GEEN VLEKTYPHUS TE ROTTERDAM.
GEMEENl'ERAAD VAN
TER NEUZEN.
Uaama zullen achtereenvolgens de v. rdere
atappen worden genomen, die in dezen noodig
zijn; zoo zal bijv. aan eventueeie belangheb-
bemden, d.w.z. andere dierentuin.n in Europa,
berlcbt worden gezonden van het voornemen
am de levende have te verkocpen.
(Er is qp het oogcnblik ge;n reden om op-
nieuw met de obligatiehonders te vergaderen;
de trustee is voorloopig niet voornemens hen
bij,een te roepen. Bij haar is geen inkel voor
stel, noch van de zijde van de overheid, noch
van particuliere zijde ingekomen, dat de exe-
cutie zou hebben voorkomen.
Het was Maandag een blijde dag voor de
bevoIking van het logement in de Tweede
Lombard stra at, die zich vanaf 21 December
van het vorige jaar in de quaramtaine-inrich-
ting aan de Waaliiaven bevindt. Want alle
twin tig lieden .zijn Maandagmiddag uit hun
onvrijwiilige opsluiting ontslagen en daarbij
bet meest prettige bericht aan de bevoiking
van Rotterdam afgegeven: dat er geen gevaar
bestaat voor vlektyphus
Zooals bekiend, waren de quarantainemaat-
regelen genomen, omdat zich in het logement
in de Tweede Lombardstraat een sterfgeval
bad voorgedaan, dat er op wees, dat men met
een geval van vlektyphus tie' doen zou kunnen
hebben. De G.G. en G.D. heeft toen alle voor-
zorgsmaatregelen genomen, die tegenover het
publiek verantwoord zijn, waarbij ook de over-
brenging van da bewoners van het Ibgement
naar de quarantaine-inrichting behoorde.
(Tel.,
AAKDSCHOK ONDERBREEKT
STIERENGEVECHT.
Maandagmiddag om half drie plaatselijken
tijd is tie bevoiking van de stad Mexico door
een hevigen aardschok opgeschrikt.
In een arena, waar zich op het moment van
de aardbeving 24.000 menschen hadden vier-
zameld ter bijwoning van een stierengevecht
dreigde een paniek uit te breken toen een
groot betonnan blok van de bovenste rangen
der arena naar beneden stortte, gelukkig zon-
der iemand te treffen. Verschrikt wilden de
toeschouwers hun plaatsen verlaten doch de
dirigent van de muziekkapel had de tiegen-
woordigheid van geest de muzikanten onmid-
dellijk een opgewekt nummertje ten gehoore
te doen brengen hetgoen de rust spoedig deed
veerkeeren. 'Het stierengevecht vond daama
g"ewoon voort^ang-.
EEN AVONTTJI) RLI.JKE REIS.
Na en zwerftocht van veertig dagen is, met
uitgeputten proviand- en brandstofvoorraad,
en een lid van de bemanning minder, het
Japansche m.s. „Naritu-Maru" de haven van
Pasar-Ikan binnengeloodst.
Op den lOden November, aldus vertelt het
Bat. Nbl., was het schip de haven van Singa
pore uitgevaren met bestemming Belawan-
Deli, waar vischprdducten aan boord zouden
worden genomen.
Genoemde haven van bestemming heeft de
Japanner echter nooit bereikt. Toen de Suma-
traansche kust in zicht kwam, weigerde plot-
seling de motor en de brandstofvoorraad was,
doordat zware tegenwind de reis zoo veel lan
ger had doen duren, opgeraakt. Met een ge-
improviseerd zeil slaagde men er niet in de
kuist te bereiken; de Japanner werd integen-
deel iioe langer hoe meer daar van afge-
dreven.
Op het beleid van den kapitein schijnt aan
boord, toen men na zooYele dagen nog steeds
niet erin geslaagd was de boot op het strand
te zetten, nogai critiek uitgeoefend te zijn.
Een der negen leden van de bemanning wond
zich daarover zoo op, dat hij op een kwaden
nacht, in een onbewaa'kt oogenblik, het kom-
pas greep en dat in zee wierp!
Vervolgens is hij naar de machinekamer ge-
gaan om daar den motor te ,,repareeren". Ge-
volg was, dat er toen heelemaal geen be-
weging meer in was te krijgen!
Toen de kapitein en het overige deel der
bemanning ontdekte, wat de man met kompas
en machine had uitgehaald, kreeg de arme
uiteraard het noodige te hooren. Of hij met-
een ook wat oorvijgen in ontvangst had te
nemen, is niet zeker, doch hij maakte zich
over zijn lot zoo ongerust, dat hij, ter hoogte
van de Bantamsche kust, prefereerde in zee
te springen boven ook maar nog een seconde
langer aan boord blijven.
Be man slaagde er in de kust te bereiken.
De politic van Serang stelde hem op trans
port naar Batavia; hij zou in het immigran-
tenlokaal te Tandjong Priok een voorloopig
onderdak krijgen.
De geVluchte Japanner deelt aan de politie
mede, dat hij bevreesd was, aan boord ge-
lyncht te worden door de woedende beman
ning.
De Narita-Maru zette intusschen kcers naar
Batavia; het schip versicheen op de reede,
doch het kon, door de plotselinge windveran-
dering de visschershaven niet binnenvaren.
Den volgenden morgen vernam men op den
wal, dat de Japanner in nood verkeerde en
onmiddellijk werd toen assistentie verleend.
Na een injectie met versche benzine en
eenig gepeuter sloeg de motor weer aan en
de Japanner kon de visschershaven van Bata
via binnenloopen.
Het geval wordt "thans door havenmeester
en de politie grondig onderzocht.
looze onderwrjzers in de gemeente bij ziekte
van het vast personeel een tijdelijke aanstel-
ling als onderwijzer kan worden verstrekt
Burgemeester en Wethouders schrijven:
I\aar aanleiding van de vragen van den heer
't Gilde het volgende:
Op verzoek van de hoofden van school A
en de U. L. O.-school is reeds door ons college
bij schrijven van 13 October 1937 met den
heer Inspecteur van het lager onderwijs over-
leg gepleegd om aan school A en de U, L O -
school ingevolge artikel 41 der lager onder-
wijswet een tijdelijk onderwijzer aan te stel-
len, die in voorkomende gevallen zou kunnen
waarnemen en wiens salaris dan ook zou
komen ten laste van het Rijk. Reeds bij
schrijven van 15 October d.a.v. deelt de In
specteur ons mede, dat hij met die bemoeiin-
gen accoord gaat, waarna in de vergadering
van 19 October voor school A is aangewezen
C. H. Weststrate en voor de kopschool A J
Geensen.
Na de benoeming is bij ons de vraag gerezen
of steeds bij iedere vervanging het salaris
door het Rijk zou vergoed worden.
Dit gaf aanleiding ons te vergewissen bij
het Departement van Onderwijs, bij schrijven
van 5 November 1937, waarom het Departe
ment bij schrijven van 17 November 1937
antwoordde, dat in het algemeen geen be-
zwaar bestond tijdelijke menschen aan te stel-
len, doch dat wanneer onze gemeente zulks
deed, de vervanger geen recht op vergoeding
gezien nog steeds een gewezen onder
wijzer dezer gemeente wachtgeld genoot.
Wij stonden en staan nog op het standpunt,
dat het Departement zich vergist en vroegen
bij schrijven van 27 November den naam van
den onderwijzer-wachtgelder; waarop bij
schrijven van 10 December j.l. bericht in
kwam, dat mej. De Kraker nog in het genot
van Rijks-wachtgeld is.
Deze mededeeling van het Departement is
onjuist. Wij hebben dit bij schrijven van 10
December alsnog aan het Departement mede-
gedeeld.
U zult hieruit zien, dat wij op het gebied
der tijdelijke vervanging zeer zeker willen
medewerken, als die zaak bij ons aanhangig
wordt gemaakt.
Wij hebben nu ook op 10 December het
hoofd van school D gevraagd, of hij het op
prijs stelt de aan die school verbonden kwee-
keling tijdelijk aian te stellen, terwijl het hoofd
van school C geschreven is, dat wij de tijde
lijke aanstelling voor zijn ^school in overwe'
ging zullen nemen.
Wij meenen hiermede de vragen voldoende
te hebben beantwoord.
De VOORZITTER wijst er op, dat door den
heer't Gilde schriftelijk vragen zijn ingediend.
Deze hebben, met het antwoord van Burge
meester en Wethouders voor de leden ter visie
gelegen. Hij vraagt, of de heer 't Gilde nog
lazing der vragen en antwoorden wenscht.
De heer t GIDDE antwoord ontkennend.
Wellicht dat andere leden zich hiervoor inte-
resseeren. Hij dankt Burgemeester en Wet
houders voor hun antwoord. Hieruit blijkt,
dat zij in dezen werkelijk actief zijn geweest
en hieraan aan het werk zijn. Dit was spre-
ker niet bekend.
De VOORZITTER merkt op, dat diegenen,
die zich tot den heer 't Gilde gewend hebben,
■ditzelfde antwoord bij een verzoek aan het
college van Burgemeester en Wethouders zou
den hebben gekregen. Doch zij hadden hier
waarschijnlijk den moed niet toe.
De heer 't GILDE betwist dit. Hij meent,
dat de door hem gevolgde handelwijze de
meest gebruikelijke is.
In afwijking der agenda stelt de VOOR
ZITTER aan de orde:
Vergadering van Donderdag 16 December 1937,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Tellegen,
Burgemeester.
Tegenwoordig de leden L. J. Geelhoedt, D.
Scheele, C. A. Verlinde, N. J. C. Lambrechtsen
van Ritthem, J. Riemens, D. E. de Kraker,
J. Duurincck, E. L. van Hecke, H. J. Colsen,
L. J. van Driel, J. N. 't Gilde, M. de Vos, J. den
Hamer, A. de Bruijn en P. van Cadsand.
(2. Slot.)
Schriftelyke vragen.
Door het lid J. N. 't Gilde zijn de volgende
vragen gesteld:
Verzoeke op onderstaande vragen zoo spoe
dig mogelijk antwoord te mogen ontvangen,
liefst in openbare vergadering:
1°. Bestaat er in deze gemeente een rege-
ling, welke voorziet in de tijdelijke vervanging
bij ziekte van het onderwijzend personeel bij
het openbaar lager onderwijs?
2°. Zoo zulk een regeling bestaat, zijn
Burgemeester en Wethouders dan bereid, deze
aan den raad over te leggen?
3°. Indien een dergelijke regeling niet be
staat, zijn Burgemeester en Wethouders het
dan eens met ondergeteekende, dat het thans,
met de sterke bezetting van de klassen, zeer
in het belang van het onderwijs zou zijn als
bedoelde regeling bestond
4°. Willen Burgemeester en Wethouders
in overleg treden met de rijksinspectie van het
lager onderwijs om na te gaan of aan werk-
9. Verkoop bouwgrond aan de Scheldekade.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
het volgende besluit te nemen:
De raad der gemeente Ter Neuzen,
overwegende, dat bij openbare veiling op 15
December 1937 ten overstaan van H. R. J.
van der Veen, notaris aldaar, is geveild een
perceel grond gelegen aani de Scheldekade,
kadastraal bekend gemeente Ter Neuzen, sec-
tie L no. 2348, ter oppervlakte van 312 M2;
op bijgaande situatieteekening in rood aan-
gegeven;
dat het hoogste bod is gedaan door L. de
Bruijne, architect te Ter Neuzen, voor het ge-
heele perceel, tot een bedrag van drie en
zeventig honderd gulden (/7300);
dat dit bod voor de gemeente zeer aanneme-
lijk is;
besluit
aan L. de Bruijne te Ter Neuzen te verkoo
pen een perceel' gemieen'tegrond ter opper
vlakte van drie honderd twaalf vierkante
meter (312 M2), kadastraal bekend gemeente
Ter Neuzen, sectie L. no. 2348, en gelegen aan
de Scheldekade, op bijgaande situatieteekening
in roode kleur aangegeven, voor den prijs
van drie en zeventig honderd gulden 7300)
en verder onder verschillende voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
iDe VOORZITTER schorst hierop de open-
bare vergadering, welke overgaat in een zit-
ting met gesloten deuren.
Na heropening stelt hij aan de orde:
2. Stejmming over het voorstel tot verlee-
nen eener subsidie ad f 5 aan „Beveili-
gingscomitO van den weg langs het
kanaal van Ter Neuzen naar Sas van
Gent.
Gestemd wordt over het voorstel-Colseneen
subsidie te verleenen ad f 5, waarover in de
vorige vergadering de stemmen staakten.
Dit voorstel wordt verworpen met 8 tegen
7 stemmen.
Voor stemmen de heeren Duurinek, Van
Hecke, Colsen, Van Driel, 't Gilde, De Vos en
Van Cadsand; tegen stemmen de heeren Rie
mens, De - Kraker, Den Hamer, De Bruijn,
Geelhoedt, Scheele, Verlinde en Lambrechtsen
van Ritthem.
3. Verleenen bijdrage vemieuwing Axel-
sche brug.
Burgemeester en Wethouders schrijven den
raad,
Het ligt thans in het voornemen van den
Minister van Waterstaat de Axelsche brug, ge
legen over den Oostelijken kanaalarm in de
bebouwde kom van Ter Neuzen en aan het
hegin van den op het provinciale wegenplan
voorkomenden weg naar Axel, van Rijkswege
te vernieuwen.
I>e tegenwoordige brug heeft een rijdek van
3.50 M. breedte en wederzijdsche trottoirs ter
breedte van 1.25 M.
De Minister schrijft, dat vemieuwing met
behoud van deze afmetingen circa f 40.000
minder zal kosten dan een vemieuwing waar
bij het rijdek een breedte verkrijgt van 6 M. en
wederzijdsche trottoirs van 1.50 M. worden ge
maakt.
Genoemde bewindslnan verklaart zich be
reid deze afmetingen aan de nieuwe brug te
geven, indien door de belanghebbenden, pro-
vincie en gemesnte, in dit kostenverschil de
helft of f 20.000 wordt bijgedragen. Dit bedrag
zal dan betaald moeten worden in 5 gelijke
jaarlijksche tcrmijnen, de eerste termijn ver-
vallende in het jaar, waarin de nieuwe brug
voor het verkeer wordt opeugesteid. Gedepu-
teerde Staten deelen ons in hun schrijven van
12 November 1937 no. 2171 2e afd., mede, een
voorstel ter zake tot de Staten te hebben ge-
richt en waarbij de Provincie haar bijdrage
op de helft van die van het Rijk en alzoo op
een bedrag van 10.000 zou bepalen.
Gezien de bijdrage van' 10.000 welke door
de Provincie in het kostenverschil wordt bij-
gedrag n en gelet op het groote belang, dat de
gemeente bij de totstandkoming der nieuwe
brug met de grootere afmeting heeft, komt
het ons met onredelijk voor, dat de gemeente
haar bijdrage bepaalt naar die van de provin
cie, alzoo ook op een bedrag van 10.000.
'Wij stellen U dan ook voor te beshiiten in
ae kosten van de bedoelde vemieuwing van de
Axelsche brug gedurende 5 jaar een bijdrage
te verleenen van 2000 's jaars, met dien ver-
T' 1Ja eZe bij'drage voor de eerste maal
versehuldigd zal zijn in het jaar, waarin de
nieuwe brug voor het verkeer zal worden
opengesteid en onder voorbehoud, dat door de
rovincie een gelijk bedrag wordt betaald.
Burgemeester en Wethouders leggen bij dit
voorstel over een schrijven van Gedeputeerde
Staten van Zeeland, luidende:
Van den Minister van Waterstaat ontvin-
gen wij het in afschrift hierhijgaande schriiven
van 8 dezer, no. 366 I Directie van den Wa
terstaat.
?ef.ef de borage ad f 20.000 welke door
het Rijk ingeval van vemieuwing op basis
van de door d-en Minister gegeven bereidver-
klarmg zou worden beschikbaar gesteld, komt
het ons College niet onredelijk voor, dat de
Provincie haar bijdrage op de helft van die
™^,et en alzo° °P een bedrag van
10.000 zou bepalen.
Eenzelfde bedrag zou dan door uw ge
meente moeten worden bijgedragen, waar-
tegen, gelet op het groote belang, dat de ge
meente bij de aldus tot stand te brengen
verbetering heeft, weinig bezwaar kan hebben.
Onder mededeeling, dat wij onder dagteeke-
ning van heden een vdbrstel hebben gericht
tot de Staten, om in de kosten van bedoelde
vemieuwing een bijdrage te verleenen van
if 2000 's jaars, met dien verstande, dat deze
bijdrage voor de eerste maal versehuldigd zal
zijn in het jaar, waarin de nieuwe brug voor
het verkeer zal worden opengesteid en onder
voorbehoud, dat door uwe gemeente een gelijk
bedrag wordt betaald, noodi^en wij u uit bij
den raad uwer gemeente thans zoo spoedig
mogelijk eenzelfde voorstel voorzoover de ge
meente betreft, ter tafel te brengen.
De beslissing van den raad zien wij dan
gaarne zonder verwijl van u tegemoet.
Het schrijven van den Minister van Water
staat luidde:
De Axelsche brug, gelegen over den ooste
lijken kanaalarm in de bebouwde kom van
Ter Neuzen en aan het begin van den op het
provinciale wegenplan voorkomenden weg
naar Axel, zal van Rijkswege worden ver-
mieuwd.
De tegenwoordige brug heeft een rijdek ter
breedte van 3,50 M. en wederzijdsche trot
toirs van 1,25 M. breedte. Vemieuwing met
behoud van deze afmetingen zal circa f 40.000
minder kosten dan een vemieuwing, waarbij
het rijdek een breedte verkrijgt van 6 M. en
wederzijdsche trottoirs van 1,50 M. worden
gemapkt.
Ik verklaar mij bereid deze afmetingen aan
de nieuwe brug te geven, indien door de be
langhebbenden, provincie en gem-eenten, in dit
kostenverschil 20.000, te betalen in 5 gelijke
jaarlijksche termijnen, vervallende de eerste
in het jaar, waarin de nieuwe brug voor het
verkeer wordt opengesteid, wordt bijgedragen.
Gaarne zal ik zoo spoedig mogelijk van uw
college vernemen, nadat het deswege overleg
met Burgemeester en Wethouders van Ter
Neuzen heeft gepleegd, of op bevordering
van deze bijdrage mag worden gerekend.
De heer COLSEN merkt op, dat' een ieder
er van overtuigd is, dat de Axelsche brug
uit den tijd is.
De heer VAN OADSANDDaarom komt er
ook een nieuwe.
De heer OOLS-EN vervolgt, dat men tot
1865 terug moet gaan. Toen is deze brug
gebouwd, en reed er een enkele boerenkar
over. Toen waren de wegen ook anders.
Spreker is van meening, dat men in Zeeuwsch-
Vlaanderen net evenveel recht heeft als in
overig Nederland, en dat door het Rijk en het
Wegenfonds ook deze brug bekostigd diende
te worden. Volgens sprekers inlichtingen
worden in andere plaatsen ook bruggen ge
bouwd, die voor rekening van het Rijk of het
Wegenfonds komen. De gemeente heeft zich
voor deze zaak ook reeds veel moeite en kos
ten getroost, want de weg over de Grenulaan
en den Schoolweg kunnen beschouwd worden
frls een verhindingsweg, die men van de eene
gemeente naar een andere gaande, niet missen
kan.
Spreker is dan ook van oordeel, dat deze
brug door het Rijk of het Wegenfonds geheel,
en niet door de gemeente betaald moest wor
den. Hij zal er niet dadelijk zijn stem tegen
verheffen, omdat hij er grondig van overtuigd
is, dat de tegenwoordige brug een sta-in-den-
weg is. Nu de bijdrage door de Provinciale
Staten is aangenomen, is er toch de stok
achter de deur, dat, als de gemeente Ter Neu
zen die bijdrage niet geeft, de brug er niet
komt, en daarom zal spreker er dan ook niet
tegen stemmen.
Waar men evenwel thans toch er over
bezig was, zou spreker het op prijs stellen,
dat in Den Haag bij den Minister stappen
werden aangewend om de brug kosteloos te
krijgen. Als dit z<5<5 ddor gaat, zullen er nog
meer noodlijdende gemeenten komen. Als dit
voorstel op de begrooting gestaan had, zou
den dan de opcenten op de Personeele Belas-
ting wel verlaagd zijn? Spreker denkt van
niet.
De heer SOHEELE: Ja, dit voorstel kost
de gemeente f 10.000.
De heer COLSEN meent, dat men hier
mede op een verkeerd pad is. Hij zal voor
stemmen, doch zou dan in elk geval gaarne
zien, dat getracht werd, inplaats van in 5,
in 10 jaren de bijdrage te betalen.
De heer SOHEELE: Indien u de zaak wilt
tegenhouden, moet u verandering voorstellen.
De heer COLSENIk heb gezegd, te zul
len voor stemmen. Ik ben er evenwel tegen,
dat steeds de gemeente kosten op den nek
geschoven worden. De Waterstaat dient er
voor te zorgen, dat er een behoorlijke verbin-
din-g tusschen die 2 groote straten is.
De heer VERLINDE wil zelfs vodr de stem
ming den raad gelukwensch-en, dat het thans
zoo ver is. Spreker zou ook liever gezien
hebben, dat de kosten door het rijk gedragen
werden, doch ziet in, dat een gunstiger voor
stel niet te bereiken zal zijn. Burgemeester
en Wethouders hebben hieraan niet stil ge-
zeten, er is steeds aan gewerkt. Spreker her-
innert zich een tijd, toen getracht werd, ver-
nieuwing der Axelsche brug te verkrijgen, en
dat de raad bereid was, hieraan een 3040
duizend gulden bij te dragen.
De heer GEELHOIEDT: 45.000.
De heer VERLINDE vervolgt, dat hij aatf
dat voorstel nooit zijn stem onth-ouden heeft.
Spreker kan dan ook niet nalaten, Burge
meester en Wethouders geluk te wenschen
voor de manier, waarop deze zaak is opgelost
De Provinciale Staten hebben reeds hun goed-
keuring aan een subsidie verleend, indien de
geme.nte dit ook doet, is de totstandkoming
der nieuwe brug verzekerd.
De h-eer LAMBREOHTSEN VAN RITTHEM
wil precies hetzelfde zeggen als de vorige
spreker. Met aandacht heeft hij naar het be-
toog van den heer Oolsen geluisterd, doch dit
is niet geheel juist. Hi:t groote gebruik, dat
van de brug gemaakt wordt, is voor een deel
te wijten aan de uitbreiding der gemeente,
jnist aan dien kant en dan is het ook billijk'
dat de gemeente een deel der kosten draagt'
De heer DE BRUIJN merkt op, dat aange-
zien h.t rijk een subsidie van de gemeente en
de provincie heeft gevraagd en de brug niet
versleten is, men het niet anders kan dan toe-
juichen, dat het rijk bereid is een nieuwe brug
te leggen.
De heer DEN HAMiER kan zich geheel aan-
sluiten bij hetgeen de heeren Verlinde en Lam-
brechtsen van Ritthem gezegd hebben over de
totstandkoming van een nieuwe brug. Men
meet erkennen, dat de gemeente er belang bij
heeft en ook een gedeilte van de kosten wil
betalen,, temeer daar de totstandkoming hans
op voor de gemeente gunstige voorwaarden
kan plaats vinden. Het was ook Gedeputeer
de Staten en de Provinciale Staten een derge
lijke bijdrage waard en hij meent, dat de ge
meente ook deze colleges haar dank mag be-
tuigen voor de bereidwilligheid om mede te
werken.
De heer VAN HiEGKE zal voor stemmen op
het voorstel om een nieuwe brug te verkrij
gen, al is hij van de manier waarop deze tot
stand komt, niet direct een voorstander. Hij
zal dit doen, omdat reeds van alle kanten ge-
hoord wordt, en spreker er zelf ook van over-
tuigd is, dat het noodiiig is. Burgemeester en
Wethouders zagen evenwel' in de vorige ver
gadering de noodzakelij-kheid niet in, toe te
treden als lid van het Nederlandsch Wegen-
congres. Men kan thans niet bewijzen, dat het
voor het plaatselijk verkeer noodzakelijk is,
dat 'Sen nieuwe brug gebouwd wordt. Spreker
meent, dat een nieuwe brug met dezelfde op
pervlakte daarvoor Voldoende zou zijn, temeer
waar door d,e medewerking van den ingenieur
de andere bruggetjes veranderd zijn, zoodat
men er ook met fietsen over kan. Dit behoeft
dus voor het plaatselijk verkeer niet direct
een nadeel te zijn. Doch het is juist voor het
doorgaand verkeer, dat een nieuwe brug noo
dig is. Vanaf Ter Neuzen wordt bijvoorbeeld
het geheele land van Cadzand van kolen voor-
zien, die pier auto worden afgehaald en welk
verkeer geheel deze brug moet passeeren.
Daarom ziet spreker ook de noodzakelijkheid
van betaling van 50 der meerdere kosten
niet in. Spreker is niet tegen een nieuwe brug,
doch hij acht de manier waarop dit nu tot-
stand moet komen jammer. Hij vindt het
jammer, dat de gemeente en ook de orovincie
hiervoor 10.000 moet betalen, zoodat de
Zeeuwen voor de brug in Ter Neuzen 20.000
pick moeten neertellen.
Hieruit blijkt wel, dat men in Den Haag
weinig respect voor ons heeft. En als er een
groote organisatie achter staat, die argumen-
teeren kan, dat bet noodzakelijk is, dat er een
nieuwe brug komt, kan dit een heel verschil
maken. Iemand alleen kan nooit zoo veel be
reiken, doch als men een groote vere£niging
achter zich heeft, die bij de autoriteiten dui-
delijk kan maken, dat het noodig is,, dan
is spreker er van overtuigd, dat daarii^ wel
voordeel voor de gemesnte zou zitten. Het is
toch zo6 sterk, dat er op een jaar in een pro
vincie 40 bruggen gebouwd worden.
En dan hoopt spreker, dat als de brug er
komt, deze toch wel een behoorlijke breedte
van 8 tat 10 meter zal krijgen, daar, zooals hij
hiervor-en heeft aangetoond, dezs een groot
percentage van het algemeen verkeer moet
verwerken. Hij zal voor het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders stemmen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aan-
vaard.
2. De kosten van het geneeskundig onder-
zoek, bedoeld in het eerste lid onder c van dit
artikel komen ten laste van de gemeente,
Hoofdstuk HI.
Bezoldiging.
Artikel 4.
De jaarwedden bedragen:
Voor den inspecteur van politie van 2400—
3000;
voor den hoofdagent-rechercheur van noliti-
van 1860—2068;
voor de agenten van politie van 1560
f 1T68.
Artikel 5.
1. De ambtenaren, ontvangen brj hun aan
stelling als aanvangswedde het minimum aan
hun rang verbonden, tenzij de raad, op voor
stel van den burgemeester, in bijzondere ge-
vallen, een hooger aanvangswedde vaststelt.
Bij aanstelling van een capitulant wordt de
aanvangswedde toegekend.
2. De aanvangswedde wordt telkens na een
jaar verhoogd met een bedrag van 75 voor
wat de inspecteur van politie betreft en met
een bedrag van 26, voor wat de overige amb
tenaren van politie aangaat totdat het
maximum is bereikt. Deze verhooging bliift
achterwege, indien zij naar het oordeel van
den burgemeester, wegens gemis aan dienst-
■ijver of wegens verlof met ihhouding van be
zoldiging niet behoort te worden toegekend
3. In bijzondere gevallen kan de raad op
voorstel van den burgemeester het minimum
of maximum der jaarwedde voor een ambte-
naar op een hooger bedrag, dan in artikel 4
genoemd, vaststellen.
Artikel 6.
De inspecteur van politie, die in het bezit
is van het inspecbeursdiploma, afgegeven door
den Algemeenen Nederlandschen Politiebond,
door den Bond van Hooger Politiep>ersoneel of
door den Nederlandschen R. K. Politiebond
„St. Michael" ontvangt daarvoor een verhoo-
ging van jaarwedde tot een bedrag van f 100.
De agenten van* politie, die in het bezit
zijn van het gewone politie-diploma of van
dit diploma met aanteekening, afgegeven door
den Algemeenen Nederlandschen Politie-
bond, den Algemeenen Bond van Politieper-
soneel in Nederland of vanwege den Neder
landschen R. K. Politiebond J3t. Michael",
ontvangen daarvoor een verhooging van jaar
wedde tot een bedrag van /50.
Artikel 7.
1. De een jaarlijksche verhoogingen, zoo-
mede de verhooging, bedoeld in het vorig
artikel, gaan in met den eersten dag der
maand, volgende op die, waarin de aanspraak
op verhooging is gekregen.
2. Bestaat de aanspraak brj de aanstelling.
dan gaat de verhooging terstond in.
3. Ontstaat de aanspraak op den eersten
dag der maand dan gaat de verhooging in op
dien dag.
Artikel 8.
1. De inspecteur van politie geniet voor
ambtskleeding en schoeisel een toelage van
/125, de hoofdagent-rechercheur van politie
van 120. De agenten van politie hebben het
vrrj gebruik van uniformkleeding, schoeisel en
bewapening. Deze worden hun van gemeente-
wege verstrekt en blijven eigendom der ge
meente.
2 De ambtenaar aan wie door den burge
meester de verplichting wordt opgelegd zijn
rijwiel ter beschikking van den politiedienst
te stellen ontvangt daarvoor een jaarlijksche
vergoeding van 40.
4. Wyziging verordening, regelende de
rangen, het aantal, de samenstelling, de
eischen van benoembaarheid en de be
zoldiging der ambtenaren der gemeente-
politie.
Burgem.sester en Wethouders berichten aan
den raad:
De verordening, regelende de rangen, het
aantal, de samenstelling, de eischen van be
noembaarheid en de bezoldiging van de ambte
naren der gemeentepolitie, vastgesteld in Uwe
vergadering van 10 November/29 December
1932 is door de Kroon goedgekeurd voor een
termijn van 5 jaren tot 2 Maart 1938.
De verordening is in de vergadering van het
georganisiterd overleg van 17 September jj.
aan de orde gesteld.
Den inspecteur zouden wij, evenals zulks
voor de agenten is geregeld, een vergoeding
willen toekennen voor het bezit van een diplo
ma. In artikel 6 der verordening hebben wij
daartoe een bepaling opgenomen, waarbij de
jaarwedde van den inspecteur, die in het bezit
is van het inspecteursdiploma, verhoogd wordt
met f 100. Verdere wijzigingen of aanvullingen
worden door ons niet voorgesteld.
Wij stellen U in verband met het boven-
staande voor, de verordening vast te stellen,
zooals die in ontwerp hierbij gaat.
VERORDENING regelende de rangen,
het aantal, de samenstelling, de
eischen van benoembaarheid en de
bezoldiging van de ambtenaren der
gemeentepolitie te Ter Neuzen.
Hoofdstuk I.
Rangen, samenstelling en aantal.
Artikel 1.
De ambtenaren der gemeentepolitie beklee-
den de rangen van:
Inspecteur van politie.
Hoofdagent-rechercheur van politie.
agent van politie.
Artikel 2.
Hun aantal bedraagt:
1 in den rang van inspecteur van politie.
1 in den rang van hoofdagent-rechercheur
van politie.
8 in den rang van agent van politie.
Hoofdstuk II.
Eischen van benoembaarheid.
Artikel 3.
1. Om tot ambtenaar der gemeentepolitie
te worden benoemd moet men:
a. op het tijdstip van ingang der benoe
ming den leeftijd van 21 jaar hebben bereikt
en dien van 35 jaar niet hebben overschreden;
b. Nederlander zijn en voldoen aan de
eischen van bekwaamheid, welke door den
burgemeester voor de te vervullen betrekking
worden gesteld, waarbij het bezit van diplo
ma's, waaruit deze bekwaamheid blijkt kan
worden gevorderd;
c. voor de te vervullen betrekking licha-
rnelijk geschikt zijn bevonden bij een genees
kundig onderzoek in te stellen door een daar
toe door den burgemeester aangewezen ge-
neeskundige.
Artikel 9.
De uitbetaling der jaarwedde van den
inspecteur van politie geschiedt in maande-
lijksche termijnen, die der overige ambtenaren
van politie in wekelrjksehe termijnen.
Voor de toepassing van dit artikel wordt
het jaar gereken-d op 52 weken.
Artikel 10.
Indien buiten het geval van vacantie een
ambtenaar wordt aangewezen om een ambte
naar van hoogeren rang te vervangen, ont
vangt hij als de vervanging tenminste een
maand heeft geduurd, daarvoor gedurende
den geheelen tijd der vervanging boven zijn
bezoldiging een vergoeding, overeenkomende
met het verschil tusschen de aanvangswedde.
verbonden aan de betrekking van hem die
vervangt, en die van hem, die vervangen
wordt, met dien verstande, dat hij in totaal
nooit meer kan genieten dan het maximum-
bedrag der bezoldiging van hem dien hij ver
vangt. Indien de aanwijzing slechts een deel
der werkzaamheden betreft, wordt het bedrag
der vergoeding door Burgemeester en Wet
houders vastgesteld.
Artikel 11.
Wegens zeer bijzondere omstandigheden,
waaronder langdurigen trouwen dienst kan,
bij "besluit van den raad, aan een ambtenaar
een gratificatie worden toegekend.
Artikel 12.
1. De ambtenaar, die ter oorzake van de
uitoefening van zijn dienst, behoudens bij
eerste aanstelling, verhuizen moet, ontvangt
een door Burgemeester en Wethouders te be
palen vergoeding, wegens terzake gemaakte
kosten en geleden schade.
2. Deze vergoeding wordt beperkt tot het
geen werkelijk met inachtneming van rede-
lijke zuinigheid, moest worden uitgegeven.
Artikel 13.
Bij aanstelling, bevordering, verhooging van
bezoldiging en ontslag, benevens by de uit
betaling der bezoldiging, worden den ambte
naar geen kosten in rekening gebracht.
Artikel 14.
1. De ambtenaar heeft recht op zijn be
zoldiging tot den dag van ingang van het
ontslag uit zijn ambt of tot op den dag van
overlijden. Is de bezoldiging tot een latere
dag uitbetaald, dan wordt hetgeen meer is
uitbetaald verrekend met de som in het derde
en vierde lid bedoeld.
2. Indien bij ontslag van een ambtenaar
niet op diens verzoek de voorgeschreven op-
zeggingstermijn door den Burgemeester wordt
verkort, wordt hem de bezoldiging uitbetaald
voor den tijd, die nog aan den voorgeschreven
opzeggingstermrjn ontbreekt.
3. Zoo spoedig mogelijk na het overlijden
van een ambtenaar wordt aan zijn weduwe
een bedrag uitgekeerd, gelijkstaande met de
bezoldiging van den overledene over een tijd-
vak van drie voile maanden. Laat de over
ledene geen weduwe na, dan geschiedt de uit-
keering ten behoeve van de minderjarige wet-
tige of erkende natuurlijke kinderen van den
ambtenaar.
Ontbreken ook zoodanige kinderen, dan ge
schiedt de uitkeering, indien de overledene
-kostwinner was van ouders, broeders, zusters
of meerderjarige kinderen, ten behoeve van
deze betrekkingen.
4. Indien de overleden ambtenaar geen be
trekkingen, als bedoeld in het derde lid, na-
laat, dan wordt aan den rechthebbende de
wedde uitbetaald tot en met 14 dagen na den
dag van overlijden.