ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No, 9761 tweede blad WOENSDAG 18 MEI 1938 78e Jaargang
Binnenland
Buitenland
VERONTWAARDIGING IN DOORN.
De vergadering van den gemeenteraad van
Doom welke tegen Maandaigmiddag half drie
was uitgesohrerven, k»n met doorgaan omdat
bet meerendeel der leden was weggeibleven. De
absenten waren twee lilberalen, twee christe-
1 ijk-historischen en twee sociaal-democraten,
die hadden medegedeeld, zich eerst te moeten
beraden of het nlog nut heefit zich aan de be
langen der gemeente te wijden. Dit houdt
verband met het besluit van Ged. Staten om
goedkeuring te omthouden aan het raads-
besluit tot aanikoop van het landgoed Der
Hirtier, izulks op aandrang van de anti-rev.
raadsfractie en een ohr.-historisch lid, onder
leildinig van den anti-rev. wetihouder jhr. mr.
H. A. M. van Asch van Wijcik.
(Nader meldt de N. R. Cut., dat in de ge-
heeie gemeente Doom igroote onbsteimiming
heerscht over het besluit van Gedi. Staten van
Utrecht, waarbij zij hun goedkeuring hebben
on/tlhouden aan het met igroote meerderheid
genomen raadslbesiuit tot aamkoop van het
lamdgoed Der Hirtier.
De erfgenamen van dit igroote landhuis met
prachtiig park en botsch ter grootte van 40 ha,
de heeren Luden, waren bereid hun beizit aan
de gemeente Doom over te doen volor een dus-
danigen prijs, dat hier van een sdhenking kon
worden gesproken. Het zou in handen der ge
meente overgaan voor nog geen 20 cent per
vierfcaraten meter.
Oak in dat geval schijnt de weindg voor-
uitstrevende a.r. wetihouder Van Aisch van
Wijck door persoonlijke inmenginig bij Ged.
Staten, dit college er toe hebben weten te be-
wegen, het raadslbesiuit niet goed te keuren.
Deze herhaalde niet-goedkeuring van raads-
besluiten van Doorn dit geval staat niet op
zichizelf heeft de meerderheid van den Raad
voor de vraag igesteld, of het haar op deze
wijze nog langer mogelijk blijftt de belangen
der gemeente naar haar overtuiging fe kun
nen blijven dienen.
Deze meerderheid, toestaande uit leden van
alle fracties, ibehalVe de anti-rev., heeft dan
oak den tourgemeester medegedeeld, dat zij
meenen over haar verder aan te nemen hou-
ding te moeten 'beraadslagen, alvorens aan
raadsvergaderingen te tounnen deelnemen.
Bedoelde leden zullen den tourgemeester
die het stamdpunt der meerderheid imzake den
aankoop van Der Hirtier deelt, het resul-
taalt van dat overleg zoo spoedig mogelijk
kenbaar maken.
DE INSTORTLNG AAN DE VALTtENSTEEG
TE ROTTERDAM.
De commissie, welke vanwege de justitie is
benoetmd en toelast met het onderzoek naar de
oorzaak van het instorten van den blinden
muur in de Valkensteag te Rotterdam, heeft
ter plaatse een onderzoek ingesteld, teneinde
naar aanleiding van dit onderzoek rapport uit
te torengen.
De commissie bestaat uit de heeren ir. H.
Hoekstra, hoofdingenieur bij den Rijksgetoou-
wendienst te 's Gravenhage, J. F. L. de Boer,
onderdirecteur van den onderhouds- en uit-
breidimgswerlken bij den Rijksigebouwendienst
te rs Gravenhage, G. J. Langhout, architect-
ingenieur te Amsterdam, ir. A. van Rave-
stein te Utrecht en ir. L. Zwiers, eveneens te
Utrecht.
In vertoand met het onderzoek is de Vaiken-
steeg weer geheel voor het verkeer oak
voor het voetgangersverkeer afgesloten.
De commissie heeft voorlichting ontvangen
van den commissaris Rosizjbach, inspecteur
Crans, ir. Valderpoort en enkele andere leden
van den dienst van bouw- en woningtoezdcht.
Bij, dit onderzoek was oak de officier van
justitie, die deze zaak behandelt, Mr. J. C. V.
Meischke tegenwoordig.
Enkele artoeiders van den gemeentelijken
technischen dienst helbhen enkele stukken van
de fundaflnenten van het panld van de N.V.
MSkx' Bedrijfskleeding ontgraven en er zijn
foto's genomen, 'teneinde na te gaan of het
ook mogelijk is, dat wijken van deze funda-
menten oorzaaik kan zijn geweesit van het om-
valien van dezen muur.
DE TO ELATING VAN VREEMDELINGEN.
Naar de N. R. Crt. ter oore komt, is alsnog
te bevoegder plaatse besloten de jongste rege-
ling ten alanzien van het weren van vreem-
delingen, die zich in Nederland reeds geves-
tigd hebben of willen vestigen, een kleine
wijziging te doen ondergaan. En wel in zoo-
verre, dat niet per se en niet over de geheele
lime onverbiddelijk alle sinds 1 Maart jJ. hier
ter vestiging toinnengekomen vreemdelingen
als ongewenschte vreemdelingen het land zul
len moeten verlaten met uitzondering dan van
hen, wien artders elders lijfsgevaar zou be-
dreigen. Wanneer aantoontoaar is, dat de
terugwerkende kracht van den jongsten maat-
regel extra hard zou zijn, zou de mogelijkheid
besitaan daarvan af te wijken. In de zeer
uitzonderlrjke gevallen, n.l. waarin naar het
oordeel van de bevoegde instantie zich zulk
een bijzonldere hardheid inderdaad zou voor-
doen, kan eventueele dispensatie plaats vin-
den, zoodat dan niet 1 Maart doch 7 Mei als
,,grensdatum" zou kunnen gelden.
Een dusdanige extra-harde udtwerking van
de terugwerkende kracht tot 1 Maart kan
men zich onder meer denken in het geval dat
iemand reeds v66r 1 Maart zoowel elders (n.l.
in het land waar hij vandaan komt) als tevens
hier te lande, alle mogelijke maatregelen met
het oog op vestiging overeenkomstig de toen
ten onzent geldende voorschriften had getrof-
fen. Met het gevolg dat indien t.a.v. den
betrokken vreemdeling toch de datum van 1
Maart zou gelden, hij eigenlijk doordat hij
mede was afgegaan op hetgeen destijds in
Nederland rechtens gold, thans volkomen
vast zou zijn geloopen, eenerzijids door b.v.
reeds hier een woning gekocht of gehuurdi
anderzijds in het land, dat hij zou verlaten
zijn werkkring en bezittingeh geliquideerd
te hebben.
Het is niiet uitgesloten, dat in zoodanig
geval de fatale datum van 1 Maart geen toe-
passing zou vinden: dit ware zoowel denkbaar
ten aanzien van iemand, die reeds hier geves-
tigd is als vam iemand die hier nog niet ver-
toeft, maar wel reeds sinds lang alle voor-
bereidende maatregelen in overeenstemming
met de Nederlandsche maatregelen had ge-
troffen.
Of er intusschen redenen tot het maken
van een dergelijke uitzondering bestaan zal
'de instantie welke zich met heel deze aange-
legenheid van toelating of verwijdering van
vreemdelingen bezig houdt van geval tot
geval beoordeelen.
DE SAMENWERKING VAN DE STATEN
VAN OSLO.
Zondag hebben de vertegenwoordigers van
de z.g. Oslo-staten te Oslo een officieele ver-
klaring gepubliceerd, welke als volgt luidt:
De regeeringen, die de overeenkomst tot be-
vordering van bet handelsverkeer te 's-Gra-
venhage op 28 Mei 1937 hebben onderteekend,
zijnde Belgie, Denenxarken, Finland, Noor-
wegen, Luxemburg, Nederland en Zweden, er-
kennende, dat de ontwikkeling van de wereld-
conjunctuur hen niet in staat stelt voor het
oogenblik deze overeenkomst te vemieuwen,
nliettemin verlangend de oeconomiscne
samenwerking, waarmede zij een begin heb
ben gemaakt door de onderteekening van de
conventie tot oeconomische toenadering en
van het protocol, te Oslo, den 22sten Decem
ber 1930, voort te zetten.
Verklaren zich bereid, zoodra de oeconomi
sche omstandigheden dit zullen veroorloven,
hun collectieve besprekingen te hervatten met
het oog op een zekere vermimdering der han-
delsbelemmeringen, o.m. door elkander weder-
keenig zekere faciliteiten toe te staan voor
den import van de goederen, die van belang
zijn voor den onderlingen handel.
In dien tusschentijd zal elk dezer regeerin
gen met de grootste welwillendheid den in-
voer behandelen van de goederen voortge-
bracht door en afkomstig uit de andere onder-
teekenende staten. Mocht de regeering ge-
dwongen zijn, beschermende maatregelen te
nemen dan zal zij rekening houden met de
belangen der andere landen en er naar streven
de normal® oeconomische betrekkingen te
handhaven.
Bovendien zijn de hierboven genoemde re
geeringen het eens geworden over de volgende
sfdpulaties:
1. elk zal voor zoover dit mogelijk is en
opdat de andere regeeringen haar eventueele
bezwaren kenbaar kunnen maken deze mede-
deeling doen van alle maatregelen die den in-
voer van alle goederen, welke tot op dat oogen
blik nog niet het voorwerp waren van der
gelijke maatregelen, onderwerpen aan kwan-
titatieve beperkingen, aan een deviezencon-
trole of aan speciale belastingen. In beginsel
zal deze mededeeling gedaan moeten worden
twee weken voor den datum, waarop de be
trokken maatregel van kracht zou moeten
worden. Wanneer het een regeering onmoge-
lijk mocht zijn den hierboven genoemden ter-
mijn in acht te nemen, zal zij de andere onder-
teekenende regeeringen daarvan in kennis
stellen.
2. in geval een der regeeringen haar oeco
nomische belangen in gevaar mocht zien ge-
toracht door een abnormale concurrentie op
haar eigen grondgebied door onderdanen van
een anderen onderteekenenden staat, zal deze
laatste er in moeten toestemmen onderhan-
delingen over deze kwestie te openen, wan
neer daar om gevraagd wordt. De aldus uit-
genoodigde regeering zal een onderzoek naar
de zaak instellen en eventueel, na gemeen-
schappelijk overleg met den vragenden staat,
de maatregelen beramen, die genomen zouden
kunnen worden om een einde te maken aan
den geincrimineerden staat van zaken.
Eveneens zullen onderhandelingen gevoerd
kunnen worden tusschen de onderteekenende
regeeringen in andere gevallen, waarin een
abnormale concurrentie de oeconomische be
langen van een harer in gevaar zou brengen.
3. de mededeelingen die gedaan worden
krachtens de bepalingen van artikel 1, der
overeenkomst tot oeconomische toenadering,
geteekend te Oslo op 22 December 1930 zul
len, voor zoover mogelijk, begeleid worden
door de volgende aanvullende inlichtingen,
gegroepeerd in den vorm van een tabel:
a. nummer van het douanetarief, waarop
de onder oogen geziene wijziging betrekking
heeft;
b. bestaand douaneregiem
c. hoogte van het voorgestelde recht;
d. omvang en waarde van den import van
de betrokken koopwaar, afkomstig uit de ge-
bieden van elk der onderteekenende staten
gedurende de laatste jaren.
Soortgelijke inlichtingen zullen verstrekt
worden ten aanzien van de toepassing van
punt 1 hierboven voor zoover de ontworpen
maatregelen dit met zich brengen.
4. (de onderteekenende regeeringen zullen
op periodieke wijze de bijeenkomsten organi-
seeren, welke voorzien zijn in het protocol
over de oeconomische samenwerking te 's-Gra-
venhage, 28 Mei 1937.
5. de onderhavige verklaring zal op 1 Juli
1938 van kracht worden. De door de onder
teekenende staten aanvaarde verplichtingen
onder punt 1, 2 en 3 hierboven zullen met
een termijn van zes miaanden kunnen worden
opgezegd.
Het document is voor Belgie onderteekend
door Suetens, voor Denemarken door E. Wee-
rum, voor Finland door T. O. Vaheervuori,
voor Luxemburg door A. Wehrer, voor Neder
land .door H. M. Hirschfeld, voor Noorwegen
door C. F. Smith en voor Zweden door G.
Haegloeff. j
De Deensche gedelegeerde heeft de ver
klaring onderteekend onder voorbehoud, dat
zijn regeering punt 1 zal goedkeuren.
HET VLEESCH VOOR DE WERKLOOZEN
KOMT UIT DUITSOHLAND.
Het „Handeisblad" schrijft;
Naar wjj vememen zal het bevroren
vleesch, dat noodig is voor de bereiding van
tien millioen kilo blikvleesch (te distribueeren
onder werkloozen en behoeftigen) voor een
aanzienlijk gedeelte worden betrokken uit
Dui|tsc|hland; de onderhandelingen hierover
tusschen de beide regeeringen zijn reeds in
een vergevorderd stadium.
Het had onze aandacht getrokken, dat in
hun antwoord op de vragen van het Eerste
Kamerlid den heer Ruyter, de Ministers Rom-
me en Steenberghe zich er eigenlijk niet over
uitlieten, uit welk land het bevroren vleesch
zal worden betrokken. Wel spraken zij van
,,het ingevoerde Deensche vleesch", doch
daarmede bedoelden zij den normalen invoer
door particulieren, zooals die reeds sedert ge-
ruimen tijd plaats vindt.
Ten aanzien van het straks te importeeren
bevroren vleesch voor de inblikking werd
slechts verklaard:
„Het ligt in de bedoeling de beschikking
over dit vleesch, dat van uitstekende quali-
teit is, te verkrijgen door een ruiltransactie
tegen andere landbouwproducten (stroo, tuin-
bouw- en zuivelproducten)."
Nader onderzoek I&ert ons thans, dat dit
niet genoemde land Duitschland is. Het be-
hoeft wel geen betoog, dat Duitschland niet
in staat is, om aan ens land 10 millioen kilo
bevroren vleesch, overeenkomende met circa
zestigduizend koeien, tegen zeer lagen prijs
te leveren. De zaak zit dan ook z6<5, dat
Duitschland dit vleesch z61f heeft verkregen
door een ruiltransactie en wel tegen industrie-
producten. Op onze beurt zal ons land nu
weer dit vleesch met Duitschland ruilen tegen
stroo, zuivel en groenten.
Deze mijl op zeven werpt wel een schril licht
op de gewrongen en ontredderde economie van
deze dagenDoch niet minder schril be-
licht deze transactie de resultaten van zoo-
vele jaren „ordening" van den rundveestapel
Minder melk en evenveel vleesch, zoo was het
doel. Veel en veel mddr melk en een tekort
aan vleesch is het resultaat geworden
Hoewel onze rundvleeschexport geheel is
weggevallen en de binnenlandsche consumptie
vorig jaar was gedaald tot een laagterecord
van 16% kilo per hoofd (20 normaal), terwijl
er bovendien 21 millioen kilo werd ingevoerd
en ten deele, na bewerking weer geexporteerd,
manifesteert zich ondanks dit alles thans een
tekort: zuivel wordt geruild tegen vleesch...
Maar niettemin blijft de teeltbeperking, hoewel
eerst met 7 en daarna nog eens met 10
verruimd, nog steeds bestaan, hetgeen betee-
kent, dat elk kalfje, dat door een boer wordt
opgefokt, door een crisisambtenaar moet wor
den geportretteerd in O.-lndische inkt, terwijl
crisis-controleurs dag in dag uit op pad zijn,
om in de stallen en weilanden, dichtbij of ach-
teraf gelegen, te speuren naar kalf jes zonder
officieel portret, dat teeltvergunning of kal-
verschets heet.
MIDDELEN TER VERM INHERING VAN
DE WERKLOOSHEID.
Het bestuur van het R. K. Werkliedenver-
bond heeft aan den raad van ministers een
adres gezonden in verband met het werkloos-
heidsvraagstuk.
In dit adres wordt er op gewezen, dat de
verwachting, alsof doer een opleving in ons
bedrijfsleven aan het eind van het jaar 1936
en in de eerste helft van 1937 geleidelijk een
aanzienlijke vermindering van het aantal
werkloozen zou worden bereikt, slechts voor
een betrekkelijk klein gedeelte in vervulling
is gegaan.
Het bestuur van het werkliedenverbond be-
pleit een zoo krachtig en zoo voortvarend
mogelijke toepassing van vooral de volgende
middelen, welke het aantal besehikbare
arbeidskrachten kunnen beperken:
a. verhooging van den leerplichtigen leef-
tijd en van den minimumleeftijd voor intreding
in het bedrijfsleven met een jaar;
b. zoo veel mogelijk verbod van loonarbeid
voor zestigjarigen en ouderen, gepaard gaande
met een behoorlijke voorziening in de finan-
cieele gevolgen daarvan, die gemakkelijker
vallen, zal naarmate het aantal jongere werk
loozen vermindert;
c. verbod van vrouwenarbeid in alle ge
vallen, waarin die even goed door mannen
kan worden verricht, behoudens noodzakelijke
uitzonderingen of financieele tegemoetkoming,
waar deze billijk is;
d. krachtige bevordering van de emigratie,
niet alleen door beschikbaarstelling van finan
cieele middelen, maar vooral ook door ons
volk en vooral de jongeren geschikt te
maken om aldus een bestaan te zoeken.
Als middelen om in het bedrijfsleven aan
een beduidend grooter aantal arbeidskrachten
emplooi te verschaffen, geeft adressant aan:
a. een meer doeltreffende tariefspolitiek,
b. het verleenen van exportpremies en
exportcredietgaranties,
c. het verleenen van goedkoope credieten
aan onze industrie, enz.,
d. het verleenen van loontoeslagen in daar-
voor in aanmerking komende bedrijven (met
name in den land- en tuinbouw).
Voorts moet meer nog dan tot dusver de
uitvoering van openbare werken worden be-
vorderd.
Bovendien bepleit adressant de volgende
maatregelen tot spreiding van het besehikbare
werk:
a. verkorting van den arbeidsduur, ge
paard gaande met:
b. breideling van de mechanisatie,
c. verplichting om in ondernemingen,
waar dat mogelijk is, een bepaald percentage
werklooze arbeiders te werk te stellen,
d. toepassing van de arbeidswet ook in
overheidsbedrijven (spoorwegen, posterijen),
e. verplichte vacantie met behoud van
loon,
f. verbod van het sluiten eener onder-
neming zonder goedkeuring der regeering.
Tenslotte wordt verzocht in afwachting van
het resultaat der aangegeven middelen aan de
werkverschaffing voor de volwassenen een
zoo groot mogelijke uitbreiding te geven,
jeugdige werkloozen verplicht te werk te stel
len in werkkampen en het nijverheidsonder-
wijs uit te breiden en te verlengen.
In de toelichting op al deze gevraagde
maatregelen wordt gezegd, dat naar de over
tuiging van adressant deze middelen zullen
vorderen dat aan de regeering grootere be-
voegdheden en volmachten moeten worden
toegekend, waarbij wordt gedacht aan belang-
rijke verkorting der onteigeningsprocedure,
machtiging om, als tijdelijken toestand, ver
korting- van 'den arbeidsduur voor te schrijven,
TOERISME IN FRANKRIJK.
Reductie op den benzineprys voor
buitenlandsche automobilisten.
Zooals gemeld kunnen, evenals het vorige
jaar, buitenlandsche toeristen, die Frankrijk
bezoeken, reductie op den prijs van de benzine
aldaar verkrijgen. In verband hiermede wordt
gemeld, dat de hiervoor benoodigde bonnen-
boekjes van 15 dezer af tot 31 December ver-
krijgbaar zullen worden gesteld. De eerste
bon is geldig 5 dagen na aankomst in Frank
rijk, dus op den 6den dag van het verblrjf in
Frankrijk. De bons hebben een waarde van
frs. 60. Neemt men den zesden dag benzine,
dan kan men den pomphouder betalen met
een bon en het resteerende bedrag in contan-
ten aanvullen. Hetzelfde kan worden her-
haald op den llden, den 16den dag enz. De
laatste d.i. de zesde bon kan 30 dagen na bin-
nenkomst worden ingewisseld.
Heeft men op den zesden dag den eersten
bon niet gebruikt, dan kan men op den llden
dag 2 bonnen als geheele of gedeeltelijke beta-
ling geven, op den 16den dag 3 bonnen enz.
De bonboekjes worden op naam uitgeschre-
ven op vertoon van het grensdocument, het-
welk den tijdelijken invoer van den auto dekt,
alsmede op vertoon van de z.g. carte de
voyage toristique.
BELGISCHE SPOORWEGEN.
Het jaanverslag van de Nationale Maat-
schappij van Belgische Spoorwegen, dat op 27
Mei e.k. aan de algemeene jaarvergadering
zal worden voorgelegd, is niet optimistisch
gestemla wat betreft de financieele situatie
van het net. De directiie schrijft de moeilijk-
heden toe aan den pensioeniast, dien de staat
de maatschappij heeft opgelegd en die frs. 400
millioen bedraagt, en aan de diensten, die zij
gratis bewijst aan de administratie der Poste
rijen en verder aan sommige reducties. Deze
posten vertegenwooddigen een verlies aan ont-
vangsten van frs. 118 millioen.
Verder worden de gewone protesten nog
eens naar voren gebracht ten opzichte van de
concurrentie, die de maatschappij aangedaan
wordt door het wegen- en waterwegenverkeer.
De gemiddelde ontvangsten per reiziger be-
droegen per KM. 2,3 goudcentimes in 1913 en
2.04 goudcentimes in 1934 en in 1937 1.39
goudcentimes of 13 papiercentimes, een vrijiwel
gelijk niveau als een jaar tevoren. In Duitsch
land bedragen zij 3 gouldcentimes, in Holland
3%, in Zwitserland 4.1. Deze laatste twee cij-
fers hebben betrekking op 1936 en zullen voor
het volgend jaar ongetwijfeld lager zijn ten
gevolge van de devaluatde. Het aantal vervoer-
de reizigers bedroeg in 1934 176.800.000, in
1935 185.100.000, in 1936 189.500.000 en in '37
202.400.000. In '37 viel dus een aanmerkelijke
vooruitgang te constateeren. Het cijfer over-
trof dat van 1935, jaar van de tentoonstelling
en toevloeiing van toeristen. De gemiddelde
afgelegde afstand) neemt eveneens toe en be
draagt thans 30 K.M. Het aantal reizigers
eerste klasse vermin'diert, dat der tweede
klasse stijgt sedert 1934. Het is n.l. van
12.400.000 op 13.600.000 gekomen. Het aantal
reizigers derde klasse is echter sterk gestegen,
zoodat het percentage reizigers tweede klasse
lichtelijk teruggeloopen is.
DE JAPAN SUHE OPMARSCH NAAR
SOETSJOU.
Volgens de jongste berichten, welke Domei
zendt van het front in China, is de verbinding
tusschen de Japansche legers, die van Noord
en Zuid naar het Soetsjou-front oprukken,
nog niet tot stand gebracht.
Maan!lag had het blad Nitsji Nitsji gemeld,
dat deze verbinding ten Westen van Soetsjou
was tot stand gebracht. De correspondent
van Domei meldt nochtans, dat de Japansche
colonne, welke uit het Zuiden optrok, kanon-
gebulder hoorde en dacht, dat dit afkomstig
was van de troepen uit het Noorden.
Volgens de jongste berichten van het Ja
pansche front, verwachte men, naar het D. N.
B. uit Sjanghai meldt, algemeen Dinsdag den
stormaanval op Soetsjou. Maandagnacht zijn
gemotoriseerde Japansche voorhoeden uit het
Zuidwesten tot 20 kilometer van Soetsjou
genaderd. Op de bergen, welke de stad in het
Westen beheerschen, brengen de Japanners
zware artillerie in stelling. Tevens zijn alle
faommenwerpens, waarover men beschikt,
voor den aanval gereed gemaakt.
GERUCHTEN OVER EEN OPSTAND
IN MEXICO.
Havas meldt uit Washington: Maandag-
avond heeft men zich in der Amerikaansche
regeering na staandb kringen tamelijk onge-
rust gemaakt over de mogelijkheid van een
staatsgreep tegen president Cardenas', van
Mexico. Dit verontrustte nog meer dan de
kwestie van de onteigening der petroleum-
maatschappijen.
Nieuwe geruchten over een staatsgreep van
fascistische strekking met buitenlandBchen
steun, vonden ditmaal him oorsprong in de
op 14 Mei verrichtte arrestatie van zes Ame
rikaansche vliegers, die er van beschuldigd
worden, vliegtuigen naar Mexico te hebben
overgebraeht. De bestemming dezer vliegtui
gen was Las Palomas, in San Luis Potosi.
Eerst meende men, dat de vliegtuigen be-
stemd waren om naar Spanje te worden uit-
gevoerd', doch thans acht men het waarschijn-
lijker, dat zij bestemd waren voor generaal
Saturnine Cedillo, 'die eigenaar is van een
„estancia' 'te Las- Palomas en die er een eigen
legertje op na houdt.
Overigens schijnt, ondanks een officieele
tegenspraak uit Mexico City, bevestigd te
worden, dat buitengewone maatregelen wer-
den genomen in den staat San Luis Potosi,
waar een soort staat van beleg zou zijn afge-
konidigd, daar de regeering van de gelegen-
heid wenschte gebruik te maken om de aan-
hangers van generaal Cedillo te ontwapenen.
Men meent te weten, dat generaal CeMillo
het bevel zou voeren over ongeveer 18.000
gewapende boeren, waartegenover de regee
ring maatregelen moet hebben genomen, om
den staat Ban Luis Potosi te verdedigen tegen
aanvallen uit de lucht.
PRAAG MOET LOS VAN MOSKOU.
In Londensche dsplomatiekie kringen wordt
verklaard', dat Hitler geen enkele regeling
voor de positie van de Sudeten-Duitschers zal
aanvaarden, indien hij zijn zin niet krijgt in
zijn eisch betreffende de veranderdngen in de
buitenlandsche politick van de regeering in
Praag. De onittoinJding van het Russdsch-Tsje-
chisch vergelijik is dus voor Hitler een nood
zakelijke voorwaarde voor een regeling van de
Duitschie minderheids'krwestie.
Omtrent de keus waarvoor Tsjecho-Slowa-
j kije zich nu geplaatst ziet, maakt men zich te
Domden weiniig illusies meer. Terwille van het
behouid van zijn nationale integritedt zal Tsje-
cho-S'lowakije zijn verbond met Rusland moe
ten opgeven.
De Britsche regeering zal weinig doen om
zulk een ontiwikikeling tegen te houden. De
wrevel tegenover Ruslonds agdtaties neemt
ook te Louden Steeds toe. In de bonding van
Mexico, dat tot het aftoreken der diplomatieke
betrekkingen met Groot-Brittamnde heeft be
sloten, ziet men de hand van Rusland, dat
trouiwens oak een vergelijk in de Spaansche
kwestie op alle mogelijke manieren tracht
tegen te houlden.
Men hoort te Berlijn tegenstrijdiige commen-
taren over de udtkomsten van het toazoek aan
Louden van Henlein, die Zaterdagavond via
Berlijn naar huds is vertrokken. Henlein zou
te kennen hebben gegeven, dat de eischen niet
onverbiddelijk worden gehandhaafd. Het blijkt
nu, dat Henlein naar Louden is gekomen op
udtnooddging van Britsdhe politici en dat hij
de goedkeuring van Berlijn heeft gevraagd en
verkregen om te gaan.
Andere Duitsche commentaren op Henleins
bezoek verklaren, dat de Duitsche regeering
inderdaad alleen dian geen oorlog zal gaan
voeren voor haar doeleinden in Tsjecho-Slo-
wakije, indien de Tsjeehisch-Russische allian-
tie wordit opgezegd. Dit zou aan de Britsche
regeering zijn medegedeeld, die op haar beurt
aan de regeering in Praag zou hebben voor-
gesteld, het pact met Rusland op te zeggen en
in rudl er voor een neutrale positie in Europa
te aanvaarden op voorbeeld van Belgie en
Zwitserland. De positie van de Sudeten-Duit-
schers zou dian geregeld kunnen worden door
van Tsjecho-Slowakije een toondsstaat te ma
ken met plaatselijk zelfbestuur voor de min-
derheden.
Zondagaivond om 11 uur 40 is Henlein te
Asch aangekomen.
MUSSOLINI TE GENUA.
Mussolini's rede te Genua, welke voor een
groot 'gedeElite gewijd was aan de buitenland
sche politiek, heeft, schrijft de N. R. Crt., zeer
de aandacht getrokken, omdat zij aan het
adres van Frankrijk het verwijit bevatte, dat
men daar Barcelona steunt. In Frankrijk is
men over deze woorden van den duce zeer
boos. Er is in Frankrijk zeker een sterke groep
die steun aan Barcelona zou wenschsn, doch
alle regeeringen van den laatsten tijd, die van
Blum inbeigrepen, hebben het beginsel van
non-intenventde aanvaard. Het is mogelijk, dat
metdit beginsel weleens gestmolkikeld wordt,
misschien zelfs wel eens emstiig gesmokkeld,
doch een land, dat openlijk de partij van de
opstandelingen in Spanje gekOzen heeft, mist
zeker het rectat een andere regeering te ver-
wijten, dat zij de oorspronkelijk wettige re
geering toegunsti'gt. Deze begunstdiging is zeker
geen oipenlijke steun, maar de duce, die gezegd
heeft, dat in geval van een ideologischen oor
log van de democratieen tegen Duitschland en
Itaiie, die beide landen schouder een schouder
zou'dien staan, ontiziet zich niet nu al jarenlang
een ideologischen oorlog te vioeren in een
vreemd land, terwijl Frankrijik, samen met En-
geland en verscheidene andere mogendheden,
judst van den beiginnen af zijn 'best heeft ge
daan om door de poli'tiek van niet-inmenging
een dergelijken oorlog in Europa te vermijden.
Men speculeert echter in Itaiie en Duitsch
land op den afikeer, rwellke er ook -en zeer
terecht in de democratische landen tegen
het communisme bestaat, om zijn eigen fascis-
tiscih'e ideologie te bevorderen en aldus de de
mocratic niet minder te verzwakken dan door
het veldiwinnen van de cammiunistische denk-
beellden in sommiige lan'den het geval zou zijn.
Engeland met zijn conservatieve regeering
is voor deze pegingen gevoeliger dan Frank
rijk, waar tot voor kort de coimmunisten nog
door hot Volksfront hun irwloed ook in de
regeering konden laten gelden. Dat varklaart
de booze woorden van Mussolini, te Genua
tegen Frankrijk gesproken. Veel wijziging in
den toestand zullen zij wel niet brengen, hoe
gaarne Frankrijk ook met Itaiie tot een ver
gelijk zou willen komen. Het is dan ook niet
waarschijnlijk, dat een Fransch-Italiaansch
accoord tot stand zal komen, zoolang de bur-
geroorlog duurt. Trouwens, de overeenkomst
met Engeland zal ook pas haar beteekenis
krijgen, wanneer Itaiie begint zijn vrijwilli-
gers udt Spanje teruig te trekken en het wordt
meer en meer duidelijk, dat het dat niet zal
doen, voordat de overwinning van Franco
verzekerd is.
EEN PAUSELIJKE NUNTIUS
BIJ FRANCO.
Reuter meldt uit Vaticaanstad, dat de
Paus een nuntius benoemd heeft bij de regee
ring van Franco te Burgos. Hiermede erkent
het Vaticaan het feitelijk gezag van Franco's
regeering. Hiervoor is aangewezen mgr.
Gaetano Cicogniani, vroeger Pauselijk nuntius
te Weenien. Tegelijik heeft Franco tot
Spaansch gezant bij het Vaticaan benoemd
Don Jos6 Maria Yanguas.
MUSSOLINI VERKLAART DAT STRESA
DOOD IS.
(Mussolini is Zaterdagochtend met het linie-
schip ,,Cavour" te Genua aangekomen, waar
hij op het plein der overwimning voor het
monument voor djs gesneuvelden uit den oor
log een rede heeft gehouden over Internatio
nale vraagstukken.
In deze rede zei hij o,a.
Wij zijh de sancties nog niet veiget n. Alles
wat woridt sameng'evat in het woord Stresa
is dood en begraven. Voor zoover Itaiie be-
treftt, zal het noodt weer tot leven geroepen
worden. Zonder de hrouwe vrienldischap van
DuitschJanid zouden wij nooit in staat geweest
zijn te doen, wat wij gedaan hebben.
(De laatste rede van Chamberlain vonmde
een erkenn'ing van de macht van Itaiie. Wij
zijn voomemens na.uwgezet de Brit®ch-Ita-
liaansche cvereienkicmst te eerbiedigen.
In geval van een idecicgischen oonlog, dat
toekoort men te weten, zullen de autoritaire
staten 6en bloik vorm en en gezamenlijk op-
rulkken.