ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
ZVJRMEHBERfi
1
Twee uit een nest
No. 9692
MAANDAG 6 DECEMBER 1937
77e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Buitenland
EERSTE BLAD
VERDWIJNT HET KLEINE
SPOORBOEKJE
BELGIE verhoogt het botertarief.
ABONNKMENTSFRUSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
r: per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
'./our Del-tie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
tx»n«ementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
TJitgeefster: Finna P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150
TELEFOON No. 25.
ADVERTENTI6NVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLE1NE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clich6's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 65n dag voor de ultgave.
BIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DE TOESTAND VAN PRINS BERNHARD.
De particullere secretaris van Prins Bern-
hard, jhr. mr. C. Dedel, verstrekte Zaterdag-
middag het volgende communique
Wederom had Prins Bernhard heden een
goeden dag. Desondanks hebben de Koningin
en de Prinses besloten, voorloopig nog in het
ziekenhuis te blijven, omdat het heen- en weer
reizen voor de Prinses, wier gezondheidstoe-
stand overigens zeer goed is, te vertmoeiend
zou zijn.
Zaterdagmiddag had de operatieve behande-
ling van de gebroken knieschijf van den hof-
jager Spek plaats. De operatie verllep naar
wensch. De patient maakt het goed.
Zaterdagmiddag om half twee zijn de Konin
gin en Prinses Juliana van het Burgerzieken-
huis te Amsterdam uitgereden voor het maken
van een autorit.
Naar verluidt zou het in de bedoeling van
de Ned. Spoorwegen liggen het z.g. kleine
spoorboekje niet meer uit te geven en zich te
bepalen tot uitgifte van een algemeenen reis-
gids, bestaande uit vier deelen, n.l. het lste
deel omvattende de toelichtende bepalingen,
aanwijzingen, stationsnamen, tarieven enz.,
dan een deel met de gewone daenstregeling,
vervolgens de tram- en autobusaansluitingen
en ten slotte de buitenlandsche aansluitingen.
Overwogen wordt het boekje zoo te con-
strueeren, dat de verschillende deelen uitneem-
baar zijn, zoodat de houder een of meer deelen
naar behoefte bij zich kan steken, daar het
geheel daarvoor te groot zou worden.
VOORONTWERP VAN WET INZAKE
ARBEID GEHUWDE VROUWBN.
De Minister van Sociale Zaken heeft bij den
Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt
een voorontwerp van een wet houdende beper-
kende bepalingen inzake arbeid van gehuwde
vrouwen.
HERVATTING DER DUISOH-NEDEEL.
BESPREKIN GEN.
De Nederlandsche regeering heeft van de
Duitsche regeering de uitnoodiging ontvangen
am de op 10 November te 's-Gravenhage afge-
broken onderhandelingen over de regeling van
het Duitsch-Nederlandsche handels- en beta-
lingsiverkeer voor het jaar 1938 op 7 Decem
ber te Berlijn te hervatten.
DE REGELING VAN DEN SPEKEXPORT.
In verschillende bladen zijn berichten ver-
schenen, die den indruk vestigen, dat van
regeeringswege pogingen worden aangewend
am den spekexport, met uitschakeling van
den handel, door den landbouw te doen over-
nemen.
Naar het A.N.P. van bevoegde zjjde ver-
neemt, is deze indruk onjuist. De juiste toe-
dractot is als volgt:
Op het oogenblik is de spekexport in han-
den van de veehouderij-centrale. De Minister
van oeconmische zaken streeft er naar, de
bemoeienissen der centrales, voorzoover deze
niet kur.nen worden gemist, zooveel mogelijk
naar de organisaties der belanghebbenden over
te brengen. Belanghebbenden bij den spek
export zijn de landbouw en de handel. Vandaar
dat van regeeringswege met de landbouw-
organisaties contact is gezocht, met de bedoe
ling, daama het overleg met den handel te
openen. Ontworpan plannen zullen dan ook
alleen in vervulling gaan, indien ook de han
del daarmede instemt. Voor ongerustheid bij
den handel is dus niet de minste rede.
DE NATIONALS VLAG.
Aan het voorloopig versing der Tweede
Kamer aver het wetsontwerp betreffende be
palingen omtrent de vlag van het koninkrijk
der Nederlanden, wordt ontleend:
door
ANNY VAN PANHUYS.
3d) Vertvolg.
Mania's hand met den brief zonk in haar
schoot en een wonderbaarlijk licht scheen in
haar oogen.
iBang staarde zij voor zich uit om daama
den brief aan haar Tippen te drukken.
„Zusje", fluisterde zij daarbij innig. „Zusje."
Jubel en weemoed overweldigden haar. Er
Was dus een meisje, dat op haar leek, dat haar
tweelingzuster was en dat zij niet kende. Dat
was toch wel bijzonder. Ze leefden ook nog
in delzelfde stad.
Ben teer verlangen om die zuster te zien,
steeg in haar op. Of Barbara werkelijk zoo
sterk op haar leek?
Maria steunde haar ellebogen op een naast
haar stoel staand tafeltje en hieid de handen
voor de oogen. En telkens dacht zij hetzelfde:
.duster, zuster, lieve zuster!"
Hoe heerlijk moest het zijn, een zuster te
hebben! Een zuster was meer waard dan een
dazrjn vriendinnen; ze stond iemand zoo nabrj.
Toen kwam haar in de ged&chten hoe zij
©ens, vele jaren geleden, te weten was geko-
men, dat zij heelemaal niet het kind was van
Robert en Therese Nonmann.
(Het was op een Zondag geweest moeder
had een brutaal meisje haar dienst opgezegd
en toen zij was uitgegaan, kwam het meisje
bij haar in de kamer om zich over de onrecht-
vaardige behandeling te beklagen.
(Met een „Mijn moeder is rechtvaardig" had
Een aantal leden betoogde, dat het wets
ontwerp overbodig was. De officieele vlag is
thans bij Kon. besluit vastgesteld. De strek-
king van dit wetsontlwerp, dat beoogt afwrj-
kingen en toevoegingen door het stellen van
een strafbepaling te weren, achtten zij van
weinig beteekenis.
A1 bewonderden deze leden het bestaande
dualisme niet, zij achtten het juister de ont-
wikkeling op dit gebied af te wachten, wat
hier groeiende is niet bij de wet tegen te gaan,
maar de zoozeer geprezen vrijheid is in dezen
te eerbiedigen.
Enkele leden verzetten zich tegen het voor-
stel, omdat huns insziens slechts de kroon en
het volk over de vlag mogen beslissen. Zij
waren voorts van oordeel, dat dit voorstel
velen zal krenken, die zich tot den Nederland-
schen stain rekenen, maar buiten Nederland
wonen.
Verschillende leden stelden de vraag, waar-
om over dit ontwerp, dat mede in belangrijke
mate de overzeesche gebiedsdeelen betreft,
niet de vertegenwoordigende lichamen van
deze gebiedsdeelen zijn gehoord.
Voorts vroegen deze leden, of het der regee
ring bekend was, welke motieven het vorige
kabinet hebben bewogen het ontwerp vlak
voor de verkiezingen, welke het aanleiding
zouden geven de portefeuilles ter beschikking
van de Koningin te stellen, bij de Tweede
Kamer aanhangig te maken.
Verscheidene leden betreurden, dat de me-
morie van toelichting op het belangrijkste
pimt, waarop het aankomt, veel te sober is
gehouden. Van de ruim 4 bladzijden is slechts
ongeveer een halve bladzijde gewijd aan de
kemvraag: Zullen oranje, wit, blauw dan wel
rood, wit, blauw de kleuren van de Nederland
sche vlag zijn.
Verscheidene leden, hoewel zij toejuichten,
dat de kleuren van de Nederlandsche vlag nu
eindelijk wettelijk worden geregeld, betreur
den het echter, dat de regeering haar keus
heeft gevestigd op het rood, wit en blauw.
Zjj zouden het meer met onze geschiedenis in
overeenstemming hebben geacht, indien de
keuze ware gevallen op oranje, wit en blauw.
Als voornaamste redenen om het oranje te
verkiezen in plaats van het rood, wezen deze
leden er op, dat de driekleur oranje-wit-blauw
haar ontstaan dankt aan het verlangen en de
voorkeur van ons volk zelf.
Als bijkomstige redenen wezen zij op de
volgende voordeelen van de oranje-blanje-bleu
vlag.
De kleurverbinding, mits met diep rood-
oranje en diep azuur-blauw is veel mooier dan
met de roode kleur. Vervolgens, de oranje
kleur onderscheidt onze vlag gemakkelijker
van de vlaggen van andere natien, zooals b.v.
de Fransche, die aanhoudend met de onze
verward wordt. Ten slotte verdwijnt dan het
zonderlinge verschijnsel, bij andere volken on-
bekend, dat wij bij onze vlag nog een afzon-
derlijke oranje-wimpel blijken noodig te heb
ben.
Op grond van historische feiten, toonden
deze leden aan, dat het oranje allerminst kort
na 1630 uit de vlag is verdwenen, en dat bij
het Nederlandsche volk nooit de kennis van
en de waardeering voor het echte oranje-
blanje-bleu verloren is geweest.
Vooral de historische ontwikkeling dringt
naar het oordeel van deze leden, om weer bij
de officieele vaststelliing van de vlag van het
Nederlandsche volk, welke vaststelling nu voor
het eerst vrij van partijtwisten en in voile vrij
heid geschieden kan, het oranje-wit-blauw te
herstellen. De oranje-blanje-bleu vlag toch is
de vlag, waaronder de worstelstrijd tegen
Spanje is gevoerd, waa van het volk zijn ge-
heele geschiedenis aflezen kan, waarmede het
zijn vorstenhuis in onverbrekelijik stamvader-
lijk verband met zijn eigen bestaan plaatst,
waarmede het zijn unieke plaats onder de vol
ken klaar ten toon stelt, zijn grondleggerschap
van de Zuid-Afrikaansche statenstichting en
in Amerika o.a. van de stad New Xork in ge-
dachtenis doet blijven.
In tegenstelling hiermede verklaarden vele
leden zich met het regeeringsvoorstel te kun-
nen vereenigen. Zij betreurden, dat in deze
materie onwerkelijke tegenstellingen in het
land waren opgeroepen, waarvoor geen schijn
van aanleiding bestaat Zij meenden overi
gens, dat het er niet zoo buitengewoon veel
toe doet, welke van de beide in onze historie
wortelende vlaggen de officieele is. Het meest
natuurlijke is dan, zich aan te sluiten bij wat
gedurende de laatste eeuwen gegolden heeft.
Deze leden zagen geen reden om, nu de re
geering voorstelt de vlag, die gedurende de
125 jaren van het koninkrijk feitelijk heeft
gegolden, ook tot de officieele vlag te maken,
daartegen historische excepties op te werpen.
Aan een vlaggenstrijd hebben wij in dit tijds-
gewricht minder dan ooit behoefte.
De Belgische regeering heeft in de daling
van den boterprijs op de wereldmarkt aanlei
ding gevonden, om het invoerrecht op dit pro
duct, dat eerst van 6% op 5% en vervolgens
op 4 francs was verlaagd, wederom te bren
gen op 5% francs.
BELGISCH PAARDENVOLK OP DE
MOTOR IT ETS.
De Belgische cavalerie zal spoedig geen
aanspraak meer op dien naam kunnen ma
ken, want de paarden spelen er geen rol meer
bij en het is de knetterende motor, die het
hinnikken.de paard verva-gt.
Geleidtlijk zullen de laatste huzaren te
paard verdwijnen en op 15 Maart a.s. zullen
ook de laatste beresden regimenten zijn gemo-
boriseerd. De artiHerie zal echter nog haar
batterijen door paarden laten trekken, zoodat
er in het Belgische leger toch nog iets van
den ouden tijd overblijft.
De motoriseering zal ook gevoigen hebben
voor de paardensport. Op de concours hippi-
ques, die in verschillende Buropeesche landen
worden gehouden. zijn de Belgische cavalerie-
officieren niet te onderschatten tegenstanders.
TE WEINIG KLEERMAKERS IN
AUSTRALLE.
In verband met het tekort aan geschoolde
anheidskrachten in de kleedingindustrie over
wegen de werkgevers te Sydney om arheiders
uit het buitenland te laten overkomen. Jeug-
dige anheidskrachten zullen voor het maken
van overmen premies ontvangen.
DE VERLENGING
VAN DE WERELDTENTOONSTELLING.
Het wetsontwerp, nopens de heropening in
1938 van de wereldtentoonstelling van kunst
en techniek in het moderne leven, Is Donder-
dag voor een aantal journalisten hehandeld
door den minister van handel Chapstel. Vol-
gens het plan van de regeering mogen de kos-
ten, die aan verlenging verbonden zijn, de
450 millioen francs niet te boven gaan. Deze
som zal voor het grootste gedeelte door bons
en loten brjeen te krijgen zijn. De minister
zette uiteen, dat de tentoonstelling in 1938
geen Parijsche, maar een nationale gebeurtenis
zal zijn. Ook in de provincie zullen plaatse-
ljjke feestelijkbeden worden georganiseerd. De
talrijke oeconomiscbe, artistieke en sportieve
manifestaties zullen buiten Parijs worden ge
organiseerd.
Om het den bezoekers te vergemakkelijken
hieraan deel te nemen, zal men hen door
bonnen en loten, van te voren te verstrek-
ken, In staat stellen zoowel te Parijs als in de
provincie de feestelijkheden bij te wonen. De
spoorwegmaatschappijen, de transportondeme-
minigen zullen gemakkelijke voorwaarden ,n
het leven roepen en de reizigers, die hun ver-
blijf, waar dan ook, wenschen ite verlengen,
zullen dat kunnen doen op deze voorwaarde
na de piaatselrjke autoriteiten ervan in kennis
gesteid te hebben. Chapsal besloot met te
zeggen, dat 42 leden van de 44 landen, ver-
tegenwoordigd op de tentoonstelling, de ver-
zekering hebben gegeven, dat zij in 1938 op-
nieuw zullen deelnemen.
EEN INCIDENT IN HET LAGERHUIS.
De besprekingen in het Engelsche Lagerhuis
zijn Donderdag een oogenblik onderbroken
door het onverwachte optreden van een man
uit het publiek. Men was bezig met de be
handeling van het ontwerp op de werkloos-
heidsverzekering en de conservatieve afge-
vaardigde Crossley verklaarde, dat de ver-
tegenwoordiger van het bureau voor werkloo-
zensteun in zijn district, die bij de communis-
tische en socialistische partijen zeer weinig
gezien is, door de werkloozen zelf als vriend
beschouwd wordt. Een goed gekleed man ver-
hief zich op dat oogenblik van zijn plaats op
de openbare tribune en schreeuwde tegen de
meerderheid: „Gij beschimpt de socialistische
afgevaardigden". Hij voegde daaraan toe,
blijkbaar een toespeling op het incident bij het
graf van den onbekenden soldaat makend:
,,Het is genoeg dat een man met gezond ver-
stand in een krankzinnigengesticht wordt op-
geborgen, Gij zijt alien stapelgek te zijn".
De man werd toen onmiddellijk uit de zaal
verwijderd.
PARADE IN SJANGHAI.
De spannig te Sjanghai is, schrijft de N. R.
Crt., weer wat verminderd. De aangekondigde
parade in de Fransche concessie is niet door-
gegaan en elver de gevoigen van den dag van
Vrrjdag tast men nog in het duister.
Men is het er in vele landen over eens, dat
de parade der Japanners door de intematio-
nale concessie een overbodige daad was. Een
daad bovendien, die door het uitdagende ka-
rakter sterk provoceerend moest werken.
Niemand zal zich iillussies gemaakt hebben,
dat de te Sjanghai aanwezige troepenmacht
van de Engelschen, Franschen, Amerikanen en
Italianen eenigen werkelijken weerstand zou
kunnen bieden voor het geval de Japanners de
intemationale ooneessie en de Fransche con
cessie wilden hezetten. Te Sjanghai was men
zich meer dan elders bewust volkomen in de
w
het merk met he.J!«e
- voor fijtte 1 u weet
iflMi
36
(Ingez. Med.)
de dertienjarige haar moeder verdedigd. Tot
antwoord had het dienstmeisje gemeen ge-
lachen en gezegd: „Dom ding, ze is toch
heelemaal je moeder niet. Je vader is een arme
schoolmeester in het een of andere gat en je
bent alleen maar uit medelijden hier in huis
je bent er minder aan toe dan een van ons,
die wegloopen kan als het haar niet meer
bevalt."
Daama was ze weggegaan, maar wat ze ge
zegd had bleef «n vrat zich in haar jonge, ge-
voeige ziel als een giftige slang.
Ze wilde naar haar moeder, het haar vragen
en zich laten traosten in haar smart, welke
haar de tranen in de oogen bracht. Maar
moeder, die had kunnen zeggen: Het dienst
meisje heeft je voorgelogen, was niet thuis
en toen op dat oogenblik juist Herman Stin-
ner binnenkwam, had zij in haar nood bij hem
een toevlucht gezocht en haar hartje uitge-
stort. 'Hij had haar de waarheid gezegd
een waarheid, die tegelijk troostend en bitter
was. Hij vroeg haar, tegenover haar ouders
het stilzwij'gen te blijven bewaren en niet de
geheele wonde weder opnieuw open te rukken.
Zij -volgde zijn raad op en zweeg maar leed
daar zeer onder. Hoe graag zij de beide men-
schen ook mocht, die zij vader en moeder noem-
de, hoe zij ze ook hoogachtte en vereerde, toch
had zij steeds in Haar binnenste een heimelijk
verlangen naar de vrouw, wier armen zich het
eerst om haar been gesloten hadden toen haar
oogjes zich voor het licht openden.
'(Even dierp was het verlan:gen naar de zuster,
waarvan Herman Stinner haar verteld had en
die op denzelfden dag als zij geboren was.
Hoe wonderlijk liep toch het lot der men-
schen .in elkaar! Als de kaarten van een spel,
dat geschud werd. Nu la? haar lot en dat
van haar zuster vlak naast elkaar er als uit-
nevels, die haar verborgen hadden gehouden,
werd een slanke, jonge gedaante ziohtbaar
met dichte blonde haren om een fyn, smal ge-
sdcht en twee blauwe oogen keken haar vol
verlangen en met vragende liefde aan.
Het werd haar te moede, als zag zij zich-
zelf in een spiege'l.
Barbara moest immerar zoo op haar lijfcen.
Maria liet de handen van haar gezicht glij-
den en las nog een keer den brief, die in mooi
en gelrjk schrift geschreven was, Zaoht en
voorzichtig streelde zij over de woorden. Innig
zei ze: .Zuster, Meve zuster!"
„Is er iverder niets te doen, mevrouw
Kaiser?"
De kleine, dikke vrouw Kiinzel stond met
haar mand aan den arm in de open keuken-
deur. ,^eg het maar gerust, op een bood-
schap meer of minder komt het niet aan."
Francisca died een laurierblad in de soep,
die juist was opgezet.
„Ga maar, vrouw Kiinzel," antwoordde ze
de werkster, ,,voor vandaag weet ik er geen
meer.™
De kleine ddkkerd trok haar omslagdoek
van voren dicht.
,,Nu dan tot morgen."
(De deur van de etagewonimg sloeg dicht en
op de trap verstierf het geluid van voet-
stappen.
Francisca Kaiser zuchtte opgelucht.
Ze was den laatsten tijd altijd blij als de
praatzieke vrouw met haar werk klaar was.
Zoo graag als zij ivroeger met haar gepraat
had, zoo weinig verlangde zij daar tegenwoor-
dig naar. Tegenwoordig was zij het liefst al
leen, bezig met haar gedachten, zoekende
naar een uitweg door al dat verbijsterende, dat
haar horizon met zoo dikke wolken verduis-
terde.
Met tallooze vragen kwelde zij zich en de
dagen uit het verleden, die zij het liefst wilde
vergeten, werden opnieuw levend, als waren
zij scenes uit een tooneelstuk, dat zich voor
haar afspeelde. Zij was toescho u wster en
moest telkens weer zien, wat zij heelemaal
niet wenschte te zien.
Was zij maar nooit op het idee gekomen,
Frankfort als woonplaats te kiezen! Maar zij
had gemeend, juist in een groote stad het ge-
makkedijkst met Barbara onopgemerkt te kun
nen blijven. Ze had geen vermoeden gehad,
geen enkel, dat haar aanleiding had kunnen
geven tot het kiezen van een andere woon
plaats.
Ze had onafgebroken hoofdpijn. Waarom
moest het lot nu ook juist Stefan von Hom-
stein en Barbara tezamen brengen? Waar
om?
Waarom moest juist Barbara dien man ont-
moeten, die met Maria verloofd was geweest?
Ze kwam er maar niet overheen, dat on-
danks alles Maria van den baron hield - ze
kon dit maar niet van haar afzetten. En ze
dacht maar, hoe martelend het was, dat ze
daaromtrent geen zekerheid kon krrjgen.
Zoo stond zij met barstende hoofdpijn voor
de warme kachel en de stoom van de heete
soep was een kwelling voor haar oogen.
De koekoekklok in de v'oorkamer liet zich
hooren. Onwillekeurig telde Francisca mee,
al wist zij precies, dat het elf uur was.
Toen de koekoek voor de elfde keer riep,
werd er tegelijk geheld aan de deur op het
portaal.
Zachtjes, haast verlegen.
Een bedelaar dacht Francisca en nam
een stukje kopergeld uit haar beurs, die in een
zak van haar scbort stak. Zij schoaf de soep
wat achteruit en ging naar de deur.
Ze schrok Barbara stond buiten. Ze
stond zoo dicht bij de deur, dat ze haar door
het matglas kon herkennen.
Direct deed ze open. Wat kon er aan de
hand zijn, dat Barbara nu al thuis kwam?
Anders was ze nooit v66r kwart voor eenen
thuis. Maar toen ze de deur open deed zag
ze tot haar bevreemding, dat Barbara een
macht der Japanners te zijn. Daarom was het
voor onze Westersche begrippen niet bepaald
noodzakelijk om aan deze machtspositie ook
nog uitehlijke glorie te verleenen door het hou-
den van een parade. Want die parade moest
werken, en was als zoodanig slechts bedoeld
als een demonstrate tegenover Chinees en
Westerling, Een demonstrate bovendien, die
maar al te gauw tot incidenten moest leiden
en dat ook inderdaad deed.
Nu mogen we natuurlijk niet zeggen
want dat zou een beschuldiging zijn dat de
Japanners op deze incidenten prijs stellen en
hun demonstratieve parade hielden met de
stille hoop, dat de bijna onvermijdelijke gevoi
gen ook zouden optreden. Want dan zouden wij
beweren, dat Japan incidenten provoceert en
geen met ons land bevriende mcgendheid mo-
gen wij van zoo'n daad beschuldigen.
Het'geen natuurlijk niet wegneemt, dat wij
kunn n constateeren, dat Japan zich degelijk
en met goede resultaten heeft verdiept in de
diplomatieke manieren, die voor den oorlog
door Westersche landen wel eens werden toe-
gepast, wanneer zij bepaalde doelen wilden
verwezenlijken. Dat de Japanners nu juist uit
die methoden dabgene ovememen en perfec-
tioneeren is natuurlijk minder prettig. Vooral
waar zij het zoodanig doen, dat wat vroeger
uitzondering was, nu bij hen regel wordt,
waardoor de aandighedd er af gaat en de me-
thode een zeker plomp aanzien krijgt. Voor
velen is dit nog te onaangenam er nu het wa-
pen zich tegen hen keert en zij zich daartegen
niet willen of kiunen verzetten.
IntusSiChen is het bijna onlveTmijdelijke ige-
beurd. Ondanks de beste voorzorgsmaatregelen
heeft er een incident plaats gevonden. Het pre
cedent was geschapen. Ter bescherming van
zijn ondendanen en ter handhaving van rust en
orde kan Japan zich nu gerechtigd voelen
maatregelen met betrekking tot de intematio
nale concessie voor te dragen. In hoeverre
hieraar, uitvoerinig wordt gegeven, is op het
oogenblik nog niet zeker. Het doet tenslotte
weinig ter zake. Want het is nog slechts een
kwestie van tijd, wanneer de Japanners de
leiding in de intemationale cocessie op zich
zullen nemen. Vroeger of later zal dit toch
gebeuren, niet omdat daarmede eenig werke
lijk belang is gediend maar al ware het slechts
om den Chineezen te demonstreeren, wat zij
van de Westersche mogendheden te verwach-
ten hebben en hoe weinig de Japanner zich
van hen aantrekt. De superioriteit van den
Japanner, zijn onbeperkte heerschappij over
Azie moest gedemonstreert worden en waar
kon men dit beter doen dan op een plaats als
de buitEnlandsche concessies, die als zoodanig
toch juist uitingen waren van de minderwaar-
digheidspositie van het Aziatisch ras en de
heerschappij van het Westen. Dit was in de
eerste plaats de beteekenis van de parade van
Vrrjdag, die dan ook veel meer tegen de te
Sjanghai gevestigde Europeanen en Ameri
kanen dan tegen de Chineezen zelf gericht
was. Als was de geheele zaak voor de laatst-
genoemden wellicht nog het pijnlijkst.
Natuurlijk staan de gebeurtenissen van Vrij-
dag niet op zich zelf. Zij zijn slechts een scha-
kel in een lange keten en meer nog dan dat
een illustratie van het verloop van de groote
lijn, die onherroepelijk voor dit oogenblik al-
thans gaat in de richting van een verminde-
ring van de Europeesche invloeden in Azie.
Maar dat is een kwestie op zichzelf. Want de
vraag, die ten aanzien van de parade hij ieder-
eern opkomt is deze: was het noodig dit ver
schijnsel te i'llustreeren, was het noodig dit
demonstratief aan de geheele wereid te too-
nen. Wij kunnen ons begrijpen, dat de Japan
ner trots is op de resultaten, die hij voor zijn
vaderlamd bereikte. Wij zullen hem het genoe-
gen daarvan niet ontzeggen, omdat wij ons be
wust zijn, dat vaderlandslieftie voor hem de-
zelfde beteekenis heeft als voor ons. Maar wel
rijst de vraag of de ware en in zichzelf ver-
heiven vreugde geen andere middelen tot haar
beschikking heeft om zich te uiten, ja zelfs
ziqh Veelal heelemaal niet uit. Wij mogen niet
vergeten, dat de grootste koloniale mogend-
nieuw, haar onbekend costuum droeg, een
nieuwen hoed, dat haar haar anders dan naar
gewoonte was opigemaakt en dat haar handen
in, een dure mof van hermelijnbont staken.
Wat kon dat te beteekenen hebben?
(Ze was iets achteruit getretden om Barbera
door te laten. Barbara verroerde zich echter
niet.
In plaats daarvan vroeg een stem, die wel
leek op die van Barbara, maar voller en die-
per klonk:
..Neemt u mrj niet kwtdrjk ik zou graag
juffrouw Barbara Kaiser of anders haar moe
der spreken."
Het gezicht van de vrouw vertrok zich en
onwillekeurig legde zij de linkerhand op haar
hart. Genadige Hemel! dat was Barbara
niet, die daar voor haar stond en haar vra-
gend aankeek. Een vreemde was het. Neen,
geen vreemde het gezicht, dat zoo angstig
op dat van Barbara leek, kon alleen dat van
Maria zijn.
,,Ik ben mevrouw Kaiser," zei ze bevend,
,.mijn dochter Barbara is niet thuis maar
komt u binnen."
Verder kwam ze niet de opwinding be-
nam haar den adem.
Een lange en teere, vragende blik mstte op
het n ngere en ouwelrjke vrouwengezicht
het eerivou'dlig, doch deftig gekieede meisje
ging mee de kamer binnen.
Francisca was haar zenuwen nauwelijks
meer meester. Wat beduidide dit bezoek
dit onbe'grijpelijke, onverwachte bezoek?
Secondenlang heerschte een zwijgen in het
ouderw. tsch gemeubileerde vertrek. Het jonge
meisje wierp haar mof op een stoel en trad
met een haastiige beweging op de vrouw toe.
..Moeder," zei de diepe, warme stem half
g'esmooUd, „Moeder!"
(Francisca Kaiser tastte naar steun zoekend,
achter zich en vond die tegen de oude com
mode. (Wordt vervolgd.)