Ter Neuzensche Courant
DE BOEREN-BARON
Binnenland
FeuIHeton
Buitenland.
Maandag 17 Januari 1938 No. 9710
TWEEDE BLAD
VAN
„PRINS VAN ORANJE".
In dezen tijd, waarin Nederland de komende
gebeurtenissen in spanning verbeidt, verdient
het zeker aaribeveling, schrijft o.m. net
Handelsblad, eens na te gaan, hetgeen de
Grondwet omtrent de titulatuur der Troon-
opvolgers zegt.
De Grondwet bepaalt, dat de oudste van des
Koning's zonen, of verdere mannelijke nako-
melingen, die de vermoedelijke erfgenaam
is van de Kroon, des Konings eerste onder-
daan is en den titel voert van „Prin® van
Oranje".
Een Troonopvolger of Kroonprins draagt
dus den titel van Prins van Oranje.
Daarentegen noemt de Grondwet onze
Troonopvolgsiter of Kroonp rinses ,,de dochter
des Konings, die de vermoedelijke erfgenaam
is van de Kroon".
Met andere woorden de titel Prinses van
Oranje bestaat niet. Ook een te verwachten
Oranjetelg kan dus als het een Prinsesje is,
dezen titel niet dragen. Eerst, wanneer Prin
ses Juliana den Troon heeft beklommen, is
Haar eventueele oudste zoon gerechtigd den
titel Prins van Oranje" te voeren.
In andere landen komt het eveneens voor,
dat de Kroonprins een titel voert. Engeland
kent zijn Prins van Wales, Belgie zijn Hertog
van Brabant en Spanje tot voor kort zijn
Prins van Asturie.
Aan den Nederlandschen titel is een groot-
sche traditie verbonden. Reeds Willem de
Zwrjger voerde den titel, die afkomstig is van
zijn oom Rene van Chalons, Prins van Oranje,
welk Prinsdom in het Zuiden van Frankrijk
lag.
Bij gelegenheid der verheffing van Z. K. H.
den Souvereinen Vorst der Vereenigde Neder-
landem tot Koning der Nederlanden en Hertog
van Luxemburg heeft Willem I bij procla-
matie van den 16den Maart 1815 onder meer
gecaegdi:
,,Niet minder achten Wij ons verpligt om
zorg te dragen, dat niet de naam dien Wij
steeds, in alle wisselingen van de fortuin, met
eere gedragen, en onder welken Onze Voor-
vaderen aan de zaak der vrijheid zoo menig-
vuldige diensten bewezen hebben, vemietigd
worde en verdiwijne. En begeeren en bepa-
len Wij uit dezen hoofde, dat voortaan de ver
moedelijke Erfgenaam van het Koningrijk der
Nederlanden zal aannemen, voeren en behou-
den den naam en titel van Prins van Oranje,
dezelve reeds onmiddellijk bij dezen aan Onzen
beminden oudsten Zoon, met des te inniger
genoegen verleenende, om dat Wij Ons ver-
zekerd houden, dat Hij den alouden luister
daarvan zal handhaven door de stipte vervul-
ling zijner pligten als Onze eerste Onderdaan
en als toekomstige Beheerscher van den nieu-
wen Staat, en door, ten alien tijde, met moed
en z-elfopoffering te waken voor de vieiligheid
van het vreedzame en gastvrije grondgebied
der Nederlanden''.
Op 24 Augustus 1815 werd deze titulatuur
in onze Grondwet opgenomen.
Onze laatste Prins van Oranje is geweest
Prins Alexander (18511884)zoon van
Koning Willem III en Koningin Sophie, een
halfbroeder dus van onze Koningin.
Bij den titel mag vooral niet vergeten wor-
den, dat deze geheel staat buiten den ge-
slachtsnaam van ons Koninklijk Huis (Oranje-
Nassau).
In 1901 heeft onze Koningin reeds bepaaid,
dat alle Prinsen en Prinsessen der Nederlan
den en hare wettige nakomelingen den naam
Oranje Nassau" zouden dragen, voorafgaan-
de aan den naam, dien zij aan het geslacht
van hun Vader ontleenen.
Zoo heet H. K. H. Juliana, Prinses der Ne
derlanden, Prinses van Oramje-Nassau, Her-
togin van Meckelnburg, Prinses van Lippe-
Biesterfeld.
Haar Zoon of Dochter draagt dus den naam
Prins of Prinses van Oranje Nassau, Prins of
Prinses van Lippe-Biesterfeld.
MINISTER COLIJN VERDEOIGT
KABIN ETSFORMA TIE
Minister Colijn heeft Vrijdag in zijn ant-
woord aan de Eerste Kamer drie onderwer-
pen behandeld: de oorsprong en de beginselen
van het kabinet; het constitutioneele karakter
van het kabinet; opmerkingen naar aanleiding
van het werkprogramma der regeering.
Dr. Colijn wees erop, dat het kabinet aller-
eerst diende te streven naar samenwerking.
Na de moeilijkheden te hebben genoemd,
waarop hij was gestuit, sprak hij als zijn stel-
lige meening uit, dat een andere formateur
het niet beter had kunnen doen.
Vervolgens legde Dr. Colijn den nadruk op
de volmaakte eensgezindheid, welke bij de
6 Vervolg.
HOOFDSTUK IH.
Toen Roger negen jaar was, ging hij voor
het eerst naar school. Het was een voorbe-
reidende school, aangesloten bij een hoogere
waar hij geen zou gaan, als hij er oud genoeg
voor was.
Lady Beck bracht hem er zelf heen. Het
was de eerste keer, dat Roger met den trein
reisde en hij was er vol van. Zijn kleeren
wan-en in een koffer gepakt en bovendien had
hij een mand bij zich van respectabele afme-
ting, die zooveel mondvoorraad bevatte, als
Lady Beck voor de gelegenheid .goed dacht.
DDaar zaten in: een ham, een paar dozijn
versche eieren, een paar kippen en flink wat
boter en honing. Bovendien een overvloed
van lichtiere kost, appelen, potten jam en een
stapel k an d ij-broodjeswaarvoor Lady Beck
beroemd was.
Roger dacht met voldoening aan die mand
en nam zich voor, er ruimschoot van mee te
deelen, aan zooveel schoolkameraadjtes als hij
aardig vond.
Het verbaasde hem buitengewoon, toen zij
aan de plaats van bestemming aankwamen,
dat het perron vol lag met koffers, net zoo-
als de zijne en evehve:l manden van dezelfde
afmetingen. I
En dan waren eir nog een heele hoop jon-
gens van alle leeftijden... hij had nog nooit
leden van het kabinet ten aanzien van de
defensie heerscht.
Hij deelde mede, dat de mogelijkheid tot
verbetering der leerlingenschaal wordt over-
wogen en sprak tenslotte de hoop uit, dat het
spellingsvraagstuk spoedig zal worden op-
gelost.
DE NATIONALE FEESTDAG.
Radiorede Dr. H. Colijn.
Op den Nationalen Feestdag zal Minister
Colijn een radiorede houden. De rede van den
heer Colijn zal over de drie Nederlandsche
omroepzenders uitgezonden worden te 2 uur
n.m., waarna te 8 uur n.m., eveneens over de
drie zenders een heruitzending plaats vinidt.
Het tijdstip van eerste uitzending te 2 uur is
gekozen ten einde zooveel mogelijk alle
Nederlandsche luisteraars in de gelegenheid
te stellen de toespraak van den heer Colijn
aan te hooren, hetgeen niet het geval zou zijn,
wanneer alleen een uitzending zou plaats vin-
den te 8 uur, d.i. op een tijdstip van den dag,
waarop in veel plaatsen godsdienstoefeningen
gehouden zullen worden. Deze uitzending te
2 uur wordt ten behoeve van de luisteraars
in Ned. Oost-Indie overgenomen zoowel door
de Phohi- als door de Rijkszenders.
In den nacht, volgende op den Nationalen
Feestdag, zal de uitzending ten behoeve van
de luisteraars in West-Indie door de Phohi-
en Rijkszenders herhaald worden en wel van
0.40 tot 0.55 uur A.W.T.
EXTRA
RADIO-UITZENDIN GEN.
Wanneer het bericht van de blijde gebeur-
tenis het middernachtelijk uur doorkomt, heb
ben de radio-omroepen verlof gekregen de
uitzendingen tot uiterlijk half een 's nachts
voort te zetten. Wanneer de geboorte ge-
schiedt op een tijdstip, dat de saluutschoten
des morgens om 7 uur zullen worden gelost,
mogen de omroepen met hun programma's
reeds om 7 uur beginnen.
VERSTERKING RIJKSVELDWACHT
SOESTDIJK.
'Het detachement van de Rijksveldwacht te
Soestdijk, dat met de regeling van het ver-
keer is belast, werd Vrijdag weder met twin-
tig man versterkt.
Na het bekend worden van de blijde ge-
beurtenis, zal de Rijksveldwacht weder met
vijftig man worden versterkt.
De bewakingsdienst van het paleis, in ge-
wone omstandigheden twintig man sterk,
onder bevel van den heer Van Amerongen, is
gebracht op een sterkte van 35 man.
PHILIPS GAAT ZENDER TE JAARSVELD
BOUWEN.
Naar het Handelsblad verneemt, zal aan
Philips te Eindhoven de opdracht worden ver-
leend te Jaarsveld (Lopikerkapel) voor de
Nozema den nieuwen zender te bouwen, welke
den provisorischen zender op de 415.4 m-golf
zal vervangen. De nieuwe definitieve zender
zal werken met een e-nergie van 120 kw.
(thans 17).
De bouw van den zender zal ongeveer een
jaar dUren, inmiddels zal tevens de even
tueele opheffing van den middelgolf-zender
te Hilversum (301 m) overwogen worden.
DE „WAPENSCHOUW VAN DE N.S.B."
TE BATAVIA.
De heer Bruineman, lid van de Eerste
Kamer, heeft den Minister van Kolonien de
volgende vragen gesteld:
1. Heeft de Minister kennis genomen van
het verslag van de in December a. p. gehouden
groote wapenschouw der N.S.B. te Batavia
(Bat. Nieuwsblad van 20 December a. p.)
waarin de volgende passage voorkomt:
,,Gaarne zouden wjj met knuppels op willen
trekken door al die nette tuintjes van Den
Haag, de schuttingen omverwerpen en ten
slotte het Binnenhof opmarcheeren om die
zaal binnen te trekken. waar thans de volks-
ontbindende krachten nog bezig zijn hun werk
te verrichten. Dit gaat ecbter niet; maar
men zal de zaak op grootseher wijze aanpak-
ken. Wij zullen blijven strijden, totdat het
Nederlandsche volk zal zijn uitgemest, we
zullen het uitschreeuwen, onfatsoenlijk des-
noods, opdat die slaapmutsen, slijmeringen en
droogstoppels wakker zullen worden.
Wij zullen strijden tot dat de roodzwarte
bloedvlag geeselend door de Jordaan trekt ten
teeken, dat het Nederlandsche volk is opge-
staan"
2. Is het den Minister bekend. dat de juist-
heid van dit verslag van N.S.B.-zijde niet is
betwist, zoodat dus mag worden aangenomen,
dat het hier gesprokene weergeeft het in die
partij heerschende sentiment omtrent het
wettig gezag?
3. Indien deze mededeeling juist is, komt
het dan. gezien de wijze, waarop door genoem-
de partij in een koloniaal land over de Volks-
vertegeniwoordiging wordt gesproken, nog
wel juist voor, dat het in Indie den ambtena-
ren geoorloofd is lid van bedoelde organisa-
tie te zijn
NEDERLAND EN BELGIE.
De Belgische vereeniging voor den Volken-
bond organiseert tegen 28 Januari in de zaal
Ravenstein te Brussel een vergadering, die ge-
wijd zal zijn aan de Nederlandsch-Belgische
betrekkingen. Als sprekers zijn ingeschreven
Dr. Van Raalte, docent aan de Universiteit
te Amsterdam, over politieke samenwerking
tusschen Nederland en Belgie, Dr. Ir. P.
Heymans, gouverneur van de Nationale Maat-
schappij voor Credietverleening aan de In
dustrie, over Nederlandsch-Belgische oecono-
mische samenwerking en Dr. A. Goris, kabi-
netschef van den Minister van Oeconomische
Zaken, over cultureele samenwerking tusschen
Noord en Zuid.
EEN NIEUWE TEKST VOOR HET
RIJNVAART-POLITIEREGLEMENT.
De Regeeringspersdient meldt:
Als gevolg van de in het najaar van 1937
gehouden bijeenkomsten van vertegenwoor-
digers van de Rijnoeverstaten en Belgie be-
treffende een nieuwen tekst voor het Rijn-
vaartpoliitiereglement, is dezer dagen te Keu-
len overeenstemming bereikt ten aanzien van
alle aanhangige tecbnische vraagstukken.
Onder deze omstandigheden mag verwacht
worden, dat, nadat/de centrale commissie voor
de Rijnvaart zich hierover zal hebben uitge-
sproken, gelijkluidende voorschriften op den
geheelen Rijn zullen kunnen worden toege-
past.
De nieuwe tekst zou dan in den loop van
het jaar bekend gemaakt kiunnen worden,
zoodat het reglement op 1 Januari 1939 in
werking zou kunnen treden.
Om de toepassing van dit reglement op den
geheelen loop van den Rijn te verzekeren, zul
len dan echter nog bijzondere overeenkomsten
tusschen de betrokken regeeringen moeten
worden gesloten.
DE JOODSCHE INVALIDE.
De voorzitter van het uitvoerende comite
voor de buitengewone steunactie ten behoeve
van de Joodsche Invalide heeft van de Konin
gin, als blijk van belangstelling in het stre
ven der vereeniging, een belangrijke gift ont-
vangen. Ook van Prinses Juliana en Prins
Bernhard kwamen, voor hetzelfde doel, be
langrijke giften binnen.
ARTIS KRIJGT EEN JAAR UITSTEL
VAN BETALING.
Vrijdagmiddag is een vergadering gehou
den van houders van 3 pet. hypothecaire obli
gates der leening 1937 ten laste van het Kon.
Zool. Genootschap Natura Artis Magistra, ter
bespreking van een beslissing ten aanzien van
de betaling der aflossingen en der vervallen
coupons, eventueel van een uitstel dezer be-
talingen ten gunste van het financieele herstel
van het in moeilijkheden verkeerende genoot
schap.
Van de 92 nog uitstaande obligaties waren
54 ter vergadering vertegenwoordigd, recht
hebbende op 54 stemmen.
De voorzitter, de heer Robert May, deelde
mee, dat nog geen definitieve oplossing ten
aanzien van de 3 pet. leening 1895 is gevon-
den, de onderhandelingen duren echter nog
voort.
Het bestuur van het Genootschap ziet uit
de thans zoo dringend geworden moeilijkheden
geen anderen uitweg dam een hernieuwd
uitstel van betaling tot 1 Januari 1939 te
vragen.
Dit verzoek werd daarop door de vergade
ring met algemeene stemmen ingewilligd.
Na afloop werden in besloten bestuurs-
vergadering de besprekingen over de in ver-
band met de dreigende executie te nemen
maatregelen voortgezet.
NIEUWE SPELLINGREGELING
SLOTEMAKER DE BRUINE
Volgens ,,Ons Noorden" zou Minister Slote-
maker de Bruine nu hij met zijn Belgischen
ambtgenoot niet tot overeenstemming kon
komen, voornemens zijn, een nieuwe spelling-
regeling te ontwerpen, waarbij hij de geheele
geslachtregeling De Vries en Te Winkel wil
handhaven en alleen de andere vereenvoudi-
ging van edn e en een o en de s inplaats van
sch wil handhaven.
De Minister meent, dat hij bij de invoering
van deze gedeeltelijke regeling van zijn voor-
ganger kan ontkomen aan een schadeloosstel-
ling aan de uitgevers. Het zou, wanneer dit
plan uitvoerbaar wordt geacht, in het voor-
nemen van het kabinet liggen deze spelling
met ingang van 1 Januari 1939 ook bij de
departementen en andere rijksinstellingen door
te voeren en tevens zulks te verzoeken aan
provinciate en gemeentebesturen.
DE STORM.
De storm der laatste dagen heeft stagnatie
veroorzaakt in het luchtverkeer tusschen
Nederland en Engeland. De ,,Nachtegaal" is
zelfs van Amsterdam boven Croydon geweest,
doch de bestuurder achtte de landing daar te
riskant, wegens draaiwinden in het heuvel-
achtig terrein en is met zijn passagl ers terug-
gevlogen naar Waalhaven. Des namiddags
is nog een vlucht tusschen Amsterdam en
Londen uitgevoerd, doch de avonddiensten
zijn vervallen.
REORGANISATIE NED. HERV. KERK.
De Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk
heeft in haar Vrijdagmiddag te 's-Graven-
hage voortgezette buitengewone zitting het
reorganisatie-ontwerp onveranderd voorloopig
aangenomen met 10 tegen 9 stemmen.
SPOORWEGEN VOEREN MET 15 MEI
REGELMATIGEN TWEE-UURSDIENST IN.
Met de dienstregeling van de Nederlandsche
Spoorwegen, (lie 15 Mei 1938 van kracht zal
worden, zal over het geheele land een regel-
matige dienstregeling worden ingevoerd, zoo-
als thans reeds op de geelectrificeerde baan-
vakken en het middennet bestaat. Practisch
zal dan over heel Nederland een regelmatige
twee-uursdienst worden gereden. Waar de ver-
keersdichtheid dit wettigt z9.1 deze over den
geheelen dag over een gedeelte worden uit-
gebreid tot een uursdienst, een half-uursdienst
of eon kwartiersdienst.
HET ZINKEN VAN DE HANNAH.
Het Tweede Kamerlid Donker heeft den
Ministers van Buitenlandsche Zaken en van
Defensie de volgende vragen gesteld:
1. Is de regeering bereid een nauwkeurig
onderzoek te doen instellen naar de nationali-
teit van het tot dusverre onbekende schip,
dat in de Spaansche wateren een torpedo
heeft afgeschoten op het Nederlandsche schip
Hannah, tengevolge waarvan dit is gezonken?
2. Is de regeering bereid het resultaat van
dit onderzoek aan de Kamer mede te deelen?
3. Wil de regeering een uiteenzetting
geven van de maatregelen, die in den loop
van den Spaanschen burgeroorlog hetzij ten
gevolge van internationaal overleg, hetzij van
Nederlandsche zijde op eigen initiatief zijn
genomen ter bescherming van de scheepvaart
in de Middellandsche Zee
4. Welke van deze maatregelen waren nog
in werking ten tijde van het torpedeeren van
de Hannah en in welken omvang waren zij
dat?
5. Geeft dit torpedeeren van een Neder-
landsch schip der regeering aanleiding na te
gaan, op welke wijze de Nederlandsche
scheepvaart in de Middelilandtsche Zee meer
doeltreffend beschermd zou kunnen worden?
6. Zo« ja, hoe stelt de regeering zich voor
dit doel te bereiken?
DR. H. SCHOKKING 40 JAAR PREDIKANT.
Dr. H. Schokkdng, Ned. Herv. predikant te
Den Haag, heeft Zaterdagmiddag naar aan
leiding van zijn veertigjarige ambtsbediening
bezoek ontvangen van een comite van wijk-
ouderlingen, wijk-diakenen en leden van het
bestuur van de Malaklka-kapel. De voorzitter
van het comite, de heer J. Drop, schetste in
een hartelijke toespraak de verdiensten van
Dr. Schokking, die een eigen plaats in de
Haagsche gemeente inneemt, en cverhandigde
hem als tastbaar bewijs van vniendschap een
couvert met inhoud, benevens een album met
handteekeningen. Verrast danikte Dr. Schok
king voor deze sympathiebetuigingen.
HET VERSCHOONINGSREGHT VAN DEN
JOURNALIST.
De kwestie der geheime Haagsche raads-
vergadering van 20 September j.t. zal langs
anderen dan den aanvankelijk ingeslagen wag
toch nog aan het oordeel der justifie worden
onderworpen. Tegen den journalist C. L. Han
sen, die in zijn gemeenteraadsoverzicht eenige
zimsneden schreef betreffende het in de ge-
heiime vergadering behandelde en die weiger-
de de bron van zijn mededeelinlgen aan de
justitie te vertellen, is namelijk een vervol-
ging ingesteild op grond van art. 192 van het
wetboek van strafrecht, waarin het weige-
ren van- getuigenis in: een strafzaalk (in casu
tegen het raadslid N. N.) strafbaar is ge
steld1.
Als getudge in daze zaak zal de rechter-
com'missaris jhr. mr. P. G. M. van Meeuwen
optreden.
Wij herinneren eraan, dat de heer Hansen
in December j.l. drie weken in gijzeling heeft
doorgebracht en dat hij bij zijn invrijheidstel-
ling, einde December, het onderzoek tegen
het onbekende raadslid geen positief resultaat
scheen te hebben qpgeleverd, evenmin als in
de daarop gevolgde dagen van Januari, toen de
raadteleden alien door den rechter-commissa-
ris zijn gehioord.
Inmiddels heeft, naar men weet, de Nederl.
Journalistenikring een commissie in het leven
garoepen, die omtrent het verschooruingsrecht
van den journalist een onderzoek zal instel
len en daar over rapport zal uitbrengen.
De nu inigestelde vervolging zal het moge-
lijtk maken, bij openbare beh'andelinig een uit-
spraak in hoogste instantie over deze voor
de joumalistiek zoo belangrijike aangelegen-
heid te verkrijigen.
Roger stond bij het raam en dacht er juist
over na, hoe stijf Otma hem gezoend had en
hoe zij haar lippen opeen geperst had en met
haar oogen geknipperd, toen zij weg reed,
toen hij eensklaps werd aangesproken door
een van de grootere jongens.
„lHallo", zed deze heer en gaf hem esn trap.
Gedachtig de waarschuwing van Lady
Beck, draaide Roger zich haastig om en ant-
woordde met Hallo", zoo opgeruimd als hij
maar kon.
„Hoe is het met je Oma" ging de ander
voort.
,,Heel goed, dank je", zei de kleine Beck,
terwijl hij hem strak aankeek.
De jongen grinnikte en haalde een zakdoek
uit zijn zak, die hij over zijn hoofd bond om
een muts na te bootsen. Dan begon hij met
beverige stem en hegeleid door onzekere hand-
hewegingen eenige beleedigende raadgevin-
gen aan den nieuw aamgekomene te geven.
Toen het eindelijk tot Roger doordrong,
wat hij er mee bedoelde, verloor hij geen tijd
om een van zijn vlugge vuistjes te ballen en
een „mep" te geven op dat spottende gezicht.
Voordat de an'der van zijn verbazing bekomen
was, greep hij hem heet, worstelde met hem, j
zooals Tom hem dat geleerd had en wierp hem i
op den grond.
Dit voorval deed Rogers reputatie goed. 1
De kleine Beck was al heel gauw favoriet,
daarbij kwam, dat zijn mand heel wat stevi- I
ger provisie inhield, dan die van de andere
jongens en dus ook een zekeren invloed oefen-
de. Zijn aardige, stevige, vroolijke verschij-
ning werkte aantrekkelijk en zelfs in deze
kleine weireld waren er genoeg jeugdige
vleiers, die hem hooger eerden, omdat hij een
Sir voor zijn naam had.
)A1 was de kleine vent dan gem goed leer-
ling, al won hij gedurende zijn verblijf op het
St. Osbert college geen enkele prijs behalve
DE KABINETSCRISIS IN FRANKRIJK.
De Kabinetscrisis is op het oogenhlik, dat
wij dit schrijven nog niet opgelost en het
schijnt dan ook wel een onontwarbare kluwen.
President Lebrun is voor een moeilijk pro-
bleem geplaatst. De socialisten verklaren
iedere regeering te willen steunen, die het
program van het volksfront uitvoert, doch dit
ondervindt bezwaar bij de radicalen.
Zaterdag heeft nog een demonstratie van
een verontwaardigde menigte voor het Elysee
plaats gehad, toen men vermeende, dat Blum
de opdracht had ontvangen tot kabinetsvor-
ming en deze het paleis had verlaten om een
onderhoud te hebben met Leon Jonaux, den
man der syndicaten.
De opdracht is toen echter gegeven aan
Bonnet, den gewezen minister van financien.
Deze is blijkbaar vol moed aan het werk ge-
togen om een kabinet in elkaar te timme-
ren, doch heeft de oipdracht moeten terug-
geven, aangezien hij niet voldoende groepen
der Kamer tot steun voor zijn streven bereid
kon vinden.
Volgens een gerucht, zou nu werkelijk een
opdracht aan Leon Blum zijn gegeven.
Alvorens de opdracht aan Bonnet was ver-
leend, had de President verschillende voor-
aanstaande politieke personen geraadpleegd.
CHAUTEMPS GAAT HEEN.
Chautemps' pogingen om het economische
leven op betere grondslagen te plaatsen- en de
sociale on rust weg te nemen, die in zoo be-
lanigrijke mate tot de remming van den groei
van de nationale voortbrenging en de onzeker-
heid en bijma permane»te crisis in de
monetaire situatie bijdraagt, zijn, schrijft de
N. R. Ort., geeindigd op een wijze, die weind-
gan hebben voorzien. Zijn kabinet heeft het
ontslag aan den preslident aangehoden.
Een hewogen zitting was aan dit besluit
voorafgegaan. Reeds hadden de socialisten
verklaard1 voor een motie van vertrouwen te
stemmen omdat zij het volksfront wensch-
ten te handhaven in welke motie o.m. de
monetaire vrijheid was opgenomen, waar de
socialistische ministers als mimderheid in het
kabinet steedis tegen hebben geageerd. Maar
toen stond de commumistische afgevaardigde
Ramette op, die Chautemps verweet niet te
hebben verklaard het program van het volks
front te zullen verwerkelijken en daarbij een
lijstje van kost bare wemschen voegde. Hij be-
sloot zijn rede met de opmerking, dat indien
de communisten niet tegen de mo'tie zouden
stemmen, zij dit zouden doen om hot volks
front niet te verbreken.
Chautemps heeft den communisten daarop
vrijheid van stemming gegeven, hetgeen voor
de socialisten reden was om de socialistische
ministers uit de regeering terug te nemen op
gronld van het motiefdat hiermede de grond-
slag van de volksfrontregeering, die steunt
op de overeenstemming van de drie partijen,
zou zijn vervallen. De crisis was hiermee een
feit.
De reden, waarom Chautemps den commu
nisten de vrijheid van stemming gaf, is dui-
delijk. Hij heeft tijdens zijn rruinister-presi-
dentschap meer last ondervonden van zijn
medewerkers, de deelnemers in het Volks
front, dan van de werkelijke oppositie, die
telkens weer bereid' bleek hem in zijn gema-
tilgd en op 's lands heil gericht heledd te steu
nen. Zeker heeft bij iedere gelegenheid, waarbij
de motie van vertrouwen werd gesteld of de
positie van de regeering in het geding kwam,
het volksfront steeds achter hem gestaan.
Maar telkens was het weer: om het volks
front niet te doen breken. Maar meer dan
formeel was de steun, dien Chautemps van
de socialisten en communisten genoot, niet.
Terwijl zij in de Kamer achter den minister-
preisiident stonden, voerden zij tegelijkertijd
een groote onidergrondsche agitatde tegen zijn
poJitiek. Deze agitatie, die sterk tot de on-
rust heeft bijgedragen, maakte het Chau
temps onmdgelijk zijn program ten uitvoer te
brengen zooals hij. wenschte. Dit beleid steun-
de voor een groot gedeelte op den terugkeer
van het vertrouwen en dit werd onmogelijk
gemaakt door de herhaalde agitatie voor con-
trole op de wisselkoersen en groote ongedekte
uitgaven, alsmede door den steun, die steeds
weer werd gegeven aan de stakers, die door
de bezettingen van de fabrieken de wetten
schonden. De toestand was de laatste dagen
weer ernstig geworden. Wel sioot de begroo-
ting op papier, maar in den Senaat hadden de
radicale aantoangers van het volksfront duide-
lijk gemaakt, dat boekingshanidigheden hier-
aan niet vreemd waren en dat in werkelijk-
helid een aanzienlijk tekort aaniwezlg was. De
daling van de waarde van den franc op de
wisselmarkten was een d.uidelijk bewijs dat
dit voor hen, die inzicht hebben in financieele
kwesties, niet verborgen is gebleven.
Ook ditmaal zouden de communisten wel
weer bereid geweest zijn om de volksfront
regeering te steunen. Maar Chautemps had er
gfenoeg van. 'Hij wenschte niet langer een
formeelen steun. Hij wenschte tevens, dat die
steun ook gemeend zou zijn an een einde zou
maken aan de voortdurende agitatie. Hij ver-
langde, zoo kan men het kort zeggen, dat zijn
voor sport en goed gedrag, er waren toch een
heeleboel dingen, die hij in verwonderlijk kor-
ten tijd aanleerde. Hij leerde cricket en voet-
bal en zich in tien minuten aankleeden. hij
leerde hoe hij met de vingers van de rechter-
hand kon scbudden, zoodat het leek, alsof het
castagnetten waren, hij leerde zijn gevoelens
te verbergen en net te doen, alsof het niet
erg was, als hij zich bezeerde en zijn mond te
houden over thuis en zijn familie, want, al
werden moeders getolereerd, grootmoeders, en
zusters en zoo warm taboe. Zijn spraak werd
beter, het dialect minder. Hij leerde ook, dat
de schijn wel eens bedriegt en dat zijn eigen
oordeel niet absoluut onfeilbaar was.
Dit laatste leerde hij op een min of meer
eigenaardige manier. Er werd geen uniform
gedragen op St. Osbert en er ontstond een
grief tsgen een van de jongens, die iederen
Zondag in een Eton-jasje en met een hoogen
hoed verscheen. Roger vooral kon dat niet
uitstaan. .Hij noemde dat ,,kunsten" en plaag-
de den ei'genaar van den hoed vreeselijk. Hij
schold hem uit en sarde hem op allerlei ma-
nieren, zonder precies handtastclijk te wor
den. Maar dle jongen, twee jaar ouder dan
Roger, was een keurige vent en scheen niet op
wiraak te zinnen. Zoo nu en dan onderhield
hij P.c~er over zijn gedrag en dit schudde het
geweten -van den kleinen Beck wakker, die
daardoor nog meer ge'irriteerd werd.
De horn barstte op een goeden dag, toen
Roger de kamer van den prefect uitkwam,
zijn handen nog gloeiend van de slagen met
de leeren plak en den ander in de gang ont-
moette.
,,iKoeveel daigen duuirt het nog voor het
Zondag is, dandy?" riep hij. ..Waar is je
schoorsteen?"
,,Kun je nog niet tellen" vroeg de ander
sarcastisch.
Wordt vervolgd.
zooveel jongens hij elkaar gezien. En zij vie-
len op het oog niet mee. De grootere waren
vreeselijk luidruchtig en ruw, de kleinere ook
schreeuwerig op een meer zenuwachtige ma
nier en sommige heel rood om de oogen.
Roger staarde een er van een poos1 heel stijf
aan en vroeg toen, wat zijn bestemming was.
Hij hoorde, dat het dezelfde was als de zijne.
,,Ik ga er ook heen", zei hij met een zekeren
trots.
„Zoo? Dan moet je opsehieten, de wagens
gaan dadelijk weg!"
,,Ik moet op Oma wachten", zei Roger
waardig.
Waarop die leelijke jomgen bnutaal begon te
lachen en na een paar spottende opmerkingen
over grootmoeders in het algemeen en Rogers
grootmoeder in het bijzonder, wegdraafde om
zijn eigendommen te beschermen. Toch vond
hij nog tij!d om de nieuweling en zijn Oma aan
de anderen aan te wijzen, iederen keer met
uitbarsitingen van lachen, die onmiddellijk
werden overgenomen door de jongelui aan wie
hij zijn nieuwtje verteld had.
Toen de wagens weggereden waren en
Roger naast Lady Beck in de taxi zat, waar-
mee zij een waardiger intnede dachten te
doen, verbrak hij het stilzwijgen.
,,Wat denkt u over vechten, Oma?"
,,Vechten? Wat bedoel je?"
„iAls ik met al die jongens moest samen
wonen," ging Roger op afgemeten toon voort,
,,dan zal er wel eens gevochten worden. Ik
zou wel willen weten, hoe u daarover denkt."
Qp dat oogenhlik dat zij echter meer aan
de naderende scheiding ien aan de stilte op
Beckford zonder zijn kleinen meester en kon
zich daarom niet op deze netelige kwestie
concentreeren.
,Als iemand me een klap geeft, bedoel ik",
ging Roger weer verder, toen er geen ant-
woord kwam. ,,Wat zegt u daarvan, Oma?"
Oma's gezicht werd zachter.
,,Ach, ik geloof niet, dat ik er vieel op te
zeggen heh", antwoordde zij. ,,Sla nooit een
kleinere jongen, Roger, meer niet."
,,Het hindert dus niet, als hij grooter is?"
hiel'd haar kleinzoon aan, met een zekere
opluchting.
,,Dat weet ik niet precies. Als hij veel
grooter is, kon hij je wel eens erg bezeeren."
,,G, ik wieet heel goed, hoe ik iemand van
me af moet houden", riep Roger. ,,Tom heeft
me boksen geleerd en worstelen ook. Als
iemand het me last'ig maakt, weet ik wel, hoe
ik hem er een geven moet."
Hij baide zijn vuisten. terwijl hij sprak en
iachte. Lady Beck nam ieen van die handjes
in de hare en de vingers ontspanden zich.
Het was nog zoo'n klein handje en al sprak
hij manhaftig, toch was Roger nog maar
zoo'n klein kereltje, zoo blond en rozig en
mollig. Hoe kon iemand het hart hebben, hem
kwaad te doen?
,,Wees niet te vlug met je handen, Roger",
zeide zij met een ietwat schorre stem. ,,De
jongens geven elkaar wel eens een klap voor
de grap. Als je dat niet goed1 opneemt, kun
nen ze wel eens tegen je zijn."
,,0, dat is in orde", antwoordde hij vroolijk.
,,Tom en ik geven elkaar dikwijls een opstop-
per, Dat kan me niet schelen."
Spoedig hadden zij de plaats hunner he-
stemming bereikt, een groot wit huis op een
heuvel; wat hooger lag het groote college,
waar Roger te zijner tijd ook heen zou gaan.
Nadat zij alies hadden bekeken onder geleide
van den ouden reetcr, die aan het hoofd van
de voorbereidende school stond, nam Lady
Eeck afscheid en werd Roger binnengeleid bij
zijn toekomstige makkers.
Het was een lastig opstandig stel op dezen
eersten dag, er waren maar weinigen, die den
nieuweling eenige aandacht schonken.