\m mink FeuiSleton-verfelfingen 1. til Dam- en Schaakrubriek m. w>, SCHAKEN. BRABANTSCHE BRIEVEN. DAMMEN,. iii steld en heeft nu zelfs nog de kan-s om als derde in de ranglijst het seizoen te beeindigen. Wij verwacbten dan ook dat Biervliet in haar laatsten competitiewedstrijd de meerderheid van Sluiskil zal moeten erkennen. OostburgCorn Boys. Het eenige punt dat Oostburg tot nu toe heeft kunnen verkrijgen (was juist op het terrein van de Corn Boys, dat voor menige andere club juist het struikelblok bleek te zijn. De thuisclub heeft dus al definitief beslag gelegd op de laatste plaats in haar afdeeling, maar het zou toch prettiger voor haar zijn als zij al is het ook slechts eenmaal de beide punten uit eon wedstrijd kon bemach- tigen. Wij voorzien echter niet, dat de Corn Boys aan Oostburg die gelegenheid zal geven. Nederl. Voetbaifoeker. In de tweede ronde komen Vlissingen en Middelburg tegenover elkaar, twee oude ge- trouwen dus, die met afwisselend suce-es elkaar reeds meermalen bekampten. In de eerste ronde zal Goes te bekampen krijgen Alliance en daarmede een te vreezen tegen- stander, want Alliance heeft te Ter Neuzen wel getoond wat zij in haar mars heeft. RBS en RCS kennen elkaar ook reeds uit de com- petitiewedstrijden. Destijds wist RBC thuis- spelend van ROS met 63 te winnen, doch RCS won op haar beurt te Souburg van RBC met 1—0. Het zijn dus alle drie zeer span- nende wedstrijden te noemen. Zeeuwsche Voetbalbond. Eerste klasse. Te Sas van Gent heeft de plaatselijke ont- moetmg plaats tusschen het reserve-elftal van de Corn Boys en het eerste elftal van SVO Zij komen voor de tweede maal tegenover elkaar te staan en zullen thans moeten uit- maken wie van beide het sterkste is want destijds eindigde deze kamp met een blanken stand aan beide zijden. Het derde elftal van Terneuzen wacht een aardigen kamp tegen Philippine, dat weliswaar juist boven haar staat in de ranglijst met 3 punten meerder- neia, doch de jonge rood-zwarten wisten te Philippine een gelijk spel te verkrijgen. Er kan dus gesproken worden van twee gelijk- waardige ploegen en voor Terneuzen 3 komt het er thans op aan om eens te toonen dat zij op eigen terrein haar combinatiespel ibeter kan ontplooien dan destijds te Philippine het geval was. De reserves van Hulst zulen het met gemakkelijk krijgen nu zij het elftal op bezcek krijgt dat aanspraak kan gaan maken op een plaats in de Derde Klasse van den KNVB. De Ter Neuzensche Boys toch zullen mdien zij te Hulst winnen niet meer van de eerste plaats verdrongen kunnen worden. Hoogstens kan Hontenisse haar nog nabij komen, doch dan zou alles betreffende den mdertijd gestaakten wedstrijd Ter Neuzensche Boys—Philippine in het nadeel van de Boys moeten verloopen, wat wij echter niet kunnen aannemen. Waar de reserves van Hulst uit 13 wedstrijden slechts 6 punten hebben weten te verzamelen, moet een komende overwinning van de Ter Neuzensche Boys wel als zeker worden beschouwd, doch dat zij op hun hoede zyn en er niet te gemakkelijk over denken. Nog even de tanden op elkaar, vlak voor de haven gaat er, zooals zij weten, een sterke stroom, die de voile aandacht vraagt. derde elftal het goede voorbeeld geven, want Terneuzen 3 volgde ook te Philippine hun voetspoor. De reserves van SVO ontvangen de spelers van het derde elftal van hun plaats- genooten de Corn Boys, Met iets beteren stand van SVO is het te verwachten, dat het op eigen terrein spelend elftal de over- winning zal behalen. Sluiskil 2 z.et het kam- pioenscfaap- zeer nabij, en waicht slechts op de beslissende partij tegen de reserves van de Ter Neuzensche Boys. In den strijd tegen de reserves van Ria zullen de Sluiskillenaren niet struikelen en brengt hen dus weder een stapje nader naar de edreplaats. ..OngeluikkenWie. Hoe bedtoelde, Vic?" ,,Wel, aan. t loket! Zo-odn sicfalemiel vroeg me of al die leesteekens o-oik overgekabeld moesten worden...! Ik vraag je, Drre! Stijf geraasd heb ik t zoodje! En m'n kop eraf, als ze 't no<u toch nie fa-ebb en -gedaan!" Ik moest toch efkens dachen; zee: „dat ge- loof ik nie, Vie, maar die aanlbte getoraoht, mij naar Amerika te latem gaan. Ja hij heeft mij alles vert eld. Je weet hoe hij is, dat groote, goeie kind: 'n boek, gedrukt met Z.V.B.-Bekerwedstrijden. Hontenisse moet naar Groede, dat in haar afdeeling de derde plaats inneemt. Men mag dus verwachten, dat het een overwinning voor de bezoekers zal worden. BKW gaat bij Schoondijke te gast en vindt in dit elftal num- mer een van Afdeeling B. Het is dus moei- iijk hier een voorspelling te doen, want al moge BKW sterk geacht worden, Schoondijke is dit ook hetgeen haar stand bewijst met slechts een verloren wedstrijd en twee gelijke spelen van de 16. Hontenisse 2 komt tegen over BKW 2, krijgt dus gelegenheid om revanche te nemen op de in de competitie ge- leden nederlaag op eigen terrein met 23. Ria uit Westdorpe zal het gemakkelijk krij gen daar zij te Groede het tweede elftal tegen over zich krijgt, en Groede 2 prijkt heel onder- aan in de ranglijst. VENTE DE LAATSTE DAGEN VRIJ ERNSTIG ZIEK. Dat de middenvoor van het Nederlandsch elftal, Leen Vente, Zondag in den wedstrijd tegen Belgie niet geheel in conditie was, zul len maar weinigen weten. De Rotterdammer namelijk was reeds Zaterdag niet vrij van koorts en dat hij niettemin toch naar Ant- weripen ging, is, sehrijft „D© Telegraaf" slechts te danken aan zijn ijlzeren wil om toch het beiste te geven dat in hem was. De abnormale weersomstandigheden hebben Zondag evenwel niet meegewerkt en zijn zeker niet bevorderlijk geweest voor Vente's ge- zondheid. Direct na den wedstrijd is hij naar Rotterdam gegaan, Maandag steeg de tem- peratuur en Dinsdag.,was onze nationale mid denvoor er werkelijk ernstig aan toe. Geluk- kig was Woensdagmorgen de temperatuur belangrijk afgenomen en de dokter, die een Zwaren griepaanval comstateerde, heeft alle hoop, dat Vente spoedig zal zijn hersteld. Voorloopig zal hij evenwel nog het bed moeten houden, zoodat nog niet vast staat of hij in den eerstvolgenden kampioenswedstrijd van Feijenoord van de partij zal zijn. Tweede klasse. Het derde elftal van Hulst krijgt in het tweede elftal van de Ter Neuzensche Boys ook al een kampioensploeg te bekampen, al vinden deze nog de reserves van Sluiskil op hun weg, die zij bovendien nog te bestrijden hebben, wellicht bij gelijken stand. Te Ter Neuzen klopten de Boys het derde elftal van Hulst met niet minder dan 121. Er kan dus nog wel wat af, maar zij dienen er toch op te letten, dat de doelman van hun tegen- standers meer zal moeten visschen dan die van hun eigen ploeg. Het vierde elftal van Terneuzen ontvangt het reserve elftal van Philippine, waarmede zij destijds de punten hebben moeten deelen. Laten zij eens aan het Siciliaansche Partij. Wit: Dr. A. Olland. Zwart Nijmegen 1921. 1. e2e4 2. Pgl—f3 3. d2d4 4. Pf3Xd4 5. Fblc3 Wit kan nu niet ibulderde-n- M. Euwe. c7c5 Pb8c6 c5Xd4 Pg8f 6 variant overgaan. met c4 in de Maroczy- In moderne tijden heeft men hier wel 5. f3 geprobeerd, om toch c4 te kunnen spelen. Zwart komt dan echter in ontwikkelingsvoordeel. 5d7d6 Dit geldt voor de beste voortzetting; men spreekt wel van de Scheveningsche variant, die echter pas na d6 en e6 benevens Re7 ont- staat. 6. Rflc4 Rc8d7 Wit en Zwart wijken hier van de gebrui- kelijke paden af, of liever, in 1921 was deze voortzetting zeer in trek. 7. 0—-0 g7g6 8. Rcle3 Rf8—g7 9. h2—h3 Er dreigde Pg4 met ruil van een raadsheer. 90—0 10. Ddl—d2 a7a6 11. a2a4 Wit verhindert b7Ib5, belemmert dus den zwarten opmarsch, maar verzwakt zijn eigen damevleugel. 11 Ta8c8 Bedreigt Rc4 door Pd4: Dd4 Pg4. 12. Rc4b3 Dd8c7 Zwart richt zich, gelijk gewoonlijk in de Siciliaansche partij, op het veld c4. Hiertegen wordt dikwijls Pd4—b3 gespeeld om het zwarte paard van a5 af te houden, alsmede f4 om ook e5 te beheerschen. 13. Taldil Pc6e5 14. Re3—h6 Wit zal van zijn raadsheerpaar afstand moeten doen en gaat nu den zwarten konings- vleugel verzwakken. Dit kan pas, wanneer het paard op c6 weg is, daar de dame tot zoo lang het paard op d4 moet dekken. Ruilen op c6, waartoe Wit vaak gedwongen is, ont- wikkelt het zwarte spel, doordat Rc6 groote kracht krijgt, of na bc6: het zwarte centrum versterkt wordt. 14Pe5c4 15. Rc3Xc4 Gedwongen wegens de dreiging Pb2: 15. Dc7Xc4 16. Rh,6Xg7 Kg8Xg7 Nu is h6 evengoed gedekt als eerst. Zwart is op de zwarte velden wat zwak, maar de raadsheer die daar gebruik van kan maken, ontbreekt. 17. f2f4 Rd7Xa4 Op den damevleugel moet Zwart zijn heil zoeken. Men zie, dat c2 zwak is, en Pc3 Uilvenhout, 7 April 1938. Aardco, Lijk ik oe verlejen week al schreef, het tweede telegram van Hanneke was gerust- stellenider. Er stond in: „Crisis voorbij, brief onderweg, Han neke". Dat was 't ant- woorxi op den Vic z'n uibvoerdg telegram- antwooird ibetaald, dat ie 'is Maamdags vroeg na dieen critieken Zondag, had weiggestuurd. ,,'Se-nap je dat" nou, Dre ie: ,,igeen avoord, geen letter over geld!! 'k Heb 't nog zod dui-de-lijk in m'n telegram gezet: ,,Roep beste hulp! Let niet op geld!! Zal te- legrafisch overmaken!Hoeveel??" Vol! met uitrroepteekenls en zoo, maar die zullen die onigelukken wel niet ovenrgeseind hebben, vbrmoed ik!" daardoor vast staat. Zwart is met zijn aanval eerder gekomen, daar Wit door Rc4—ib3 en Rcle3h6g7 tijd verloren heeft. 18. e4>e5 Pf6—e8 Sterker dan eerst de5: fe5: waarna lietzelfde met meer kracht geschiedt. 19. Pc3d5 Nu kan Dd5: natuurlijk niet wegens Pf5f. 19d6 X e5 Een mooie combinatie, die tegenspel geeft. Wit had nu eenvoudig met fe5:! moeten ant- woorden, waardoor zijn dreigingen bestaan blijven (o.a. b3 en Pb6). 20. Pd5b6 Dc4Xd4 21. Dd2Xd4 e5Xd4 22. Pb6 X c8 Zwart is in het voordeel, want er dreigt zeer sterk Rc2: Bovendien heeft hij twee pionnen tegen de kwaliteit, wat een halven pion voordeel beteekent. Maar er dreigt b3 en Td4: benevens Pe7:, waarmee Wit de kwa liteit voor blijft. d4d3 „Heblbein alleen maar te doen wat ik zeg en dat heb ik ze eens duidelijk igemaaikt. 't Gaat hier om leven of dood, heb ik gezegd en maak dit telegram direct over, of ik brreek hier de beele tent' afToen kwam de direeteur-of-zoo- iets te voorschijn. Die was bang, geloof ik, dat ik al onmiddellijk met de slooperij izou begin- nen! M'n hart was; eir goed genoeg voor, Drd! ,,Wij willen met plezier al die leesteeikens over- seinen", zei dis d'iender: „maar uw telegram wordt er tien guldend duurder meis en dan is 't de vraag, of de Amerikaansche amibtenaren die dutabele en drieduibbele uitroepteekens allemaal ove.mem.en". Ondertussehen lag m'n telegram altijd nog' te wachten! Vent, schiet toch op, gaf ik 'm ten antwoord en> als die Amerikaansche telegrafisten daarvoor 't hart heibben, is er vanavond nog 'n telegram van driediuiizend woorden bij President Roosevelt!" Sjonge, wat was ie wicer lekker op dreef, amico. ,,Windt jou nou zooiets niet op, Dre?" vroeg ie stoimvenbaasd. „Wiatte, Vic?"" „Dat zulke lui zoo onnoozei onpractisch zijn. Zie nou d'at meiske-van-meCrisis voor bij brief onderweg!" Mee z'n wapperende hand sloeig ie op 't telegrammeke: „kan 't korter? Moet ik 'n week op dien brief zitten wachten, terwijl met tien, twin'tig, voor mijn parrt met n paar honderd woorden meer op dit telegram ik alles geweten had." ,,Wat hadde geren nog meer geweben, Vic?" Toen zette-n-ie z'n eigen in posituur, zee: „nou!". Vreef over z'nen kop, den hoed naar achteren: ,,no-u! Eh... nou van alles! Ja! Van alles natuurljjk! Vraag niet zulke stomme dingen!''' ,,Zeg, Vic, ik ben den directeur van 't tele- graafkantoor niet Toen scboot ie in den lach. Ging op z'n tee- nen staan, hij. is maar kort van s.tulk, sloeg me hard op m'n schouwer en blij riep ie: „in ieder geval, Dr£ ik kan weer werrken! Werrken! Goddankk ik kan weer werfcen." Toen, mee 'n lage stem: ,,man, als je wist, wat dat was.Niet kunnen werken.Als 'n visch-op-'t droge te liggen apegapen, te verkwijnicn." Dan, mee 'nen spronig van den vloer: „maar God zij geloofd1, ik kan weer licht! wind! r-uimte!! schilderen! Donikere bosch- kathedralen met gloeiend, smeulemd licht!!" Zijn oogen liepen rood, z'n keel zwoi dik van groot geluik. ,,Dat ik weer zeien en werrken kan!" Efkens stond ie, na deuzen ui'tval, mee 'n zentiwtrekkend gezicht, bleek van emotie, trillend van werkdrift, me aan te kijiken. Maar ik geloof nie, dat ie me zag. Z'n ver- strooide, turendai, troebel© schilderso-ogen kmipperden in 't „donkene" licht", in de schil- derij;, die 'm geenen rust laat. Ineensi stak ie z'n hand uit, zee „bonjour!" en hij liep weg of ie onweerstaanbaar ge- trofcken wierd naar z'n boschhuis. ,,W!at zegde van dieen telegrafist?''' zoo kwaim Trui toen te voorschijn uit 't achter- huds. Wat moest ik zeggen? Duuzend gedachten wiemelden door m'n hoofd. Heel de week zag ik 'm nie-meer. Toen ■brocht Driek Frijiters, onzen postbooi, op 'nen mergen 'nen brief uit Boston. Van 'Hanneke. 'ik Vergat mete-en den Driek, m'n botram- m-en, m'nien koffie en 'k riukte mee mijnen vurk den brief los. Hanneke schreef: „Beste Vrienden, Drd en Trui, M"n arme Moe slaapt. En als ik met deze mededeeling m'n brief begin, dan wil d-at zeg gen, beste menschen, dat 't van zoo'n groote en geluikkige beteekeniis is, dat ik zulks schrij- ven kan. Wlant volgens de dokters: ,,als Mioe veel en goed1 slapi£n kan, dan is elke adem- haling 'n stap naar de beterschap! Niu eerst iet'S anders: Drd, ik weet niet hoe ik Je danken zal dat Jij Vader op 't idee hebt opengeislagen groote letters, klaar en waar van jnhoud, als zijn schilderijen zijn' Neen, ik weet niet hoe ik Je danken zal, maar geloof mi.': ik zal het nooit vergeten. In ieder geval breng ik straiks uit AJmerika net zoo'n mooie pijp voor Je mee, als Vadeir van me kreeg. Ik hoop Je dan mondelihg te dan ken voor Je wijs en diepmenschelijfc inizicht voor den goeden raad aan „den Vic", zooals Je 'm noemt, gegeven. Ik woon zooiang in 't hospitaal, bij Moe en leef met de nurses de verpleegsters op en neer. Het was een grootie; gunst, iwelke men mij echter gaame toestomd, gezien alle om- standigheden! Enfin, ik vertel dat allemaal wel uitvoeriig, als ik ooit weeir eens in Ulfen- hout ben. Ooit? Ja! Want ik ga fader niet van- daan, voor Moe weer heelemaal beter is! Wat er van m' n school terecfat moet komen, mag Joost weten: maar Mjoeke gaat voor alles goede menschen! Laat dat don. maar het „on- verstandlige' zijn, 't welk eens tijd werd, dat ik doen zou, volgens Vader. Weet je nog wel, Dre? Van -den winter? In 'die donikere sneeuw- dieef, daar in Jullie bosch! Als een schilderij van Vader, zoo staat me diem stillen, ritselen- den sneeuwval in dat donker© bosch, altijd nog voor den geest. Doch laat ik niet te zeer uitweidien. Hoeiwel,' na die weken van spanning de reis waar geen eind aan kiwam, den toestand waariin ik mijin Moe aantrof, „stervend", dachben de dok ters, de emobiesi daarna, als Moe mij, herken- de, (m-aar van dat oogenbiik af langzaam vooruit begin te gaan!) door dat alles heb ik in geen we/ken regeimatig kunnen den-ken. Zulks nu te kunnen doen is1 'n zegen op zich- zelf. Ja, Dre en Truike, die dagen van Kerst- mis in Ulvenhout doorgebracht, zal ik nooit, noodt vengeten. Als Gij' slechts wist, wat er in m.ij is omgeigaan in die goiuiden schemeru-ren bij t stalleke, toen Jullie daar zoo diep gefaik- k-ig met kinderen en kleinkinderen te luisteren zat-en naar Valders sch-oone fantasieen op de viooa. Ik zie h£im daar weer Staan met de grijze lokken, tegen dien goude-n schemer van kaarsenlicht, vedelend nooit geschrevennooit gecomponeeride, maar to-ch zoo oude muziek. Ik we-et niet of Jullie 't heelemaal verstaan heb-t, maar er is nooit inniger gebed-en om wat vredig -geluik. Toen wist ik al, dat Moeder z-iek was- Neen, ik zal die uren nooit vergeten. Wiant op diiem donkeren Kers-tnaimididag, doorweven met de goiuden lichtglanzen in dat „Donkere Licht", Dre! hoorde ik wat mijn grijzen Vader vedelend had-: 'n kle-in, klein beetje geluk als Jullie voorrecht pas...! En ik voelde dat het Kersbkind one niet in den s-teisik zou laten. Nu gaat het Pasclhen worden. Zou ook voor ons, arme, verstrooide menischen een Nieu- we Tijd gaan komen...? Geen donker, maar Nieuiw Licht! Beste Dre, Jij mioet ons helpen! Je kan dat en je wil h-et ook, dat weet ik zeker! Vijftien lange jare-n is Moeder van ons weg geweest. Van s-Cihuld, van oorzaken weet ik niets. Ik weet slechts dit eene: vijftien jaren was ons kleine gezdn verstrooifd. En waarachtig geluk is er voor ons alien nooit meer gewieest. Vijf tien lange donikere jaren, met het weinige licht van fcorte va-canties, alieen met Vader. Zoo was 't op kostschO'Ol, zoo was 't op un-i- versiteit, zoo is 't geibleven. Moeder in Ameri ka, Jules in de West, Vader in Jullie bos- schen, ik in 't Geldersche provinc-iestadje „op kaaners". iSchuld -Er was toch zekerboete! En nou, Drd, het groote woord gaat emit! Ik koim niet alleen naar Holland terug. Daar voor ben ik dian tenslotte een waarachtige dochti:r van den opstandiigen Victor Zonne- veldi: er is- genoeg geboet! (Je weet wat Vader er nog achteraan zou zeggen...! Ik d-enk 't) (Hoe zieilisve-el ik van Vader houd-, hoe diep en groot respect ik heb voor zijn genie, er zal nooit 'n man zijn voor wien ik di-ep-er respect hebben kan, er zal ooik nooit 'n onensch kun nen bestaan, die meer voor mij zal kunnen do-en, dan Vader pooigde en deed, maar... mijn arme, -zwakke en witte Moedertje laat ik nooit meer in den steek! Keg 'm dat, Dre! En laat me spoedig, spoedig iets vernemen. Moeder wordt juist wakker. Ik heb geen tiid meer. J Haiti.lijikste groeten voor U beiden. Uw U zeer toegenegen Hanneke Zonneveld. ,,Dre, gij gaat vandaag mee den g'roenten- wagel uit, ik mdt naar den Vic!" ,,'Kom-d-in orde, Opa", zee 't manneke blij. „Geef oew b-oeiksike maar. Waar staan de pof- fens? 'k Zal ze..."" „Beleefd Dreke, bele-efd blijven, h-orre!" ,,Qpa, ik zal ze eerst vendooven met 'n be- leefd sm-oesje en dan pijlnioosi 'nen arm uit- draaien", zee den d-apperen tiep. Vijif minuten later klakte-n-ie mee z'n tons' en daar roe ie den erf af, mee Blek. Trui had gewo-on geenen tijd om iets te zeg gen, zod nieuw.Stgiertg zat ze Hanneke's brief te lezen...! 'n Half uur later was ik op de fiets bij den Vic. In 't bosch had ik naast -m"n fiets ge- kuierdi, straf prakizeerend op 'Hanne-kes schrii- ven. J Nou .geen foute-n maken! 't Kwam er nou op aan dieen Vic bij z'n lurven te paklken, dat Ie geen vin verroeren kost. Zachtjes liep ik langs z'n hiuis. Daar zat ie, geikleed en in z'nen vexfjas, d'en fiambard op z'nen rug, de pijp uit, in zij-nen makikelijken stoel. Vo-orover geleund, naar den grond te kijiken, 'ni£n brief los in de handen. 'k Ging binnen, zonder kl-oppen. Herman, aan mij zoetekens-aan gewend, hield zijnen kop. Hij broimde alleen. .iMiergen, Vi-c!" Hij schro-k. Jij, Dre 't Is toch geen Zon dag, of... of ben ik in de war?" Z'nen kop stond wel s-broef, maar hij zag er overiigens uit of ie 'n pak slaag -had g'ad. ,,'Ga -zitten, Dre, De brief van Hanneke is gekomen." ,,'G-o-eie berichten, Vic? Ja zeker!" ,,Jawel, jawel, Dre. Met Lien eh met. 'Hannekes moeder gaat het vooruit... ja..." hij zucfatte, liet het hoofd weer zakiken, h-ief de hand o-p, liet ze s-lap vallen op zijnen knie. ,,Mo-eilijkfae-den, Vic?" Toen ging ie re-chter-op zitten. Keek me aan, peimizen-d-, kn-ikte lang hot -moede hoofd. Dan sloo-t ie z'-n oogen, knee-p mee d-e sl-anke hand z n voiorhoo-fd, aisof ie d'e ged'achten eruit moest pe-rsen. Dan hield ie, m,ee gesioten o-o-gen nog altij, den brief voor en zee: ,,hier, lees". ,,Op een voorw-aarde, Vic." Verrast keek i-e me aan. ,,Voorwaarde ,,Ja. Dat gij dan den deuzen lees-t!" En ik gaf 'm mijnen brief van Hanneke. „Heee...?'" zee-t-ie verrast. Jij66k...?" En hij beigos-t te lezen. Te lezen... mee ze- nuwachtiig-vriemelendiai han-d-en. Ik las zijnen brief van Hanneke maar half. Keek meer over den rand-, naar m'n-en moed-lijken, braven kam-eraad. 'Nen drogen sndk mee-nde-n-ik te hooren. W6er! Toen sprong ie op, liep naar z'n slaapkamer. 't Duurd-e lang. Wfeil 'n kwartier en ik stond 'n-s op, liep 't atelier door. Na 'n kwartier ge- kuierd te hebben ging ik weer zitten. Stak 'n p:jp aan. Na 'n uur stak ik m'n vierde pijp aan e-n docht: 't Kan aviond worden, maar ik gaai hier nie vand-aan. Toen kwam den Vic te voorschijn. Mee 'nen hoofd, als igefaeite-ld uit witt-en marmer. Hij- gaf mio 'n hand. Kneep m'nen v-lerk lam. Dan wendde-n-ie -z'nen geteisterden, witten kop af, sllkte, -kneep nog harder. T-oein wo-u i-e spre-ken. „Dre.Hanneke..." Ik liet z'n hand los, pak-te'm heelegaar vast ,,-hee igelijik, Vac!" zee ik. Ahid-co, ik heb nog n-oodt 'nen man zoo ver- slagen geizien. „En ik, Vie, ik breng jou op den 'boot!'" 'Nen gelukkigen glans, lijk 'n zonnestraal d-eur 'n donker bosch glom deur z'n tranen. Hij is op weg. Veuil groeten van Trui, Dre III en als altij gin h-orke minder van oewen t.a.y. DRE. 29. Kglf2 Pd7—b6! Nu dreigt het paard weer verloren te gaan door Kf8. 30. f4f5 f 7f 6 31. K£2e3 Kg7—f7 32. f5Xg6t h7Xg6 33. Pe7Xg6 Mien ziet, hoe listig het paard als het ware is matgezet. 33. 34. 35. 36. 37. Ke3d4 b2b3 g2—g4 -b3b4 Kf7Xg6 Kg6f5 Kf5e6 P-b6d7 b7b6 Om den witten koning van c5 af te houden. 38. 39. 40. 41. 42. Zoo Kd4e4 d3d4 d4d5f Ke4f5 Kf5e4 is het onmiddellijk Pd7—e6 Pe5g6 Ke6d6 Pg6h4f afgeloopen. Nog eenigen tegenstand had geboden 42. Kf6: Kd'5: 43. Kg5 (g5 a5 g6 Pg6: Kg6: Kb4: h4 a4 en komt juist een zet eerder op al aan, wat h8D verhindert) Pf3f. 44 Kf4 Pe5. 45. g5 a5. 46. ba5: ba5: 47. g4 a4. 48. h5 a3 en komt zoowel na g6 Ke6! als na h6 a2 h7 alD te laat aan het doel. 42a6a5 Wit geeft op. Na5: ba5: 44. Kd4 Pg6. 45. Kc4 Pe5 j"46. K-d4 Pg4: 47. hg4: a4. 47. Kc4 a3. 48. Kb3 Kb5: 49. Ka3: staat de witte koning veel te ver weg. Men' zie: Ke4. 50 Kb4 Kf4. 51. Kc3 Kg4: 52. Kd3 Kf3 is het spel gewonnen, daar de oppositie door Z-wart altijd met een pionzet kan worden afgedwon- gen. Na a b c d e f g h Stand na 22. d3. Hiermee herovert Zwart de kwaliteit. 23. cd3: Rdl: 24. Tdl Pf6 blijft hij bovendien een pion voor, daar Pe7:? fout is wegens Te8 Tel Kf8 en het paard is gevangen. Eh na 23. Pe7Rc2: gaat het ook mis, bijv. 24. Td2 Pc7 (dreigt Te8 en Kf8) 25. f5 f6 en stuk- verlies is niet meer te vermijden, daar Te8 Tel Kf7 volgt. Voorts faalt b3 op dc2: en Rb3: 23. Tdl X d3Ra4—b5 24. Pc8Xe7 Rb5Xd3 25. c2Xd3 Pe8f6 Snijdt, gelijk in de andere varianten, het paard af, en dreigt Te8 en Kf8. 519. De wedBtrijd Ter NeuzenAxel, onlangs alhier gespeeld, gaf aan het le bord de volgen- de zeer interessante -partij te zien. 8. 3430 2024 9. 30.25 14—20 10. 25X14 9X20 11. 40—34 24—29 Nu blijikt, waarom schijf 50 bij, de 4e ze-t te vroeg werd! o-pge-speeld-. Zwart haalt schijf 45 uit zijn hodkje, hetgeen niet moge-lijk zou zijin, indi-en 44 nog op 50 stond. Immers na zwart 2429 en 20X40 zou wit dian met 35 terug kunnen sl-aan naar 44. 12. 33X24 2-0X40 1-3. 45X34 1—7 14. 38—38 4(9 15. 3329 15—20 Op 1014 voligt wi-t 2924. 16. 42—38 1015 17. 3838 20—24 18. 2;9X'20 15X24 19. 43—38 5—10 2-0. 8430 1014 21. 30—25 7—1.1 22. 4742 1217 lOim 2722 en 31X22 te beletten wegens 21272-3 X 34 enz., maar tevens ter voorbe- reidinig van 1722. 23. 4-9—43 14—20 24. 25X14 9X20 25. 4-6—41 Wit heeft moeilijk s-pel. De-ze zet vergroot het aantal moeilijkheden. 25. 17—22 26. 2-8X17 11X22 27. 33—28 22X33 28. 39 X 28 8—1-2 Verhindert 2722 door 1218. 29. 43—39 2—8 30. 138—38 23—29 31. 42—38 20—25 De -tiwee laatste zet-ten van zwart forceren practisch de wimst. We pl-aatsen de thans ontstane positie op diagram, daar we deze stand strak-s nog nodig hebben voor een -mooie variant, die mogelijk gewees-t was, in-dien wit anders- had vervolgd dan in de partij. ZWART 1 2 3 4 5 Wit aan zet heeft maar 66n voortzetting, n.l. 4843. Hierop komen wij aan het eind de-zer rubriek terug. Op 444-0 wint zwart door 1923 en 25X45. Op 28—23 ,en 32 X 34 ^ol-gt 21X43 enz. Over 2822 p-raten we niet eens. Over 48-42 evemmin. Tenslotte 2722, dat in d-e partij werd ge speeld en waarna wit spoedig verlo-or. 32. 2722 18X27 33. 31X22 2-9—34 De eniige zet, d-ie direct winst afdw-in-gt. O-p zw. 1218 zou wit zich herste-llen door 22- -17 en 28—23. 34. 39X30 25X34 35. 44—39 igedw. 34X43 36. 38X49 Het is lood om oud ijzer. Slaat wit van 48 naar 39, -dan volgt zw. 121-8 met sc-hijfwinst, want wit heetf-t geen tempo om strak-s 2823 te kunnen spelen. 36. Deze tusschenzet is no-dig. antwoordt wit 3329 24- Op -30 zw. 1218 37. 35X24 19X30 38. 33—29 Wit heeft niets beters. 3-8. 12—18 39. 48—43 18X38 40. 43X®2 21—27 41. 32X21 16X27 De rest is gemakkelijk. 42. 28—23 6—11 43. 49—44 11—17 44. 44-3-9 17—22 45. 39—33 13—18 4'6. 23X12 8X17 47. 37—32 2-7X38 48. 33X4-2 30—35 Wit -gaf op. Tf8d8 Td8—d7 van den zwakken Pf 6 X d7 26. Tflcl 27. Tel—c7 Dit is sterker dan ruil pion d-3 tegen b7. 28. Tc7Xd7 Er dreigt nu Pc5, wat na 29. Pd5 een pion wint (29. Pd5 Pc5. 30. d4 Pb3), en na Pc8 evenzoo, bijv. 29. Pc8 Pc5. 30. d4 Pd3. 31. Pd6 b6. 32. Pe8j Kf8. 33. Pc7 Pf4. 34. Pa6: Pe2f en Pd4: Deze laatste variant was, on- danks het pionverlies, voor Wit nog het best. Wit: Markusse, Axe-l. Zwart: K. 1. 3328 18—23 2. 3933 1218 3. 44—39 712 4. 50—44 Dit is te vroeg gespeeld. De juiste zet is -hier 31—27 of 34—30. Zie de opm. hij de lie zet van zw. 4. 17—2-1 5. 31—27 2126 6. 36—31 Waarom toch deze eigenaardige voortzet ting? Nodig was 3731. 6- 11—17 Natuurlijk! Zwart krijgt de gelegenhieid het st-erke klaverblad te vormen op -d'e velden 16, 21 en 26. Dit kl-averbla-d zal een niet gering aandeel in de overwinning hebben. Welbe-schouwd is wits fo-utieve 6e zet dus reeds- van beslissende bete'k-enis voor de uitslag der partij. 7. 4136 1721 -Men plaatse nu de diagraims-tand nog eens op het bord. Een schitt-erend-e variant had kunnen -o-ntstaan, als wit o-p de 32e zet met 4843 had verv-olgd. Uit de stand op -diagram spelen we nu: 32. 4843 1-8—23 33. 4440 25—30 34. 4034 29X40 35. 35X44 23-29 36. -28-22 (of?) 3—9!! 37. 33—28 (of?) 12—17 38. 22X11 16X7 39. 27X16 7—11 40. 116X7 8—12 41. 7X18 13X42 42. 37X48 26 X 46 wint WIT Een wel zee-r bij-zondtere s-pel-gang, die in .bovemstaande partij lang niet onmogelijik -ge weest was.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 14