u ait bed rag wordt verhoogd tot 200, waar-
rngtie wij dan zullen trachten de eerste nood-
zakelijke artikelen te koopen en ons personeel
te oefenen. Onze voornemens zijn om ieder
jaar de artikelen uit te breiden, evenals dit
bev. bij de brandweer geschiedt.
d. Een schrijven van den volgenden inhoud:
Geven te kennen, ondergeteekenden, A. E
C. Kruijsse en A. Esselbrugge, respectievelijk
Voorzittgp en Secretaris der Avondnijverheids
school van de Vereeniging ,,Am,bachtsbelang'
te Axel,
dait, blijkens schrijven van Zijne Excellentie
den Minister vain Oniderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, de rijkssubsidie voor haar
school ingaande 1 October 1936 definitief is
verv alien;
dat de thans loopende cursus 1937, welke
met 1 Januari 1937 is begonnen en 23 leerlin-
gen telt, blijik geeft, voldoende levensvatbaar-
heid te bezitten;
dat echter de exploitatiekosten der school,
zonder rijkssubsidie, uitgaat boven de firaan-
tieele draagkracht der Vereeniging.
dat de verleende subsidie der geimeente over
1937 onvoldoende blijkt om de school behoor-
lijk te financierem;
dat hierbij gaat de begrooting van ontvang-
sten en uitgaven voor het jaar 1938, gebaseerd
op het loopende schooljaar;
dat, gezien daze begrooting, een verhooging
der gemeentesubsidie om het voortbestaan der
school mogelijk te maken, onontbeeriijk is;
redenen waarom zij uw college beleefd ver-
zoeken voor het jaar 1938 een subsidie te ver-
leenen van 400,
e. Een schrijven van B. A. Th. M. Truffino
en R. Wilkinig, respectievelijk voorzitter en
secretaris der Katholieke Middeibare school-
vereeniging te Hulst, welke daarin te kennen
geven:
Waar de Katholieke Middeibare Schoolver-
eeniging telken jare te kampen heeft met te-
korten, die op den duur noadlottig moeten
worden voor den financieelen toestand barer
Middeibare Handelsdagschool met 4-j. cursus,
neemt het Bestuur de vrijheid, uwen raad te
verzoeken, door een extra-subsidie deze jaar-
lijks terugkeerende tekorten te dekken. Wij
voegen hierbij een staat van ontvangsten en
uitgaven over het jaar 1936, waaruit u zien
kunt, dat het uiteindelijk tekort bedraagt
f 939,18.
Het zou o.i. billijk zijn, dat de gemeenten,
die niet de door ons gevraagde subsidie per
jaar per leerling verleenen, naar evenredigheid
van het aantal leerlingen, die uit deze ge
meenten de school bezoeken, tot dekking van
dit tekort bijdroegen.
Uit uwe gemeente bezochten 5 leerlingen de
school van 1 Januari 1936 tot 1 September
1936 en 4 leerlingen van 1 September 1936 tot
31 Dqfjember 1936; omgerekend in jaren wordt
dit een agptal van 42/3 leerlingen.
Uit de bedoelde gemeenten bezochten de
school 35 leerlingen van 1 Januari tot 1 Sep
tember 1936 en 39 leerlingen van 1 September
1936 tot 31 December 1936; omgerekend in
jaren wordt dit dus een aantal van 36% leer
lingen.
Wrj zijn zoo vrij er op te wijzen, dat onze
school met ingang van 1 September 1935 door
Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen ,,erkend" werd en
dus sindsdien volledig gelijk staat met andere
scholen van dit type.
Aan het bezit van het thans officieele
diploma, zijn verschillende belangrijike voor-
rechten verbonden.
Op grond van een en ander vertroifwt het
bestuur der K. M. S. V., dat uwe raad over
1938 een extra subsidie van:
36%
X 939,13 is f 120,62 zal willen ver
leenen, teneinde het tekort over 1936 te
dekken.
f. Een schrijven van P. C. Mangold en R.
C. Boeije, resp. voorzitter en penndngmeester
der Geitenfokvereeniging ,,Ter Verbetering" te
Axel, lbidende:
Hiermede doen wij u toekomen een af-
schrift van de rekening 1936, alsmede de be
grooting 1937 van de geitenfokvereeniging
„Ter Verbetering" te Axel.
Als naar gewoonte geven wij hierbij enkele
toeliohtingen.
Wat de ontvangsten betreft, is de contribu-
tie lager geraamd wegens vermindering van
het ledental.
De ontvangpost van de geitenfokvereeniging
van Zaamslag, welke wij enkele jaren hadden,
is komen te vervallen, doordat die vereeniging
thans zelf, met de vereeniging van Stoppeldijk
(gemeente Vogelwaarde) gezamenlijk een bok
faouden.
De uitgaven zijn verminderd doordat wij
thans een lid hebben bereid gevonden, den bok
voor 10 per jaar minder te willen verzorgen.
I>e contributies, welke wij aan de Provin-
ciale vereeniging en den kring Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen moeten betalen verminderen ook
mede met de vermindering van het aantal
leden.
De reparatie aan den bokkenstal zal met de
verhuizing daarvan ook wel iets hooger loopen.
Uit deze toelichting en bijgevoegde rekening
en begrooting blijkt, dat de geitenfokvereeni
ging voor hare finantien de gemeentelijke sub
sidie hard noodig heeft en wij hopen dan ook,
dat de raad deze subsidie op hetzelfde bedrag
zal willen handhaiven.
g. Een schrijven van den volgenden inhoud:
De afdeelmg „Ter Neuzen en Omstreken
van den Ned. Bond van Koffiehuis-, Restau-
ranthouders en Slijters, goedgekeurd bij Kon.
Besluit, veroorlooft zich de vrijheid, zich op-
ndeuw tot uw raad te wenden met het beleefde
verzoek eenige verlichting te willen aanbren-
gen in de bedrijfslasten harer leden in uwe
gemeente;
dat sinds het jaar 1934, toen uw raad op ons
adres inzake de personeele belasting eene af-
wijzende houding heeft aangenomen, de toe-
stand in het koffiehuisbedrijf noodlijdend is
gewcrden en zij mag veronderstellen, dat
sulks bij alle leden van uw college bekend is;
dat eene vermindering der periodiek cerug-
keerende vaste lasten reeds verlichting zou
geven;
dat adressante daarom uw college verzoekt
den grondslag huunwaarde gelijk te stellen met
die van de winkels, den grondslag voor biljar-
ten die thans maximaal 20,-bedraagt, te
willen verminderen tot f 10,
dat ten tweede adressante uw raad1 durft
vragen om de belasting op de openbare ver-
makelijkheden indien mogelijk af te schaffen
en zoo dit. met het oog op de gemeentelijke
financien niet mogelijk is, deze te verlagen tot
op 50 van de tegenwoordige tarieven of zoo-
veei meer of minder als uw raad zal mogen
goeddunken.
h. Een schrijven van den Koninklijken
Nederlandsche Automobielclub, van den vol
genden inhoud:
In een schrijven van 16 October 1936 heb
ben wij ons veroorloofd aan het college van
Burgemeester en Wethouders van uwe ge
meente een venzoek te richten, om, waar mo
gelijk, over te willen gaan tot verlaging van
de personeele belasting naar den grondslag
van motorrijtuigen.
Zul'ks cp grond van het felt, dat in den loop
der laatste jaren in tal van gemeenten in Ne-
derland de grondslag motorrijtuigen soms op
onevenre'dige wijze was opgevoerd, eenerzijds
om de gemeentelijke inkomsten te verhoogen,
anderzijds ook veelal om andere categorieen
van belastingplichtigen te ontlasten.
Het gevolg is, dat thans in bijna alle ge
meenten sterk afwijkende tarieven voor de
personeele belasting op motorrijtuigen worden
geheven. Vanzelfsprekend zullen hooge tarie
ven in dezen niet nalaten hun invloed te laten
gelden op het besluit tot eventueele vestiging
in de betreffende gemeente van personen, die
in het bezit zijn van motorrijtuigen, hetzij
voor beroep of bedrijf, hetzij uitsluitend als
noodzakelijk en economisch vervoermiddel.
Over het algemeen zullen dit personen zijn, die
zoowel uit fiscaal oogpunt als uit een oogpunt
van mogelijke werkverruiming het gemeente-
foelang en daardoor tevens het algemeen be-
lang kunnen dienen.
Anderzijds zullen hooge tarieven het aan-
schaffen van motorrijtuigen door inwoners
der gemeente belemmeren, hetgeen niet in het
belang der gemeente geacht kan worden te
zijn. Opgemerkt dient immers te worden, dat
de automobiel heden ten dage allerminst meer
als een luxe-object kan worden beschouwd,
daar zij een onmisbaar gebruiksvoorwerp is
gewofden ten behoeve van een goede en vlotte
uitoefening van bijna ieder beroep of bedrijf.
De personeele belasting vormt een belang-
rijke post op het belastin'gbudget voor den
personenautomobiel en aiangezien het een be-
lastingheffing naar de waarde betreft wordt
daardoor in de hand gewerkt, dat de au'to-
mobielen langer in bezit worden gehouden tot
schade voor handel en nijVerheid en niet min
der ook voor de verkeersVeiligheid.
Blijkens de laatste gegevens van het Cen-
traal Bureau van de Statistiek is in de drie
grootste steden - van de andere gemeenten
zijn geen gegevens beschikbaar ruim 43
van het aantal personenautomobielen meer
dan 5 jaar oud.
Mede wijl op het motorwegverkeer reeds uit
anderen hoofde zeer zware lasten zijn gelegd,
welke in hoofd'zaak aan de Algemeene Midde-
len ten goede komen, waardoor de overige in
woners des Rijks voor belastin'gVerzwaring in
anderen vorm kunnen worden gevrijwaard,
terwijl daarnevens de prijzen voor motorrijtui
gen door de getroffen monetaire maatregelen
inmiddels izijn gestegen, meenen wij uwen
raad met aandrang te mogen verzoeken, het
daarheen te willen leiden, dat op bovenge-
noemde gronden een verlaging der personeele
belasting naar den grondslag motorrijtuigen
voor uwe gemeente zal worden ingevoerd.
i. Een schrijven van den volgenden inhoud:
Geetft met verschuldigden eerbied te ken
nen, de ondergeteekende H. P. Dieleman—
Koole, Zeestraat te Axel;
dat hij zich ,reeds meermalen tot uwen raad
heeft gewend om afschaffing of vermindering
van de bestaande Vermakelijkheids,belasting;
dat bij de besprekingen ter zake is geble-
ken, dat uwen raad in meerderheid de over-
tuiging is toegedaan, dat deze belasting moet
worden verminderd en dat zelfs een voorstel
tot -verlaging door uwen raad .is aangenomen,
hetwelk echter de goedkeuring van heeren
Ged. Staten niet mocht verwerven en dienten-
gevolge .zonder eenig effect is gebleven.
dat hij zich niettemin nogmaals veroorlooft,
zich tot uwen raad te wenden, omdat, niet-
tegenstaande alle inspanning, hij er niet in
kan slagen zijn bedrijf rendabel te maken,
zoolang een dergelijken last op zijn bedrijf
blijft drukken;
dat de aanwezigheid van het gebouw, het
welk in een bestaande behoefte voorziet, alleen
mogelijk is door het gezamenlijk exploiteeren
van bioscoopbedrijf en gelegenheid tot het
houden van vergaderingen en uitivoeringen en
dat bij feestelijke gelegenheden meermalen is
gebleken, dat ,,Het Centrum" in de gemeente
Axel niet kan worden gemist;
dat ,de groote landlbouw-organisaties bij het
houden van vergaderingen en tentoonstellin-
gen de gemeente Axel bij voorkeur kiezen
door de aanwezigheid van „Het Centrum",
hetgeen .meermalen een groot aantal personen
in de gemeente brengt, waardoor alle midden-
standers in deze gemeente zijn gebaat;
dat het ondergeteekende daarom billijk
voorkomt, dat het hem mogelijk gemaakt
wordt, zijn bedrijf voort te zetten en de be
staande belemmering door te hooge lasten ge-
deeltelijk weg te nemen;
redenen waarom hij uwen raad beleefd ver
zoekt, de bestaande Vermakelijkheid^belasting
tot op 10 ±e willen verminderen.
De VOORZITTER geeft gelegenheid tot het
houden van
ALGEMEENE BESOHOUWING EN
De heer VAN 't HOEF wenscht een korte
beschouwing te houden over den inhoud der
begrooting zelVe. Spreker weet niet of de an
dere heeren al'gemeene beschouwingen wen-
schen te houden, anders geeft hij hen graag
de voorkeur. Spreker stelt dan allereerst voor,
uit te lic'hten van post 301 de verhooging van
de opcenten der Personeele Belasting van 180
op 200, en dit te houden op 180 opcenten. Dit
brengt minder op f 3820.
iSpreker begrijpt zeer goed, ,dat indien hij
dit voorstel doet, ook de middelen moeten
worden' aangegeven om deze vermindering
goed te maken. Daarvoor verwijst spreker
dan de leden naar bladzijde 28, post 164.
Onder 2 op dien post vindt men ,een leening
tot een kapitaal van f 13000 voer bestrijding
van den stratenaanleg in het bouwterrein.
Spreker zou deze leenilng willen verwijderen.
Onder punt 3 vindt men een leening die thans
nog 9000 groot is. Spreker zou de leening
van punt 2 willen overbrengen naar punt 3,
waardoor ddn leeninig wordt Verkregen, waar-
op bij f 1000 aflossing per jaar, de leening in
1960 of 1961 volop zal zijn afgelost. De ge
meente is daardoor niets achteruit, en de lee
ning zal in 1960 of 1961 volop afgelost zijn.
Daardoor ontstaat, zie post 165, daar ziet men
dat op de leening onder 2 en 3 ieder 1000
moet worden afgelost. Indien dus 2 en 3 ver-
eenigd worden, is de 1000 van punt 2 be-
spaard en wint de gemeente 1000 's jaars.
Dan gaat sprekervender naar post no. 267,
waarop men ziet, dat voor steunverleening is
geraamd 24.500. Nu wil spreker aan de
steunbedragen en ook aan den post die voor
werkverschaffing is uitgetrokken, niet tornen,
doch spreker zou willen beginnen fie 52 weken
die geraamd zijn, terug te bremgen tot 40, en
indien met de overige cijfers der vermenig-
vuldiging aanhoudt, komt men tot een bespa-
ring van f 2500. Spreker zou dus gemiddeld
willen blijven ramen 70 werkloozen per week.
Zooals men weet is (dit jaar de steunverleening
stilgelegd. OVer het eerste halfjaar, is 26
weken, is de steunverleening in werking ge-
weest. In het tweede halfjaar is de steunver
leening stilgelegd, en irekenende, dat men nog
2 maanden heeft, voor het einde van het jaar
komt men tot 34 weken, waarin steun is uit-
gekeerd. Indien spreker dus 40 weken raamt,
dan is hij aan den veiligen kant, en komt tot
een uitgave voor steun van 22000.
Het verschil, dat daardoor ontstaat, is voor
de steunverleening 40 X 70 X 6,80
f 19000, werkverschaffing f 19000, totaal
38000. J>it bedrag afgetrokken van f 44500,
die geraamd zifn, geeft een verschil van f 6500
waarin het rijk 60 en de gemeente 40
bijdraagt, Zbodat men komt tot een voordeel
van f 2500.
Dan zal er nog een klein bedrag gevonden
moeten worden,, doch daarover kan nog ge-
sproken worden.
De heer DIELEMAN deelt namens ^e anti'
ravolutionaire raadsfractie mede, dat zij aan
de algemeene beschouwingen ook dit jaar niet
zullen meedoen. De fractie is bereid in het be
lang der gemeente mee te helpen, de begroO'
ting te behandelen en de maatregelen te
nemen, zooals het gemeentdbelang dit eischt.
De heef HAMELINK geeft te kennen, ,c|at
het ook niet in zijn bedoeTing ligt, z.g. poli-
tieke beschouwingen te houden, en zich in het
algemeen tot stri'kt noodzakelijke algemeene
beschouwingen in den geest als door den heer
Van 't Hoff gehouden, te zullen bepalen. Spre
ker heeft evenals de heer Van 't Hbff sterk
afwijkende voorstellen met betrekking tot de
begrooting. Spreker hocpt, dat het hem niet
als een verwjjt zal worden aangerekend, als
hij zegt, dat voor algemeene beschouwingen
de begrooting wat haastig behandeld wordt.
Inldien men - de begrooting thuiskrijgt 20
dagen later daze reeds in den raad behandeld
wordt, is er bijna geen tijd om deze igrondig
te bestudeeren. Ook op de af deelingsvergade-
ringen ,}ieeft spreker gezegd, dat er geen be-
hoorlijke tijd van voorberei'ding geweest is. En
dit wreekt zich nu. D«®ncods is spreker be
reid de belastingverhooging te slikken, indien,
dit noodzakelijk is. Doclh het laat zich verr
staan, dat men gaat speuren naar de n^dd-
zakelijkheid1. En dan is spfdker er .van over-
tuigd, dat die nobd'zakerijKhfeid niet zoo stefk
aanwezig is als op het eerste gezicht leek.
Spreker heeft hier ook zijn motieven voor, al
wil hij niet zoo/ver gaan ,als de heer Van
't Hoff. Tot den bouw van een nieuw stadhuis
is besjdten en ktraks verrijst het stadhuis.
Thans dreigt verhooging der belasting en het
gevaar is niet denkbeeldig, dat de bouwers
van het stadhuis het odium op zich zullen
laden dat de verhooging der belasting daar
van een gevolg is geweest. Dit reeds is een
mo'tief voor spreker, om niet/over te gaan tot
verhooging Van belasting, want dan waS er
een kansje, dat de (bouwers (Van het stadhuis
met Uilenspiegel zullen kunnen zeggenIk
ben gehaat, maar ik hcb het gr ook naar ge
maakt.
Spreker ziet de oplossing zoo. Met de af-
lossingspolitiek, zooals die door cjpn heer Van
't Hoff is uiteengezet, gaat hij accoord. De
door den heer Van 't Hoff genoemd.e 2'posten
vergen een aflos van f 2000 en indien zijn voor
stel wordt aangenomen, is de gcmferito'zoo
maar van 1000 aflos afDat maakt in dezen
tijo heel wat uit, Inderdaad is het tuiot. dat
de gemeente indien gewoon voortge^aan
worot, eerder van de schuld af is, doch we
ieven in een fejjw, waarin het voor de meeste
menschen in Axel heel moeilijk is en daarom
moet ook naar middelen gespeurd worden. In
dien de genoemde 2 leeningen afgelost worden
en ten laste van no. 3 worden geleend, met een
aflos van f 1000, komt men naar sprekers mee-
ning precies in de lijn. Het is wel heel moor,
om wat van buitengewoon komt, ook buiten-
gewoon af te lossen, doch of dit juist is, moet
spreker bewijfelen. Spreker is er van over-
tuigd, dat er overigensindien de begrooting
ongerept wordt gelaten, nog wel eenige elasti-
citeit in zit.
En dan is er ook nog een reserve gevormd
voor komende ongunstige jaren. Verwachten
Burgemeester en Wethouders die in de toe-
komst? Of beleven we die nu? Spreker
meent, dat men die nu beleeft. Dit voorstel
geeft spreker tegenover dat van den heer Van
't Hoff. Hij beschouwt de cijfers, die de heer
Van 't Hoff heeft neergelegd, als een experi
ment. Spreker acht het zuiverder van de
reserve van vqrige jaren iets af te nemen om
een moeilijk, jaar door te komen. Hij ontkent,
dat de belastingverhooging noodzakelijk is en
had gedacht, dat na de leeningkwestie eerst
het reseryefonds in aanmerking kwam om het
tekort te dekken. Indien het reservefonds
thans aangesproken moet worden en voor de
gewone middelen 4000 meer noodig is, dan
kan men desnoods 3 jaar er uit putten, Waar
om moet nu dit geld bewaard worden tot een
tijd van hoogconjunctuur, terwijl men het nu,
nu het noodzakelijk is, niet zou mogen aan-
spreken
Naar sprekers meening moet dit geld, dat
nu overgespaard is, genomen worden, ook met
het oog op de kwestie van den raadhuisbouw.
Na ernstig beraad is spreker tot de eon-
clusie gekomep, dat het niet noodzakelijk is,
de Personeele Belasting ook maar met 1 op-
cent te verhoogen.
Er zijn ook nog andere wenschen. Het Bur-
gerlijk Armbestuur worstelt met zijn finan-
cieele moeilijkheden. De nood onder de arbei-
ders stijgt nog. De crisis is hier het laatst
begonnen. In 1930 zei men hier, als dat crisis
is, laat dan de crisis maar komen. Maar nu
is het crisis.
Spreker meent, dat het volkomen gemoti-
veerd is hiervoor 3000 meer te nemen. Er
zijn nog andere nooden, met name onder den
middenstand. En indien hen dan eenigszins
hulp geboden kan worden, is dit dan niet vol
doende motief, om hiervoor geld, dat men lig-
gen heeft, aan te spreken. Zou het niet schrij-
nend zijn, hen inplaats van brood, nog belas
tingverhooging te geven?
De voorzitter knikt nu wel van neen, doch
spreker meent, dat het zoo wel is. Op deze
wijze kan men aan belastingverhooging ont-
komen. Dat men de door hem aangegeven
wijze als onjuist zou moSttth' beschtmWen, ziet
spreker nog niet in. Er is op de begrooting
een reservepost van f 6000 en daaruit kan de
gemeente nog 2 jaar 3000 putten. Spreker
heeft nagegaan, welk figuur Axel maakt tus-
schen de andere gemeenten in Zeeuwsch-Vlaan-
deren. Van de 32 gemeenten in Zeeuwsch-
Vlaanderen is het gemiddeld 145 opcenten. Er
zijn er ook inderdaad, die 200 opcenten heffen.
De VOORZITTER: Ter Neuzen!
De heer HAMELINK: De Voorzitter noemt
Ter Neuzen. Deze gemeente heft 175 tot 210
opcenten, doch thans is er een voorstel aan-
hangig om de belasting met 40 opcenten terug
te brengen en dus te brengen op 135 tot 170
opcenten. Dit is financieel mogelijk, anders
zouden Burgemeester en Wethouders van Ter
Neuzen dit niet hebben voorgesteld. In de
eerste plaats zou Axel dan 55 opcenten boven
het gemiddelde staan en vergeleken met Ter
Neuzen, dat 135 tot 170 opcenten gaat heffen,
hetgeen gemiddeld dus 162% opcent is, ruim
40 daar boven. Zegt dit nog niets? Spreker
handhaaft zijn meening, dat, zooals het thans
is, het moet komen. Hij wil een voorstel for-
muleeren om de leeningsposten, genoemd onder
2 en 3, af te lossen en opniSuw 22000 te
leenen onder post 3, de resteerende 3000 uit
de reserve te nemen, om de belastingverhoo
ging te ontgaan. En dan kan niemand spreker
verwijten, dat een onverstandige politiek wordt
gevoerd. Spreker voelt er niets voor, ook
maar e6n opcent op de Personeele belasting
meer te heffen.
De VOORZITTER is het er mee eens, dat er
moed noodig is, om als het niet noodzakelijk
is, met een voorstel tot belastingverhooging te
komen. Als het niet noodzakelijk is, zullen
Burgem^ster en Wethouders het ook niet
doen.
Spreker moet vervolgens constateeren, dat
er 2 gedachten in het betoog van den heer
Hamelink naar voren kwamen, nl. verschui-
ving van aflossing, en in de tweede plaats
putten uit d'e reserve.
Wat dit laatste betreft, hierover kan men
lang en breed redeneeren, doch spreker wil
hier uitdrukkelijk vaststellen, dat naar zijn
oordeel Gedeputeerde Staten dit nooit zullen
goedkeuren. De reserve is gekweekt voor
moeilijlke jaren en zoolang de opcenten niet tot
het maximum geheven worden, zullen zij nooit
goedkeuren, dat de reserve aangesproken
wordt. Wie zal zeggen, of het diepste punt
van de crisis reeds bereikt is De heer Hame
link heeft zooeven betoogd, dat 1937 tot nu
toe het slechtste jaar voor Axel geweest is,
doch wie zal zeggen of 1939 en 1940 niet nog
erger zullen zijn.
Spreker herhaalt, dat Gedeputeerde Staten
het niet zullen goedkeuren, dat voor 1938
wordt geput uit het reservefonds. De raad is
patuurlijk altijd vrij dit besluit te nemen, doch
spreker meent, hiertegen te moeten waar-
pchuwen.
De heer FANOY merkt op, dat de raad de
begrooting maakt en niet Gedeputeerde Staten.
De VOORZITTER: Doch Gedeputeerde Sta
ten moeten deze goedkeuren!
Wat betreft het voorstel inzake de verschui-
ying der aflossing moet spreker opmerken, of
de heeren dan niet voorzien hebben, dat Ge
deputeerde Staten het de juiste politiek ge-
yonden hebben en daarom het door den raad
genomen ibesluit in dit jaar hebben goedge
keurd. Het is juist, dat, indien de aflos van
deze leeningen niet in 10 jaar, doch in langer
termijn plaats heeft, de begrooting jaarlijks
met 1000 verlicht wordt. Persoonlijk vindt
spreker het evenwel een onjuiste politiek, dat
een verschuiving der aflossingen wordt voor
gesteld om te voorkomen, dat 20 opcenten op
.de Personeele belasting moeten worden ge
legd. Spreker kan het niet eens zijn met den
beer Hamelink, als zou de raad den menschen
inplaats van brood, belastingverhooging geven.
t>e raad van Axel weigert met brood te geven,
absoluut niet, doch moet het ook aandurven,
bis het .noodig is belastingverhooging in te
voeren.
De heer Hamelink heeft gezegd, dat het een
onjuiste politiek zou zijn, thans, nu een nieuw
Stadhuis gebouwd zal worden, te komen met
verhooging der belasting, opdat niet het
publiek steenen zal gooien naar het hoofd van
de bouwers, doch dit acht spreker niet juist.
Pe begrooting is gemaakt naar de behoeften
die er waren. De verhooging met 20 opcenten
kon niet voorkomen worden. En als er gezegd
wordt, dat dit komt door het nieuwe raadhuis,
dan acht spreker dit niet juist. Er m o e s t
iets gebeuren, of nieuwbouw of verbouw, doch
dat station is men thans reeds voorbij. Spre
ker geeft het echter niet toe, dat dit 20 op
centen in de Personeele belasting kosten zou.
Dan heeft de heer Hamelink Axel nog ver
geleken met andere gemeenten. Spreker wilde,
dat hij hetzelfde geluid kon doen hooren als
andere gemeenten, die minder heffen. Mis-
schien is het niet zoo gewaardeerd, doch er is
veel uitgegeven moeten worden, waarvoor niet
is geleend, doch dat wel uit den loopenden
dienst is betaald, hoewel het geld er voor ge
leend had kunnen worden. De heer Hame
link verwijst naar de gemeente Ter Neuzen,
die de opcenten op zijn Personeele belasting
verlaagt van 210 tot 170. Doch men kan
anderzijds deze gemeente ook niet gaan ver-
gelijken met gemeenten, waar men voor werk-
loozenzorg niets over heeft. Zoo'n gemeente,
die heelemaal niets voor werkloozenzorg over
heeft, kan gemakkelijk minder opcenten
heffen.
En indien men dan jbesluiten neemt, zooals
er in 1936 en 1937 genomen zijn, moet men ook
de conscquenties daarvan aandurven.
Burgemeester en Wethouders komen ook
niet graag met een voorstel om de belastin-
gen te verhoogen, doch Burgemeester en
Wethouders moeten de oegrooting in elkaar
zetten en daailbij moet er rekening mee ge
houden worden, dat hat gewone onde.'houd in
orde is. 'Het is in elke raadsvergadenng, dan
dit, dan weer dat over een of andere straat of
iets dergelijks. En om dat onderhoUd te be-
kostigen, moet er geld in het bakje zijn. Uit-
gaande van de veronderstelling, dat het nor-
male onderhoud zou plaats hebben, is deze
begrooting dan ook ontworpen. Spreker raad
den raad aan: aanvaardt de begrooting, zoo
als deze is ontworpen .en waarbij het onder
houd normaal is geraamd. De post voor de
inkomsten der gemeentefondslbelastmg is min
der geraamd dan in 1937, en op goede gron
den. Ieder weet, dat het inkomen der land-
bouwers aanmerkelijk lager is, daarom heblben
Burgemeester en Wethouders deze uitkeering
minder geraamd met 10 en spreker vreest,
dat deze raming aan den lagen kant zal zijn.
In 1936 heeft spreker er ook reed's voor ge-
wa/arschuwd, dat de gemeenteflondsbelasting
niet zoo hoog geraamd kon worden, thans is
geraamd 24000, doch spreker vreest, dat men
•hieraan tekort zal komen.
Indien men thans de inkomsten hoog op zou
schroaven, en ten slotte geen batig saldo heb
ben zou, hoe zou het dan in 1940 moeten gaan
om de begrooting kloppend te maken? Daar
om zijn Burgemeester en Wethouders ook be
gonnen, reeds f 7000 in deze begrooting te
stoppen, welk bedrag in 1940 meer gevonden
moet worden. En hoe zal men die 7000 ver-
krijgen, tenzij door verhooging van de belas
ting? Nu is er de gelegenheid nog voor, en
spreker meent, dat de raad deze moet aan-
grijpen-
Dan is er nog de post die de heer Van 't Hoff
heeft aangesneden, nJ. den post voor de steun
verleening. Spreker hoopt, dat /de heer Van
t Hoff gelijk krijgt, want dan is er nog meer
over dan men derikt. Het zou een gunstig
teeken zijn, indien men hiertoe kon overgaan.
Doch wie zal zeggen, welken omvang de werk-
looshei'd zal aannemen? De heer Van 't Hoff
baseert er zich op, dat in 1937 de steunregeling
is stilgelegd, doch dit heeft tot massa's klach-
ten geleid en nog is het eind niet te overzien.
In J937 is het voor de landbouwers niet
zoo'n best jaar geweest, en wie zal zeggen, of
er in 1938 niet nog minder werk in de ge
meente Axel verricht zal worden. De Inspec-
teur der Werkverschaffing en Steunverlee
ning vroeg spreker hoe het stond met de
financien. Daarop kon hij antwoorden, dat er in
1937 iets over zou zijn. Hoe over 1938 de be-
rekening zal zijn, ivalt thans nog niet te zeg
gen, spreker hoopt, dat er d'an oo'k iets over
zal zijn. /i
De heer VAN 't HOiEE merkt op, te zijn
voor safe, en hij is er van overtuigd, dat hij
met zijn voorstel bijzonder safe is.
De VOORZITTER vraagt Zidh af, waar de
heer Van 't (Hoff het geld van'daan zal halen,
ind'ien het noodig is. Vorige keer toen de be
grooting bethandeld werd, werd gazegd, dat
'deze nogal elastisch was, en er nog al wat
uit zou komen. Er zou nogal wat aver zijn.
Doch deze week moest een post betaald wor
den ,en vroeg de secretaris aan spreker waar
bet geld vandaan gehaald moest worden. Het
is heel moeilijk, er komt thans tekort, terwijl
de heer Van 't Hoff dacht, dat het dit jaar
zoo goed zou loopen.
Daarom waarschuwt spreker den heer Van
't iHof'f, niet te opt'imistiseh te zijn.
De heer OGGEL heeft uit de toelichting; I
die de heer Van 't Hoff op zijn voorstel ge-
geven hesft, vemomen, dat, indien de steun-
uitkeering verminderd wordt, daze verwacht,
dat dit een voordeel van f 2500 voor de ge
meente zal opbren'gen. Doch dit is niet juist,
want indien de geheele uitkeering /6500 min
der is, dan vermindert ook het percentage,
dat het Rijk bijdraagt.
De heer VAN 't HOEF merkt op, dat vol-
gens zijn voorstel 6500 minder zou worden
uitgegeven, waarin ihet Rijk 60 en de ge
meente 40 bijdraagt.
De heer OGGEL antwoordt, dat, indien dit
bedrag vermindert, ook de uitkeering van het
Rijk procentsgeWijze minder wordt. De be-
paling van het vergoede percentage geschiedt
door een vergelijking van de belastingen in
verhouding tot de inkomsten. Verminderen
de uitgaven met 6500, dan is er ,de kans, dat
de gemeente ook .10 minlder ontvangen zal.
En dan heeft men inplaats van voordeel ook
na'deel. Spreker ziet er werkelijk een gevaar
in, dezen post te laag te ramen.
De heer VAN 't HOEF merkt op, dat hij
deze aangelegenh'Eid heeft nagegaan. Blijkens
zijn becijfering zal er in 1937 aan werkloozen-
steun f 5700 minder worden uitgekeerd dan
op de begrooting is uitgetrokken. In verge-
lijkin'g met de begrooting is er thans
f 14000 min'der uitgegeven. Spreker heeft dit
berekend op 70 menschen gedurende 35 weken,
doch deze zijn er niet meer. Spreker zou den
heer Oggel wel durven zeggen, dat er over
1937 een goed /slot zal zijn.
De VOORZITTER: Dat is maar gelukkig
ook!
De heer /VAN 't HOEF stemt dit toe, doch
moet het anderzijds spijtig vinden, indien de
opcenten werden verhoogd van 180 tot 200,
indien dit niet noodig is. En dan zal spreker
met een gerukt geweten tegen verhooging van
de opcenten stemmen. Blijkens het oversdhot,
dat naar de reserve is overgebracht, hebben
de belastinglbetalers dit teveel moeten betalen.
En dat d'an thans de belasting zoover moge
lijk zou worden opigevoerd, daaraan kan spre
ker zijn stem niet geven. Hij acht dit niet
noodig.
De VOORZITTER stemt toe, dat het voor
de belastingbetalers zeker niet meevalt, doch
men moet toch de noodige middelen hebben.
De heer VAN 't HOFF blijft er bij, dat de
Voorzitter niet kan aantoonen, dat het nood
zakelijk is.
De VOORZITTER venvolgt, dat hij niet ge-
looft, dat het de juiste politiek is, te doen
zooals de heer Vein 't Hoff voorstelt. En hij
kan niet aannemen, dat Gedeputeerde Staten
of de Regeering in Den Haag daaraan sane-
tie zou verleenen.
De heer VAN 't HOEF meent, dat men zich
niet bij voorbaat moet laten vastleggen doer
Gedeputeerde Staten.
De VOORZITTER acht het oo'k persoonlijk
een verkeerde .politiek.
De heer VAN't HDFF meent, dat het billijk
is, dat ook aflossing wordt betaald door het
geslacht, dat na ons komt. Het tegenwoor
dige geslacht heeft ook moeten betalen voor
hetgeen het voorgeslacht deed.
De VOORZITTER antwoordt, dat daar
tegenover staat, dat het tegenwoordig ge
slacht ook van de voordeelen, door het vorige
behaald, heeft geprofiteerd.
Spreker wijst hierbij op de openbare school.
Hiervoor moet thans nog 3000 worden be
taald. i
De Jieer VAN 't HIOFIF: Dat loopt zijn tijd
ook af!
De VOORZITTER wijst er op, dat daardoor
ten slotte ook voor het tegenwoordig geslacht
kapitaal gevormd is.
De heer VAN 't HOFF blijft bij zijn voor
stel, den aflos te laten staan, zooals (hij heeft
voorgesteld.
De VOORZITTER betwijfelt, of Burgemees
ter ,en Wethouders van Gedeputeerde Staten
gedaan kunnen krijgen, dat de looptijd ver-
schoven wordt. Deze staan op het standpunt,
dat zulks absoluut niet goed is.
De heer VAN 't HOFF vindt dit wel be-
roerd, maar zou er toch voor zijn, het maar
eens te pro'beeren. En hij handhaaft ook de
vermindering van de steunuitkeering van
24.500 naar 22.000.
Spreker heeft hierbij ook het laatste niet
genomen. Er kan in 1937 over hoogstens 35j
weken steun worden uitgekeerd en spreker
heeft 40 weken aangenomen. Men kan toch
van de regeering verwachten, dat dieze niet
anders zal doen, (dat dit jaar .gedaan is, en de
isteun zoo lang mogelijk buiten werking zal
houden. Daaruit alleen al kan blrjken, dat er
over 1937 een goed slot moet zijn, waardoor
de verhooging van personeele belasting niet
noodig is. Indien echter Burgemeester en
Wethouders er moeilijk van af te brengen zijn,
dat ispreker's voorstel niet juist is, dan zal hij
zich vereenigen met het voorstel van den heer
Hamelink, om het ontlbrekende uit de reserve
te nemen.
De VOORZITTER raadt aan, het eens af te
kijken. Hij verwijst naar Ter Neuzen, waar
thans voorstellen worden gedaan, cxm de be
lasting naar beneiden te brengen. 'Het is best
mogelijk, dat Burgemeester en Wethouders
het voigend jaar ook met zoo'n .voorstel kun
nen komen.
De heer VAN 't JIOFF acht het van groot
belang, dat zijn voorstel eerst wordt afgehan-
deld, voortdat wordt overgegaan tot artikels-
gewijze behandeling der begrooting.
Spreker weet, dat de leden van den raad
niet graag zien, dat de opcenten van 180 tot
200 verhoogd worden, en dat zij hieraan zou
den willen ontkomen. En indien thans niet
wordt ,-besloten, de toestand te laten als thans,
zal spreker verplicht zijn, van verschillende
andere posten een beetje af te nemen. Het
hoofdpunt voor spreker is hierbij, dat de op
centen op 180 blijven.
De beer DE RUTJTER wil gaarns enkele
opmerkingen maken. pe vergelijking met an
dere gemeenten, die hier gemaakt is, kan men
naar sprekers meening het beste buiten het
debat laten.
In andere gemeenten zijn verschillende fac-
toren anders dan hier, zooals werkkx»zensbeun
enz. Spreker meent, dat men dit het beste
buiten beschouwing kan laten.
Dan staat spreker beslist afwijizend tegen
over de gedachte ,om het bedrag voor werk-
loozensteun lager te ramen. Men dient dit
bedrag onaangetast te laten staan. We staan
thans voor het jaar 1938, en het is niet te
Verwachten, dat er dan op landbouwgebied
eenige oplevih'g te zien zal zijn. Daarom ook
zou spreker den .steun niet willen wij'zigen,
afgezien nog van de mindere vergoeding door
de verhouding tegenover de uitkeering van
het Rijk ,die de heer Oggel in het debat ge-
bracht heeft.
Vooraleer een beslissing te kunnen nemen
omtrent de (berekening van den aflos, zou
spreker gaame een berekening hebben hoe
groot de bedragen zijn, en indien de aflos met
f 1000 zou verlagen, hoeveel langer dan de
looptijd der leeningen zijn zal. Dan pas kan
spre'ker dit in overwetging nemen. Om het
tekort komende uit de reserve te nemen, ook
daarvan is spreker huiverig, spreker zou dit