\m mink
FeuiSleton-verfelfingen
1. til
Dam- en Schaakrubriek
m. w>,
SCHAKEN.
BRABANTSCHE BRIEVEN.
DAMMEN,.
iii
steld en heeft nu zelfs nog de kan-s om als
derde in de ranglijst het seizoen te beeindigen.
Wij verwacbten dan ook dat Biervliet in haar
laatsten competitiewedstrijd de meerderheid
van Sluiskil zal moeten erkennen.
OostburgCorn Boys.
Het eenige punt dat Oostburg tot nu toe
heeft kunnen verkrijgen (was juist op het
terrein van de Corn Boys, dat voor menige
andere club juist het struikelblok bleek te
zijn. De thuisclub heeft dus al definitief
beslag gelegd op de laatste plaats in haar
afdeeling, maar het zou toch prettiger voor
haar zijn als zij al is het ook slechts eenmaal
de beide punten uit eon wedstrijd kon bemach-
tigen. Wij voorzien echter niet, dat de Corn
Boys aan Oostburg die gelegenheid zal geven.
Nederl. Voetbaifoeker.
In de tweede ronde komen Vlissingen en
Middelburg tegenover elkaar, twee oude ge-
trouwen dus, die met afwisselend suce-es
elkaar reeds meermalen bekampten. In de
eerste ronde zal Goes te bekampen krijgen
Alliance en daarmede een te vreezen tegen-
stander, want Alliance heeft te Ter Neuzen
wel getoond wat zij in haar mars heeft. RBS
en RCS kennen elkaar ook reeds uit de com-
petitiewedstrijden. Destijds wist RBC thuis-
spelend van ROS met 63 te winnen, doch
RCS won op haar beurt te Souburg van RBC
met 1—0. Het zijn dus alle drie zeer span-
nende wedstrijden te noemen.
Zeeuwsche Voetbalbond.
Eerste klasse.
Te Sas van Gent heeft de plaatselijke ont-
moetmg plaats tusschen het reserve-elftal van
de Corn Boys en het eerste elftal van SVO
Zij komen voor de tweede maal tegenover
elkaar te staan en zullen thans moeten uit-
maken wie van beide het sterkste is want
destijds eindigde deze kamp met een blanken
stand aan beide zijden. Het derde elftal van
Terneuzen wacht een aardigen kamp tegen
Philippine, dat weliswaar juist boven haar
staat in de ranglijst met 3 punten meerder-
neia, doch de jonge rood-zwarten wisten te
Philippine een gelijk spel te verkrijgen. Er
kan dus gesproken worden van twee gelijk-
waardige ploegen en voor Terneuzen 3 komt
het er thans op aan om eens te toonen dat zij
op eigen terrein haar combinatiespel ibeter
kan ontplooien dan destijds te Philippine het
geval was. De reserves van Hulst zulen het
met gemakkelijk krijgen nu zij het elftal op
bezcek krijgt dat aanspraak kan gaan maken
op een plaats in de Derde Klasse van den
KNVB. De Ter Neuzensche Boys toch zullen
mdien zij te Hulst winnen niet meer van de
eerste plaats verdrongen kunnen worden.
Hoogstens kan Hontenisse haar nog nabij
komen, doch dan zou alles betreffende den
mdertijd gestaakten wedstrijd Ter Neuzensche
Boys—Philippine in het nadeel van de Boys
moeten verloopen, wat wij echter niet kunnen
aannemen. Waar de reserves van Hulst uit 13
wedstrijden slechts 6 punten hebben weten te
verzamelen, moet een komende overwinning
van de Ter Neuzensche Boys wel als zeker
worden beschouwd, doch dat zij op hun hoede
zyn en er niet te gemakkelijk over denken.
Nog even de tanden op elkaar, vlak voor de
haven gaat er, zooals zij weten, een sterke
stroom, die de voile aandacht vraagt.
derde elftal het goede voorbeeld geven, want
Terneuzen 3 volgde ook te Philippine hun
voetspoor. De reserves van SVO ontvangen
de spelers van het derde elftal van hun plaats-
genooten de Corn Boys, Met iets beteren
stand van SVO is het te verwachten, dat
het op eigen terrein spelend elftal de over-
winning zal behalen. Sluiskil 2 z.et het kam-
pioenscfaap- zeer nabij, en waicht slechts op de
beslissende partij tegen de reserves van de
Ter Neuzensche Boys. In den strijd tegen de
reserves van Ria zullen de Sluiskillenaren niet
struikelen en brengt hen dus weder een stapje
nader naar de edreplaats.
..OngeluikkenWie. Hoe bedtoelde, Vic?"
,,Wel, aan. t loket! Zo-odn sicfalemiel vroeg
me of al die leesteekens o-oik overgekabeld
moesten worden...! Ik vraag je, Drre! Stijf
geraasd heb ik t zoodje! En m'n kop eraf, als
ze 't no<u toch nie fa-ebb en -gedaan!"
Ik moest toch efkens dachen; zee: „dat ge-
loof ik nie, Vie, maar die aanlbte
getoraoht, mij naar Amerika te latem gaan. Ja
hij heeft mij alles vert eld. Je weet hoe hij
is, dat groote, goeie kind: 'n
boek, gedrukt met
Z.V.B.-Bekerwedstrijden.
Hontenisse moet naar Groede, dat in haar
afdeeling de derde plaats inneemt. Men mag
dus verwachten, dat het een overwinning voor
de bezoekers zal worden. BKW gaat bij
Schoondijke te gast en vindt in dit elftal num-
mer een van Afdeeling B. Het is dus moei-
iijk hier een voorspelling te doen, want al
moge BKW sterk geacht worden, Schoondijke
is dit ook hetgeen haar stand bewijst met
slechts een verloren wedstrijd en twee gelijke
spelen van de 16. Hontenisse 2 komt tegen
over BKW 2, krijgt dus gelegenheid om
revanche te nemen op de in de competitie ge-
leden nederlaag op eigen terrein met 23.
Ria uit Westdorpe zal het gemakkelijk krij
gen daar zij te Groede het tweede elftal tegen
over zich krijgt, en Groede 2 prijkt heel onder-
aan in de ranglijst.
VENTE DE LAATSTE DAGEN VRIJ
ERNSTIG ZIEK.
Dat de middenvoor van het Nederlandsch
elftal, Leen Vente, Zondag in den wedstrijd
tegen Belgie niet geheel in conditie was, zul
len maar weinigen weten. De Rotterdammer
namelijk was reeds Zaterdag niet vrij van
koorts en dat hij niettemin toch naar Ant-
weripen ging, is, sehrijft „D© Telegraaf"
slechts te danken aan zijn ijlzeren wil om toch
het beiste te geven dat in hem was.
De abnormale weersomstandigheden hebben
Zondag evenwel niet meegewerkt en zijn zeker
niet bevorderlijk geweest voor Vente's ge-
zondheid. Direct na den wedstrijd is hij naar
Rotterdam gegaan, Maandag steeg de tem-
peratuur en Dinsdag.,was onze nationale mid
denvoor er werkelijk ernstig aan toe. Geluk-
kig was Woensdagmorgen de temperatuur
belangrijk afgenomen en de dokter, die een
Zwaren griepaanval comstateerde, heeft alle
hoop, dat Vente spoedig zal zijn hersteld.
Voorloopig zal hij evenwel nog het bed moeten
houden, zoodat nog niet vast staat of hij in
den eerstvolgenden kampioenswedstrijd van
Feijenoord van de partij zal zijn.
Tweede klasse.
Het derde elftal van Hulst krijgt in het
tweede elftal van de Ter Neuzensche Boys
ook al een kampioensploeg te bekampen, al
vinden deze nog de reserves van Sluiskil op
hun weg, die zij bovendien nog te bestrijden
hebben, wellicht bij gelijken stand. Te Ter
Neuzen klopten de Boys het derde elftal van
Hulst met niet minder dan 121. Er kan
dus nog wel wat af, maar zij dienen er toch
op te letten, dat de doelman van hun tegen-
standers meer zal moeten visschen dan die
van hun eigen ploeg. Het vierde elftal van
Terneuzen ontvangt het reserve elftal van
Philippine, waarmede zij destijds de punten
hebben moeten deelen. Laten zij eens aan het
Siciliaansche Partij.
Wit: Dr. A. Olland. Zwart
Nijmegen 1921.
1. e2e4
2. Pgl—f3
3. d2d4
4. Pf3Xd4
5. Fblc3
Wit kan nu niet
ibulderde-n-
M. Euwe.
c7c5
Pb8c6
c5Xd4
Pg8f 6
variant overgaan.
met c4 in de Maroczy-
In moderne tijden heeft
men hier wel 5. f3 geprobeerd, om toch c4
te kunnen spelen. Zwart komt dan echter in
ontwikkelingsvoordeel.
5d7d6
Dit geldt voor de beste voortzetting; men
spreekt wel van de Scheveningsche variant,
die echter pas na d6 en e6 benevens Re7 ont-
staat.
6. Rflc4 Rc8d7
Wit en Zwart wijken hier van de gebrui-
kelijke paden af, of liever, in 1921 was deze
voortzetting zeer in trek.
7. 0—-0 g7g6
8. Rcle3 Rf8—g7
9. h2—h3
Er dreigde Pg4 met ruil van een raadsheer.
90—0
10. Ddl—d2 a7a6
11. a2a4
Wit verhindert b7Ib5, belemmert dus den
zwarten opmarsch, maar verzwakt zijn eigen
damevleugel.
11 Ta8c8
Bedreigt Rc4 door Pd4: Dd4 Pg4.
12. Rc4b3 Dd8c7
Zwart richt zich, gelijk gewoonlijk in de
Siciliaansche partij, op het veld c4. Hiertegen
wordt dikwijls Pd4—b3 gespeeld om het
zwarte paard van a5 af te houden, alsmede
f4 om ook e5 te beheerschen.
13. Taldil Pc6e5
14. Re3—h6
Wit zal van zijn raadsheerpaar afstand
moeten doen en gaat nu den zwarten konings-
vleugel verzwakken. Dit kan pas, wanneer
het paard op c6 weg is, daar de dame tot zoo
lang het paard op d4 moet dekken. Ruilen
op c6, waartoe Wit vaak gedwongen is, ont-
wikkelt het zwarte spel, doordat Rc6 groote
kracht krijgt, of na bc6: het zwarte centrum
versterkt wordt.
14Pe5c4
15. Rc3Xc4
Gedwongen wegens de dreiging Pb2:
15. Dc7Xc4
16. Rh,6Xg7 Kg8Xg7
Nu is h6 evengoed gedekt als eerst. Zwart
is op de zwarte velden wat zwak, maar de
raadsheer die daar gebruik van kan maken,
ontbreekt.
17. f2f4 Rd7Xa4
Op den damevleugel moet Zwart zijn heil
zoeken. Men zie, dat c2 zwak is, en Pc3
Uilvenhout, 7 April 1938.
Aardco,
Lijk ik oe verlejen
week al schreef, het
tweede telegram van
Hanneke was gerust-
stellenider. Er stond
in: „Crisis voorbij,
brief onderweg, Han
neke".
Dat was 't ant-
woorxi op den Vic z'n
uibvoerdg telegram-
antwooird ibetaald, dat
ie 'is Maamdags vroeg
na dieen critieken
Zondag, had weiggestuurd.
,,'Se-nap je dat" nou, Dre
ie: ,,igeen avoord, geen letter over geld!! 'k Heb
't nog zod dui-de-lijk in m'n telegram gezet:
,,Roep beste hulp! Let niet op geld!! Zal te-
legrafisch overmaken!Hoeveel??" Vol! met
uitrroepteekenls en zoo, maar die zullen die
onigelukken wel niet ovenrgeseind hebben,
vbrmoed ik!"
daardoor vast staat. Zwart is met zijn aanval
eerder gekomen, daar Wit door Rc4—ib3 en
Rcle3h6g7 tijd verloren heeft.
18. e4>e5 Pf6—e8
Sterker dan eerst de5: fe5: waarna lietzelfde
met meer kracht geschiedt.
19. Pc3d5
Nu kan Dd5: natuurlijk niet wegens Pf5f.
19d6 X e5
Een mooie combinatie, die tegenspel geeft.
Wit had nu eenvoudig met fe5:! moeten ant-
woorden, waardoor zijn dreigingen bestaan
blijven (o.a. b3 en Pb6).
20. Pd5b6 Dc4Xd4
21. Dd2Xd4 e5Xd4
22. Pb6 X c8
Zwart is in het voordeel, want er dreigt
zeer sterk Rc2: Bovendien heeft hij twee
pionnen tegen de kwaliteit, wat een halven
pion voordeel beteekent. Maar er dreigt b3
en Td4: benevens Pe7:, waarmee Wit de kwa
liteit voor blijft.
d4d3
„Heblbein alleen maar te doen wat ik zeg en
dat heb ik ze eens duidelijk igemaaikt. 't Gaat
hier om leven of dood, heb ik gezegd en maak
dit telegram direct over, of ik brreek hier de
beele tent' afToen kwam de direeteur-of-zoo-
iets te voorschijn. Die was bang, geloof ik, dat
ik al onmiddellijk met de slooperij izou begin-
nen! M'n hart was; eir goed genoeg voor, Drd!
,,Wij willen met plezier al die leesteeikens over-
seinen", zei dis d'iender: „maar uw telegram
wordt er tien guldend duurder meis en dan is
't de vraag, of de Amerikaansche amibtenaren
die dutabele en drieduibbele uitroepteekens
allemaal ove.mem.en". Ondertussehen lag m'n
telegram altijd nog' te wachten! Vent, schiet
toch op, gaf ik 'm ten antwoord en> als die
Amerikaansche telegrafisten daarvoor 't hart
heibben, is er vanavond nog 'n telegram van
driediuiizend woorden bij President Roosevelt!"
Sjonge, wat was ie wicer lekker op dreef,
amico.
,,Windt jou nou zooiets niet op, Dre?"
vroeg ie stoimvenbaasd.
„Wiatte, Vic?""
„Dat zulke lui zoo onnoozei onpractisch
zijn. Zie nou d'at meiske-van-meCrisis voor
bij brief onderweg!" Mee z'n wapperende hand
sloeig ie op 't telegrammeke: „kan 't korter?
Moet ik 'n week op dien brief zitten wachten,
terwijl met tien, twin'tig, voor mijn parrt met
n paar honderd woorden meer op dit telegram
ik alles geweten had."
,,Wat hadde geren nog meer geweben, Vic?"
Toen zette-n-ie z'n eigen in posituur, zee:
„nou!". Vreef over z'nen kop, den hoed naar
achteren: ,,no-u! Eh... nou van alles! Ja! Van
alles natuurljjk! Vraag niet zulke stomme
dingen!'''
,,Zeg, Vic, ik ben den directeur van 't tele-
graafkantoor niet
Toen scboot ie in den lach. Ging op z'n tee-
nen staan, hij. is maar kort van s.tulk, sloeg
me hard op m'n schouwer en blij riep ie: „in
ieder geval, Dr£ ik kan weer werrken!
Werrken! Goddankk ik kan weer werfcen."
Toen, mee 'n lage stem: ,,man, als je wist,
wat dat was.Niet kunnen werken.Als
'n visch-op-'t droge te liggen apegapen, te
verkwijnicn."
Dan, mee 'nen spronig van den vloer: „maar
God zij geloofd1, ik kan weer licht! wind!
r-uimte!! schilderen! Donikere bosch-
kathedralen met gloeiend, smeulemd licht!!"
Zijn oogen liepen rood, z'n keel zwoi dik van
groot geluik.
,,Dat ik weer zeien en werrken kan!"
Efkens stond ie, na deuzen ui'tval, mee 'n
zentiwtrekkend gezicht, bleek van emotie,
trillend van werkdrift, me aan te kijiken.
Maar ik geloof nie, dat ie me zag. Z'n ver-
strooide, turendai, troebel© schilderso-ogen
kmipperden in 't „donkene" licht", in de schil-
derij;, die 'm geenen rust laat.
Ineensi stak ie z'n hand uit, zee „bonjour!"
en hij liep weg of ie onweerstaanbaar ge-
trofcken wierd naar z'n boschhuis.
,,W!at zegde van dieen telegrafist?''' zoo
kwaim Trui toen te voorschijn uit 't achter-
huds.
Wat moest ik zeggen? Duuzend gedachten
wiemelden door m'n hoofd.
Heel de week zag ik 'm nie-meer. Toen
■brocht Driek Frijiters, onzen postbooi, op 'nen
mergen 'nen brief uit Boston. Van 'Hanneke.
'ik Vergat mete-en den Driek, m'n botram-
m-en, m'nien koffie en 'k riukte mee mijnen
vurk den brief los. Hanneke schreef:
„Beste Vrienden, Drd en Trui,
M"n arme Moe slaapt. En als ik met deze
mededeeling m'n brief begin, dan wil d-at zeg
gen, beste menschen, dat 't van zoo'n groote
en geluikkige beteekeniis is, dat ik zulks schrij-
ven kan. Wlant volgens de dokters: ,,als Mioe
veel en goed1 slapi£n kan, dan is elke adem-
haling 'n stap naar de beterschap!
Niu eerst iet'S anders: Drd, ik weet niet hoe
ik Je danken zal dat Jij Vader op 't idee hebt
opengeislagen
groote letters, klaar en
waar van jnhoud, als zijn schilderijen zijn'
Neen, ik weet niet hoe ik Je danken zal,
maar geloof mi.': ik zal het nooit vergeten. In
ieder geval breng ik straiks uit AJmerika net
zoo'n mooie pijp voor Je mee, als Vadeir van
me kreeg. Ik hoop Je dan mondelihg te dan
ken voor Je wijs en diepmenschelijfc inizicht
voor den goeden raad aan „den Vic", zooals
Je 'm noemt, gegeven.
Ik woon zooiang in 't hospitaal, bij Moe en
leef met de nurses de verpleegsters op
en neer. Het was een grootie; gunst, iwelke men
mij echter gaame toestomd, gezien alle om-
standigheden! Enfin, ik vertel dat allemaal
wel uitvoeriig, als ik ooit weeir eens in Ulfen-
hout ben. Ooit? Ja! Want ik ga fader niet van-
daan, voor Moe weer heelemaal beter is! Wat
er van m' n school terecfat moet komen, mag
Joost weten: maar Mjoeke gaat voor alles
goede menschen! Laat dat don. maar het „on-
verstandlige' zijn, 't welk eens tijd werd, dat
ik doen zou, volgens Vader. Weet je nog wel,
Dre? Van -den winter? In 'die donikere sneeuw-
dieef, daar in Jullie bosch! Als een schilderij
van Vader, zoo staat me diem stillen, ritselen-
den sneeuwval in dat donker© bosch, altijd nog
voor den geest.
Doch laat ik niet te zeer uitweidien. Hoeiwel,'
na die weken van spanning de reis waar
geen eind aan kiwam, den toestand waariin ik
mijin Moe aantrof, „stervend", dachben de dok
ters, de emobiesi daarna, als Moe mij, herken-
de, (m-aar van dat oogenbiik af langzaam
vooruit begin te gaan!) door dat alles heb ik
in geen we/ken regeimatig kunnen den-ken.
Zulks nu te kunnen doen is1 'n zegen op zich-
zelf. Ja, Dre en Truike, die dagen van Kerst-
mis in Ulvenhout doorgebracht, zal ik nooit,
noodt vengeten. Als Gij' slechts wist, wat er in
m.ij is omgeigaan in die goiuiden schemeru-ren
bij t stalleke, toen Jullie daar zoo diep gefaik-
k-ig met kinderen en kleinkinderen te luisteren
zat-en naar Valders sch-oone fantasieen op de
viooa. Ik zie h£im daar weer Staan met de
grijze lokken, tegen dien goude-n schemer van
kaarsenlicht, vedelend nooit geschrevennooit
gecomponeeride, maar to-ch zoo oude muziek.
Ik we-et niet of Jullie 't heelemaal verstaan
heb-t, maar er is nooit inniger gebed-en om wat
vredig -geluik.
Toen wist ik al, dat Moeder z-iek was-
Neen, ik zal die uren nooit vergeten. Wiant op
diiem donkeren Kers-tnaimididag, doorweven met
de goiuden lichtglanzen in dat „Donkere
Licht", Dre! hoorde ik wat mijn grijzen
Vader vedelend had-: 'n kle-in, klein beetje
geluk als Jullie voorrecht pas...! En ik voelde
dat het Kersbkind one niet in den s-teisik zou
laten.
Nu gaat het Pasclhen worden. Zou ook voor
ons, arme, verstrooide menischen een Nieu-
we Tijd gaan komen...? Geen donker, maar
Nieuiw Licht!
Beste Dre, Jij mioet ons helpen! Je kan dat
en je wil h-et ook, dat weet ik zeker!
Vijftien lange jare-n is Moeder van ons weg
geweest.
Van s-Cihuld, van oorzaken weet ik niets. Ik
weet slechts dit eene: vijftien jaren was ons
kleine gezdn verstrooifd. En waarachtig geluk
is er voor ons alien nooit meer gewieest. Vijf
tien lange donikere jaren, met het weinige
licht van fcorte va-canties, alieen met Vader.
Zoo was 't op kostschO'Ol, zoo was 't op un-i-
versiteit, zoo is 't geibleven. Moeder in Ameri
ka, Jules in de West, Vader in Jullie bos-
schen, ik in 't Geldersche provinc-iestadje „op
kaaners".
iSchuld
-Er was toch zekerboete!
En nou, Drd, het groote woord gaat emit!
Ik koim niet alleen naar Holland terug. Daar
voor ben ik dian tenslotte een waarachtige
dochti:r van den opstandiigen Victor Zonne-
veldi: er is- genoeg geboet! (Je weet wat Vader
er nog achteraan zou zeggen...! Ik d-enk 't)
(Hoe zieilisve-el ik van Vader houd-, hoe diep
en groot respect ik heb voor zijn genie, er zal
nooit 'n man zijn voor wien ik di-ep-er respect
hebben kan, er zal ooik nooit 'n onensch kun
nen bestaan, die meer voor mij zal kunnen
do-en, dan Vader pooigde en deed, maar... mijn
arme, -zwakke en witte Moedertje laat ik nooit
meer in den steek!
Keg 'm dat, Dre!
En laat me spoedig, spoedig iets vernemen.
Moeder wordt juist wakker. Ik heb geen tiid
meer. J
Haiti.lijikste groeten voor U beiden.
Uw U zeer toegenegen
Hanneke Zonneveld.
,,Dre, gij gaat vandaag mee den g'roenten-
wagel uit, ik mdt naar den Vic!"
,,'Kom-d-in orde, Opa", zee 't manneke blij.
„Geef oew b-oeiksike maar. Waar staan de pof-
fens? 'k Zal ze...""
„Beleefd Dreke, bele-efd blijven, h-orre!"
,,Qpa, ik zal ze eerst vendooven met 'n be-
leefd sm-oesje en dan pijlnioosi 'nen arm uit-
draaien", zee den d-apperen tiep.
Vijif minuten later klakte-n-ie mee z'n tons'
en daar roe ie den erf af, mee Blek.
Trui had gewo-on geenen tijd om iets te zeg
gen, zod nieuw.Stgiertg zat ze Hanneke's brief
te lezen...!
'n Half uur later was ik op de fiets bij den
Vic. In 't bosch had ik naast -m"n fiets ge-
kuierdi, straf prakizeerend op 'Hanne-kes schrii-
ven. J
Nou .geen foute-n maken! 't Kwam er nou
op aan dieen Vic bij z'n lurven te paklken, dat
Ie geen vin verroeren kost.
Zachtjes liep ik langs z'n hiuis. Daar zat ie,
geikleed en in z'nen vexfjas, d'en fiambard op
z'nen rug, de pijp uit, in zij-nen makikelijken
stoel. Vo-orover geleund, naar den grond te
kijiken, 'ni£n brief los in de handen.
'k Ging binnen, zonder kl-oppen. Herman,
aan mij zoetekens-aan gewend, hield zijnen
kop. Hij broimde alleen.
.iMiergen, Vi-c!"
Hij schro-k. Jij, Dre 't Is toch geen Zon
dag, of... of ben ik in de war?"
Z'nen kop stond wel s-broef, maar hij zag er
overiigens uit of ie 'n pak slaag -had g'ad.
,,'Ga -zitten, Dre, De brief van Hanneke is
gekomen."
,,'G-o-eie berichten, Vic? Ja zeker!"
,,Jawel, jawel, Dre. Met Lien eh met.
'Hannekes moeder gaat het vooruit... ja..."
hij zucfatte, liet het hoofd weer zakiken, h-ief
de hand o-p, liet ze s-lap vallen op zijnen knie.
,,Mo-eilijkfae-den, Vic?"
Toen ging ie re-chter-op zitten. Keek me aan,
peimizen-d-, kn-ikte lang hot -moede hoofd. Dan
sloo-t ie z'-n oogen, knee-p mee d-e sl-anke hand
z n voiorhoo-fd, aisof ie d'e ged'achten eruit
moest pe-rsen.
Dan hield ie, m,ee gesioten o-o-gen nog altij,
den brief voor en zee: ,,hier, lees".
,,Op een voorw-aarde, Vic."
Verrast keek i-e me aan. ,,Voorwaarde
,,Ja. Dat gij dan den deuzen lees-t!"
En ik gaf 'm mijnen brief van Hanneke.
„Heee...?'" zee-t-ie verrast. Jij66k...?"
En hij beigos-t te lezen. Te lezen... mee ze-
nuwachtiig-vriemelendiai han-d-en. Ik las zijnen
brief van Hanneke maar half. Keek meer
over den rand-, naar m'n-en moed-lijken, braven
kam-eraad.
'Nen drogen sndk mee-nde-n-ik te hooren.
W6er!
Toen sprong ie op, liep naar z'n slaapkamer.
't Duurd-e lang. Wfeil 'n kwartier en ik stond
'n-s op, liep 't atelier door. Na 'n kwartier ge-
kuierd te hebben ging ik weer zitten. Stak 'n
p:jp aan. Na 'n uur stak ik m'n vierde pijp aan
e-n docht: 't Kan aviond worden, maar ik gaai
hier nie vand-aan.
Toen kwam den Vic te voorschijn. Mee 'nen
hoofd, als igefaeite-ld uit witt-en marmer.
Hij- gaf mio 'n hand. Kneep m'nen v-lerk lam.
Dan wendde-n-ie -z'nen geteisterden, witten
kop af, sllkte, -kneep nog harder.
T-oein wo-u i-e spre-ken. „Dre.Hanneke..."
Ik liet z'n hand los, pak-te'm heelegaar vast
,,-hee igelijik, Vac!" zee ik.
Ahid-co, ik heb nog n-oodt 'nen man zoo ver-
slagen geizien.
„En ik, Vie, ik breng jou op den
'boot!'"
'Nen gelukkigen glans, lijk 'n zonnestraal
d-eur 'n donker bosch glom deur z'n tranen.
Hij is op weg.
Veuil groeten van Trui, Dre III en als altij
gin h-orke minder van oewen t.a.y.
DRE.
29. Kglf2 Pd7—b6!
Nu dreigt het paard weer verloren te gaan
door Kf8.
30. f4f5 f 7f 6
31. K£2e3 Kg7—f7
32. f5Xg6t h7Xg6
33. Pe7Xg6
Mien ziet, hoe listig het paard als het ware
is matgezet.
33.
34.
35.
36.
37.
Ke3d4
b2b3
g2—g4
-b3b4
Kf7Xg6
Kg6f5
Kf5e6
P-b6d7
b7b6
Om den witten koning van c5 af te houden.
38.
39.
40.
41.
42.
Zoo
Kd4e4
d3d4
d4d5f
Ke4f5
Kf5e4
is het onmiddellijk
Pd7—e6
Pe5g6
Ke6d6
Pg6h4f
afgeloopen. Nog
eenigen tegenstand had geboden 42. Kf6: Kd'5:
43. Kg5 (g5 a5 g6 Pg6: Kg6: Kb4: h4 a4 en
komt juist een zet eerder op al aan, wat h8D
verhindert) Pf3f. 44 Kf4 Pe5. 45. g5 a5. 46.
ba5: ba5: 47. g4 a4. 48. h5 a3 en komt zoowel
na g6 Ke6! als na h6 a2 h7 alD te laat aan
het doel.
42a6a5
Wit geeft op. Na5: ba5: 44. Kd4 Pg6. 45.
Kc4 Pe5 j"46. K-d4 Pg4: 47. hg4: a4. 47. Kc4
a3. 48. Kb3 Kb5: 49. Ka3: staat de witte
koning veel te ver weg. Men' zie: Ke4. 50
Kb4 Kf4. 51. Kc3 Kg4: 52. Kd3 Kf3 is het
spel gewonnen, daar de oppositie door Z-wart
altijd met een pionzet kan worden afgedwon-
gen.
Na
a b c d e f g h
Stand na 22. d3.
Hiermee herovert Zwart de kwaliteit.
23. cd3: Rdl: 24. Tdl Pf6 blijft hij bovendien
een pion voor, daar Pe7:? fout is wegens Te8
Tel Kf8 en het paard is gevangen. Eh na
23. Pe7Rc2: gaat het ook mis, bijv. 24. Td2
Pc7 (dreigt Te8 en Kf8) 25. f5 f6 en stuk-
verlies is niet meer te vermijden, daar Te8
Tel Kf7 volgt. Voorts faalt b3 op dc2: en
Rb3:
23. Tdl X d3Ra4—b5
24. Pc8Xe7 Rb5Xd3
25. c2Xd3 Pe8f6
Snijdt, gelijk in de andere varianten, het
paard af, en dreigt Te8 en Kf8.
519.
De wedBtrijd Ter NeuzenAxel, onlangs
alhier gespeeld, gaf aan het le bord de volgen-
de zeer interessante -partij te zien.
8. 3430 2024
9. 30.25 14—20
10. 25X14 9X20
11. 40—34 24—29
Nu blijikt, waarom schijf 50 bij, de 4e ze-t
te vroeg werd! o-pge-speeld-. Zwart haalt schijf
45 uit zijn hodkje, hetgeen niet moge-lijk zou
zijin, indi-en 44 nog op 50 stond. Immers na
zwart 2429 en 20X40 zou wit dian met 35
terug kunnen sl-aan naar 44.
12. 33X24 2-0X40
1-3. 45X34 1—7
14. 38—38 4(9
15. 3329 15—20
Op 1014 voligt wi-t 2924.
16. 42—38 1015
17. 3838 20—24
18. 2;9X'20 15X24
19. 43—38 5—10
2-0. 8430 1014
21. 30—25 7—1.1
22. 4742 1217
lOim 2722 en 31X22 te beletten wegens
21272-3 X 34 enz., maar tevens ter voorbe-
reidinig van 1722.
23. 4-9—43 14—20
24. 25X14 9X20
25. 4-6—41
Wit heeft moeilijk s-pel. De-ze zet vergroot
het aantal moeilijkheden.
25. 17—22
26. 2-8X17 11X22
27. 33—28 22X33
28. 39 X 28 8—1-2
Verhindert 2722 door 1218.
29. 43—39 2—8
30. 138—38 23—29
31. 42—38 20—25
De -tiwee laatste zet-ten van zwart forceren
practisch de wimst.
We pl-aatsen de thans ontstane positie op
diagram, daar we deze stand strak-s nog nodig
hebben voor een -mooie variant, die mogelijk
gewees-t was, in-dien wit anders- had vervolgd
dan in de partij.
ZWART 1 2 3 4 5
Wit aan zet heeft maar 66n voortzetting,
n.l. 4843. Hierop komen wij aan het eind
de-zer rubriek terug.
Op 444-0 wint zwart door 1923 en
25X45.
Op 28—23 ,en 32 X 34 ^ol-gt 21X43 enz.
Over 2822 p-raten we niet eens. Over
48-42 evemmin.
Tenslotte 2722, dat in d-e partij werd ge
speeld en waarna wit spoedig verlo-or.
32. 2722 18X27
33. 31X22 2-9—34
De eniige zet, d-ie direct winst afdw-in-gt.
O-p zw. 1218 zou wit zich herste-llen door
22- -17 en 28—23.
34. 39X30 25X34
35. 44—39 igedw. 34X43
36. 38X49
Het is lood om oud ijzer. Slaat wit van 48
naar 39, -dan volgt zw. 121-8 met sc-hijfwinst,
want wit heetf-t geen tempo om strak-s 2823
te kunnen spelen.
36.
Deze tusschenzet is no-dig.
antwoordt wit 3329
24-
Op
-30
zw. 1218
37. 35X24
19X30
38. 33—29
Wit heeft niets beters.
3-8.
12—18
39. 48—43
18X38
40. 43X®2
21—27
41. 32X21
16X27
De rest is gemakkelijk.
42. 28—23
6—11
43. 49—44
11—17
44. 44-3-9
17—22
45. 39—33
13—18
4'6. 23X12
8X17
47. 37—32
2-7X38
48. 33X4-2
30—35
Wit -gaf op.
Tf8d8
Td8—d7
van den zwakken
Pf 6 X d7
26. Tflcl
27. Tel—c7
Dit is sterker dan ruil
pion d-3 tegen b7.
28. Tc7Xd7
Er dreigt nu Pc5, wat na 29. Pd5 een pion
wint (29. Pd5 Pc5. 30. d4 Pb3), en na Pc8
evenzoo, bijv. 29. Pc8 Pc5. 30. d4 Pd3. 31.
Pd6 b6. 32. Pe8j Kf8. 33. Pc7 Pf4. 34. Pa6:
Pe2f en Pd4: Deze laatste variant was, on-
danks het pionverlies, voor Wit nog het best.
Wit: Markusse, Axe-l. Zwart: K.
1. 3328 18—23
2. 3933 1218
3. 44—39 712
4. 50—44
Dit is te vroeg gespeeld. De juiste zet is -hier
31—27 of 34—30.
Zie de opm. hij de lie zet van zw.
4. 17—2-1
5. 31—27 2126
6. 36—31
Waarom toch deze eigenaardige voortzet
ting? Nodig was 3731.
6- 11—17
Natuurlijk! Zwart krijgt de gelegenhieid het
st-erke klaverblad te vormen op -d'e velden 16,
21 en 26.
Dit kl-averbla-d zal een niet gering aandeel
in de overwinning hebben. Welbe-schouwd is
wits fo-utieve 6e zet dus reeds- van beslissende
bete'k-enis voor de uitslag der partij.
7. 4136 1721
-Men plaatse nu de diagraims-tand nog eens
op het bord. Een schitt-erend-e variant had
kunnen -o-ntstaan, als wit o-p de 32e zet met
4843 had verv-olgd.
Uit de stand op -diagram spelen we nu:
32.
4843
1-8—23
33.
4440
25—30
34.
4034
29X40
35.
35X44
23-29
36.
-28-22
(of?)
3—9!!
37.
33—28
(of?)
12—17
38.
22X11
16X7
39.
27X16
7—11
40.
116X7
8—12
41.
7X18
13X42
42.
37X48
26 X 46 wint
WIT
Een wel zee-r bij-zondtere s-pel-gang, die in
.bovemstaande partij lang niet onmogelijik -ge
weest was.