o liever niet ziien. Welliclht is het bij de behan deling d- r begrooting mogelijk een andere weg te vinden. De heer FANOY stelt voorop, dat ook hij zeer cnsymtpathiek staat tegen een belasting- veito-o-oging. Hij acht het ook zijn plich't, te trachten hieraan te ontkomen. En slaagt rn n hierin nie't heelemaal, dan toch dient men de verhooging zoo goring mogelijk te doen zijn. Dat -welli-cht de vermindering van den af 1:03 met 1000, die de .heeren Van 't Hoff en Hamelink 'in het 'debat gebracht hebben, niet door Ge'de-puteerde Staten goedgekeurd zullen worden, geeft spreker toe. Maar Gede.pu- teedde Statem 'hebben wel goedgekeurd, dat buitenigew-oon werd afgelo-st, en op een ver keerde leening. Dit is toch het vorig jaar of dit jaar ige'beurd. En dan is het niet een cadeautje, dat Gedeputeerde Staten den raad doen, doch iveeleer het goedmaken van een font. De heer Hamelink wi'l in tegenstelling met dem heer Van 't 'Hoff (het onttarekende be- drag nemen uit de reserve. het niet an- dens kan, zal bet moeten, doch sipreker zag gaame met cijfers vebduidelijkt het voorstel, dat de heer Van 't Hoff gedaan heeft. Inderdaaad moet men erkennen, dat er een goede leant aan is. Indien een bedrag voor een Vol jaar igeraamd wordt, erkent men hier- mede, dat men op het standpunt staat, dat ook over een vol jaar steun wordt uitgekeerd. Sipreker heeft de opmerking van den heer Qggel niet ten voile 'begrepen, en naar hij ver- moedt, ook de heer Van 't Hoff niet. Hot Rijk draagt 61,1 in de kosten van steuiwerlee- ning ibij en spreker meent vernomen te heb ben, dat de heer Van 't Hoff dit bedrag wil verminderen van 44.000 tot 38.000. Is nu, door deize mindere u'itkeering het gevolg zoo- danig, dat d'e coefficient van 61,1 dan niet wtordt verkregen, doch een geringer bedrag, met de kans dat de gemeente naar verhouding me-cr moet bijipassen. En is het andenzijds zoo, dat indien de gehieente meer uit'keert dan 44.000, de kams zou bestaan, dat de coeffi cient niet verhoogt? Want dan is de gemeente in den aap ge- logeerd. Dan schiet men er niet mee op, als de raad bezuinigt, en het rijk neam't de be- staan'de verhouding niet in acht. De VOORZITTER wijst er op, dat men ook niet vergeten moet, dat voor 1938 minder is geraamd dan voor 1937. Met deze omstan- digheid hebben Bungemeester en Wethouders reeds rekehing gehoifden. De heer FA.-NOY constateert, dat vorig jaar is geraamd 51.000 terwijl nu 45.000 ge raamd wordt. En komt hiertvan dan ook een minder percentage aan 'de gemeente ten goede-? Spreker heeft den heer Van 't Hoff niet duidelijk begrepen, en wil verder ook gaarne weten, wat van zijn voorstel de con- sequenties zijn. De beer VAfN 't HOFF zal den heer Fanoy gaame inlichten. Sipreker heeft gerekend op 40 we'ken, dat steun zal worden uitgekeerd. Rekening houdend met hetizelfde aantal ge- Steunden, dat in de begrooting is geraamd komt hij aan een minder bedrag dan op de begrooting is uitgetrokken van 6300. Waar die steun u'itkeering door het Rijk en de ge meente wordt gedragen, is een gedeelte hier- van voor het Rijk en een ander voor de ge meente, De heer Fanoy zegt, dat het Rijk 61,1 bij'draagt en zoodoende schiet er voor de gemeente ongeveer f 2500 voordeel over am het juist te berekenen /2240. De -heer DE RUIJTER vindt idi't een heele som. Ook indien het bedrag van f 38.000 juist zou zijn en het Rijk vergoedt b.v. 6 minder, dan wordt dit een daling van 2000. Want dan wordt over de heele boel de uitkeering minder, en blijft het grootSte voordeel in den zak van het Rijk, terwijl de gemeente kans loopt er later bij te moeten passen. De heer FANOY constateert, dat He 61,1 die tlhans op de begrooting staat, minder wordt, indien minder wordt geraamd. Daarom Wil spreker ook 'weten, welke consequenties dat voorstel hebben kan. Want indien de uit- gaiven met /6500 verlagen, dan verlagen deee niet over die 16500, doch over bet voile be drag van 38.000. Dit bedrag moet men dan nemen en daar b.v. 6 van nemen. Dat is gauw uitgerekend. De heer VAN 't HJO'FF deedt mede, dat dit neerkomt op ongeveer 1400. D'e VOORZTTTER geeft den raad, dit over te laten aan Bungemeester en Wethouders. Het college meent, dit bedrag noodig te hebben. De heer FANOY wenscht het juiste percen tage te weten bij bedragen als door den heer Van 't Hoff in zijn voorstel gence-m'd. Thans kan hij dit niet overzien. De VOORZITTER merkt cip, dat hij de for- mule niet i'n den raad kan voorlegtgen. Niet de raad moet dit bedrag vaststellen, doch Burgemeester en Wethouders moeten bij de behantdeling der begrooting zeggen, wat zij vermoedelij-k noodig izullen hebben. De heer DE RUUTBR moet .ernstig waar- schuWen niet te gaan in de richting van den heer Van 't Hoff en geen experiment te gaan ondernemen. Waar zou men dan blijven Als die uitkeering daalt, daalt ook het percentage dat het Rijk uitkeert en dan zou men de kans hebben, dat de heele besparing weg was en men uiteindelijk de gemeentekais zou moeten aansipreken om een tekort te dekken. Men moet trachten de discussies zuiver te houden -en in -het belang der gemeente te ont komen aan een hefting van 200 opcenten, doch men moet dit niet doen op posten, die voor de gemeente noodlotti'g zouden rworden. Gehoord het college Ivan Burgemeester en Wethouders geeft spreker den heer Van 't Hoff den raad, zijn voorstel terug te nemen. De h:er VAN 't HOEF geeft te kennen, dat het voor hem heel gemakkelijk is, zijn voor stel terug te nemen, want dan zal hij zich aan- siuiten hij het voorstel van den heer Hamelink, om het ontlbre'kendie te nemen uit de reserve. Dat is nog veel gemakkelijker. Naar sprekers overtuiging echter -zit er een batig saldo in deze begrooting, en dat komt er ook uit. Het is nu nog veel gemakkelijker, zich aan te slui- ten bij het voorstel van den heer Hamelink. Dan is men nog veel safer. De heer FANOY merkt op, dat het dan daarom goed komt in 194-0. De VOORZITTER raa'dt aan, zich te ont houden van een experiment, zooals de heer Van 't Hoff voorstelde. Hij stelt voor de be grooting artikelsgewijize te behandelen. De heer HAjMElLINK Wil dan evenWel gaame nog iets zeggen. Er zijn belangrijke dingen in het -debat gebracht. De VOORZITTER vraagt of de heer Hame link dit niet kan behan'delen bij de artikels- gswijze behandeling van de begrooting. De heer HIAMIEILtlNKDan zou ik bij ieder artikel een speechje moeten houden. Hij ver- voiigt, dat 'de Voorzitter heeft gezegd, dat men -nu sparen moet. De logica hiervan ont- gaat spreker. Men zal toclh moeten erken nen, dat men hier de ergste crisis doormaakt die men oolt gehad heeft. Men leest van .ex po rtbedrtijVen, en in de grootere steden in ver- sdhillende d'eelen van ons land, dat er v-erbete- ring is, en cok 'de conjunctuurlijnen 'bewegen zich vrij kort in opgaaride lijn, zoodat verwacht mag worden, dat binnenkort ver- betering zal kemen. Docih ook al zou het zoo blijven, dan leeft men hier nog in een tijd van deprassie en om in tijden van ideprEssie extra te isparen, daarVan ontgaat spreker de logica. Dan zegt de 'Voorzitter, dat Ge'deputeerde Staten -het niet zullen goedkeuren, dat 'de re serve wordt aangesproken. De VOORZITTERDat doen ze ook niet! De heer HAMBDINIK vervolgt, dat hij hier van niet zoo zeker is. Gedeputeerde Staten hebben dit wel gedaan. 'Zij hebben toclh ook het re-serveipotjs verdeeld in 1937 en 193-8. Wat be- treft het verminderen van de bedragen voor steunuitkeering, staat spreker op hetizelfde standipunt als de heer De Riuijter. Wat noodig is, is noodig, en Of dit bedrag overbodig is, Wie zal het zeggen De gemeente heeft een potjis gereserveerd voor sledhte tijden, het is nu een slechte tdj'd. Fsycho'loigisch acht spreker het bovendien ook niet het juiste moment cm tot verhooging der belasting over te gaan. Men kan nu wel op goede gronden zeggen, dat de verhooging niet het ge'vclg is van den raadhuisbouw, doch het vol-k reageert niet op vaste g-egevens, doch op gevoelens. En -een buitenstaander zou daarin een gegronde re'den kunnen vinden om op de verhooging der -belasting te reageeren. Dan vindt verder de voorzitter -de verscbui- ving der leeningen een verkeerde politiek. Hierop zou spreker precies kunnen zeggen Wat de beer Fanoij gezegd heeft. De raad heeft de leening ongem-otiV-eerd verkort. In dien een leening 30 jaar loopen moet en deze is in 15 jaar afgelost, dan is er siprake van, dat er een font is -begaan en moet men deze ook dunven herstelien. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Hamelink een ding vergeet. De z.g. verkeerde leening was die met het hoogste rentetype. De beer HAMELINK antwoordt, dat indien men een nieuwe leening moet sluiten, h-et wel lioht mogelijk -is tegen een nieuw rentetype te leenen. Men zou b.v. een leening van f 9000 a 4 kunnen aflossen en hierVoo-r een nieuwe leening sluiten tege-n 3% Den heeft men nog een Winst Van f 15. In'dien men -een fout maakt, moet men die tegenover de heele we- reid willen erkennen en niet in de gemaakte fouten verstarren. Oo-k de Voonzitt'er kan er spreker stemt het toe niets aan doen, dat het geoni-ddelde der Person-eele Belasting lager ligt dan het- geen hier woidt geh-even, doch de Voorzitter zal spreker toch wel toe-stemmen, dat Axel ten cupzichte van Ter Neuzen heel wat achteraan- komt. De VOORZITTERWat hedoelt u? De Iheer HAMEUNK antwoordt, dat b.v. aan de steunverleening, schoohroeding en kleeding eniz. Ter Neuzen heel wat meer doet dan deze gemeente. En hiervan heeft men de cijfers niet globaal, doch deze bedragen 175 tot 210 opcenten. En indien men dan ziet, dat een gemeente, die in gemeentepolitiek voorgaat, zooals Ter Neiuizen, niet on'gunstig tegen onze gemeente afsteekt, dan zou Axel, als de raad de door Bu-rgemeeister en Wethouders voorgestel'de politiek Voerde, er zeer o-ngunstig af komen. Spreker meent een zeer acceptabel voorstel te hebben gedaan. Het voorstel van den heer Van t Hoff noem'd-e 'hij in eerste instantie een ex periment, hij noemt het nu nog zoo. Hij zegt: laat de heer Van 't Hoff doen als wij en een fo-ut erkennen, die ik weet bet met de beste bed'oelihgen is begaan. De heer VAN 't HOEF moet een scheeve voorstelling reohtzetten. Hij zal het zeer in het kort doen, want hij weet, dat hij niet lang- dradiig mag worden. De Voorzitter zegt, 'dat de leening met -het hoogste percentage is ar- gelost met 15000. Spreker moet dit bestrij- den, want dit is een leening van 4 terwijl nog een ander leerling van 4% niet is af- gelolst. Sipreker zegt, dat Zijn voorstel betrof een leening van 4 terwijl er nog een andere van 4H '/r stond. De heer Hamelink zegt, dat sprekers Voorstel een experiment zou zijn, doch hiermede is hij het niet eens. Het zal blijken, dat hetgeen hij gazegd heeft, wel waar zal zijn. Hij zal het evenwel niet op een stem ming laten aankomen. Vedder wenscht spreker te vra-gen of het percentage der werkloozensteun, waarin het rijk hijdraagt, over 1937 reeds bekend is. De VOiORZITTBR antwoordt, dat dit pas na 1 Janiuari a.s. bekend wordt. -Dan kan men pas de fonmule gaan berekenen. Hiema worth overgegaan tot de artikels- gewij-ze behandeMn-g der begrooting. Waar niet anders vermeld, worden de ver- schillende posten geacht -met algemeene stem- men te zijn aangenomen. UITGAVEN. Hoofdstuk I. Vroegere diensten. 3. Achterstallige uitgaven van vorige dienstjaren. Memorie. Hoofdstuk II. Algemeen beheer. 10. Jaarwedde van den burgemeester. 4315. 11. Jaarwedde van de wethouders. 560. Jaarwedde van den secretaris. 4315, Jaarwedde van den ontvanger. 1940. Presentiegelden der leden van den raad. 12. 1-3. 14. 325. 15. Jaarwedden van de ambtenaren ter seretarie en de bod'en. f 5512,50. 16. Schrijf- en bureaubehoeften, briefpor- ten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven. 630. 17. Druk- en bindwerk. f 52-5. De -heer FANOY stelt voor, dezen post op 500 te zetten. Vorig jaar is hierop uitgegeVen 460. De VOORZITTERDodh daarvoor 566. De h-ee-r FANOY geeft te kennen, dat in'dien Burgeme-ester en Wethouders maar over 500 bes-dhikken, zij ook niet meer op kunnen maken. De VOORZITTER deelt mede, dat hetgeen Burgemeester en Wethouders hier geraamd hebben, -redelijkerWijEe noodig zal zijn. -De iheer FANOY wenscht te weten waaro-m. De VOORZITTER antwoordt, dat 'de raming voor 1937 bijna is hereikt, terwijl 1937 nog n-iet afgeloo-pen is. De 'heer FANOY meent, dat, op -grand van goe'de feiten, dat bedrag niet noodig zal zijn. De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit absoluut niet het geval zal zijn. Voor 1937 heeft men thans feitelijk al te weimg. -De heer FANOY st-eilt voor, f 25 van dezen post af te doen. De VOORZITTER deelt mede, dat dit is on- Iderzo-cht en besproken door den secretaris, d-e •wetlh-ouders en spreker, waarbij men van oor- 'deel was, dat hetigeen geraam'd wordt, n-oodig en noodzakelijk is. De heer SEGHERS geeft te kennen, dat, ge- zien hetgeen in 1936 noodiig was, spreiker niet kan meegaan met een verlaging van dezen post met f 25. De heer F1ANOY merkt op, ook de uitgave Voor 1936 serie-us te hebben bekeken. Als 1936 duur was, des te meer kans, dat 1938 niet duur izal zijn, en met minder kan worden vol staan. De VOORZITTER wijst er op, dat ook van de zijde van -Burgemeester en Wethouders is gezegd, 'dat zij een en ander serieuis hebben bekeken. iHet voorstel van den beer Fanoy wordt ondersteun'd -door den heer 't Gi'lde. Daar het niet voloende ondersteund wordt, kan het geen onderwerp van iberaa-dslaging uitmaken. 18. Onderhoud en schoonhouden van het gemeentehuis. 400. De heer SEGHERiS vraagt, of deze post niet hoog geraamd is, met h-et oog op de ve-rlbou- wing van het stadbuis. -De VOORZITTER antwoordt, dat in de af- deelingen hierover ook gesproken is. De vraag is ook voor Burgemeester en Wethouders, welke raming zullen wij toepassen? Spreker geeft den raad, dezen post onigeveer te laten staan, dan kan men later zJie-n, wat noo-dig is. De heer SEGIHERS geeft toe, dat -e-en -der- gelijke vraag in de afdeelingen gestel'd is, doch spreker heeft deze niet bijgewoond. De VOORZITTER deelt tmede, dat de be- doeling is, de s-ecretarie tijdens 'den bouw van het stadhuis -onder te brengen in de openbare scih'ooi. De kinderen moeten dan naar de loka- len boven. Wat hiervoor noo-dig zal zijn, weten Burgemeester en Wethouider-s ook niet. De heer C. VAN BENDEGEM geeft te ken nen, in de afdeelingsverga'd-ermg ook aanmer- kingen te hebben gemaakt op dezen post, -en dat een nader .voorstel om 100 op dezen post te verminderen, is ingediend. Spreker is er niet voor of tegen, doch acht het fout, die f 100 op dezen post te ramen. Deze zou dan moeten wor'den geraam-d -op post 202, onderwijs. Er dient natuurlijk een zeker bedrag te worden uitgetrokken -voor ondeihoud, hetgeen be- schouwd kan worden als een soort inkomst van de openbare school. Nu kan men zeggen, dat het gelrjk is, -waar bet af gaat, als er maar bezunigd wordt, doch dan ziet men over het h-oof'd, dat deize pest beinvloed het totaal he- drag, -dat ten bate van de openbare school is 'bestee'd en als zoodanig is het wei degelijk niet gelijk, waarop dit geraamd wordt. De heer OGGEL is van meening, dat het hetzelfde blijft. De werkizaamheden voor het ondeihoud van het gemiee'ntehuis moeten toch -ook verricht worden en dat zal ook het geval zijn, als de secretaire in de openbare school wordt ondergebracht. De bedoeling is, 3 lokalen van de openbare school hiervoor in gebruik te nemen. Men heeft daar alles ineen. Zoodoende acihten Burgemeester en Wethou ders hie-t gewettigd, dezen post eenigseins te •verminderen en met een vermindering van 100 op f 200 te brengen. Het aanvankelijk geraamde bedrag achtten Burgemeester en Wethouders teveei, daar m'inistens een half jaar de secretaire in de sch-ool gehouden zal worden en al's men alles onder edn dak heeft, vermlndert dit ook het werk, dat voor onder houd moet worden verricht. De heer C. VAN BENDEGEM antwoordt, dat het daarover niet loopt. Het gaat er niet om of, nu de secretarie in de openbare school zal worden ondergebracht, alle lokalen moeten woid-en schoongehouden ten behoeve van de secretarie. Dat moet toch gebeuren. Doch sprekers bedoeling is, dat, indien deiZen post wordt verm'indeid, de venm-ind-eilng moet plaats heibben ten bate van het openbaar lager onderwijs. De VOORZITTER licht tee, dat de heer Van Bendegem dit bedrag liever verminderd zag op een anderen post. Burgemeester en Wethou'ders hebben toe- ge-given aan den drang, die van de zijde van den raad op hen werd u'itigeoefend en hebben dezen post verminderd. Er zijn evenwel leden, die -dit op een anderen post in mindering ge bracht willen zSen. Doch de vraag is ook voor Burgemeester en Wethouders deze: met hoe- v-eel moet dit bedrag verminderd worden. De heer OGGEL geeft te kenn-en, dat het voor hem persoonlijk hetzelfde blijft. De heer FANOY merkt op, dat het een ander geval zijn zal, of het onderhoud ook minder is. De VOORZITTER raadt aan, eens te zien, hoe het verder afio-opt. De heer C. VAN BENiD-EG-EM is h-et er niet mee eens-, dat het er niet toe doet, op welke post de (vermindering plaats heeft. Dat er ver minderd wordt, d-aarmeide kan spreker accoord gaan. Doch indien dit geschiedt op den post v-oor onderwijs, is dit van -invloed op hetgeen de gemeente voor het bijzonder onderwijs be- talen moet en op de kosten per leerling. In dien dus de vermindering plaats heeft op den p-oSt voor onderwijs, heeft -de gemeente de kans, dat er veel meer beizudniigd wordt en dat enkele dubbeltjes vermindering voor de bij- zon'dere school afgaan. De heer D-E RUIJTER meent, dat men deze zaak juist moet stellen. Indien deze post met 100 wordt verlaagd, moet dit inderdaad plaats h-ebben niet op post 18, maar op post 202. Spreker stelt voor, deze verlagin-g vast te houden, -Burgemeester en Wethouders gaven toe, dat deze post verlaagd k-an wor den, doch indien dan verlaagd,' moet zulks op Volgno. 202 gebeuren. 19. Onderhoud en aankoop van meubelen voor het gemeentehuis. 25. 20. Verlichting en verwarming. f 200. 21. Abonnement op het Staatsblad, Prov. blad en de dag-, .week- of maan-dbladen en de aankoop -van boe-ken. 150. 22. Archief. f 15. 23. Aanplakken en omroepen. 50. 24. Plaatsen van advertenties. f 100. 25. Reis- en verblijfkosten. 85. 26. Kosten van zegels. f 10. 27. Onkosten en eventueele rechten vallen de op postrekeningen. 10. 28. Abonnement-en op de telefoon en kosten van telefoongesprgkk-en. f 300. De heer FANOY stelt voor, de verhuiskos- ten voor de telefoon te verminderen. Dit is bij spreker ook igebeutd en h-eeft f 8,75 gekost. W-aarcm ihet thans f 50 moet zijn, is spreker niet -duidelijk. De VOORZITTER antwoordt, dat prijs is geVraagd om de teilefoons te verhu-izen en weer terug te verhuizen en dan i-s dit bedrag noodig. -De heer FANOY merkt op, dat het terug verhuizen waarschijnlijk niet in 1938 zal plaats hebben. De SECRETARIS deelt mede, dat prijs is gevraagd, -en medegedeeld is, dat die kosten zullen bedragen J 25 iper toestel heen en terug De heer FANOY meent, het goed voor te hebben, als hij veron'derstelt, dat de tele- foons in 1938 niet terug zullen ziijn. De VOORZITTER geeft te kennen, dat of- fi-c-ieeil is v'asitg-estiEld- dat f 50 noPdig zal zijn De heer FANOY vraagt den Voorzitter, hoe hij u'itrekent, dat dat in 1938 zal zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat Burge meester en Wethouders -gemeend -hebben, dit zoo te moeten ramen. De heer FANOY acht d-it niet juist. 29. Contrib-utie aan de vereeniging van Nederl. Gemeenten. 101. 30. Kiezerslijsten en het uitoefenen van kiesverrichtingen. f 25. 31. Verteringen ten behoeve van het bureau van stemopneming. Memorie. 33. Kosten van de dubbelen der leggers en plans van het kadaster. f 10. 34. Bezoldiging: van den ambtenaar van den Burgerlijken Stand. 602. 35. Overige kosten van den Burgerlijken Stand, f 50. 36. Kosten van de bevolkingsregisters en huisnummering. 140. 37. Kosten van verzekering tegen ongevaJ- len en invaliditeit. f 1. 39. Premien ingevolge de Zie-ktewet. Me morie. 42. Uitkeering van ziekengelden ingevolge de Ziektewet. Memorie. 43. Kosten van verzekering tegen brand- schade. f 4,50. 44. Kosten verzekering tegen wettelijke a-ansprakelijkbeid. Memorie. 47. Grondlasten. f 10. 48. Dijk- en polderlasten. 2,50. 50. Toeslag op pensioenen. Memorie. -52. Bijd'ragen voor ei'gen- en weduwen- en weezenpensioen. f 2360. 54. Bijdrage van inkoop van pensioen. f 136. 56. Bijdrage voor inkoop van pensioen als annuiteit. 206,01. -57. Renten van geldleeningen. 1222,50. Be heer P. J. VAN BENDEGEM wenscht geacht te worden, tegen dezen post te hebben gestem'd. Spreker Is tegen het bouwen van een n'ieuw stadhuis en zal ook niet helpen, de gelden er voor te voteer-en. De VOORZITTER kan respecteeren, dat de heer Van Bendegem tegen een bepaald voor stel is, do-ch dan mag de heer Van Bendegem nog niet weigeren, mede te werken aan de uit- voering van een raad-sbesluit. De heer P. J. VAN BENDEGEM merkt op, dat men ml-s-s-chien mag praten, dat de bouw van een nieuw stadhuis niet in verband st-aat met de verhooging der belasting, doch spreker is daarentegen van meening, dat een stuk Van de verhooging der belasting wel met dit feit in .verband staat. 58. Aflos-sing van geldleeningen. f 400. 59. Premie voor verzekering tegen inbraak diefstal en fraude. f 42,50. 61. Couponbelasting. f 25. 62. Kosten wegens verificatie van kas en boeken van den gemeente-ontvanger. 225. 63. Kosten van officieele ontvangsten. f 100. 64. Kosten van geneeskundige behandeling en keuring van ambtenaren en beambten. f 10. 65. Kosten van het officieel raadsverslag. 300. De heer DE RUIJTER herinnert aan zijn voorstel, dezen post met 100 te verlagen. De VOORZITTER deelt mede, dat in Burge meester en Wet'h-ouders deze aange'.egenheid is bespro-ke-n, en dat spreker zich naar aan- leidin-g daarv'an met de firma P. J. van de Sande in verbinding heeft ge-steld. Hierop is ont'vangen een uitfvoerig schrij-v-en, luiden-de N'aar aanleiiding van uwe telefonisch ge- stelde vraag, betreffen-de mkrimpmg der no- tulen, ter verkrij-ging van een aanmerkelijke besparing qp de kosten van levering ctier no- tulen, Iheb ik de eer het vol-gende onder uwe aandaoht te .brengen: Na-dat ruim 40 jaar geleden het samenstel- len van de raad-sverslagen volgens het thans nog gevolgde systeem door onidergeteekende was ingevoerd, bleken deze voor de lezers van ons blad eene attractie te zijn. Na die van den gemeenteraad van Ter Neuzen werden die ook aldus samengesteld voor uwe en enkele andere gemeenten waar ons blad bijzondere bel-angen ha'd. Die verslagen ha-dden tot gevolg, dat ook de notulen der desbetreffende gemeenten uit- voeriger werde-n samengesteld en den vorm g-ingen aanne-men van een co-pie der raadsver- s-lagen, waarvan het voorlezen geruim-en tijd vorderde. Om dat tijd'verlies, nood'ig voor het zitten luisteren naar de voorlezing te ontgaan, maar ook omdat het als een .algemee-n belang werd beischouwid, dat de raadsleden ieder voor zic-h ten alien tijlde -zouden ku-nnen beschikken over de notulen, teneinti-e izi-ch bij voorkomende ge- legenlheden te kunnen orienteeren hoe Voor- tijd's over een aangelegenheid was gesproken en toe-sloten en deze notulen documentaire waabd-e hebben, rees het verl-angen naar ge- idrukte -notulen, overeenkomstig het systeem 'der verslagen in de Ter Neuzensche Courant. Dit leid-de tot besprekingen en onderhande- lingen (met den .uitgeVer, waarvan ook het met uwe igeimeente gesloten contract een gevolg is D-e uitgever is daarbij van de vero-nderstelling ui'tgega-an, dat hij het venslag, dat hij nood'ig heeft voor zijn blad, eventueel na correctie, wilde lCveren als notulen der gemeente, tegen een -prijs die geen rekening ho-u-dt met het werk -dat noodig is voor het cjpnemen van het verslag in de courant, doch waarvoor aan de -gemeenten alleen in rekening w-oridt gebracht den arbeid die aan de notulen wordt besteed n a d a t het verslag in de courant is ver- sefhenen. In de calculatie van den door de gemeente betaalden prrjs is dus niet begrepen de kos ten van het samens-telilen van het verslag of eenige kosten voor het zetten, doch zijn all6dn in aanmerkmg genomen -de kosten van het verVaardigen en toezenden der drukproeVen aan de leden en vei'der die van het vervaardi- gen en leveren der -d-efinitieVe notulen. -Bij bespreking Ihieromtrent ter drukkerij bleek mij, dat op den ivOor dat werk bereken- den matigen prijs iriiet meer te bezuinigen valt. Ter andere zijde bestaat oruzerzij'ds bezWaar, in verband met de popularitedt der raad-sver slagen, in het door ons gevolgde systeem voor ons iblad verandering te brengen en die ver slagen ajanzienilij-k te bekorten. Onzerzij'cte zien wij dus geen mogelijkbeid tot een veix^ere beiperking der kosten te komen. t Voor wat betreft een andere oplossing die 'door u ward besproken, het samenstellen van notulen vail beperkter inbou'd, moeten wij u opmerke-n, dat dan vo-or dergelijke notulen, aangezien die spec'iaal voor uwe gemeente zouden jnoeten woid-en vervaaindigd, a 11 e -s dat ten bate daarvan zo.u nood'ig zijn, van af bet samen'stellem tot aan de afleverin-g van -een aantal exemplaren, zou moeten worden betaald. Wlanneer idergelijk verslag zou wor den gedru'kt zouden daarop dus drukken de aan'zienlijke zetkosten, d-ie al spoedig tenge- volge zouden hebben d-at het le'veren van de notulen in plaats, van tot besparing a-anleiding te geven integendeel duur der zouden wor den. Zou men genoegen willen nemen met een Vermen'igvurdiglng -der notu-len mldd-els de cyclostyle, dan -heeft men er rekening mede te houden, dat mbet vervallen het in drukproe-f geven, omdat dan geen verandering mogelijk is, en dat ten silotte nog ongerekeri-d den tijd dien in het stencelen moet worden ibesteed, de ko-sten der grond-st-offen ook n-iet onbeteeke- nend zijn. iHet komt rnJij voor, dat het voordeel dat men op die wijtze zou kunnen bere-iken, in de iveiste verte in geen verhouding zo-u staan tot hetgeen men min'der zou krijgen zoowel in k'walitei-t als in kWantiteit in vergelijking met de tegenwoordige notulen. Het komt dus hierop ne-er, dat, indien de notulen niet op dezelfde wijze werden verzorgd, dit nog niet zeggen wil, dat het goedkooper is. De heer DE RUIJTER handhaaft zijn voor stel, dezen post met 100 te verminderen. Spreiker heeft nagegaan, dat hiervoor in 1934 f is®, in 1935 309 en in 193-6 156 is uitge- igeven. Indien men over deze drie jaar de kos ten samentelt, komt men dus tot een bedrag van f 600 voor de notulen, hetgeen neerkomt oip gemiddeld 200 per jaar. Afgedacht van de besprekingen in de commissie, meent spre ker dat globaal een bedrag van f 200 mag wor den aangenomen. Het eene jaar is bet wat booger dan het andere jaar, doch dit zit hier- in, dat er meer of minder vergaderingen zijn gehouden. De heer FANOY handhaaft zijn voorstel, in de afdeelingsvergaderin-g gedaan, om de no tulen te laten vervallen en hiervoor zakeljjke notulen in de plaats te stellen, die op de secre tarie samengesteld kunnen worden. Een be drag van f 300 zal hiervoor niet noodig zijn. Natuurlijk zullen er kosten gemaakt moeten worden voor stencils enz., doch dit zal geen hooger bedrag dan ongeveer 100 vergen. De uitgebreide notulen hebben geen nut. Spreker stelt dan ook voor, zakelijke notulen in te voeren. De heer HAMEUNK meent zich hiert-egen te moeten verzetten. De documentaire waarde der notulen zou daardoor verloren gaan. Men is niet altij-d op de hoogte van gevallen, die zich in het verleden hebben voorgedaan en be- schikt daarvoor in de notulen over gegevens. Als leidraad hebben deze groote waarde. Spre ker acht het v-erkeerd, te bezuinigen op een bedrag dat in de lucht hangt. In de afdeelin gen heeft hij gezegd en zegt dit ook nu, dat de samensteller in een beperkt verslag steeds terug te vinden is. Bovendien gaat brj een der- gelijk verslag de documentaire waarde ver loren. De heer VAN 't HOFF heeft deze zaak ook terdege overwogen en is tot de conclusie ge- komen, dat indien de notulen en verslagen op de secretarie zouden moeten worden vervaar- digd, het de vraag is, of dit wel een bezuini- ging -zal beteekenen. Er is reeds enkele malen gezegd, dat de secretarie reeds overbelast is, en indien dan daardoor er sprake van zou zijn, dat er nog iemand bij zou moeten komen, meent spreker, dat de gemeente dan nog veel meer kwijt is, want dan kan het niet gebeuren voor het bedrag, dat nu uitgegeven wordt, doch moet er extra nog een beetje bjj. En dan is men duurder uit. Spreker vindt hetgeen er thans voor is uitgetrokken niet zoo'n ontzet- ten-d bedrag, dodh heeft er bezwaar tegen, dit op »de secretarie, gezien de wenkzaamheden, waar niet veel meer bij moet komen, of er is een kracht meer noodig, te doen verrichten. Want dan komt men tekort en is duurder uit. Alleen uit dat oogpunt moet spreker zich er tegen verklaren. Indien het voorstel van den heer De Ruijter, die uitgerekend heeft, dat het jaarlijks f 200 gemiddeld kost, op goede gron den berust, kan spreker er mee instemmen, dat deze post verminderd wordt. Als even wel Burgemeester en Wethouders beweren, dat zij werkelijk 300 noodig hebben, kan spreker er zich ook bij neerleggen. De heer DE RUIJTER: De heer Van 't Hoff is gemakkelijk! De heer FANOY antwoordt op de opmer king betreffende overbeiasten der secretarie, dat iemand die voor gemeente-secretins leert, eerst op een gemeente-secretarie gewerkt moet hebben als volontair, voor hij aangesteld kan worden. In antwoord aan den -heer Van 't Hoff op zijn gedacht, dat de gemeente duurder uit kan zijn, zegt hij, dat men dan een volontair kon nemen. Te Ter Neuzen heeft men er ver- scheidene. Dit is niet een profiteeren, want iemand, die gemeente-secretaris wil worden, weet, dat hij dat doen moet, anders kan hij geen examen doen. De heer VAN 't HOFF: Dat is een ander gezichtspunt. De heer DIELEMAN wil vooral om het groote nut de notulen in hun tegenwoordigen vorm behouden. De tijd waarop zij verschijnen, is echter niet in orde. In deze vergadering nog heeft men notulen van drie voorgaande vergaderingen moeten vaststellen. Er wordt goed voor betaald, dus mag toch zeker wel verwacht worden, dat de notulen minstens voor elke vergadering verschijnen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat zijn bezwaar tegen deze notulen is, dat er passages in voorkomen, die eigenlijk niet gesproken zijn. Het overkomt spreker wel eens, dat hij zich afvraagt, of sommige dingen precies wel zoo gezegd zijn. Sprekers indruk is, dat hoe lan- ger de notulen worden, hoe minder duidelijk deze zijn. De heer P. J. VAN BENDEGEM heeft den volgenden gedachtengang. Het-geen de heer Fanoy zegt is ook zoo. Iemand die secretaris wil worden, moet eerst volontair geweest zijn. Spreker kan er mee meegaan, het voorge- stelde bedrag te verminderen tot f 100. De heer DE RUIJTER is voor behoud van de tegenwoordige notulen. Niet dat er geen fou ten in zijn, doch spreker meent, dat de scha- duwzijden nog grooter zouden zijn, indien dit op andere wrj-ze geschiedde. Om dit werk naar de secretarie over te hevelen, zou naar de meening van enkele leden geen cent kosten met zich brengen, doch de historie leert wel, dat dit niet zoo is. Er moet materiaal aange- schaft worden, er moet een vergoeding ge- geven worden, enz. Op grond van de door spreker genoemde cijfers over 3 jaar meent hij, dat het gerehht- vaardigd is, dezen post te verminderen met f 100 en de tegenwoordige notulen te hand- haven. De heer OGGEL is er ook voor, de uitge breide notulen te handhaven. De heer De Ruijter baseert zijn voorstel op de kosten over 3 jaar, doch spreker wijst er op, dat er ook 1 jaar bij is, dat 300 heeft gekost. Het is ook best mogelijk, dat in 1938 f 300 uitgegeven zal moeten worden. Uit de door den beer De Ruijter gegeven opsommirig blij-kt wel, dat een bedrag van /300 noodig kan weizen. Naar sprekers meening gaat het er hier om, de notulen te handhaven, of ze af te sohaffen. De heer DE RUIJTER is het hiermede met eens. De heer FANOY meent, dat er dan minder o-epraat zou kunnen worden. De heer OGGEL herhaalt, dat er toch een jaar geweest is, dat de kosten 300 hebben bedragen. De heer DE RUIJTER: Doch de kosten bedroegen in doorsnede f 200. De heer OGGEL merkt op, dat men dan op den duur zou moeten vergaderen om te beslis- sen, of men in den loop van het jaar nog ver gaderingen zou houden. De heer FANOY stelt voor, zakelijke notulen in te voeren en het geraamde bedrag terug te brengen tot 100 welk bedrag voor stencils en andere benoodigdheden noodig zal zijn. Dit voorstel wordt onders-teund door de heeren P. J. van Bendegem en P. de Jonge Het wordt verworpen met 3 tegen 10 stem- men. Voor stemmen de heeren P. J. van Bende gem, Fanoy en De Jonge; tegen stemmen de heeren De Ruijter, S-eghers, C. van Bendegem. Van de Bilt, Dieleman, Esselbrugge, 't Gilde, Hamelink, Van 't Hoff en Oggel. Het voorstel van den heer De Ruijter, de raming op dezen post met f 100 te verminde ren, wordt gesteunid door de heeren Seghers en Van de Bilt en aanvaardt met 8 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren De Ruijter, Seghers, C. van Bendegem, Van de Bilt, Dieleman. Esselbrugge, Van 't Hoff en De Jonge, tegen stemmen de heeren P. J. van Bendegem, Fanoy, 't Gilde, Hamelink en Oggel. De VOORZITTER schorst de vergadering. (Wortlt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 8