ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN ZVJRMEHBERfi 1 Twee uit een nest No. 9692 MAANDAG 6 DECEMBER 1937 77e Jaargang Binnenland Feuilleton Buitenland EERSTE BLAD VERDWIJNT HET KLEINE SPOORBOEKJE BELGIE verhoogt het botertarief. ABONNKMENTSFRUSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen r: per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar './our Del-tie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post tx»n«ementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. TJitgeefster: Finna P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTI6NVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLE1NE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clich6's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 65n dag voor de ultgave. BIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. DE TOESTAND VAN PRINS BERNHARD. De particullere secretaris van Prins Bern- hard, jhr. mr. C. Dedel, verstrekte Zaterdag- middag het volgende communique Wederom had Prins Bernhard heden een goeden dag. Desondanks hebben de Koningin en de Prinses besloten, voorloopig nog in het ziekenhuis te blijven, omdat het heen- en weer reizen voor de Prinses, wier gezondheidstoe- stand overigens zeer goed is, te vertmoeiend zou zijn. Zaterdagmiddag had de operatieve behande- ling van de gebroken knieschijf van den hof- jager Spek plaats. De operatie verllep naar wensch. De patient maakt het goed. Zaterdagmiddag om half twee zijn de Konin gin en Prinses Juliana van het Burgerzieken- huis te Amsterdam uitgereden voor het maken van een autorit. Naar verluidt zou het in de bedoeling van de Ned. Spoorwegen liggen het z.g. kleine spoorboekje niet meer uit te geven en zich te bepalen tot uitgifte van een algemeenen reis- gids, bestaande uit vier deelen, n.l. het lste deel omvattende de toelichtende bepalingen, aanwijzingen, stationsnamen, tarieven enz., dan een deel met de gewone daenstregeling, vervolgens de tram- en autobusaansluitingen en ten slotte de buitenlandsche aansluitingen. Overwogen wordt het boekje zoo te con- strueeren, dat de verschillende deelen uitneem- baar zijn, zoodat de houder een of meer deelen naar behoefte bij zich kan steken, daar het geheel daarvoor te groot zou worden. VOORONTWERP VAN WET INZAKE ARBEID GEHUWDE VROUWBN. De Minister van Sociale Zaken heeft bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt een voorontwerp van een wet houdende beper- kende bepalingen inzake arbeid van gehuwde vrouwen. HERVATTING DER DUISOH-NEDEEL. BESPREKIN GEN. De Nederlandsche regeering heeft van de Duitsche regeering de uitnoodiging ontvangen am de op 10 November te 's-Gravenhage afge- broken onderhandelingen over de regeling van het Duitsch-Nederlandsche handels- en beta- lingsiverkeer voor het jaar 1938 op 7 Decem ber te Berlijn te hervatten. DE REGELING VAN DEN SPEKEXPORT. In verschillende bladen zijn berichten ver- schenen, die den indruk vestigen, dat van regeeringswege pogingen worden aangewend am den spekexport, met uitschakeling van den handel, door den landbouw te doen over- nemen. Naar het A.N.P. van bevoegde zjjde ver- neemt, is deze indruk onjuist. De juiste toe- dractot is als volgt: Op het oogenblik is de spekexport in han- den van de veehouderij-centrale. De Minister van oeconmische zaken streeft er naar, de bemoeienissen der centrales, voorzoover deze niet kur.nen worden gemist, zooveel mogelijk naar de organisaties der belanghebbenden over te brengen. Belanghebbenden bij den spek export zijn de landbouw en de handel. Vandaar dat van regeeringswege met de landbouw- organisaties contact is gezocht, met de bedoe ling, daama het overleg met den handel te openen. Ontworpan plannen zullen dan ook alleen in vervulling gaan, indien ook de han del daarmede instemt. Voor ongerustheid bij den handel is dus niet de minste rede. DE NATIONALS VLAG. Aan het voorloopig versing der Tweede Kamer aver het wetsontwerp betreffende be palingen omtrent de vlag van het koninkrijk der Nederlanden, wordt ontleend: door ANNY VAN PANHUYS. 3d) Vertvolg. Mania's hand met den brief zonk in haar schoot en een wonderbaarlijk licht scheen in haar oogen. iBang staarde zij voor zich uit om daama den brief aan haar Tippen te drukken. „Zusje", fluisterde zij daarbij innig. „Zusje." Jubel en weemoed overweldigden haar. Er Was dus een meisje, dat op haar leek, dat haar tweelingzuster was en dat zij niet kende. Dat was toch wel bijzonder. Ze leefden ook nog in delzelfde stad. Ben teer verlangen om die zuster te zien, steeg in haar op. Of Barbara werkelijk zoo sterk op haar leek? Maria steunde haar ellebogen op een naast haar stoel staand tafeltje en hieid de handen voor de oogen. En telkens dacht zij hetzelfde: .duster, zuster, lieve zuster!" Hoe heerlijk moest het zijn, een zuster te hebben! Een zuster was meer waard dan een dazrjn vriendinnen; ze stond iemand zoo nabrj. Toen kwam haar in de ged&chten hoe zij ©ens, vele jaren geleden, te weten was geko- men, dat zij heelemaal niet het kind was van Robert en Therese Nonmann. (Het was op een Zondag geweest moeder had een brutaal meisje haar dienst opgezegd en toen zij was uitgegaan, kwam het meisje bij haar in de kamer om zich over de onrecht- vaardige behandeling te beklagen. (Met een „Mijn moeder is rechtvaardig" had Een aantal leden betoogde, dat het wets ontwerp overbodig was. De officieele vlag is thans bij Kon. besluit vastgesteld. De strek- king van dit wetsontlwerp, dat beoogt afwrj- kingen en toevoegingen door het stellen van een strafbepaling te weren, achtten zij van weinig beteekenis. A1 bewonderden deze leden het bestaande dualisme niet, zij achtten het juister de ont- wikkeling op dit gebied af te wachten, wat hier groeiende is niet bij de wet tegen te gaan, maar de zoozeer geprezen vrijheid is in dezen te eerbiedigen. Enkele leden verzetten zich tegen het voor- stel, omdat huns insziens slechts de kroon en het volk over de vlag mogen beslissen. Zij waren voorts van oordeel, dat dit voorstel velen zal krenken, die zich tot den Nederland- schen stain rekenen, maar buiten Nederland wonen. Verschillende leden stelden de vraag, waar- om over dit ontwerp, dat mede in belangrijke mate de overzeesche gebiedsdeelen betreft, niet de vertegenwoordigende lichamen van deze gebiedsdeelen zijn gehoord. Voorts vroegen deze leden, of het der regee ring bekend was, welke motieven het vorige kabinet hebben bewogen het ontwerp vlak voor de verkiezingen, welke het aanleiding zouden geven de portefeuilles ter beschikking van de Koningin te stellen, bij de Tweede Kamer aanhangig te maken. Verscheidene leden betreurden, dat de me- morie van toelichting op het belangrijkste pimt, waarop het aankomt, veel te sober is gehouden. Van de ruim 4 bladzijden is slechts ongeveer een halve bladzijde gewijd aan de kemvraag: Zullen oranje, wit, blauw dan wel rood, wit, blauw de kleuren van de Nederland sche vlag zijn. Verscheidene leden, hoewel zij toejuichten, dat de kleuren van de Nederlandsche vlag nu eindelijk wettelijk worden geregeld, betreur den het echter, dat de regeering haar keus heeft gevestigd op het rood, wit en blauw. Zjj zouden het meer met onze geschiedenis in overeenstemming hebben geacht, indien de keuze ware gevallen op oranje, wit en blauw. Als voornaamste redenen om het oranje te verkiezen in plaats van het rood, wezen deze leden er op, dat de driekleur oranje-wit-blauw haar ontstaan dankt aan het verlangen en de voorkeur van ons volk zelf. Als bijkomstige redenen wezen zij op de volgende voordeelen van de oranje-blanje-bleu vlag. De kleurverbinding, mits met diep rood- oranje en diep azuur-blauw is veel mooier dan met de roode kleur. Vervolgens, de oranje kleur onderscheidt onze vlag gemakkelijker van de vlaggen van andere natien, zooals b.v. de Fransche, die aanhoudend met de onze verward wordt. Ten slotte verdwijnt dan het zonderlinge verschijnsel, bij andere volken on- bekend, dat wij bij onze vlag nog een afzon- derlijke oranje-wimpel blijken noodig te heb ben. Op grond van historische feiten, toonden deze leden aan, dat het oranje allerminst kort na 1630 uit de vlag is verdwenen, en dat bij het Nederlandsche volk nooit de kennis van en de waardeering voor het echte oranje- blanje-bleu verloren is geweest. Vooral de historische ontwikkeling dringt naar het oordeel van deze leden, om weer bij de officieele vaststelliing van de vlag van het Nederlandsche volk, welke vaststelling nu voor het eerst vrij van partijtwisten en in voile vrij heid geschieden kan, het oranje-wit-blauw te herstellen. De oranje-blanje-bleu vlag toch is de vlag, waaronder de worstelstrijd tegen Spanje is gevoerd, waa van het volk zijn ge- heele geschiedenis aflezen kan, waarmede het zijn vorstenhuis in onverbrekelijik stamvader- lijk verband met zijn eigen bestaan plaatst, waarmede het zijn unieke plaats onder de vol ken klaar ten toon stelt, zijn grondleggerschap van de Zuid-Afrikaansche statenstichting en in Amerika o.a. van de stad New Xork in ge- dachtenis doet blijven. In tegenstelling hiermede verklaarden vele leden zich met het regeeringsvoorstel te kun- nen vereenigen. Zij betreurden, dat in deze materie onwerkelijke tegenstellingen in het land waren opgeroepen, waarvoor geen schijn van aanleiding bestaat Zij meenden overi gens, dat het er niet zoo buitengewoon veel toe doet, welke van de beide in onze historie wortelende vlaggen de officieele is. Het meest natuurlijke is dan, zich aan te sluiten bij wat gedurende de laatste eeuwen gegolden heeft. Deze leden zagen geen reden om, nu de re geering voorstelt de vlag, die gedurende de 125 jaren van het koninkrijk feitelijk heeft gegolden, ook tot de officieele vlag te maken, daartegen historische excepties op te werpen. Aan een vlaggenstrijd hebben wij in dit tijds- gewricht minder dan ooit behoefte. De Belgische regeering heeft in de daling van den boterprijs op de wereldmarkt aanlei ding gevonden, om het invoerrecht op dit pro duct, dat eerst van 6% op 5% en vervolgens op 4 francs was verlaagd, wederom te bren gen op 5% francs. BELGISCH PAARDENVOLK OP DE MOTOR IT ETS. De Belgische cavalerie zal spoedig geen aanspraak meer op dien naam kunnen ma ken, want de paarden spelen er geen rol meer bij en het is de knetterende motor, die het hinnikken.de paard verva-gt. Geleidtlijk zullen de laatste huzaren te paard verdwijnen en op 15 Maart a.s. zullen ook de laatste beresden regimenten zijn gemo- boriseerd. De artiHerie zal echter nog haar batterijen door paarden laten trekken, zoodat er in het Belgische leger toch nog iets van den ouden tijd overblijft. De motoriseering zal ook gevoigen hebben voor de paardensport. Op de concours hippi- ques, die in verschillende Buropeesche landen worden gehouden. zijn de Belgische cavalerie- officieren niet te onderschatten tegenstanders. TE WEINIG KLEERMAKERS IN AUSTRALLE. In verband met het tekort aan geschoolde anheidskrachten in de kleedingindustrie over wegen de werkgevers te Sydney om arheiders uit het buitenland te laten overkomen. Jeug- dige anheidskrachten zullen voor het maken van overmen premies ontvangen. DE VERLENGING VAN DE WERELDTENTOONSTELLING. Het wetsontwerp, nopens de heropening in 1938 van de wereldtentoonstelling van kunst en techniek in het moderne leven, Is Donder- dag voor een aantal journalisten hehandeld door den minister van handel Chapstel. Vol- gens het plan van de regeering mogen de kos- ten, die aan verlenging verbonden zijn, de 450 millioen francs niet te boven gaan. Deze som zal voor het grootste gedeelte door bons en loten brjeen te krijgen zijn. De minister zette uiteen, dat de tentoonstelling in 1938 geen Parijsche, maar een nationale gebeurtenis zal zijn. Ook in de provincie zullen plaatse- ljjke feestelijkbeden worden georganiseerd. De talrijke oeconomiscbe, artistieke en sportieve manifestaties zullen buiten Parijs worden ge organiseerd. Om het den bezoekers te vergemakkelijken hieraan deel te nemen, zal men hen door bonnen en loten, van te voren te verstrek- ken, In staat stellen zoowel te Parijs als in de provincie de feestelijkheden bij te wonen. De spoorwegmaatschappijen, de transportondeme- minigen zullen gemakkelijke voorwaarden ,n het leven roepen en de reizigers, die hun ver- blijf, waar dan ook, wenschen ite verlengen, zullen dat kunnen doen op deze voorwaarde na de piaatselrjke autoriteiten ervan in kennis gesteid te hebben. Chapsal besloot met te zeggen, dat 42 leden van de 44 landen, ver- tegenwoordigd op de tentoonstelling, de ver- zekering hebben gegeven, dat zij in 1938 op- nieuw zullen deelnemen. EEN INCIDENT IN HET LAGERHUIS. De besprekingen in het Engelsche Lagerhuis zijn Donderdag een oogenblik onderbroken door het onverwachte optreden van een man uit het publiek. Men was bezig met de be handeling van het ontwerp op de werkloos- heidsverzekering en de conservatieve afge- vaardigde Crossley verklaarde, dat de ver- tegenwoordiger van het bureau voor werkloo- zensteun in zijn district, die bij de communis- tische en socialistische partijen zeer weinig gezien is, door de werkloozen zelf als vriend beschouwd wordt. Een goed gekleed man ver- hief zich op dat oogenblik van zijn plaats op de openbare tribune en schreeuwde tegen de meerderheid: „Gij beschimpt de socialistische afgevaardigden". Hij voegde daaraan toe, blijkbaar een toespeling op het incident bij het graf van den onbekenden soldaat makend: ,,Het is genoeg dat een man met gezond ver- stand in een krankzinnigengesticht wordt op- geborgen, Gij zijt alien stapelgek te zijn". De man werd toen onmiddellijk uit de zaal verwijderd. PARADE IN SJANGHAI. De spannig te Sjanghai is, schrijft de N. R. Crt., weer wat verminderd. De aangekondigde parade in de Fransche concessie is niet door- gegaan en elver de gevoigen van den dag van Vrrjdag tast men nog in het duister. Men is het er in vele landen over eens, dat de parade der Japanners door de intematio- nale concessie een overbodige daad was. Een daad bovendien, die door het uitdagende ka- rakter sterk provoceerend moest werken. Niemand zal zich iillussies gemaakt hebben, dat de te Sjanghai aanwezige troepenmacht van de Engelschen, Franschen, Amerikanen en Italianen eenigen werkelijken weerstand zou kunnen bieden voor het geval de Japanners de intemationale ooneessie en de Fransche con cessie wilden hezetten. Te Sjanghai was men zich meer dan elders bewust volkomen in de w het merk met he.J!«e - voor fijtte 1 u weet iflMi 36 (Ingez. Med.) de dertienjarige haar moeder verdedigd. Tot antwoord had het dienstmeisje gemeen ge- lachen en gezegd: „Dom ding, ze is toch heelemaal je moeder niet. Je vader is een arme schoolmeester in het een of andere gat en je bent alleen maar uit medelijden hier in huis je bent er minder aan toe dan een van ons, die wegloopen kan als het haar niet meer bevalt." Daama was ze weggegaan, maar wat ze ge zegd had bleef «n vrat zich in haar jonge, ge- voeige ziel als een giftige slang. Ze wilde naar haar moeder, het haar vragen en zich laten traosten in haar smart, welke haar de tranen in de oogen bracht. Maar moeder, die had kunnen zeggen: Het dienst meisje heeft je voorgelogen, was niet thuis en toen op dat oogenblik juist Herman Stin- ner binnenkwam, had zij in haar nood bij hem een toevlucht gezocht en haar hartje uitge- stort. 'Hij had haar de waarheid gezegd een waarheid, die tegelijk troostend en bitter was. Hij vroeg haar, tegenover haar ouders het stilzwij'gen te blijven bewaren en niet de geheele wonde weder opnieuw open te rukken. Zij -volgde zijn raad op en zweeg maar leed daar zeer onder. Hoe graag zij de beide men- schen ook mocht, die zij vader en moeder noem- de, hoe zij ze ook hoogachtte en vereerde, toch had zij steeds in Haar binnenste een heimelijk verlangen naar de vrouw, wier armen zich het eerst om haar been gesloten hadden toen haar oogjes zich voor het licht openden. '(Even dierp was het verlan:gen naar de zuster, waarvan Herman Stinner haar verteld had en die op denzelfden dag als zij geboren was. Hoe wonderlijk liep toch het lot der men- schen .in elkaar! Als de kaarten van een spel, dat geschud werd. Nu la? haar lot en dat van haar zuster vlak naast elkaar er als uit- nevels, die haar verborgen hadden gehouden, werd een slanke, jonge gedaante ziohtbaar met dichte blonde haren om een fyn, smal ge- sdcht en twee blauwe oogen keken haar vol verlangen en met vragende liefde aan. Het werd haar te moede, als zag zij zich- zelf in een spiege'l. Barbara moest immerar zoo op haar lijfcen. Maria liet de handen van haar gezicht glij- den en las nog een keer den brief, die in mooi en gelrjk schrift geschreven was, Zaoht en voorzichtig streelde zij over de woorden. Innig zei ze: .Zuster, Meve zuster!" „Is er iverder niets te doen, mevrouw Kaiser?" De kleine, dikke vrouw Kiinzel stond met haar mand aan den arm in de open keuken- deur. ,^eg het maar gerust, op een bood- schap meer of minder komt het niet aan." Francisca died een laurierblad in de soep, die juist was opgezet. „Ga maar, vrouw Kiinzel," antwoordde ze de werkster, ,,voor vandaag weet ik er geen meer.™ De kleine ddkkerd trok haar omslagdoek van voren dicht. ,,Nu dan tot morgen." (De deur van de etagewonimg sloeg dicht en op de trap verstierf het geluid van voet- stappen. Francisca Kaiser zuchtte opgelucht. Ze was den laatsten tijd altijd blij als de praatzieke vrouw met haar werk klaar was. Zoo graag als zij ivroeger met haar gepraat had, zoo weinig verlangde zij daar tegenwoor- dig naar. Tegenwoordig was zij het liefst al leen, bezig met haar gedachten, zoekende naar een uitweg door al dat verbijsterende, dat haar horizon met zoo dikke wolken verduis- terde. Met tallooze vragen kwelde zij zich en de dagen uit het verleden, die zij het liefst wilde vergeten, werden opnieuw levend, als waren zij scenes uit een tooneelstuk, dat zich voor haar afspeelde. Zij was toescho u wster en moest telkens weer zien, wat zij heelemaal niet wenschte te zien. Was zij maar nooit op het idee gekomen, Frankfort als woonplaats te kiezen! Maar zij had gemeend, juist in een groote stad het ge- makkedijkst met Barbara onopgemerkt te kun nen blijven. Ze had geen vermoeden gehad, geen enkel, dat haar aanleiding had kunnen geven tot het kiezen van een andere woon plaats. Ze had onafgebroken hoofdpijn. Waarom moest het lot nu ook juist Stefan von Hom- stein en Barbara tezamen brengen? Waar om? Waarom moest juist Barbara dien man ont- moeten, die met Maria verloofd was geweest? Ze kwam er maar niet overheen, dat on- danks alles Maria van den baron hield - ze kon dit maar niet van haar afzetten. En ze dacht maar, hoe martelend het was, dat ze daaromtrent geen zekerheid kon krrjgen. Zoo stond zij met barstende hoofdpijn voor de warme kachel en de stoom van de heete soep was een kwelling voor haar oogen. De koekoekklok in de v'oorkamer liet zich hooren. Onwillekeurig telde Francisca mee, al wist zij precies, dat het elf uur was. Toen de koekoek voor de elfde keer riep, werd er tegelijk geheld aan de deur op het portaal. Zachtjes, haast verlegen. Een bedelaar dacht Francisca en nam een stukje kopergeld uit haar beurs, die in een zak van haar scbort stak. Zij schoaf de soep wat achteruit en ging naar de deur. Ze schrok Barbara stond buiten. Ze stond zoo dicht bij de deur, dat ze haar door het matglas kon herkennen. Direct deed ze open. Wat kon er aan de hand zijn, dat Barbara nu al thuis kwam? Anders was ze nooit v66r kwart voor eenen thuis. Maar toen ze de deur open deed zag ze tot haar bevreemding, dat Barbara een macht der Japanners te zijn. Daarom was het voor onze Westersche begrippen niet bepaald noodzakelijk om aan deze machtspositie ook nog uitehlijke glorie te verleenen door het hou- den van een parade. Want die parade moest werken, en was als zoodanig slechts bedoeld als een demonstrate tegenover Chinees en Westerling, Een demonstrate bovendien, die maar al te gauw tot incidenten moest leiden en dat ook inderdaad deed. Nu mogen we natuurlijk niet zeggen want dat zou een beschuldiging zijn dat de Japanners op deze incidenten prijs stellen en hun demonstratieve parade hielden met de stille hoop, dat de bijna onvermijdelijke gevoi gen ook zouden optreden. Want dan zouden wij beweren, dat Japan incidenten provoceert en geen met ons land bevriende mcgendheid mo- gen wij van zoo'n daad beschuldigen. Het'geen natuurlijk niet wegneemt, dat wij kunn n constateeren, dat Japan zich degelijk en met goede resultaten heeft verdiept in de diplomatieke manieren, die voor den oorlog door Westersche landen wel eens werden toe- gepast, wanneer zij bepaalde doelen wilden verwezenlijken. Dat de Japanners nu juist uit die methoden dabgene ovememen en perfec- tioneeren is natuurlijk minder prettig. Vooral waar zij het zoodanig doen, dat wat vroeger uitzondering was, nu bij hen regel wordt, waardoor de aandighedd er af gaat en de me- thode een zeker plomp aanzien krijgt. Voor velen is dit nog te onaangenam er nu het wa- pen zich tegen hen keert en zij zich daartegen niet willen of kiunen verzetten. IntusSiChen is het bijna onlveTmijdelijke ige- beurd. Ondanks de beste voorzorgsmaatregelen heeft er een incident plaats gevonden. Het pre cedent was geschapen. Ter bescherming van zijn ondendanen en ter handhaving van rust en orde kan Japan zich nu gerechtigd voelen maatregelen met betrekking tot de intematio nale concessie voor te dragen. In hoeverre hieraar, uitvoerinig wordt gegeven, is op het oogenblik nog niet zeker. Het doet tenslotte weinig ter zake. Want het is nog slechts een kwestie van tijd, wanneer de Japanners de leiding in de intemationale cocessie op zich zullen nemen. Vroeger of later zal dit toch gebeuren, niet omdat daarmede eenig werke lijk belang is gediend maar al ware het slechts om den Chineezen te demonstreeren, wat zij van de Westersche mogendheden te verwach- ten hebben en hoe weinig de Japanner zich van hen aantrekt. De superioriteit van den Japanner, zijn onbeperkte heerschappij over Azie moest gedemonstreert worden en waar kon men dit beter doen dan op een plaats als de buitEnlandsche concessies, die als zoodanig toch juist uitingen waren van de minderwaar- digheidspositie van het Aziatisch ras en de heerschappij van het Westen. Dit was in de eerste plaats de beteekenis van de parade van Vrrjdag, die dan ook veel meer tegen de te Sjanghai gevestigde Europeanen en Ameri kanen dan tegen de Chineezen zelf gericht was. Als was de geheele zaak voor de laatst- genoemden wellicht nog het pijnlijkst. Natuurlijk staan de gebeurtenissen van Vrij- dag niet op zich zelf. Zij zijn slechts een scha- kel in een lange keten en meer nog dan dat een illustratie van het verloop van de groote lijn, die onherroepelijk voor dit oogenblik al- thans gaat in de richting van een verminde- ring van de Europeesche invloeden in Azie. Maar dat is een kwestie op zichzelf. Want de vraag, die ten aanzien van de parade hij ieder- eern opkomt is deze: was het noodig dit ver schijnsel te i'llustreeren, was het noodig dit demonstratief aan de geheele wereid te too- nen. Wij kunnen ons begrijpen, dat de Japan ner trots is op de resultaten, die hij voor zijn vaderlamd bereikte. Wij zullen hem het genoe- gen daarvan niet ontzeggen, omdat wij ons be wust zijn, dat vaderlandslieftie voor hem de- zelfde beteekenis heeft als voor ons. Maar wel rijst de vraag of de ware en in zichzelf ver- heiven vreugde geen andere middelen tot haar beschikking heeft om zich te uiten, ja zelfs ziqh Veelal heelemaal niet uit. Wij mogen niet vergeten, dat de grootste koloniale mogend- nieuw, haar onbekend costuum droeg, een nieuwen hoed, dat haar haar anders dan naar gewoonte was opigemaakt en dat haar handen in, een dure mof van hermelijnbont staken. Wat kon dat te beteekenen hebben? (Ze was iets achteruit getretden om Barbera door te laten. Barbara verroerde zich echter niet. In plaats daarvan vroeg een stem, die wel leek op die van Barbara, maar voller en die- per klonk: ..Neemt u mrj niet kwtdrjk ik zou graag juffrouw Barbara Kaiser of anders haar moe der spreken." Het gezicht van de vrouw vertrok zich en onwillekeurig legde zij de linkerhand op haar hart. Genadige Hemel! dat was Barbara niet, die daar voor haar stond en haar vra- gend aankeek. Een vreemde was het. Neen, geen vreemde het gezicht, dat zoo angstig op dat van Barbara leek, kon alleen dat van Maria zijn. ,,Ik ben mevrouw Kaiser," zei ze bevend, ,.mijn dochter Barbara is niet thuis maar komt u binnen." Verder kwam ze niet de opwinding be- nam haar den adem. Een lange en teere, vragende blik mstte op het n ngere en ouwelrjke vrouwengezicht het eerivou'dlig, doch deftig gekieede meisje ging mee de kamer binnen. Francisca was haar zenuwen nauwelijks meer meester. Wat beduidide dit bezoek dit onbe'grijpelijke, onverwachte bezoek? Secondenlang heerschte een zwijgen in het ouderw. tsch gemeubileerde vertrek. Het jonge meisje wierp haar mof op een stoel en trad met een haastiige beweging op de vrouw toe. ..Moeder," zei de diepe, warme stem half g'esmooUd, „Moeder!" (Francisca Kaiser tastte naar steun zoekend, achter zich en vond die tegen de oude com mode. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 1