ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Stop A* De naam der jonge Prinses Herdenking van de geboorte van Prinses Beatrix in de Eerste en de Tweede Kamer DE BOEREN-BARON No. 9718 VRIJDAG 4 FEBRUARI 1938 78e Jaargang Feuilfeton Binnenland Gest voor disn biaffenden hosst dedefijk Akker's Abdifsircop. Per flacon 90 cent en f. 1.50 TWEEDE BLAD BEATRIX M rfMW nWUVT* XT'™ G- i iraT>gM;3JNKg»M»B A'0-.TLC-L31 \Tg£Xf. MAkj^t&KiULsAUtMJm,. -jama.ii II llHIMMflTf NEUZENSCHE COURANT iW^.wswMtMsiaiuitiwwfeHeeirt'Wi:* De Haagsche Crt. schrijft: Welk een ontroerende verrassing, deze j eerste naam van de jonggeboren Prinses: Dit beteekent: de Geluk-brengende. Zij, die geiuk brengt. Hoeveel schoonheid, hoeveel teederheid, hoe- veel hoop en hoeveel innige menschelijkheid is er in dien naam! Wij stellen ons voor, hoe Prinses Juliana en Prins Bernhard, toen de komst van hun eerste- ling zekerheid was geworden, tezamen, ver- j eenigd irt hun groote geluk, dezen naam hebben bedacht voor het geval de jong- geborene een meisje zou zijn. Het is een meisje. En haar oud'ers hebben haar een naam gegeven als een lichtende ster. Ads Prinses Beatrix treedt de jonggeboren Oranjetelg het leven in. Wellicht zal zij een- maal den Troon beklimmen als Koningin Wel- helmina twee, niemand vermag in de toe komst te zien. Maar zij zal altijd in de har- ten van het Nederlandsche volk Prinses Bea trix blijven: Zij, die geluk brengt. Met hoeveel fijn gevoel is deze naam gekozen Want met „de Gelukkige" is de beteekenis. In dezen naam is niet de verwachting uitge- sproken, dat het geluk d'e draagster moge toevloeien in haar leven. Neen: er is de innige wensch mee vertolkt, dat het de Prinses moge gegeven zijn, steeds anderen gelukkig te maken, de groote gave van het geluk te brengen aan anderen. Zoo zien wij achter dezen poetisch klinken- den naam de verheven gedachte: dat het schooner is te geven dan te ontvangen. Maar 66k zien wij er den prachtigen wensch in van het. jonge Prinselijke ouderpaar: dat Zijn kind gelukkig moge worden door de schoonste van alle gaven, de gave om geluk te brengen aan anderen. Beatrix: een naam zonder historie en tra- ditie in ons Vorstenhuis. Maar een naam, vol van de meest verheven en meest univer- seele liefde; de schoonste naam, dien men een kind en zeker een kind in de bevoorrechte positie van onze jongste Oranjetelg kan meegeven als een bede en een richtsnoer voor het leven. Beatrix in vroeger eeuwen. Het ,,Hand:elsblad" schrijft ,,De eerste naam staat niet in verband met eenig familielid". Zoo staat in de toelichting tot de naamkeuze .van de jonge Oranje-Prin- ses te lezen. En inderdaad. Er is geen enkele Prinses uit Huis Oranje of Lippe-Biesterfeld, en geen enkele gravin uit het Huis Nassau die dezen naam draagt. Maar zeer zeker is het volgende in dit ver band zeer belangwekkend: De oorsprong van den naam Nasau is onbekend. Hij is, zoo lezen we bij Japikse, overgenomen van het tegenover den berg, waarop het kasteel ver- rees, aan den linker Lahnoever gelegen dorp, dat het eerst in 915 als een hof van koning Konrad I van Duitschland genoemd wordt. IDaarvoor noemden de graven van het latere Bede baron de Vos van Steenwijk in de Eerste Kamer. In den aanrvang der vergadering van de Eerste Kamer, welke tot Woensdagmiddag werd uitgesteld, heeft de voorzitter, mr. W. L. baron de Vos van Steeniwijk, alvorens met de werkzaamheden werd begonnen, onder groote belangstelling op de tribimes, de vol gende rede gehouden, nadat de grififier de kennisgeving aan den Raad van Ministers, nam ens H.M. de Koningin, had voorgeleczen. Zoo is dan een uit de ddepte van de naitionale zdel opgewelde wensoh in vervulling gegaan. 'Een Koninlklijk kind is ons geboren, een Prinses is ons gegeven. Eene Beatrix. 13) Vervolg. ,,Zal niet gaan, denk je wel, Betty?" zei Dick met een eerbied voor de wetten der gastvrijheid, die hij niet ten toon gespreid zou hebben, als hij zelf de lasten er van had moeten dragen. „Ik moest maar lievor thuis blijven", zei Betty klagelijk. ,,Goed, dan blijf :k ook, Ik kan goed met ourie tantes overweg", zei Rickstead. ,,Deze is anders lets vreeseiijks", riep Dick uit. ,,Kom, lui, het is al onbzettend laat. Stuur Roger dadelijk door, Betty, als hij komt. Ik vind. dat de oude heer de Humber niet had hoeven te nemen, hij weet, dat we nooit op de kleine kunnen rekenen. Roger is de beste speler. Ik wou, dat ik hem maar ge- zegd had, rechtuit naar het veld te gaan in- plaats van eerst hier te komen. Maar hij zal ook wel gedacht hebben, dat hij een zee van tijd had." Weg was hij. Betty keek treurig naar ma- joor Rickstead. „Nu, wat zullen we doen?" zeide hij. ,,Ik ga eerst mijn hond borstelen", zei Betty. „ln dien tusschentijd zal tante Mar tha wel komen. U zoudt het ooik leuker ge- vonden 'hebben met de anderen mee te gaan." ,,We gaan samen na de lunch." zei hij. ,,De auto komt dadelijk teruig, de oude dame blrjft toch niet lang, wel?" ,,Dat weet ik niet", klaagde Betty, ,,moe- der zei, dat ze vroeg kwam. Wees niet te Naam rijk aan beloftesn. Met klank en jubel heeft de natie de zoo heuglijke gebeurtenis begroet, welke op den dioorluchten dag van eergisteren in het Paleds Soestdijk plaats greep. Ook met danlkizegging aan den Allerhoogste voor hetgeen dynastie en volk in de Vorste lijke telg werd geschonken. Burners mogen wij onder biddend opzien vertrouwen, dat Hare Koninklijke Hoogheid zich zal betoionen een weldaad Gods, eene parel met Vaderlijke zorge uitgekozen en door de hand Zijner trouwe geregen in het snoer der liefde, waarmee Hij Neerland siert. Zoo dat, wanneer het moment mocht aan- breken, waarop de troon door Haar wordt be- amusant, majoor Riokstead, anders blijft ze thee drinken ook." Miaar v66r de hond gdborsteld was, arri- veerden tante Martha en Roger samen in de Humber, omdat de andere wagen, zooals Dick wel voorspeld had, het compleet had afgelegd en de chauffeur van mijnheer Homook had den wanhopigen speler meegenomen. „Hallo, Betty!" riep hij uit, tenwijl hij van het voorbankje sprong en tante Martha met gefroniste wenkbrauwen langzaam en beza- diigd haar veelfvuldige sjaals en doeken ver- zamelde, voor zij uitsteeg. ,,Zijn de anderen al weg? Wat doe jij hier?" „I!k ben gebleven om tante Martha te ont vangen", izeide zij met een klein grimasje achter den rug van de oude dame. ,,Zij komt hier lunbhen en moeder is in bed." ,,Kijk, Betty", zei de oude dame, een groote, blozende vrouw, met een onmiskembare pruik. „ik zou wel eerder gekomen zijn, maar we werden onderweg opgehouden. En ik zei nog tegen den chauffeur, waarom kan die jongen man niet loopen," met een blilk in de richting van Roger, „zij wachten op mij. Maar nee, hij moest eerst probeeren den ander te helpen en dan, zonder mij iets te vragen, neemt hij dien jongen man mee." Weer een blik van sterke afkeuring in de richting van Roger, verigeizeld van een majestueus gebaar met een zijden handtaschje. JDit is mijn neef", stelde Betty voor. ,,En ook uw achtemeef, tante Martha. Mag ik u voorstellen? Tante Martha Hornook is jouw tante net zoo goed als de mijne, Roger. Dit is Roger Beck, tante." ,,Zoo", zei de oude dame, nog met een vas- ten greep haar tasohje omklemmend, maar nu den jongen man met belangstelling aan- ziend. ,,De zoon van die arme Mary. Nou, als ik hem goed bekij'k, is hij van top tot teen een Hbrnock." „Hoe maakt u het, tante?" zei Roger. „Iik geslacht Nassau zich naar den Laurenburg, die hun ook behoorde en die op eenigen af- stand van Nassau wat hoogerop aan de Lahn gelegen heeft. Van de stichting van den bureht Nassau vertelde de legende, dat een van die graven van Laurenburg, Rupert of Arnold, op de jacht een hert doodde, op den tegenover den ,,Hof" Nassau gelegen berg aanlandde en van deze plaats zo6 verrukt was, dat hij besloot er een bureht te bouwen. En deze Rupert van Laurenburg nu was gehuwd met eenj Beatrix. Met Beatrix van Limburg. Dit hu- welijk is dan ongeveer omstreeks het jaar 1100 gesloten. Spoedig nadien zijn toen de Laurenburgsche graven zich naar Nassau gaan noemen: reeds in 1160 komt die naam in een oorkonde voor. Prinses Beatrix. Het is een naam, welke onwillekeurig beelden wakker roept uit een ver verleden. Inspireerde in het oude Flo rence een, tot ideaal wezen verheven, Beatrix Portinari den dichter Dante niet tot zijn schoonste verzen, en is niet een van de tref- fendste producten van onze Miadeleeuwsche literatuur de vrome Beatrijs-sproke De Roomsche kerk heeft haar Heilige Bea trix, een voor het geloof gestorven martelares. En in vroegere eeuwen droegen al een tiental vorstelijke vrouwen dezen naam. Drie van hen waren gehuwd met een Duitschen keizer; een zelfs met den beroemden Barbarossa. Ook Kastilie heeft zich tweemaal over een „geluk- makende" vorstelijke vrouwe mogen verheu- gen. Door het huwelijk van een Karel van Anjou met Beatrice van Provence, werd deze schoone landstreek, in den tijd van koning Lodewijk de XI, aan het Fransche rijk toege- voegd. En de luisterrijke Beatrice d'Este was eens in den echt verbonden met den. mach- tigen Milanees Ludovico Sforza. Prinses Beatrix Wilhelmina Armgard, zoo zal deze Prinses in de toekomst heeten. Alleen als er uit dit Prinselijk huwelijk, geen zoon mocht worden geboren, zal er, naar alle waar- schijnlijkheid een verandering optreden. Im mers, in de toelichting op de naamgeving staat ook nog te lezen, dat wanneer Prinses Beatrix eenmaal geroepen zal worden den troon te bestijgen, zij desverkiezende dit zal kunnen doen onder haar tweeden naam: Wil helmina. Dan zal het dus worden: de geluk- makende vorstin Wilhelmina Armgard. Waar hierbij dus de eerste voornaam zou weg- vallen, zien we in dit geval juist het omge- keerde gebeuren van wat de naamgeving in het Oranjehuis tot nu toe op dit punt leerde. De broers van den lateren Koning Willem in hadden namelijk ook alle twee als eersten voornaam den naam Willem. Ze werden echter aangesproken met hun tweeden of derden naam. Zoo Alexander en Hendrik. Zou hun oudste broer echter jong zijn over- leden, dan zou een van hen op den troon zijn gekomen en dan met als naam Willem, den eersten voornaam dus. Moge nu deze Beatrix niet alleen door haar geboorte, maar ook door tal van daden in haar latere leven voor Nederland waarlijk een Prinses worden, die velen in den volsten zin van het woord, gelukkig maakt. klommen, de scepter op Haar overgaat, de heerschappij op 'Hare schouders komt te rus- ten, het blijken zal, dat der Souvereine het Oranjebloed de aderen rijkelijk doorstroomt; het vaderland ten zegen. Een wonderschoone dag die Januari 31. De Eerste Kamer van de Staten-Generaal deelt van gansoher harte in het geluik, dat over de natie is gekomen. Leve Prinses Beatrix, lewe Prinses Beatrix, leve Prinses Beatrix. Hoera's en applaus volgden op deze rede- voering, die door alle leden en de ministers (voltallig op mr. Romme na) staande werd aangehoord. De ministers droegen alien een donker cos- tuum, de meesten der leden eveneenis (met oranje striikjes), hetgeen het bijizonder karak- ter van deze bijeenkomslt nadrulkkelijker deed uitkomen. Rede Minister-president Colijn. Minister Oolrjn hield vervolgens een rede. Namens de raadslieden van de Kroon sloot de minister zich van harte aan bij de door den voorzitter gesproken woorden. Met heel het Nederlandsche volk, dat hier en in de over- zessche ge wee ten met spanning uitzag naar de lang verwacihte blijde mare, verheugt ook het kabinet zich over de weldaad aan ons Vtorstenhuis bewezen, nu aan het Prinselij'ke Paar een Dochter geboren werd. Niet minder deele het kabinet in de blijdschap van het Nederlandsche volk in het vooruitzioht op de bestendiging van het ongestoord behoud van den band, die Nederland en Oranje steeds zoo- veel eeuiwen heeft samengesnoerd. )Ons alier gedachten hingen de laatste we- ken rondom Soestdijk; menige innige bede om bijstand in de moeilijke ure is ten hemel geste- gen. In de blijdschap van Nederland deelt ook het kabinet, dat hoopt, dat God geheel het Ne- derran'dsche vollk zal blijven zegenen ook in ons nationaal Koningshuis. (Ajpplaus.) Telegram aan de Koningin. Op voorstel van den voorzitter werd beslo- ten een telegram van gelukiwensch aan H.M. de Koningin te zenden en daarvoor een com missi e van redactie in de afdeelingen te be- no emen. Daartoe werd de vergadering eenige oogen- blikken geschorst. Rede van mr. J. R. H. van Schaik in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer is Woensdagmiddag in openfoare 2atting bijeengekomen in verband met een vaniwege de Koningin ontvangen kennisgeving van de geboorte van Prinses Beatrix. De Kamer was in vrijwel volledigen getale aaruwezig. Achter de regeeringstafel had het geheele kabinet, met uitzondering van de mi nisters van Boeyen en Romme, plaats geno- men. De gereseriveerde- en publieke tribunes waren dicht bezet. Nadat de missive van den voorzitter van den raad van ministers, waarin deze, namens de Koningin, de Kamer van de geboorte der Prinses kennis geeft, door den grdffier was voorgelezen, hield de voorzitter, mr. J. R. H. van Schaik, tenwijl alle aaruweizigen zich -van hun zetels verhieven, de volgende redevoe- ring: Geachte medeleden, Na het inikomen van de daareven voorge lezen, op verzoek van Hare Majesteit de Ko ningin aan de Kamer gedane mededeeling, heb ik mij gehaast de Kamer brjeen te roepen. De gevoelens, die leven in het volk, leven oOk in hare vertegeniwoordiging. Aan die gevoe lens willen wij voor ons deel zonder verwijl uitdrukking geven. Naar de nationale gebeur tenis, die thans heeft plaats gegrepen, ging het volksverlangen in steeds stijgende mate uit. En nu dan het huwelijk van Hunne Ko ninklijke Hoogheden Prinses Juliana en Prins Bernhard xijne natuurlijke bekroning heeft gevonden in de geboorte van een Dochter, zijn wij dankibaar voor den zegen, die kennelijk op de ecfhtveribintenis van onze Prinses en Haren Gemaal rust. Wanneer wij een verklaring zoeken voor het spontane mtdeleven van de bevolking met het innig door haar verhoopte en thans wer- kelijkheid geworden moederschap van onze Troonopvolgster, dan vinden wij die allereerst wist niet, dat u mijn tante was, anders zou ik mij dadelijk voorgesteld hebben. Maar we zullen elkaar beter leeren kennen, U gaat toch mee naar den cricket-wedstrijd?" ,,De cricket-wedstrijd?" riep tante Homock uit. Betty gehoorzaamde aan een veelizeggen- den blik van Roger en met een plotseling op- komende hoop viel zjj hem bij: ,,Het wordt een prachtige wedstrijd, tante. En de rit zal u goed doen. Het is heerlijk weer, en we zullen verrukkelijk lunchen." Majoor Rickstead kwam hun ook nog te hulp: ,,I!k heb Dick hooren zeggen, dat ze erg royaal zijn en ze geven altijd champagne." ,,Mag ik u majoor Rickstead voorstellen?" zei Betty. „Hij is met vader gelijk op school geweest." ,,Ik geloof, dat ik u toen nog wel eens ont- moet heb, juffrouw Hornook", zei majoor Rickstead leugenachtig. Juffrouw Homock, die haar ooren gespitst had bij het hooren spreken over een heerlijke lunch en bovendien over champagne, sitraal- de nu. ,,Maar wat zal je lieve moeder zeggen Zal het haar niet spijten?" Moeder ligt te bed met een nare verkoud- h£id", zei Betty, ,,Zij kan alleen maar fluiste- rend spreken, Ik geloof niet, dat zij u ontvan gen kan, tante Martha." ,,Dan is het voor elkaar!" riep Roger. ,,We hebben geen chauffeur noodig, wel? Ik zal wel rijden, kom jij dan bij mij zitten, Betty, dan is er voor tante Martha meer plaats bin- nen." ,,Ik liet de kap dicht maken", zei tante Martha. ,,Het toctotte en de wolken stof waren vreeselijk. Ik denk, dat we het samen goed zullen hebben, zoo, majoor Rickstead", en zij stapte na hem in. Een blik op Betty's stralend gezicht be- loonde de majoor. in de aanhankelijkheid aan de draagster der Kroon, Hare Majesiteit de Koningin. Daar- naast spuuiit dat medeleven voort uit warme genegen'heid voor het in den bloei Zijner jeugd staande Prinselijk paar, aan hetwelk men uit de volheid des harten de oudenvreugde heeft toegewenscbt. De diepere grond echiter van de tintelende steanming, die zich over gansch het land open- baart, is de staatkumdiige beteekenis, die in deze blijde geboorte ligt opgesloten. Langs een historiisch proces is het Oranjehuis met ons volk saamigegroeid. Het heeft in onze Staats- en voilkisgemeenschap een zeer eigene en on- aantastJbare plaatis verkregen. Zich beijverend de belangen en het geluk van het Nederland sche volk te dienen, was het Huis van Oranje steeds zijn stralend middelpunt, tevens een element van vastlheid, niet het minst in moei lijke omstanjdigheden. De geboorte niu van een telg uit dit ons: Vorstenhuis, geeft allerwegen een gevoel van gerustheid, dat de voor Neder land zoo waardavolle band met Oranje, naar mensichelijke berekening, tot in een ver ver- schdet bestendigd kan blijven. 'Zoo mag de natie zichzelf venzekerd achten van een toekomst liggende in de lijn harer ge- schiedenis. Tenwijl wij vurig hopen, dat Prinses Juliana spoedig zelf getuige zal zijn van de warme geestdrift, welke Haar moederschap alom heeft gewekt, spreken wrj onze hartelijke wenschen uit voor den voorspoed der jongge- borene. Met den wil der Allerhoogsten valle die voorspoed haar rijkelijk ten deel. Welke bestemming ook in den loop der jaren voor Prinses Beatrix zal zijn weggelegd, wij vertrouwen, dat Zij, door het leven geleid in eenvoud en in ware liefde tot ons volk, de beste tradities van Haar geslacht zal voort- zetten en aan 'Haar vaderland geluik zal brengen. Moge het Nederlandsche volk uit het ontlui- ken van dit jonge leven zelf verjongende kracht pufcten ter versterkinig van de natio nale eenheid en vrede, de onmisbare voor- waarden voor zijn geestelijiken en stoffelijken vooruitgang. Rede Minister Colyh. Na de rede van den voorzitter hield de mi nister-president, dr. H. Colijn, een toespraak van denzelfden inhoud als hij kort tevoren in de Eerste Kamer had gehouden. De Kamer, die ook deze toespraak staande had aangehoord, apptlaudiseerde hartelrjk na beeindiging der beide toespraken. Verder besloot de Kamer, op voonstel van den voorzitter, een schriftelijken gelukwensch te zenden aan H.M. de Koningin en aan de leden van Haar Huis. De plechtigheid diuurde in totaal ongeveer een kwartier. DANKTELEGRAM VAN DE KONINGIN AAN DEN GOUVERNEUR-GENERAAL. Aneta meldt uit Buitenzorg: De gouverneur-generaal heeft uit Soestdijk het volgende telegram van de Koningin ont vangen ,,U en ingezetenen van Ned. Indie mijn hartelrjken dank voor medeleven em geluk- wenschen. (get.) WIiLHjELMINA." AUTOTOCHT VAN DE KONINGIN EN PRINS BERNHARD Heden zouden de Koningin en Prins Bern- hard een autotocht maken door de gemeen- ten Baam en Soest. De rit zou ongeveer drie kwartier duren. De Koningin had den wensch te kennen gegerven, dat tijldems den tocht geen bloemen werden aangaboden, noch toespraken gehou den. DE MINISTER-PRESIDENT OVER DE JONGE PRINSES. In zijn rede, Woensdagajvond in de Groote Kerk te Rotterdam gehouden voor de Geref. jeugd, ter herdenking van den banld tussohen Oranje en het Nederlandsche volk, heeft dr. H. Colijn, de minister-president, o.rn. het vol gende gezegd: „:Eh nu moet ik tot iets intiems overgaan. Ik heb gehoord, dat vele moeders in Neder- lanld jaloersoh op mij zijn geweest, omdat ik giisteren het voorrecht heh gehad, zelf de jKlaar!" riep Roger en de auto reed weg. „Zeg, het is een prachtdag voor cricket." ,,Ik vindt het geweldig van je om het zoo klaar te spelen", prees Betty hem. „Maar Dick is natunrlijk erg kwaad. Ik ben bang, dat hij denkt, dat tante Martha den boel be- dertven zal. Hij zei net nog, dat zij een nacht- merrie was. En hij maakte dat hij weg kwam, voordat de neven haar zouden zien. Zoo is Dick, zie je." ,,Nou, ze is misschien een beetje lastig", zei Roger. ,,Maar dit is toch beter, dan dat jij thuis moest blijven." Hij lachte haar vroolijk toe en wijdde dan al zijn aandacht aan den wagen. Betty over- dacht of hij geaien zou hebben, dat heur haar anders zat en wat een flinke kerel hij toch was, vooral in zijn witte pak. Wat een vast- heraden kin en mond had hij, dacht Betty en zij merkte ook op, dat hij glad sohoren was, in tegenstelling met Dick, die vol zorg was voor een klein filmsterrensnorretje. Dick zou zeker moeilijkheden maken over tante Mar tha, maar met zoo'n ridder waagde Betty het er op. Op het cricketveld werden zij enthousiast begroet door beide partijen. Toen Dick even- wel tante Martha zag, die kwam aanzwoegen tusschen Betty en majoor Rickstead, betrok zijn gezicht. ,,iWat ter wereld"... begon hij. ,,Nee, maar, dat is toch een beetje te eng, Betty." ,,Mijn schuld", kwam Roger er tusschen. ,,De kleine wagen gaf het op en de oude dame nam me mee. Toen kon ik toch niet minder doen dan haar meCbrengen Vooral omdat ik er achter kwam, dat het mijn lang verloren tan.te was. Er waarom moest Betty thuis blijrven. plus die leuke, oude kerel?" Maar Dicks gezicht bleef betrokken. .Betty moest niet zoo egoistische zijn", ging hij door. ,,Het is ndet alleen om ons, maar wat zullen de anderen er van deniken? Wat blik- Hel behoeft geen kinkhoesl ie zijn, maar een kinderhoesl moet niel verwaarloosd worden. Waarom Uw kind noodeloos te lalen lijden. Waarom zoudt Ge niet juist nog op tijd het beste en meest krachtige middel geven. Dat middel is toch Akker's Abdij- siroop, die reeds zoovelen geholpen heeft! Heeft Uw kindje het benauwd? Slaapt het s nachts niel door hoesten, kuchen of piepen op het borslje? Abdijsiroop zal Uw kind helpen, die slijm losmaken, de hoest rijp maken en sloppen. En morgen ziet Ge niet meer de traantjes in de oogen door dat afmatlend hoesten. De afroalting van de ademhalingsorganen is weggenomen, de ademhaling zal weer ruim en diep zijn. (Ingez. Med.) jonge Prinses te mogen zien, en ik moet u zeggen: zij zag er praehtig uit! Ieidere jonge moeder in ons land zou trotsch op haar zijn." De minister-president vermeldde tevens, dat hij niet alleen van zooveel landgenooten in het buitenland, docih ook van zooveel vreem- den uit het buitenland telegrammen van 'ge lukwensch hajd ontvangen. En hij gewaagde van het merkwaardig felt, dat zooveel bui- teniland'sche bladen zich wekenlang in Baam hebben laten vertegenwoordiigen en hun me- dewerkers niet terugriepen, voordat het ge- boorteberioM kon worden geiseind. MINISTER COLIJN. Minister Colijn, die zooals gemeld eenigen tijd vacantie in het buitenland zal nemen, is gisteravond naar Arosa vertrokken, waar mevrouw Colijn reed's vertoeft. REOEIPTIES IN BELGIe. Ter gelegenheid van de blijde gebeurtenis in het Prinselijk getzin hebben de Nederlandsche zaakgelasitigdc en mevrouw Snouck Hur- gronje Donderdagmiddag alien in Belgie wo- nenden of tijdelijk verblijvenden Nederilanders een receptie aangebod'en, welke buitenge- woon druk was bezocht. Alle aanwezigen wa ren getooild met een door jhr. en mevrouw Snouok Hurigronje aangeboden oranje-knoop, voorzden van een klaverbladvormig insi'gne met de letters J. ien B. en de prinselijke kroon, alsmede van een kindje. In de hall van het legat'iegebouw hing een prachtige foto van Prinses Juliana en Prins Bernhard, versierd met oranje en de driekleur. Een strijkje speelde volk'sliederen en in de henedeuzail'en waren buffe.tten aangericht. Te Gent hielden de consul en baronesse van Wassenaar Woensdagavond een receptie in de mooi versierde feestzaal van het consu- laat. Vele leden van de Nederlandsche kolonie uit Gent en de provincie Oost-Vaanderen waren opgekomen. De consul hield een rede, waarin hij herinnerde aan de historische ban- den, die het Huis van Oranje met het Neder landsche volk verbin'den. Voorts, zeide hij ver- heugd te zijn, zoovele Nederlandiers zonder onderscheid vein stand of denkwijae uit Gent en de provincie samen te zien. Zijn voorstel tot het zenden van telegrammen aan de Ko ningin en Prinses Juiliana en Prins Bernhard vond lui'd apiplaus. De oudste aanwezige Ne- derlander, de 86jarige heer Krullaers, riehtte tot den consul en baronesse van Wassenaar een woord van dank, dat hij 'gedeeltelijk in dichtvonm had opgesteld. Ook de heer Wens- ma, vice-voorzitter van de Vereeniging van Nederlamders, 'dankt; den consul en zijn eeht- genoote voor de hartelijke ontvangst. sem, Roger, tante Martha is toch niet van het soort, waar je trotsch op bent." ,,Nou, het is mijn tante evengoed als de jouwe", zei Roger. „Doe niet zoo uit de hoogte, Dick." ,,:Nou, ja, kom maar mee." riep Dick. ,,We hebben al te veel tijd verloren." Hij ging hen voor naar het grasveld, terwijl hij bij wijze van begrooting met zijn hand in de richting van de onwelkome tante wuifde. ,,Ik geloof, dat ik maar liever binnen zit." kondigde tante Martha aan. Zij stevende op het paviljoen aan. ,,Dan ben ik tenminste uit de tocht. Was Dick bij die jongens? Dan had hij wel even kunnen wachten en mij begroe- ten." ,,We zijn al zoo laat, tante. Ziet u wel?" legde Betty uit. ,,Zij hebben op Roger ge- wacht. Kijk eens, hier is een heerlijk hoekje, heelemaal uit de wind." ,,:Eh een gemakkeiijke stoel", haastte zich majoor Riokstaed te zeggen. Later zei Betty, dat zij nooit den dag door- gekomen zou zijn zonder majoor Rickstead. Door al die onyerwachte geheurtenissen, de autorit, de onbeleefdheid van haar neef, de herinneringen die door het opdui'ken van dien anderen or.bekenden neef weer waren wak ker geschud, was zij uit haar gewone doen en kon niet nalaten zich tegenover haar nicht te uiten. Speciaal had ze het druk over Roger. ..Vindt u, dat hij meer op de Homocks lijkt. dan wij?"' vroeg Betty. ,,0, ja", riep de oude dame. ,,Jij en je broer lijken erg op je moeder. Roger is een flinke kerel om te zien. Maar dat is maar de bui- tenkant. Ik hoop nu oc'k maar, dat hij zieh flink door het leven slaat." Haar toon drukte een ernstigen twijfel uit. Betty keek naar Roger en zij voelde een soort trots in zich opwellen. Maar zij zeide niets en tante Martha begon volijverig te breien. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5