SCHUDT UW LEVER WAKKER Gemengde Berichten Burgerlijke Stand GEMEENTERAAD VAN AXEL. en U zult 's morgens „kiplekker" uit bed springen. LOOP DER BEVOLKING. BOOFDPIJN, INDIGESTIE EN RHEUMA- T1SCHE RUGPIJNEN. Al haar klachten in korten tijd verdwenen. Vele jaren leed ik aan lioofdpijn, indigestie en rheumatische rugpijn, tot ik iy2 jaar ge- ieaen er toe overging Kmschen Salts te gaan g-ebruiken. Reeds na eenige maanden bemerkte ik een belangrijke verbetering, terwijl nu al mrjii klachten zoo goed als geheel zijn ver dwenen. Ik ben in die iy2 jaar een heel ander mensch geworden." Mej. W. D. te R. Deze dame koos het juiste middel om haar klachten te bestrijden. Kruschen Salts reinigt nl. Uw lichaam van alle schadelijke stoffen, terwijl Uw afvoeronganen worden aangespoord tot betere en geregelde werking, waardoor U er van verzekerd zijt, dat zich geen afvalstof- fen meer kunnen ophoopen en Uw klachten voorgoed verdwenen zijn. Kruschen Salts is verkrijgbaar bij apothekers en erkende dro- gieten a /0,40, f 0,75 en f 1,60 per flacon. Let op. dat op het etiket op de flesch zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree H&ndels Mij., Amsterdam, voorkomt. Adv. MEN KRAOHTIGE AARDBEVING IN OF NABLJ ZUID-ITAXJE. (Het Koninklijk Nederlandsche Meteoroli- giisch Instituiut in De Bilt deelt het volgende mede Woensdagnaoht om twee uur 49 min. 6 sec., tijd van Greenwich, iwerd aan het Meteorolo- gisch Instituut in de Bilt een vrij; sterike aard- betvlng opgeteekend. Afstand ongeveer 1500 K3t., oorsprong in of nalbij Zuid-Italie. /Uit Stuttgart wordt gemeld, dat aan de drie Wnr tembur gsche ibevingswachten Woensdag- ochtend een krachtige ibeving is geregistreerd. De voorloope rsgolf werd om drie uur 48 min. 14 sec. (Duitsche tijd) geregistreerd. De tweede golf om drie uur 50 min. 10 sec. De uit deze gegevens afgeleide ligging van den hoard der beving wees erop, dat daze gezocht moest worden in de buurt van Messina (SiciliS (Bnderdaad hdbben berichten uit Napels de juistheid der veronderstelling bevestigd. Uit Napels wordt n.l. gemeld, dat Woensdagooh- tend omstreeks vier uur (M.E.T.) een ge- voelige aardbeving de bevolking van verschei- dene Zuid-Italiaansche plaatsen heeft ver- schrikt. Tot dusver is niet getoleiken, dat er slachtoffers te betreuren zijn of schade van ibeteekenis is aangericht. De beving is door alle Italiaansche seismografische instuten w&argenomen. Men veronderstelt, dat het epxentrum zich in zee bevond. ZAKDOEK LEGGEN Maandag hing een bewoonster van de Jan Slgpensteeg uit het raam van haar woning n&ar buiten te kijken. In haar hand had zjj haar zakdoek, waarin een bedrag van /6,50 was geknoopt. Eensklaps viel de zakdoek uit haar hand op straat. Met gezwinde pas is de juffrouw de trap afgesneld, maar toen zij bui ten kwam, was de zakdoek met inhoud reeds verdwenen. Vergadering van Dinsdag 5 April 1938, des namiddags 2 uur. 'Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden J. M. Oggel, P. J. van Bendegem, F. Dieleman, A. P. Essel- brugge, J. Fanoy, A. Th. 't Gilde, C. Hame- link, A. van 't Hoff,, P. de Jonge, A. P. de Ruijter, B. Seghers, C. van Bendegem, C. Th. van de Bilt. en de Secretaris J. L. J. Maris. (2. Vervolg. 9. Begrooting dienst 1938. Een schrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland van den volgenden inhoud: Bij dezen deelen wij u mede, dat wij bij ons besluit van heden goedkeuring aan de begroo ting uwer gemeente voor 1938 hebben ont- houden uit overweging, dat niet is voldaan aan ons bp brief van 7 Januari j.l. onder no. 330 III gedaan verzoek om het getal der opcenten op de personeele belasting met in- gang van het belastingjaar 1938 te verhoogen van 180 op 200; de subsidie voor het bewaar- schoolonderwijs te verlagen van f 12,50 tot 11,25 per kind; de begrafenisrechten te ver hoogen en de algemeene reserve ad f 9500, zoowel in verband met den dreigenden terug- gang van de rijksuitkeering per inwoner uit het gemeentefonds als om de niet herstelde waarborgsommen van de bijzondere school- besturen ad f 8968 te zijner tijd te kunnen restitueeren, in stand te houden, welke maat- regelen in verband met den financieelen toe- stand uwer gemeente volstrekt noodig zijn. Ter toelichting diene, dat in 1936 op de mid- delen van vorige jaren ruim ,f 2000 is uitge- keerd. Blijkens de bij brief van 8 Maart j.l. verstrekte inlichtingen zal het batig slot van den dienst 1937 vermoedelijk slechts f 9000 be- dragen. Hierop komt in mindering wegens een foutieve berekening van de gewone bij- drage uit het werkloosheidssubsidiefonds in de kosten van werkverschaffing en steunverlee- ning aan werkloozen een bedrag van ruim 2000, zoodat de dienst van 1937 ondanks den datum van middelen van vorige jaren (ge- oeelte batig slot 1935) ad f 13.162,91. ver- moedelijk slechts een batig slot zal opleveren van pl.m. 7000. De in 1936 aangevangen intering op de mid delen van vorige jaren zet zich dus in vrij emstige mate in den dienst van 1937 voort, terwijl buitengewone factoren van tijdelijk belang de resultaten van de diensten van 1937 en 1938 niet in beteekenende mate hebben bemvloed. Het valt niet te verwachten, dat het kwaad der intering in 1938 zal worden gestuit. Het nadeelig verschil tussehen de in de begrooting gebrachte middelen van vorige jaren (batig slot 1936 f 6920,83 plus gedeelte algemeene reserve ,f 2500) en de overgehouden reserve op den post voor onvoorziene uitgaven ad 2648,76 is, mede gelet op de wijze waarop de posten zijn geraamd, dermate hoog, dat niet is te verwachten, dat het verschil in stille reserves op de verschillende posten compen- satie zal vinden. Bovendien zal bij het in- ekandhouden van de algemeene reserves die echrapping van post 334a noodig maakt, de post voor onvoorziene uitgaven moeten worden verlaagd tot ,f 148,76, welk bedrag onvol- doende moet worden geacht. Wij achten niet- temin noodig, dat de algemeene reserve voor de teruggaaf der waarborgsommen beschik- baar blijft, daar de waarborgsommen indertijd gebruikt zijn tot dekking van kapitaalsuit- gaven voor aan slijtage onderhevige objecten, zonder dat tegelijkertrjd een regeling voor het geleidelijk herstel dier sommen is getroffen. Alsnog van meetaf een geleidelijk herstel der waarborgssomen bevorderen zal ware lasten Jeggen op de begrootingen van de volgende jaren, weshalve het voorkeur verdient, dat de reserve voor de teruggaaf der waarborgsom men wordt aangewend. Tenslotte hebben wij er rekening mede ge- houden, dat het perspectief der financien voor 1939 en volgende jaren ongunstig wordt be- invloed door de sterke teruggang van de rijks uitkeering per inwoner uit het gemeentefonds met 1222,26 per jaar en de stijging van de uitgaven wegens rente en aflossing van geld- leeningen in verband met den bouw van een gemeentehuis met 1650 per jaar. In verband hiermede schrijven Burgemees ter en wethouders den raad: Gedeputeerde Staten berichten bij hun sdhrijiven van l'l Maart 1938, dat bij hun be sluit van dienze'lfden datum, de goedkeuring aan de begrooting dezer gemeente voor 1938 is on'thouden, uit overweging: dat niet voldaan is aan hun schrijven van 7 Januari 1938 onder no. 330 III gedaan verzoek om het getal der opcenten op de Personeele Belasting, met ingang van het belastingjaar 1938 te verhoogen van 180 tot 200. de suibsidiie voor het bewaarschoolonderwijs te verlagen van 12,50 tot 11,25 per kind; Ide begrafenisrechten te verhoogen en de al- gerfleene reserve ad 9500 zoowel in verband met de dreigenide teruggang van de rijksuit keering per inwoner uit het Gemeentefonds, als om de niet herstelde waarborgsommen van de bijzondere schoolbesturen ad 8968 te zij ner tijd te kunnen restitueeren, in stand te houden, welke maatregelen in verband met den financieelen toestand dezer gemeente volstrekt noodig zijn. Ons college deelt mede, dat de beslissing van heeren Gedeputeerde Staten over de begroo ting 1938 voor ons ligt. lEr dient thans verder gehandeM te worden. 'Burgemeester en Wethouders meenden voor dit feit den raad bijeen te moeten roepen, om te beraden, welike weg in deze bewandeld mjoet Worden. Er staan twee wegen voor ons open: De eene, aan den wensch van heeren Ge deputeerde Staten alsnog te voldoen, door te Ibeslulten 1. de opcenten der Personeele belasting van 190 tot 200 te verhoogen; 2. Ide sulbsidie van het bewaarschoolonder- wijs te verlagen van 12,50 tot 11,25 per kind; 3. de begrafenisrechten te verhoogen; 4. de algemeene reserve ad 9500 in stand te houden. De andere weg om binnen dertig dagen van deize beslissinig, did. 11 Maart 1938, in beroep te gaan bij de Kroon, derhalve v66r den 11 April, met goed gefundeerde argument en tegen de beslissing van Gedeputeerde Staten voor den dag te kornen. In onize vergadering is deze moeilijke en onaanigename aangelegenheiid van alle zijden bekeken. Tal van overweginigen zijn naar voren ge- toracht, doch het resultaat was van dien aard, dat de op enlkele punten samengaande meer- derh'eild, wegens gemis aan goede argumen- ten voor een beroep zou kunnen voorstellen, aan den wensch van heeren Gedeputeerde Staten alsnog te voldoen, met die restrictie van een der leden van die meerderheid, dat hij tegen verminderiing is van de sulbsidie van het bewaarschool-ondenwijs, aangezien destijds daze sulbsidie op moreelen grond is toegekend. De minderhedd van het college is er voor am in beroep te gaan en in het beroep aan te voeren, dat op gronden van bezuinigingen en vertminderingen van subsidies, de begroo ting 1988 in evenwddht kan getbracht worden, nader aangevuld met die argumenten, zooals hij deze heeft ontwiklkeld in diverse vergade- ringen, zoowel bij het samenstellen van de Ibeigrooting als nadien. lEen afgerond voorstel kan U in deze niet worden aangeiboden. De VOORZITTER kan aan het praeadivies toevoegen, dat Burgemeester en Wethouders deze .kwestie uitrvoerdg helbben bekeken en be- studeerd. Er kan evenwel geen bepaald voor stel worden gedaan, daar alle meendngen ver- schillenld waren. Een der wethouders adiviseert, bij de Kroon in beroep te gaan, de andere ziet hierin geen hell, doch wil op een bepaald punt aan den wensch van Gedeputeerde Staten niet toe- gerven. De heer C. VAN BENDEGEM: En u maakt geen gebruik van uw beslissende stem in het college De VOORZITTER moet den raad ten zeer- ste adlviseeren, aan de op- en aanmerkdnigen van Gedeputeerlde Staten te voldoen. Spreker acht dit een eisch van een goede finaneieeie poilitiek. Dit betreft dus: veribooging van de opcenten der personeele belasting tot 200, het verlagen met f 1,25 per kind van de sulbsidie aan de bewaarscbolen en het in het leven roe- pen van een heffinig op begrafenisrechten. De heer 't GILDE is de meeninig toegedaan, dat hetigeen te verwachten was, ook geschled is en door Gedeputeerde Staten geen genoe- gen wordt genotmen met de verhooging van het getal der opcenten op de personeele be lasting, volgens het voorstel van den heer Hamelink. in de vorige vergadering, tot 190. Het is daanom te betreuren, dat dit voorstel naar zijn meening ontijddg en overhaast is ge daan. Nu kan men weer ellenlange redenee- ringen en boomen op gaan zetten over het al of niet goede reeht van den raad of van Ge deputeerde Staten, maar daarmede raakt men niet uit den vicieuaen cinkel. De logische consequentie is, dat men hier staat voor een ook door spreker niet te ontkennen noodzakelijkheid om uit te zien naar miidjdelen om deze en straks noig anldere begrootingen kloppend en sluitend te maken. Wanneer men in de slotpassage van het schrijiven van Gedeputeerde Staten leest, dat het perspectief van de gemeentefinancien voor 1939 en volgende jaren onigunstiig wordt be- injvloed door den sterkem teruggang van de rijksuitkeering per inwoner uit het gemeente fonds met f 1222,26 per jaar en de stijging van de uitgaven wegens rente en aflossing van geldleeningen in verlband met het bouwen van een stadhuis a f 1650 per jaar, dan is er daartam'trent geen tlwijfel meer en zal uitstel slechts afstel blijken te zijn. PaarOm is het te betreuren, dat de raad niet voldoende oor heeft gehald voor zijn voor stel, de beslissing te verdagen en uit te zien naar andere middelen die er waarlijk ook zijn om tot dekking der uitgaven te komen. Spreker ontkent niet, dat dit evenzeer neer- kount op een verzwaring van lasten, maar dan was dit althans geweest zooals hij het dan op het oog had en wilde bepleiten in den vorm van het aanlboren van een nieuwe bron. De naaste toekomst zal vermoedelijk hem in het gelijfc stellen. Er zal moeten worden uit- gezien naar een andere bron van inkomsten voor de gemeente, en het was deze kiesche zaak, die ongetwrjfeid ook weer aanleiddng tot veel verschil van geidachten kan .geven, die spreker in de vorige vergadering of daama in besloten vergaderinig zou hebben willen be- spreken. Het gaat naar zijn meening niet aan om maar voort te gaan op ddt pad en de veels- deels veranmde burgeriji en arlbeidersiklasse een onevenredig zwaar deel van den belas- tingdruk op de schouders te leggen, waar er nog rendalbele bedrijven zijn, die mede door overheidssteun in staat zijn, aan dividend vele duizemiden uit te keeren. De zaken staan hier zoo, en dat schijnt nog niet voldoende te zijn doorgedrongen tot de met conltroleerende bevoegdheden .belaste ambtenaren, maar naar hij hoopt wel tot de leden van den Axelschen geimeenteraad, dat minstens 85 van de be volking het slecht heeft en achteruitgaat, ter wijl het hoogistens het overschietende percen tage is, dat nog op welstand kan bogen en niet in de gievoigen van de crisis deelt. Axel is bovendien een boerenplaats met 75 van de bevolking op den landbouw aan- gewezen en nu heeft de landbouw het slecht en zijn wij alien met het lot van den landbouw begaan doch het is altijd te betreuren, dat onder de beter gesitueerde landbouwers vaak zoo weinig van socialen gemeenschapszin wordt blijk gegeven. Was dit anders en beter, dan zouden er het geheele jaar door op iederen werkdag geen 150 werkloozen per dag op straat loopen, hetgeen wel de grootste moeilijkheden schept voor de gemeentefinan cien. Het behoeft dan ook geen nader betoog, dat spreker zich onmogelijk kan vereenigen met een verzwaring van de personeele belasting, die Axel eerlang tot een duurte-eiland in dit opzicht in Zeeuwsch-Vlaanderen zal maken. Spreker zou er dus nogmaals op willen aan- dringen, een vergadering met gesloten deuren te houden, teneinde deze kwestie nader te bekijken eventueele voorstellen in een rustige sfeer onder de loupe te nemen, temeer omdat de noodige homogeniteit bij Burgemeester en Wethouders ontbreekt en in dezen zelf de leiding te nemen. Onder alle omstandigheden zal spreker stemmen tegen het opvoeren der opcenten op de personeele belasting. De heer OGGEL wenscht zijn meening te motiveeren. De Voorzitter is er voor, aan den wensch van Gedeputeerde Staten gehoor te geven. Spreker zou hierin ook kunnen mee- gaan, voor zoover het betreft de verhooging der opcenten op de Personeele belasting tot 200, omdat hij niet kan -inzien, dat de gemeen te in beroep in het gelijk zal gesteld worden. Docb hij is er tegen, de subsidie voor het be- waarschoolonderwijs te verlagen. Deze ver- laging houdt naar zijn meening geen verband met de begrooting. Spreker kan althans het verband niet zien, doch wel meent hij,' dat Gedeputeerde Staten eenzijdig drijven in de richting van verlaging der kosten van het bewaarschoolonderwijs. Spreker zou nog met een verlaging mee kunnen gaan indien Gede puteerde Staten zouden zeggen: in verband met den toestand der gemeentefinancien moe ten alle subsidies met 10 worden verlaagd, doch thans laten Gedeputeerde Staten alle andere subsidies ongemoeid. Dit is niet rationed. Waar er geen enkele meerderheid in het college is, wenscht spreker den raad te adviseeren aan den wensch van Gedeputeerde Staten te voldoen, voor zoover het betreft de verhooging der opcenten op de Personeele belasting. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Oggel zoo juist zijn standpunt uiteen heeft gezet. Hier wil spreker tegenover zetten, dat er slechts twee wegen openstaan. Burge meester en Wethouders hebben een correspon dent met Gedeputeerde Staten gevoerd, en hieruit is gebleken, dat er uiteindelijk voor de gemeente slechts twee wegen openstaan. De eene weg is, bij de Kroon in beroep gaan, de andere weg is alsnog aan de eiscben van Gedeputeerde Staten gevolg geven, niet aan 1 of 2, docb aan alle verlangens. Het is hier: of het eene of het andere. Wenscht de raad geen gehoor te geven aan Gedeputeerde Sta ten, dan is de weg, in beroep te gaan bij de Kroon. Dan dient in deze vergadering een beslissing te vallen, anders gaat de tijd voor beroep voorbij en stellen Gedeputeerde Staten de begrooting vast. Dan zit de gemeente er mee, dan regeert men niet zelf meer, doch wordt geregeerd. Het is voor spreker pijnlijk, dat er geen meerderheid in Burgemeester en Wethouders kon gevonden worden, de eene wil het niet doen en wil in beroep gaan, de andere wethou- der wil aan de verlangens van Gedeputeerde Staten gedeeltelijk gehoor geven. Het spijt •spreker dat er geen bepaald standpunt in het college overheerscht. De heer OGGEL geeft te kennen, dat in den eisch van Gedeputeerde (Staten de consequen tie ook zoek is. Er is geen enkelen grond, juist die eene subsidie te willen verlagen en alle andere zonder meer te laten voortbestaan. Dit maakt het spreker onmogelijk, aan de verlangens van Gedeputeerde Staten ten voile te voldoen. De VOORZITER merkt op, dat de heer Oggel als wethouder toch ook wel weet, dat er slechts twee wegen open staan, de eene leidt naar Den Haag, de andere weg is, alsnog aan de verlangens van Gedeputeerde Staten toe te geven. Men moet consequent zijn. Doet zich het geval voor, dat de gemeente Axel niet aan de verlangens van Gedeputeerde Staten gehoor geeft, en niet in beroep gaat, dan brengen Gedeputeerde Staten zelf de bedragen, zooals zij die wenschen op de begrooting. Men kan het vervelend vinden, indien het bezwaarlijk is, aan een of meer dier eischen tegemoet te komen, doch de vraag in dezen is, wat ver- kiest men te doen, toegeven, dan wel voor- ziening bij de Kroon vragen. De heer VAN 't HOFF zal kort zijn. Hij wil den raad in overweging geven, tegen de beslissing van Gedeputeerde Staten in beroep te gaan, en wel om de volgende redenen. In 1937 zijn door Burgemeester en Wethouders voorstellen in den raad gebracht, welke ook goedgekeurd zijn, en waardoor op een der leeningen f14.000 extra is afgelost, hoewel de gemeente hiertoe niet verplicht was, en als dat niet geschied was, zou men thans deze geheele geschiedenis niet hebben. Indien dit bedrag gebracht was bij het goed slot van den dienst 1936 of 1937 had dit niet moeten gebeuren. Doch thans zit men in de knel en is het geld weg. Spreker erkent, dat de leden van den raad die dit besluit genomen hebben, hieraan schuld dragen, doch evenzeer hebben hieraan ook Gedeputeerde Staten schuld, die dit be sluit goedgekeurd hebben. Zij zijn financiers genoeg om behoorlijk vooruit te kunnen kijken en dan hadden zij den raad van Axel behooren te waarschuwen, niet extra af te lossen, omdat zij konden voorzien, dat dit vast moest loopen. Met dit argument zou spreker naar Den Haag willen gaan en desnoods ver- zoeken opnieuw een extra leening te sluiten, zoo groot als noodig geoordeeld wordt, door de Kroon of door Gedeputeerde Staten. Vindt men, dat met 10.000 kan worden volstaan, dan kan spreker zich daar zeker bij neer- leggen. Want Axel is niet arm, zooals beweerd wordt, de gemeente heeft geen extra schul- den en het is dan ook niet noodzakelijk, dat deze schulden door extra aflossingen vermin- derd worden. Zeker, indien het kan, is er niets tegen om zooveel mogelijk af te lossen, doch werkelijk, men moet als men het geld zelf noodig heeft, niet overgaan tot extra af lossingen, waartoe men niet verplicht is. De gemeente heeft altijd voldaan aan de gewone verplichting tot aflossing, dus was er geen reden om extra af te lossen. Laat men nu toch eerlijk zijn, laat ook Gedeputeerde Staten bekennen, hierin mis gezien te hebben, dan is de gemeente ineens uit den nood, indien door een extra leening de extra-aflossing die ge daan is, weer opzij gezet wordt. Met dat argument alleen zou spreker naar Den Haag willen gaan en een commissie uit den raad willen doen aanwijzen om deze zaak voor den Raad van State te verdedigen. Spreker zal er verder het zwijgen toe doen. Het is mogelijk, dat een ander lid een betere oplossing heeft en dan zal spreker dien gaarne steunen, doch sprekers oordeel is, dat men thans moet bekennen, verkeerd gefinancieerd te hebben en te vlug het geld weggegeven heeft. Spreker is er niet tegen, dat het ge- beurd is, het is nooit een verkeerd v/erk, zijn schuld zooveel mogelijk te verminderen en extra af te lossen als het kan, doch in dezen is het wel verkeerd geweest, en laten Burge meester en Wethouders en de raad dit inzien en bekennen. De VOORZITTER moet den heer Van 't Hoff den vraag stellen. De f 14.000 die buitengewoon of extra afgelost zijn, zijn afkomstig van den verkoop van grond. Des tijds was voor dit bedrag grond verkocht, en heeft de raad besloten, dit buitengewoon af te lossen. Denkt de heer Van 't Hoff nu, indien deze meening in Den Haag kenbaar gemaakt zou worden en dus die aflossing feitelijk teniet gedaan zou worden, dat men dan uit de moeilijkheden zou zijn? De ge- dachtengang van den heer Van 't Hoff begrijpt spreker zeer goed, deze wil het geld gebrui- ken, nu het noodig is. De heer VAN 't HOFF: Zooveel als men in Middelburg of Den Haag zou denken, dat noodig is. De VOORZITTER geeft te kennen, dat indien men dat argument in beroep naar voren zou brengen, hij van te voren wel kan zeggen, hoe de uitslag zijn zal. De inkomsten die verkregen werden en waarop de heer Van 't Hoff dolet, kwamen uit buitengewoon, en dit buitengewone inkomen moet ook buiten gewoon afgelost worden. De heer VAN 't HOFF wijst er op, dat de gemeente toch niet met schulden overbelast is. De VOORZITEiR gaat hiermede accoord. Doch daar gaat het hier niet om. Er is geen bezwaar tegen, schulden te betalen, indien men een goeden tijd mee maakt en het is ook gebeurd, dat uit den loopenden dienst uitgaven werden gedaan, die tot den kapitaaldienst behoorden. Dit is misschien verkeeijd geweest, doch vandaar ook, dat de gemeente zonder schuid is. Men mag echter gelden, die voor den kapitaaldienst bestemd zijn niet gebruiken voor financieering van den gewonen dienst. De heer VAN 't HOFF stemt toe, dat de gemeente zonder schuld is, doch ook zoqder geld, en daarvoor moeten hooge belastingen worden opgebracht. De heer FANOY heeft deze zaak nog eens rustig overwogen, en is tot de conclusie geko- men, dat het is voorgekomen, dat uit den loopenden dienst uitgaven werden gedaan, die tot den kapitaaldienst behoorden, zooals aan- leg van straten en dergelijke. Dit behoorde tot den kapitaaldienst en had ook op den kapi taaldienst behooren gebracht te worden terwijl dan uit den loopenden dienst had moeten worden gereserveerd. Thans is de gemeente wel zonder schuld, doch ook zonder geld. Spreker verwacht geen heil van een beroep op de Kroon. Het mag nu waar zijn, wat de heer Van t Hoff zegt, dat het een fout geweest is, deze f 14.000 extra af te lossen, er zijn meer fouten gemaakt. Doch laat men bij een beroep op de Kroon toch vooral niet deze kwestie van extra aflossing wegens verkoop van grond ter sprake brengen, want dan kan spreker reeds vooruit zeggen, dat het verkeerd af zal loopen. Men zou dan volgens den heer Van 't Hoff moeten gaan aflossen op die leening, terwijl men geen bezit meer heeft en dan kan men er zeker van op aan, dat men gaan moet tot 200 opcenten op de Personeele belasting als er geen andere middelen zijn, om dit goed te maken. Het tweede punt, waarover spreker iets zeggen wou, is de kwestie der bewaarscholen. Hij wil van den raad een heel pertinente uit- spraak of deze meent, het recht te hebben, deze subsidie te verlagen of niet. Spreker bedoelt bier niet het mooi geschreven contrac- tueele recht, doch het moreele recht. Toen op 1 April 1930 de kwestie der bewaarscholen aan de orde was en er uitgemaakt werd, dat er geen gemeentelijke bewaarschool zou komen, leest spreker uit de notulen dier ver gadering, dat er een voorstel, waarbij, op grond dat met een minder bedrag niet kon worden toegekomen een subsidie van 17,50 per kind werd voorgesteld. Dit voorstel is niet aanvaard, doch wel een voorstel-Koster, waarbij deze subsidie werd teruggebracht op 15 per kind, voor kinderen boven de drie en niet ouder dan 6 jadr. Is het dan recht moreel ja, of neen, om deze subsidie te ver lagen? Spreker wenscht een uitspraak van den raad of deze moreel gerechtigd is, de toe- gezegde en verleende subsidie te verlagen. Is het moreel verantwoord, de subsidie die toen op 15 per kind werd gesteld en die noodig geacht werd om de bewaarscholen te kunnen financieeren te verlagen, ja of neen? Wat de begrafenisrechten betreft, in de vorige vergadering heeft spreker zijn indruk hierover gezegd. Hij is er voor, dat de toe stand van thans gehandhaafd blijft, in over- eenstemming met den wensch van de bevol king van Axel, doch kan dit niet. dan stelt spreker voor, om Gedeputeerde Staten terwille te zijn en een uitweg te vinden, de heele rege ling te laten zooals die thans is, doch voor begrafenis van een kind tot 2 jaar te heffen f 1, tot aan de meerderjarigheid 2, en daar- boven 4. Dan maakt men geen onderscheid in rijk en arm, doch laat den leeftijd beslissend. Het liefst zag spreker echter, dat zooals thans geen onderscheid werd gemaakt en de toestand werd gelaten zooals die is. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Fanoy hier twee vragen stelt. De eerste betreft de schooltjes. De heer Fanoy merkt op, dat op 1 April 1930 door den raad is vast- gesteld, dat een jaarlijksche subsidie zal wor den verleend van 15 per kind. De heer FANOYVan 3 tot 6 jaar. .De VOORZITTER: En u vraagt of de raad moreel het recht heeft, die subsidie te ver lagen. Toen leefde men in 1930 en thans is het jaar 1938. Naar mijn meening is de vraag, die u stelt, reeds beantwoord, want de raad heeft in dien tussehen tijd de beslissing genomen, de vastgestelde subsidie te verlagen tot f 12,50. De heer FANOY meent, dat dit geen ant- woord op zijn vraag is. Zijn vraag was, of de raad moreel het recht heeft, die subsidie te verlagen. Spreker weet niet wat er, toen tot verlaging besloten werd, overwogen is. In 1937 is herhaaldelijk door den raad uitgespro- ken, dat de subsi'die gehandhaafd moest blij- ven. Sprekers vraag is, of de raad moreel gerechtigd is, de toegezegde subsidie te ver lagen tot 11,25 en als de raad zich uitspreekt dat dat immoreel zou zijn, gelooft hij niet, dat Gedeputeerde Staten er iets aan zullen doen. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Fanoy hier een moeilijke kwestie in het geding brengt. Deze vraag kan niet alleen voor de bewaarschooltjes gesteld worden, doch kan bij elke verleende subsidie naar voren worden gebracht. ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN Iederen dag moet Uw lever minstens een liter gal in Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel niet, het bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U el- lendig en ziet alles somber in. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddeien. U moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onovertroffen om de gal te doen stroomen. Eischt Carter's Lever- pilletjes bij apothekers en drogisten. f. 0.75. (Ingez. Med.) De heer FANOY wijst er op, dat het er in dezen om gaat, Gedeputeerde Staten het standpunt van den raad duidelijk te maken. Zegt de raad dat het immoreel is, dan kan men zijn handen in onschuld wasschen, als Gedepu teerde Staten het toch doorzetten. Moet er in dezen terug,gekoimen worden op een besluit, dat de vorige raad genomen heeft, heeft de raad daartoe moreel het recht. Spre ker leest uit de notulen, dat de subsidie noo dig is en daarom op dit bedrag verleend is. Gedeputeerde Staten zullen niet zoo dwaas zijn, indien b.v. uit de notulen zou blijken, dat de sulbsidie was verleend voor een tijd van 40 jaar, om daaraan te tomen. Gmdat thans een besluit overhaast of slordig in elkaar gezet is, zou men wel het recht hebben, daaraan te tomen. IGp grond van de vorige besluiten heeft men zich alleen af te vragen, of het moreel verant woord is, de subsidie te verlagen. Koimt men tot de conclusie, dat het immoreel is, dan dient men dit Gedeputeerde Staten te kennen te geven en Gedeputeerde Staten zullen de gemeente toch niet tot het doen van immo- reele dingen verplichten. Dit is naar spreikerS oordeel in deizen het beslissende punt. De VOORZITTER geeft te kennen, dat elke medaille twee zijden heeft. Men moet thans ook de keenzrjde willen zien. Er is ook be- slist, dat de subsidie aan de schooltjes tot wederopizegigens toe verleend is. En dat staat ook in de notulen. De heer FAJNIOYDat stobd in het voorstel van Burgelmeester en Wethouders, doch dat is verworpen door de aannetming van het voor- stel-Koster. Daar heeft spreker vender niets mee te maken. In het voorstel-Koster was ddt niet geformuleerd. De VOORZITTER geeft lecture van een schrijven van Burgemeester en Wethouders, waarbij deze veriklaren, tot wederopizeggens toe aan de bewaarscholen een sulbsidie van 16 te verleenen, krachtens het op 1 April 1930 genomen raadsbesluit. De heer PAINOYHoudt u mij' ten goede, doch ilk geloof, dat ik hiernaar niet hdb te vragen. Het besluit, dat genomen is, bevat, in dien de notulen juist zijn, geen emkele restric tie. Er is zonder meer besloten, dat aan de drie bewaarscholen een subsidie van f 15 per kind wordt toegekend. De VOORZITTER geeft te kennen, dat de bedoeling toch is geweest, deze te verleenen tot wederoptzeggens toe. Deze zaak is ook in Burgelmeester en Wethouders met den Oom- miissaris der Koninigin behandeld. En deze heeft er nog op gewezen, dat dit nagekeken moest worden. Spreker stemt toe, dat als er een besluit genomen wiordit, voor den duur van een be paald aantal jaren, zooals ook meer is voor- gevallen, b.v. de subsidie aan de Z. V. T. M.. dat hieraan niet te tomen valt. Indien echter beslist wiorldt op een verzoek om subsidie, Wordt deze steeds tot wederopzeggens toe verleend. Gezien de stulk'ken moet spreker con- cludeeren, dat deze sulbsidie tot wederopzeg gens toe verleend is, tenzrj het anders zou zjjn omschreven. En dan is het niet immoreel, om het bedrag der subsidie, gezien de noodizake- lijikheid te verlagen van ,f 15 op 12,50 en van f 112,50 op 11,25. De heer FANOY merkt op, dat het d&n op andere gronden is. De VOORiZITTER is van oordeel, dat het ook op deze gronden kan. De heer FANOY meent, dat zijn vraag toch niets bijlzonders inhouidt. Hij wenscht een uit spraak of het indien de weergave van het gesprokene in de vergadering van 1 April 1930 juist is moreel of immoreel geacht moet worden, thans tot verlaging van do toe gekend e sulbsidie over te gaan. De VOORZITTER antwoordt, dat er nog dit verschil is, dat deze raad heel moeilijk een oordeel kan uitspreken aver de mo'tieven, die in 1930 den raad bewogen, deze subsidie te verleenen. Het is heel moeilijk, thans nog de juiste bedoeling von den raad na te gaan, daar deze bijna geheel uit andere menschen bestaat. De heer FANOY verwijst hiervoor naar de noitulen. De VOORZITTER wijst er op, dat het voor stel van Burgemeester en Wethouders was, de subsidie tot een bedrag van f 17,50 te verlee nen, tot wederopzeggens toe. Dit lag dus al vast in bet voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer FANOY beroept er zich op, dat is aangenomen het voorstel-Koster. De VOORZITTER geeft te kennen, dat er vooridien was een voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer FANOYDoch dat is verworpen. Niet gewijzigd, doch verworpen. Laat toch de raad zich hierover uitspreken, of het moreel verantwoord is, of niet, deze subsidie thans te besnbeien. De VOORZITTER geeft te kennen, dat de heer Fanoy thans een vraag tot den raad riclht, die heel moeilijk door dezen raad te be- antwoorden is. De heer Fanoy vraagt niets meer of mindier, dan of een beslissing thans moreel of imurforeel zou zijn. (Wordt vervolgd.) SAS VAN GENT. Huwelijks-voltrekkingen. 1 April. Theodoor de Caluwb, oud 19 j. en Jacoba Elisabeth Fokke de Goede. oud 19 j. SAS VAN GENT. In de week van 3 tot en met 9 April 1938 hebben zich in deze gemeente gevestigd: J. Vos, wmkeibediende, van Zierikzee. M. J. de Houx, dienstbode, van Waohtebeke. H. G. Wiammes, wmkeibediende, van Oos- terlhout. Vertroikken I. van Puijvelde, zonder beroep, naar Asse- nede. R. J. Pieters, dienstbode, naar Vogelwaarde. P. F. Voerman en gezin, zonder beroep, naar Assenede. K. Pekelaer, buffetchef, naar Amsterdam.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 3