ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN No, 9761 tweede blad WOENSDAG 18 MEI 1938 78e Jaargang Binnenland Buitenland VERONTWAARDIGING IN DOORN. De vergadering van den gemeenteraad van Doom welke tegen Maandaigmiddag half drie was uitgesohrerven, k»n met doorgaan omdat bet meerendeel der leden was weggeibleven. De absenten waren twee lilberalen, twee christe- 1 ijk-historischen en twee sociaal-democraten, die hadden medegedeeld, zich eerst te moeten beraden of het nlog nut heefit zich aan de be langen der gemeente te wijden. Dit houdt verband met het besluit van Ged. Staten om goedkeuring te omthouden aan het raads- besluit tot aanikoop van het landgoed Der Hirtier, izulks op aandrang van de anti-rev. raadsfractie en een ohr.-historisch lid, onder leildinig van den anti-rev. wetihouder jhr. mr. H. A. M. van Asch van Wijcik. (Nader meldt de N. R. Cut., dat in de ge- heeie gemeente Doom igroote onbsteimiming heerscht over het besluit van Gedi. Staten van Utrecht, waarbij zij hun goedkeuring hebben on/tlhouden aan het met igroote meerderheid genomen raadslbesiuit tot aamkoop van het lamdgoed Der Hirtier. De erfgenamen van dit igroote landhuis met prachtiig park en botsch ter grootte van 40 ha, de heeren Luden, waren bereid hun beizit aan de gemeente Doom over te doen volor een dus- danigen prijs, dat hier van een sdhenking kon worden gesproken. Het zou in handen der ge meente overgaan voor nog geen 20 cent per vierfcaraten meter. Oak in dat geval schijnt de weindg voor- uitstrevende a.r. wetihouder Van Aisch van Wijck door persoonlijke inmenginig bij Ged. Staten, dit college er toe hebben weten te be- wegen, het raadslbesiuit niet goed te keuren. Deze herhaalde niet-goedkeuring van raads- besluiten van Doorn dit geval staat niet op zichizelf heeft de meerderheid van den Raad voor de vraag igesteld, of het haar op deze wijze nog langer mogelijk blijftt de belangen der gemeente naar haar overtuiging fe kun nen blijven dienen. Deze meerderheid, toestaande uit leden van alle fracties, ibehalVe de anti-rev., heeft dan oak den tourgemeester medegedeeld, dat zij meenen over haar verder aan te nemen hou- ding te moeten 'beraadslagen, alvorens aan raadsvergaderingen te tounnen deelnemen. Bedoelde leden zullen den tourgemeester die het stamdpunt der meerderheid imzake den aankoop van Der Hirtier deelt, het resul- taalt van dat overleg zoo spoedig mogelijk kenbaar maken. DE INSTORTLNG AAN DE VALTtENSTEEG TE ROTTERDAM. De commissie, welke vanwege de justitie is benoetmd en toelast met het onderzoek naar de oorzaak van het instorten van den blinden muur in de Valkensteag te Rotterdam, heeft ter plaatse een onderzoek ingesteld, teneinde naar aanleiding van dit onderzoek rapport uit te torengen. De commissie bestaat uit de heeren ir. H. Hoekstra, hoofdingenieur bij den Rijksgetoou- wendienst te 's Gravenhage, J. F. L. de Boer, onderdirecteur van den onderhouds- en uit- breidimgswerlken bij den Rijksigebouwendienst te rs Gravenhage, G. J. Langhout, architect- ingenieur te Amsterdam, ir. A. van Rave- stein te Utrecht en ir. L. Zwiers, eveneens te Utrecht. In vertoand met het onderzoek is de Vaiken- steeg weer geheel voor het verkeer oak voor het voetgangersverkeer afgesloten. De commissie heeft voorlichting ontvangen van den commissaris Rosizjbach, inspecteur Crans, ir. Valderpoort en enkele andere leden van den dienst van bouw- en woningtoezdcht. Bij, dit onderzoek was oak de officier van justitie, die deze zaak behandelt, Mr. J. C. V. Meischke tegenwoordig. Enkele artoeiders van den gemeentelijken technischen dienst helbhen enkele stukken van de fundaflnenten van het panld van de N.V. MSkx' Bedrijfskleeding ontgraven en er zijn foto's genomen, 'teneinde na te gaan of het ook mogelijk is, dat wijken van deze funda- menten oorzaaik kan zijn geweesit van het om- valien van dezen muur. DE TO ELATING VAN VREEMDELINGEN. Naar de N. R. Crt. ter oore komt, is alsnog te bevoegder plaatse besloten de jongste rege- ling ten alanzien van het weren van vreem- delingen, die zich in Nederland reeds geves- tigd hebben of willen vestigen, een kleine wijziging te doen ondergaan. En wel in zoo- verre, dat niet per se en niet over de geheele lime onverbiddelijk alle sinds 1 Maart jJ. hier ter vestiging toinnengekomen vreemdelingen als ongewenschte vreemdelingen het land zul len moeten verlaten met uitzondering dan van hen, wien artders elders lijfsgevaar zou be- dreigen. Wanneer aantoontoaar is, dat de terugwerkende kracht van den jongsten maat- regel extra hard zou zijn, zou de mogelijkheid besitaan daarvan af te wijken. In de zeer uitzonderlrjke gevallen, n.l. waarin naar het oordeel van de bevoegde instantie zich zulk een bijzonldere hardheid inderdaad zou voor- doen, kan eventueele dispensatie plaats vin- den, zoodat dan niet 1 Maart doch 7 Mei als ,,grensdatum" zou kunnen gelden. Een dusdanige extra-harde udtwerking van de terugwerkende kracht tot 1 Maart kan men zich onder meer denken in het geval dat iemand reeds v66r 1 Maart zoowel elders (n.l. in het land waar hij vandaan komt) als tevens hier te lande, alle mogelijke maatregelen met het oog op vestiging overeenkomstig de toen ten onzent geldende voorschriften had getrof- fen. Met het gevolg dat indien t.a.v. den betrokken vreemdeling toch de datum van 1 Maart zou gelden, hij eigenlijk doordat hij mede was afgegaan op hetgeen destijds in Nederland rechtens gold, thans volkomen vast zou zijn geloopen, eenerzijids door b.v. reeds hier een woning gekocht of gehuurdi anderzijds in het land, dat hij zou verlaten zijn werkkring en bezittingeh geliquideerd te hebben. Het is niiet uitgesloten, dat in zoodanig geval de fatale datum van 1 Maart geen toe- passing zou vinden: dit ware zoowel denkbaar ten aanzien van iemand, die reeds hier geves- tigd is als vam iemand die hier nog niet ver- toeft, maar wel reeds sinds lang alle voor- bereidende maatregelen in overeenstemming met de Nederlandsche maatregelen had ge- troffen. Of er intusschen redenen tot het maken van een dergelijke uitzondering bestaan zal 'de instantie welke zich met heel deze aange- legenheid van toelating of verwijdering van vreemdelingen bezig houdt van geval tot geval beoordeelen. DE SAMENWERKING VAN DE STATEN VAN OSLO. Zondag hebben de vertegenwoordigers van de z.g. Oslo-staten te Oslo een officieele ver- klaring gepubliceerd, welke als volgt luidt: De regeeringen, die de overeenkomst tot be- vordering van bet handelsverkeer te 's-Gra- venhage op 28 Mei 1937 hebben onderteekend, zijnde Belgie, Denenxarken, Finland, Noor- wegen, Luxemburg, Nederland en Zweden, er- kennende, dat de ontwikkeling van de wereld- conjunctuur hen niet in staat stelt voor het oogenblik deze overeenkomst te vemieuwen, nliettemin verlangend de oeconomiscne samenwerking, waarmede zij een begin heb ben gemaakt door de onderteekening van de conventie tot oeconomische toenadering en van het protocol, te Oslo, den 22sten Decem ber 1930, voort te zetten. Verklaren zich bereid, zoodra de oeconomi sche omstandigheden dit zullen veroorloven, hun collectieve besprekingen te hervatten met het oog op een zekere vermimdering der han- delsbelemmeringen, o.m. door elkander weder- keenig zekere faciliteiten toe te staan voor den import van de goederen, die van belang zijn voor den onderlingen handel. In dien tusschentijd zal elk dezer regeerin gen met de grootste welwillendheid den in- voer behandelen van de goederen voortge- bracht door en afkomstig uit de andere onder- teekenende staten. Mocht de regeering ge- dwongen zijn, beschermende maatregelen te nemen dan zal zij rekening houden met de belangen der andere landen en er naar streven de normal® oeconomische betrekkingen te handhaven. Bovendien zijn de hierboven genoemde re geeringen het eens geworden over de volgende sfdpulaties: 1. elk zal voor zoover dit mogelijk is en opdat de andere regeeringen haar eventueele bezwaren kenbaar kunnen maken deze mede- deeling doen van alle maatregelen die den in- voer van alle goederen, welke tot op dat oogen blik nog niet het voorwerp waren van der gelijke maatregelen, onderwerpen aan kwan- titatieve beperkingen, aan een deviezencon- trole of aan speciale belastingen. In beginsel zal deze mededeeling gedaan moeten worden twee weken voor den datum, waarop de be trokken maatregel van kracht zou moeten worden. Wanneer het een regeering onmoge- lijk mocht zijn den hierboven genoemden ter- mijn in acht te nemen, zal zij de andere onder- teekenende regeeringen daarvan in kennis stellen. 2. in geval een der regeeringen haar oeco nomische belangen in gevaar mocht zien ge- toracht door een abnormale concurrentie op haar eigen grondgebied door onderdanen van een anderen onderteekenenden staat, zal deze laatste er in moeten toestemmen onderhan- delingen over deze kwestie te openen, wan neer daar om gevraagd wordt. De aldus uit- genoodigde regeering zal een onderzoek naar de zaak instellen en eventueel, na gemeen- schappelijk overleg met den vragenden staat, de maatregelen beramen, die genomen zouden kunnen worden om een einde te maken aan den geincrimineerden staat van zaken. Eveneens zullen onderhandelingen gevoerd kunnen worden tusschen de onderteekenende regeeringen in andere gevallen, waarin een abnormale concurrentie de oeconomische be langen van een harer in gevaar zou brengen. 3. de mededeelingen die gedaan worden krachtens de bepalingen van artikel 1, der overeenkomst tot oeconomische toenadering, geteekend te Oslo op 22 December 1930 zul len, voor zoover mogelijk, begeleid worden door de volgende aanvullende inlichtingen, gegroepeerd in den vorm van een tabel: a. nummer van het douanetarief, waarop de onder oogen geziene wijziging betrekking heeft; b. bestaand douaneregiem c. hoogte van het voorgestelde recht; d. omvang en waarde van den import van de betrokken koopwaar, afkomstig uit de ge- bieden van elk der onderteekenende staten gedurende de laatste jaren. Soortgelijke inlichtingen zullen verstrekt worden ten aanzien van de toepassing van punt 1 hierboven voor zoover de ontworpen maatregelen dit met zich brengen. 4. (de onderteekenende regeeringen zullen op periodieke wijze de bijeenkomsten organi- seeren, welke voorzien zijn in het protocol over de oeconomische samenwerking te 's-Gra- venhage, 28 Mei 1937. 5. de onderhavige verklaring zal op 1 Juli 1938 van kracht worden. De door de onder teekenende staten aanvaarde verplichtingen onder punt 1, 2 en 3 hierboven zullen met een termijn van zes miaanden kunnen worden opgezegd. Het document is voor Belgie onderteekend door Suetens, voor Denemarken door E. Wee- rum, voor Finland door T. O. Vaheervuori, voor Luxemburg door A. Wehrer, voor Neder land .door H. M. Hirschfeld, voor Noorwegen door C. F. Smith en voor Zweden door G. Haegloeff. j De Deensche gedelegeerde heeft de ver klaring onderteekend onder voorbehoud, dat zijn regeering punt 1 zal goedkeuren. HET VLEESCH VOOR DE WERKLOOZEN KOMT UIT DUITSOHLAND. Het „Handeisblad" schrijft; Naar wjj vememen zal het bevroren vleesch, dat noodig is voor de bereiding van tien millioen kilo blikvleesch (te distribueeren onder werkloozen en behoeftigen) voor een aanzienlijk gedeelte worden betrokken uit Dui|tsc|hland; de onderhandelingen hierover tusschen de beide regeeringen zijn reeds in een vergevorderd stadium. Het had onze aandacht getrokken, dat in hun antwoord op de vragen van het Eerste Kamerlid den heer Ruyter, de Ministers Rom- me en Steenberghe zich er eigenlijk niet over uitlieten, uit welk land het bevroren vleesch zal worden betrokken. Wel spraken zij van ,,het ingevoerde Deensche vleesch", doch daarmede bedoelden zij den normalen invoer door particulieren, zooals die reeds sedert ge- ruimen tijd plaats vindt. Ten aanzien van het straks te importeeren bevroren vleesch voor de inblikking werd slechts verklaard: „Het ligt in de bedoeling de beschikking over dit vleesch, dat van uitstekende quali- teit is, te verkrijgen door een ruiltransactie tegen andere landbouwproducten (stroo, tuin- bouw- en zuivelproducten)." Nader onderzoek I&ert ons thans, dat dit niet genoemde land Duitschland is. Het be- hoeft wel geen betoog, dat Duitschland niet in staat is, om aan ens land 10 millioen kilo bevroren vleesch, overeenkomende met circa zestigduizend koeien, tegen zeer lagen prijs te leveren. De zaak zit dan ook z6<5, dat Duitschland dit vleesch z61f heeft verkregen door een ruiltransactie en wel tegen industrie- producten. Op onze beurt zal ons land nu weer dit vleesch met Duitschland ruilen tegen stroo, zuivel en groenten. Deze mijl op zeven werpt wel een schril licht op de gewrongen en ontredderde economie van deze dagenDoch niet minder schril be- licht deze transactie de resultaten van zoo- vele jaren „ordening" van den rundveestapel Minder melk en evenveel vleesch, zoo was het doel. Veel en veel mddr melk en een tekort aan vleesch is het resultaat geworden Hoewel onze rundvleeschexport geheel is weggevallen en de binnenlandsche consumptie vorig jaar was gedaald tot een laagterecord van 16% kilo per hoofd (20 normaal), terwijl er bovendien 21 millioen kilo werd ingevoerd en ten deele, na bewerking weer geexporteerd, manifesteert zich ondanks dit alles thans een tekort: zuivel wordt geruild tegen vleesch... Maar niettemin blijft de teeltbeperking, hoewel eerst met 7 en daarna nog eens met 10 verruimd, nog steeds bestaan, hetgeen betee- kent, dat elk kalfje, dat door een boer wordt opgefokt, door een crisisambtenaar moet wor den geportretteerd in O.-lndische inkt, terwijl crisis-controleurs dag in dag uit op pad zijn, om in de stallen en weilanden, dichtbij of ach- teraf gelegen, te speuren naar kalf jes zonder officieel portret, dat teeltvergunning of kal- verschets heet. MIDDELEN TER VERM INHERING VAN DE WERKLOOSHEID. Het bestuur van het R. K. Werkliedenver- bond heeft aan den raad van ministers een adres gezonden in verband met het werkloos- heidsvraagstuk. In dit adres wordt er op gewezen, dat de verwachting, alsof doer een opleving in ons bedrijfsleven aan het eind van het jaar 1936 en in de eerste helft van 1937 geleidelijk een aanzienlijke vermindering van het aantal werkloozen zou worden bereikt, slechts voor een betrekkelijk klein gedeelte in vervulling is gegaan. Het bestuur van het werkliedenverbond be- pleit een zoo krachtig en zoo voortvarend mogelijke toepassing van vooral de volgende middelen, welke het aantal besehikbare arbeidskrachten kunnen beperken: a. verhooging van den leerplichtigen leef- tijd en van den minimumleeftijd voor intreding in het bedrijfsleven met een jaar; b. zoo veel mogelijk verbod van loonarbeid voor zestigjarigen en ouderen, gepaard gaande met een behoorlijke voorziening in de finan- cieele gevolgen daarvan, die gemakkelijker vallen, zal naarmate het aantal jongere werk loozen vermindert; c. verbod van vrouwenarbeid in alle ge vallen, waarin die even goed door mannen kan worden verricht, behoudens noodzakelijke uitzonderingen of financieele tegemoetkoming, waar deze billijk is; d. krachtige bevordering van de emigratie, niet alleen door beschikbaarstelling van finan cieele middelen, maar vooral ook door ons volk en vooral de jongeren geschikt te maken om aldus een bestaan te zoeken. Als middelen om in het bedrijfsleven aan een beduidend grooter aantal arbeidskrachten emplooi te verschaffen, geeft adressant aan: a. een meer doeltreffende tariefspolitiek, b. het verleenen van exportpremies en exportcredietgaranties, c. het verleenen van goedkoope credieten aan onze industrie, enz., d. het verleenen van loontoeslagen in daar- voor in aanmerking komende bedrijven (met name in den land- en tuinbouw). Voorts moet meer nog dan tot dusver de uitvoering van openbare werken worden be- vorderd. Bovendien bepleit adressant de volgende maatregelen tot spreiding van het besehikbare werk: a. verkorting van den arbeidsduur, ge paard gaande met: b. breideling van de mechanisatie, c. verplichting om in ondernemingen, waar dat mogelijk is, een bepaald percentage werklooze arbeiders te werk te stellen, d. toepassing van de arbeidswet ook in overheidsbedrijven (spoorwegen, posterijen), e. verplichte vacantie met behoud van loon, f. verbod van het sluiten eener onder- neming zonder goedkeuring der regeering. Tenslotte wordt verzocht in afwachting van het resultaat der aangegeven middelen aan de werkverschaffing voor de volwassenen een zoo groot mogelijke uitbreiding te geven, jeugdige werkloozen verplicht te werk te stel len in werkkampen en het nijverheidsonder- wijs uit te breiden en te verlengen. In de toelichting op al deze gevraagde maatregelen wordt gezegd, dat naar de over tuiging van adressant deze middelen zullen vorderen dat aan de regeering grootere be- voegdheden en volmachten moeten worden toegekend, waarbij wordt gedacht aan belang- rijke verkorting der onteigeningsprocedure, machtiging om, als tijdelijken toestand, ver korting- van 'den arbeidsduur voor te schrijven, TOERISME IN FRANKRIJK. Reductie op den benzineprys voor buitenlandsche automobilisten. Zooals gemeld kunnen, evenals het vorige jaar, buitenlandsche toeristen, die Frankrijk bezoeken, reductie op den prijs van de benzine aldaar verkrijgen. In verband hiermede wordt gemeld, dat de hiervoor benoodigde bonnen- boekjes van 15 dezer af tot 31 December ver- krijgbaar zullen worden gesteld. De eerste bon is geldig 5 dagen na aankomst in Frank rijk, dus op den 6den dag van het verblrjf in Frankrijk. De bons hebben een waarde van frs. 60. Neemt men den zesden dag benzine, dan kan men den pomphouder betalen met een bon en het resteerende bedrag in contan- ten aanvullen. Hetzelfde kan worden her- haald op den llden, den 16den dag enz. De laatste d.i. de zesde bon kan 30 dagen na bin- nenkomst worden ingewisseld. Heeft men op den zesden dag den eersten bon niet gebruikt, dan kan men op den llden dag 2 bonnen als geheele of gedeeltelijke beta- ling geven, op den 16den dag 3 bonnen enz. De bonboekjes worden op naam uitgeschre- ven op vertoon van het grensdocument, het- welk den tijdelijken invoer van den auto dekt, alsmede op vertoon van de z.g. carte de voyage toristique. BELGISCHE SPOORWEGEN. Het jaanverslag van de Nationale Maat- schappij van Belgische Spoorwegen, dat op 27 Mei e.k. aan de algemeene jaarvergadering zal worden voorgelegd, is niet optimistisch gestemla wat betreft de financieele situatie van het net. De directiie schrijft de moeilijk- heden toe aan den pensioeniast, dien de staat de maatschappij heeft opgelegd en die frs. 400 millioen bedraagt, en aan de diensten, die zij gratis bewijst aan de administratie der Poste rijen en verder aan sommige reducties. Deze posten vertegenwooddigen een verlies aan ont- vangsten van frs. 118 millioen. Verder worden de gewone protesten nog eens naar voren gebracht ten opzichte van de concurrentie, die de maatschappij aangedaan wordt door het wegen- en waterwegenverkeer. De gemiddelde ontvangsten per reiziger be- droegen per KM. 2,3 goudcentimes in 1913 en 2.04 goudcentimes in 1934 en in 1937 1.39 goudcentimes of 13 papiercentimes, een vrijiwel gelijk niveau als een jaar tevoren. In Duitsch land bedragen zij 3 gouldcentimes, in Holland 3%, in Zwitserland 4.1. Deze laatste twee cij- fers hebben betrekking op 1936 en zullen voor het volgend jaar ongetwijfeld lager zijn ten gevolge van de devaluatde. Het aantal vervoer- de reizigers bedroeg in 1934 176.800.000, in 1935 185.100.000, in 1936 189.500.000 en in '37 202.400.000. In '37 viel dus een aanmerkelijke vooruitgang te constateeren. Het cijfer over- trof dat van 1935, jaar van de tentoonstelling en toevloeiing van toeristen. De gemiddelde afgelegde afstand) neemt eveneens toe en be draagt thans 30 K.M. Het aantal reizigers eerste klasse vermin'diert, dat der tweede klasse stijgt sedert 1934. Het is n.l. van 12.400.000 op 13.600.000 gekomen. Het aantal reizigers derde klasse is echter sterk gestegen, zoodat het percentage reizigers tweede klasse lichtelijk teruggeloopen is. DE JAPAN SUHE OPMARSCH NAAR SOETSJOU. Volgens de jongste berichten, welke Domei zendt van het front in China, is de verbinding tusschen de Japansche legers, die van Noord en Zuid naar het Soetsjou-front oprukken, nog niet tot stand gebracht. Maan!lag had het blad Nitsji Nitsji gemeld, dat deze verbinding ten Westen van Soetsjou was tot stand gebracht. De correspondent van Domei meldt nochtans, dat de Japansche colonne, welke uit het Zuiden optrok, kanon- gebulder hoorde en dacht, dat dit afkomstig was van de troepen uit het Noorden. Volgens de jongste berichten van het Ja pansche front, verwachte men, naar het D. N. B. uit Sjanghai meldt, algemeen Dinsdag den stormaanval op Soetsjou. Maandagnacht zijn gemotoriseerde Japansche voorhoeden uit het Zuidwesten tot 20 kilometer van Soetsjou genaderd. Op de bergen, welke de stad in het Westen beheerschen, brengen de Japanners zware artillerie in stelling. Tevens zijn alle faommenwerpens, waarover men beschikt, voor den aanval gereed gemaakt. GERUCHTEN OVER EEN OPSTAND IN MEXICO. Havas meldt uit Washington: Maandag- avond heeft men zich in der Amerikaansche regeering na staandb kringen tamelijk onge- rust gemaakt over de mogelijkheid van een staatsgreep tegen president Cardenas', van Mexico. Dit verontrustte nog meer dan de kwestie van de onteigening der petroleum- maatschappijen. Nieuwe geruchten over een staatsgreep van fascistische strekking met buitenlandBchen steun, vonden ditmaal him oorsprong in de op 14 Mei verrichtte arrestatie van zes Ame rikaansche vliegers, die er van beschuldigd worden, vliegtuigen naar Mexico te hebben overgebraeht. De bestemming dezer vliegtui gen was Las Palomas, in San Luis Potosi. Eerst meende men, dat de vliegtuigen be- stemd waren om naar Spanje te worden uit- gevoerd', doch thans acht men het waarschijn- lijker, dat zij bestemd waren voor generaal Saturnine Cedillo, 'die eigenaar is van een „estancia' 'te Las- Palomas en die er een eigen legertje op na houdt. Overigens schijnt, ondanks een officieele tegenspraak uit Mexico City, bevestigd te worden, dat buitengewone maatregelen wer- den genomen in den staat San Luis Potosi, waar een soort staat van beleg zou zijn afge- konidigd, daar de regeering van de gelegen- heid wenschte gebruik te maken om de aan- hangers van generaal Cedillo te ontwapenen. Men meent te weten, dat generaal CeMillo het bevel zou voeren over ongeveer 18.000 gewapende boeren, waartegenover de regee ring maatregelen moet hebben genomen, om den staat Ban Luis Potosi te verdedigen tegen aanvallen uit de lucht. PRAAG MOET LOS VAN MOSKOU. In Londensche dsplomatiekie kringen wordt verklaard', dat Hitler geen enkele regeling voor de positie van de Sudeten-Duitschers zal aanvaarden, indien hij zijn zin niet krijgt in zijn eisch betreffende de veranderdngen in de buitenlandsche politick van de regeering in Praag. De onittoinJding van het Russdsch-Tsje- chisch vergelijik is dus voor Hitler een nood zakelijke voorwaarde voor een regeling van de Duitschie minderheids'krwestie. Omtrent de keus waarvoor Tsjecho-Slowa- j kije zich nu geplaatst ziet, maakt men zich te Domden weiniig illusies meer. Terwille van het behouid van zijn nationale integritedt zal Tsje- cho-S'lowakije zijn verbond met Rusland moe ten opgeven. De Britsche regeering zal weinig doen om zulk een ontiwikikeling tegen te houden. De wrevel tegenover Ruslonds agdtaties neemt ook te Louden Steeds toe. In de bonding van Mexico, dat tot het aftoreken der diplomatieke betrekkingen met Groot-Brittamnde heeft be sloten, ziet men de hand van Rusland, dat trouiwens oak een vergelijk in de Spaansche kwestie op alle mogelijke manieren tracht tegen te houlden. Men hoort te Berlijn tegenstrijdiige commen- taren over de udtkomsten van het toazoek aan Louden van Henlein, die Zaterdagavond via Berlijn naar huds is vertrokken. Henlein zou te kennen hebben gegeven, dat de eischen niet onverbiddelijk worden gehandhaafd. Het blijkt nu, dat Henlein naar Louden is gekomen op udtnooddging van Britsdhe politici en dat hij de goedkeuring van Berlijn heeft gevraagd en verkregen om te gaan. Andere Duitsche commentaren op Henleins bezoek verklaren, dat de Duitsche regeering inderdaad alleen dian geen oorlog zal gaan voeren voor haar doeleinden in Tsjecho-Slo- wakije, indien de Tsjeehisch-Russische allian- tie wordit opgezegd. Dit zou aan de Britsche regeering zijn medegedeeld, die op haar beurt aan de regeering in Praag zou hebben voor- gesteld, het pact met Rusland op te zeggen en in rudl er voor een neutrale positie in Europa te aanvaarden op voorbeeld van Belgie en Zwitserland. De positie van de Sudeten-Duit- schers zou dian geregeld kunnen worden door van Tsjecho-Slowakije een toondsstaat te ma ken met plaatselijk zelfbestuur voor de min- derheden. Zondagaivond om 11 uur 40 is Henlein te Asch aangekomen. MUSSOLINI TE GENUA. Mussolini's rede te Genua, welke voor een groot 'gedeElite gewijd was aan de buitenland sche politiek, heeft, schrijft de N. R. Crt., zeer de aandacht getrokken, omdat zij aan het adres van Frankrijk het verwijit bevatte, dat men daar Barcelona steunt. In Frankrijk is men over deze woorden van den duce zeer boos. Er is in Frankrijk zeker een sterke groep die steun aan Barcelona zou wenschsn, doch alle regeeringen van den laatsten tijd, die van Blum inbeigrepen, hebben het beginsel van non-intenventde aanvaard. Het is mogelijk, dat metdit beginsel weleens gestmolkikeld wordt, misschien zelfs wel eens emstiig gesmokkeld, doch een land, dat openlijk de partij van de opstandelingen in Spanje gekOzen heeft, mist zeker het rectat een andere regeering te ver- wijten, dat zij de oorspronkelijk wettige re geering toegunsti'gt. Deze begunstdiging is zeker geen oipenlijke steun, maar de duce, die gezegd heeft, dat in geval van een ideologischen oor log van de democratieen tegen Duitschland en Itaiie, die beide landen schouder een schouder zou'dien staan, ontiziet zich niet nu al jarenlang een ideologischen oorlog te vioeren in een vreemd land, terwijl Frankrijik, samen met En- geland en verscheidene andere mogendheden, judst van den beiginnen af zijn 'best heeft ge daan om door de poli'tiek van niet-inmenging een dergelijken oorlog in Europa te vermijden. Men speculeert echter in Itaiie en Duitsch land op den afikeer, rwellke er ook -en zeer terecht in de democratische landen tegen het communisme bestaat, om zijn eigen fascis- tiscih'e ideologie te bevorderen en aldus de de mocratic niet minder te verzwakken dan door het veldiwinnen van de cammiunistische denk- beellden in sommiige lan'den het geval zou zijn. Engeland met zijn conservatieve regeering is voor deze pegingen gevoeliger dan Frank rijk, waar tot voor kort de coimmunisten nog door hot Volksfront hun irwloed ook in de regeering konden laten gelden. Dat varklaart de booze woorden van Mussolini, te Genua tegen Frankrijk gesproken. Veel wijziging in den toestand zullen zij wel niet brengen, hoe gaarne Frankrijk ook met Itaiie tot een ver gelijk zou willen komen. Het is dan ook niet waarschijnlijk, dat een Fransch-Italiaansch accoord tot stand zal komen, zoolang de bur- geroorlog duurt. Trouwens, de overeenkomst met Engeland zal ook pas haar beteekenis krijgen, wanneer Itaiie begint zijn vrijwilli- gers udt Spanje teruig te trekken en het wordt meer en meer duidelijk, dat het dat niet zal doen, voordat de overwinning van Franco verzekerd is. EEN PAUSELIJKE NUNTIUS BIJ FRANCO. Reuter meldt uit Vaticaanstad, dat de Paus een nuntius benoemd heeft bij de regee ring van Franco te Burgos. Hiermede erkent het Vaticaan het feitelijk gezag van Franco's regeering. Hiervoor is aangewezen mgr. Gaetano Cicogniani, vroeger Pauselijk nuntius te Weenien. Tegelijik heeft Franco tot Spaansch gezant bij het Vaticaan benoemd Don Jos6 Maria Yanguas. MUSSOLINI VERKLAART DAT STRESA DOOD IS. (Mussolini is Zaterdagochtend met het linie- schip ,,Cavour" te Genua aangekomen, waar hij op het plein der overwimning voor het monument voor djs gesneuvelden uit den oor log een rede heeft gehouden over Internatio nale vraagstukken. In deze rede zei hij o,a. Wij zijh de sancties nog niet veiget n. Alles wat woridt sameng'evat in het woord Stresa is dood en begraven. Voor zoover Itaiie be- treftt, zal het noodt weer tot leven geroepen worden. Zonder de hrouwe vrienldischap van DuitschJanid zouden wij nooit in staat geweest zijn te doen, wat wij gedaan hebben. (De laatste rede van Chamberlain vonmde een erkenn'ing van de macht van Itaiie. Wij zijn voomemens na.uwgezet de Brit®ch-Ita- liaansche cvereienkicmst te eerbiedigen. In geval van een idecicgischen oonlog, dat toekoort men te weten, zullen de autoritaire staten 6en bloik vorm en en gezamenlijk op- rulkken.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5