GEMEENTERAAD VAN
HOEK.
Vergadering van Dinsdag 10 Mei 1938,
des voormiddags 9 uur.
Voorzitter de heer Mr. J. A. van Tienhoven,
Burgemeester.
Tegenwoordig de leden J. D. Haak, A.
Meertens, J. den Hamer, P. Scheele, J. A.
Meertens, D. J. Jansen en de Secretaris J.
Dregmans.
Afwezig de heer J. D. de Kraker.
1. Notulen.
Wordt voongesteld de notulen der vergade
ring van 18 Januari 1938 vast te stellen, zoo-
als deze in druk zijn verschenen.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
2. Ingekomen stukken.
,a- Een missive van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, van den volgenden inhoud:
Van de door de regeering ingestelde Com-
missie van Overleg inzake de gemeente-
begrootingen ontvingen wij bericht, dat zij
zich niet kan vereenigen met de bedragen,
welke op de begrooting voor 1938 uwer ge
meente zijn geraamd aan uitgaven voor werk-
verschaffing en steunverleening, waarin het
werkl oosheidssubsi dief onds bij draagt
Naar het oordeel van de commissie kan op
gronid van een terzake ingesteld onderzoek
worden aangenomen, dat uw gemeente kan
volstaan met een bedrag van f 16.000.
Wij noodigen u uit, wijziging van de be
grooting 1938 uwer gemeente in verband met
het bovenstaande wel te willen bevorderen.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
b. Het raadsbesluit van 17 November 1937,
tot heffing van opcenten op de gemeente-
fondsbelasting, voorzien van bewijs van
Koninklijke goedkeuring.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Proces-verbaal van. de op 17 Januari
1938 gehouden opneming van boeken en kas
van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt,
dat het batig slot van den dienst 1936 be-
draagt f 5510,59, en van den kapitaaldienst
/60, dat de inkomsten over den dienst 1937
tot op datum beliepen f 105.325,56, en die over
den dienst 1938 /96,40', totaal 110.992,55;
idat de uitgaven van den dienst 1937 tot op
datum beliepen 104.837,93, en die over 1938
f 728, totaal 105.565,93, zoodat in kas moest
zijn 5426,62, hetgeen overeenstemt met de
in kas bevonden en in het proces-verbaal om-
schreven waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Het raadsbesluit van 18 Januari 1938,
tot wijziging der begrooting voor 1937, voor
zien van bewijs van goedkeuring door Gedepu
teerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Het jaarverslag over 1937 van de com
missie tot wering van schoolverzuim, waaruit
blijkt, dat de commissie in dat jaar 6 keer
vergaderde.
De eerste vergadering wordt gehouden voor
het opmaken van het jaarverslag, de overige
waren noodig vanwege onwettig schoolver
zuim. Tien leerlingen pleegden dit venzuim,
waarvan edn behoorde tot de bijzondere school
aan den Molendijk te Hoek, twee tot de open-
bare school te Hoek, zes tot de bijzon
dere school te Hoek, Knol, en een tot de bij
zondere school te Philippine. De aard van de
verzuimen bestond uit hulp in de huishouding,
landarbeid, aardappelen ophalen voor de huis
houding of winterprovisie, en een voor kleeren
passen op marktdag.
De 10 verzorgers werden opgeroepen, waar
van vijf verschenen, en vier schriftelijk kennis
gaven. De commissie moest al deze verzuimen
als ongeoorloofd aanmerken. Absoluut school
verzuim kwam ook in 1937 niet voor. Als
voorzitter fungeerde W. C. de Feijter, als
secretaris M. de Putter.
De commissie brengt tenslotte bij vernieu-
wing onder de aandacht van den raad, dat
zij naar haar algemeen oordeel het als groote
onbillijkheid blijft beschouwen, dat geen ver
goeding voor haar diensten op de gemeente-
begrooting is uitgetrokken, zulks temeer daar
deze weigering plaatsgreep, nadat de commis
sie reeds haar verantwoordelijke taak voor
een groot deel van het jaar verricht had, en
bovendien omdat haar arbeid aan wettelijke
verplichtingen gehouden is, zoodat het karak-
ter van vrijwillige diensten is uitgesloten.
Zij doet alsnog een beroep op 'den raad om
althans een kleine vergoeding nog te willen
voteeren.
De VOORZITTER deelt mede, dat het voor-
stel van Burgemeester en Wethouders is, op
dit verzoek niet in te gaan.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
Het jaarverslag wordt met algemeene stem-
men aangenomen voor kennisgeving.
f. Een schrrjven van den Minister van
Sociale Zaken, van den volgenden inhoud:
Mede in overleg met mijn ambtgenoot van
Economische Zaken heb ik de eer uw college
het volgende te berichten:
Evenals voor het afgeloopen dienst jaar zal
ook voor 1938 extra hulp aan werkloozen
kunnen worden verstrekt in den vorm van
kleeding, dekking en schoeisel.
Overeenkomstig het bepaalde in de circu-
laire van 1 Maart 1937, no. 2001395, afd. W.
en S., komen in 1938 voor deze steunverleening
in aanmerking de anbeiders, die hetzij uitkee-
ring genieten volgens de steunregeling, hetzrj
in een gesubsidieerde werkverschaffing zijn
geplaatst. Tevens komen hiervoor in aan
merking de kleine grondgebruikers, die vol
gens de circulaire van 24 September 1937, no.
200.1209, afd. W. en S., kunnen worden ge-
rangschikt onder de z.g.n B- en C-groepen.
Werkloozen, die uit een werkloozenkas
trekken, kunnen, indien en voor zoover zij
daaraan dringende behoefte hebben, eveneens
voor de hierbedoelde extra-hulp in aanmer
king komen. In het algemeen zullen slechts
die kastrekkers voor extra hulp in aanmerking
komen, die kastoeslag ontvangen, of steun
zouden genieten, indien zij geen kasuitkeering
ontvingen.
Mede in verband met het feit, dat nu ook
de onder de groepen B en C vallende kleine
grondgebruikers voor den B-steun in aanmer
king komen, zullen de rijksbijdragen voor 1938
titans als volgt worden berekend.
Voor werkloozen en z.g. B-boeren mag over
het dienstjaar 1938 per gemeente ten hoogste
worden besteed een bedrag geldjk aan het
gemiddeld aantal werkloozen, dat over de
eerste 10 maanden van 1937 als werkzoekende
bij de plaatselijke organen der Arbeidsbemid
deling stond ingeschreven, vermenigvuldigd
met f 5,70, vermeerderd met een bedrag, ge-
lijk aan het aantal B-boeren op Zaterdag 26
Maart 1938, vermenigvuldigd met f 1,50. Van
het hiervoor genoemde bedrag ad f 5,70 per
werklooze komt 2 ten laste van de gemeente
en 3,70 voor rekening van mijn Departement.
Het bedrag van 1,50 per B-boer wordt
betaald door het Departement van Economi
sche Zaken. t
Voor de z.g. C-boeren mag over het dienst
jaar 1938 per gemeente ten hoogste worden
besteed een bedrag gelijk aan het aantal C-
boeren op Zaterdag 26 Maart 1938, vermenig
vuldigd met f 3.
Het bedrag beschikbaar voor gemeenten, die
eerst na 26 Maart 1938 de regeling voor C-
boeren invoeren, wordt berekend over de nog
resteerende maanden in 1938. Voert dus een
gemeente bovenbedoelde regeling bijv. eerst
1 Augustus 1938 in, dan is het voor C-boeren
extra-hulp beschikbare bedrag aan het
aantal C-.boeren op dien datum r>/12 X 3. Het
beschikbare bedrag voor de C-boeren komt
geheel ten laste van het Departement van
Economische Zaken, zoodat van gemeentewege
hierin niets wordt bijgedragen.
Volgens de bij mijn Departement berustende
gegevens bedraagt eerdergenoemd gemiddeld
aantal ingeschreven werkloozen voor uwe ge
meente 93.
Het aantal B-boeren zal u, evenals het aan
tal C-boeren t.z.t. nog worden medegedeeld.
Gemeentebesturen, welke voor een bijdrage
over het jaar 1938 in aanmerking wenscben
te komen, behooren daartoe uiterlijk voor 1
Juli 1938 een aanvrage bij mijn Departement
in te dienen. Deze moet vergezeld gaan van
de gegevens als bij circulaire van 1 Maart
1937 werd verzocht voor de aanvrage 1937.
Hierbij zij opgemerkt, dat de uitvoering der
regeling ook voor wat betreft de kleine
grondgebruikers, opgedragen kan blijven aan
het plaatselijke z.g. B-comitd. Gemeenten,
welke reeds over 1937 een bijdrage ontvingen,
kunnen eerst voor een bijdrage over 1938 in
aanmerking komen, nadat afdoende rekening
en verantwoording over 1937 heeft plaats
gehad.
De rijksbijdrage wordt eerst beschikbaar
gesteld, nadat de extra hulp aan het eind van
het jaar verantwoord is. Voor de in te zen-
den declaratie moge ik u verwijzen naar de
circulaire no. 2061395 III, afd. W. en S., d.d.
27 April 1937.
Hierbij moet echter worden opgemerkt, dat
de in genoemde circulaire gevraagde gegevens
tezamen voor arbeiders en B-boeren en afzon-
derlij'k voor C-boeren moeten worden vermeld.
In afwachting van deze afrekening kan op
schriftelijk verzoek een gedeelte der bijdrage
in voorschot worden verstrekt.
Zoowel de afrekening der extra hulp aan
arbeiders en de onder groep B vallende kleine
grondgebruikers, als de afrekening dezer
steunverleening aan de z.g. C-boeren, behooren
te worden gezonden aan mijn Departement.
Voorts behoort uw college bij de toekenning
van de extra hulp aan werkloozen in acht te
nemen alle, bij circulaire van 1 Maart 1937,
no. 200—1395, Afd. W. en S., terzake gegeven
aanwijzingen, voor zoover deze niet door
bovenstaande zijn gewijzigd.
In aanvulllng op laatstgenoemde circulaire
moge uw college het volgende onder de aan
dacht worden gebracht.
De steunverleening B is een vorm van extra
hulp, afhankelijk van de individueele behoeften
en niet een aanvullende steun, waarvan ieder,
daarvoor in beginsel in aanmerking komend
gezin, een evenredig aandeel toekomt. Aan-
gezien nu deze behoefte aan extra hulp over
het algemeen grooter zal zijn naarmate een
gezin grooter is en de inkomsten geringer zijn,
is de B-steun in de allereerste plaats bedoeld
voor de grootste gezinnen, waar tengevolge
van langdurige werkloosheid of langdurige
economische bedrijfsmoeilijkheden, mede gelet
op bijzondere omstandigheden als ziekte, ge-
zinsinkomsten enz. met betrekking tot het
aanschaffen van kleeding, dekking en schoei
sel, zoodanige achterstand is ontstaan, dat
verstrekking van extra hulp noodig is.
Voor ieder geval afzonderlijk zal de behoefte
door middel van huisbezoek moeten worden
vastgesteld. Hierbij zij opgemerkt, met ver-
wijzing naar de betreffende circulaire, dat bij
de beoordeeling dezer behoefte geen rekening
mag worden gehouden met de spaarregeling
voor B-steun.
Evenals het afgeloopen jaar, behoudt onder-
geteekende zich het recht voor, den B-steun
geheel of gedeeltelijk niet in geld, doch in
natura te verstrekken. Indien uwerzijds ge-
wenscht wordt het beschikbare bedrag in
natura t-6 ontvangen, kan hiertoe een aan-
vraag bij mijn Departement worden ingediend.
Ook voor gelden, verkregen door deelneming
aan de spaarregeling, kunnen op aanvrage
goederen vanwege mijn Departement worden
betrokken.
Een prijslijst zal u nog worden toegezonden.
Er dient op te worden gelet, dat de goede
ren, welke worden verstrekt, voor zooveel
mogelijk zijn van „Nederlandsch Fabrikaat".
Tenslotte zij nog medegedeeld, dat gemeen
ten, die in hun kosten van steunverleening
en/of werkverschaffing geen subsidie ontvan
gen uit het Werkloosheidssubsidiefonds, indien
zij bij een daartoe strekkende aanvrage tevens
'n verklaring overleggen, dat de voorschriften
inzake werkverschaffing en steunverleening,
welke van regeeringswege zijn of alsnog
mochten worden gegeven, zullen worden nage-
leefd, en ik daaraan mijn goedkeuring heb
gehecht, in beginsel eveneens voor een bij
drage in de kosten van B-steun in aanmerking
kunnen komen.
In verband hiermede stellen Burgemeester
en Wethouders voor, het volgende besluit te
nemen:
De raad der gemeente Hoek,
gezien een schrijven van den Minister van
Sociale Zaken van 24 Maart 1938, no. 200-
14401, afdeeling W. en S., betreffende extra-
hulp aan werkloozen 1938 (steunverlee
ning B)
gehoord een voorstel van Burgemeester en
Wethouders,
der Haak voorzitter dier commissie is. Het
is bij die commissie in goede handen.
Het voorstel van Burgemeester en Wet
houders wordt met algemeene stemmen aan-
vaard.
3. Wijziging begrooting dienst 1937.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de begrooting voor den dienst 1937 te wijzigen
als volgt:
Onider de inkomsten te verhoogen de pos-
ten: achterstallige inkomsten van vorige
dienstjaren f 1011,84, secretarieleges en
rechten van den burgerlijken stand 164,
keur- en slachtloonen f 49, begrafenisrechten
f 84, renten van kapitalen f 29,82, 38 opcen
ten op de hoofdsom der vermogensbelasting
f 287,50, 75 opcenten op de hoofdsom der
gemeentefondsbelasting 407,56;
onder de uitgaven te verhoogen de posten:
achterstallige uitgaven van vorige dienst
jaren 1371,08, schrijf- en bureaubehoeften
f 49,63, druk- en bindwerk f 178,40, onder-
houden en schoonhouden f 10, verlichting en
verwarming 73,90, abonnement op de tele-
foon en gesprekkosten 38,13, kiezerslijsten
en het uitoefenen van kiesverrichtingen
f 14,98, renten van geldleeningen 9, kosten
van verzekering tegen brandschade 1,60,
rente van geldleeningen 12,50, idem 10,
onderhouden van schoolmeubelen f 33,95,
bijdragen aan andere gemeenten inzake het
openbaar uitgebreid lager onderwijs 4,02,
bijdrage voor bijzondere hulp aan werkloozen
f 103,38, kosten van de districtsarbeidsbeurs
en de arbeidsbemiddeling 7,27, rente van
geldleeningen 50,51, onvoorziene uitgaven
f 255,81, en te verlagen d'e posten abonnement
op het staatsblad enz. /19, overige kosten
van den burgerlijken stand f 27, ondehhoud
van straten en pleinen 35, kosten van de
gemeentereiniging f 50, bijdragen aan ge
meenten in die kosten van scholen voor het
lager nijverheidsonderwij's 29,38.
Kapitaaldienst. Onder de inkomsten te
verhoogen den post: terugontvangst vein rio-
leering enz. ten behoeve van derden 67,50.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
4. Wijziging begrooting dienst 1938.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de begrooting voor den dienst 1938 te wijzi
gen als volgt:
onder de inkomsten te verhoogen de posten:
te weinig genoten uitkeering uit 't gemeente-
fonds 927,08, inkomsten in verband met de
spaarregeling 90; te verlagen een post uit
keering uit het werkloosheidssubsidiefonds
wegens gwone bijdrage in de kosten van
steunverleening en werkverschaffing f 988
onder de uitgaven te verhoogen de posten:
teveel genoten uitkeering uit het gemeente-
fonds 1101,39, kosten van de leggers en van
de sohouw van wegen, voetpaden en water-
leidingen 143,25, uitkeering aan andere ge
meenten in de aan de schoolbesturen te be-
talen vergoeding, bedoeld in art. 205 der
L. O. wet 1920 f 171,84, steun aan kleine boe-
ren /300, uitgaven in verband met de spaar
regeling voor werkloozen f 200, en te verlagen
de posten: uitkeering aan andere gemeenten
in de aan schoolbesturen te betalen vergoe
ding bedoeld in art. 205 der L. O. wet 1920
171,84, kosten van werkverschaffing, door of
vanwege het rijk ondernomen 1500, onvoor
ziene uitgaven 116,56.
De heer J. A. MEERTENS merkt op, dat
de kosten van wegenschouw bij deze wijizdging
belangrijk worden verhoogd.
De SECRETARIS antwoordt, dat dit komt,
doordat een nieuwe legger is aangelegd. Deze
post stond reeds op de begrooting voor 1936,
doch het ingenieursbureau dat hiermede was
belast, is eerst onlangs er mede gereed ge-
komen.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aange
nomen.
5. Vaststelling vergoeding bedoeld in
art. 101 der L. O. wet 1920 over 1936.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
te besluiiten dat, overwegende, dat de ge-
meenterekening over 1936 door Gedeputeerde
Staten van Zeeland bjj hun besluit van 21
Januari 1938 no. 70 vastgesteld zijnde, in aan
merking nemende, dat de kosten terzake van
het openbaar onderwijs hebben bedragen
f 1146,65, dat gedurende 1936 op de openbare
school gemiddeld hebben schoolgegaan 140%
leerling;
het gemiddeld bedrag per leerling der open-
bare lagere school over 1936, ter zake van de
kosten bedoeld bij art. 55 der L. O.-wet 1920
onder de letters e tot en met h en o, alsmede
die van de instandhouding te bepalen op
1146,65 140y2 is 8,16.
7. Beschikbaarstelling gelden bijzondere
school aan den Molendijk.
Een verzoek van den volgenden inhoud:
Het bestuur der vereeniging tot stichtlng
en instandhouding eener Christelijke school te
Hoek aan den Molendijk, welke statuten zijn
goedgekeurd bij Kon. Besluit van 5 Februari
1921, bekend gemaakt in Staatscourant no.
60 van 1921, heeft de eer uwen raad te ver-
zoeken, ingevolge artikel 72 der L. O.-wet
1920 wel de noodige gelden beschikbaar te
stellen voor:
i. de aanschaffing van een nieuwe school-
kachel, omdat de in gebruik zijnde versleten
is. De daaraan verbonden kosten worden big-
kens ontvangen prijsopgaaf geraamd op
27,24; y
b. het egaliseeren, afwaterend naar de
aangrenzende sloot maken, en het gedeeltelijk
betegelen van de speelplaats. Aan dit werk
is blijkens de hierbijgaande raming van kosten
een uitgaaf verbonden van 514,72.
In verband hiermede stellen Burgemeester
en Wethouders voor, de volgende besluiten te
nemen:
besluit:
in de kosten van extra-hulp aan werkloozen
voor 1938 een subsidie te verleenen van 2
per werklooze, berekend naar een gemiddelde
van 93 werkloozen, van f 1,50, berekend naar
2 B-boeren, en van 3 berekend naar 1
C-boer.
De VOORZITTER vraagt of de heeren zich
met dit voorstel kunnen vereenigen.
De heer DEN HAMER stelt de vraag of de
bedoelde prijslijst reeds aanwezig is.
De SECRETARIS antwoord ontkennend.
De heer J. A. MEERTENS uit de meening,
dat dit een ingewikkeld zaakje is. Hij acht
het niet zoo gemakkelijk uit te maken, wie
als A-boer, of B-boer, of C-boer beschouwd
moet worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat hiervoor
een commissie bestaat, die den plicht heeft,
dit te onderzoeken.
De heer HAAK deelt mede, dat een C-boer
iemand is, die alleen voor zichzelf werkt, een
B-boer werkt gedeeltelijk voor zichzelf en
gedeeltelijk bij een ander, terwijl een A-boer
een grondgebruiker is, die ingedeel'd is bij de
werkloozen en ook in de werkverschaffing
geplaatst wordt, als daartoe aanleiding is.
De heer J. A. MEERTENS veronderstelt,
dat het hier dus eigenlijk betreft menschen
die een partrjtje land in pacht hebben.
De heer DEN HAMER: Daar val je ook
onder!
De heer J. A. MEERTENS uit de hoop, dat
het de commissie dan zal gelukken, een en
ander netjes voor elkaar te brengen.
iDe heer DEN HAMER zegt, dat wethou-
6. V.aststellen vergoeding bedoeld in art.
101 der L. O.-wet 1920, over 1936.
In verband met vorenstaande stellen Bur
gemeester en Wethouders voor te besluiten,
dat, het aantal leerlingen volgens den maat-
staf van art. 28, zesde lid der wet over 1936
bedragende
voor de Vereeniging tot stichting en in
standhouding eener Christelijke School aan
den Molendijk 45;
Vereeniging voor Christelijk Onderwgs aan
de Knol 76;
en in verband hiermede te besluiten, het be
drag, bedoelde bij artikel 101 der L. O.-wet
1920 voor de Vereeniging tot stichting en in
standhouding eener Christelijke School aan
den Molendijk vasit te stellen op 45 X 8,16
is 367,20,
en dat voor de Vereeniging voor Christelgk
Onderwijs aan de Knol op 76 X f 8,16 is
620,16.
Aan de vereeniging tot Stichting en in
standhouding eener Christelijke School aan
den Molendijk alsnog uit te keeren 102,96, en
aan de Vereeniging voor Christelijk Onder
wijs te Hoek (Knol) 132,79.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
6a. Vaststellen voorschot L. O.-wet 1920
aan besturen van bijzondere scholen
voor 1938.
De gemeenteraad van Hoek, gezien de in
gekomen verzoeken der in de gemeente ge-
vestigde bijzondere scholen om een voorschot
op de gemeentelgke vergoeding bedoeld bij
artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920,
gelet op artikel 103 derde lid der Lager
Onderwijswet 1920,
besluit:
aan de volgende schoolbesturen te ver
strekken de voorschotten achter ieders naam
vermeld:
Vereeniging tot stichting en instandhouding
eener Christelijke School aan den Molendijk
f 414,95;
Vereeniging voor Ohristelijk Onderwijs a<a,n
de Knol 706,8*>l
en zulks onder voorwaarde, dat de betaai-
baarstelling van het voorschot zal geschieden,
in driemaandelijksohe termijnen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
a. De raad der gemeente Hoek,
gezien een op 28 Maart 1938 van de Ver
eeniging tot stichting en instandhouding eener
Christelijke school aan den Molendijk inge
komen verzoek om ingevolge artikel 72 der
L. O. wet 1920 gelden beschikbaar te stellen
voor de aanschaffing van een nieuwe kachel,
overwegende, dait na gehouden overleg met
het bestuur dier vereeniging gebleken is, dat
bedoelde kachel noodzakelijk is,
gelet op artt. der L. O.-wet 1920,
gehoord een voorstel van Burgemeester en
Wethouders,
besluit
de gevraagde medewerking te verleenen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
b. De raad der gemeente Hoek,
gezien een op 28 Maart 1938 van de Ver
eeniging tot stichting en instandhouding eener
Christelijke school aan den Molendijk te Hoek
ingekomen verzoek, om gelden beschikbaar
te stellen voor het egaliseeren, afwaterend
makien en gedeeltelijk betegelen van het
schoolplein
overwegende, dat na gehouden overleg ge
bleken is, dat de bedoeling van het school-
bestuur is, om het pad vanaf de zoogenaamde
Molendijk naar de school geheel te betegelen
met 0,90 meter breedte tegelpad, en het plein
voor school geheel te betegelen;
dat het 0,90 meter breede pad naar de
school, en een pad van dezelfde breedte rond
de school voldoende geacht kan worden;
dat de tegelverharding van het overige
gedeelte na egalisatie, afwaterend maken en
verharden met fijne grint of macadam, onder-
vangen kan worden;
dat de kosten hieraan verbonden aanmerke-
lijk minder zullen bedragen, dan wanneer het
geheele plein betegeld wordt;
dat de beoogde verandering der speelplaats
niet ten behoeve van het onderwijs in lichame-
lijke oefening zal geschieden;
dat verklaard moet worden, dat de gevraag
de voorziening de normale eischen, aan het
gevien van lager onderwijs te stellen, zou te
boven gaan,
gehoord een voorstel van Burgemeester en
Wethouders,
be sluiit
de gevraagde medewerking niet te verleenen.
De VOORIZnTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders aan het schoolbestuur
hebben voorgesteld, de betegeling op dezelfde
manier te doen geschieden als bij de open-
bare school, nl. langs de school een tegelpad
te doen leggen.
De heer J. A. MEERTENS wil iets zeggen
over de geraamde kosten. Hg heeft het school
plein eens opgeloopen, de school is lang 14
meter, en het schoolplein steekt er aan weers-
zijden 1% meter voorbij, dit wordt dus 17
meter. Het is breed 9 meter, zoodat dit een
oppervlakte heeft van 153 M2. Hier komt bij
30 meter schoolpad vanaf het plein tot aan
de tra<p, ter breedte van 90 c.M., zoodat de
oppervlakte van het pad wordt 27 M2., in
totaal komt spreker dus tot een oppervlakte
van 180 M2. tegels. En dit kan hoogstens
300,kosten.
De SECRETARIS geeft lecture van de
raming van kosten.
De heer J. A. MEERTENS merkt op, dat
hij daarmede niets te maken heeft, spreker
heeft de heele zaak in het hoofd.
De SECRETARIS voert hier tegen aan, dat
de totale oppervlakte van het schoolplein
big kens de raming 184 M2. is. En daar is het
pad niet bij. Het pad tot aan den Molendijk
is lang 38 meter.
De heer J. A. MEERTENS kan dit niet
aannemen.
De SECRETARIS merkt op, dat dit toch in
de raming staat.
De heer HAAK merkt op, dat het hier niet
gaat om de breedte of om de lengte van het
schoolplein, doch om de noodzakelijkheid van
een voorziening met tegels.
De heer J. A. MEERTENS wijst er op, dat
hij, als het daarom gaat, ook nog wel het een
en ander te zeggen heeft. Hij merkt op, dat
het voor de gemeente voordeeliger zal zijn,
indien er iets anders dan tegels gelegd wordt,
doch indien men eens zou uitrekenen het
nadeel, dat de 'ouders hebben door de slgtage
van de kinderen op die fijne granaille, die
men voornemens is te strooien, dan denkt hij
met die berekening wel degelijk het voordeel
van een tegelpad te kunnen aantoonen.
Burgemeester en Wethouders zeggen ver-
der, dat volstaan kan worden met het af
waterend maken van het schoolplein. Doch
dit is ook nog niet zoo eenvoudig. Hoe gaat
het, als de kinderen op het schoolplein bezig
zijn. Dan maken ze hier eens een putje, en
daar eens, en daarin blijft dan toch het water
ook staan. Uit het oogpunt van netheid zal
niemand een tegelpad kunnen afkeuren.
De VOORZITTER merkt op, dat indien dit
zoo is, dat putjes maken moet worden ver-
boden, en de onderwijzers daarop dan zouden
kunnien toezien.
De heer J. A. MEERTENS wijst er op, dat
men in tegels geen putjes kan maken. En
nu zegt de Voorzitter wel, dat er dan een
onderwijzer bij moet gaan staan, maar als men
onderwijizer is, en zijn uren heeft, zou dit ook
niet meevallen. Men kan niet gaan vergen,
dat een onderwgzer er bij gaat staan, terwgl
van de kinderen ook weer niet verlangd kan
worden, dat zij op het schoolplein stil staan.
De VOQRZnTER merkt op, dat zg dan een
ander spelletje moeten doen.
De heer A. MEERTENS geeft te kennen,
dat hg, evenals de heer J. A. Meertens, ook
het schoolplein eens wezen opnemen. Spreker
is van oordeel, dat het water er met gemak af
kan er behoeft geen water te staan, als het
plein tegen aan de sloot zuiver is. Toen spre-
ker er is gaan kijken, lag er aan dien kant
een hoop sintels, en dat houdt den afvoer van
het water tegen. Als er daarin een gaatje is,
kan het water weg. Er ligt daar een plank,
en als deze een centimeter of tien gelicht
wordt, kan naar zgn meening het water met
gemak weg.
Be heer SCHEELE heefit een vraag met be
trekking tot het voorstel van Burgemeester
en Wetlhoulders. Komt er nu een pad ter
breedte van 90 c.M., of wordt het verzoek in
zijn gehleel afgeweizen.
Be SECRETARIS deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders in overweging hebben
gegeven hetgeen die Voorzitter zoo juist heeft
medegedeeld. Nu bestaan er twee mogelgk-
heden, n.l., dat het schoolbestuur tegen de
beslissing van den raad in beroep gaat, of wel
een nieuiw verizoek doet. Dit verzoek moet
worden afigewezetn, daar een gedeeltelijke toe-
stemming niet mogelijk is.
De heer SCHEELE constateert, dat er dus
op het oogenlblilk geen ander voorstel is, dan
om afwij'zend te baschilkken op het verzoek
van het schoolbestuur, dat hierop dan later
kan terugkomen.
Be heer A. MEERTENS deelt mede, dat
Burgemeester en Wethouders niet kunnen
toestaan het verzoek am hlet heele zaakje met
tegels te beileggen. Zij helhben het school
bestuur een voorstel gedaan om een pad te
leggen, doch dit was daarmede met tevreden.
Be VOORZITTER deelt made, dat Burge
meester en Wethouders in overweging ge
geven helblbem:, hiermede te doen zooais bij de
openlbare school ook gefbeurd is.
De heer SCHEELE vraagt, of het dempen
van de sloot aJdaar ook nog op de agenda
staat.
Be heer HAAK deelt mede, dat dit notg niet
kan, aangetzien hiervoor samenwerking met
den LovenpoMer noodig is.
De heer J. A. MEERTENS heeft gezien,
dat men goed in die sloot roeren kan, er is
brij genoeg in. De toestand is zooais wet-
houder Haak heeft gezegd. Het is een sloot
van den polder en spreker weet niet, of de
gemeente deze wel dampen mag als die polder
het niet toestaat.
Be heer HAAK: Absoluut niet.
Be heer J. A. MEERTENS deelt mede.
waar hij een hand voorstander is van het be
tegelen van alle schoolplein, het voorstel van
Burgemeester en Wiethouders niet te kunnen
steunen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt aangenomen met 4 tegen 2 stern-
m/en.
Voor stemmen de heeren Den Hamer,
Scheele, Haak en A. Meertens; tegen stem-
men de heeren J. A. Meertens en Jansen.
Inbrekken raadisbesluit van 27 Maart
1937tot het aangaan van een geldieendng
groot /1000.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
het volgende besluit te nemen:
Be raad der gemeente Hoek,
gezien zijn besluit van 26 Maart 1937,
no. 1148, waarfbij besloten is eene geldlee-
ning aan te gaan van ten hoogsten groot een
duizend gulden 1000)
overwegende dat gelbleken is, dat de gelden
benoodigd voor de in voomoemd besluit ooi-
sohrevfen doeleanden uit den gewonen dienst
kunnien wordlen voldaan,
'dat hiervoor geen geldleening behoefde te
worden aangegaan,
gehoord een voorstel van Burgemeester en
Wethouders,
b e s 1 u i t
het raadsbesluit van 26 Maart 1937, no.
11-18, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
van Zeeland bij hun besluit van 9 April 1937,
onder no. 74, eerste afdeeling, in te trekken.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
9. Aankoop zijkantweg en sloot in de
Langestraat.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
het navoigende besluit te nemen:
De raad der gemeente Hoek,
overwegende, dat het wenschelijk is om de
sloot in de Langestraat vanaf de Koudepol-
derstraat tot aan ,,Avondrust" te rioleeren;
dat hierdoor de weg, die ter plaatse smal is,
verlbreed kan worden, terwijl tevens bereikt
wordt, dat deze open sloot in de kom der ge
meente gedempt wordt;
dat de sloot eigendom is van Jan Daniel de
Feijter, lanjdlbouiwer, wonenlde te Hoek;
Idat De Feijter voornoemd beredd is, deze
sloot aan de gemeente in eigendom af te staan
voor de som van veertig gulden 40)
overwegende, dat door de uitvoering van ge-
noernd wenk de Straat belangrijk breeder zal
worden;
gehoord een voorstel van Burgemeester en
Wethouders
besluit
aan te koopen van Jan Daniel de Feijter den
zijkantweg, kadastraal bekend sectie I, nom-
raer 1414, groot 2 are 39 centiare, voor de som
van veertig gulden 40)
de kosten vallende op de overschrijving van
dezen lcoop komen ten laste der gemeente.
(Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
10. Reclames schoolgeld en precariorechten.
Naar aanleiding van ingekomen verzoeken
om ontheffinig van schoolgeld dienst 1937,
stellen Burgemeester en Wethouders voor:
oninbaar te verklaren den aanslag van P. de
Pooter en F. Wesitstrate, f 3,60 ontheffing te
verleenen aan M. Waeland.
Naar aanileiiding van ingekomen reclames
tegen den aanslag voor precariorechten dienst
1937 stellen Burgemeester en Wethouders
voor, onitheffing te verleenen aan J. de Groot,
J. van ES, L. Zegers en wed. J. de Bruijne—
van Ddxhoom.
[Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
11. Benoetnen agent der arbeidsbemiddeling.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
J. A. A. Jurrij te benoemen als agent der
arlbeidisfoetniddeling op arbeidscontract.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders niet voornemens zijn,
den betrokkene vast te benoemen als ambte-
naar, omdat de mogelijkheid niet is uitgeslo
ten, dat de gemeente zich zal aansluiten bij
Ter Neuizen of Sas van Gent, en men dan zou
zitten met de verpldchting, dezen amlbtenaar
waichitigeld toe te kennen.
Hij heeft tot nu toe goed voldaan en Burge
meester en Wethouders zijn voornemens hem
op arlbeidscontract in dienst te houden, als hij
goed zijn plicht doet.
Be heer SCHEELE vraagt, hoeveel safaris
de betrokkene geniet.
Be VOORZITTER antiwoordt, dat dit 200
bedraagt.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aanvaard.
12. Otavraag.
a. Be heer DEN HAMER vraagt, of. nu de
circulaire van den Minister van Sociale Zaken
gekomen is, dat de steunverleening en werk
verschaffing met ingang van 12 Jum wordt
stopgetzet, Burgemeester en Wethouders ook
van de gelegenheld om daar tegen te protes-
teeren, gebruik hebben gemaakt.
Be VOORZITTER antwoordt ontkennend.
De heer DEN HAMER wijst er op, dat het
er practisch op neer zal komen, dat er dozen
zomer veel werkloozen zullen zijn. Zullen dan
Burgemeester en Wethouders den inspecteur
der steunverleening verzoeken, den steun op-
nieuw in te doen gaan?