o
liever niet ziien. Welliclht is het bij de behan
deling d- r begrooting mogelijk een andere
weg te vinden.
De heer FANOY stelt voorop, dat ook hij
zeer cnsymtpathiek staat tegen een belasting-
veito-o-oging. Hij acht het ook zijn plich't, te
trachten hieraan te ontkomen. En slaagt
rn n hierin nie't heelemaal, dan toch dient men
de verhooging zoo goring mogelijk te doen
zijn. Dat -welli-cht de vermindering van den
af 1:03 met 1000, die de .heeren Van 't Hoff en
Hamelink 'in het 'debat gebracht hebben, niet
door Ge'de-puteerde Staten goedgekeurd zullen
worden, geeft spreker toe. Maar Gede.pu-
teedde Statem 'hebben wel goedgekeurd, dat
buitenigew-oon werd afgelo-st, en op een ver
keerde leening. Dit is toch het vorig jaar of
dit jaar ige'beurd. En dan is het niet een
cadeautje, dat Gedeputeerde Staten den raad
doen, doch iveeleer het goedmaken van een
font. De heer Hamelink wi'l in tegenstelling
met dem heer Van 't 'Hoff (het onttarekende be-
drag nemen uit de reserve. het niet an-
dens kan, zal bet moeten, doch sipreker zag
gaame met cijfers vebduidelijkt het voorstel,
dat de heer Van 't Hoff gedaan heeft.
Inderdaaad moet men erkennen, dat er een
goede leant aan is. Indien een bedrag voor
een Vol jaar igeraamd wordt, erkent men hier-
mede, dat men op het standpunt staat, dat
ook over een vol jaar steun wordt uitgekeerd.
Sipreker heeft de opmerking van den heer
Qggel niet ten voile 'begrepen, en naar hij ver-
moedt, ook de heer Van 't Hoff niet. Hot Rijk
draagt 61,1 in de kosten van steuiwerlee-
ning ibij en spreker meent vernomen te heb
ben, dat de heer Van 't Hoff dit bedrag wil
verminderen van 44.000 tot 38.000. Is nu,
door deize mindere u'itkeering het gevolg zoo-
danig, dat d'e coefficient van 61,1 dan niet
wtordt verkregen, doch een geringer bedrag,
met de kans dat de gemeente naar verhouding
me-cr moet bijipassen. En is het andenzijds
zoo, dat indien de gehieente meer uit'keert dan
44.000, de kams zou bestaan, dat de coeffi
cient niet verhoogt?
Want dan is de gemeente in den aap ge-
logeerd. Dan schiet men er niet mee op, als
de raad bezuinigt, en het rijk neam't de be-
staan'de verhouding niet in acht.
De VOORZITTER wijst er op, dat men ook
niet vergeten moet, dat voor 1938 minder is
geraamd dan voor 1937. Met deze omstan-
digheid hebben Bungemeester en Wethouders
reeds rekehing gehoifden.
De heer FA.-NOY constateert, dat vorig jaar
is geraamd 51.000 terwijl nu 45.000 ge
raamd wordt. En komt hiertvan dan ook een
minder percentage aan 'de gemeente ten
goede-? Spreker heeft den heer Van 't Hoff
niet duidelijk begrepen, en wil verder ook
gaarne weten, wat van zijn voorstel de con-
sequenties zijn.
De beer VAfN 't HOFF zal den heer Fanoy
gaame inlichten. Sipreker heeft gerekend op
40 we'ken, dat steun zal worden uitgekeerd.
Rekening houdend met hetizelfde aantal ge-
Steunden, dat in de begrooting is geraamd
komt hij aan een minder bedrag dan op de
begrooting is uitgetrokken van 6300. Waar
die steun u'itkeering door het Rijk en de ge
meente wordt gedragen, is een gedeelte hier-
van voor het Rijk en een ander voor de ge
meente, De heer Fanoy zegt, dat het Rijk
61,1 bij'draagt en zoodoende schiet er voor
de gemeente ongeveer f 2500 voordeel over
am het juist te berekenen /2240.
De -heer DE RUIJTER vindt idi't een heele
som. Ook indien het bedrag van f 38.000 juist
zou zijn en het Rijk vergoedt b.v. 6 minder,
dan wordt dit een daling van 2000. Want
dan wordt over de heele boel de uitkeering
minder, en blijft het grootSte voordeel in den
zak van het Rijk, terwijl de gemeente kans
loopt er later bij te moeten passen.
De heer FANOY constateert, dat He 61,1
die tlhans op de begrooting staat, minder
wordt, indien minder wordt geraamd. Daarom
Wil spreker ook 'weten, welke consequenties
dat voorstel hebben kan. Want indien de uit-
gaiven met /6500 verlagen, dan verlagen deee
niet over die 16500, doch over bet voile be
drag van 38.000. Dit bedrag moet men dan
nemen en daar b.v. 6 van nemen. Dat is
gauw uitgerekend.
De heer VAN 't HJO'FF deedt mede, dat dit
neerkomt op ongeveer 1400.
D'e VOORZTTTER geeft den raad, dit over
te laten aan Bungemeester en Wethouders.
Het college meent, dit bedrag noodig te
hebben.
De heer FANOY wenscht het juiste percen
tage te weten bij bedragen als door den heer
Van 't Hoff in zijn voorstel gence-m'd. Thans
kan hij dit niet overzien.
De VOORZITTER merkt cip, dat hij de for-
mule niet i'n den raad kan voorlegtgen. Niet
de raad moet dit bedrag vaststellen, doch
Burgemeester en Wethouders moeten bij de
behantdeling der begrooting zeggen, wat zij
vermoedelij-k noodig izullen hebben.
De heer DE RUUTBR moet .ernstig waar-
schuWen niet te gaan in de richting van den
heer Van 't Hoff en geen experiment te gaan
ondernemen. Waar zou men dan blijven Als
die uitkeering daalt, daalt ook het percentage
dat het Rijk uitkeert en dan zou men de kans
hebben, dat de heele besparing weg was en
men uiteindelijk de gemeentekais zou moeten
aansipreken om een tekort te dekken.
Men moet trachten de discussies zuiver te
houden -en in -het belang der gemeente te ont
komen aan een hefting van 200 opcenten,
doch men moet dit niet doen op posten, die
voor de gemeente noodlotti'g zouden rworden.
Gehoord het college Ivan Burgemeester en
Wethouders geeft spreker den heer Van
't Hoff den raad, zijn voorstel terug te nemen.
De h:er VAN 't HOEF geeft te kennen, dat
het voor hem heel gemakkelijk is, zijn voor
stel terug te nemen, want dan zal hij zich aan-
siuiten hij het voorstel van den heer Hamelink,
om het ontlbre'kendie te nemen uit de reserve.
Dat is nog veel gemakkelijker. Naar sprekers
overtuiging echter -zit er een batig saldo in
deze begrooting, en dat komt er ook uit. Het
is nu nog veel gemakkelijker, zich aan te slui-
ten bij het voorstel van den heer Hamelink.
Dan is men nog veel safer.
De heer FANOY merkt op, dat het dan
daarom goed komt in 194-0.
De VOORZITTER raa'dt aan, zich te ont
houden van een experiment, zooals de heer
Van 't Hoff voorstelde. Hij stelt voor de be
grooting artikelsgewijize te behandelen.
De heer HAjMElLINK Wil dan evenWel
gaame nog iets zeggen. Er zijn belangrijke
dingen in het -debat gebracht.
De VOORZITTER vraagt of de heer Hame
link dit niet kan behan'delen bij de artikels-
gswijze behandeling van de begrooting.
De heer HIAMIEILtlNKDan zou ik bij ieder
artikel een speechje moeten houden. Hij ver-
voiigt, dat 'de Voorzitter heeft gezegd, dat
men -nu sparen moet. De logica hiervan ont-
gaat spreker. Men zal toclh moeten erken
nen, dat men hier de ergste crisis doormaakt
die men oolt gehad heeft. Men leest van .ex
po rtbedrtijVen, en in de grootere steden in ver-
sdhillende d'eelen van ons land, dat er v-erbete-
ring is, en cok 'de conjunctuurlijnen 'bewegen
zich vrij kort in opgaaride lijn, zoodat
verwacht mag worden, dat binnenkort ver-
betering zal kemen. Docih ook al zou het zoo
blijven, dan leeft men hier nog in een tijd van
deprassie en om in tijden van ideprEssie extra
te isparen, daarVan ontgaat spreker de logica.
Dan zegt de 'Voorzitter, dat Ge'deputeerde
Staten -het niet zullen goedkeuren, dat 'de re
serve wordt aangesproken.
De VOORZITTERDat doen ze ook niet!
De heer HAMBDINIK vervolgt, dat hij hier
van niet zoo zeker is. Gedeputeerde Staten
hebben dit wel gedaan. 'Zij hebben toclh ook het
re-serveipotjs verdeeld in 1937 en 193-8. Wat be-
treft het verminderen van de bedragen voor
steunuitkeering, staat spreker op hetizelfde
standipunt als de heer De Riuijter. Wat noodig
is, is noodig, en Of dit bedrag overbodig is,
Wie zal het zeggen De gemeente heeft een
potjis gereserveerd voor sledhte tijden, het is
nu een slechte tdj'd.
Fsycho'loigisch acht spreker het bovendien
ook niet het juiste moment cm tot verhooging
der belasting over te gaan. Men kan nu wel op
goede gronden zeggen, dat de verhooging niet
het ge'vclg is van den raadhuisbouw, doch het
vol-k reageert niet op vaste g-egevens, doch op
gevoelens. En -een buitenstaander zou daarin
een gegronde re'den kunnen vinden om op de
verhooging der -belasting te reageeren.
Dan vindt verder de voorzitter -de verscbui-
ving der leeningen een verkeerde politiek.
Hierop zou spreker precies kunnen zeggen
Wat de beer Fanoij gezegd heeft. De raad
heeft de leening ongem-otiV-eerd verkort. In
dien een leening 30 jaar loopen moet en deze
is in 15 jaar afgelost, dan is er siprake van,
dat er een font is -begaan en moet men deze
ook dunven herstelien.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
Hamelink een ding vergeet. De z.g. verkeerde
leening was die met het hoogste rentetype.
De beer HAMELINK antwoordt, dat indien
men een nieuwe leening moet sluiten, h-et wel
lioht mogelijk -is tegen een nieuw rentetype te
leenen. Men zou b.v. een leening van f 9000 a
4 kunnen aflossen en hierVoo-r een nieuwe
leening sluiten tege-n 3% Den heeft men
nog een Winst Van f 15. In'dien men -een fout
maakt, moet men die tegenover de heele we-
reid willen erkennen en niet in de gemaakte
fouten verstarren.
Oo-k de Voonzitt'er kan er spreker stemt
het toe niets aan doen, dat het geoni-ddelde
der Person-eele Belasting lager ligt dan het-
geen hier woidt geh-even, doch de Voorzitter
zal spreker toch wel toe-stemmen, dat Axel ten
cupzichte van Ter Neuzen heel wat achteraan-
komt.
De VOORZITTERWat hedoelt u?
De Iheer HAMEUNK antwoordt, dat b.v.
aan de steunverleening, schoohroeding en
kleeding eniz. Ter Neuzen heel wat meer doet
dan deze gemeente. En hiervan heeft men de
cijfers niet globaal, doch deze bedragen 175
tot 210 opcenten.
En indien men dan ziet, dat een gemeente,
die in gemeentepolitiek voorgaat, zooals Ter
Neiuizen, niet on'gunstig tegen onze gemeente
afsteekt, dan zou Axel, als de raad de door
Bu-rgemeeister en Wethouders voorgestel'de
politiek Voerde, er zeer o-ngunstig af komen.
Spreker meent een zeer acceptabel voorstel te
hebben gedaan. Het voorstel van den heer Van
t Hoff noem'd-e 'hij in eerste instantie een ex
periment, hij noemt het nu nog zoo. Hij zegt:
laat de heer Van 't Hoff doen als wij en een
fo-ut erkennen, die ik weet bet met de
beste bed'oelihgen is begaan.
De heer VAN 't HOEF moet een scheeve
voorstelling reohtzetten. Hij zal het zeer in
het kort doen, want hij weet, dat hij niet lang-
dradiig mag worden. De Voorzitter zegt, 'dat
de leening met -het hoogste percentage is ar-
gelost met 15000. Spreker moet dit bestrij-
den, want dit is een leening van 4 terwijl
nog een ander leerling van 4% niet is af-
gelolst. Sipreker zegt, dat Zijn voorstel betrof
een leening van 4 terwijl er nog een andere
van 4H '/r stond. De heer Hamelink zegt, dat
sprekers Voorstel een experiment zou zijn,
doch hiermede is hij het niet eens. Het zal
blijken, dat hetgeen hij gazegd heeft, wel waar
zal zijn. Hij zal het evenwel niet op een stem
ming laten aankomen.
Vedder wenscht spreker te vra-gen of het
percentage der werkloozensteun, waarin het
rijk hijdraagt, over 1937 reeds bekend is.
De VOiORZITTBR antwoordt, dat dit pas
na 1 Janiuari a.s. bekend wordt. -Dan kan men
pas de fonmule gaan berekenen.
Hiema worth overgegaan tot de artikels-
gewij-ze behandeMn-g der begrooting.
Waar niet anders vermeld, worden de ver-
schillende posten geacht -met algemeene stem-
men te zijn aangenomen.
UITGAVEN.
Hoofdstuk I.
Vroegere diensten.
3. Achterstallige uitgaven van vorige
dienstjaren. Memorie.
Hoofdstuk II.
Algemeen beheer.
10. Jaarwedde van den burgemeester.
4315.
11. Jaarwedde van de wethouders. 560.
Jaarwedde van den secretaris. 4315,
Jaarwedde van den ontvanger. 1940.
Presentiegelden der leden van den raad.
12.
1-3.
14.
325.
15. Jaarwedden van de ambtenaren ter
seretarie en de bod'en. f 5512,50.
16. Schrijf- en bureaubehoeften, briefpor-
ten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven.
630.
17. Druk- en bindwerk. f 52-5.
De -heer FANOY stelt voor, dezen post op
500 te zetten. Vorig jaar is hierop uitgegeVen
460.
De VOORZITTERDodh daarvoor 566.
De h-ee-r FANOY geeft te kennen, dat in'dien
Burgeme-ester en Wethouders maar over 500
bes-dhikken, zij ook niet meer op kunnen
maken.
De VOORZITTER deelt mede, dat hetgeen
Burgemeester en Wethouders hier geraamd
hebben, -redelijkerWijEe noodig zal zijn.
-De iheer FANOY wenscht te weten waaro-m.
De VOORZITTER antwoordt, dat 'de raming
voor 1937 bijna is hereikt, terwijl 1937 nog
n-iet afgeloo-pen is.
De 'heer FANOY meent, dat, op -grand van
goe'de feiten, dat bedrag niet noodig zal zijn.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit
absoluut niet het geval zal zijn. Voor 1937
heeft men thans feitelijk al te weimg.
-De heer FANOY st-eilt voor, f 25 van dezen
post af te doen.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit is on-
Iderzo-cht en besproken door den secretaris, d-e
•wetlh-ouders en spreker, waarbij men van oor-
'deel was, dat hetigeen geraam'd wordt, n-oodig
en noodzakelijk is.
De heer SEGHERS geeft te kennen, dat, ge-
zien hetgeen in 1936 noodiig was, spreiker niet
kan meegaan met een verlaging van dezen
post met f 25.
De heer F1ANOY merkt op, ook de uitgave
Voor 1936 serie-us te hebben bekeken. Als 1936
duur was, des te meer kans, dat 1938 niet
duur izal zijn, en met minder kan worden vol
staan.
De VOORZITTER wijst er op, dat ook van
de zijde van -Burgemeester en Wethouders is
gezegd, 'dat zij een en ander serieuis hebben
bekeken.
iHet voorstel van den beer Fanoy wordt
ondersteun'd -door den heer 't Gi'lde.
Daar het niet voloende ondersteund wordt,
kan het geen onderwerp van iberaa-dslaging
uitmaken.
18. Onderhoud en schoonhouden van het
gemeentehuis. 400.
De heer SEGHERiS vraagt, of deze post niet
hoog geraamd is, met h-et oog op de ve-rlbou-
wing van het stadbuis.
-De VOORZITTER antwoordt, dat in de af-
deelingen hierover ook gesproken is. De vraag
is ook voor Burgemeester en Wethouders,
welke raming zullen wij toepassen? Spreker
geeft den raad, dezen post onigeveer te laten
staan, dan kan men later zJie-n, wat noo-dig is.
De heer SEGIHERS geeft toe, dat -e-en -der-
gelijke vraag in de afdeelingen gestel'd is, doch
spreker heeft deze niet bijgewoond.
De VOORZITTER deelt tmede, dat de be-
doeling is, de s-ecretarie tijdens 'den bouw van
het stadhuis -onder te brengen in de openbare
scih'ooi. De kinderen moeten dan naar de loka-
len boven. Wat hiervoor noo-dig zal zijn, weten
Burgemeester en Wethouider-s ook niet.
De heer C. VAN BENDEGEM geeft te ken
nen, in de afdeelingsverga'd-ermg ook aanmer-
kingen te hebben gemaakt op dezen post, -en
dat een nader .voorstel om 100 op dezen post
te verminderen, is ingediend. Spreker is er niet
voor of tegen, doch acht het fout, die f 100 op
dezen post te ramen. Deze zou dan moeten
wor'den geraam-d -op post 202, onderwijs. Er
dient natuurlijk een zeker bedrag te worden
uitgetrokken -voor ondeihoud, hetgeen be-
schouwd kan worden als een soort inkomst
van de openbare school. Nu kan men zeggen,
dat het gelrjk is, -waar bet af gaat, als er maar
bezunigd wordt, doch dan ziet men over het
h-oof'd, dat deize pest beinvloed het totaal he-
drag, -dat ten bate van de openbare school is
'bestee'd en als zoodanig is het wei degelijk niet
gelijk, waarop dit geraamd wordt.
De heer OGGEL is van meening, dat het
hetzelfde blijft. De werkizaamheden voor het
ondeihoud van het gemiee'ntehuis moeten
toch -ook verricht worden en dat zal ook het
geval zijn, als de secretaire in de openbare
school wordt ondergebracht. De bedoeling is,
3 lokalen van de openbare school hiervoor in
gebruik te nemen. Men heeft daar alles ineen.
Zoodoende acihten Burgemeester en Wethou
ders hie-t gewettigd, dezen post eenigseins te
•verminderen en met een vermindering van
100 op f 200 te brengen. Het aanvankelijk
geraamde bedrag achtten Burgemeester en
Wethouders teveei, daar m'inistens een half
jaar de secretaire in de sch-ool gehouden zal
worden en al's men alles onder edn dak heeft,
vermlndert dit ook het werk, dat voor onder
houd moet worden verricht.
De heer C. VAN BENDEGEM antwoordt,
dat het daarover niet loopt. Het gaat er niet
om of, nu de secretarie in de openbare school
zal worden ondergebracht, alle lokalen moeten
woid-en schoongehouden ten behoeve van de
secretarie. Dat moet toch gebeuren. Doch
sprekers bedoeling is, dat, indien deiZen post
wordt verm'indeid, de venm-ind-eilng moet
plaats heibben ten bate van het openbaar lager
onderwijs.
De VOORZITTER licht tee, dat de heer
Van Bendegem dit bedrag liever verminderd
zag op een anderen post.
Burgemeester en Wethou'ders hebben toe-
ge-given aan den drang, die van de zijde van
den raad op hen werd u'itigeoefend en hebben
dezen post verminderd. Er zijn evenwel leden,
die -dit op een anderen post in mindering ge
bracht willen zSen. Doch de vraag is ook voor
Burgemeester en Wethouders deze: met hoe-
v-eel moet dit bedrag verminderd worden.
De heer OGGEL geeft te kenn-en, dat het
voor hem persoonlijk hetzelfde blijft.
De heer FANOY merkt op, dat het een
ander geval zijn zal, of het onderhoud ook
minder is.
De VOORZITTER raadt aan, eens te zien,
hoe het verder afio-opt.
De heer C. VAN BENiD-EG-EM is h-et er niet
mee eens-, dat het er niet toe doet, op welke
post de (vermindering plaats heeft. Dat er ver
minderd wordt, d-aarmeide kan spreker accoord
gaan. Doch indien dit geschiedt op den post
v-oor onderwijs, is dit van -invloed op hetgeen
de gemeente voor het bijzonder onderwijs be-
talen moet en op de kosten per leerling. In
dien dus de vermindering plaats heeft op den
p-oSt voor onderwijs, heeft -de gemeente de
kans, dat er veel meer beizudniigd wordt en dat
enkele dubbeltjes vermindering voor de bij-
zon'dere school afgaan.
De heer D-E RUIJTER meent, dat men deze
zaak juist moet stellen. Indien deze post met
100 wordt verlaagd, moet dit inderdaad
plaats h-ebben niet op post 18, maar op post
202. Spreker stelt voor, deze verlagin-g vast
te houden, -Burgemeester en Wethouders
gaven toe, dat deze post verlaagd k-an wor
den, doch indien dan verlaagd,' moet zulks op
Volgno. 202 gebeuren.
19. Onderhoud en aankoop van meubelen
voor het gemeentehuis. 25.
20. Verlichting en verwarming. f 200.
21. Abonnement op het Staatsblad, Prov.
blad en de dag-, .week- of maan-dbladen en de
aankoop -van boe-ken. 150.
22. Archief. f 15.
23. Aanplakken en omroepen. 50.
24. Plaatsen van advertenties. f 100.
25. Reis- en verblijfkosten. 85.
26. Kosten van zegels. f 10.
27. Onkosten en eventueele rechten vallen
de op postrekeningen. 10.
28. Abonnement-en op de telefoon en kosten
van telefoongesprgkk-en. f 300.
De heer FANOY stelt voor, de verhuiskos-
ten voor de telefoon te verminderen. Dit is bij
spreker ook igebeutd en h-eeft f 8,75 gekost.
W-aarcm ihet thans f 50 moet zijn, is spreker
niet -duidelijk.
De VOORZITTER antwoordt, dat prijs is
geVraagd om de teilefoons te verhu-izen en
weer terug te verhuizen en dan i-s dit bedrag
noodig.
-De heer FANOY merkt op, dat het terug
verhuizen waarschijnlijk niet in 1938 zal
plaats hebben.
De SECRETARIS deelt mede, dat prijs is
gevraagd, -en medegedeeld is, dat die kosten
zullen bedragen J 25 iper toestel heen en terug
De heer FANOY meent, het goed voor te
hebben, als hij veron'derstelt, dat de tele-
foons in 1938 niet terug zullen ziijn.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat of-
fi-c-ieeil is v'asitg-estiEld- dat f 50 noPdig zal zijn
De heer FANOY vraagt den Voorzitter, hoe
hij u'itrekent, dat dat in 1938 zal zijn.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burge
meester en Wethouders -gemeend -hebben, dit
zoo te moeten ramen.
De heer FANOY acht d-it niet juist.
29. Contrib-utie aan de vereeniging van
Nederl. Gemeenten. 101.
30. Kiezerslijsten en het uitoefenen van
kiesverrichtingen. f 25.
31. Verteringen ten behoeve van het bureau
van stemopneming. Memorie.
33. Kosten van de dubbelen der leggers en
plans van het kadaster. f 10.
34. Bezoldiging: van den ambtenaar van den
Burgerlijken Stand. 602.
35. Overige kosten van den Burgerlijken
Stand, f 50.
36. Kosten van de bevolkingsregisters en
huisnummering. 140.
37. Kosten van verzekering tegen ongevaJ-
len en invaliditeit. f 1.
39. Premien ingevolge de Zie-ktewet. Me
morie.
42. Uitkeering van ziekengelden ingevolge
de Ziektewet. Memorie.
43. Kosten van verzekering tegen brand-
schade. f 4,50.
44. Kosten verzekering tegen wettelijke
a-ansprakelijkbeid. Memorie.
47. Grondlasten. f 10.
48. Dijk- en polderlasten. 2,50.
50. Toeslag op pensioenen. Memorie.
-52. Bijd'ragen voor ei'gen- en weduwen- en
weezenpensioen. f 2360.
54. Bijdrage van inkoop van pensioen. f 136.
56. Bijdrage voor inkoop van pensioen als
annuiteit. 206,01.
-57. Renten van geldleeningen. 1222,50.
Be heer P. J. VAN BENDEGEM wenscht
geacht te worden, tegen dezen post te hebben
gestem'd. Spreker Is tegen het bouwen van
een n'ieuw stadhuis en zal ook niet helpen, de
gelden er voor te voteer-en.
De VOORZITTER kan respecteeren, dat de
heer Van Bendegem tegen een bepaald voor
stel is, do-ch dan mag de heer Van Bendegem
nog niet weigeren, mede te werken aan de uit-
voering van een raad-sbesluit.
De heer P. J. VAN BENDEGEM merkt op,
dat men ml-s-s-chien mag praten, dat de bouw
van een nieuw stadhuis niet in verband st-aat
met de verhooging der belasting, doch spreker
is daarentegen van meening, dat een stuk Van
de verhooging der belasting wel met dit feit
in .verband staat.
58. Aflos-sing van geldleeningen. f 400.
59. Premie voor verzekering tegen inbraak
diefstal en fraude. f 42,50.
61. Couponbelasting. f 25.
62. Kosten wegens verificatie van kas en
boeken van den gemeente-ontvanger. 225.
63. Kosten van officieele ontvangsten. f 100.
64. Kosten van geneeskundige behandeling
en keuring van ambtenaren en beambten. f 10.
65. Kosten van het officieel raadsverslag.
300.
De heer DE RUIJTER herinnert aan zijn
voorstel, dezen post met 100 te verlagen.
De VOORZITTER deelt mede, dat in Burge
meester en Wet'h-ouders deze aange'.egenheid
is bespro-ke-n, en dat spreker zich naar aan-
leidin-g daarv'an met de firma P. J. van de
Sande in verbinding heeft ge-steld. Hierop is
ont'vangen een uitfvoerig schrij-v-en, luiden-de
N'aar aanleiiding van uwe telefonisch ge-
stelde vraag, betreffen-de mkrimpmg der no-
tulen, ter verkrij-ging van een aanmerkelijke
besparing qp de kosten van levering ctier no-
tulen, Iheb ik de eer het vol-gende onder uwe
aandaoht te .brengen:
Na-dat ruim 40 jaar geleden het samenstel-
len van de raad-sverslagen volgens het thans
nog gevolgde systeem door onidergeteekende
was ingevoerd, bleken deze voor de lezers van
ons blad eene attractie te zijn. Na die van den
gemeenteraad van Ter Neuzen werden die
ook aldus samengesteld voor uwe en enkele
andere gemeenten waar ons blad bijzondere
bel-angen ha'd.
Die verslagen ha-dden tot gevolg, dat ook
de notulen der desbetreffende gemeenten uit-
voeriger werde-n samengesteld en den vorm
g-ingen aanne-men van een co-pie der raadsver-
s-lagen, waarvan het voorlezen geruim-en tijd
vorderde.
Om dat tijd'verlies, nood'ig voor het zitten
luisteren naar de voorlezing te ontgaan, maar
ook omdat het als een .algemee-n belang werd
beischouwid, dat de raadsleden ieder voor zic-h
ten alien tijlde -zouden ku-nnen beschikken over
de notulen, teneinti-e izi-ch bij voorkomende ge-
legenlheden te kunnen orienteeren hoe Voor-
tijd's over een aangelegenheid was gesproken
en toe-sloten en deze notulen documentaire
waabd-e hebben, rees het verl-angen naar ge-
idrukte -notulen, overeenkomstig het systeem
'der verslagen in de Ter Neuzensche Courant.
Dit leid-de tot besprekingen en onderhande-
lingen (met den .uitgeVer, waarvan ook het met
uwe igeimeente gesloten contract een gevolg is
D-e uitgever is daarbij van de vero-nderstelling
ui'tgega-an, dat hij het venslag, dat hij nood'ig
heeft voor zijn blad, eventueel na correctie,
wilde lCveren als notulen der gemeente, tegen
een -prijs die geen rekening ho-u-dt met het
werk -dat noodig is voor het cjpnemen van het
verslag in de courant, doch waarvoor aan de
-gemeenten alleen in rekening w-oridt gebracht
den arbeid die aan de notulen wordt besteed
n a d a t het verslag in de courant is ver-
sefhenen.
In de calculatie van den door de gemeente
betaalden prrjs is dus niet begrepen de kos
ten van het samens-telilen van het verslag of
eenige kosten voor het zetten, doch zijn all6dn
in aanmerkmg genomen -de kosten van het
verVaardigen en toezenden der drukproeVen
aan de leden en vei'der die van het vervaardi-
gen en leveren der -d-efinitieVe notulen.
-Bij bespreking Ihieromtrent ter drukkerij
bleek mij, dat op den ivOor dat werk bereken-
den matigen prijs iriiet meer te bezuinigen valt.
Ter andere zijde bestaat oruzerzij'ds bezWaar,
in verband met de popularitedt der raad-sver
slagen, in het door ons gevolgde systeem voor
ons iblad verandering te brengen en die ver
slagen ajanzienilij-k te bekorten.
Onzerzij'cte zien wij dus geen mogelijkbeid
tot een veix^ere beiperking der kosten te
komen. t
Voor wat betreft een andere oplossing die
'door u ward besproken, het samenstellen van
notulen vail beperkter inbou'd, moeten wij u
opmerke-n, dat dan vo-or dergelijke notulen,
aangezien die spec'iaal voor uwe gemeente
zouden jnoeten woid-en vervaaindigd, a 11 e -s
dat ten bate daarvan zo.u nood'ig zijn, van af
bet samen'stellem tot aan de afleverin-g van
-een aantal exemplaren, zou moeten worden
betaald. Wlanneer idergelijk verslag zou wor
den gedru'kt zouden daarop dus drukken de
aan'zienlijke zetkosten, d-ie al spoedig tenge-
volge zouden hebben d-at het le'veren van de
notulen in plaats, van tot besparing a-anleiding
te geven integendeel duur der zouden wor
den. Zou men genoegen willen nemen met een
Vermen'igvurdiglng -der notu-len mldd-els de
cyclostyle, dan -heeft men er rekening mede te
houden, dat mbet vervallen het in drukproe-f
geven, omdat dan geen verandering mogelijk
is, en dat ten silotte nog ongerekeri-d den tijd
dien in het stencelen moet worden ibesteed, de
ko-sten der grond-st-offen ook n-iet onbeteeke-
nend zijn.
iHet komt rnJij voor, dat het voordeel dat
men op die wijtze zou kunnen bere-iken, in de
iveiste verte in geen verhouding zo-u staan tot
hetgeen men min'der zou krijgen zoowel in
k'walitei-t als in kWantiteit in vergelijking met
de tegenwoordige notulen.
Het komt dus hierop ne-er, dat, indien de
notulen niet op dezelfde wijze werden verzorgd,
dit nog niet zeggen wil, dat het goedkooper is.
De heer DE RUIJTER handhaaft zijn voor
stel, dezen post met 100 te verminderen.
Spreiker heeft nagegaan, dat hiervoor in 1934
f is®, in 1935 309 en in 193-6 156 is uitge-
igeven. Indien men over deze drie jaar de kos
ten samentelt, komt men dus tot een bedrag
van f 600 voor de notulen, hetgeen neerkomt
oip gemiddeld 200 per jaar. Afgedacht van
de besprekingen in de commissie, meent spre
ker dat globaal een bedrag van f 200 mag wor
den aangenomen. Het eene jaar is bet wat
booger dan het andere jaar, doch dit zit hier-
in, dat er meer of minder vergaderingen zijn
gehouden.
De heer FANOY handhaaft zijn voorstel, in
de afdeelingsvergaderin-g gedaan, om de no
tulen te laten vervallen en hiervoor zakeljjke
notulen in de plaats te stellen, die op de secre
tarie samengesteld kunnen worden. Een be
drag van f 300 zal hiervoor niet noodig zijn.
Natuurlijk zullen er kosten gemaakt moeten
worden voor stencils enz., doch dit zal geen
hooger bedrag dan ongeveer 100 vergen. De
uitgebreide notulen hebben geen nut. Spreker
stelt dan ook voor, zakelijke notulen in te
voeren.
De heer HAMEUNK meent zich hiert-egen
te moeten verzetten. De documentaire waarde
der notulen zou daardoor verloren gaan. Men
is niet altij-d op de hoogte van gevallen, die
zich in het verleden hebben voorgedaan en be-
schikt daarvoor in de notulen over gegevens.
Als leidraad hebben deze groote waarde. Spre
ker acht het v-erkeerd, te bezuinigen op een
bedrag dat in de lucht hangt. In de afdeelin
gen heeft hij gezegd en zegt dit ook nu, dat
de samensteller in een beperkt verslag steeds
terug te vinden is. Bovendien gaat brj een der-
gelijk verslag de documentaire waarde ver
loren.
De heer VAN 't HOFF heeft deze zaak ook
terdege overwogen en is tot de conclusie ge-
komen, dat indien de notulen en verslagen op
de secretarie zouden moeten worden vervaar-
digd, het de vraag is, of dit wel een bezuini-
ging -zal beteekenen. Er is reeds enkele malen
gezegd, dat de secretarie reeds overbelast is,
en indien dan daardoor er sprake van zou zijn,
dat er nog iemand bij zou moeten komen,
meent spreker, dat de gemeente dan nog veel
meer kwijt is, want dan kan het niet gebeuren
voor het bedrag, dat nu uitgegeven wordt,
doch moet er extra nog een beetje bjj. En dan
is men duurder uit. Spreker vindt hetgeen er
thans voor is uitgetrokken niet zoo'n ontzet-
ten-d bedrag, dodh heeft er bezwaar tegen, dit
op »de secretarie, gezien de wenkzaamheden,
waar niet veel meer bij moet komen, of er is
een kracht meer noodig, te doen verrichten.
Want dan komt men tekort en is duurder uit.
Alleen uit dat oogpunt moet spreker zich er
tegen verklaren. Indien het voorstel van den
heer De Ruijter, die uitgerekend heeft, dat het
jaarlijks f 200 gemiddeld kost, op goede gron
den berust, kan spreker er mee instemmen,
dat deze post verminderd wordt. Als even
wel Burgemeester en Wethouders beweren, dat
zij werkelijk 300 noodig hebben, kan spreker
er zich ook bij neerleggen.
De heer DE RUIJTER: De heer Van 't Hoff
is gemakkelijk!
De heer FANOY antwoordt op de opmer
king betreffende overbeiasten der secretarie,
dat iemand die voor gemeente-secretins leert,
eerst op een gemeente-secretarie gewerkt moet
hebben als volontair, voor hij aangesteld kan
worden. In antwoord aan den -heer Van 't Hoff
op zijn gedacht, dat de gemeente duurder uit
kan zijn, zegt hij, dat men dan een volontair
kon nemen. Te Ter Neuzen heeft men er ver-
scheidene. Dit is niet een profiteeren, want
iemand, die gemeente-secretaris wil worden,
weet, dat hij dat doen moet, anders kan hij
geen examen doen.
De heer VAN 't HOFF: Dat is een ander
gezichtspunt.
De heer DIELEMAN wil vooral om het
groote nut de notulen in hun tegenwoordigen
vorm behouden. De tijd waarop zij verschijnen,
is echter niet in orde. In deze vergadering
nog heeft men notulen van drie voorgaande
vergaderingen moeten vaststellen. Er wordt
goed voor betaald, dus mag toch zeker wel
verwacht worden, dat de notulen minstens
voor elke vergadering verschijnen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat zijn
bezwaar tegen deze notulen is, dat er passages
in voorkomen, die eigenlijk niet gesproken zijn.
Het overkomt spreker wel eens, dat hij zich
afvraagt, of sommige dingen precies wel zoo
gezegd zijn. Sprekers indruk is, dat hoe lan-
ger de notulen worden, hoe minder duidelijk
deze zijn.
De heer P. J. VAN BENDEGEM heeft den
volgenden gedachtengang. Het-geen de heer
Fanoy zegt is ook zoo. Iemand die secretaris
wil worden, moet eerst volontair geweest zijn.
Spreker kan er mee meegaan, het voorge-
stelde bedrag te verminderen tot f 100.
De heer DE RUIJTER is voor behoud van de
tegenwoordige notulen. Niet dat er geen fou
ten in zijn, doch spreker meent, dat de scha-
duwzijden nog grooter zouden zijn, indien dit
op andere wrj-ze geschiedde. Om dit werk naar
de secretarie over te hevelen, zou naar de
meening van enkele leden geen cent kosten
met zich brengen, doch de historie leert wel,
dat dit niet zoo is. Er moet materiaal aange-
schaft worden, er moet een vergoeding ge-
geven worden, enz.
Op grond van de door spreker genoemde
cijfers over 3 jaar meent hij, dat het gerehht-
vaardigd is, dezen post te verminderen met
f 100 en de tegenwoordige notulen te hand-
haven.
De heer OGGEL is er ook voor, de uitge
breide notulen te handhaven.
De heer De Ruijter baseert zijn voorstel op
de kosten over 3 jaar, doch spreker wijst er
op, dat er ook 1 jaar bij is, dat 300 heeft
gekost. Het is ook best mogelijk, dat in 1938
f 300 uitgegeven zal moeten worden. Uit de
door den beer De Ruijter gegeven opsommirig
blij-kt wel, dat een bedrag van /300 noodig
kan weizen. Naar sprekers meening gaat het
er hier om, de notulen te handhaven, of ze af
te sohaffen.
De heer DE RUIJTER is het hiermede met
eens.
De heer FANOY meent, dat er dan minder
o-epraat zou kunnen worden.
De heer OGGEL herhaalt, dat er toch een
jaar geweest is, dat de kosten 300 hebben
bedragen.
De heer DE RUIJTER: Doch de kosten
bedroegen in doorsnede f 200.
De heer OGGEL merkt op, dat men dan op
den duur zou moeten vergaderen om te beslis-
sen, of men in den loop van het jaar nog ver
gaderingen zou houden.
De heer FANOY stelt voor, zakelijke
notulen in te voeren en het geraamde bedrag
terug te brengen tot 100 welk bedrag voor
stencils en andere benoodigdheden noodig zal
zijn.
Dit voorstel wordt onders-teund door de
heeren P. J. van Bendegem en P. de Jonge
Het wordt verworpen met 3 tegen 10 stem-
men.
Voor stemmen de heeren P. J. van Bende
gem, Fanoy en De Jonge; tegen stemmen de
heeren De Ruijter, S-eghers, C. van Bendegem.
Van de Bilt, Dieleman, Esselbrugge, 't Gilde,
Hamelink, Van 't Hoff en Oggel.
Het voorstel van den heer De Ruijter, de
raming op dezen post met f 100 te verminde
ren, wordt gesteunid door de heeren Seghers en
Van de Bilt en aanvaardt met 8 tegen 5
stemmen.
Voor stemmen de heeren De Ruijter, Seghers,
C. van Bendegem, Van de Bilt, Dieleman.
Esselbrugge, Van 't Hoff en De Jonge, tegen
stemmen de heeren P. J. van Bendegem,
Fanoy, 't Gilde, Hamelink en Oggel.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
(Wortlt vervolgd.