regimenten, te weiten een regimient voor de aLgemeene luchtverde diging, een regiment voor de luchtstrijdkrach- ten ten ibehoeve van het veldlager en een regi ment voor de aigemeene opleiding.. Bij den bciv enbedoeMen uitbouiw van de luchtstrijdlkradhten zal een grooter aantal vlieigveMen noodig zijn dan waarover thans kan worden beschilkt. Naast Soesterberg krij- gen we tihans reedis Bergen en Waalhaven, teriwijl andere plannen nog in voorbereiding zijn. Hiendoor zal een decentralisatie worden verkregen, wellke noodiig is, om de activiteit van de luchtstrij(dlkraiohten te vergrooten. De organisatie van het leger. Wlat de organisatie van het leger betreft, merkte de minister op, dat deze bestaat en zal biijven bestaan uit 4 divisieigroepen met huflpfwagens. Daartoe \ormen de vier vredes- divisies de kern voor de in oorlogstijid noodige divisdegroepen. Daarnaast blijft de liehte bri gade, bestaande uit wielrijiders, motorrijders, pantserwagens, artillerie en pioniers. Prac- tisch zal deze liehte brigade geheel worden ge- motoriseerd. De motorrijders zullen worden geencadreerd uit de cavalerie en ook udt de artillerie, terwijl voorts de cavalerie niet meer tot de liehte brigade zal behooren. Zulks beteekent echter geen opheffing van het wapen der cavalerie, doch slechts het geven daaraan van een andere bestemming. De rijdende artillerie blijft ingedeeld bij de liehte brigade, doch wordt ook gemotoriseerd. Zrj belhoudt echter haar eigen uniform en tra- ditie, terwijl de vraag in overweging is, of een deel der rijdende artillerie in haar begenwoor- diigen vonm zal kunnen worden behouden, doch dan niet bij de liehte brigade. De voedselvoorziening. De minister herinnerde er ten aanzien van de voedselvoorziening aan, dat te dezen aan zien een uitgebreide verdeddgingsvoorbereiding is getroffen, waailbij om. een regeeringscom- mdssariaat is inigesteid met het doel om de Ne- derlandsche industrie in te schakelan bij de verdeeling van de voorraden. Dat het hierbij om groote voorraden gaat, blijfct wel dat dagelijks 30 k 40.000 ton zullen moeten worden in- en uitgevoerd, waarbij ten aanzien van het convoyeeren ook een belang- rrjike taak is weggelegid voor de marine. De eneadreering. Bij een sterkere organisatie van ons leger, aldius vervoflgde de minister, is natuurlijk ook een sterkere eneadreering noodzakelijk. Daar om is noodig een verhooging van het aantal officieren, reserve-officieren en onderofficieren zoowel voor de vredes- als voor de oorlogs- organdsatie. Van belang hierbij is vamzelf-sprekend bet bevorderirugavraagstuk en dit zal onder de oogen worden gezien,, zoodra de vredesorgani satie gecompleteerd zal zijn. Wat het vraag- stuk der onderofficieren betreft, gaf de minis ter ncng als zijn meeming te kennen, dat we van het capdtulantenstelsel goede resultaten mogen verwachten. Voor de officieren zijn de bevorderingsikansen reedis belangrijk verbeterd doch hierbij dient rtkening te worden gehou den met de oorlogsencadreering. De mentaliteit in het leger. Ten aanzien van de mentaliteit van de dienstplichtigen constateerde de minister, dat we daarover eigenlijlk niet te klagen hebben gehad. Er is met ambitie en ijver gewerkt, ook al was de verlenginig van den ddensttijid een tegenvaller. Voorts is in beraad om te doen wat moge lijk is, om de dienstplichtigen tijdtns hun oefe- ningstijd maatschappelijk nog wat bij te bren gen. Een moeilijk vraagstuk is voorts de terug- keer in de maatschappij na beeindiging van den oefentijid, wanneer van vele dienstplichti gen de plaatsen zijn ingenomen. Naast een beroep op de werkgevers zijn daarvoor maat- regelen in overweging. welke een wettelijke basis zullen krijgen. De marine. Ten aanzien van de staatsmarine gaf de minister als zijn meening te kennen, dat het materieel dat thans besehikbaar is, voor de aangenomen doelstelling geschikt moet wor den geacht. Het opperbevel. Naar aanleidinig van een vraag over het opperbevel over het leger, zeide de minister, dat het rammer in de bedoeling heeft gelegen door ARTHUR APPLIN. 13) Vervotg. Kom, laten we doorgaan, stelde Despard voor. We hebben een aardige hoogte moeten beklimmen. Ik ben maar een stadsvogeil en kan moeilijk jullie wandeltempo volgen. iHij haid lierver gehad, dat Rupert was thuis- gebleven, zoodat hij alleen met Marjorie was geiweest. (Rupert scheen bolvendien niet erg genegen te zijn den wenk, dien hij den vorigen avond had ontvangen, te beigrijpen; hij kende trou- wens te goed Despard® gevoelens voor de vionw in het aligemeen, om hem te vertrou- wen. Voor Despard was Marjorie Dale een lieve verschijning; haar schoonheid was frisch, ver- geileken bij die der gepoedende en geverfde Landensche dames. Zij was 'n eigenaardige menigeiing "vian onsclhiuild en onbesehroomdheid, waiarvan hij sterk onder den indruik kwam. Geen gemakkelijke vrouw om het hof te ma- ken en heel moeilijk be veroveren. Oip het oogenbllk wenschte hij, zidh slechts te amuseeren; doch om dit te doen met een voor hem zoo groot mogelijk succes, gepaand aan de grootste mogelijke veiligheid, wist hij, dat hij het spel slchts oippervlakkig mocht spelen. Daarom had hij aan Rupert laten door- schicmeren, dat hij op Marjorie verliefd was gewonden. In den loop van den vooTmiddag bereikten ze den hoofdingang van het gebouw. De stad zeflf lag een klein eindje verder, met een paar hotel®, een spoorwegstationnetje en een aan tal kleine winkeltjies. De twee mannen kwamen overeen, dat ze Marjorie een uur later zouden ontmoeten. Despard drong er op aan te lunch en in het voornaamste hotel. iZe keken Marjorie na tot ze uit het gezicht was vendwenen; toen belden ze aan en aan- sbonds verscheen een portier. Hun. toegangs- bewijzen werdien nauwkeurig nagezien, waar- na ze werden binnengelaten. Ze moesten eenige oogenblikken wac'hten in de portiiersloge. Er verscheen een cipier, die hun verzodht hiun namen, beroep, woonplaats en enikele bijzomderbaden in te vullen in een speciaal daarvoor bestemd register. Ik vindi, dat 't er veel op gelijkt of ik m'n eilgen bevel van inlhechtenisneming schrijf, spotte Despard. Hiji keek den cipier aan. We mogen er straks tocih weer uit? Het zal cms zelfs zeer aangenaam zijn, u weer te mogen laten gaan, sir, zei de man, die geen spiier van zijn gladgeschoren geizicht vertrok. Despard stak z'n arm door dien van Rupert. De hoofdeipier vergeizelde hen over de groote, met sbeenen belegde vierkante plaats, waarna hij hen overliet aan de zorgen van een zrjner ondergeschikten. Om 's hernels wil, zet toch een vriende- lijk gezidht, kerel, anders zullen ze nog den- kien, dat je hier vroeger al een tijd lang hebt doorgebracht. Daar heb je nu al veel van weg. Ik kan niet zeggen, dat er veel is, waar om gelachen moet worden. Met het ongeluk van anderen kan ik me moeilijk vermaken. Denk dan aan jezelf, antiwoordde Des pard, dat zal je wel opkikkeren. Wat ik zeg gen wilde... heb je van Ruby niebs meer ge- hoord, sinds je hier bent? Rupert v©elide, dat hij kleurde. Hij kreeg echter gdegenlheid de vraag te ontwijlken, daar de cipier onder veel sleutelgeramtmel, een an deren ingang voor hen opende. Ofschoon de zon buiten scheen, drong ze tot deize plaats niet door. Het gebouw was nage- noeg geheel van grijis graniet en gaf een kou- den indiruk. Nergens zag men iets, dat maar en oqk nu niet ligt, dat in vredestijd de com mandant van het veldleger ondergeschikt zal zijn aan den chef van den generalen staf. Een dergelijke ondergeschiktheid is prac- tisch met het oog op beider werkzaamheid niet toelaatbaar en geiwenscht. In oorlogstijd zal voor het opperbevel de meest geschikte persoon worden aanigewezen, waarbij dan natuurlijk de voorkeur zal worden geigeven aan lemand, die bedkie commando's heeft vervuld. KWALITEIT VAN AUTO-BENZINE WORDT OPGEVOERD. Sinds een aantal jaren brengen, schrijft het Handelsblad, de benzine-maatschappijen naast de gewone motorbenzine ook een speciale en duurdere kwaliteit in den handel. De gewone benzine was voor normaal ge- bruik zeker voldoende, maar voor automobiel- en motorrijwielmotoren met hooge compressie- verhoudingen kon deze niet voldoende „klop- vast" worden genoemd. De motoren, welke thans worden vervaar- digd, zouden ongetwijfeld een betere krachts- ontwikkeling en een gunstiger verbruikscijfer toonen, wanneer benzine van een hoogere „klopvastheid" zou worden gebruikt. Daarom hebben de benzine-maatschappijen besloten de kwaliteit der normale benzine- soorten met ingang van 1 Juni a.s. belangrijk op te voeren. Deze nieuwe kwaliteit zal ook voldoende zijn voor die motoren, welke tot dusver speciale brandstof noodig hadden. Aangezien nu aan een speciale kwaliteit motorbenzine geen behoefte meer bestaat, zal de verkoop hiervan worden stopgezet. De Haagsche correspondent meldt nader: Was de normale benzine voor 19 van de 20 auto's tot nu toe voldoende, en behoefde slechts de twintlgste auto benzine van betere kwaliteit, (dus met meer -,,klopvastheid"), in deze verhouding is den laatsten tijd een groote verandering opgetreden. Het aantal auto's met motoren van hooge compressie-verhou- dingen neemt hand over hand toe en verhoudt zich tot het aantal auto's met motoren van lagere compressie-verhoudingen als 1 1. Deze omstandigheid heeft de benzine-maat schappijen tot bovengenoemd besluit geleid. De benzine van betere kwaliteit kost tot nu toe twee cent duurder dan de gewone benzine. De benzine-soort, die met ingang van 1 Juni a.s in den handel zal worden gebracht en zeer veel overeenkomst vertoont met de duur- ste kwaliteit, zal echter in prijs niet hooger zijn dan de normale benizine, die tot nu toe verkrijgbaar is. Dit beteekent dus, dat voor het gros der automobilisten en motorrijders de benzine- prijs vooralsnog niet zal worden verhoogd. Voor hen, die tot nu toe de dure soort ge- bruikte, beteekent het besluit der benzine- maatschappijen zelfs een- verlaging. Overigens vestigde men er onze aandacht op, dat de vaststelling der benzine-prijzen o.a. afhankelijk Is van den Gulf-prijs. Mocht die verhoogd worden, dan is het niet uitgesloten, dat de benzine-prijs over de pompen ook ver hoogd zal worden. Maar, zooals gezegd, daar- van is vooralsnog geen sprake. DE AGHTERUITGANG VAN HET VERRRUIK VAN BIER EN GEDiISTILLEERD. In de Mei-afleverimg van De Nederlandsche Conjunctuur, uitgave van het Gentraal Bu reau voor de Statistiek, is een artikel opgeno- anen van de hatnd van dr. J. B. D. Derkisen en Th. L. M. -van Lottum, econ. docts., getiteld: ,,Statistis«he analyse van den afizet van bier en gedistilleerd", waaraan het volgende wordt ontleend: 'De sterke dalinig, weike de consumptie van ibieir en gediiatilleerd sadert 1930 heeft te zien gegeven, heeft ook buiten de kringen van brouiwer® en distillajteurs sterk de aandacht getrolkiken. Voor de oorzaak van deizen achter- een eenigisEins vriendelijfcen indruk vermocht te geven; ruw graniet beneden, boven, overal. Rupert', in z'n hart een vrij man, kreeg een gevoel van afs'chuw, een kiinderachtig verlan- gen kiwam in hem op om tegen die muren te vedhten, ze neer te halen en er uit te breken. Geidiurenlde den tijd, dien hij in het gebouw doorbracbt, voelde hij zich, waar ze ook ver- toefden, alsof hij zelf een geivangene was. Nu en dan ludsiterde hij naar den ui'tileg van hun gidis. Hij had- echter de grootste moeite, am zijn gedachten er hij te houden. Despard echter stelde belang in alles; hij stelde een oneindig aantal vragen, sloeg de aan het werk zijnde gevangenen nauwkeurig gade. Bijna ieder vak wend in deze gevange- nis uitgeoefend. Er waren kleermakers, schoenmakers, mandenvlechters, te veel om op te noemen. De mannen stonden of zatcn in rijen; ieider op een bepaalden afstand van zijn buunman, terwijl in het miidden en aan het einde van iedere rij een cipier de wacht hield. Algeheele stilte heerschte in de werklokalen. een stilte, die iemand als Rupert, beschikkend over een geweld'ige fantasie, als hist waTe voel de en zag. Het leek of de wenkers een deel waren van de met steenen geplaveide gangen, van de granieten muren. Gelijk graniet, waren ook hun gelaatstrekkenkoud, hard en on- doorgrondelijlk. Hier en daar slechts een trekje wat nog geleelk op iets menscbelijlkssommi- gen deiden denkien aan den primitieven mensch van het steenen tijldperk, ofschoon ze baarde- toos en hun hoofden kaalgeschoren waren. Iedere gevanigene was over zijn arbeiid ge- bogen, alsof deze hem geheel in beslaig nam. Rupert, die a'llen nauwkeurig opnom, bemerk- te, dat hun oogen vlugge bewegingen maak- ten, als waren ze doordronigen van een gewel- digen angst, juist als de oclgen van een dier, dat altijd bedacht is op levensbehouid. Ook be- wogen ze sonrs de lippen, ofschoon geen klanlk wend geudt. Na een onnoemelijik aantal gangen en deu- ren gepasseerd te zijn, bereikten ze eindelijk de keukems. Hier voelden ze weer eenige wel- uitgang zijn diverse mogelijklheden geopiperd1, zooals toenemendie siportbeoefeninig, de gewij- ziigde Dranikwet, de hooige prijs (als gevolg van den hooigen accrjins), de verschijning van nieuwe zamerdraniken, stij'gend gebruik van comsumptie-ijs, toenemende werkloosheid, lloondalinig eniz. Door het bestaan van den aecijns heeft het vraagstuk een ruimer belang dan alleen voor de betrcikken produeenten. De hooigte van de consumptie bepaalt tevens een der inkom- stenbronnen van den fiseus. Bedroeg de op- brengist van den bieraccijns in 1930 nog bijna 16 millioen .gulden, civer 1936 leverde hij slechts een bate van ruim 7 millioen gulden (in 1937 bijna 8 millioen gulden). Over de werkielijke draagiwijdte van alle ter verklarinig van den achteruitgang aangevoer- de factoren bestaat weinig eenstemmlgheid. Doei van bovengenoemde studie is nu, met be- hulp van de matlhematisch-staltistische metho- de een verklaring te geven van den loop van het veTbruik van bier en gedistilleerd gedu- rendie de afgeloopen jaren. Met voorbijgaan van de details van het onderzodk, mogen hier de resultaten in het kort worden weergegeven. Van de factoren, welke het verbruik van bier en gedistilleerd beinfluenceeren, bleek de aligemeene conjunctuur, zooals die o.a. tot uit- drukkiug komt in de inkomens der consumen- ten, de beiangrijkste te zijn. Het bienverbruik reageert in iets sterkere malte op dezen fac tor dan het verbruik van gedistilleerd. Daar naast kan ook een. meer blrjvende verschui- ving in de verbruitesgewoonten der consumen- ten worden aangetioond. Voor het bier be- draagt deze tredimatiige daling van het ver bruik circa 1 pet. van het verbruik in het jaar 1930, voor het gedistilleerd bijna 1.5 pet. Daar het niet waarschijndijk is, dat de in komens der consumenten zieh spoediig zullen herstellen tot het niveau van 1929, moet ook uit dezen hoofde met een belangrrjke blijvende verminderinig van het verbruik rekeninig wor den gehouden. In het laatste gedeelte van het genoemde artikel wordt de vraag onder oogen gezien, in hoeverre het mogelijk zou zijn, door een met een accijnsverlaging gepaard gaande prijs- werlaging te bereiken, dat een omzetvermeer- derinig ontstaat, waarmede de prodiuoenten ge- baat zouden zijn en de fiseus niet gesdhaad zou worden, of wellicht ook voordeel zou ge- nieten. Het antwoord op deze vraag, weike uiteraard voor de belastingpolitiek van groote beteekenis is, luidt als voligt; Indien de Staat den accijns verlaaigt en het prijsaandeel van de proiducenten onveranderd blijft (zoodat de totaie prijs verlaagd wordt met felt bedrag, waarmede de accijns vermin derd is), zal zoowel voor het bier als voor het gedistilleerd de accijnsopibrengst verminderen. Daar oven wel in het geival van gedistilleerd kon wordlen vastgesteld, dat de vraag elas- tisch is, zal, indien tegelijik met den accijns ook felt prijsaandeel van de produeenten een verlaginig ondergaat, inderdaad bereikt kun nen worden, dat de venmeenderinig van den omzet niet alleen een verhooiging van de bruto- inkomsten der produeenten ten gevolge heeft, dock ook den fiseus ten goede komt. Waar het voor de produeenten op aajnkemt, zijn uiter aard niet de bruto-, dodh de netto-inkomsten. Aan de verlaging van het prijsaandeel van de proiducenten wordt dan ook een grens gesteld door de voorwaarde, dat de netto-inkomsten nidt mogen verminderen. doende warmte, gepaard aan den geur van versrihigabakken brood. Ze wierpen ook een blik in een eel, A. C. 2001. i Juist genoeig ruimte om dood te gaan, merkte Despard schertsenid op. De cellen, waarin de meerderlheid der gevangenen was opgesloten, waren getoouwd op een groote, vierkante ruimte, met de vendiepingen boven elkander, terwijl iedere eel voiorzien was van stevige ijizeren staven. Een bewaker had van zijn uitikijikpost af het oog op alle cellen. Rupert kreeg een gevoel van opluohting, toen ze de portiersiwoniing weer betraden. Ze moesten even waehten, aangezien een ploeg gevangenen, onider geleide van bewakers met geladen geweer, van de turfiveliden, waar ze den geheelen dag hadiden gewerkt, terug- krwam. Welnu, ik hoop, dat je telvreden bent, zei Rupert, toen ze weer op dien straatweg wan- delden naar Princetawn. Ik had al den tijd, dat we in de gevangenisgebouwen vertoefden, het gevoel van een opgesloten dier. Het ver- wondert me zelfs, dat die arme kerels er niet uitgiugen, in onize plaats. Ze zijn zoo ongelukikig nog niet, zei Des pard op onverschiiligen toon. Doch ik erken, diat het goad is in de frissohe luoht, in den zonnesclhijn en in de vrije natuur! Drommels, ik heb er honger door gekregen! Ik hoop maar, dat het hotel hier ons iets bdhoorlijks zal kunnen voorzatten. Be ontimoetten Mlarjorie even voorbij de markt. Ofschoon ze slechts een zeer eenvou- dlige lunidh wenschte, drong Despard er op aan eens leklker te lunchen met een flesdh cham pagne. We hebben wat noodig om den smaak van de granieten muren weg te spoelen, zei hij lachenid. Rupert's stemming werd wat miiider op den teruigweg naar Blaoktorn-Eorm. Marjorie vond gelegenifeid hem te verteilen, dat ze voior haar zelf een nieuwe japon had gekodht en eenige andere benooddgdheden voor haar garderobe DE BELGISCHE KAMER HEEFT DE BELASTINGWETTEN AANGENOMEN. Vrijdag heeft de Kamer met 122 tegen 36 stemmen met 3 onthoudingen, het wetsont- werp inzake herstel van de nationale crisis- belasting aangenomen. Het ontwerp inzake douane en accijnzen werd eveneens aange nomen. met het gelid, dat ze van Rupert had gekre gen. Haar genoegen, nu ze zelf over wat geld beschlikte, dat ze naar eigen goedvinden kon besteden, deed hem inzien hoe zelfzuchtig hij geiweest was en opnieuw beloof'de hij zichzelf plechtig, dat hij, eenmaal terug in Londen, diag en nacht zou werken en niets zou uitge- ven, dan'het strikt niooidzakelijke. Ruby zou hem daarbij helpen, dat wist hij en hij zou er zich nief meer voor schamen haar te laten zien wie en wat hij werkelijk was. Hij was bang geweeist haar te verliezen door te zeggen, dat hij geen geM had. En als zij niet tusisehembeide was gekiamen, dan was hij nu geruaneend. Na het souper nam John Dale Rupert apart. Rupert wist, dat een onderhould onvermijde- lijik was; het beslissende oogenbiik was dus aangebroken. Hij verwachtte een soort straf- predikatie te zullen hooren, een waarschuwinig cim niet meer te spelen en niet meer te leven boven zijn inkomlen, met een beroep op de toekiomst. Hij wist, dat z'n vader Zich daarbij niet door toom zou laten leiden, dat hij, hem zeer waarschijnlijk zelfs niet zou berispen over het gebeurde. Het tegemqvengestelde had hij liever gehad. Het zou gemakkelijiker te dragen zijn, dan het zien van een gelaat, waaruit diepe liefde sprak, terwijl toch in de oogen droefheid en ont- goocheling te leizen stond. Tot zijn verwondering raakte de oude Dale het verleden met geen enkel woord aan. Hij verteide hem alleen, dat sir Reginald dien ochtend een brief van zijn bankiier had ont vangen, waarvan hij den inhoud mededeelde. De cheque welke Rupert had verloren, was vervalscht en was door een boodschappenjOn- gen brj de bank aangeboden, wien men 500 pjst. in goud en papier had ui'tlbetaaM. Bij in- formatie aan het kantoor vanwaar de jongen was uitgeizoniden kon men verzekeren, dat een jonge man de cheque had afgegeven en later het gelid was komen opivraigen, hetwelk hem was overhandigd. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 1