ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Stop A*
De naam der jonge Prinses
Herdenking van de geboorte van Prinses
Beatrix in de Eerste en de Tweede Kamer
DE BOEREN-BARON
No. 9718
VRIJDAG 4 FEBRUARI 1938
78e Jaargang
Feuilfeton
Binnenland
Gest voor disn biaffenden hosst
dedefijk Akker's Abdifsircop.
Per flacon 90 cent en f. 1.50
TWEEDE BLAD
BEATRIX
M
rfMW nWUVT* XT'™ G- i iraT>gM;3JNKg»M»B A'0-.TLC-L31 \Tg£Xf.
MAkj^t&KiULsAUtMJm,. -jama.ii II llHIMMflTf
NEUZENSCHE COURANT
iW^.wswMtMsiaiuitiwwfeHeeirt'Wi:*
De Haagsche Crt. schrijft:
Welk een ontroerende verrassing, deze j
eerste naam van de jonggeboren Prinses:
Dit beteekent: de Geluk-brengende.
Zij, die geiuk brengt.
Hoeveel schoonheid, hoeveel teederheid, hoe-
veel hoop en hoeveel innige menschelijkheid
is er in dien naam!
Wij stellen ons voor, hoe Prinses Juliana en
Prins Bernhard, toen de komst van hun eerste-
ling zekerheid was geworden, tezamen, ver- j
eenigd irt hun groote geluk, dezen naam
hebben bedacht voor het geval de jong-
geborene een meisje zou zijn.
Het is een meisje. En haar oud'ers hebben
haar een naam gegeven als een lichtende ster.
Ads Prinses Beatrix treedt de jonggeboren
Oranjetelg het leven in. Wellicht zal zij een-
maal den Troon beklimmen als Koningin Wel-
helmina twee, niemand vermag in de toe
komst te zien. Maar zij zal altijd in de har-
ten van het Nederlandsche volk Prinses Bea
trix blijven: Zij, die geluk brengt.
Met hoeveel fijn gevoel is deze naam
gekozen
Want met „de Gelukkige" is de beteekenis.
In dezen naam is niet de verwachting uitge-
sproken, dat het geluk d'e draagster moge
toevloeien in haar leven.
Neen: er is de innige wensch mee vertolkt,
dat het de Prinses moge gegeven zijn, steeds
anderen gelukkig te maken, de groote gave
van het geluk te brengen aan anderen.
Zoo zien wij achter dezen poetisch klinken-
den naam de verheven gedachte: dat het
schooner is te geven dan te ontvangen. Maar
66k zien wij er den prachtigen wensch in van
het. jonge Prinselijke ouderpaar: dat Zijn kind
gelukkig moge worden door de schoonste van
alle gaven, de gave om geluk te brengen aan
anderen.
Beatrix: een naam zonder historie en tra-
ditie in ons Vorstenhuis. Maar een naam,
vol van de meest verheven en meest univer-
seele liefde; de schoonste naam, dien men een
kind en zeker een kind in de bevoorrechte
positie van onze jongste Oranjetelg kan
meegeven als een bede en een richtsnoer voor
het leven.
Beatrix in vroeger eeuwen.
Het ,,Hand:elsblad" schrijft
,,De eerste naam staat niet in verband met
eenig familielid". Zoo staat in de toelichting
tot de naamkeuze .van de jonge Oranje-Prin-
ses te lezen. En inderdaad. Er is geen enkele
Prinses uit Huis Oranje of Lippe-Biesterfeld,
en geen enkele gravin uit het Huis Nassau
die dezen naam draagt.
Maar zeer zeker is het volgende in dit ver
band zeer belangwekkend: De oorsprong van
den naam Nasau is onbekend. Hij is, zoo
lezen we bij Japikse, overgenomen van het
tegenover den berg, waarop het kasteel ver-
rees, aan den linker Lahnoever gelegen dorp,
dat het eerst in 915 als een hof van koning
Konrad I van Duitschland genoemd wordt.
IDaarvoor noemden de graven van het latere
Bede baron de Vos van Steenwijk
in de Eerste Kamer.
In den aanrvang der vergadering van de
Eerste Kamer, welke tot Woensdagmiddag
werd uitgesteld, heeft de voorzitter, mr. W.
L. baron de Vos van Steeniwijk, alvorens met
de werkzaamheden werd begonnen, onder
groote belangstelling op de tribimes, de vol
gende rede gehouden, nadat de grififier de
kennisgeving aan den Raad van Ministers,
nam ens H.M. de Koningin, had voorgeleczen.
Zoo is dan een uit de ddepte van de naitionale
zdel opgewelde wensoh in vervulling gegaan.
'Een Koninlklijk kind is ons geboren, een
Prinses is ons gegeven. Eene Beatrix.
13)
Vervolg.
,,Zal niet gaan, denk je wel, Betty?" zei
Dick met een eerbied voor de wetten der
gastvrijheid, die hij niet ten toon gespreid
zou hebben, als hij zelf de lasten er van had
moeten dragen.
„Ik moest maar lievor thuis blijven", zei
Betty klagelijk.
,,Goed, dan blijf :k ook, Ik kan goed met
ourie tantes overweg", zei Rickstead.
,,Deze is anders lets vreeseiijks", riep Dick
uit. ,,Kom, lui, het is al onbzettend laat.
Stuur Roger dadelijk door, Betty, als hij komt.
Ik vind. dat de oude heer de Humber niet
had hoeven te nemen, hij weet, dat we nooit
op de kleine kunnen rekenen. Roger is de
beste speler. Ik wou, dat ik hem maar ge-
zegd had, rechtuit naar het veld te gaan in-
plaats van eerst hier te komen. Maar hij
zal ook wel gedacht hebben, dat hij een zee
van tijd had."
Weg was hij. Betty keek treurig naar ma-
joor Rickstead.
„Nu, wat zullen we doen?" zeide hij.
,,Ik ga eerst mijn hond borstelen", zei
Betty. „ln dien tusschentijd zal tante Mar
tha wel komen. U zoudt het ooik leuker ge-
vonden 'hebben met de anderen mee te gaan."
,,We gaan samen na de lunch." zei hij. ,,De
auto komt dadelijk teruig, de oude dame blrjft
toch niet lang, wel?"
,,Dat weet ik niet", klaagde Betty, ,,moe-
der zei, dat ze vroeg kwam. Wees niet te
Naam rijk aan beloftesn.
Met klank en jubel heeft de natie de zoo
heuglijke gebeurtenis begroet, welke op den
dioorluchten dag van eergisteren in het Paleds
Soestdijk plaats greep.
Ook met danlkizegging aan den Allerhoogste
voor hetgeen dynastie en volk in de Vorste
lijke telg werd geschonken.
Burners mogen wij onder biddend opzien
vertrouwen, dat Hare Koninklijke Hoogheid
zich zal betoionen een weldaad Gods, eene
parel met Vaderlijke zorge uitgekozen en door
de hand Zijner trouwe geregen in het snoer
der liefde, waarmee Hij Neerland siert.
Zoo dat, wanneer het moment mocht aan-
breken, waarop de troon door Haar wordt be-
amusant, majoor Riokstead, anders blijft ze
thee drinken ook."
Miaar v66r de hond gdborsteld was, arri-
veerden tante Martha en Roger samen in de
Humber, omdat de andere wagen, zooals Dick
wel voorspeld had, het compleet had afgelegd
en de chauffeur van mijnheer Homook had
den wanhopigen speler meegenomen.
„Hallo, Betty!" riep hij uit, tenwijl hij van
het voorbankje sprong en tante Martha met
gefroniste wenkbrauwen langzaam en beza-
diigd haar veelfvuldige sjaals en doeken ver-
zamelde, voor zij uitsteeg.
,,Zijn de anderen al weg? Wat doe jij hier?"
„I!k ben gebleven om tante Martha te ont
vangen", izeide zij met een klein grimasje
achter den rug van de oude dame. ,,Zij komt
hier lunbhen en moeder is in bed."
,,Kijk, Betty", zei de oude dame, een groote,
blozende vrouw, met een onmiskembare pruik.
„ik zou wel eerder gekomen zijn, maar we
werden onderweg opgehouden. En ik zei nog
tegen den chauffeur, waarom kan die jongen
man niet loopen," met een blilk in de richting
van Roger, „zij wachten op mij. Maar nee, hij
moest eerst probeeren den ander te helpen
en dan, zonder mij iets te vragen, neemt hij
dien jongen man mee." Weer een blik van
sterke afkeuring in de richting van Roger,
verigeizeld van een majestueus gebaar met een
zijden handtaschje.
JDit is mijn neef", stelde Betty voor. ,,En
ook uw achtemeef, tante Martha. Mag ik u
voorstellen? Tante Martha Hornook is jouw
tante net zoo goed als de mijne, Roger. Dit
is Roger Beck, tante."
,,Zoo", zei de oude dame, nog met een vas-
ten greep haar tasohje omklemmend, maar
nu den jongen man met belangstelling aan-
ziend. ,,De zoon van die arme Mary. Nou, als
ik hem goed bekij'k, is hij van top tot teen
een Hbrnock."
„Hoe maakt u het, tante?" zei Roger. „Iik
geslacht Nassau zich naar den Laurenburg,
die hun ook behoorde en die op eenigen af-
stand van Nassau wat hoogerop aan de
Lahn gelegen heeft.
Van de stichting van den bureht Nassau
vertelde de legende, dat een van die graven
van Laurenburg, Rupert of Arnold, op de
jacht een hert doodde, op den tegenover den
,,Hof" Nassau gelegen berg aanlandde en van
deze plaats zo6 verrukt was, dat hij besloot
er een bureht te bouwen. En deze Rupert
van Laurenburg nu was gehuwd met eenj
Beatrix. Met Beatrix van Limburg. Dit hu-
welijk is dan ongeveer omstreeks het jaar
1100 gesloten. Spoedig nadien zijn toen de
Laurenburgsche graven zich naar Nassau
gaan noemen: reeds in 1160 komt die naam in
een oorkonde voor.
Prinses Beatrix. Het is een naam, welke
onwillekeurig beelden wakker roept uit een
ver verleden. Inspireerde in het oude Flo
rence een, tot ideaal wezen verheven, Beatrix
Portinari den dichter Dante niet tot zijn
schoonste verzen, en is niet een van de tref-
fendste producten van onze Miadeleeuwsche
literatuur de vrome Beatrijs-sproke
De Roomsche kerk heeft haar Heilige Bea
trix, een voor het geloof gestorven martelares.
En in vroegere eeuwen droegen al een tiental
vorstelijke vrouwen dezen naam. Drie van
hen waren gehuwd met een Duitschen keizer;
een zelfs met den beroemden Barbarossa. Ook
Kastilie heeft zich tweemaal over een „geluk-
makende" vorstelijke vrouwe mogen verheu-
gen. Door het huwelijk van een Karel van
Anjou met Beatrice van Provence, werd deze
schoone landstreek, in den tijd van koning
Lodewijk de XI, aan het Fransche rijk toege-
voegd. En de luisterrijke Beatrice d'Este was
eens in den echt verbonden met den. mach-
tigen Milanees Ludovico Sforza.
Prinses Beatrix Wilhelmina Armgard, zoo
zal deze Prinses in de toekomst heeten. Alleen
als er uit dit Prinselijk huwelijk, geen zoon
mocht worden geboren, zal er, naar alle waar-
schijnlijkheid een verandering optreden. Im
mers, in de toelichting op de naamgeving
staat ook nog te lezen, dat wanneer Prinses
Beatrix eenmaal geroepen zal worden den
troon te bestijgen, zij desverkiezende dit zal
kunnen doen onder haar tweeden naam: Wil
helmina. Dan zal het dus worden: de geluk-
makende vorstin Wilhelmina Armgard. Waar
hierbij dus de eerste voornaam zou weg-
vallen, zien we in dit geval juist het omge-
keerde gebeuren van wat de naamgeving in
het Oranjehuis tot nu toe op dit punt leerde.
De broers van den lateren Koning Willem
in hadden namelijk ook alle twee als eersten
voornaam den naam Willem. Ze werden
echter aangesproken met hun tweeden of
derden naam. Zoo Alexander en Hendrik.
Zou hun oudste broer echter jong zijn over-
leden, dan zou een van hen op den troon zijn
gekomen en dan met als naam Willem, den
eersten voornaam dus.
Moge nu deze Beatrix niet alleen door haar
geboorte, maar ook door tal van daden in
haar latere leven voor Nederland waarlijk een
Prinses worden, die velen in den volsten zin
van het woord, gelukkig maakt.
klommen, de scepter op Haar overgaat, de
heerschappij op 'Hare schouders komt te rus-
ten, het blijken zal, dat der Souvereine het
Oranjebloed de aderen rijkelijk doorstroomt;
het vaderland ten zegen.
Een wonderschoone dag die Januari 31.
De Eerste Kamer van de Staten-Generaal
deelt van gansoher harte in het geluik, dat
over de natie is gekomen.
Leve Prinses Beatrix, lewe Prinses Beatrix,
leve Prinses Beatrix.
Hoera's en applaus volgden op deze rede-
voering, die door alle leden en de ministers
(voltallig op mr. Romme na) staande werd
aangehoord.
De ministers droegen alien een donker cos-
tuum, de meesten der leden eveneenis (met
oranje striikjes), hetgeen het bijizonder karak-
ter van deze bijeenkomslt nadrulkkelijker deed
uitkomen.
Rede Minister-president Colijn.
Minister Oolrjn hield vervolgens een rede.
Namens de raadslieden van de Kroon sloot
de minister zich van harte aan bij de door den
voorzitter gesproken woorden. Met heel het
Nederlandsche volk, dat hier en in de over-
zessche ge wee ten met spanning uitzag naar
de lang verwacihte blijde mare, verheugt ook
het kabinet zich over de weldaad aan ons
Vtorstenhuis bewezen, nu aan het Prinselij'ke
Paar een Dochter geboren werd. Niet minder
deele het kabinet in de blijdschap van het
Nederlandsche volk in het vooruitzioht op de
bestendiging van het ongestoord behoud van
den band, die Nederland en Oranje steeds zoo-
veel eeuiwen heeft samengesnoerd.
)Ons alier gedachten hingen de laatste we-
ken rondom Soestdijk; menige innige bede om
bijstand in de moeilijke ure is ten hemel geste-
gen.
In de blijdschap van Nederland deelt ook het
kabinet, dat hoopt, dat God geheel het Ne-
derran'dsche vollk zal blijven zegenen ook in
ons nationaal Koningshuis.
(Ajpplaus.)
Telegram aan de Koningin.
Op voorstel van den voorzitter werd beslo-
ten een telegram van gelukiwensch aan H.M.
de Koningin te zenden en daarvoor een com
missi e van redactie in de afdeelingen te be-
no emen.
Daartoe werd de vergadering eenige oogen-
blikken geschorst.
Rede van mr. J. R. H. van Schaik
in de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer is Woensdagmiddag in
openfoare 2atting bijeengekomen in verband
met een vaniwege de Koningin ontvangen
kennisgeving van de geboorte van Prinses
Beatrix.
De Kamer was in vrijwel volledigen getale
aaruwezig. Achter de regeeringstafel had het
geheele kabinet, met uitzondering van de mi
nisters van Boeyen en Romme, plaats geno-
men. De gereseriveerde- en publieke tribunes
waren dicht bezet.
Nadat de missive van den voorzitter van
den raad van ministers, waarin deze, namens
de Koningin, de Kamer van de geboorte der
Prinses kennis geeft, door den grdffier was
voorgelezen, hield de voorzitter, mr. J. R. H.
van Schaik, tenwijl alle aaruweizigen zich -van
hun zetels verhieven, de volgende redevoe-
ring:
Geachte medeleden,
Na het inikomen van de daareven voorge
lezen, op verzoek van Hare Majesteit de Ko
ningin aan de Kamer gedane mededeeling,
heb ik mij gehaast de Kamer brjeen te roepen.
De gevoelens, die leven in het volk, leven oOk
in hare vertegeniwoordiging. Aan die gevoe
lens willen wij voor ons deel zonder verwijl
uitdrukking geven. Naar de nationale gebeur
tenis, die thans heeft plaats gegrepen, ging
het volksverlangen in steeds stijgende mate
uit. En nu dan het huwelijk van Hunne Ko
ninklijke Hoogheden Prinses Juliana en Prins
Bernhard xijne natuurlijke bekroning heeft
gevonden in de geboorte van een Dochter, zijn
wij dankibaar voor den zegen, die kennelijk op
de ecfhtveribintenis van onze Prinses en Haren
Gemaal rust.
Wanneer wij een verklaring zoeken voor
het spontane mtdeleven van de bevolking met
het innig door haar verhoopte en thans wer-
kelijkheid geworden moederschap van onze
Troonopvolgster, dan vinden wij die allereerst
wist niet, dat u mijn tante was, anders zou
ik mij dadelijk voorgesteld hebben. Maar we
zullen elkaar beter leeren kennen, U gaat
toch mee naar den cricket-wedstrijd?"
,,De cricket-wedstrijd?" riep tante Homock
uit.
Betty gehoorzaamde aan een veelizeggen-
den blik van Roger en met een plotseling op-
komende hoop viel zjj hem bij:
,,Het wordt een prachtige wedstrijd, tante.
En de rit zal u goed doen. Het is heerlijk
weer, en we zullen verrukkelijk lunchen."
Majoor Rickstead kwam hun ook nog te
hulp: ,,I!k heb Dick hooren zeggen, dat ze
erg royaal zijn en ze geven altijd champagne."
,,Mag ik u majoor Rickstead voorstellen?"
zei Betty. „Hij is met vader gelijk op school
geweest."
,,Ik geloof, dat ik u toen nog wel eens ont-
moet heb, juffrouw Hornook", zei majoor
Rickstead leugenachtig.
Juffrouw Homock, die haar ooren gespitst
had bij het hooren spreken over een heerlijke
lunch en bovendien over champagne, sitraal-
de nu.
,,Maar wat zal je lieve moeder zeggen
Zal het haar niet spijten?"
Moeder ligt te bed met een nare verkoud-
h£id", zei Betty, ,,Zij kan alleen maar fluiste-
rend spreken, Ik geloof niet, dat zij u ontvan
gen kan, tante Martha."
,,Dan is het voor elkaar!" riep Roger. ,,We
hebben geen chauffeur noodig, wel? Ik zal
wel rijden, kom jij dan bij mij zitten, Betty,
dan is er voor tante Martha meer plaats bin-
nen."
,,Ik liet de kap dicht maken", zei tante
Martha. ,,Het toctotte en de wolken stof waren
vreeselijk. Ik denk, dat we het samen goed
zullen hebben, zoo, majoor Rickstead", en zij
stapte na hem in.
Een blik op Betty's stralend gezicht be-
loonde de majoor.
in de aanhankelijkheid aan de draagster der
Kroon, Hare Majesiteit de Koningin. Daar-
naast spuuiit dat medeleven voort uit warme
genegen'heid voor het in den bloei Zijner jeugd
staande Prinselijk paar, aan hetwelk men uit
de volheid des harten de oudenvreugde heeft
toegewenscbt.
De diepere grond echiter van de tintelende
steanming, die zich over gansch het land open-
baart, is de staatkumdiige beteekenis, die in
deze blijde geboorte ligt opgesloten. Langs een
historiisch proces is het Oranjehuis met ons
volk saamigegroeid. Het heeft in onze Staats-
en voilkisgemeenschap een zeer eigene en on-
aantastJbare plaatis verkregen. Zich beijverend
de belangen en het geluk van het Nederland
sche volk te dienen, was het Huis van Oranje
steeds zijn stralend middelpunt, tevens een
element van vastlheid, niet het minst in moei
lijke omstanjdigheden. De geboorte niu van een
telg uit dit ons: Vorstenhuis, geeft allerwegen
een gevoel van gerustheid, dat de voor Neder
land zoo waardavolle band met Oranje, naar
mensichelijke berekening, tot in een ver ver-
schdet bestendigd kan blijven.
'Zoo mag de natie zichzelf venzekerd achten
van een toekomst liggende in de lijn harer ge-
schiedenis.
Tenwijl wij vurig hopen, dat Prinses Juliana
spoedig zelf getuige zal zijn van de warme
geestdrift, welke Haar moederschap alom
heeft gewekt, spreken wrj onze hartelijke
wenschen uit voor den voorspoed der jongge-
borene. Met den wil der Allerhoogsten valle
die voorspoed haar rijkelijk ten deel.
Welke bestemming ook in den loop der jaren
voor Prinses Beatrix zal zijn weggelegd, wij
vertrouwen, dat Zij, door het leven geleid in
eenvoud en in ware liefde tot ons volk, de
beste tradities van Haar geslacht zal voort-
zetten en aan 'Haar vaderland geluik zal
brengen.
Moge het Nederlandsche volk uit het ontlui-
ken van dit jonge leven zelf verjongende
kracht pufcten ter versterkinig van de natio
nale eenheid en vrede, de onmisbare voor-
waarden voor zijn geestelijiken en stoffelijken
vooruitgang.
Rede Minister Colyh.
Na de rede van den voorzitter hield de mi
nister-president, dr. H. Colijn, een toespraak
van denzelfden inhoud als hij kort tevoren in
de Eerste Kamer had gehouden.
De Kamer, die ook deze toespraak staande
had aangehoord, apptlaudiseerde hartelrjk na
beeindiging der beide toespraken.
Verder besloot de Kamer, op voonstel van
den voorzitter, een schriftelijken gelukwensch
te zenden aan H.M. de Koningin en aan de
leden van Haar Huis.
De plechtigheid diuurde in totaal ongeveer
een kwartier.
DANKTELEGRAM VAN DE KONINGIN
AAN DEN GOUVERNEUR-GENERAAL.
Aneta meldt uit Buitenzorg:
De gouverneur-generaal heeft uit Soestdijk
het volgende telegram van de Koningin ont
vangen
,,U en ingezetenen van Ned. Indie mijn
hartelrjken dank voor medeleven em geluk-
wenschen.
(get.) WIiLHjELMINA."
AUTOTOCHT VAN DE KONINGIN
EN PRINS BERNHARD
Heden zouden de Koningin en Prins Bern-
hard een autotocht maken door de gemeen-
ten Baam en Soest.
De rit zou ongeveer drie kwartier duren.
De Koningin had den wensch te kennen
gegerven, dat tijldems den tocht geen bloemen
werden aangaboden, noch toespraken gehou
den.
DE MINISTER-PRESIDENT OVER DE
JONGE PRINSES.
In zijn rede, Woensdagajvond in de Groote
Kerk te Rotterdam gehouden voor de Geref.
jeugd, ter herdenking van den banld tussohen
Oranje en het Nederlandsche volk, heeft dr.
H. Colijn, de minister-president, o.rn. het vol
gende gezegd:
„:Eh nu moet ik tot iets intiems overgaan.
Ik heb gehoord, dat vele moeders in Neder-
lanld jaloersoh op mij zijn geweest, omdat ik
giisteren het voorrecht heh gehad, zelf de
jKlaar!" riep Roger en de auto reed weg.
„Zeg, het is een prachtdag voor cricket."
,,Ik vindt het geweldig van je om het zoo
klaar te spelen", prees Betty hem. „Maar
Dick is natunrlijk erg kwaad. Ik ben bang,
dat hij denkt, dat tante Martha den boel be-
dertven zal. Hij zei net nog, dat zij een nacht-
merrie was. En hij maakte dat hij weg kwam,
voordat de neven haar zouden zien. Zoo is
Dick, zie je."
,,Nou, ze is misschien een beetje lastig",
zei Roger. ,,Maar dit is toch beter, dan dat
jij thuis moest blijven."
Hij lachte haar vroolijk toe en wijdde dan
al zijn aandacht aan den wagen. Betty over-
dacht of hij geaien zou hebben, dat heur haar
anders zat en wat een flinke kerel hij toch
was, vooral in zijn witte pak. Wat een vast-
heraden kin en mond had hij, dacht Betty en
zij merkte ook op, dat hij glad sohoren was,
in tegenstelling met Dick, die vol zorg was
voor een klein filmsterrensnorretje. Dick zou
zeker moeilijkheden maken over tante Mar
tha, maar met zoo'n ridder waagde Betty het
er op.
Op het cricketveld werden zij enthousiast
begroet door beide partijen. Toen Dick even-
wel tante Martha zag, die kwam aanzwoegen
tusschen Betty en majoor Rickstead, betrok
zijn gezicht.
,,iWat ter wereld"... begon hij. ,,Nee, maar,
dat is toch een beetje te eng, Betty."
,,Mijn schuld", kwam Roger er tusschen.
,,De kleine wagen gaf het op en de oude dame
nam me mee. Toen kon ik toch niet minder
doen dan haar meCbrengen Vooral omdat ik
er achter kwam, dat het mijn lang verloren
tan.te was. Er waarom moest Betty thuis
blijrven. plus die leuke, oude kerel?"
Maar Dicks gezicht bleef betrokken.
.Betty moest niet zoo egoistische zijn", ging
hij door. ,,Het is ndet alleen om ons, maar wat
zullen de anderen er van deniken? Wat blik-
Hel behoeft geen kinkhoesl ie zijn, maar
een kinderhoesl moet niel verwaarloosd
worden. Waarom Uw kind noodeloos te
lalen lijden. Waarom zoudt Ge niet juist nog
op tijd het beste en meest krachtige middel
geven. Dat middel is toch Akker's Abdij-
siroop, die reeds zoovelen geholpen heeft!
Heeft Uw kindje het benauwd? Slaapt het
s nachts niel door hoesten, kuchen of
piepen op het borslje? Abdijsiroop zal Uw
kind helpen, die slijm losmaken, de hoest
rijp maken en sloppen. En morgen ziet Ge
niet meer de traantjes in de oogen door
dat afmatlend hoesten. De afroalting van
de ademhalingsorganen is weggenomen, de
ademhaling zal weer ruim en diep zijn.
(Ingez. Med.)
jonge Prinses te mogen zien, en ik moet u
zeggen: zij zag er praehtig uit! Ieidere jonge
moeder in ons land zou trotsch op haar zijn."
De minister-president vermeldde tevens,
dat hij niet alleen van zooveel landgenooten
in het buitenland, docih ook van zooveel vreem-
den uit het buitenland telegrammen van 'ge
lukwensch hajd ontvangen. En hij gewaagde
van het merkwaardig felt, dat zooveel bui-
teniland'sche bladen zich wekenlang in Baam
hebben laten vertegenwoordiigen en hun me-
dewerkers niet terugriepen, voordat het ge-
boorteberioM kon worden geiseind.
MINISTER COLIJN.
Minister Colijn, die zooals gemeld eenigen
tijd vacantie in het buitenland zal nemen,
is gisteravond naar Arosa vertrokken, waar
mevrouw Colijn reed's vertoeft.
REOEIPTIES IN BELGIe.
Ter gelegenheid van de blijde gebeurtenis in
het Prinselijk getzin hebben de Nederlandsche
zaakgelasitigdc en mevrouw Snouck Hur-
gronje Donderdagmiddag alien in Belgie wo-
nenden of tijdelijk verblijvenden Nederilanders
een receptie aangebod'en, welke buitenge-
woon druk was bezocht. Alle aanwezigen wa
ren getooild met een door jhr. en mevrouw
Snouok Hurigronje aangeboden oranje-knoop,
voorzden van een klaverbladvormig insi'gne
met de letters J. ien B. en de prinselijke kroon,
alsmede van een kindje. In de hall van het
legat'iegebouw hing een prachtige foto van
Prinses Juliana en Prins Bernhard, versierd
met oranje en de driekleur.
Een strijkje speelde volk'sliederen en in de
henedeuzail'en waren buffe.tten aangericht.
Te Gent hielden de consul en baronesse
van Wassenaar Woensdagavond een receptie
in de mooi versierde feestzaal van het consu-
laat. Vele leden van de Nederlandsche kolonie
uit Gent en de provincie Oost-Vaanderen
waren opgekomen. De consul hield een rede,
waarin hij herinnerde aan de historische ban-
den, die het Huis van Oranje met het Neder
landsche volk verbin'den. Voorts, zeide hij ver-
heugd te zijn, zoovele Nederlandiers zonder
onderscheid vein stand of denkwijae uit Gent
en de provincie samen te zien. Zijn voorstel
tot het zenden van telegrammen aan de Ko
ningin en Prinses Juiliana en Prins Bernhard
vond lui'd apiplaus. De oudste aanwezige Ne-
derlander, de 86jarige heer Krullaers, riehtte
tot den consul en baronesse van Wassenaar
een woord van dank, dat hij 'gedeeltelijk in
dichtvonm had opgesteld. Ook de heer Wens-
ma, vice-voorzitter van de Vereeniging van
Nederlamders, 'dankt; den consul en zijn eeht-
genoote voor de hartelijke ontvangst.
sem, Roger, tante Martha is toch niet van het
soort, waar je trotsch op bent."
,,Nou, het is mijn tante evengoed als de
jouwe", zei Roger. „Doe niet zoo uit de
hoogte, Dick."
,,:Nou, ja, kom maar mee." riep Dick. ,,We
hebben al te veel tijd verloren."
Hij ging hen voor naar het grasveld, terwijl
hij bij wijze van begrooting met zijn hand in
de richting van de onwelkome tante wuifde.
,,Ik geloof, dat ik maar liever binnen zit."
kondigde tante Martha aan. Zij stevende op
het paviljoen aan. ,,Dan ben ik tenminste uit
de tocht. Was Dick bij die jongens? Dan had
hij wel even kunnen wachten en mij begroe-
ten."
,,We zijn al zoo laat, tante. Ziet u wel?"
legde Betty uit. ,,Zij hebben op Roger ge-
wacht. Kijk eens, hier is een heerlijk hoekje,
heelemaal uit de wind."
,,:Eh een gemakkeiijke stoel", haastte zich
majoor Riokstaed te zeggen.
Later zei Betty, dat zij nooit den dag door-
gekomen zou zijn zonder majoor Rickstead.
Door al die onyerwachte geheurtenissen, de
autorit, de onbeleefdheid van haar neef, de
herinneringen die door het opdui'ken van dien
anderen or.bekenden neef weer waren wak
ker geschud, was zij uit haar gewone doen en
kon niet nalaten zich tegenover haar nicht te
uiten. Speciaal had ze het druk over Roger.
..Vindt u, dat hij meer op de Homocks lijkt.
dan wij?"' vroeg Betty.
,,0, ja", riep de oude dame. ,,Jij en je broer
lijken erg op je moeder. Roger is een flinke
kerel om te zien. Maar dat is maar de bui-
tenkant. Ik hoop nu oc'k maar, dat hij zieh
flink door het leven slaat."
Haar toon drukte een ernstigen twijfel uit.
Betty keek naar Roger en zij voelde een
soort trots in zich opwellen. Maar zij zeide
niets en tante Martha begon volijverig te
breien. (Wordt vervolgd.)