ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN No. 9692 MAANDAG 6 DECEMBER 1937 77e Jaargang TWEEDE BLAD Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen fcakthiiaCE?£.'i3CtS£AiHiiA!3£. 325s 223 - i Tgffjc^'V^.r'wqTiriyvj.y'^iirn-iiBrKiZ BaflEiawesi f— :mr«-iwaB&di COURA doen te weten, dat door den Raad dier ge meente in zijne vergadering van 3 Juni 1937/16 September 1937/9 Nov. 1937, is vastgestel'd de voigende verordening: ALGEMEENE POLITIEVERORDENING voor de gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. kern vajn Ter Neuzen Iiet gedeelte der gemeente, dat begrensd wordt door de denk- beeldige ijjnen getrokken tusschen de volgen- die punten: van den westelijiken kanaaldijk bij de groote sluizen, loopende over dezen kanaal dijk langs de kanaal zijde tot een rechte lijn voor de staalfabriek, gaat daarover bet kanaal vandaar met een rechte lijn noordoos t w a a r ts naar bet IZwaantje, verder naar het punt waar de Molendijk en de dijik tusschen de Noord- en Ser Lippens,polder elkaar onitmoeten en zoo over den dijk tusisoben den Serlippens- en Noordpolder tot aan de Schelde, en verder langs de bust voigende 5 M. uit dten wal tot aan den westelijiken kanaaldijk van bet niieuwe kanaal; b. kam van Driewegen: het gedeelte der gemeente, dat begrensd wordt door de denk- beeldige lijnen getrokken tusscben de voigen de punten: 1. de Zuidoostelijke punt van bet perceel kadastraal bekemd sectie E no. 746 (begin van het zoogentaamde Donkerstraatje) 2. bet punt gelegen op 75 M. zuidwaarts van bet perceel kadastraal bekend Sectie E. no. 647 (bij den Hoogendijk); 3. de zuddioostelij'kste punt van bet perceel sectie E. no. 68; 4. de zuidwestelijkste punt van bet perceel Sectie E no. 1171 (bij den Hoogendijk)en 5. de zuidwestelijkste punt van bet perceel Sectie E no. 216 (bij den Provincialen weg); c. kom van Sluiskil: bet gedeelte der ge meente, dat begrensd wordt door een lijn van af het kanaal van Ter Neuzen naar Gent bij de grens tusschen de gemeenten Ter Neuzen en Westdorpe in noordwestelijke ricbting tot aan de noordzijd© van den dijk van den Louisa- polder bij de grens der gemeente Westdorpe, van af dat punt in noordwestelijke ri oh ting over een lengte van 250 M. langs deze grens en verder in noordelijke ricbting tot aan bet snijpunt der assen van de Pierssenspolder- atraat III en den Weg langs den Coegors- en Klednen Zevenaarpolder, van af dit punt in Noordwestelijke ricbting tot de Korte Bli'k- straat, verder in noordoostelijke ricbting langs de zuidzijde van de Korte Blikstraat tot het kanaal van Ter Neuzen naar Gent en van daar langs de westzijde van bet kanaal tot aan het gemoemde punt bij bet begin der kom; d. bebouwde kom der stad: het gedeelte der gemeente, dat loopt vanaf den teen der steenglooiing ter hoogte van de aanlegplaats der Provinciale boot, en loopt langs dezen teen in westelijke ricbting tot en daarna in zuidelijke ricbting langs de laagwaterlijn van de zuidoostzijde der midden-buitenhaven tot het buitensluis-boofd; verder langs de water- lijn aan de oostzijde van de westkolk en den middenkanaalarm, snijdende de vluchthaven en den oostelijken kanaalarm, tot bet verleng- de van de noordelijke grenslijn van perceel sectie M no. 66; vervolgens langs dit ver- lengde en deze lijn tot het noordoostelijk hoek- punt van genoemd perceel; vandaar langs de oostelijke grenslijn van de perceelen sectie M no's 66. 207, 210, 214, 215, 216, 322, 323 en 460 tot het zuidwestelijke hoekpunt van per ceel sectie M no. 223; van dit hoekpunt in rechte ricbting naar het noordoostelijk hoek punt van perceel sectie E no. 26 en verder oostwaarts langs de grens van sectie M tot bet zuidoostelijke hoekpunt van perceel sectie M no. <591; van dit hoekpunt in rechte richting naar het zuidwestelijke hoekpunt van perceel sectie E no. 1091 en verder langs de zuidelijke grenslijn van de perceelen sectie E no's 1091, 1162 en 1132 tot bet zuidoostelijke hoekpunt van perceel sectie E no. 1132; van dit hoek punt in rechte richting naar het zuidwestelijke hoekpunt van perceel sectie D no. 499 en langs de westelijke grens van dit perceel tot de zuidwestelijke grenslijn van de Rijkswater- leiding, perceel sectie D no. 468; vervolgens langs deze grenslijn tot den Oostbeer en ver der loodrecht op de as van de oostelijke bui- tenhaven in rechte richting naar de laag waterlijn aan de westzijde van deze buiten- baven; verder langs deze lijn en langs den teen der glooiing langs de zoogenaamde s'lik- tong terug naar het beginpunt; e. bebouwde kom van Driewegen; het ge deelte der gemeente dat loopt van het noord oostelijke hoekpunt van het perceel no. 474; van dit punt naar het oostelijke hoekpunt van perceel no. <980, vervolgens naar het meest noordelijke hoekpunt van perceel no. 783; ver volgens naar het noordelijke en daarna naar het westelijke hoekpunt van perceel no. 1088, van daar langs de noordoostelijke grenslijn van perceel no. 610 tot het westelijke hoekpunt van perceel no. 611; van hier naar het noord westelijke hoekpunt van perceel no. 278 en tenslotte naar het beginpunt. Alle perceelen zjjn van sectie E; f. bebouwde kom van Sluiskil: het gedeelte der gemeente dat loopt van het punt in de beschoeilng langs de westzijde van het kanaal GentTer Neuzen in het verlengde van de noordelijke grenslijn van het perceel sectie G no. 1770 in zuidelijke richting langs de be- schoeiing van genoemd kanaal tot de "grens tusschen de gemeenten Ter Neuzen en West dorpe; vervolgens langs deze grens west- waarts over 50 M. af stand; van dit punt naar het zuidelijke hoekpunt van perceel sectie G no. 1695; vervolgens langs de gemeentegrens over 260 M., waama naar het snijpunt van de zuidwestelijke kruinlijn van den weg-langs-de polders-Koegors-en-Kleine-Zevenaar, no. 25 van den ligger der wegen en voetpaden, met de zuidoostelijke kruinlijn van de Pierssenspol- derstraat-HI, no. 23 van den'ligger; vervol gens noordwestwaarts langs genoemde zuid westelijke kruinlijn tot het snijpunt met het verlengde der zuidoostelijke kruinlijn van de Korte-Blikstraat, no. 29 van den ligger; daarna langs dit verlengde tot en langs de noordwestelijke grenslijn van de perceelen sectie G no's 1143, 1148 en 1166, tot de grens van perceel sectie G no. 1164, van waar in rechte lijn naar het beginpunt. g. openbare weg: alle straten, stegen, wegen, paden, igamgen, sloppen, ikadlen, lanem, pleinen, trottoirs, stoepen, portieken, kelder- ingangen, mailkten, en verdere plaatsem hoe ook genaajmd, die voor het publiek toeganke- lijk of tot den gemeenen dienst van alien be- stemd zijn; h. openbare wateren: alle havens, grach- ten, vaarten, waterleidingen, slooten en der- gelijke, die voor het publiek toegaimkelijk of tot gemeenen diemst van alien bestemd zijn; i. vee: de leenhoevige dieren, de herkau- wende dieren en de varkens; j. rij- of voertuig: alle voorwerpen, waar- mede gereden wordt of die bestemd zijn om er tmedie te rijden met inbegrip van sleden, maar met uitzondering van kiniderwagens, ndet aangespannen wagens, wajarmede zieiken of gebrekkigen vervoerd worden en kinderspeel- gaed; k. vergumndmg: de schriftelijke vergun- ning; 1. perceel: elk huis, erf, gebouw of getim- merte onider welke benaming ook. Artikel 2. Hij, die handelt in strijd met of niet nakomt de voorwaarden, verbomden aan een vergun- ning, hem overeenkomstig deze verordening verleemd, wordt geacht te hebben gehandeld zonder vergunndng. Hij, die krachtens een vergunning, hem overeenkomstig detze verordening verleend, iets doet, heeft of nalaat, is verplicht die ver gunndng aan de personen, belast met de op- sporing van overtreidinigen der bepalingen, tot afwijking waarvan hem vergunning verleend is, op bun eerste vordering ter inzage af te geven. Artikel 3. Elk gebouw moet voorzien zijn van een huisnummer, duidelijk in olieverf gesohilderd ter grootte van ten ministe 5 centimeter aan- gebracht op een door Burgemeester en Wet houders aan te wijzen plaats, zoo mogelrjk rechts naast den hoofdingang van het gebouw, circa 1,75 M. boven dien baganen grond. Deze nummering gesohdedt voor de eerste maal en bij een® geheele of gedeeltelijke nieuwe nummering door en ten koste van bet gemeentebestuur. De eigenaar, vrucbtgebruiker, beheerder, of bewoner is verplicht te zorgen, dat dit num- mer duidelijk leesbaar blijft en moet gedoogfen, dat bij hemummerinig bet nieuwe nummer wordt aangebracht. De regeling der nummering in de straten zal geschieden op de wijze als door Burge meester en Wethouders zal worden voorge- schreven. Artikel 4. Iedere bewoner, eigenaar, vrucbtgebruiker of beheerder van een gebouw of gebouwen is verplicht te gedoogen, dat de naamborden der straten, de lantaiams voor de openbare straat- j verlidhting of dte waarschuwingsborden voor i de openbare veiligheid of in het algemeen alle voor den openbaren dienst aan te brengen voorwerpen, van gemeentewege aan het ge bouw of de gebouwen worden aangebracht en onderhouden. Het is verboden de aangebracht© voorwer pen te beschadigen, onherkenbaar te maken, of zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders voor korten of langen tijd te ver- wijderen of te doen verwijderen. Artikel 5. De eigenaars of onderhoudsplichtigen van de in artikel 1 sub g en h bedoelde openbare wegen en wateren zHn verplicht toe te laten, dat op, in, onder of over dezelve, zoodanige werken of inrichtingen, ten behoeve van het openbaar verkeer, verlichting of de openbare gezondheid worden aangebracht, als de Raad of Burgemeester en Wethouders zullen noodig oordeelen. Artikel 6. Hoofdbewoners van bewoonde, eigenaars, vruchtgebruikers of beheerders van onbe- woonde perceelen of perceels-gedeelten, zijn verplicht: a. wanneer door Burgemeester en Wethou ders bij openbare kennisgeving, wordt bevolen, het plaveisel der openbare wegen te schrobben of te schuren, of de zich daarop bevindende modder, vuil, gras of onkruid weg te ruimen, binnen den daarvoor gestelden tijd aan die be- velen te voldoen; b. hun zinkputten, waarvan de buizen aan- gesloten zijn op het gemeenteriool, minstens 6enmaal per week van grond en vuil te zuive- ren of te doen zuiveren. Artikel 7. De in artikel 6 sub a oanschreven verplich- tingen moeten worden nagekomen voor per ceelen aan den openbaren weg gelegen, ter halve breedte van af den huisgevel wanneer aan beide zijden der straat woningen staan, en ter breedte van 4 meter van af den huis gevel, voor perceelen, gelegen aan pleinen, markten, kaden of wegen, die slechts aan een zijde bebouwd zijn. Artikel 8. Het is verboden zonder schriftelijke ver gunning van Burgemeester en Wethouders: 1. de bestrating of andere kunstbedekking der openbare wegen in de bebouwde kom der stad op te breken of te beschadigen; 2. in de bebouwde kom der stad op den openbaren weg boomen te planten of palen te slaan, daarin putten te graven of daaruit steenen, graszoden of andere voorwerpen te ha'len; 8. den openbaren weg of dijkglooiing tot berg- of werkplaats te bezigen of aldaar an- ders dan tusschen 6 en U uur des voormid- dags rij- of voertuigen schoon te maken. 4. aan den openbaren weg, hefczij aan de gevels zelve of wel aan uitsteekijzers, getim- merten of toestellen, welke aan de gevels vastgemaakt zijn, voorwerpen vlaggestok- ken en vlaggen, wimpels, naamborden, spion- nen hieronder niet begrepen te hangen, te bevestigen of te hebben. 5. openbare stoepen tot berg- of werk plaats te gebruiken en goederen uit te stallen op plaatsen, die voor het verkeer hinderlijk zijn; 6. op of aan den openbaren weg op welke wijze dan ook voorwerpen, hoe ook genaamd, te plaatsen, te stellen, aan te brengen of werk- zaamheden te verrichten, die voor electrische licht- en krachtgeleidingen of voor de tele- graaf-, telefoon- of radio-distributieljjnen hin derlijk zijn. Artikel 9. Het is verboden zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders eenig voorwerp op, in, onider, langs of over den openbaren weg of dijkglooiing te plaatsen, te bamgen, te leg- gen, te hebben, te laten staan of te spannen. De vergunning wordt geacht verkregen te zijn voor goederen op den wekelijkschen marktdag ten verkoop uitgestald, voor rij- of voertuigen tijdelijk in de kom der gemeente verblijvende, alsmede voor die goederen, die bestemd zijn om geladen of gelost te worden, zoolang niet door Burgemeester en Wethou ders het tegendeel is bepaald. Artikel 10. Het is verboden in de bebouwde kommen, voorwerpen of stoffen, hoe ook genaamd, op den openbaren weg, in de goten, in de ge- meenteihaven, openbare wateren, op de ber- men van wegen of op gemeentegronden te werpen of uit te storten. Dit verbod' geldt ndet ten opzichte van de sneeuw, hagel en (js, indien daken, goten of stoepen daarvan gereinigd worden en van water indien stoepen of straten daarmede sc'hoongemaakt worden. Het is verboden bij vriezend weer aan den openbaren weg glazen en gevels te wasscben, de straten, trottoirs, stoepen of klinkerpaden te schrobben, te schuren, te dweilen of op eenigerlei wijze water op den openbaren weg te laten vloeden of te werpen. Artikel 11. Het is in de bebouwde kommen verboden, water uit perceelen anders af te voeren dan door goten of pijpen, welke volgens de daar voor door Burgemeester en Wethouders ge- geven voorscbriften in de straatgoot, in het gemeenteriool of in de gemeentehaven uit- monden. Artikel 12. Het is verboden op den openbaren weg in de bebouwde kom der stad: 1. vuilmdsbaikken te gebruiken met een iH- houd grooter dan 0,1 Ms.; 2. vuilnisibakken te plaatsen of geplaatsit te hebben, op andere uren, dan wanneer deze geledigd kunnen worden, of deze ledig op den openbaren weg te laten staan; 3. tapijten, kleedten, kleedjes, dekens of andere goederen uit te kloppen, anders dan tusschen zes en elf uur des voormiddags; 4. voorwerpen over leuningen van bruggen tegen boomen, lantaam-, telegraaf-, telefoon- en verlichtingspalen uit te kloppen of daaraan te hangen; 5. veegbezems, stofzuigers, meel-, mest- en kalkzakken uit te kloppen. Artikel 13. Het is verboden aan of op den openbaren weg: 1. op trappen, stoepen, leuningen, hekken of in portieken te spelen, te zitten, te staan, er over of er op te kliimmen; tegen ramen, deuren, raam- of deurkozijnen te leuneo, of daarop te zdtten of zoodanig voor een be- woond perceel post te vatten of te staan, dat daardoor het vrije in- of uitzioht wordt be- lemmerd; 2. buiten noodzaak aan de huizen aan te bellen, op de ramen, deuren, luiken en ven- sters te kloppen of te slaan; 3. te teekenen, te schrijven, te plakken, te bekaliken of te kiadden op de muren, wanden, deuren, vensters, glazen, palen, boomen, stra ten, trottoirs of schuttingen van welfcen aard ook, tenzij daartoe door den rechthebbende vergunning is verleend, benevens het vervoe- ren van materiaien voor bovenfoedoelde doel- ednden benoodigd, tusschen des namiddags 10 uur en des voormiddags 6 uur, tenzij kan worden aangetoond, dat dit vervoeren voor andere doeleindfen moet geschieden; 4. anderen hinder of overlast aan te doen; 5. wasoh- en (of) lijfgoederen of zakken te hleeken of te drogen. Artikel 14. Het is verboden op den openbaren weg: 1. catapulten, erwtenblazers of dergelijke werp- en schiettoestellen bij zich te hebben daarmede te schieten of te werpen; 2. te klimmen op of te hangen aan rij- of voertuigen; 3. glijbanen te maken of niet aangespan nen sleden langs een hellend vlak te laten glrjden; 4. te vechten, schreeuwen, tieren, gillcn, fluiten of rumoer te maken; 5. met schadelijke of gevaarlijke voorwer pen te venten; 6. zich te vertoonen, gekleed in de kleede- ren van de kunne waartoe men niet behoort, of het aangezicht met een masker te be- dekken; 7. lantaams der straatverlichting te ver- nielen, te beschadigen of te bevuilen; 8. te voetballen of eenig voorwerp voort te schoppen. Artikel 15. Het is verboden in de openbare plantsoenen buiten de voetpaden te loopen. Artikel 16. Het is verboden aan den openbaren weg prikkeldraad te gebruiken tot afscheiding van gronden en erven. Burgemeester en Wethou ders kunnen hiervan ontheffing verleenen. Artikel 17. (Het is verboden in de bebouwde kom der stad zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders rails te leggen, of te hebben. Artikel 18. Het is verboden, tenzij met vergunning van Burgemeester en Wethouders, voorwerpen, van welken aard ook, andere dan gedrukte stukken, hetzij langs de huizen, hefczij op den openbaren weg, te koop aan te bieden. Deze bepaling is niet van toepassing op leurders van groenten, vruchten, bloemen, boter, kaas, eieren, melk, wild, gevogelte, viseh, schelpdieren en kleine eetwaren. Artikel 19. Het is verboden binnen de bebouwde kom der stad vliegers op te laten of op te houden. Artikel 20. Het is verboden zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders op den open baren weg: 1. een serenade te brengen of een optocht te houden; 2. muziek te maken, liedjes te zingen of vertooningen te geven; 3. te venten tusschen tien uur 's avonds en zonsopgang. 4. met reclameborden, vaandels, banieren, vlaggen, platen of opschriften te staan, rond te gaan, of daarmee rond te rijden. Artikel 21. Het is verboden in het openbaar in de be bouwde kommen: 1. op andere plaatsen te baden of te zwem- men dan door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen; 2. bij baden of zwemmen niet gekleed te zijn met zwemibroek of badcostuum; 3. zonnebaden te nemen. Artikel 22. „Het is de(n) ibeoefenaar(ster) der cano- sport verboden, deze sport te beoefenen, in dien hij (zij) niet in het bezit is van een te zijnen (haren) name gestelde, door een des- kundige onderteekende verklaring, dat hij (zij) de zwemkunst goed machtig is. Deze verklaring dient te zijn voorzien van het stempel der gemeentepolitie van Ter Neuzen", Artikel 23. Het is verboden op den openbaren weg of van den openbaren weg af zichtbaar met kaarten, met geld of om geld te spelen. Artikel 24. Het is verboden in het openbaar misbruik te maken van Godis Heiliigem Naam, en het bezigen van vloeken en onzedelijke taal. Artikel 25. Het is verboden in het openbaar ter ver- spreiding, aanbeveling, aankondigmg of be- kendmaking van geschreven, gedrukte of ge- typte stukken te roepen en op deze stukken of den inihoud daarvan de aandacht te vestigen door zang, muziek, reclameborden, geraas- makende- of voor bet publiek aanstootelijke voorwerpen of middelen. Artikel 26. Het is verboden in het openbaar, behalve voor de daartoe vanwege de gemeente aan- gestelde personen, iets bij[ omroeping bekend te maken. Artikel 27. Het is verboden in- 'het openbaar eenig stuk aan te plakken dat aankondigingen of mededeelingen behelst, die de openbare orde of het openbaar gezag ondermijnen. De beoordeeling daarvan berust bij den Bur gemeester. Artikel 28. Het is verboden aan den openbaren weg tenfcen, kramen, caroussels, draaimolens of andere inrichtingen van dien aard te bouwen, of indien zij gebouwid1 zijn te laten staan buiten den voor de kermis vastgestelden tijd zonder vergunning van Burgemeester en Wet houders. Artikel 29. Het is verboden: 1. ter markt met voorwerpen of stoffen, hoe ook genaamd een plaats in te nemen, welke niet door den marktmeester is aange- wezen, met inachtneming der hem door Bur gemeester en Wethouders gegeven instructie. 2. goederen of voorwerpen, welke voor uit- stalling of vertooningen gebruikt worden buiten den tijd van <de markt of den duur der kermis te laten staan. Onder markt in deze verordening wordt ver staan bet terrein of de terreinen daarvoor door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen. Artikel 30. Een ieder is verplicht de door hem op den openbaren weg gebruikte staanplaats zinde- lijk te houden, bij zijn vertrek het daarop aan- wezige vuilnis te verwijderen en de straat te herstellen, voor zoover dit niet aan andere van gemeentewege daartoe aangewezen per sonen is opgetdragen. Artikel 31. Het is verboden: a. openbare ijsbanen, bestemd voor schaat- senrijders te beschadigen, te verontreinigen of daarop het verkeer op eenigerlei wijze te belemmeren of in igevaar te brengen; b. het afgezette terrein voor hardrijderij op schaatsen of andter ijsfeest te betreden of te berijden, wanneer men daartoe niet door of vanwege de rechthebbende is gemachtigd; c. aan schaatsenrijders, die elkaar op open- bare ijsbanen tegenkomen anders dan rechts uit te wijken of elkander ach'teroprijdende anders dan links te passeeren. Artikel 32. Het is verboden op- of zichtbaar van den openbaren weg vuurwerk af te steken, zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethoulders. Artikel 33. Het is verboden aan den openibaren weg: 1. ingangen van kelders te hebben, zonder dat zij gedekt zijn, met een naar weerszijden en wel rechthoekig op het richtingsvlak van het perceel openslaande houten of ijzeren luiken of roosters, van voldoenidie sterk- fce, welke gelijk liggen met het bovenvlak van den weg en behoorlijk met een slot gesloten kunnen worden. 2. voorwerpen in schuine richting boven dien openbaren weg op te hijschen of neer te laten. Artikel 34. De dekisels op de kolken der riolen en plan- ken boven straatgoten, welke niet aan de gemeente behooren, en aan of op den open baren weg zijn geplaafcst, moeten door de eigenarem in goeden staat onderhouden woilden. Artikel 3'5. Het is verboden straatafsluitingen of schut tingen, welke op last van Burgemeester en Wethouders gaplaatst zijn, anders dan met hurme toestemming weg te nemen, te ver- plaatsen of omver te halen. Artikel 36. Het is verboden: 1. bet publiek bij het verlaten van de sta tions of aanlegplaatsen der booten in de vrije keus van een voertuig te belemmeren, of door aanroeping, aanhouding of andere middelen te bemoeilijken. 2. het vrije verkeer van en naar de stations of aanlegplaatsen der booten te belemmeren. Artikel 37. In kerken, scholen en gebouwen, die ge bruikt worden voor het houden van brjeen- komsten, mogen de deureir, van het oogen- blik, waarop het gebouw voor bezoekers wordt opengesteld tot dat zij hetzelve hebben ver laten op geen andere wijze gesloten worden dan door een kling of bovengrendel met trek- stang, welke steeds onder het bereik van het publiek moeten zijn en hij den minsten aan- drang losgaan. Artikel 38. De beheerders van gebouwen die gebruikt worden voor openbare concerten, gymnastiek- uitvoeringen, tooneelvoorstellingen of bios- coopvertooningen zijn verplicht te zorgen, dat: 1. de localiteiten, waarin het publiek bij de uitvoering aanwezig is, voorzien zijn in min stens twee van de vier wanden van een vol- doende aantal deuren waardoor de aanwezigen zich kunnen verwijderen; 2. gedurende den tijd dat een uitvoering of voorstelling wordt gegeven, over de geheele lengte van het lokaal minstens een vrije door- gang blijve ter breedte van een meter; 3. gedurende den tijd dat een uitvoering op een bovenzaal wordt gegeven, bij den trapingang een lantaam met voldoende ver lichting aanwezig zij; 4. de deuren alien van binnen naar buiten draaien. De deuren, die als nooduitgang dienen moeten duidelijk worden aange- geven door borden met het woord .nooduit gang" of ,,nooddeur", die tevens verlicht moe ten zijn. De nooduitgangen moeten in directe verbinding staan met een vrije ruimte; 5. in de localiteiten aanwezig zijn brand- kranen met slangen aangesloten op de water- leiding overeenkomstig de voorschriften door Burgemeester en Wethouders te stellen. Burgemeester en Wethouders kunnen van de bepalingen in suib 1 en 2 dispensatie ver leenen voor gebouwen welke reeds in gebruik zijn genomen. Artikel 39. De gebouwen bedoeld in artikel 38 mogen niet in gebruik worden genomen, dan met toe- stemming van Burgemeester en Wethouders. Artikel 40. Burgemeester en Wethouders kunnen in het belang der openbare orde en in geval van ernstige ziekte, de passage zoowel voor voet- gangers als voor rij- of voertuigen verbieden, op de openbare wegen door hen aan te wijzen. Artikel 41. Hij, aan wien bij volksverzamelingen, op den openibaren weg, door de politie gelast wordt, zich uit de volksverzameling te verwijderen, is verplicht aan deze last onmiddellijk te vol doen en wel langs den weg of in de richting door de politie aan te wijzen. Artikel 42. Het is verboden gedurende de muziekuitvoe- ringen op de markt: 1. stoomiswekkend geraas te maken, of zich op hinderlijke wijze te bewegen; 2. als bestuurder van een rij- of voertuig daarmede anders dan stapvoets te rijden. Artikel 43. Het is verboden tijdens godsdienstoefeningen in gebouwen, in de omgeving daarvan hande- lingen te plegen, welke de godsdienstoefening kunnen storen. Artikel 44. Het is verboden in de gemeentehaven: 1. eenig schip, zonder toestemming van den schipper, los te maken, te verleggen of te ver- halen 2. de schepen anders vast te maken dan aan de daartoe bestemde ringen of meerpalen, of aan de schepen, die langs zijde liggen en behoorlijk zijn vast gemaakt; 3. de doorvaart te stoppen; 4. asch, sintels of andere voorwerpen te werpen 5. wrakken, houtvlotten, masten, balken, planken, boomen, blokken of andere voorwer pen te leggen zonder toestemming van Burge meester en Wethouders. Een gezonken vaartuig moet door of van wege den schipper of eigenaar dadelijk worden opgehaald en uit den weg geruimd. Artikel 45. Eigenaars, houders of hoeders van honden waarover klachten wegens bijten bij Burge meester en Wethouders inkomen moeten zor gen, dat deze honden, zoodra zulks door Bur gemeester en Wethouders aan hen schriftelijk is medegedeeld op den openbaren weg van een muilkorf voorzien zijn. Wordt aan bovenstaande aanzegiging van Burgemeester en Wethouders niet voldaan dan zullen bedoelde eigenaars, houders of hoeders worden gelast, die honden van den openbaren weg te verwijderen en verwijiderd te houden. Artikel 46. Honden, die in strijd met het verbod in art. 44 vermeld losloopen, kunnen onverminderd de straf op niet nakomen dezer bepaling voor een overtreding giesteld, door die politie worden af gemaakt. Artikel 47. Ieder is verplicht te zorgen en door de noodige voorzorgsmaatregelen te waken, dat de hun toebehoorendd of onder bun hoede staande honden, katteii en d'uiven den buren geen overlast aandoen of den ingezetenen hin derlijk zijn.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 5