ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No. 9698 tweede blad MAANDAG 20 DECEMBER 1937 77e Jaargang
Binnenland
I
GEMEENTERAAD VAN
ZAAMSLAG.
M IIIM.II—IMIIHIIIIIH n —■•-iiiiirirMi rYi-milli ir m i 1 nUiaaei .»«hm
TER NEUZENSCHE COURANT
MTimniBIII-IMB——^MIMWI—■H.■■——111II——II—Ill ■miimi jbiii,nIiMIinWHNMMMMMBMBHMBBBBHHMBl—IMMHW—WW Wl Wl W7.«M«IWIWW
SAMENVOEGINIG VAN TWEE TKAMWEG-
MAATSCHAPPIJEN.
Samenvoeging van de tramwegmaatschap-
pijen Oostelrjk Groningen en Oldambt-Pekela,
aMus de memorie van Antwoord op de be
grooting van bet Verkeersfonds, stuit op ver
schillende bezwaren. Pogingen om deze maat-
schapppen tot elkander te brengen zijn van
den aanvang af op tegenstand van beide par-
tijen gesrtuit. Of bet mogelijk zou zijn deze
tramwegen, die beide zwak staan, met streek-
vervoer te belasten, zou nader moeten worden
onderzochit.
VERGiUNNINGSTELSEL VOOR
VRAOHTAXJTO'S.
Aan de memorie van antwoord van de be-
gTOoting Verkeersfonds wordt het volgende
ontleend:
De minister stelt zich voor, om in de eerste
helft van het volgende jaar een wetsontwerp
in te dienen tot regeling van de binnenvaart,
waarbij voortgebouwd zal worden op de wet
van 5 Mei 1933, betreffende de evenredige
vrachtverdeeling, terwijl hij voorts ongeveer
gelijktijdig een voorloopige regeling ten aan-
zien van het goederenrvervoer per auto zich
voorstelt te bevorderen.
Het daarbij op den grondslag van een, van
de commissie van advies en bijstand voor het
Verkeersfonds ontVangen rapport, in te voeren
vergunningstelsel, zal zoowel de vrachtauto-
diensten als het ongeregelde vervoer omvatten.
Ter beteugeling van in het vooruitzicht van
het vergunningstelsel wellicht te wachten on-
noodige en ongewenstihte uitbreiding van het
vervoerapparaat, zal in geen geval een latere
datum dan die van het verschijnen dezer
memorie uitgangspunt kunnen zijn voor een
regeling tot beoordeeling van aanspraken op
vergunningen.
VESTIGING VREEMDEUNGEN.
Het hoofdbestuur van den Kon. Ned. Mid-
denstandsbond heeft zich met een adres ge-
wend tot den Minister van Economische
Zaken, waarin het o.a. zegt:
Op 12 Mei j.l. trad in w.erking de wet van
22 April 1937 ,S. 628 tot regeling van het zelf-
standig uitoefenen van beroepen en bedrijven
door vreemdelingen. Artikel 2 van deze wet
bepaalt, dat brj algemeenen maatr.egel van be-
stuur kan worden voorgeschreven, dat vreem
delingen en vreemde ondememingen geen be-
roep of bedrijf zelfstandig in N.ederland mogen
uitoefenen, zonder dat zij daartoe schriftelijke
vergunning verkregen hebben.
Ten zeerste wordt betreurd, dat tot op
heden nog geen enkel Kon. besluit in boven-
gemelden zin is uitgevaardigd.
Daar het vooral de mid'denstand is, welke
sterk gebukt gaat onder de huidige moeilijke
economische omstandigheden, aangezien van
eenige opleving in zijn kring nog zeer weinig
te bespeuren valt, zou een maatregel als deze
welke geen offers van 's lands financien
vergt, ten zeerste worden gewaardeerd.
V ERT BGE N WOORIMGING VAN
MIDDENSTAND GEVRAAGD.
'Naar aanleiding van de toezeggingen van
den Minister van Economische Zaken bij de
openbare behandeling van het wetsontwerp
tot wijziging van de Crisisinvoerwet heeft het
hoofdbestuur van den Koninklijken Nederland-
schen Mdddenstandsbond zich met een adres
tot den Minister gewend, waarin het zegt het
van groot belang te achten, indien de Minister
zou kunnen besluiten om het aantal speciale
deskundigen op het gebied van importeurs-
belangen, waarmede de commissie van advies
kan worden uitgebreid, niet tot e&n te beper-
ken, doch in overeenstemming te brengen met
de verschillende schakeeringen in de handels-
geledingen en in het bijzonder een vertegen-
woordiger van het middenstandsbedrijf daarin
op te nemen.
Vergadering van Maandag 15 November 1937,
des namiddags half twee uur.
Voorzitter de heer S. van Hoeve, Burge
meester.
Tegenwoordig de leden A. de Feijter, A. de
Koeijer, M. Florusse, F. C. Wisse, A. Haak,
H. de Feijter, C. Maas, A. J. de Visser, D. G.
Koopman, K. Hamelink, C. de Jonge, en de
Secretaris J. Stolk Lizn.
(2. Slot.)
34. Bramdverzekering. f 31,80.
37. Pensioenen. 335,60.
Inkomsten
38. Verhaal pensioenbijdragen. 883,56.
Uitgaven
39. Bijidragen weduwen- en weezenpensioen.
1399,25.
Inkomsten
40. Red. locale telefoongesp. Memorie.
Uitgaven:
41. Bijdrage inkoop pensioen. f 74,04.
Inkomsten:
46. Couponbelasting. f 12,33.
Ui tgaven
47. Couponbelasting. 12,33.
48. Kosten raadsverslag. 165.
49. Kosten van vergaderingen. f 50.
50. Rijwieltoelage gemeentebode. 20.
De heer H. DE FEIJTER zou deze toelage
gelijk willen stellen met dien voor den veld-
wachter, n.l. op /30.
De heer HAAK vraagt, welk gebruik door
den bode van het rijwiel gemaakt wordt.
Spreker kan niet beoordeelen of de gemeente
bode zijn rijwiel meer gebruikt dan de veld-
wachter of omgekeerd. Hij gelooft, dat een
vergoeding van f 20 niet aan den lagen kant
is. Dit beteekent, dat de betrokkene zich elite
2 jaar een nieuw rijwiel kan aanschaffen, doch
mogelijk is ook de toelage van den veldwach-
ter aan den hoogen kant.
De VOORZITTER moet er aan herinneren,
dat de rijwieltoelage bij verordening is vast-
gesteld. Op de vraag, wie zijn rijwiel meer
gebruikt, de gemeentebode of de veldwachter,
moet spreker antwoorden, dat dan de veld
wachter zijn rijwiel meer zal gebruiken. Bur-
gemeester en Wethouders vinden f 20 geen
onbillijke vergoeding.
De heer FLORUSSE is niet tegen het voor
stel van den heer H. de Feijter, al kan hij zich
ook vereenigen met een toelage van 20.
Spreker moet iedere week ongeveer 300
K.M. fietsen, en kan met dit bedrag toe-
komen. Dan rijdt de bode nooit met licht,
en de veldwachter wel. Niettegenstaande dat,
zal spreker om den bode tegemoet te komen,
het voorstel van den heer H. de Feijter niet
afvallen.
Het voorstel van den heer H. de Feijter
wordt niet verder gesteund, en kan dus geen
onderwerp van beraadslaging uitmaken.
51. Subsidie vereeniging B. en S. /3,62.
Inkomsten:
52. Verhaal pensioenbijdrage. 178,63.
Uitgaven
53. Belooning' veldwachter. f 1300.
54. Gratificatie Rijksveldwacht. 75.
55. Kleeding veldwachter. 100.
56. Rijwieltoelage veldwachter. 30.
57. Vergoeding woninghuurveldw. f 150.
58. Huisvesting rijksveldwacht. 10.
59. Mjaandbladen politie. 5.
60. Reis- en verblijfkosten. 25.
61. Bewaring van gearresteerden. 10.
62. Uitgaven voor passanten. 25.
63. Geneeskundige behandeling politie. 25.
64. Toelage politie-diploma. 25.
65. Bijdrage Vrijwillige Brandweer. 565.
66. Kosten straatverlichting. 2050.
67. Kosten van verzekering. 335,64.
68. Kosten burgerwacht. 125.
69. Kosten luchtbescherrning. 50.
Inkomsten
70. Aandeel keuringsdienst Axel. Memorie.
71. Rechten Warenwet. f 172.
Uitgaven:
72. Kosten doodschouw. Memorie.
73. Kosten besmettelijke Ziektenwet. f 45.
74. Kosten Warenwet. f 380.
75. Rechten Warenwet. 172.
76. Kosten van verzekering. 3,56.
77. Subsidie Groene Kruis. 1000.
De VOORZITTER verwijst naar het bij de
stukken ingezonden adres. Vroeger kreeg
deze vereeniging een subsidie van f 1000, doch
enkele jaren geleden was het moeilijk, een
sluitende begrooting te krijgen, waarom werd
besloten, de subsidies met 25 te verminde-
ren. Thans is er een adres van het bestuur
dezer vereeniging om weer als voorheen een
subsidie van 1000 ter beschikking te stel
len en Burgemeester en Wethouders stellen
voor, dit in te willigen.
De heer HAAK is het er mee eens, dat dit
een zeer nuttige instelling is, die men niet
graag zou missen. De subsidie is in verband
met de moeilijkheden die de gemeente had om
de begrooting sluitend te krijgen, verlaagd.
Waar de financieele toestand van d-e gemeente
verhooging thans wel toelaat, zou spreker ook
gaarne de subsidie verhoogen.
78. Subsidie Ziekenhuis. f 225.
79. Kosten lokaal noodslachtingen. /30.
Inkomsten
80. Anmuteit Woningwet. 3023,26.
81. Bijdrage art. 56 Woningwet. f 1500.
Uitgaven:
82. Annu'iteit Woningwet. 3023,26.
83. Bijdrage Woningwet. f 2000.
Inkomsten:
84. Havengelden. 1400.
85. Marktgelden. Memorie.
86. Rechten giervat. 30.
87. Begrafenisrechten. f 500.
88. Verkoop asch en vuil. Memorie.
Uitgaven:
89. Jaarwedden. 1750.
90. Onderhoud straten en pleinen. f 500.
De heer H. DE FEIJTER heeft bij dezen
post een nadere toelichting gevraagd. Wel
licht kan de wethouder van openbare werken
mededeejen of dit jaar meer gedaan zal wor
den. Dan kan spreker er zich bij neerleggen,
doch indien hem wordt verzekerd, dat op den-
zelfden voet verder zal worden gegaan, kan hij
er zich niet mee vereenigen.
De heer A. DE FEIJTER weet niet, wie de
wethouder van openbare werken is.
De heer KOOPMAN: Die moet nog eerst
benoemd worden!
De heer H. DE FEIJTER meent, dat deze
zaak bij den wethouder van openbare werken
thuis behoort.
De heer A. DE FEIJTER geeft te kennen,
dat het college in zijn geheel deze zaken be-
handelt.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders geheel leven volgens
de voorschriften der gemeentewet.
De heer A. DE FEUTER vervolgt, dat de
leden van het college van Burgemeester en
Wethouders elkaar steunen. Dat is juist het
mooie van deze samenwerking. Er is geraamd
500 voor straten en pleinen, terwijl in 1934
is uitgegeven 336,17 en in 1935 474,60. Dat
komt dus dicht by elkaar. En dat er mi zulke
dingen zullen gebeuren, kan spreker niet zeg-
gen, het college doet wat de hand vindt om te
doen, doch men kan toch niet minder voor
dezen post ramen dan 500. Daar komt bij,
dat de macadam duurder is, en in 1937 nogal
wat naar boven geloopen is. Als men moet
begrooten raamt men toch ook niet tot den
laatsten cent.
Is deze post niet noodig, dan is dit een voor-
deel, loopen de materialen daarentegen nog
op, dan komt men er aan te kort. Het is een
wikken en wegen.
De VOORZITTER merkt op, dat in vorige
jaren, toen de eindjes zoo moeilijk bij elkaar te
krijgen waren te weinig aan het onderhoud
is gedaan.
Men moet alles doen om een voldoenden post
te krijgen, opdat men doen kan wat noodig is.
De heer DE VTSSER was tot de conclusie
gekomen, omtrent de uitgaaf over 1936 een
nadere toelichting te moeten vragen. Deze
toelichting geeft een ander beeld en hiema
kan spreker zich met dezen post vereenigen.
91. Onderhoud wegen en voetpaden. /1350. J
92. Onderhoud wandelplaatsen. 300.
De heer DE JIONGE komt hierbij terug op i
zijn gedachte om een stukje van den braak
liggenden grond te bestemmen voor plantsoen. t
De jongens voetballen er op, en dat mag met
van den veldwachter, zeggen zij. Er was wel
licht met uitgave van een beetje arbeidsloon
een stukje af te heinen en in orde te maken.
En het zal er des te mooter om staan.
De beplanting zal niet zoo duur zijn, het zal
meest werkloon zijn, dat dit kost.
De VOORZITTER antwoordt, dat, zooals
uit de stukken blijkt, Burgemeester en Wet
houders niet ongenegen zijn deze zaak te be-
kijken. Men moet er echter rekening mee
houden, dat er ruimte over moet blijven,
waarop men zich bewegen kan. Hier op het
voorplein voor het gemeentehuis en de kerk
behoort eenige ruimte te zijn bij plechtige ge-
legenheden en feestelijkheden. Het is naar
sprekers meening een practisch pleintje. Men
kan niet alles volplanten. Deze overwegingen
heeft het voorstel van den heer De Jonge bij
Burgemeester en Wethouders doen ontstaan.
De heer HAAK vindt het wel een prachtig
idee, dat de heer De Jonge naar voren brengt,
het zou ook wel aardig zijn, doch men moet
met verschillende factoren rekening houden.
En dan dient men de voorzichtigheid niet uit
het oog te verliezen. Want op het door den
heer De Jonge bedoeldle gedeelte spelen ook
schoolkinderen, vooral tusschen den middag.
Men kan dit pleintje beschouwen als een berg-
plaats voor schoolkinderen. Spreker zal niet
meewerken aan zoo'n voorstel, waarbij dan de
schoolkinderen op den openbaren weg zouden
zijn aangewezen en op de zijkantwegen.
De heer KOOPMAN kan de woorden van
den heer Haak ten voile onderschrijven. Hij
zegt: bezint eer gij begint. De auto's met
trouwers hebben nu op het bedoelde pleintje
een behoorlijke plaats en ook de schoolkinderen
zijn er tusschen den middag en 's avonds be-
hoorlijk geborgen. Men zou bij aanneming
van het voorstel van den heer De Jonge deze
naar den straatweg verwijzen.
Hij herhaalt: bezint eer gij begint.
De heer WISSE geeft Burgemeester en Wet
houders in overweging, er een mooi plant-
soentje aan te leggen. De schoolkinderen zul
len dan wel een ander plaatsje vinden.
Spreker kan Burgemeester en Wethouders
met groote gerustheid aanraden, het voorstel
van den heer De Jonge uit te voeren.
De heer DE JONGE merkt op, dat men in
de gemeente toch zoo'n groot parkeerterrein
niet noodig heeft. De strook vanaf de pomp
tot De Regt is voldoende en bij iedere school
is bovendien een speelplaats.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders met het advies dat
van verschillende zijden wordt gegeven, reke
ning zullen houden.
De heer DE VISSER was bij de besprekin-
gen in de commissie voor deze zaak niet zoo
enthousiast. Spreker komt ook tot de con
clusie van den heer Haak. Spreker was het
wel eens met hetgeen de heer De Jonge tijdens
de besprekingen in de commissie zei, dat het
een mooie verfraaiing van het dorpsplein zou
zijn, doch dan blijft er geen enkele vrije plaats
op het dorpsplein meer over. En er moet ook
met de kinderen gerekend worden. Spreker
zou er zich wel eenigszins mee kunnen ver
eenigen, indien er van gemeentewege een ge-
legenheid was, waarmede de kinderen aan een
speelplaats werden geholpen. Spreker gelooft
niet, dat het in verband met het ontbreken
van een bepaalde plaats hiervoor wenschelijk
is, daarop thans verder in te gaan.
93. Onderhoud pompen en riolen. 350.
94. Kosten van de haven. 1400.
95. Kosten van klokken. f 200.
96. Kosten begraafplaats. 750.
97. Kosten gemeente-reiniging. 1050.
Inkomsten
98. Verkoop oude materialen. .Memorie.
99. Verhaal pensioensbijdragen. 297,60.
100. Bijdrage Gr. Huijssenspolder. 300.
De heer FLORUSSE merkt op, dat zoojuist
bij de besprekingen omtrent de bijdrage aan
den Grooten Huijssenspolder door spreker naar
voren gebracht is, dat de Groote Huijssens
polder al haast levenslang 300 aan de ge
meente moet betalen. Spreker zou gaarne
vememen, hoe lang de weg, waarvoor de bij
drage is verleend, er al ligt en of de polder
dit eeuwigdurend moet betalen.
De VOORZITTER antwoordt, dat omstreeks
30 jaar geleden de gemeente van den Grooten
Huijssenspolder den weg van Reuzenhoek
naar den Kleinen Huijssenspolder heeft over-
genomen. Toentertijd was dit gedaan voor
verbetering van de wegen. Toen is ook de
klinkerbestrating aan de haven in orde ge
maakt. Er was toen heel veel vervoer, zoodat
het dringend noodzakelijk was, dat er een
beteren weg kwam.
Door de gemeente is toen dien weg overge-
nomen onder voorwaarde, dat de Groote Huijs
senspolder elk jaar 300 zou voteeren. De
eerste 20 jaar beteekende dit voor den Grooten
Huijssenspolder een voordeel, doch thans niet
meer. Een dergelijk bedrag bedient te worden
bezien over een groot aantal jaren. Als het
nagegaan zou worden, zou misschien op het
oogenblik blijken, dat het nog geen nadeel
voor den polder was, dat zij dit gedeelte weg
in onderhoud aan de gemeente heeft over-
gedragen.
De heer FLORUSSE merkt op, dat wat dat
aangaat, spreker ook op het standpunt staat,
dat de gemeente van de polders, als zij wegen
overneemt, een bijdrage heft. Toch zou het
een zwaren last zijn, als dit eeuwigdurend be-
taald moest worden. De weg ligt er thans 30
jaar en in dien tijd heeft de polder circa
12000 betaald.
Uitgaven
101. Kosten van verzekering. 536,96.
102. Kosten brandverzekering. 16.
103. Rente van geldleeningen. 682,50.
104. A flossing van geldleeningen. 1600.
105. Bijdrage aan Hoofdstuk VI Kapitaal-
dienst. Memorie.
106. Idem aan Hoofdstuk VII. 300.
107. Reis- en venblijfkosten. f 10.
Inkomsten
108. Huur van huizen. 330.
109. Grasverpachtingen. f 42.
110. Cjjnzen. 303,07.
De heer MAAS merkt op, dat zijn aandacht
is gevallen op den post cijnzen. Er zijn cijn-
zen bij, die loopen van 1876 af. Spreker vraagt
of dit nu eeuwigdurend is en of er nooit een
einde aan komt.
De VOORZITTER meent, dat dit precies is,
alsof men rente van een geleend kapitaal be-
taalt. In het algemeen kunnen cijnzen afge-
kocht worden.
De heer MAAS constateert, dat dit dus af-
gekocht kan worden. Dit was dan ook het
doel van zijn vraag.
111. Recognition, f 110.
112. Rente van kapitalen. 40.
Uitgaven:
113. Grondlasten. 28,75.
114. Dijk- en polderlasten. 6.
115. Erfpachten. 63,50.
116. Onderhoud gebouwen. 100.
117. Kosten van verzekering. 8.
118. Bijdrage aan Hoofdstuk VII Kapitaal-
dienst. f 100.
Inkomsten:
119. Schoolgelden. 220.
120. Vergoeding van het Rijk. 4253,67.
121. Te weinig genoten bijdrage. Memorie.
122. Te veel betaalde pensioensbijdrage.
Memorie.
Ui tgaven
123. Jaarwedde onderwijzers. 4253,67.
124. Kosten van schoolgebouwen. 100.
125. Aanschaffen schoolmeubelen. 25.
126. Onderhoud schoolmeubelen. f 25.
127. Kosten van leermiddelen. 156.
128. Kosten van verwarming. 325.
129. Pensioensbijdragen. 397,66.
Inkomsten
130. Aanmaningen. 25.
Uitgaven
131. Kosten oudercommissien. f 39.
132. Vergelijkend onderzoek. Memorie.
133. Vergoeding art. 56 L.O.-wet. Memorie.
Inkomsten
134. Kosten van verzekering. 402,75.
Uitgaven:
135. Brandverzekering. 16.
136. Advertentiekosten, 40.
137. Onderzoek sollicitanten. 25.
138. Invordering schoolgelden. 25.
139. Teruggaaf schoolgelden. Memorie.
140. Toeslag op pensioenen. f 120.
Inkomsten
141. Schoolgelden. 1500.
142. Uitkeering art. 86. 250.
143. Uitkeering art. 104. /150.
144. Uitkeering art. 205. 50.
145. Uitkeering art. 205ter. Memorie.
146. Opbrengst aanmaningen. f 25.
Uitgaven
147. Uitkeering art. 86. 120.
148. Vergoeding art. 101. 3600.
149. Uitkeering art. 104. f 200.
150. Vergoeding art. 205. f 680.
151. Uitkeering art. 205. f 275.
152. Rente waarborgsommen. 412,44.
153. Rente van geldleeningen. 1185,65.
154. Aflossing van geldleeningen. 2437,50.
155. Bijdrage hoofdst. VHI Kapitaaldienst.
425,82.
156. Teruggaaf van schoolgelden. Memorie.
157. Invordering van schoolgelden. 25.
Inkomsten
158. Rente van belegde waarborgsommen.
f 102,02.
Uitgaven
159. Uitkeering art. 104. 130.
160. Uitkeering art. 205. 1050.
161. Subsidie bewaarschool. f 480.
162. Commissie tot wering van schoolver-
zuim. f 75.
163. Tegemoetkomingen art. 13. 700.
De heer WISSE gelooft, dat dit voorstel niet
erg juist gesteld is. In de bijlage tot de be
grooting ziet spreker, dat zich onder de kin
deren, voor wie een bijdrage gegeven wordt,
enkele bevinden die vroeg in het jaar 11 jaar
worden. Nu meent spreker, dat besloten is,
dat de kinderen van 11 jaar een vergoeding
krijgen van V2 cent per K.M. In de bijlage
ziet hij, dat er kinderen zijn, die in December
11 jaar worden, in October, in September en
1 in Januari. Het is toch de bedoeling, dat
voor de kinderen die 11 jaar worden, een
tegemoetkoming wordt verleend van cent
per K.M.
Nu is er een bij, die in December verjaart
en toch over het geheele jaar een tegemoet
koming krijgt van V2 cent per K.M.
De SECRETARIS deelt mede, dat de zaak
zoo is, dat volgens dit voorstel met ingang
van het jaar, waarin de kinderen 11 jaar wor
den, een tegemoetkoming van cent per
K.M. wordt verleend.
Da heer WISSE meent, dat daarvan toch
geen besluit is.
De SECRETARIS antwoordt, dat dit thans
wordt voorgesteld.
De heer WIISSE is van meening, dat een
kind, dat in November 11 jaar wordt, 10
maanden verlaging krijgt.
De VOORZITTER wijst er op, dat in de
vorige vergadering is. besloten, dat kind,eren
van 11 jaar een tegemoetkoming van cent
per K.M. zouden krijgen. Burgemeester en
Wethouders hebben daarom gemeend: gelijke
monniken, gelijke kappen, en daarom degenen
in de bedoelde rubriek verm eld, een tegemoet
koming van x/2 cent per K.M. voorgesteld.
De heer WIISSE is van oordeel, dat dit niet
billijk is.
Want het door hem bedoelde kind is ge-
durende 11 maanden 10 jaar.
De VOORZITTER merkt op, dat dit in de
vorige vergadering wellicht niet duidelijk is
vastgesteld. Toen had men te doen met
nieuwe gevallen, terwijl het thans voorgestelde
voor alle gevallen geldt. Nu zijn ze allemaal
gelijk.
De SECRETARIS geeft te kennen, dat er
ten slotte een manier behoort te zijn, waarop
men deze tegemoetkoming berekent. Het
spreekt toch van'zelf, dat men b.v. voor een
kind, dat op 15 Januari 11 jaar wordt, geen
14 dagen gaat berekenen tegen 25 per jaar
en Verder V2 cent per K.M.
De heer WISSE merkt op, dat daartegen-
over staat, dat een ander kind, dat slechts 1
maand 11 jaar is, het geheele jaar tegen
V2 cent per K.M. wordt uitgekeerd.
De SECRETARIS wijst er op, dat er ten
slotte een basis moet zijn, waarop de admini-
stratie van deize tegemoetkoming berust. Men
kan ook evemgoed vaststellen, dat de tege
moetkoming wordt Verleend in het jaar waar
in de kinderen 12 jaar worden.
De heer WIISSE vraagt den Secretaris of
deze dan niet de onbillijkheid voelt, die er in
zit, dat een kind, dat 11 maanden 10 jaar is,
en 1 maand 11 jaar, over het geheele jaar
tegen het lagere tarief wordt uitgekeerd.
De VOORZITTER meent, dat men de grens
zou kunnen laten loopen over de helft van het
jaar.
De heer DE JONGE merkt op, dat men dan
het geval heeft, dat een kind, dat in Januari of
Februari 11 jaar is geworden, met ingang van
1 Juli pas wordt uitgekeerd tegen cent
per K.M.
De heer WISSE voert hiertegen aan, dat
zulks bij dit voorstel over een geheel jaar het
geval is en voor zoo'n kind over het geheele
jaar V2 cent per K.M. wordt betaald.
De heer HAAK is het met dsn Secretaris
eens, dat er niet precies. de hand aan te hou
den is, dat een kind op den dag dat het 11
jaar wordt, een lagere tegemoetkoming krijgt.
'Het zou heel veel rompslomp geven, doch dat
het voorstel, dat de Voorzitter aan de hand
doet, ook.
Wiant daarbij krijgen de kinderen, die voor
1 Juli 11 jaar geworden zijn, over de helft van
het jaar uitgekeerd tegen 25. Een kind, dat
op 2 Januari 11 jaar zou worden, krijgt dus
de helft van 25 en verder y2 cent per K.M.
Dit is wel een zuiverder maatstaf, want daar
staat dan tegenover, dat een kind, dat in
December 11 jaar wordt, over het geheele jaar
een tegemoetkoming van f 25 krijgt.
Dit zou bg het voorstel van Burgemeester
en Wethouders cent per K.M. zijn over het
geheele jaar en daarin zit inderdaad iets on-
billijks. Indien de grens dan kon loopen op
1 Juli, was deze zaak, naar sprekers meening.
op de beste wijze opgelost.
De heer A. DE FEIJTER merkt op, dat dan
de regeling zou worden, dat kinderen die in
1938 11 jaar worden, zoo zij dien leeftyd be-
reiken v66r 1 Juli tegen 25 en na dien ty'd
met y2 cent per KM. worden uitgekeerd.
De heer HAAK: Onverschillig of zy in
Januari of in December verjaren.
De SECRETAiRIS: Dan natuurlijk allien
indien zij v6or 1 Juli geboren zijn.
De heer HAAK m,erkt op, dat dit wel dege-
lijk verschil maakt. Indien een kind vodr 1
Juli 11 jaar wordt, ontvangt het dan over het
geheele jaar cent per K.M. Wordt het na
1 Juli 11 jaar, dan wordt het uitgekeerd
half jaar tegen 25 en een half jaar tegen
cent per K.M.
De heer A. DE FEUTER constateert, dat
dan de fatale datum 1 Juli is voor alle kin
deren, die b.v. in 1938 11 jaar worden.
De SECRETARIS merkt o^>, dat de kinde
ren, die v56r 1 Juli 11 jaar worden, dan over
het geheele jaar tegen y2 cent per K.M. uit
gekeerd worden.
De heer A. DE FEUTER: En als zij na
I Juli 11 jaar worden over een half jaar tegen
l/2 cent per K.M. Zoo versta ik het ook.
De heer HAAK heeft zich wellicht niet dui
delijk uitgedrukt. De kinderen, die v6or 1 Juli
II jaar worden, ontvangen een half jaar een
tegemoetkoming berekend naar f 25 en verder
het andere half jaar y2 cent per K.M. Blij-
kens het voorstel van Burgemeester en Wet
houders ontvingen de kinderen, onverschillig
of zij in Januari dan wel in December 11 jaar
werden, over het geheele jaar cent per K.M.
En dit nu achtte ook spreker niet zuiver.
De SECRETARISDat is een kwestie van
opvatting.
De heer A. DE FEUTER vindt het een ge-
makkelijke berekening, dat de kinderen, die
b.v. in December 11 jaar worden, over het
geheele jaar f 25 uitgekeerd krijgen. Hier-
onder vallen dan ook de kinderen, die b.v. op
15 Juli 11 jaar worden.
De SECRETARIS merkt op, dat die zekere
onrechtvaardigheid dan toch ook blijft be
sts an.
De heer A. DE PETJTER vervolgt, dat de
kinderen die v6or 1 Juli 11 jaar worden over
een half jaar zullen worden uitgekeerd naar
25 's jaars en daarna tegen. y2 cent per K.M.
De heer HAAK geeft te kennen, het ook zoo
te bedoelen.
De heer DE KOEIJER meent, dat het niet
veel verschil kan maken. Alleen zal de onbil
lijkheid verder gaan, als men 2 fatale data
heeft, nl. 1 Januari en 1 Juli.
De heer A. DE FEUTER wijst er op, dat
de heer Wisse naar voren heeft gebracht, dat
een kind, dat in December 11 jaar wordt, bij
aanneming van het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders otfer dat geheele jaar
slechts cent per K.M. zou uitgekeerd krij
gen, evengoed alsof dit kind een geheel jaar
reeds 11 jaar was. Om hieraan nu tegemoet
te komen, wordt voorgesteld, als fatale datum
mede 1 Juli in te voeren. En dan krijgt dit
kind over het eerste halfjaar een vergoeding
berekend naar f 25 per jaar en daarna y2 cent
per K.M.
Met algemeene stemmen wordt besloten,
voor de tegemoetkomingen in zake art. 13 der
L. O. wet aan te nemen, dat de uitkeering
voor kinderen, die v66r 1 Juli des jaars 11
jaar worden, zal bedragen over een y2 jaar
een uitkeering berekend naar 25 per jaar en
daarna y2 cent per K.M. Kinderen, die na 1
Juli 11 jaar worden, worden over het geheele
jaar uitgekeerd tegen een bedrag van cent
per K.M.
164. Kosten H. B. S. 500.
165. Bijdrage nijverheidsonderwijs. 1100.
166. Landbouwschool Axel. 112,50.
167. UitgaVe voor volksfeesten. Memorie.
168. Subsidie muziekvereeniging. 125.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat deze
vereeniging ook behoorde onder de categorie,
voor wie de subsidie met 25 werd vermin-
derd. Vroeger was dit 250, de laatste jaren
93,75. Burgemeester en Wethouders stellen
voor, opnieuw een subsidie van 125 te ver-
leenen.
De heer DE VISSER heeft zich afgevraagd,
of niet een andere weg kop bewandeld worden.
Spreker gelooft, dat het muziekgezelschap de
subsidie best zal kunnen gebruiken. Vroeger
heeft deze vereeniging haar repetities gehou-
den in de lagere school. Hij heeft thans ge-
zien, dat weer een lokaal in gebruik wordt
gegeven. Vroeger werd van een der lokalen
door verschillende vereenigingen gebruik ge
maakt. Indien dit thans zou kunnen geschie-
den en vrij vuur en licht gegeven kon worden,
dan behoef de de gemeente die 25 niet uit te
geven en de vereeniging genoot practisch meer
subsidie.
De VOORZITTER antwoordt, dat uit den
aard der zaak de muziekvereeniging een ver-