Varia houders deze zaak werd besproken, heeft de heer Van Bendegem Verklaard, dat deze v r ij behoorlijk was. Nu moet de heer Van Bendegem niet izeggen, dat de weg in orde is. iDe heer P. J. VAN BENDEGEM merkt op, dit gezegd te hebben, doch er bij gezegd te hebben ,,tot de grens van Axel". Zoodra men de gemeente verlaat, wordt de weg slecht. De VOORiZITTEER houdt staande, dat het gedeelte weg vanaf den ProVincialen weg naar Zaamslag bovenop den dijk goed is. Ter plaatse echter waar Dekker gewoond heeft, is de weg slecht. De beer OQGEL wijst er op, dat waar de weg WalsoordenTer Neuzen thans in orde is, de gemeente ook moet zorgen, dat een be- hoorlijke weg aanwezig is om de gemeente te kunnen bereiken. De heer FANOY geeft te kennen, dat de weg nooit in orde zal zijn, zoolang het ge deelte onder de gemeente Zaamslag niet in orde is. De heer DIE JONGE acht het zoo ook niets, dat telkens een stukje met klinkers gelegd wordt. De weg is thans behoorlijk, hij is er voor dezen te laten zooals het thans is. De heer F1ANOY zag liever dat Burgemees- ter en Wethouders zijn voorstel ovemamen, het bedrag van 200 te verwijderen en alleen opderhoud aan dezen weg te besteden door het verleggen van een gedeelte. Deze post kan dan met f 150 verminderen en blijft -er 50 voor onderhoud over. De YOORZTTTER: Wat is nu 50 voor zoo'n ein-d weg De heer OQGEL merkt op, dat het onder houd alles arbeidsloon is. De heer HAMELINK kan het betoog van Burgemeester en Wethouders ondersteunen. Vlak voor de -Rondo Putten is deze weg in-sleeht. Spreker is er ook voor te bezuini- gen, doch indien dat op de verbetering van dezen weg moet gevonden worden, meent spreker, dat zulks toch daar niet thuis behoort. De heer FIANIOY merkt op, dat dat ge deelte slecht is, voor zoover men van de stee- nen af komt, doch het stuk macadamweg ligt heel behoorlijk. De heer DE JONGE stelt voor, dezen post te verwijderen. Zijn voorstel wordt ondersteund door de heeren Fanoy en P. J. van Bendegem. Het wordt aangenomen met 7 tegen 6 stemmen. Voor stemmen de heeren P. J. van Bende gem, Esselbrugge, Fanoy, 't Gilde, Van t Hoff, De Jonge en Oggel; tegen stemmen de heeren De Ruijter, Seghers, C. van Bendegem Van de Bilt, Dieleman en Hamelink. 147. Jaanwedde van den marktmeester. f 17 148. Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen. f 650. ,JDp VOORIZITTER wijst er op, dat van dezen post het bedrag voor fonteintjes wordt afge- trpkken. De heer HAMELINK vindt het heel mooi, als op al die dingen een bedragje te vinden is. Doch spreker heeft enkele vergaderingen terug in den raad gezegd, dat het hier zoo armoedig is. Hij heeft gezegd, het fout te achten, als deze fonteintjes nooit spuiten. Waarom staan ze daar, heeft hij gezegd, als ze niet spuiten, en heeft dan ook voorgesteld, ze op hoogtijen te doen spuiten. Den post voor werkloon vindt spreker bast, al acht hij dien voor die dingen vrij hoog, men is den post nog niet kwijt. En als er al 'n plantsoen bijkomt dan nog kan men zeggen, dat de versiering zeer miniem is Daarom ook zou spreker liever zien, dat er geen verlaging van dezen post moest plaats hebben, daar men dan armslag heeft voor alle eventualiteiten. Mien vormt toch geen ge- meenschap om het elkaar zoo beroerd moge- lijk te maken. Doch juist, om het beter te maken. En indien dan dit tot stand komt, is het naar sprekers meening nog erg mager, Men moet zijn bezuinigingswoede niet tot alle dingen uitstrekken. Spreker verlangt stem ming over dezen post, hij is er tegen, dat er ook maar iets af gaat. De heer P. J. VAN BENDEGEM wil in het kort hierover iets zeggen. Spreker is het met den heer Fanoy eens, dat er veel te veel aan onderhoud wordt besteed. Spreker vindt het 't beste, dat deze post blijft, zooals die bij het afdeelingsverslag wordt voorgesteld te ver- verminderen. En indien dan een en ander kan worden aanbesteed, is spreker van meening, dat het nog wat goedkooper zal komen. Spre ker is in tegenstelling met den heer Hamelink van meening, dat deze post veelverminderd kan worden. Er staat naar sprekers meening veel te veel op voor onderhoud van deze plantsoentjes. De VOORZITTERNu moet u mij niet afvallen! De heer P. J. VAN BENDEGEM is er voor, dezen post op f 500 te houden. De heer DIELEMAN acht die fonteintjes in de eerste plaats geen versiering, doch meer een ontsiering van de plaats. Hij vindt, dat deze bruine steenen geen mooi gezicht bieden. En ze iijn bovendien nooit in dienst, terwijl de fonteintjes er toch zijn om water te geven. De VOORZITTER: U wilt ze zien spuiten! De heer DlEELEMAN meent, dat deze toch iederen Zaterdagmiddag zou den moeten spuiten. IDe heer FANOY merkt op, dat dan toch eerst de waterleiding erbij zou moeten zijn. De heer DIELEMAN: Het water ligt er toch bij! De heer FANOY bedoelt, dat dan eerst een goedkoop tarief zou moeten worden verleend De heer DIELEMAN merkt op, dat deze fonteintjes indertijd toch geplaatst zijn om water te geven. Wat doet men er mee, als er nooit water uit komt? De heer P. J. VAN BENDEGEM is van meening, dat de heer Dieleman kan weten, dat deze fonteintjes water gebruiken en dat dit te duur is. De heer DIELEMAN: Dat wist men toch tevoren De heer P. J. VAN BENDEGEM zegt, dat geprobeerd is, een lager tarief te verkrijgen, dbch dit is niet gelukt. De heer DIELEMAN herhaalt, dat dit toch tevoren geweten was. De heer OGGEL meent, dat als ze iederen Zaterdagmiddag zouden moeten spuiten, er wel een f 1000 op de begrooting zou moeten worden uitgetrokken. De heer DIELEMAN acht het de gekheid gekroond, om deze fonteintjes te hebben staan en ze nooit te gebruiken. De heer P. J. VAN BENDEGEM geeft te kennen, dat men de fonteintjes bij komende festiviteiten misschien nog noodig kan hebben. De VOORZITTER wijst er op, dit Burge meester en Wethouders thans voorstellen, dezen post op 500 uit te trekken. De heer VAN 't HOFF wou nog gaame iets zeggen. Hij heeft zooeven het woord ge- vraagd, doch een ander is voorgegaan. De heer Hamelink heeft voorgesteld, dezen post op f 650 te begrooten inplaats van op 500. Hij zegt nu wel, dat, indien de post niet gebruikt wordt, deze toch in de gemeentekas blijft, doch spreker is bang, dat als deze er eenmaal staat, hij toch gebruikt wordt en dan is er geen over- schot. Als er /650 staat, dan blgft er ook niet veel over. Daarom kan hij zich ook niet vereenigen met het bedrag van 650 en zal hij meegaan met het voorstel van Burge meester en Wethouders om f 500 uit te trekken. De heer HAMELINK verlangt hierover stemming en stelt voor, het nadere voorstel van Burgemeester en Wethouders niet te aan- vaarden. Zijn voorstel wordt ondersteund door de heeren Seghers en C. van Bendegem. De heer SEGHERS wil, afgedacht van het bedrag de vraag stellen, of bij levering in de plaats voortaan aanbesteed wordt. De VOORIZITTER zegt toe, dat boven de f 10 zal worden aanbesteed. Het voorstel van den heer Hamelink, op dezen post een bedrag van 650 te voteeren, wordt verworpen met 4 tegen 9 stemmen. Voor stemmen de heeren Seghers, C. van Bendegem, Dieleman en Hamelink; tegen stemmen de heeren De Ruijter, P. J. van Ben degem, Van de Bilt, Esselbrugge, Fanoy, 't Gilde, Van 't Hoff, De Jonge en Oggel. 149. Aandeel in de kosten van onderhoud van Provinciale en andere wegen. j 1000. 150. Onderhoud van pompen en riolen. 400. De heer VAN 't HOF1F heeft gezien, dat het de bedoeling is, 10 rammelvrije putd'eksels aan te schaffen voor een bedrag van f 200. Spreker heeft ook in de afdeelingsvergadering er op aangedrongen dat inplaats van 10, 5 putdek- sels zouden worden aangeschaft. In het prae- advies heeft hij gezien, dat Burgemeester en Wethouders het niet verantwoord achten, aan dit verzoek tegemoet te komen. Spreker ziet er het gevaar niet Van in, dat eenige putdek- sels minder zouden worden aangeschaft, en dus 5 stuks inplaats van 10. Deze 5 kunnen dan gelegd worden op de plaatsen waar zij het hardste noodig zijn. Het is toch niet zoo erg, dat er eens een deksel rammelt als er een fiets of auto over rijdt. De VOORZITTER wijst er op, dat het vooral bij het passeeren van auto's erg hinder- lijk is, als er zoo'n deksel rammelt, voonal voor degenen, die er vlak bij wonen. De heer VAN 't HOEF wilde voor het erg- ste ook 5 deksels doen bestellen, en de aan- schaffing van de andere 5 overhevelen naar 1939. De VOORIZITTER deelt< mede, dat een en ander door den bouwmeester onderzocht is. Spreker zou de plaatsen met name kunnen noemen, waar de putdeksels gelegd moeten worden. Burgemeester en Wethouders moeten die deksels hebben. Het college staat op het standpunt, dat ze noodig zijn. Wat zou er gebeuren, indien er iemand zijn paard op kapot reed Dan kwam deze naar de ge meente om een nieuw paard. Er zijn ver- scheidene deksels, die zeer slecht zijn. De heer VAN 't HOFF merkt op, dat, in dien Burgemeester en Wethouders zeggen, dat ze noodig zijn, dat Burgemeester en Wethou ders ze moeten hebben, hij zijn voorstel intrekt. 151. Onderhoud en foediening van klokken enz. 50. 152. Kosten van de algemeene begraaf- plaats en kosten van begraving. f 625. De heer DIELEMAN ziet, dat op dezen post is geraamd 250 voor een los werkman. Hij is van oordeel, dat de gemeente daarmede nog voor de helft niet zal toekomen, doch het dub- toele noodig zal hebben. Spreker vraagt zich af, of het niet beter zou zijn, den grafdelver in verband met het bereiken van den pensioen- gerechtigden leeftijd t-e pensloneeren en een vaste man aan te stellen voor de begraaf- plaats. Deze zou dan niet alleen dienst kun nen doen voor het begraven, doch ook zooveel mogelijk het onderhoud van de begraafplaats bijhouden. De VOORZITTER antwoordt, dat de kosten bg elkaar 450 bedragen, nl. /200 voor den grafdelver en 250 voor den los werkman. Indien Burgemeester en Wethouders op het voorstel van den heer Dieleman zouden ingaan, en een vasten man aanstellen, zou deze moeten worden betaald een loon van 16 tot 18 De heer OGGEL: 20! De heer DIELEMAN kan onmogelijk ge- looven, dat men met f 250 voor een los werk man kan toekomen. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Dieleman hieruit ziet, dat de posten niet te hoog worden opgevoerd. Spreker is heel blij, dat de begrooting zoo uit elkaar gerafeld wordt, omdat hieruit blijkt, dat de geraamde bedragen aan den lagen kant zijn. De heer HAMELINK merkt op, dat niet alle posten zoo mager zijn. De heerDIELEMAN handhaaft zijn mee ning, dat deize posten inderdaad aan den lagen kant zijn. De heer SEGHERS wil naar aanleiding van het door den heer Dieleman gesprok-ene den raad geven, den grafdelver aan te houden. De man is op leeftijd en men moet hem niet gaan verplichten bij anderen te gaan De heer VAN 't HOFF vindt dit een zwak punt. De heer SEGHERS moet nog een enkele vraag stellen. Indien men dit zoo laat, kun nen dan later anderen er zich op beroepen? De VOORZITTER antwoordt, dat dit ter beoordeeling van Burgemeester en Wethou ders is. 153. Kosten van de gemeentereiniging. 2740 De heer SEGHERS constate-ert, dat op het onderhoud 'der paarden in de afdeelinsverga- dering f 240 is beizuinigd. Spreker kan zich hiermedie best vereenigen. De VOORZITTER merkt op, dat na de be- sprekingen in de afdeelingen 240 van dezen post is afgenomen. h De heer FANOY is blij, dat deze post met 164. Rente van geldleeningen. 2061,75. 165. Aflossingen van geldleeningen. 4800. De heer VAN 't HOFF komt terug op zijn voorstel betreffende samenvoeging van lee- ningen, waardoor f 1000 wordt bespaard. De VOORZITTER verzoekt den heer Van 't Hoff, zijn voorstel te formuleeren. De heer VAN 't HOFF stelt voor, de lee ning, genoemd onder 2 en die onder 3 af te lossen, voor het totaal resteerend bedrag een nieuwe leening te sluiten, af te lossen met 1000 per jaar, waardoor de aflos daalt met f 1000. De heeren Hamelink en Esselbrugge onder steunen dit voorstel. Het wordt aangenomen met 9 tegen 4 stem- men. Voor stemmen de heeren Seghers, C. van Bendegem, P. J. van Bendegem, Esselbrugge, Fanoy, 't Gilde, Hamelink, Von 't Hoff en De Jonge; tegen stemmen de heeren De Ruij ter, Van de Bilt, Dieleman en Oggel. 166. Verstratingen enz. ten behoeve van de bedrijven en van derden. f 1000. 167. Kosten van de leggers en van de schouw van wegen, voetpaden en waterleidin- gen. 100. 168. Kosten van zegels. f 10. 169. Plaatsen en onderhoud van urinoirs. 60. 170. Teruggaaf van rec-hten of belasting enz. 15. 171. Uitkeering van ziekengelden, inge- volge de Ziektewet. f 75. 172. Kosten van de beerruiming. 750. 173. Toeslag op pensioenen. f 39,20. 174. Storting van v-erhaalde bijdrage voor inkoop van pensioen. f 7,50. Hoofdstuk VII. Eigendommen niet voor den openbaren dienst bestemd. 240 vermindeTd is. Een ding meent spreker -evenwel te moeten vragen. Bij de behandeling van de Vorige begrooting is gezegd, dat de paarden daar weg moesten, want bij den man die ze thans hield, werden ze niet goed ver- zorgd. Nu was er een gemeentewerkman naar spreker meent De Kraker die verstand van paarden had, en aan wien het onderhoud zou worden opgedragen. Niettemin is de post voor onderhoud in 1938 grooter dan in 1936 is uitgegeVen, zoodat spreker tot de conclusie komdn moet, dat het nu hooger komt. De VOORZITTER antwoordt, dat de mede- deeling in het vorig jaar gedaan, daarmede verband hield, dat Burgemeester en Wethou ders hoopten, de paarden in -eigen stallen te houden, waarbij dan De Kraker met het on derhoud zou worden belast. De heer Fanoy weet echter even goed als spreker, dat de gemeente nog over geen stal len beschikt. Burgemeester en Wethouders hebben deze zaak be-keken en besloten, dat, indien men eenmaal over stallen zou beschik- ken, zij dezen persoon met het onderhoud zou den' belasten. Thans moet de gemeente een stal huren en betalen voor het voederen of laten voederen. Daarbij heeft de gemeente de beschikking over een schuur om de karren en wagens te plaatsen, die voorheen in de buiten- lucht stonden, hetgeen er niet bevorderlijk voor was. 161. Kosten enz. 1.366. 162. Kosten van verzekering tegen brand- schade en stormschade. 12,-78. 163. Dijk- en polderlasten. Memorie ter zake van verzekeringen 183. Grondlasten. 40. 184. Dijk- en polderlasten. f 37,50. 185. Kosten van verzekering. 20. 186. Onderhoud en administratie van be- zittingen, niet voor den publieken dienst ge bruikt enz. f 100. De heer SEGHERS merkt op, dat voor deze woning is geraamd 100 voor gewoon onder houd. Hij constat-eert, dat deze post is ver- hoogd. De VOORZITTER antwoordt, dat dit een slecht huis is, dat zijn onderhoud moet hebben. De heer VAN 't HOFF vindt het't beste, er maar niet veel van te zeggen. 187. Innen van renten eniz. 5. 188. Kosten van verzekering tegen brand schade. 3. 189. Rente van geldleening. 315. 190. Aflos van -geldleening. 1250. 191. Teruggaaf van huur of pacht van ge- meente-eigendommen. 100. 192. Couponbelasting voor de rente van kapitalen. 1,02. Hoofdstuk VIII 2. Openbaar gewoon lager onderwijs. 197. Jaarwedden van de onderwijzers. f 10.457. 198. Belooning van vakonderwijzeres. f 300. 199. Huur en ikosten van het instandhouden van onderwijzerswoningen. f 125. 200. Kosten van het instandhouden van schoolgebouwen enz. 450. 201. Aanschaffen en onderhouden van schoolboeken, leermid-delen en schoolbehoeften. 500. 202. Kosten van verlichting, verwarming en schoonhouden der schoolgebouwen. 910. 203. Drinkwater voor schoolgebouwen. 30. 207. Kosten van de Oudercommissie. f 5. 208. Betaling van een vorigen dienst te veel genoten vergoeding van hat Rijk krachtens art. 56 der L. O. Wet 1920. Memorie. 209. Kosten ven verzekering, pensionnee- ring enz. 1117. 210. Kosten van verzekering tegen brand- en stormschade. f 40. 211. Geldleening ten laste van hoofdstuk VIH 2 komende. 150. 212. Aflos van geldleening. 750. 213. Plaatsen van advertentien. Memorie. 214. Onderzoek van sollicitanten en vergoe ding van reiskosten. Memorie. 215. Kosten van invordering van school- gelden. 10. 216. Teruggaaf van schoolgelden. /25. 217. Teruggaaf van portokosten aan het hoofd der openbare lagere school. 10. De heer C. VAN BENDEGEM ziet, dat niets geraamd is, ook niet voor memorie, voor den aanleg van waterleiding in de openbare school. Een voorstel tot aanleg is den raad niet ge- passeerd. De leden zien nu pas, dat in het vorig jaar hiervoor besteed is een bedrag van 150. Spreker heeft de aanleg in de school eens bekeken en moet zeggen, dat deze weinig in orde is en veel te kort komt. Een poosje later werd een voorstel ingediend om voor de school in de Nieuwstraat medewerking in- gevolge art. 72 der L. O.-wet te verleenen tot een bedrag van /520. Spreker was nog zoo nalef, te veronderstellen, dat als dit bedrag werd toegestaan, de aanleg in de openbare school toch zeker niet minder zou ge- schieden. Toen heeft hij dan ook aan dit voorstel minder aan-dacht besteed, doch thans ziet hij, dat voor de bijzondere school een bedrag van 520 is gevoteerd, terwijl de openbare school een bedrag van f 150 vorderde. Spreker zou zoo zeggen, gezien deze bedra gen, dat de aanleg heel wat minder moet zijn, er zijn b.v. in de openbare school geen water- closets. De heer OGGEL: In de Nieuwstraat ook niet! De VOORZITTER herhaalt, dat deze in de Nieuwstraat ook niet zijn aangebracht. De bedragen van 150 en f 520 kan men niet met elkaar vergelijiken. Het bedrag van f 150 is als zoodanig niet juist. De waterleiding is aangelegd met behulp van gemeentewerklui. Dat dit bedrag niet hooger is geworden is h'ierdoor ontstaan. Zoo is b.v. de geheele rio- leering door eigen menschen van de gemeente gelegd. De heer C. VAN BENDEGEM meent, dat dan het geval anders ligt. Spreker gelooft den heer Oggel, als deze zegt, dat in de bijzondere school geen waterclosets zijn geplaatst. dit nader is toegelicht, blijkt, dat de uitgaaf dan ook minder kan zijn. De heer OGGEL wijst er op, dat de open- bare school bovendien minder lokalen heeft. De heer C. VAN .BENDEGEM herhaalt, dat het verschil dan te verklaren is. Hij meende, dit onder de aandacht van Burgemeester en Wethouders te moeten brengen. 3. Openbaar vervolg-onderwijs. 218. Kosten van verzekering. 4,-28. 7. Bijizonder gewoon lager onderwijs 224. Uitkeering aan gemeenten, ingevolge art. 86 der L. O.-wet 1920. 100. 225. Vergoeding van de kosten van in- standhouding van Bijz. scholen, bedoeld in art. 101 nieuw der L. O.-wet 1920. 7110. 226. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 104, le lid der L.O.-wet 1920. f 250. 227. Uitkeering aan andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205 der L. O.-wet 1920. f 400. 228. Rente van waarborgsommen, gestort door besturen van Bijz. scholen. f 396. De heer VAN 't HOFF geeft Burgemeester en Wethouders in oVerweging, desnoods de percentages van dezen post t-e herzien. De VOORZITTER antwoordt, dat deze niet herzien kunnen worden, daar ze bij de wet zijn vastgesteld. De heer OGGEL deelt mede, dat deze rente in het jaar van leening op een bepaald rente- percentage, in verband met den koers van de Nederlandsche Werkelijk -Schuld is vastge steld. De heer VAN 't HOFF meent, dat indien dit aan de wet vast zitt, hierover niet verder valt te praten. 2-29. Rente van geldleeningen. f 2527,28. 230. Aflossing van geldleeningen. f 3060. 231. Teruggaaf van schoolgelden. 50. 232. Kosten' van invordering van school gelden. 30. 9. Bijzonder uitgebreid lager onderwijs. 233. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der LO. Wet 1920. /400. 234. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 104, le lid der L. O. Wet 1920. f 150. 235. Uitkeering aan gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen v-ergoeding bedoeld in art. 205 der L. O. Wet 1920. f 600. De heer DE RUIJTER maakt er op opmerk- zaam, dat hier em kleine telfout is ingeslopen. De VOORZITTER stemt toe, dat het bedrag 6-00 moet zijn, inplaats van 500. 11. Bijzonder voorbereidend onderwijs. 237. S-ubsidie aan of ten behoeve van bij zondere bewaarscholen. 2200. De heer P. J. VAN BENDEGEM stelt voor, de bijdrage te verminderen met f 2,50 per kind. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders geen voorstel hebben. Er waren in bet college 3 verschillende mee- ningen, zoodat dit met geen voorstel komen kon. De heer OGGEL stelt voor, de bijdrage te han-dhaven. De VOORZITTER wijst er op, dat Gedepu- teerd-e Stat-en verlan-gen, dat de bijdrage van 12,-50 op 11,25 per kind gebracht wordt. De heer VAN 't HOFF zal er niet veel van zeggen, hij is er voor, de bijdrage te hand- haven op 12,50. De heer FANOY is van meening, dat hier over reeds uit'voerig is gesproken. De raad heeft zijn standpunt in dezen bepaald. Verder wensclrt spreker er in 't geheel niet over te spre ken. De heer VAN 't HOFF stelt voor, de subsi- die op 12,50 te houden. De heer P. J. VAN BENDEGEM zal ook over zijn standpunt niet veel zeggen. Hij stelt voor, de subsidie met f 2,50 te verminderen. Het voorstel van den heer P. J. van Bende gem wordt gesteund door d-e heeren De Jonge en 't Gilde en verworpen met 3 tegen 10 stemmen. Voor stemmen de heeren P. J. van Bende gem, *t Gilde en De Jonge; tegen stemmen de heeren De Ruijter, Seghers, C. van Bendegem, Van de Bilt, Dieleman, Esselbrugge, Fanoy, Hamelink, Van't Hoff en Oggel. iHet voorst-sl van den heer Van 't Hoff om de subsidie -ongewijzigd te han-dhaven wordt aangenomen met 10 tegen 3 stemmen. Voor stemhien de heeren De Ruijter, Seghers, C. van Bendegem, Van de Bilt, Diele man, Esselbrugge, Fanoy, Hamelink, Van 't Hoff en Oggel; tegen stemmen de heeren P. J. van Bendegem, 't Gilde en De Jonge. voor, dezen post te hand-haVen, zonder meer. De heer OGGEL: Dit verzoek wordt gedaan in verband met den stand der fimancien. De heer HAMELINK wil hieromtrent iets vragen. Het is niet de eerste maal, dat een dergelijk verzoek is ingekomen. Bij een vorige begrooting was ook een dergelijk verzoek in gediend. Spreker was toen van meening, dat het nog maar heel kort zou duren, of de school zou vallen onder de rljkssubsidieregeling. Waar de vereeniging thans deize bijdrage vraagt voor dekking van het tekort, rijst bij hem de vraag of de bedoelde regeling dan voor die school nog niet in working is. De he;r OQGEL meent, dat deze bijdrage wondt gevraagd ter dekking van het tekort in vorige jaren. De VOORZITTER gelooft, dat deze "school nog niet is gelijkgesteld. De heer HAMELINK meent, dat indien zulks wel het geval zou zijn, er geen grond meer aanwezig is, nog subsidie te Verleenen. Spreker vermoedt, dat het bestuur het niet onmogelijk achtte, dat indien dez-e bijdrage werd aangevraagd, die op de begrooting zou word-en geplaatst. De VOORZITTER zegt toe, dat, indien de leden zouden meenen, dat de school gelijkge steld is, zij genegen zijn, dit nog eens te be- kijken. De heer FANOY meent, dat de raad de bij drage zou kunnen voteeren, onder voorwaarde, dat nog geen rijkssubsidie wordt ontvangen. De VOORZITTER deelt omtrent post 243 mede, dat -een wethouder voorstelt, dezen post te schrappen. Hij vraagt den leden, of deze ermede accoord gaan, den post te hand- haven. De heer P. J. VAN BENDEGEM verklaart zich tegen dezen post. De heer FANOY Verzoekt inlichtingen om trent een technische kwestie. Hij heeft opge- merkt, dat deze post voorkomt onder ,,Mid- delbaar On-derWijs". De VOORZITTER antwoordt, dat deze in- richting daaronder ook wordt gerekend. Deze h-£et dan ook ,,leergang". 15. Nijverheidsondenwijs. 244. Subsidie voor scholen voor het lager nijverheidsonderwijs. f 250. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders ingevolge de gedachte in de afdeelingen geuit, dezen post hebben ge bracht van f 250 op 400. Hij vraagt of de leden hiermede accoord kunnen gaan. 245. Bijdrage aan gemeenten in de kosten van het lager nijverheidsonderwijs. 2000. 16. Onderwijs, kunsteh en wetenschappen, 246. Uitgaven voor volksfeesten. Memorie. 247. Subsidie aan muziekkorpsen. 300. 248. Onderhoud van muziektenten en speeltuinen. 100. (Wordt Vervolgd.) 12. Lager onderwijs. 238. Kosten der commissie tot wering van schoolverzuim. f 135. De heer C. VAN BENDEGiBM zou gaarne zien, dat de presentiegelden werden afge- schaft. Hij stelt dit ook voor. Verder zou spre ker gaarne Vernemen hoeveel presentieg; Id aan de leden der commissie tot wering van schoolverzuim wordt verleend. Naar hij meent is dit de eenige commissie, waarvan de leden presentiegeld krijgen. Dit voorstel wordt ondersteund door de hee ren 't Gilde en Hamelink. De heer VAN 't HOEF deelt mede, dat niet zooV-eel presentiegeld wordt verleend. Spreker heeft er geen bezwaar tegen, dat deze presen tiegelden wohden afgeschaft en dat gratis ge daan moet worden. Met algemeene stemmen wordt het bedrag van 90 voor presentiegelden geschrapt. 239. Kosten van schoolfeestjes en reisj-es. 250. 240. Tegemoetkom-ing in of vergoeding van de kosten van onderwijs als bedoeld In art. 13, le lid der L. O. Wet 1920. f 900. 13. Middelbaar onderwijs. 241. Bijdrage in de kosten van RH.B.S. als bedoeld in art. 36 quater sub 4 der wet op het middelbaar onderwijs. f 5000. De VOORIZITTER deelt mede, dat aanvan- kelijk geraamd was voor bijdrage in de kosten der R. :H. B. S. -een bedrag van 5000. In de afdeelingeq is aanmerking gemaakt op dezen post, en werd de Verwachting uitgesproken, dat deze beneden de begrooting zou blij'ven. Spreker heeft hierop de kosten der laatste 3 jaren nagegaan. Den middag nadat de afdee lingsvergadering was gehouden, kwam bericht binnen dat 22 leerlingen de R. H. B. S. bezoe- ken1, en dat hiervoor noodig zou zijn een he- drag van pl.m. 5850. De heer ESSELBRUGGE vraagt, waar aan de R. 'H. B. S. is toegevoegd -een voorbereiden- de klasse, of dit wellicht een middel is om kunstmatig het leerlingenaantal op te voeren en of de gemeente ook verplicht is, hierin bij te dragen. De VOORIZITTER antwoordt, dat dit ook voor Burgemeester en Wethouders een puzzle is. Burgemeester -en Wethouders hebben een brief aan het departement gericht, of voor de leerlingen van de voorbereidende klasse ook een zelfde bedrag moet worden bijgedragen als voor de -leerlingen der R. H. B. S., doch wachten nog op antwoord. De heer ESSELBRUGGE meent, dat on- danks het feit, dat geen antwoord is ontvan gen, Burgemeester en Wethouders toch het uitgetrokken bedrag hebben verhoogd met f 850, Hij vraagt zich af, of Burgemeester en Wethouders verwachten, dat het antwoord be- vestigend zal luiden, en daarom deze leerlin gen wel hebben meegerekend. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders niets verwachten. Het is lets nieuws. Burgemeester en Wethouders weten nog niet, wat het antwoord zal zjjn. De heer EANOY meent, dat het een parti- culiere vereeniging is, die deze voorbereidende klasse heeft gesticht. De VOORZITTER is van oordeel, dat er ver- moedelijk geen leerling uit d-eze gemeente op de voorbereidende klasse zal gaan. Dez-e zaak is in onderzoek. 242. Kosten van handelsonderwijs. j 300. 243. Kosten van landbouwonderwijs. 200. De heer P. J. VAN BENDEGEM stelt voor, de posten 242 -en 243 te laten vervallen. De VOORZITTER deelt meide, dat hij post 242 ter sprake komt het verzoek der Katho- lieke Middelbare Handelsdagschool om een subsidie in het jaar 1938 tot dekking van het tekort over 1936 te verleenen, tot een bedrag van S 120.62, naar verhouding van het a-antal leerlingen, dat de school bezoekt. De m-eerder- heid van Burgemeester en Wethouders stelt TWEE LEVENDE LIJKEN. Eenigen tijd geleden heeft, meldt de N. R. Crt., een rechercheur van den Rottordamschen vreemdelingendlenst een jongeman aangehou- den, een buitenlander, die geen papieren en g-een geld ble-ek te bezi-tten en welke jongeman hier verder met den naam Jantje Wordt aan- gedui'd, omdat -de politie er prijs op stelt, dat in verthalen als deze geen nationaliteiten wor den genoemd. Jantje werd naar het hoofdlbureau van politie overgebraoht, waar hij vertelde met een vrien-d hier Pletje genoemld een kanotociht te hebben gemaakt, welke zeer tra- gisdh was geeindigd. Pietje was van een an dere nationaliteit dan Jantje en de twee vrienden hadden elkaar leeren kennen in een hotel, ergens in het buitenland, in welk hotel Jantje liftboy was. Toen hij gedaan kreeg had hij met Pietje af gesproken een verren .kano- tocht te gaan maken. Samen waren zij vele rivieren afgezakt, tot'dat zij bij Lobith ons land waren komen binnen vallen. Ter hoogte van Arnhem wfilden zij hun kiano achter een sleepboot hangen, maar de manoeuvre mis- luk-te; de kano kapseisde en Jantje en Pietje raakten te water. Jantje werd opgepikt door de sleeplboot Elisabeth. Van Pietje is niets meer gezien, zoodat Jantje meende te moeten aannemen, dat Pietje was verdronken. De Elisabeth had hem te Vreeswij-k aan land ge- zet, waarna hg te voet naar Arnhem was teruggekeerd. Daar had hij vergeefs naar zijn vriend gezocht en tenislotte was hij alleen naar Rotterdam gegaan, wat het uiteindelijke doel van de reis was geiweest. Maar hier was Jan tje, zooals gemel-d, door de politie opgepikt. De politie stelde een onderzoek in, maar te Arnhem bleek niets bekend te zijn van een omgeslagen kano en tenslotte heeft men Jan tje als ongewensohte vreemdeling over de landsgreruzen gezeit, in de rich-ting van het land, waar ihij Volgens zijn zeggen thuis hoorde. Kort daarcjp ontmoette dezelfde rec-her^jheur die Jantje had aangehouden, een meneer die hetm vertelde, dat hij op reis naar Duitsch-land, aan de grens iets zonderlings had meege- maakt. Bij hem in den coupd had een jonge man gezeten, die op het moment, waarop de Duitsc-he douane de passen kwam coiftrolee- ren, welisiwaar zijn pas had laten zien, maar die tegelijkertijid een andere pas had wegge- moffeld. De douane had dit gezien en het ge- volg was geweest, dat men den jongeman aan de politie had oVergeigeven. Daar had hij ver- teld, dat hij met een vriend, die van een an dere nationaliteit was als hij, een verre kano- reis had gemaakt, welke zeer tragisch was af- geloopen. Ter hoogte van Arnhem was de kano, bij een poging om het ranke bootje ach ter een sleep'boot vast te maken, gekapseisd, met het gevolg, dat beid-e jongemannen te water waren geraakt. D-eze jongeman was door een sleeplboot opgepikt, maar zijn vriend was waarschijnlijk verdroriken. Hij had al- thans niets meer van hem gehoord of gezien. De weggemoffelde pas had den verdronken vriend behoord. De Duitsche politie meende, dat het lang niet uitgesloten was, dat de aange-houdene, teneinde in het bezit te komen van de pas van zijn reisgenoot, een moord had gepleegd en daarom werd de jongeman opgeslot-en. Zoodra dit beri-dht hier bij den Vreemde- lingendienst bekend was, heeft men zich met de Du-i-tsche politie in verbinding gesteld en toen -bleek, dat men daar niet Jantj-e, maar Pietje had opgesloten. Nu zou het voor de hand liggen om te ver onderstellen, dat de twee jongelui elkaar bij het omslaan van de kano zijn kwijt geraakt; dat ie-der op een sleepboot terecht is gekomen en dat de -een van den ander heeft veronder- steld, dat er een ongeluk was gebeurd. Maar daar staat tegenover, dat de verhalen van Pietj-e en Jantje op tal van on'derdeelen be- langrij-ke afwijkingen vert-oonen, wat bij het overleg tusschen de Duitsche en de Neder landsche politie is komen vast te staan. Wel heeft men de verdenking tegen Pietje kunnen laten vallen, zoodat deze jongeman thans weer op vrije voeten is, maar de politie zou toch gaarne nog eens wat nadere iplichtingen heb ben van de hemanning van de sleepboot Elisa beth en van de ongenoemde sleep'boot, die dan Pietje zou hebben opgepikt.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 6