SCHUDT UW LEVER
WAKKER
Gemengde Berichten
Burgerlijke Stand
GEMEENTERAAD VAN
AXEL.
en U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
LOOP DER BEVOLKING.
BOOFDPIJN, INDIGESTIE EN RHEUMA-
T1SCHE RUGPIJNEN.
Al haar klachten in korten tijd verdwenen.
Vele jaren leed ik aan lioofdpijn, indigestie
en rheumatische rugpijn, tot ik iy2 jaar ge-
ieaen er toe overging Kmschen Salts te gaan
g-ebruiken. Reeds na eenige maanden bemerkte
ik een belangrijke verbetering, terwijl nu al
mrjii klachten zoo goed als geheel zijn ver
dwenen. Ik ben in die iy2 jaar een heel ander
mensch geworden." Mej. W. D. te R.
Deze dame koos het juiste middel om haar
klachten te bestrijden. Kruschen Salts reinigt
nl. Uw lichaam van alle schadelijke stoffen,
terwijl Uw afvoeronganen worden aangespoord
tot betere en geregelde werking, waardoor U
er van verzekerd zijt, dat zich geen afvalstof-
fen meer kunnen ophoopen en Uw klachten
voorgoed verdwenen zijn. Kruschen Salts is
verkrijgbaar bij apothekers en erkende dro-
gieten a /0,40, f 0,75 en f 1,60 per flacon. Let
op. dat op het etiket op de flesch zoowel als
op de buitenverpakking de naam Rowntree
H&ndels Mij., Amsterdam, voorkomt.
Adv.
MEN KRAOHTIGE AARDBEVING IN OF
NABLJ ZUID-ITAXJE.
(Het Koninklijk Nederlandsche Meteoroli-
giisch Instituiut in De Bilt deelt het volgende
mede
Woensdagnaoht om twee uur 49 min. 6 sec.,
tijd van Greenwich, iwerd aan het Meteorolo-
gisch Instituut in de Bilt een vrij; sterike aard-
betvlng opgeteekend. Afstand ongeveer 1500
K3t., oorsprong in of nalbij Zuid-Italie.
/Uit Stuttgart wordt gemeld, dat aan de drie
Wnr tembur gsche ibevingswachten Woensdag-
ochtend een krachtige ibeving is geregistreerd.
De voorloope rsgolf werd om drie uur 48 min.
14 sec. (Duitsche tijd) geregistreerd. De
tweede golf om drie uur 50 min. 10 sec. De
uit deze gegevens afgeleide ligging van den
hoard der beving wees erop, dat daze gezocht
moest worden in de buurt van Messina
(SiciliS
(Bnderdaad hdbben berichten uit Napels de
juistheid der veronderstelling bevestigd. Uit
Napels wordt n.l. gemeld, dat Woensdagooh-
tend omstreeks vier uur (M.E.T.) een ge-
voelige aardbeving de bevolking van verschei-
dene Zuid-Italiaansche plaatsen heeft ver-
schrikt. Tot dusver is niet getoleiken, dat er
slachtoffers te betreuren zijn of schade van
ibeteekenis is aangericht. De beving is door
alle Italiaansche seismografische instuten
w&argenomen. Men veronderstelt, dat het
epxentrum zich in zee bevond.
ZAKDOEK LEGGEN
Maandag hing een bewoonster van de Jan
Slgpensteeg uit het raam van haar woning
n&ar buiten te kijken. In haar hand had zjj
haar zakdoek, waarin een bedrag van /6,50
was geknoopt. Eensklaps viel de zakdoek uit
haar hand op straat. Met gezwinde pas is de
juffrouw de trap afgesneld, maar toen zij bui
ten kwam, was de zakdoek met inhoud reeds
verdwenen.
Vergadering van Dinsdag 5 April 1938,
des namiddags 2 uur.
'Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden J. M. Oggel, P. J.
van Bendegem, F. Dieleman, A. P. Essel-
brugge, J. Fanoy, A. Th. 't Gilde, C. Hame-
link, A. van 't Hoff,, P. de Jonge, A. P. de
Ruijter, B. Seghers, C. van Bendegem, C. Th.
van de Bilt. en de Secretaris J. L. J. Maris.
(2. Vervolg.
9. Begrooting dienst 1938.
Een schrijven van Gedeputeerde Staten van
Zeeland van den volgenden inhoud:
Bij dezen deelen wij u mede, dat wij bij ons
besluit van heden goedkeuring aan de begroo
ting uwer gemeente voor 1938 hebben ont-
houden uit overweging, dat niet is voldaan aan
ons bp brief van 7 Januari j.l. onder
no. 330 III gedaan verzoek om het getal der
opcenten op de personeele belasting met in-
gang van het belastingjaar 1938 te verhoogen
van 180 op 200; de subsidie voor het bewaar-
schoolonderwijs te verlagen van f 12,50 tot
11,25 per kind; de begrafenisrechten te ver
hoogen en de algemeene reserve ad f 9500,
zoowel in verband met den dreigenden terug-
gang van de rijksuitkeering per inwoner uit
het gemeentefonds als om de niet herstelde
waarborgsommen van de bijzondere school-
besturen ad f 8968 te zijner tijd te kunnen
restitueeren, in stand te houden, welke maat-
regelen in verband met den financieelen toe-
stand uwer gemeente volstrekt noodig zijn.
Ter toelichting diene, dat in 1936 op de mid-
delen van vorige jaren ruim ,f 2000 is uitge-
keerd. Blijkens de bij brief van 8 Maart j.l.
verstrekte inlichtingen zal het batig slot van
den dienst 1937 vermoedelijk slechts f 9000 be-
dragen. Hierop komt in mindering wegens
een foutieve berekening van de gewone bij-
drage uit het werkloosheidssubsidiefonds in de
kosten van werkverschaffing en steunverlee-
ning aan werkloozen een bedrag van ruim
2000, zoodat de dienst van 1937 ondanks den
datum van middelen van vorige jaren (ge-
oeelte batig slot 1935) ad f 13.162,91. ver-
moedelijk slechts een batig slot zal opleveren
van pl.m. 7000.
De in 1936 aangevangen intering op de mid
delen van vorige jaren zet zich dus in vrij
emstige mate in den dienst van 1937 voort,
terwijl buitengewone factoren van tijdelijk
belang de resultaten van de diensten van 1937
en 1938 niet in beteekenende mate hebben
bemvloed.
Het valt niet te verwachten, dat het kwaad
der intering in 1938 zal worden gestuit. Het
nadeelig verschil tussehen de in de begrooting
gebrachte middelen van vorige jaren (batig
slot 1936 f 6920,83 plus gedeelte algemeene
reserve ,f 2500) en de overgehouden reserve
op den post voor onvoorziene uitgaven
ad 2648,76 is, mede gelet op de wijze waarop
de posten zijn geraamd, dermate hoog, dat niet
is te verwachten, dat het verschil in stille
reserves op de verschillende posten compen-
satie zal vinden. Bovendien zal bij het in-
ekandhouden van de algemeene reserves die
echrapping van post 334a noodig maakt, de
post voor onvoorziene uitgaven moeten worden
verlaagd tot ,f 148,76, welk bedrag onvol-
doende moet worden geacht. Wij achten niet-
temin noodig, dat de algemeene reserve voor
de teruggaaf der waarborgsommen beschik-
baar blijft, daar de waarborgsommen indertijd
gebruikt zijn tot dekking van kapitaalsuit-
gaven voor aan slijtage onderhevige objecten,
zonder dat tegelijkertrjd een regeling voor het
geleidelijk herstel dier sommen is getroffen.
Alsnog van meetaf een geleidelijk herstel der
waarborgssomen bevorderen zal ware lasten
Jeggen op de begrootingen van de volgende
jaren, weshalve het voorkeur verdient, dat de
reserve voor de teruggaaf der waarborgsom
men wordt aangewend.
Tenslotte hebben wij er rekening mede ge-
houden, dat het perspectief der financien voor
1939 en volgende jaren ongunstig wordt be-
invloed door de sterke teruggang van de rijks
uitkeering per inwoner uit het gemeentefonds
met 1222,26 per jaar en de stijging van de
uitgaven wegens rente en aflossing van geld-
leeningen in verband met den bouw van een
gemeentehuis met 1650 per jaar.
In verband hiermede schrijven Burgemees
ter en wethouders den raad:
Gedeputeerde Staten berichten bij hun
sdhrijiven van l'l Maart 1938, dat bij hun be
sluit van dienze'lfden datum, de goedkeuring
aan de begrooting dezer gemeente voor 1938
is on'thouden, uit overweging:
dat niet voldaan is aan hun schrijven van 7
Januari 1938 onder no. 330 III gedaan verzoek
om het getal der opcenten op de Personeele
Belasting, met ingang van het belastingjaar
1938 te verhoogen van 180 tot 200.
de suibsidiie voor het bewaarschoolonderwijs
te verlagen van 12,50 tot 11,25 per kind;
Ide begrafenisrechten te verhoogen en de al-
gerfleene reserve ad 9500 zoowel in verband
met de dreigenide teruggang van de rijksuit
keering per inwoner uit het Gemeentefonds,
als om de niet herstelde waarborgsommen van
de bijzondere schoolbesturen ad 8968 te zij
ner tijd te kunnen restitueeren, in stand te
houden, welke maatregelen in verband met
den financieelen toestand dezer gemeente
volstrekt noodig zijn.
Ons college deelt mede, dat de beslissing van
heeren Gedeputeerde Staten over de begroo
ting 1938 voor ons ligt.
lEr dient thans verder gehandeM te worden.
'Burgemeester en Wethouders meenden voor
dit feit den raad bijeen te moeten roepen, om
te beraden, welike weg in deze bewandeld
mjoet Worden. Er staan twee wegen voor ons
open:
De eene, aan den wensch van heeren Ge
deputeerde Staten alsnog te voldoen, door te
Ibeslulten
1. de opcenten der Personeele belasting
van 190 tot 200 te verhoogen;
2. Ide sulbsidie van het bewaarschoolonder-
wijs te verlagen van 12,50 tot 11,25 per
kind;
3. de begrafenisrechten te verhoogen;
4. de algemeene reserve ad 9500 in stand
te houden.
De andere weg om binnen dertig dagen van
deize beslissinig, did. 11 Maart 1938, in beroep
te gaan bij de Kroon, derhalve v66r den 11
April, met goed gefundeerde argument en
tegen de beslissing van Gedeputeerde Staten
voor den dag te kornen.
In onize vergadering is deze moeilijke en
onaanigename aangelegenheiid van alle zijden
bekeken.
Tal van overweginigen zijn naar voren ge-
toracht, doch het resultaat was van dien aard,
dat de op enlkele punten samengaande meer-
derh'eild, wegens gemis aan goede argumen-
ten voor een beroep zou kunnen voorstellen,
aan den wensch van heeren Gedeputeerde
Staten alsnog te voldoen, met die restrictie
van een der leden van die meerderheid, dat hij
tegen verminderiing is van de sulbsidie van het
bewaarschool-ondenwijs, aangezien destijds
daze sulbsidie op moreelen grond is toegekend.
De minderhedd van het college is er voor
am in beroep te gaan en in het beroep aan
te voeren, dat op gronden van bezuinigingen
en vertminderingen van subsidies, de begroo
ting 1988 in evenwddht kan getbracht worden,
nader aangevuld met die argumenten, zooals
hij deze heeft ontwiklkeld in diverse vergade-
ringen, zoowel bij het samenstellen van de
Ibeigrooting als nadien.
lEen afgerond voorstel kan U in deze niet
worden aangeiboden.
De VOORZITTER kan aan het praeadivies
toevoegen, dat Burgemeester en Wethouders
deze .kwestie uitrvoerdg helbben bekeken en be-
studeerd. Er kan evenwel geen bepaald voor
stel worden gedaan, daar alle meendngen ver-
schillenld waren.
Een der wethouders adiviseert, bij de Kroon
in beroep te gaan, de andere ziet hierin geen
hell, doch wil op een bepaald punt aan den
wensch van Gedeputeerde Staten niet toe-
gerven.
De heer C. VAN BENDEGEM: En u maakt
geen gebruik van uw beslissende stem in het
college
De VOORZITTER moet den raad ten zeer-
ste adlviseeren, aan de op- en aanmerkdnigen
van Gedeputeerlde Staten te voldoen. Spreker
acht dit een eisch van een goede finaneieeie
poilitiek. Dit betreft dus: veribooging van de
opcenten der personeele belasting tot 200, het
verlagen met f 1,25 per kind van de sulbsidie
aan de bewaarscbolen en het in het leven roe-
pen van een heffinig op begrafenisrechten.
De heer 't GILDE is de meeninig toegedaan,
dat hetigeen te verwachten was, ook geschled
is en door Gedeputeerde Staten geen genoe-
gen wordt genotmen met de verhooging van
het getal der opcenten op de personeele be
lasting, volgens het voorstel van den heer
Hamelink. in de vorige vergadering, tot 190.
Het is daanom te betreuren, dat dit voorstel
naar zijn meening ontijddg en overhaast is ge
daan. Nu kan men weer ellenlange redenee-
ringen en boomen op gaan zetten over het al
of niet goede reeht van den raad of van Ge
deputeerde Staten, maar daarmede raakt
men niet uit den vicieuaen cinkel.
De logische consequentie is, dat men hier
staat voor een ook door spreker niet te
ontkennen noodzakelijkheid om uit te zien
naar miidjdelen om deze en straks noig anldere
begrootingen kloppend en sluitend te maken.
Wanneer men in de slotpassage van het
schrijiven van Gedeputeerde Staten leest, dat
het perspectief van de gemeentefinancien voor
1939 en volgende jaren onigunstiig wordt be-
injvloed door den sterkem teruggang van de
rijksuitkeering per inwoner uit het gemeente
fonds met f 1222,26 per jaar en de stijging
van de uitgaven wegens rente en aflossing
van geldleeningen in verlband met het bouwen
van een stadhuis a f 1650 per jaar, dan is er
daartam'trent geen tlwijfel meer en zal uitstel
slechts afstel blijken te zijn.
PaarOm is het te betreuren, dat de raad
niet voldoende oor heeft gehald voor zijn voor
stel, de beslissing te verdagen en uit te zien
naar andere middelen die er waarlijk ook
zijn om tot dekking der uitgaven te komen.
Spreker ontkent niet, dat dit evenzeer neer-
kount op een verzwaring van lasten, maar dan
was dit althans geweest zooals hij het dan
op het oog had en wilde bepleiten in den
vorm van het aanlboren van een nieuwe bron.
De naaste toekomst zal vermoedelijk hem in
het gelijfc stellen. Er zal moeten worden uit-
gezien naar een andere bron van inkomsten
voor de gemeente, en het was deze kiesche
zaak, die ongetwrjfeid ook weer aanleiddng tot
veel verschil van geidachten kan .geven, die
spreker in de vorige vergadering of daama in
besloten vergaderinig zou hebben willen be-
spreken.
Het gaat naar zijn meening niet aan om
maar voort te gaan op ddt pad en de veels-
deels veranmde burgeriji en arlbeidersiklasse
een onevenredig zwaar deel van den belas-
tingdruk op de schouders te leggen, waar er
nog rendalbele bedrijven zijn, die mede door
overheidssteun in staat zijn, aan dividend
vele duizemiden uit te keeren. De zaken staan
hier zoo, en dat schijnt nog niet voldoende te
zijn doorgedrongen tot de met conltroleerende
bevoegdheden .belaste ambtenaren, maar naar
hij hoopt wel tot de leden van den Axelschen
geimeenteraad, dat minstens 85 van de be
volking het slecht heeft en achteruitgaat, ter
wijl het hoogistens het overschietende percen
tage is, dat nog op welstand kan bogen en
niet in de gievoigen van de crisis deelt.
Axel is bovendien een boerenplaats met
75 van de bevolking op den landbouw aan-
gewezen en nu heeft de landbouw het slecht
en zijn wij alien met het lot van den landbouw
begaan doch het is altijd te betreuren, dat
onder de beter gesitueerde landbouwers vaak
zoo weinig van socialen gemeenschapszin
wordt blijk gegeven. Was dit anders en
beter, dan zouden er het geheele jaar door
op iederen werkdag geen 150 werkloozen per
dag op straat loopen, hetgeen wel de grootste
moeilijkheden schept voor de gemeentefinan
cien.
Het behoeft dan ook geen nader betoog, dat
spreker zich onmogelijk kan vereenigen met
een verzwaring van de personeele belasting,
die Axel eerlang tot een duurte-eiland in dit
opzicht in Zeeuwsch-Vlaanderen zal maken.
Spreker zou er dus nogmaals op willen aan-
dringen, een vergadering met gesloten deuren
te houden, teneinde deze kwestie nader te
bekijken eventueele voorstellen in een rustige
sfeer onder de loupe te nemen, temeer omdat
de noodige homogeniteit bij Burgemeester en
Wethouders ontbreekt en in dezen zelf de
leiding te nemen.
Onder alle omstandigheden zal spreker
stemmen tegen het opvoeren der opcenten op
de personeele belasting.
De heer OGGEL wenscht zijn meening te
motiveeren. De Voorzitter is er voor, aan
den wensch van Gedeputeerde Staten gehoor te
geven. Spreker zou hierin ook kunnen mee-
gaan, voor zoover het betreft de verhooging
der opcenten op de Personeele belasting tot
200, omdat hij niet kan -inzien, dat de gemeen
te in beroep in het gelijk zal gesteld worden.
Docb hij is er tegen, de subsidie voor het be-
waarschoolonderwijs te verlagen. Deze ver-
laging houdt naar zijn meening geen verband
met de begrooting. Spreker kan althans het
verband niet zien, doch wel meent hij,' dat
Gedeputeerde Staten eenzijdig drijven in de
richting van verlaging der kosten van het
bewaarschoolonderwijs. Spreker zou nog met
een verlaging mee kunnen gaan indien Gede
puteerde Staten zouden zeggen: in verband
met den toestand der gemeentefinancien moe
ten alle subsidies met 10 worden verlaagd,
doch thans laten Gedeputeerde Staten alle
andere subsidies ongemoeid. Dit is niet
rationed. Waar er geen enkele meerderheid
in het college is, wenscht spreker den raad te
adviseeren aan den wensch van Gedeputeerde
Staten te voldoen, voor zoover het betreft de
verhooging der opcenten op de Personeele
belasting.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
Oggel zoo juist zijn standpunt uiteen heeft
gezet. Hier wil spreker tegenover zetten, dat
er slechts twee wegen openstaan. Burge
meester en Wethouders hebben een correspon
dent met Gedeputeerde Staten gevoerd, en
hieruit is gebleken, dat er uiteindelijk voor de
gemeente slechts twee wegen openstaan. De
eene weg is, bij de Kroon in beroep gaan, de
andere weg is alsnog aan de eiscben van
Gedeputeerde Staten gevolg geven, niet aan
1 of 2, docb aan alle verlangens. Het is hier:
of het eene of het andere. Wenscht de raad
geen gehoor te geven aan Gedeputeerde Sta
ten, dan is de weg, in beroep te gaan bij de
Kroon. Dan dient in deze vergadering een
beslissing te vallen, anders gaat de tijd voor
beroep voorbij en stellen Gedeputeerde Staten
de begrooting vast. Dan zit de gemeente er
mee, dan regeert men niet zelf meer, doch
wordt geregeerd.
Het is voor spreker pijnlijk, dat er geen
meerderheid in Burgemeester en Wethouders
kon gevonden worden, de eene wil het niet
doen en wil in beroep gaan, de andere wethou-
der wil aan de verlangens van Gedeputeerde
Staten gedeeltelijk gehoor geven. Het spijt
•spreker dat er geen bepaald standpunt in het
college overheerscht.
De heer OGGEL geeft te kennen, dat in den
eisch van Gedeputeerde (Staten de consequen
tie ook zoek is. Er is geen enkelen grond,
juist die eene subsidie te willen verlagen en
alle andere zonder meer te laten voortbestaan.
Dit maakt het spreker onmogelijk, aan de
verlangens van Gedeputeerde Staten ten voile
te voldoen.
De VOORZITER merkt op, dat de heer
Oggel als wethouder toch ook wel weet, dat
er slechts twee wegen open staan, de eene
leidt naar Den Haag, de andere weg is, alsnog
aan de verlangens van Gedeputeerde Staten
toe te geven.
Men moet consequent zijn. Doet zich het
geval voor, dat de gemeente Axel niet aan de
verlangens van Gedeputeerde Staten gehoor
geeft, en niet in beroep gaat, dan brengen
Gedeputeerde Staten zelf de bedragen, zooals
zij die wenschen op de begrooting. Men kan
het vervelend vinden, indien het bezwaarlijk
is, aan een of meer dier eischen tegemoet te
komen, doch de vraag in dezen is, wat ver-
kiest men te doen, toegeven, dan wel voor-
ziening bij de Kroon vragen.
De heer VAN 't HOFF zal kort zijn. Hij
wil den raad in overweging geven, tegen de
beslissing van Gedeputeerde Staten in beroep
te gaan, en wel om de volgende redenen. In
1937 zijn door Burgemeester en Wethouders
voorstellen in den raad gebracht, welke ook
goedgekeurd zijn, en waardoor op een der
leeningen f14.000 extra is afgelost, hoewel de
gemeente hiertoe niet verplicht was, en als dat
niet geschied was, zou men thans deze geheele
geschiedenis niet hebben. Indien dit bedrag
gebracht was bij het goed slot van den dienst
1936 of 1937 had dit niet moeten gebeuren.
Doch thans zit men in de knel en is het geld
weg. Spreker erkent, dat de leden van den
raad die dit besluit genomen hebben, hieraan
schuld dragen, doch evenzeer hebben hieraan
ook Gedeputeerde Staten schuld, die dit be
sluit goedgekeurd hebben. Zij zijn financiers
genoeg om behoorlijk vooruit te kunnen
kijken en dan hadden zij den raad van Axel
behooren te waarschuwen, niet extra af te
lossen, omdat zij konden voorzien, dat dit vast
moest loopen. Met dit argument zou spreker
naar Den Haag willen gaan en desnoods ver-
zoeken opnieuw een extra leening te sluiten,
zoo groot als noodig geoordeeld wordt, door
de Kroon of door Gedeputeerde Staten. Vindt
men, dat met 10.000 kan worden volstaan,
dan kan spreker zich daar zeker bij neer-
leggen.
Want Axel is niet arm, zooals beweerd
wordt, de gemeente heeft geen extra schul-
den en het is dan ook niet noodzakelijk, dat
deze schulden door extra aflossingen vermin-
derd worden. Zeker, indien het kan, is er
niets tegen om zooveel mogelijk af te lossen,
doch werkelijk, men moet als men het geld
zelf noodig heeft, niet overgaan tot extra af
lossingen, waartoe men niet verplicht is. De
gemeente heeft altijd voldaan aan de gewone
verplichting tot aflossing, dus was er geen
reden om extra af te lossen. Laat men nu
toch eerlijk zijn, laat ook Gedeputeerde Staten
bekennen, hierin mis gezien te hebben, dan is
de gemeente ineens uit den nood, indien door
een extra leening de extra-aflossing die ge
daan is, weer opzij gezet wordt.
Met dat argument alleen zou spreker naar
Den Haag willen gaan en een commissie uit
den raad willen doen aanwijzen om deze zaak
voor den Raad van State te verdedigen.
Spreker zal er verder het zwijgen toe doen.
Het is mogelijk, dat een ander lid een betere
oplossing heeft en dan zal spreker dien gaarne
steunen, doch sprekers oordeel is, dat men
thans moet bekennen, verkeerd gefinancieerd
te hebben en te vlug het geld weggegeven
heeft. Spreker is er niet tegen, dat het ge-
beurd is, het is nooit een verkeerd v/erk, zijn
schuld zooveel mogelijk te verminderen en
extra af te lossen als het kan, doch in dezen
is het wel verkeerd geweest, en laten Burge
meester en Wethouders en de raad dit inzien
en bekennen.
De VOORZITTER moet den heer Van
't Hoff den vraag stellen. De f 14.000 die
buitengewoon of extra afgelost zijn, zijn
afkomstig van den verkoop van grond. Des
tijds was voor dit bedrag grond verkocht,
en heeft de raad besloten, dit buitengewoon
af te lossen. Denkt de heer Van 't Hoff nu,
indien deze meening in Den Haag kenbaar
gemaakt zou worden en dus die aflossing
feitelijk teniet gedaan zou worden, dat men
dan uit de moeilijkheden zou zijn? De ge-
dachtengang van den heer Van 't Hoff begrijpt
spreker zeer goed, deze wil het geld gebrui-
ken, nu het noodig is.
De heer VAN 't HOFF: Zooveel als men
in Middelburg of Den Haag zou denken, dat
noodig is.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
indien men dat argument in beroep naar voren
zou brengen, hij van te voren wel kan zeggen,
hoe de uitslag zijn zal. De inkomsten die
verkregen werden en waarop de heer Van
't Hoff dolet, kwamen uit buitengewoon, en
dit buitengewone inkomen moet ook buiten
gewoon afgelost worden.
De heer VAN 't HOFF wijst er op, dat de
gemeente toch niet met schulden overbelast is.
De VOORZITEiR gaat hiermede accoord.
Doch daar gaat het hier niet om. Er is geen
bezwaar tegen, schulden te betalen, indien
men een goeden tijd mee maakt en het is ook
gebeurd, dat uit den loopenden dienst uitgaven
werden gedaan, die tot den kapitaaldienst
behoorden. Dit is misschien verkeeijd geweest,
doch vandaar ook, dat de gemeente zonder
schuid is. Men mag echter gelden, die voor
den kapitaaldienst bestemd zijn niet gebruiken
voor financieering van den gewonen dienst.
De heer VAN 't HOFF stemt toe, dat de
gemeente zonder schuld is, doch ook zoqder
geld, en daarvoor moeten hooge belastingen
worden opgebracht.
De heer FANOY heeft deze zaak nog eens
rustig overwogen, en is tot de conclusie geko-
men, dat het is voorgekomen, dat uit den
loopenden dienst uitgaven werden gedaan, die
tot den kapitaaldienst behoorden, zooals aan-
leg van straten en dergelijke. Dit behoorde
tot den kapitaaldienst en had ook op den kapi
taaldienst behooren gebracht te worden terwijl
dan uit den loopenden dienst had moeten
worden gereserveerd. Thans is de gemeente
wel zonder schuld, doch ook zonder geld.
Spreker verwacht geen heil van een beroep
op de Kroon.
Het mag nu waar zijn, wat de heer Van
t Hoff zegt, dat het een fout geweest is, deze
f 14.000 extra af te lossen, er zijn meer fouten
gemaakt. Doch laat men bij een beroep op
de Kroon toch vooral niet deze kwestie van
extra aflossing wegens verkoop van grond
ter sprake brengen, want dan kan spreker
reeds vooruit zeggen, dat het verkeerd af zal
loopen. Men zou dan volgens den heer Van
't Hoff moeten gaan aflossen op die leening,
terwijl men geen bezit meer heeft en dan kan
men er zeker van op aan, dat men gaan moet
tot 200 opcenten op de Personeele belasting
als er geen andere middelen zijn, om dit goed
te maken.
Het tweede punt, waarover spreker iets
zeggen wou, is de kwestie der bewaarscholen.
Hij wil van den raad een heel pertinente uit-
spraak of deze meent, het recht te hebben,
deze subsidie te verlagen of niet. Spreker
bedoelt bier niet het mooi geschreven contrac-
tueele recht, doch het moreele recht. Toen op
1 April 1930 de kwestie der bewaarscholen
aan de orde was en er uitgemaakt werd, dat
er geen gemeentelijke bewaarschool zou
komen, leest spreker uit de notulen dier ver
gadering, dat er een voorstel, waarbij, op
grond dat met een minder bedrag niet kon
worden toegekomen een subsidie van 17,50
per kind werd voorgesteld. Dit voorstel is
niet aanvaard, doch wel een voorstel-Koster,
waarbij deze subsidie werd teruggebracht op
15 per kind, voor kinderen boven de drie en
niet ouder dan 6 jadr. Is het dan recht
moreel ja, of neen, om deze subsidie te ver
lagen? Spreker wenscht een uitspraak van
den raad of deze moreel gerechtigd is, de toe-
gezegde en verleende subsidie te verlagen. Is
het moreel verantwoord, de subsidie die toen
op 15 per kind werd gesteld en die noodig
geacht werd om de bewaarscholen te kunnen
financieeren te verlagen, ja of neen?
Wat de begrafenisrechten betreft, in de
vorige vergadering heeft spreker zijn indruk
hierover gezegd. Hij is er voor, dat de toe
stand van thans gehandhaafd blijft, in over-
eenstemming met den wensch van de bevol
king van Axel, doch kan dit niet. dan stelt
spreker voor, om Gedeputeerde Staten terwille
te zijn en een uitweg te vinden, de heele rege
ling te laten zooals die thans is, doch voor
begrafenis van een kind tot 2 jaar te heffen
f 1, tot aan de meerderjarigheid 2, en daar-
boven 4.
Dan maakt men geen onderscheid in rijk en
arm, doch laat den leeftijd beslissend. Het
liefst zag spreker echter, dat zooals thans geen
onderscheid werd gemaakt en de toestand
werd gelaten zooals die is.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
Fanoy hier twee vragen stelt. De eerste
betreft de schooltjes. De heer Fanoy merkt
op, dat op 1 April 1930 door den raad is vast-
gesteld, dat een jaarlijksche subsidie zal wor
den verleend van 15 per kind.
De heer FANOYVan 3 tot 6 jaar.
.De VOORZITTER: En u vraagt of de raad
moreel het recht heeft, die subsidie te ver
lagen. Toen leefde men in 1930 en thans is
het jaar 1938. Naar mijn meening is de
vraag, die u stelt, reeds beantwoord, want de
raad heeft in dien tussehen tijd de beslissing
genomen, de vastgestelde subsidie te verlagen
tot f 12,50.
De heer FANOY meent, dat dit geen ant-
woord op zijn vraag is. Zijn vraag was, of de
raad moreel het recht heeft, die subsidie te
verlagen. Spreker weet niet wat er, toen tot
verlaging besloten werd, overwogen is. In
1937 is herhaaldelijk door den raad uitgespro-
ken, dat de subsi'die gehandhaafd moest blij-
ven. Sprekers vraag is, of de raad moreel
gerechtigd is, de toegezegde subsidie te ver
lagen tot 11,25 en als de raad zich uitspreekt
dat dat immoreel zou zijn, gelooft hij niet, dat
Gedeputeerde Staten er iets aan zullen doen.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
Fanoy hier een moeilijke kwestie in het geding
brengt. Deze vraag kan niet alleen voor de
bewaarschooltjes gesteld worden, doch kan bij
elke verleende subsidie naar voren worden
gebracht.
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
Iederen dag moet Uw lever minstens een liter gal in
Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom
van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel niet, het
bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt verstopt. Uw
lichaam is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U el-
lendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddeien. U
moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een
liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer geheel
fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onovertroffen
om de gal te doen stroomen. Eischt Carter's Lever-
pilletjes bij apothekers en drogisten. f. 0.75.
(Ingez. Med.)
De heer FANOY wijst er op, dat het er in
dezen om gaat, Gedeputeerde Staten het
standpunt van den raad duidelijk te maken.
Zegt de raad dat het immoreel is, dan kan men
zijn handen in onschuld wasschen, als Gedepu
teerde Staten het toch doorzetten.
Moet er in dezen terug,gekoimen worden op
een besluit, dat de vorige raad genomen heeft,
heeft de raad daartoe moreel het recht. Spre
ker leest uit de notulen, dat de subsidie noo
dig is en daarom op dit bedrag verleend is.
Gedeputeerde Staten zullen niet zoo dwaas
zijn, indien b.v. uit de notulen zou blijken, dat
de sulbsidie was verleend voor een tijd van 40
jaar, om daaraan te tomen. Gmdat thans een
besluit overhaast of slordig in elkaar gezet is,
zou men wel het recht hebben, daaraan te
tomen.
IGp grond van de vorige besluiten heeft men
zich alleen af te vragen, of het moreel verant
woord is, de subsidie te verlagen. Koimt men
tot de conclusie, dat het immoreel is, dan
dient men dit Gedeputeerde Staten te kennen
te geven en Gedeputeerde Staten zullen de
gemeente toch niet tot het doen van immo-
reele dingen verplichten.
Dit is naar spreikerS oordeel in deizen het
beslissende punt.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat elke
medaille twee zijden heeft. Men moet thans
ook de keenzrjde willen zien. Er is ook be-
slist, dat de subsidie aan de schooltjes tot
wederopizegigens toe verleend is. En dat staat
ook in de notulen.
De heer FAJNIOYDat stobd in het voorstel
van Burgelmeester en Wethouders, doch dat is
verworpen door de aannetming van het voor-
stel-Koster. Daar heeft spreker vender niets
mee te maken. In het voorstel-Koster was ddt
niet geformuleerd.
De VOORZITTER geeft lecture van een
schrijven van Burgemeester en Wethouders,
waarbij deze veriklaren, tot wederopizeggens
toe aan de bewaarscholen een sulbsidie van
16 te verleenen, krachtens het op 1 April
1930 genomen raadsbesluit.
De heer PAINOYHoudt u mij' ten goede,
doch ilk geloof, dat ik hiernaar niet hdb te
vragen. Het besluit, dat genomen is, bevat, in
dien de notulen juist zijn, geen emkele restric
tie. Er is zonder meer besloten, dat aan de
drie bewaarscholen een subsidie van f 15 per
kind wordt toegekend.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat de
bedoeling toch is geweest, deze te verleenen
tot wederoptzeggens toe. Deze zaak is ook in
Burgelmeester en Wethouders met den Oom-
miissaris der Koninigin behandeld. En deze
heeft er nog op gewezen, dat dit nagekeken
moest worden.
Spreker stemt toe, dat als er een besluit
genomen wiordit, voor den duur van een be
paald aantal jaren, zooals ook meer is voor-
gevallen, b.v. de subsidie aan de Z. V. T. M..
dat hieraan niet te tomen valt. Indien echter
beslist wiorldt op een verzoek om subsidie,
Wordt deze steeds tot wederopzeggens toe
verleend. Gezien de stulk'ken moet spreker con-
cludeeren, dat deze sulbsidie tot wederopzeg
gens toe verleend is, tenzrj het anders zou zjjn
omschreven. En dan is het niet immoreel, om
het bedrag der subsidie, gezien de noodizake-
lijikheid te verlagen van ,f 15 op 12,50 en van
f 112,50 op 11,25.
De heer FANOY merkt op, dat het d&n op
andere gronden is.
De VOORiZITTER is van oordeel, dat het
ook op deze gronden kan.
De heer FANOY meent, dat zijn vraag toch
niets bijlzonders inhouidt. Hij wenscht een uit
spraak of het indien de weergave van het
gesprokene in de vergadering van 1 April
1930 juist is moreel of immoreel geacht
moet worden, thans tot verlaging van do toe
gekend e sulbsidie over te gaan.
De VOORZITTER antwoordt, dat er nog dit
verschil is, dat deze raad heel moeilijk een
oordeel kan uitspreken aver de mo'tieven, die
in 1930 den raad bewogen, deze subsidie te
verleenen. Het is heel moeilijk, thans nog de
juiste bedoeling von den raad na te gaan,
daar deze bijna geheel uit andere menschen
bestaat.
De heer FANOY verwijst hiervoor naar de
noitulen.
De VOORZITTER wijst er op, dat het voor
stel van Burgemeester en Wethouders was, de
subsidie tot een bedrag van f 17,50 te verlee
nen, tot wederopzeggens toe. Dit lag dus al
vast in bet voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
De heer FANOY beroept er zich op, dat is
aangenomen het voorstel-Koster.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat er
vooridien was een voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
De heer FANOYDoch dat is verworpen.
Niet gewijzigd, doch verworpen. Laat toch de
raad zich hierover uitspreken, of het moreel
verantwoord is, of niet, deze subsidie thans
te besnbeien.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat de
heer Fanoy thans een vraag tot den raad
riclht, die heel moeilijk door dezen raad te be-
antwoorden is. De heer Fanoy vraagt niets
meer of mindier, dan of een beslissing thans
moreel of imurforeel zou zijn.
(Wordt vervolgd.)
SAS VAN GENT.
Huwelijks-voltrekkingen. 1 April. Theodoor
de Caluwb, oud 19 j. en Jacoba Elisabeth
Fokke de Goede. oud 19 j.
SAS VAN GENT.
In de week van 3 tot en met 9 April 1938
hebben zich in deze gemeente gevestigd:
J. Vos, wmkeibediende, van Zierikzee.
M. J. de Houx, dienstbode, van Waohtebeke.
H. G. Wiammes, wmkeibediende, van Oos-
terlhout.
Vertroikken
I. van Puijvelde, zonder beroep, naar Asse-
nede.
R. J. Pieters, dienstbode, naar Vogelwaarde.
P. F. Voerman en gezin, zonder beroep,
naar Assenede.
K. Pekelaer, buffetchef, naar Amsterdam.