ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No. 9718
VRIJDAG 4 FEBRUARI 1938
78® Jaargang
Binneniand
EERSTE BLAD
TER NEUZEN, 4 FEBRUARI 1938.
SLUISKIL.
HOEK.
AXEL.
^nvn^uvnemfuc^f i miun,»ic»amgiwMii'.»BB>aaBc!r«tw»gwimLMHUJuawaj'Jg|raHgiagM*Ba»-3g>ai'.tw ix^xjasssssxts^.^ma^vanex'^*
swaBcctwwBWiJu >r: at, memmomi
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Atmerika f 2,oiverige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
UitgeefsterFimna P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20,
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
ARBEID PAARDEN LANDRODWBEDRIJF.
De Burgemeester van TER NEUIZBN
maakt bekend, dat door de politie streng toe-
zieht zal worden uitgeoefend met het oog op
eventueele_ overtredingen in verband met het
doen verrichten van te zwaren arbeid door
paaTden in het landbouwbedrijf.
Ter Neuzen, 3 Februari 1938.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
LMfST VAN EIGENAARS EN BEHEERDERS
VAN PAARDEN.
De Burgemeester van TER NEUZEN
brengt ter algemeene kennds, dat gedurende
de maand Februari op de gemeente-secretarie
voor een ieder ter inzage is nedergelegd de
alphabetische lijst bevattende de namen der
in die gemeente metterwoon gevestigde eige-
naars of beheerders van den of meer paarden,
bestemd om ter vordering te worden aange-
boden, opgemaakt ingevolge het bepaalde bij
artikel 17 van het Inkwartieringsbesluit.
Ter Neuzen. 3 Februari 1938.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
PRINSES BEATRIX.
Hoe meet de naam Beatrix uitgesproken
worden? Waar moet het accent liggen?
Een classicus deelt mede, dat de naam Bea
trix reeds in het Latijn voorkomt in den tijd
der eerste Ohristenen. Deze vrouwelijke vorm
is afgeleid van den ook als eiigennaam voor-
koanenden mannelijken vorim Beatus, de ge-
luk-, de ze^enlbrengends. De a in dezen naam
is lang en dus moet het accent (in het La
tijn) liggen op de a. Dienovereenkomstig
dient de uitsipraak van den naam der jonge
Praises te luiden: Beatrix.
De tweede naamval in het Latijn luidt Bea
trices, waarin het accent versprongen is en op
de eerste i valt. Onder den invloed daarvan is
in het Italiaanseh de naam Beatrice ontstaan,
met bet accent op de i.
Bij de aarugifte ten paleize van de jonggetoo-
rene ten overstaan van den burgemeester van
Baam en de ministers van staat dr. Colijn en
jhr. mr. Beelaerts van Blokland, heeft men
evenwel, naar men uit de radio-uitizendingen
zou mogen afleidem, den naam uitgesproken
als Beatrix, met den klemtoon op de e. In den
Nederlandsohen vorm van den naam, Beatrijs,
valt. oveneenkomstig ons taaleigen, het ac
cent eveneens op de e.
De tiwijfel, welike over de uitspraak van den
naam kan bestaan, zal zeker spoedig worden
opgdheven, wanneer bekend wordt, hoe de
ouders wenschen, dat de naam van het jonige
Prinsesje zal worden uitgesproken.
(N. R. Crt.)
DE CHR. HIST. KIESVEREENIGING TE
NAARDEN EN DE OXFORDBEWEGING.
Bij den voonZitter van de Ohr. hist, kiesver-
eeniiging te Naarden was een voorsttll inge-
komen om het lid, den heer Boddens Hosang,
burgemeester dier gemeente, te royeeren, om-
dat hij tijdens ,een Oxfordbijteenikomst een
opentoaar getuigenis had afgelegd, als Tho-
masvaer op een nieuiwjaarsfeest van het Ini-
tiatiefoomitd Naarden was opgetreden en ver-
lof had gegeven am de zomerfeesten ook
tjjdiens een Zondag te doen houden.
De voorzittsr van de kiesivereeniging, de
heer A. J. Kens,ten, deelt ons tlhans mede, dat
van de vier bestuursleden die het voorstel
onderteeikenid h add en, drie hun handteekening
hefbben teruiggenomen en het bestuur, dat uit
zeven personen bestaat, besloten heeft om het
voorsitel, dat ook door 'n enkel gewoon lid was
ondersteund, niet aan de ledenrvergadering
over te brengen. De heer Kersten licihtte toe,
dat de voorstellers, idie zich teruggetrokiken
hefbben tot het inzlicht zijn gekomen, dat de
kiesivereeniging zich met een dergelijke uit
spraak emstig zou blameeren.
Br is geen enlkele principe in het partijpro-
gram van de C. 'H. Unie, dat in strijd komt
met de beginselen van de Oxfdrdlbeweging en
wat het openlbaar getuigenis aangaat, iedereen
ook een burgemeester, dient, inldien hjj daar-
toe behoefte gevoelt, hierin vrij te zijn en is
daarvan geen verantwoording schuldig.
De getuigenis ldep nog wel erover, dat hij
zich in zijn amlbt ervoor zal hoeden om belof-
ten en toezeggingen te doen, als hij niet zeker
weet, dat hij ze zal kunnen volbrengen. Deze
gewoonte komt juist bij autoriteiten nogal
eens voor, dius indien iemand venklaart, dat
hij zal trachten hiertegen ts waken, zal men
helm dit moeilijk kunnen verwijten.
Wjat het optreden als Thomasvaer aangaat,
er is niets tegen dat een burgemeester en zijn
gade de beste wenschen voor de bu rgerij uit-
sprefken in een traditioneele dracht, te meer
daar dit, in dezen kring van Naardensche
burgers, op ingetogen wijze is geschied.
De grief inzake de zomerfeesten op Zondag
had, indien men deze werkelijk meende, eer-
der te berde moeten worden gebracht! ook
daaruit "blijkt, dat persoonlijke drijfveeren tot
bet indienen van hst voorstel hebben geleid.
(N. R. Crt.)
NEDERL. PROTESTANTEN BOND.
Metvr. DumoulinGoedkoap uit Vught
hield 1.1. Woensdag voor de afdseling Ter
Neuizen e.o. van den N. P. B. een lazing over
Frederik van Eeden. De spreekster ging den
levemsloop van dezen grooten dichter en den-
ker na en sprak o.a. over zijn verhouding tot
de andere tachtiigers (speciaal Kloos)zijn
wenk in Walden; zijn werk als arts te Am
sterdam, zijn connecties met Uipton Sinclair,
Tagore, Lloyd George e.a.; zijn overgang tot
de R.K. kerk enz. Zij deed duidelijk uitikomen
het tragische van deze figuur, die zijn vrien-
den niet door den dood, maar door het leven
verloor en ten slotte nog jaren leefde zonder
de beschikking te hebben over zijn geestelrjke
venmogens.
Dit alles werd afgewiisseld door het lezen
van verschillende fragmenten proza en poezie.
Er was een aandachtig puibliek, dat speciaal
door een gedeelte uit Pauls Qntwaken werd
geroerd.
Aan het begin van deze samenkomst wer-
den door den voorzitter eenige woorden ge-
wijd aan de blijide gebeurtenis in het Vorsten-
huis.
JAARVERGADERING CHR. GEORG.
LANDARREIDERS.
Donderdag werd in ,,Qns Huis" alhier de
jiaarvergadering gehouden van het district
Oost-lZeeuiwisch-Vlaanderen van den Nederl.
Chr. Lanidarbelders Bond.
Uit het breed uitgewerkte jaarverslag stip-
pen we aan, dat het district 606 leden telt,
Waarvan 542 zijn aangeSloten bij het T.B.C.-
fonids „Draagt elkanders lasten".
Door den heer M. J. Eelderinlk werd gerefe-
reerd over het zeer actueele vraagstuk: ,,Moet
een anbeidsconflict door een werkstaking of
door publieke rechtspraak worden opgelost?"
Het onderwerp: ,,De techniek en de econo-
mische ontwiikkeling van ons bedrijfsleven
werd behandeld door den heer P. de Blaaij,
van Zaamislag.
Beide referenten helbben deze moeilijke on-
derwerpen in den br.tede behandeld, wat
vooral in de besprekingen wel duidelijk naar
voren kiwam.
'Deze avond was voor de .bestuursleden der
afdeelingen in 't bijzonder 'n leerrijke avond.
De bijeenkomst stond onder lefding van den
districtsvoorzitter, den heer J. de Putter van
Hoek, en wend door den heer Eelderink op de
gelbrui'kelijke wijze gesloten.
AANVULLING.
Wij hebben in ons vorig mummer aangestipt
verschillende in 't oog vallende verlichtingen.
Wij hadden daarbij verzuimd te vermelden
die van den voorgevel van het cafd ,,De
Beurs" van den heer Van den Acker. Wij
herstellen onis verzuim met de vermeldiing,
dat deze smaakvol was en goed voldeed.
De buurtcommissie „Java" had een kinder-
feest georganiseerd, waartoe men de kinderen
met ouders en belangstellenden had venzameld
in het gelbouw Emmanuel", waar de heeren
De Rubber en Van Overlbeeke de kinderen
toespraken. Rijkelijk voorzien van versnape-
ringen trok men in optocht, voorafgegaan
door 'de mondharmonicacluto Bravo", onder
vroolijke marschen weer naar Java terug,
waar de stoet werd ontbonden.
FEESTljITVOERING VAN „ONDER ONS".
Het is zeker een goede gedacbte van het
symphonie-orkest „Onder Ons", leider de heer
M. P. Harte, geweest, om na de algemeene
feestviering ter gelegenheid der geboorte van
Prinses Beatrix de belangstellenden in de ge
legenheid te stellen die gebeurtenis t>o'k nog
eens in een gezellig samenzijn en door het be-'
luisteren van een mooi programma te vieren.
Dat daarvoor groote belangstelling bestond,
bewees de geheel gevuldo zaal van het Luxor-
Theater", die door de zorgen der leden van
Onder Ons" feestelijk versierd was. f
De stemming in de zaal werd wei geken-
schetst door het transparant dat bij het open-
schuiven van het gordijn, 't welk te lezen gaf
„Oranje Boven! Leve de Prinses!"' De avond
stond in dat teeken.
Het orkest begon met het „Wilhelmus", dat
door de feestgenooten spontaan werd meege-
zongen. Daarop volgde de uitvoering van de
,,Lustspiel-ouverture" van Keler Beia.
Alsnu betrad de burgemeester, de heer Mr.
P. Tellegen het podium, voor het uitspreken
van de volgende feestrede:
Dames en Heeren!
De blijde gebeurtenis ligt weer acbter ons.
Het dagelijksche leven heeft zijn gang her-
nomen. De beslommeringen van alien dag
hebben hun greep op ons hervat.
Wij hebben op dien blijden dag en op den
nationalen feestdag uiting kunnen geven aan
de spontane gevoelens, die toch nog na al het
wacbten in ons opbruiscbten en Ter Neuzen
heeft een algemeene volksvreugde gekend als
nooit tevoren.
En naast de bezinning in een plechtige bij
eenkomst willen wij toch ook nog graag eens
bij elkander zijn om onze groote blijdschap
over dit nationaal gfebeuren in feestelijke
hooggestemdheid te vieren.
Het was daarom een goede gedachte van het
symphonie-orkest „Onder Ons" U alien op
dezen avond hierheen te nooden, waar nu de
lieflijke Muzen onze feestgedachten zullen be-
geleiden.
Teneinde bij dit muzikale feestprogramma
bij mijn, wat al te wijdsch als feestrede, aan-
gekondigde toespraak niet te zeer uit den toon
te vallen, wil ik trachten U enkele oogenblik-
ben bezig te houden met eenige mededeelin-
gen omtrent ons Volkslied, ons Wilhelmus",
die ik mocht vergaren bij het naslaan der lit-
teratuur waaruit de officieele redenaar van
deze dagen zijn bouwstof had te putten.
Naar mijn vermoeden is er geen volk ter
wereld, dat kan roemen op een volkslied van
zoo eerbiedwaardigen ouderdom en tevens van
zoo edelen herkomst.
Daarnaast is er waarschijnlijk geen volk
ter wereld, dat zoo weinig weet wat het zingt
als wij Nederlanders, wanneer wij het Wilhel
mus aanheffen. Wij zijn al big wanneer wij
twee strofen geheel kunnen meezingen; weten
misschien nog dat het in het geheel vijftien
strofen bevat waarvan de eerste letters te-
zamen den naam Willem van Nassou vormen.
Maar daarmede is bet dan ook uit. Waar
schijnlijk zijn er zelfs onder ons, die zich wel
eens hebben afgevraagd, wat ons, vrije Neder
landers toch bezielt om met plechtige gezich-
ten te zingen van een Duitscben Prins die den
Koning van Spanje altijd geeerd beeft. Maar
al kwamen zulke gedacbten wel eens bij ons
in onze binnenkamer op, zeker hinderen zij ons
niet bij het hooren der aloude klanken de be-
kende woorden met een juiohend hart uit te
zingen.
Veel is er over het Wilhelmus geschreven.
Een berg van litteratuur heeft zich om dit
geheel eenig vers opgestapeld en nog weten
wij het niet wie de sehrijver was, weten wij
amper den tijd waarin het geboren werd.
Een strijd- en marschlied was het en het
ontleende zijn melodie dan een Fransch spot-
liedje gedicht op het beleg van den Franschen
stad Chartres door den Prins van Conde in het
begin van 1568.
Het was in die dagen al niet anders dan
tegenwoordig: een melodie die wat in het ge-
hoor.lag verspreidde zich al ras en zoo vin-
den wij boven de oudst bekende uitgaven van
het Wilhelmus de aanwijzing: naar de wijze
van Chartres.
Dat zal dan ook niet veel later zijn ge
weest, dus einde 1568 of begin 1569, kort na
den eersten tegenslag van den Prins, dat het
nieuwe strijdlied het land doorging als vlie-
gend blaadje in duizenden exemplaren ver-
spreid. De jongste gebEurtenissen worden er
in vermeldGraaf Adolf was gebleven in
Vriesland in den slag en de elfde strofe ver-
haalt van de nederlaag van den Prins bij
Stdlkem aan de Maas, Waar Willem zijn ge-
duchten tegenstander Alva deerlijk onderschat
bleek te hebben.
Het moest propaganda maken voor de goede
zaak. Dat was hard noodig. Ik zeide U reeds
bij een eerder gelegenheid: het waren bange
dagen voor Oranje. Van alien verlaten, door
alien gewantrouwd, moest hij de wijk nemen
naar Frankrijk, zich terug trekken op d^i
Dillenburg, in afwachting tot een beter tijds-
bestek een nieuwen aanrval zou begunstigen.
Wanneer wij nu deze nuchtere feiten der
historie ieggen naast hetgeen het Wilhelmus
ons in dat opzicht te vertellen heeft, dan moet
erkend dat ons volkslied voor de geschiedenis
als zoodanig niet alleen geen waarde heeft,
maar daarmede in open strijd is.
Het bedoelde jin de eerste plaats een ver-
dediging te zijn tegen den aanklacht, het
,,daghement" van Alva namens den Koning
den oproerling voor de voeten geworpen. De
argumenten stemmen geheel overeen met die
welke wij vinden in het officieele antwoord
van den Prins op den aanklacht en welke wij
later aantreffen in de beroemd geworden
Apologie. Wij kunnen daarop hier niet verder
ingaan.
Daarnaast wil het een troostlied zijn voor
de achtergebleven aanhangers, voor de verban-
nen geloofsgenooten, die in Willem de Zwijger
•kans meenden te zien nog eens naar het ge-
liefde vaderland terug te kunnen keeren.
Troost en bemoediging voor de verslagen
vrienden van wie hjj wel afscheid neemt, maar
tot wien hij tevens de hoop uitspreekt, dat hij
terug zal keeren om hen te helpen de tyranny
te verdrijven. Het was, zegt hij in de XII
strofe, nog niet de tijd des Heeren, maar zij
moesten op God blijven vertrouwen.
Dat is het overheerschend gevoel in het mee-
rendeel der strofen: een opwekking tot ver
trouwen in God die het alles ten goede zal
keeren.
En ziet, .ook hier geen overeenstemming met
de werkelijkheid.
Het zijn alien woorden, die op dat oogen-
blik in den mond van den P^jns, die immers
uit het Wilhelmus tot deh lezer spreekt, niet
pasten.
Nog niet.
De Prins was amper 35 jaren oud. Hem
stonden nog geheel andere doeleinden voor
oogen dan waarheen later de gebeurtenissen
hem zouden drijven. Nog wilde hij den Koning
blijven erkennen, verzoenend optreden, hoog-
stens toenadering zoeken tot de Protestant-
sche Duitsche Staten. Verder kan met grond
betwijfeld worden of de Prins zoo kort bij
zijn onbezorgd, onbezonnerr jeugdleven aan het
niet bepaald Godvreezend Hof te Brussel,
reeds toen tot het onwrikbaar vertrouwen in
een hoogere leiding was uitgegroeid waarop
hij later zijn doorzetten van den strijd om
gewetensvrijheid mocht opbouwen.
En toch is het ,Jiet genie der vroomheic"
naar het woord van Busken Huet, dat uit het
gedicht ons het meest pakt. "frjch zouden wij
haast geneigd zijn den Prins zelve voor den
dichter te houden zoo wijzen tallooze, haast
woordeirjke vermeldingen naar de latere Apo
logie en moet het dus wel iemand geweest zijn
uit zijn zeer naaste omgeving. Toch moet ook
de dichter, beter dan de Prins zelf, op dat
oogenblik gezien hebben wat de toekomst in
haar schoot verborg. Toch klinkt uit de veelal
simpele woorden die diepe orgeltoon door,
waarop later, binnen weinig jaren reeds, ge
heel de strrjd der jonge Nederlanden zal zijn
afgestemd.
Zoo zag de onbekende dichter zijn held. Zoo
vormde hij Willem tot de mythe, die wederom
aan het lied de bezieling verleende, welke het
tot het meest geliefde 'strijdlied dier dagen
maakte.
Mythen zijn anoniem zegt Prof, van Eijck,
de laatste en meest meedoogenlooze ontleder
en beoordeelaar van ons Wilhelmus, tegelijk
echter de meest diepe bewonderaar.
Uit het nog onbewuste, diepe volksgevoelen
van die allereerste jaren van strijd is daar, op
het hachelijkst oogenblik, toen de latere
Vader des Vaderlands zelve wanhopend aan de
toekemst en ter nefir gestagen door het totaal
ontbreken van elke medewerking van hen
voor wie hij zijn leven zou geven, is daar uit
de simpele ziel van een ongekende medestrij-
der deze onvergankelijk schoone bloem opge-
bloeid, die tot op dezen dag met haar geur ons
tot onverklaarden geestdrift weet te wekken.
De tijden hebben aan het volkslied zijn
karakter van specifiek Protestantsch strijd
lied ontnomen, zoodat in dezen tijd de Katho-
lieke dichter en taalgeleerde Brom kan getui-
gen: ,,een even ongenaakbaar als onvervang-
baar werk", en van de stuntelige bewerkingen,
zooals er in later eeuwen zooveel verschijnen
zullen: ,,wie in den rots wil boetseeren, ver-
vormt alleen wat aan zijn handen."
Wij kennen alien die bezieling van ons
volkslied voor het heden. Laat ik U een
enkel voorbeeld geven van wat het voor den
tijd onzer voorvaderen was in dien eersten
heeten strijd om ons volksbestaan.
Het was in 1624, in het hartje van den win
ter. Spaansche rudters bezetten op een
strooptocht het dorp Ede op de Veluwe. Reeds
was de plundering aangevangen toen zij ver-
ontrust werden door het geraas van het ijs,
dat begon te breken. doordien de boeren de
sluis hadden geopend. En toen nu een jager
in de buurt op Harsloo, die nog van niets wist,
bij toeval bet Wilhelmus op zijn hoorn begon
te blazen werden de Spaanjaarden door een
paniscbe scbrik bevangen en vluchten zoo
overbaast, dat zij niet alleen het eten, maar
ook de zilveren bekers op de tafels lieten staan
en zelfs hun wapenen wegwierpen.
Prof, van Eijck zegt: ,,Het geloof in de
waarheid van zrjn Oranje-voorstelling was de
kracht waaruit het anoniem genie der vroom-
beid puitte."
Zoo is het ons overgeleverd.
Zoo vinden ook wij in zijn Oranje-voorstel
ling de bezieling om het met heel ons hart te
zingen, waar ook en welke Nederlanders ook
tezamen zijn. Dan vallen alle scheidings-
muren weg. Dan weten wij dat Oranje voor
heel Nederland is: de eenige denkbare leiding;
de eenig denkbare band die alien bindt.
(Applaus.)
Dat er een feestelijke stemming heerschte
bleek ter deeg tijdens de uitvoering der pot
pourri over volksliederen ,,Zoo zingt Holland",
bij de bekende liedjes bleek men gaame mee
te zingen.
Een nummer dat insloeg was het „Wiege-
lied voor 't Vorstenkind", gedicht van mej. J.
de Kraker, op muziek van den heer M. P.
Harte, innig mooi gezongen door mej. Jo de
Smidt, die daarmede weer bewees niet alleen
instrumentaal doch ook vocaal een verdienste-
lijk lid van „Onder Ons" te zijn. Het alge-
meen en aanhoudend applaus dat na het zin
gen van dit lied opklaterde, gold zoowel zan-
geres als dichteres en componist.
Door mej. De Smidt werd namens het
orkest een ftloemenhulde overhand'igd aan den
leider, den heer M. P. Harte, als dank voor
de goede zorgen door hem sinds 8 jaar als
leider aan het orkest besteed, ook in het bij
zonder weer voor het arrangeeren van dezen
feestavond. Er heersoht bij „Onder Ons"
steeds een gezellige stemming, zij hoopte, dat
deze onder leiding van den heer Harte, nog
vele jaren zal mogen worden bestendigd.
De leider dankte voor de hulde, doch ge-
tuigde, dat men niet moet denken, dat hij
alldSn „Onder Ons" is. De leden werken
steeds en in alles samen, zoo is het vaandel
ontstaan door de werkzaamheid der dames
van de leden, zgn de mooie lessenaars vervaar-
digd door een lid en is ook de versiering der
zaal verzorgd door de leden. Dat de werk
zaamheid van „Onder Ons" zoovelen hier
dezen avond bijeenbracht, stemt den leider en
leden tot groote dankbaarheid.
Hierna werden door den heer Jos. Moerdijk,
aan de piano begeleid door mevr. Moerdijk op
de van hem bekende virtuose wijze een aantal
liederen gezongen, waarbij hem het applaus
der hoorders niet gespaard werd.
Onder algemeene toejuichingen werd het
echtpaar een bloemenhulde overhandigd.
Hierna was het woord weer aan 't orkest.
Uitgevoerd werd het ,,Wolgalied" van Lehar,
met mej. De Smidt als soliste. Na dit nummer
werd ook aan mej. De Smidt een fraai bloem-
stuk aangeboden, dat blijkens het applaus ten
voile de instemming der zaal had.
In het daarop volgende ,,The clock is
playing" bleek de waarde van den heer G.
Dyselinck als pianist ten voile. Hij oogstte
met dit nummer groot succes.
Nadat het orkest nog een nummer had ge-
speeld, brak de pauze aan, die onder gezelli-
gen kout verliep.
Wij moeten ons beperken en stippen daar
om uit de tweede afdeeling alleen aan, dat het
lid van het orkest de heer C. de Regt als zan-
ger debuteerde met een 3-tal cowboy-liedjes,
die dermate in den smaak vielen, dat hij nog
een toegift moest geven.
De heer Moerdijk trad vervolgens op als lei
der van volkszang. Hij leerde»de aanwezigen
op onderhoudende manier op korten tijd enkele
liedjes zingen, hetgeen zeer in den smaak der
aanwezigen viel. Tot slot zong hij ook zelf
nog eenige liederen, die hem opnieuw succes
bezorgden.
Van de door het orkest gespeelde nummers
memoreeren wij de goed uitgevoerde ,,Der
fideele bauer" van Leo Fall en de .Czardas"
van Grothe, met mej. Jo de Smidt als sopraan-
en den heer R. Vermast als viool-solist.
Met den door de aanwezigen meegezongen
populairen feestmarsch van W. Ciere, werd dit
deel van het programma beeindigd.
Maar....i.- men ging nog niet naar huis.
Velen bleven nog geruimen tijd bijeen om te
kijken naar of deel te nemen aan een door den
heer Lev. Hamelink op keurige wijze geleid
bal, dat zeer geanimeerd was.
Er is dezen avond in verschillend opzicht
veel genoten. Zij zal hij de deelnemers lang
in de herinnering voortleven.
SIC TRANSIT GLORIA MUNDI.
De wielerhaan, die alhier enkele jaren ge-
leden werd gesticht en onder overgroote be
langstelling in gebruik werd genomen, is ten
doode opgesdhreven. De al spoedig en in toe-
nemende mate" acfateruitgaande exploitatie-
resultaten helbben de stichtimg doen besluiten,
deize te sloapen. De heer C. Vermast, die haar
jnd'trtijd heeft gehouwd, heeft thans ook het
slooipen der piste" aangenoimen.
STROOPERS TE SAEFTINGE GEGREPEN.
Vanouds is de Westerschelde een gezocht
oora voor de jacht op zeehonden en eend-
vogels en menig jager weet, dat vooral de
eenden zich nog al eens gemakkelijk laten
verschalken bij avond. Dat wist blijkbaar
ook een gezelschap Antwerpsche jagers, dat
Zondagavond j.l. met een boot de Wester
schelde was afgevaren tot aan de schorren
van Saeftinge. Vooral bij duistemis zijn deze
eenzame, verlaten schorren een onherberg-
zaam oord en de heeren jagers, waaronder
ingenieurs, juristen en andere academische
gegradueerden, meenden 't er op te kunnen
wagen bij eh hum boot te verlaten om te
pogen het wild te verschalken in de afvloeiende
kreeken van het ondergeloopen Land van
Saeftinge. Nu heet het beschieten van eend-
vogels op de schorren door nietbevoegden
stroopen en ook de Antwerpsche jagers moet
dat wel taekenii zijn geweest, want zij hadden
zorgvuldig de duistemis afgewacht. Boven-
dien mag er op Zondag niet gejaagd worden.
Met vijf jachtgeweren en een flinke hoeveel-
heid munitie waren zij de schorren op gegaan
om aan den rand der kreeken af te wachten
tot zij op het glinsterende water dat eenigs-
zins afstak tegen het nachtelijk dionker de
eendvogels konden beschieten. Lustig knal-
den de geweerschoten door de stilte en de
eenzaamheid, toen er plotseling iets gebeurde,
waarop de jagers ongetwijfeld niet gerekend
hadden. Van de landzijde kan men den aan
het water grenzenden rand der schorren zeer
moeilijk bereiken. Eindeloos slingeren de
bochtige kreeken door deze uitgestrektheid
van duizen hectaren en wanneer men van de
landzijde poogt bij de Schelde te komen staat
men telkens voor een dier kreeken die hier
en daar zeer diep, gevaarlijk en breed zijn.
Ondanks al deze moeilijkheden zijn drie politie-
mannen, napielijk wachtmeester Booniman uit
Nieuw-Namen, rijksveldwachter Van der
Zande uit Clinge en jachtopziener Seghers er
in geslaagd de stroopers op heeterdaad te
betrappen en de vijf jachtgeweren benevens
de munitie en het wild ongeveer een tiental
eendvogels, in beslag te nemen. Doch ook de
stroopers zelf moesten gegrepen worden om
proces-verbaal te kunnen opmaken. Zoodra
deze evenwel bemerkten dat de politie hen op
de hielen zat maakte een paniscbe schrik zich
van de heeren meester en langs alle kanten
zochten zij te ontkomen. Alle zes vielen zij,
meldt De Z., in handen der politie, waama
proces-verbaal volgde.
Zaterdag j.l. hield de varkensvereeniging
,,'Helpt Elkaar" haar jaarlijksche algemeene
vertgadering hij den heer Meert. De voorzit
ter, de heer A. van Aerde, heette de leden,
die ondanks het ongunstige weer in grooten
getale waren opgekomen, welkom. 'Hij noo-
diigde daarop den secretaris uit, verslag uit
te brengen. Uit het rapport der ccwnmissie
van onderzoek bleek, dat de inkomsten heb
ben bedragen f 382,43 en de uitgaven f 257.60.
zoodat er een goed slot is van 12433.
Met groote meerderheid werden de aftre-
dende bestuursleden, de heeren Alois van
Aerde en Jac. die Blaaij herkozen, terwijl in
de vacature ontstaan door het overlijden van
den heer Bos werd gekozen de heer P. J.
Cortvriendt.
De uitkeerimg bij verlies van varkens werd
vastgesteld tot en met 25 K.G. uit te betalen
met 100 berekend naar den prijs der le
soort der Rottendamsche Maandagmarkt, en
voor de kilogrammen daarboven 90 De
contri'butie is bepaald op 30 cent per maand
en per varken.
De controlecommissie zal voor 1938 bestaan
uit de heeren P. van Drongelen, P. de Witte
en W. van der Hooft.
Dezer dagen verloor een inwoner uit deze
gemeente een portemonnaie met ruim /40.
Eenigen tijd later werd deze gevonden en aan
den eigenaar overhandigd.
Naar we vemamen ontving de eerlijke vin-
der een flinke helooning.
„HET CENTRUM".
Na de dagen van feestvreugde zet „Het
Centrum" haar deuren weer open voor de
liefhebbers van het witte doek en zoo wordt
Zaterdag en Maandag weder een bijzonder
spannend programma vertoond. Als eerste
hoofdnummer staat aangegeven het spannend
verhaal, dat van een treffende oorspronkeliik-
heid is, geschreven door den alom bekenden
Engelschen sehrijver Mark Twain, getiteld
Prins en Bedelknaap.
Evenals in den morgen van j.l. Maandag
kondigden in het jaar 1547 de kanonnen de
geboorte aan van een Vorstenkind, dat den
troonopvolger zou worden van Henry Vin.
Men leefde toen echter in andere tijden dan
tegenwoordig en het leven aan een Hof was
geheel anders dan tegenwoordig. Om kort te
zijn, het leven van den troonopvolger was door
het intrigeerend deel van de hofhouding verre
van veilig en zint men slechts op een goede
gelegenheid om dezen wettigen erfgenaam op
den troon te ontvoeren. Door een toeval komt T
een bedelknaap in het palais en valt daar in
slaap, waar hij door een kapitein van de
wacht wordt ontdekt en ontvangt hij een ge-
weldig pak slaag, juist op het moment, dat de
jonge Kroonprins binnentreedt, die het voor
de bedelknaap opneemt en aldra met hem aan
het spelen is. Zooals kinderen meer doen gaan
zij zich verkleeden en blijkt het, dat hun ge-
i lijkenis zeer groot is. De Kroonprins is de
bedelknaap en deze de Kroonprins. De avon-