voor bet publiek? Toch niet langs de binnen- plaats? De "WOORZITTHRDe ingang voor de secre- tarie komt aan de Schoolstraat. De secretarie wordt van de school van binnen afgesloten. Misschien dat «r hoogstens bij trouwen van den anderen ingang gebruik zal worden ge- maakt, maar overigens wordt dat afgeschaft. De heer HAMELINKHet trouwen? (Hilariteit.) Het voorstel van Bui'gemeester en Wethou ders wordt aangenomen met algemeene stemmen. 7. Wij/iging van de Verordenlng regelende de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging van de gemeentevoldwach - ters in de gemeente Axel. Naiar aanleiding van aanschrijvingen van den Commissar is der Koningin in Zeeland d.d. 12 Mei en 30 September 1937, waarbij ver- zocht wordt, wegens gewij'zigde opvattingen als anderszins wijziging te bevorderen van enkele bepalingen der Verordening regelende de eischen van benoembaarheid en de bezoldi ging van de gemeenteveldwachters in de ge meente Axel, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 October 1934, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 28 December 1934, no. 59, stellen Burgemeester en Wethouders voor, vast te stellen de volgende WtUZIGING van de verordening rege lende de eischen van benoembaar heid en de bezoldiging van de veld- wachters der gemeente Axel. Artikel 3, le lid. In dit artikel vervallen de woorden: ,,tenzij de raad, op voorstel van den Burgemeester onder goedkeuring van den Oommissans der Koningin, in bijzondere gevallen een hoogere aanvangswedde vaststelt." Artikel 10. In dit artikel vervallen de woorden: „waar- onder langdurige trouwe dienst". Artikel 13, 3e lid. Aan het slot van den eersten zin worden de woorden: ,,drie maanden" vervangen door ,,zes weken". Artikel 15, le lid. De tusschen-zin: „te dier zake geacht wordt in zrjn burgerlijke betrekking met verlof te Bjjn'' vervalt. De aanhef van het eerste lid moet in het vervolg luiden: ,_X>e veldwachter, die als militair, ingevolge een uit de wet of uit een verbintenis voort- vloeiende verplichting, in militairen dienst is, behoudt over den tijdenz.' Artikel 29. Dit artikel komt te vervallen. Artikel 30. Het slot van het eerste lid van dit artikel, beginnende met de woorden: ,,van de artike lenenz." vervalt, en wordt vervan gen door de woorden: „vervat in de artikelen 30 en 31." Dit artikel wordt voor het vervolg genum- merd 29. Hierna worden opgenomen de volgende ar tikelen Artikel 30. 1. Aan een veldwachter, als bedoeld in het vorige artikel, wordt het genot van wacht- geld toegekend, gedurende het tijdvak gelijk aan zijn diensttijd, ten bedrage van: a. indien hij ten tijde van het ontslag kost- winner is van een gezin, gedurende de eerste drie maanden de laatstelijk door hem genoten bezoldiging, gedurende de volgende drie maanden 85 ten honderd en daama 50 ten honderd van de laat stelijk door hem genoten bezoldiging; b. in de overige gevallen, gedurende de eerste drie maanden de laatstelijk door hem genoten bezoldiging, gedurende de volgende drie maanden 75 ten honderd en daama 40 ten honderd van de laat stelijk door hem genoten bezoldiging. 2. Voor zooveel een veldwachter ten tijde van het ontslag een diensttijd van tenminste 10 jaren heeft volbracht en het aantal jaren van dien diensttijd tezamen met het aantal van den leeftijd, dien hij ten tijde van het ont slag heeft bereikt, 60 of meer bedraagt, wordt hem na afloop van de hierboven bedoelde ter mijnen een verder genot van wachtgeld toe gekend ten bedrage van het uitgesteld pen- aioen, waarop hij ter zake van het hem ver- leende ontslag, uitzicht heeft, of, indien uit hoofde van eenigerlei omstandigheid zoodamg uitzicht niet of niet meer bestaat, anders zou hebben gehad, met dien verstande, dat gedu rende het eerste jaar na afloop van de bedoel de termijnen het wachtgeld niet minder be draagt dan 40 ten honderd van de laatstelijk genoten bezoldiging. 3. De op wachtgeld gestelde, die op den dag van ontslag kostwinner was van een ge zin, doch na het ontslag die hoedanigheid ver- liest wordt voor den verderen duur van het hem' toegekende wachtgeld behandeld op den voet als in het eerste lid ten aanzien van niet- kostwinners is bepaald. 4. In buitengewone gevallen kan het wachtgeld tot een bedrag van ten hoogste 50, onderscheidenlijk 40, ten honderd van het laatstelijk genoten wachtgeld voor een be- paalden tijd na het verstrijken der voren- omschreven termijnen worden voortgeeet. Artikel 31. 1. Op het wachtgeld vinden verder over- eenkomstige toepassing de artikelen 4, 5, 6, 7, 7a, 8 en 8a van het Rrjkswachtgeldenbesluit (Koninklijk Besluit van 3 Augustus 1922, S. 479, zooals dit besluit sedert is gewijzigd), met dien verstande, dat, waar in dit besluit wordt gesproken van .minister" wordt ge- leeen Burgemeester en Wethouders". 2. De toekenning van wachtgeld en het nemen van beslissingen daaromtrent, geschie- den door Burgemeester en Wethouders. Artikel 31 wordt artikel 32. Artikel 32 wordt artikel 33. Deze wijziging treedt in werking zoodra daarop het bericht van de Koninklijke goed keuring zal zijn ontvangen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 8. Voorstel betreffende het verzoek van J. P. Visser e.a., betreffende verlichting der Noordzijde van de Kanaalkade. Ingekomen is een adres van J. P. Visser en 9 anderen, alien wonende aan de Kanaalkade te Axel, die daarin te kennen geven, dat de verlichting, vooral aan de Noordzijde, veel te wenschen overlaat; dat er de laatste jaren verschillende wonin gen zijn bijgehouwd, zonder dat er nieuwe lantaams zijn aangebracht; dat er met name bij de brug naar de melk- fabriek, in 't gebeel geen licht is, wat natuur- lijk voor de passanten bij avond zeer lastig is en wat een toestand scbept, die niet zonder beewaar is, zelfs niet zonder gevaar; dat vrijwel alle wijken der stad, behalve dat gedeelte, voldoende verlicht zijn; redenen waarom adressanten den raad be- leefd maar dringend verzoeken, langs de Kanaalkade, Noordzijde, nog enkele lantaarns aan te brengen en in 'tbijzonder te zorgen voor verlichting bij de brug bij de melkfabriek. Burgemeester en Wethouders deelen, naar aanleiding hiervan, mede, dat uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de directe noodza kelijkheid niet aanwezig is om de gasleiding, gelegen aan de Kanaalkade, vanaf de laatste woning door te trekken tot aan de brug. Ook voor verlichting langs de aan de Noord zijde van de Kanaalkade gelegen huizen achten zij uitbreiding van de straatverlichting niet noodzakeiijk, weshalve zij voorstellen op dit adres afwijzend te beschikken. De VOORZITTERIk kan hieraan toevoe- gen, dat wij er persoonlijk zijn geweest om den toestand op te nfemen. Het is ook mijn mee- ning, dat het uiterst voor 2 woningen noodig zou zijn, dat er verlichting kwam, maar aan- gezien die niet precies in de bebouwde kom der gemeente staan, ja, eigenlijk daar buiten, achten wij het om de kosten te bezwarend daar verlichting aan te brengen. Daarom stel len wij voor het verzoek af te wijzen. De heer 't GILDE: Ik vorm ditmaal bij wijze van uitzondering de minderheid in de Gascommissie, die het niet eens is met het andere deel omtrent de opvattingen over den rijksweg naar Hulst langs de Kanaalkade en het daaromtrent uitgebrachte ad'vies. Reeds in het vorig jaar, dus reeds lang v66r er sprake was van het zenden van een adres heb ik daarop gewezen. Het adres is nu een gevolg geworden van de vroegere afwijzende houding. De kwestie der verlichting staat daar feitelijk op zijn kop. Het gedeelte van den weg op het Plaatje, alzoo de weg, die feitelijk aan het verkeer is onttrokken, is goed ver licht, terwijl de andere zijde van het kanaal, de druk bereden rijksweg, zoo goed als in het duister zit, daar deze het licht van de over- zijde van het kanaal moet ontvangen, betgeen daar, met het oog op de bocht in den weg, een tamelijk grooten afstand is, waardoor het licht daar flauw is. Dddr zijn zeker meer lantaams noodig. Ads ik een vergelijking moest maken, zou dit zijn met een ter weers- zijden bebouwden singel in een stad, waar men het drukste gedeelte onverlicht zou laten en het gedeelte, dat 'bijna niet gebruikt wordt, schitterend zou verlichten. Dan heeft men een annaloog geval. Op het Plaatje is nage- noeg geen verkeer, doch daar staan de lan taams, slechts ongeveer 40 M. uit elkaar, welke daartegenover op den druk bereden rijksweg ontbreken. Wat betreft het verzoek van Visser e.a., acht ook ik het niet noodzakeiijk een lantaam te plaatsen bij de melk- en zuivelfabriek, want dan zou men wel moeten doorgaan tot L. de Putter, dat is geen algemeen, doch een prive belang. Maar aan den kant van den rijweg is zeker noodig het bijplaatsen van 1 lantaam. Onlangs kwam ik daar op een Zondag langs en, bemerkte, dat de rijksweg daar niet alleen donker, maar ook zeer glibberig was. Dat het daarentegen aan den kant van het Plaatje goed verlicht is, is niet in orde. Het is er mrj niet om te doen om de bewonerts van het Plaatje hun licht te ontnemen, maar daar staan de lantaarns z66 dicht op elkaar, dat er, als het dan niet anders kan, dddr wel een uit zou kunnen. De heer OGGEL: Het licht schijnt van daar naar den anderen kant. De heer 't GILrDEIk zou 'graag zien, dat er langs den rijksweg een lantaarn bij werd ge- plaatst. De heer SEGHERS: Ik ben het ook niet eens met Burgemeester en Wethouders. Het is daar een drukken verkeersweg en in ver- band met de groote kromming in den weg, is het daar zeer gevaarlijk. Er ligt daar toch een gasleiding, want de woningen zijn daar toch allemaal aangasloten Er is daar behoef- te aan licht. De heer HAMELINK: Ik gevoel ook wel iets voor het door den heer 't Gilde gespro- kene. Burgemeester en Wethouders zeggen nu wei, dat het buiten de bebouwde kom van. Axel ligt, maar het ligt toch binnen het uit- breidingsplan Het is daar bebouwd. Er is een druk verkeer. Het is ook een wandelstraat die druk door wandelaars gebruikt wordt. Het is een smallen weg en in verband met de ge vaarlijke bocht, is er toch wel behoefte aan licht. Ik zou er dan liever een van het Plaatje wegnemen,'dan kregen we een betere verdee- ling, want^ dahr kan er wel een worden ge- mist. Ik zou will en vragen: probeer het dan, z66 eens. Ik ben het er ook over eenis, dat men van wege de gemeente niet de brug gaat verlichten, want dan zouden later een deel van de buitenmenschen met dezelfde vraag komen. De heer DE RUIJTER: Ik ben het er ook mee eens, dat het bij de bocht glibberig en gevaarlijk is. Bij d'onker is het niet voldoende verlicht. Wanneer er eens een ongeluk ge- gebeurde gaan iwe er een lantaam plaatsen. Ik zou het liever niet zoover laten kconen en er een lantaarn plaatsen. Men behoeft het gasnet dan toch niet zoo ver door te trekken? Dat is maar een klein stukje. De VOORZITTER: Ik wil er op wijzen, dat het verzoek tlweeerlei is. Er wordt gevraagd verlichting van den Noordkant van het kanaal en in het bijzonder op de brug. Wanneer ik goed geluisterd heb, wenschen de heeren geen lantaarn bij de brug? De heer SEGHERS: De gasleiding ligt tot bij de woningen. Is het niet mo,gelijk, dat men daar langs den anderen kant komt met een verlengstuk De VOORZITTER: Aangezien daar maar 2 woningen staan, kan dat niet geschieden op kosten van de gemeente. De heer HAMELINK: Die 2 bewoners kun nen gas krijgen langs het Plaatje. Dan is er maar een stukje buis noodig, maar dat moe ten zij dan zelf betalen. Aan de brug komt men dan niet. Er is wel verlichting noodig aan de Noordzijde. De heer VAN DE BILT: Ik zou graag zien, dat deze zaak door Burgemeester en Wethou ders nog eens in studie werd genomen en dat werd nagegaan, of er met het verplaatsen van een lantaam in kan worden voorzien. We kunnen dan een nader advies tegemoet zien. De VOORZITTER: We willen dat voorstel Wel overnemen en de ;zaak nog eens aanhouden. De heer SEGHERSIk acht dat wel moei- lijk; we zitten nu midden in den winter en als we dan weer een raadszitting moeten af- wachten, verloopt er te veel tgd. De VOORZITTER: Als we bij nader onder zoek tot de conclusie komen, dat er aan den Noordkant een lantaarn moet komen, kan wethouder Van Bendegem zorgen, dat het gauw gebeurt. De heer 't GILDE: De menschen klagen ai anderhalf jaar! Ik moet toegeven, dat het adres in hoofdzaak op verlichting bij. de brug doelt, maar dht is hier toch de kwestie niet waar het om gaat. De heer VAN 'tHOFF: Volgens het adres w61! De heer 't GILDE: Dat is het toch niet, dat is van later zorg. De heer P. VAN BENDEGEM: Ik heb er reeds met (Jen directeur d'er gasfabriek over gesproken en deze zou overwegen wat het beste was, er een lantaam bij zetten of een verplaatsen. Ik zal zorgen, dat er (binnen een paar weken in voorzien wordt. De VOORZITTER: Ik vraag dan voor Bur gemeester en Wethouders machtiging om er, zoonoodig, een lantaarn bij te plaatsen. Met algemeene stemmen wordt die machtl- ging verleend. 9. Ins telling van een cursua voor land- bouwhulshoudoniderwus. Ingekomen is een adres van het Bestuur der Afdeeling Zeeland van den Christelijken Boe- ren- en Tuindersbond in Nederland, dat zich daarmede tot den raad wendt met het beleefd verzoek, medewerking te willen verleenen tot het daarstellen van een cursus voor landbouw- huishoudondeitwijs in de gemeente Axel. Het vraagt daartoe een jaarlijksche subsidie van 30 der kosten uit de gemeentekas te mogen ontvangen. Een begrooting dier kosten wordt nevens het adres ingezonden. Daaruit blijkt, dat de kosten voor 1938 wor den geraamd op 1071. Deze betreffen sala- rissen leeraren 416, gebouw en meubilair met schoonhouden f 165, algemeene onkosten (verlichting en verwarming, materialen en voedingsmiddelen, diversen) 340, aflossing garantieleening (er zal een volledige inventa- ris worden aangeschaft waarop jaarlijks 100 zal worden afgelost) f 100, reiskosten perso- neel 50. Daartegenover wordt geraamd: opbrengst schoolgelden 180 10 per leeriing per jaar, waarbij op 2 onvermogenden is gerekend), opbrengst venkochte spijzen 160, subsidie van het rijk f 511,70, idem van de gemeente f 219,30. Burgemeester en Wethouders deelen, naar aanleiding hiervan, mede, dat door verschil lende organisaties en instellingen getracht wordt, districtsgewijze cursussen in het leven te roe pen voor landbouwhuishoudonderwijs, omdat de mogelijkheid niet aanwezig is om dergelijke scholen te stichten. Thans verzoekt de afdeeling Zeeland van den C. B. T. B. voor een alhier op den basis van de Nijverheidsonderwijswet steun voor een alhier in te richten cursus, d.w.z. 30 van de netto-kosten voor rekening van deze gemeente te nemen, hetgeen overeenkomstig de raming voor dezen cursus, pl.m. f 220 zal bedragen. Wanneer de gemeenteraad bereid is, hieraan financieel medewerking te verleenen, dan zal het rijk de rest, of 70 voor zijn rekening nemen. Burgemeester en Wethouders juichen het toe, dat dergelijke cursussen worden gegeven maar stelt het ook zeer op prijs, dat die in deze gemeente worden gegeven, aangezien dit den winkelstand ten goede komt. Zij stellen daarom den raad voor, op dit adres gunstig te beschikken en de noodige gelden alsmog voor dit doel op de begrooting voor 1938 te brengen. De beer P. VAN BENDEGEM: Ik vorm in het college de minderheid, die er tegen is ge weest, omdat het budget der gemeente niet tolaat, daarvoor gelden te voteeren. Ik zal er dus tegen stemmen. De heer HAMELINK: Ik ben ook tegen dit voorstel, maar op andere gronden. Ik ben van oordeel, dat de gemeentefinancien die J 220 nog wel kunnen dragen. Ik heb mij echter afgevraagd: zijn we er dan? De VOORZITTER: Voor dezen cursus, ja! De heer HAMELINK: Ik bedoei, dat deze cursus slechts zal dienen voor een zeker volks- deel. En dat acht ik niet noodig. Wat heeft nu een landbouwhuishoudcunsus met gezindte te maken? Er wordt nu f 220 gevraagd door den C. B. T. B., komen straks ook niet de Z. L. M. en ook den N. C. B. De VOORZITTER: Dat is niet mogelijk, dat doet de Minister niet. De heer HAMELINK: Dan wordt het weer secretarisch onderwijs, war het algemeen kon zjjn. Dit spijt mij. Wanneer wij daaraan van wege de gemeente steun verleenen, dan moet het geschikt zijn voor de geheele bevolking. Dat schijnt mij niet goed mogelijk, wanneer het uitgaat van een zekere godsdienstige ge- zindlheid. De VOORZITTER: Het is toevalli'g, dat nu de C. B. T. B. hiervoor het verzoek doet. Maar de cursus is toegankelijk voor ieder, die zich daar aanmeldt. De heer HAMELINK: Maar dan moet men ook de huisorde aanvaarden. Er wordt op deze manier een cachet gedrukt op het geheel. Waar men voor deze cursussen steun van rijk en gemeente inroept, maakt men het be- zoeken daarvan door ied'ereen moeilijk. Dat men nu hier voor zoo'n onderwjjsinrichtin'g ook weer het principe oproept, acht ik een fout. De heer 't GILDE: Ik sluit me aan bij de woorden van den heer Hamelink en ben ook op de door bem aangehaalde gronden tegen het verleenen van subsidie hiervoor. Ik ben ook van meening, dat we geen voet moeten geven aan het verder sectariseeren van ons volk. Ik ben er tegen. De VOORZITTER: Ik meen den raad wel te moeten waarschuwen, dat zoo'n cursus voor een plaats een belangrijke zaak is. De een blijkt er tegen om deze, de ander weer om een andere reden. Ieder, die hier zit, behoort echter de nuttigheid te aanvaarden, die zij Voor de gemeente heeft. De gelegenheid is er nu om zoo'n cursus te krijgen. Wanneer de raad thans dien cursus niet wil aanvaarden, dan igaat zij naar een andere gemeente. De heer OGGEL: De heer Hamelink heeft er over gesproken, dat de aanvragende vereeni- ging op dit gebied sectarisme zou aankweeken en de heer t Gilde heeft zich daaiibij aange- sloten. Die heeren zien eohter voorbij, dat ze door hun betoog zelf aan sectarisme doen. Ze vervallen zdlf in de fout, die ze een ander verwij.ten. Door hun spreken brengen ze zelf naar voren, dat er verschil bestaat tusschen z.g. neutnaal en christel. onderwijs. Zij brengen naar voren als bezwaar, dat zij, die niet be paald chTistelijk onid'erwijs verlangen, dezen cursus niet zouden kunnen bezoeken, omdat zij zich dan zouden moeten sehikken naar de ingestelde regels. Maar, gelooven die heeren dan niet, dat hetizelfde bezwaar bestaat bij hen, die de voorkeur geven aan een christelijke in- richting, om het onderwijs aan een z.g. neu- tralen cursus te gaan volgen Denken zij dan, dat maar all£6n voor ieder geschikt is wat zij inrichten? Ik geloof niet, dat er voor anders- dehkenden eenig bezwaar zou kunnen bestaan om het onderwijs aan dezen cursus te volgen Indien het een aanvraag van de Z. L. M. zou geweest zijn, zouden de heeren er steun aan Verleend hebben. De Z. L. M. is echter naar Ter Neuzen gegaan. Het hebben van zoo'n cursus is voor een plaats van belang. Wanneer de raad hier geen medewerking verleent, be staat de kans, dat de cursus naar Zaamslag gaat. We geraken daarom in dit opzicht steeds achteruit. We venliezen het een na het ander en moeten Zien wat terug te krijgen. Wanneer de zaak er z66 voor staat: christelijk onder wijs of niets, meen ik, dat dte keuze voor den raad niet moeilijk kan zijn. De heer DE RUUTER: Ik juich het voor stel van Burgemeester en Wethouders toe en kan dit met voile instemming steunen. Het door de heeren Hamelink en 't Gilde naar voren gebrachte bezwaar, bestaat niet. Ik bekijk het aldus: dat de verschillende bonden hun cursus hebben, en dat die door de over- beid worden gesteund. Wat kan daar tegen zijn Ik juich dat juist toeDe Z. L. M. heeft haar cursus in Ter Neuzen, de R. K. N. C. B. te Huist, dat nu een derde hier zou komen van de Ohristelijke Boeren- en Tuindersvereeniging kan toch geen bezwaar zijn? Ik heb volstrekt geen bezwaar tegen de Z. L. M. Als die ge- komen was, zou ik die evengoed hebben ge steund. Bij mij weegt 't zwaarst, dat, wan neer we dat onderwijs in onze gemeente kun nen krijgen, wij dat moeten steunen. Ik stem dus voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer VAN 'tHOFF: Gezien dit adres, waarin de C. B. T. B. een subsid'ie vraagt voor het geven van landbouwhuishoudonderwijs, wil ik in herinnering brengen, dat de Z. L. M. hier vroeger dat onderiwijs ook heeft gegeven, doch dan zonder subsidie van de gemeente. Ik stel d'aarom de vraag, voor wat het finan cieel gedeelte betreft, of het ,wel op onzen weg ligt, aaaraan met een subsidie steun aan te geven. Als iemand hier zoo'n cursus wil geven zonder financieelen steun vanwege de ge meente, dan zou ik die met open armen willen ontvangen. Ik meen,, dat we ook nog wel een verzoek van anderen kunnen tegemoet zien. Dan vloeit er uit voort, dat die cursussen op tijd wor'den gegeven. Ik wil ook nog de vraag stellen: is de behoefte aian dezen cursus wel zoo bijzonder groot, dat er steeds voldoende leerlingen zullen zijn? Het is alleen voor het vrouwelijk deel van den landbouwenden stand. Er komt toch cen tijd', dat zij, die daarvoor in aanmerking kconen, den icursus doorloopen hebben. Zullen er dan weer nieuwe deelneem- sters zjjn? Door de Z. L. M. werd die cursu3 vroeger zonder kosten gegeven, maar om nu onze begrooting, die nog niet eens is afge- werkt, weer al te gaan bezwaren met een uitgaafpost van f 220, dat kan ik niet toe- juichen. Ik had liever, dat de Z. L. M. het dan maar weer deed. Ik ben heelemaal met tegen een cursus dezer vereeniging, maar de Z. L. M. deed het voordeeliger. Nu moet het aan de gemeente f 220 kosten en dat acht ik, omdat ik er de noodzakelijkheid niet van in zie, te bezwarend. De VOORZITTER: U verwart dezen cursus met die, welke vroeger werden gegeven. Dat is niet het zelfde. Die vroegere cursus viel niet onder het Nijverheidsonderwijs. De heer VAN 'tHOFF: Daarom is deze cursus dan zooveel duurder! De VOORZITTER: Er kan nu in Axel een laridbouwhuishoudcursus gevestigd worden. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen verieent daaraan steun, tot een bedrag van 70 der kosten, mits de gemeente de resteerende 30 bijdraagt. Laten wij nu toch die gelegenheid aangrij- pen. De gemeente Ter Neuzen betaalt voor den cursus van de Z. L. M. precies hetzelfde en het Rjjk ook. Ik voel de kwestie wel. Het is uit oorzaak, dat het de C. B. T. B. is, dat door enkele leden bezwaren worden geopperd. Waar de Z. L. M. reeds in de omgeving een cursus heeft, zal die niet naar hier komen. Laten we nu toch dit onderwijs ook voor Axel binnen- halen. De raad moet niet uit het oog verlie- zen, dat, als we dit voorstel niet aannemen, deze cursus naar een andere plaats gaat. Wordt de cursus hier gevestigd, dan is net niet onmogelijk, dat, wanneer Axel zich uit- breidt, we 'n volledige huishoudschool krijgen De heer VAN 'tHOFF: Maar er is toch al een cursus voor het volgen van landbouw- huishouSd'onderwrjs De VOORZITTBRDoch niet in Axel! De heer VAN 'tHOFF: Zijn er dan overal in deze omgeving zulke cursussen noodig Dan wordt het concurrentieZijn er dan z66- veel leerlingen, dat al die cursussen levens- vatbaarheid hebben? De VOORZITTER: Zeer zeker, ,er is voor dezen cursus veel belangstelling. De oogen zijn daarvoor thans op den raad van Axel gevestigd'. Vooral in de eerste periode zullen er veel zijn. Het is in het belang der gemeente om den cursus hier te hebben. Ik vind het ook jammer, dat het f 220 kosten moet, maar dat kan nu niet anders. De heer VAN 'tHOFF: Hoe lang duurt die cursus De VOORZITTER: We binden ons niet voor de toekomst. De heer OGGEL: Dat hangt van den Raad af. Als de cursus er eenmaal is, zal uitkomen hoe het met de belangstelling staat. De VOORZITTER: Er moeten 20 leerlingen zijn, anders steunt het Rijk niet. De heer DE RUIJTEREr moet een aantal leerlingen zijn van minstens 20, anders trekt de Minister van Onderwjjs zich terug. We moeten echter de zaak zuiver beizien. Uit de stukken blijkt wel, dat het geen cursus is voor 5dn of twee jaar, dat, wanneer die er eenmaal is, zij er ook blijft, want er blijkt, dat men een leening voor den inventaris wil slulten, die in 10 jaar zal worden afgelost. Trouwens, wij hopen dan ook, dat de cursus blijft. De Raad moet echter weten, welke consequenties aan het aannemen van het voorstel verbonden zijn. Ik acht het in het financieel belang van de burgers onzer ge meente. Men moet zich voorstellen, dat, wan neer de cursus er eenmaal is, dat die floreert en blijft bestaan. Dat moeten we dan ook hopen, want anders zouden we ten slotte iets stichten, dat we eigenlijk niet wenschen. De Raad moet dus aannemen, dat de cursus, als hij er eenmaal is, blijft. Maar dat is voor mij geen bezwaar. De beer HAMELINK: Het is mij inderdaad bekend, dat er een regeling bestaat, dat de desbetreffende organisaties in de verschillende streken in het land een cursus hebben, hetgeen is om de concurrentie tegen te gaan. Ik heb echter juist bezwaar tegen deze regeling Wanneer de heer Oggel zegt, dat ik, door mijn spreken, sectarisme naar voren breng, dan is dit onjuist. Ik voer juist strijd tegen het sectarisme. Ik heb volstrekt geen be zwaar tegen den hier besproken cursus, maar ik heb er altijd bezwaar tegen gehad, wan neer daarop een bepaald cachet gedrukt wordt. In Ter Neuzen heeft de Z. L. M. een cursius, welke kleurloos is. De N. C. B. heeft er een in het Land v.an Hulst, welke een Katholiek cachet heeft en nu heb ik er be zwaar tegen, dat er in Axel, een gemeente met zoo'n gemengde bevolking, een cursus komt met een bepaald cachet. Ik zie d'e zaak anders en vraag: kan het nu niet z66 gevon- den worden, dat er door die vereenigingen gezamenlijk een bureau wordt opgericht, dat die cursussen leidt en dat de cursussen wor den ingericht, zonder dat daaraan een be paald godsdienstig cachet wordt gegeven Ik ach^ de tegenwoordige manier van wer- ken niet economisch. Is het niet geheel daar mede in strjjd, als b.v. de menschen van Axel, die niet gediend zijn van een school met een godsdienstig cachet, verplioht zijn naar Ter Neuzen te fietsen om een neutrale instelling te bezoeken, en dat, omgekeerd, de menschen uit Ter Neuzen am 'n school met 'n christelijk cachet te volgen, naar Axel moeten komen? Die cursussen zouden algemeen moeten zijn Ik begrijp zeer wel, dat als gevolg van mijn betoog deze zaak niet zal worden gereorga- niseerd, maar ik zal er dan toch ook niet aan meewerken er mede Voort te gaan en zal tegen stemmen, om een steentje bij te dra gen tot het vestigen der meening, dat er tegen 'deze wjjze van handelen ernstig bezwaar be staat. En als bet is, zooals de heer Oggel zegt, dat toch iedereen deizen cursus zal kun nen bezoeken, dan dekt het cachet ten slotte de lading toch niet. Men wil wel onderwijs- inijchtingen met een bepaald cachet, maar ziet dan ten slotte toch oog graag leerlingen van andere gazindten komen. Ik acht dit verkeerd. Er konden hier van wege de drie landbouwmaatschappijen gelijkvormige cursus sen worden ingericht, die, naar rato van elks iedental, bekostigd zouden kunnen worden. Ik meen, idat dit niet voor trweeerlei uitieg vatbaar is, en achtte het noodig, hierop de aandacht te vestigen. Het is mij bekend, dat er leidende personen van den land'bouw zijn, die ook dit gevoelen deelen. De heer DE JONGE: Ik kan verklaren, dat ik op dezelfde gronlden als de heer P. van Bendegem, tegen het voorstel ben. De heer SEGHERS: Ik wil dezen cursus niet tegenwerken op grond van de richting, maar acht het gevraagde bedrag nogal hoog. Zal de cursus met dat bedrag staan of val- len? Kunnen we de bij'drage niet halveeren? Als dan een tweede vraag komt, kunnen we het zelfde geven. De VOORZITTER: Dat kan niet. De 100% moet er komen; de Staat geeft 70%, dus de gemeenlte zit aan 30 vast. De heer VAN DE BILT: De heer Hamelink heeft bepleit, dat de 3 landbouwgroepen zou den samenwerken voor het geven van cursus sen, maar dat kan niet, want met de Z. L. M. is voor samenwerking niets te bereiken. Die moet den baas kunnen spelen en de anderen niets te zeggen, anders is het niet goed. En waar de heer Hamelink zegt, dat dit on- derwjjs sectarisch zou zijn, ik noem dat zoo niet. Men moet ieder de ikans geven het onder wijs te volgen, dat hij het liefste wenscht. Nu van Christelijke zijde een verzoek komt, moe ten we dat steunen en daarvoor zorgen. Ale het verzoek van de zjjde der Z. L. M. kwam, zou ik dat evenzeer doen. De heeren HAMELINK en 't GIT .DE trek ken dat in twijfel. De heer VAN DE BILT: Ik zou daaraan evengoed denzelfden steun willen geven, ook al kwam het verzoek van andere richtingen. Ik zou ook zeer graag voor stemmen omdat ik er een voordeeil voor Axel in zie. Mien heeft dat kunnen zien aan de Lagere Landbouw- school. De directeur-leeraar woont hier, toen de vorige directeur gepensionneerd werd bleef die hier ook wonen. Zulke dingen moet de Raad steunen. Als 'dat vroeger beter was ingezien, zouden we nu hier misschien meer onderwijsinrichtingen hebben, waarvan de in- gezetenen voordeel zouden genieten. De heer ESSELBRUGGEWe hebben nu al enkele voorstanders gehoord, die zeggen, dat ze geen bezwaar zouden hebben als het een cursus van de Z. L. M. was. Misschien dat er van die zijde over een paar jaar weer een verzoek komt. Moeten we ons voor dezen cursus terstond voor 10 jaar verbinden De VOORZITTER: De begrooting van kos ten geeft blijk, dat er op minstens 10 jaar ge rekend wordt. De heer 'tGILDE: Is het juist, wat de heer Van 't Hoff zedde, dat de cursus van de Z. L. M. te Ter Neuzen zonder steun werkt? De VOORZITTER: Dat is niet juist. De heer VAN 'tHOFF: Vroeger was dat toch zoo. De VOORZITTER: Dat was 'n andere cursus. De heer VAN 'tHOFF: Er was toch prae- tisch bijna geen verschil tusschen de tegen woordige, die onder de Nijverheidsonderwijs wet vallen, en de vroegere, die zonder subsidie werkten. De VOORZITTER: Het onderwijs is nu meer uitgebreid. De heer DE RUUTER: Ik ben v6or bet voorstel, doch we moeten ons wel overtuigen, dat we de brjdrage niet geven voor slechts 5<§n jaar en dat het nu te nemen besluit ook voor de toekomst besl'ist. In de toekomst blijft de cursus dan bestaan, aangezien hij valt onder het Nijverheidsonderwijs. De VOORZITTER: Ik heb er over gespro ken met vertegenwoordigers der hierbij be- trokken organisatie en kreeg 'daaruit den in- druk, dat de cursus ook het volgend jaar nog gehouden zal worden. Het gaat er thans over, dat de gemeenteraad de noodzakelijkheid van het houden van dezen cursus uitspreekt. De heer HAMELINK: Er zit ongetwijfeld veel waars in de redeneering, dat deze cursius niet voor 1 jaar wordt aangevraagd. Wanneer nu de subsidie zou worden toegestaan, vloeit daaruit iogisch voort, dat we die het volgend jaar niet in het moeras sturen. Als het nu wordt toegestaan, dan staan we daar het volgend jaar moreel niet los van. Maar dahr- over loopt het ook niet. Ik wensch alleen ver- zet aan te teekenen tegen de richting waarin het met dit onlderwijs gaat. Kunnen nu de landibouwmaatschappijen het niet eens wor den over het inrichten van kleurlooze cursus sen? Dan heeft niemanid kans getroffen te worden door een sectarisch cachet. De heer C. VAN BENDEGEM: Ik wil nog even het principe bespreken, dat door den heer Van de Bilt in het debat is gebracht en waarmede ik het voor een gedeelte eens ben, dat iedere richting het onderwijs moet kunnen volgen, dat men zelf wil. Dhar zijn wjji niet tegen, dat is wel gebleken bij de onderwjjs- pacificatie. Ik heb er dus niets tegen, als ze onderwijs van een bepaalde richting zouden geven, indien ze het maar zelf betalen. Wan neer echter, zooals hier, de kosten uit de open- bare kassen moeten worden gedragen, zou ik wenschen, dat het een inrichting werd, die door iedereen zonder bezwaar kan worden bczocht De beer FANOY komt weer ter vergadering. De heer OGEL: U begrijpt, dat de Z. L. M. naast haar cursus te Ter Neuzen, hier geen tiweede zal vestigen. De heer HAMELINK: Dat is ook mijn be- doeling niet, maar dat de organisaties zullen samenwerken. t De heer DE RUIJTER: Er bljjkt voldoende. dat, indien het verzoek kwam van de Z. L. M., de heeren er voor zouden zijn en dat zjj zich op het standpunt stellen, dat naar een school, die overeenkomstig hun denkbeelden is inge richt, alien naar toe zouden moeten gaan. De heer C. van Bendegem zegt, dat hij het er mede eens is, dat elke richting het onderwijs kan volgen, die zij verkiest. Dan moeten zij, die christelijk georganiseerd zijn, eveneenshet recht hebben zoo'n cursus in te richten. Nu verzetten de heeren zich daartegen, doch wil len anderen in hun richting dwingen. De heer VAN DE» BILT: De heer C. van Bendegem zegt, dat hij het er mede eens is, dat iedere richting het onderwijs kan volgen. dat zij verkiest, doch voegt er dan bij, dat ze het dan zelf zouden moeten betalen. Ik wou, dat bet z66 was, dat iedere richting zijn eigen onderwijs betaa'Ide. Dan zouden wij het wel doen. Maar z66 is het niet. We zouden dan niet alleen ons eigen onderwijs moeten beta len, maar ook nog aan dat van anderen moe ten bijdiragen. iDe VOORiZITTER: Ik meen, dat bet onder- werp thans voldoende is belicht, en zal net voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemming brengen. Het wordt verworpen met 7 tegen 6 stem- men. Voor stemmen de heeren Seghers, Van de Bilt, Dieleman, Fanoy, Oggel en De Ruijter; tegen stemmen de heeren C. van Bendegem, P. J. van Bendegem, Esselbrugge, 't Gilde, Hamelink, Van 't Hofff en De Jonge. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 8