Tar Neuzensche Courant
Binnenland
Feuilleton-vertellingen
Gemengde Berichten
Maandag 15 November 1937 No. 9683
TWEEDE BLAD
EEN FILM
OVER HET MENSOHELIJKE HART.
BRABANTSCHE BRIEVEN.
GEMEENTERAAD VAN
AXEL.
VAN
NATIONAAL FONDS VOOR BIJZONDERE
NOODEN.
Het nationaal fonds voor bijzondere nooden
verzoekt ons mede te deelen, dat H. K. H.
Prinses Juliana dit fonds de belangrijke gift
van /5000 beeft geschonken. Dit koninklijke
voorbeeld moge velen tot navolging opwekken.
VENTVERGUNNINGEN.
Naar aanleiding van hetgeen onatrent de be-
voegdheden van de gemeentelijke overheid ten
opzichte van ventvergunningen is opgemerkt,
kan de Minister van Binnenlandsche Zaken
mededeelen, dat bij den Minister van Econo-
mische Zaken een wetsontwerp in voorberei-
ding is met betrekking tot de regeling van den
markt- en straatbandel, waarbij, naar ver-
wacht wordt, bezwaren zullen worden onder-
vangen, als in het voorloopige verslag bedoeld.
SPERRING BAKKERIJBEDRIJF.
Het hoofdbestiuur van den Ned. R.K. Bak-
kerspatroonsbond heeft zich telegrafisch ge-
wend tot den Minister van Economdsche Zaken
met het verzoek de sperring van het bakkerij-
bedrijf op grond der Vestigingswet kleinbedrijf
ten spoed'igste te willen doorvoeren.
BEPERKING VAN DE VESTIGING VAN
BEDRIJVEN.
Bij het afdeelingsonderzoek der Tweede
Kamer van het wetsontwerp tot regeling be-
treffende het beperken van de vestiging van
bedrijven, waarin eenige tak van nijverheid
wordt uitgeoefend en van de uitbreiding van
de capaciteit van zoodanige bedrijven, ver-
klaarden verscheidene leden daartegen zecr
ernstige bezwaren te hebben.
Wordt dit ontwerp wet, dan zal ai ver-
klaart de Minister ook, dat het niet in de be-
doeling ligt te geraken tot een meer algemeen
stelsel van gesloten bedrijven de vrijheid
van bedrijfsvestiging en bedrijfs-uitoefening
van overheidswege langs directen weg, aan
bandcn gelegd kunnen worden. Wordt dit be-
ginsei eenmaal aanvaard, dan is, naar deze
leden vreesden, het hek van den dam en zal
er van de vrijheid van den ondernemer niet veel
overblijven. En juist Ccze vrijheid achten zij
in het algemeen belang noodzakelijk. Beper-
kmg aaarvan is fnuikend voor den onder-
nemingslust; voor de verdere industrialisatie
van ons land kan zij niet anders dan bedenke-
lijke gevolgen hebben.
Verscheidene andere leden konden zich met
het wetsontwerp geheel vereenigen. Zij merk-
ten op, dat tengevolge van de diep ingrijpende
veranderingen in de eoonomische structuur de
staat o.p velerlei terrein een ruimere taak heeft
verkregen dan in vroegere perioden denkbaar
en gerechtvaardigd was.
Verscheidene leden waren eenigszins huive-
rig voor het verleenen van de wel zeer ver-
strekkende bevoegdheden, welke de Regeering
thans vraagt.
DE DISTRIBUTIE VAN GEHAKT IN BLIK.
De Minister van Sociale Zaken heeft het
volgende ter kennis van de gemeentebesturen
gebracht.
Uit de resultaten van de controle op de dis-
tributie van gehakt in blik met inschakeling
van de slagers is gebleken, dat daarbij in vele
gemeenten en in vele gevallen door bedoelde
distribuanten niet gehandeld wordt overeen-
komstig de vaniwege de gemeentebesturen
vastgestelde instructies en in ieder geval niet
naar de aan de distributie van dit product ten
grondslag liggende bedoelingen. Vooral ver-
koopen zij in vele gevallen gehakt in blik uit-
sluitend bestemd voor werkloozen en arm-
lastigen, vrijelijk aan anderen, waarbij zij zelfs
knoeien met het bonnenstelsel.
De Minister geeft voorts eenige aanwijzin-
gen om geknoei bij de uitvoering met het bon
nenstelsel tegen te gaan. De aanbevolen rege
ling houdt o.m. het volgende in: den onder-
steunden worden van week tot week de bonnen
tegen betaling afgegeven. De distribuanten
hebben de blikken in depot en leveren tegen
afgifte van een bon. Deze bon kan dan later
bij de gemeente weer worden ingeleverd, waar
bij den distribuant zijn winstmarge wordt uit
betaald.
Aan de bij de distributie ingeschakelde sla
gers behoort een uniform vastgestelde vergoe-
ding van in totaal anderhalve cent per blik te
worden uitgekeerd, zoodat dan voor de ge
meente een marge ad 1 cent per blik resteert
ter dekking van de gemeentelijke kosten van
administratie enz. Desgeavenscht kan de ge-
heele marge ad twee en een halve cent aan de
slagers worden toegekend.
BELEID VAN DE REGEERING
TEGENOVER DE I.AGERE ORGANEN,
GEMEENTEFINANCIEN, SALARISSEN.
De Minister gevoelt geen behoefte aan het
instellen van een Staatscommissie, die, gelijk
eenige leden wenschten, een grondig onderzoek
zou moeten instellen inzake de autonomic der
gemeente en middelen beramen om haar hand
having zoo goed mogelijk te verzekeren, ook
onder afdoende controle van de zijde der regee
ring op de daden van de gemeentebesturen.
De regeering meent het begrip autonomic
voldoende duidelijk voor oogen te hebben en
evenzeer het belang, door dat begrip vertegen-
woordigd, voldoende te beseffen en te behartl-
gen.
iSteeds vatbaar als de Minister is voor nut-
tige wenken, voor zooveel het gaat om meer of
minder ingrijpen in bepaalde gevallen, wordt
het nochtans beheerscht door het gevoel dat
voorliohting omtrent het absolute in het ver-
band, waarin deze wordt aanbevolen, niet in
de eerste plants noodig is.
Zoozeer is dit hem emst, dat hij niet aarzelt,
te verklaren, dat, voorzoover enkele crisdsbe-
moeiingen betreft, welke geleidelijk zijn toe-
gepast op gemeenten, die financieel vrij waren
en de geldelijk afhankelijke gemeenten, door
hem nog eens extra zal worden bezien, of er
misschien in de sinds kort eenigsizins gewijzig-
de omstandigheden aanleiding kan zijn de be-
moeiing op iets ruimeren leest te schoeien.
Men beschouwe dit niet als bindende toezeg-
ging, doch als aanduiding, in welk licht de
Minister het probleem van de gemeentelijke
autonomic meent te moeten zien.
Hoewel de Minister de regeling der finan-
cieele betrekkingen, daaronder begrepen het
werkloosheidssubsidiefonds, geenzins ideaal wil
noemen, meent hij toch, dat de bezwaren er
tegen niet van dien aard zijn, dat zij op het
oogenblik dringend om herziening zou vragen.
Dit neemt niet weg, dat hij voor de bezwaren
een open oog heeft en ook daarom zijn bij
zondere aandacht zal blijven schenken aan dit
vraagstuk.
Zoolang de salarieering van het rijksperso-
neel op het huidige peil gehandhaafd moet
blijven, zal tegen het ongedaan maken door de
lagere organen van plaats gebad hcbbende
salarisverlagingen in het algemeen bezwaar
moeten worden gemaakt.
In antwoord op de vraag, of de regeering
bereid is, om ook bij onvoldoende en daarom
ontoelaatbare salarisregelingen in te grijpen,
moge onder de aandacht worden gebracht, dat
een dusdanig ingrijpen in tal van gevallen
reeds heeft plaats gevonden en vooral ook in
den laatsten tijid geregeld plaats vindt.
DE TINBAGGERMOL.EN „DOEJOENG".
De sleepboot ,„Humber", met den tinbagger-
molen ,,Doejoeng" op sleeptouw is Zaterdag
nadat beide schepen gedurenlde drie dagen in
het dok waren geweest, van Singapore ver-
trokken voor het laatste traject van de reis
naar Biliton, dat men in vijf dagen hoopt te
bereiken.
500-STE INDIeVLUCHT.
Zaterdagmorgen is voor de 500ste maal van
Schiphol een K.L.M.-vliegtuig, de „Torenvalk",
naar Indie vertrokken. Dertien jaar geleden
ging de H.N.A.C.C., een Fokker VII, naar
Indie. Op 1 October vertrokken Thomassen a
Tbuessink v. d. Hoop, Van Weerden Poelman
en Van den Broecke en op 24 November kwa-
men zij te Batavia aan, na in Philippopel lan-
gen tijd aan den grond te zijn geweest.
En dan komen de andere vluchten, dan gaat
de eerste passagier, wijlen Van Lear Black,
naar Batavia. In October 1927 gaat de „Post-
duif" met Koppen en maakt een beel snelle
vlucht: negen dagen. Daarop volgen de proef-
vluchten, eerst om de veertien dagen, vervol-
gens am de week, twee keer in de week en
tenslotte worden de stoute schoenen aange-
trokken en de drie-keeren-per-week-dienst is
er. En nu is Zaterdagmorgen de 500-ste
vlucht begonnen, zonder feest, zonder veel ge-
doe op Schiphol, omdat er nog te kort geleden
een wond is gestagen in het K.L.M.-lichaam.
We denken aan het vergaan van de „Specht"
bij Palembang. Op dagen als deze gedenkt
men ook de „Ooievaar", die bij Bangkok ten
onder ging, de „Uiver" die onder leiding van
Beekman in den nacht boven de woestijn sneu-
velde. De „Maraboe", die verloren ging zonder
het verlies van mensohenlevens.
De „Torenvalk" is nu op de 500ste vlucht
naar Indie, hetgeen zeggen wil, dat de omtrek
van de aarde op de Indie-vluchten 360 keeren
is afgelegd! We memoreeren, dat Smirnoff,
Frijns en Tepas meer dan dertig Indie-vluchten
hebben volbracht, de werktuigkundige Wes-
trate precies dertig en zijn collega's Naber en
Hoogeveen zijn niet ver van dit cijfer af. De
K.L.M. telt achttien lucht miUionnairs, onder
wle negen piloten met meer dan 10.000 vlieg-
uren, nl. Van Dijk, Duimelaar, Frijns, Geijsen-
dorffer, Hondong, Scholte, Sillevi's, Smirnoff
en Tepas.
Nog zijn alle moeilijkheden op de Indie-lijn
ndet overwonnen. hoewel de K.L.M. geen mid-
lezen we in de Msb. Met een variant op het
bekende liedje ,,d'r kwamen twee agenten en
die namen de juffrouw mee".
Aii w?'~~ht zh weer de vaat; niet bij de
Utrechtsche familie, maar in het Rijksopvoe-
dingsgesticht.
POES BRACHT DEN KANARIE
LEVEND THUIS!
Er was wordt uit Wilp aan ,,De Tele-
graaf gemeld 'n kanarievogel weggevlogen.
De vogel zat in een hoogen boom en het bleek
een heele gebeurtenis te zijn: een vogelvan-
gerij, waaraan jong en oud deelnam, was het
gevolg. Maar „Pietje" liet zich niet versehal-
ken, noch met mooie woordjes, nooh met sui-
kerklontjes en vogelzaad.
In de buurt, waar de ontvluchte vogel zijn
tehuis wist, woonde ook een poes. Geen ge-
wone poes, maar een kat, die het Bring them
back alive" als devies voerde. Op een goeden
dag toch de ontvluchte vogel was al weer
vergeten kwam poes bij zijn meesteres en
deelde door aanhoudend gemiauw mede, dat
zij voor den zooveelsten keer een prooi mee
naar huis had gebracht.
„Poes!" riep de vrouw, ,,wat heb je daar
weer?"
Poes kwam uit haar schuilhoek te voor-
schijn en deponeerde tot groote verrassing van
de vrouwden weggevlogen kanarievogel;
in levenden staat, zonder zelf maar een ge-
krenkt veertje. Poes stond den vogel af tegen
een lekker hapje en wordt nu algemeen als
een weldoend dier geeerd. Pietje zit weer in
zijn kooi v66r het raam en zingt honderd
uit
Het Moskousche atelier voor technische
films heeft een film vervaardigd over de bloed-
circulatie, waarin de hoofdrol wordt vervuld
door het menschelijk hart. De toeschouwer,
die deee film ziet, zal niet alleen de werk-
zaamheden van het hart kunnen volgen, maar
hij zal ook de karakteristieke tonen van het
hart hooren. De tekst, die bij deze film hoort,
werd geschreven door den bekenden specialist
in hartiziekten prof. W. P. Tselenin,
Het eerste deel van de film behandelt de
fisiologie van het hart en zijn normale ver-
richtingen. Het tweede deel laat zien de patho-
logi'sche processen van het hart, die door de,
versdhillende harbziekten ontstaan. Het ver-
vaardi'gen van deze film vereischte veel werk.
Men heeft er twee voile jaren aan gewerkt.
SCHIPBR EHKEN VAN VISSCHERS-
VAARTTJIGEN.
Uit Folkestone vemeemt Reuter, dat men
vreest een aantal visschers als vermist te moe
ten beschouwen ten gevolge van een aanvaring
tusschen het Amerikaansche stoomschip ,,In-
dependance Hall", metende 5050 ton en het
visschersvaartuig „St. Louis" in den mist. De
aanvaring is geschied voor de Fransche kust,
nabij Boulogne.
Later heeft men een draadloos berioht op-
gevangen van de ..Independance Hall'', luiden-
del ongebruikt laat om de velligheid tot den de; ^^egen half zeven hebben wij den treiler
hoogsten graad op te voeren.
Zaterdagmorgen is de ,,Torenvalk' vertrok
ken! Voor de 500sten keer een vliegtuig naar
Indie
,'Scheen het tien jaren geleden geen onmoge-
lijke toekomstmuziek, een regelmatige lucht-
postdienst tusschen Nederland en Indie?
DE ZONDAGSWET.
Wij lezen in de memorie van antwoord be-
treffende de begrooting van Binnenlandsche
Zaken voor 1938 over de Zondagswet het vol
gende:
Bij het te dezer zaken te voeren beleid kan
en mag de Minister ndet voorbijzien, dat de
toepassing van de Zondagswet in de onder-
scheidene gedeelten van het land zeer uiteen-
loopend is geweest. Naast beteekenende geoie-
den, waar deze toepassing niet te wenschen
heeft overgelaten en een volledige naleving j
plaats vindt, liggen helaas een groot aantal
gemeenten waar de toepassing van de wet zoo- j
veel te wenschen heeft overgelaten, dat zij een
voorbeeld is geworden van dood recht. Allerlei
omstandigheden hebben hiertoe medegeweikL.
zoo ook de voortdurende verkondiging dat de j
Zondagswet van 1815 niet meer toepassend is
voor dezen tijd.
„St. Louis" aangevaren ter hoogte van Kaap
Grisriez bij zwaren mist. Wij hebben negen
leuen der bemanning gered, drie man worden
nog vermist". De reddingboot van Calais is
uitgevaren.
Maandagochtend is verder vernomen, dat
een treiler uit Aberdeen, de ,,Roslin" vergaan
is in de monding van de rivier Ythan op 12
mijl ten Noorden van Aberdeen. Zes man ver-
dronken.
250.000 SCHAPEN DOODGEVROREN.
In den afgeloopen winter zijn ten gevolge
van den hevigen sneeuwval in Chileensch en
Argentijnsch Patagonie, circa 250.000 schapen
omgekomen. Men vreest, dat nog meer scha
pen zullen bezwijken, als de dooiperiode begint.
Het is de strenigste winter geweest, dien
men in de laatste 25 jaar beeft meegemaakt.
UlVenhout, 11 November 1937.
Amico.
Als ik Zaterdag
teugen den avond
De Minister kan deze opvatting in haar al- yan Guust ver.
gemeeiiheid niet deelen. Hij meent, mede ge- - - i
let op de groeiende begeerte onder ons volk,
dat de Zondagswet zoo krachtig mogelijk ook
door de overheid dient te worden bevorderd,
dat er aanleiding is rustig de toepassing en
naleving van de wet af te dwingen.
„MEVROUW, PAS GP JE KINDJE!"
Een ouderpaar te iBussum vorid deizer dagen
een Ibriefje op de ontbijttafel liggen met de
mededeeling: .Mevrouw pas op je kindje, men
wi'l het ontvoeren, vandaag of morgen."
De angstige moeder is geen beeldschoone
filmactrice, noch de vrouw van een beroemd-
heid en bezit oak geen middelen om een los-
geld te kunnen ibetalen. Zij 'is de eerzame
vrouw 'van een Ikrui'denier aan den Laarder-
weg. Zij had, (behalVe dit Ibriefje, dat met
groote letters op een schrijflblok was geschre
ven, ondekt, dat er in de keuken een chaos
was, lezen we in 'de Tel. Kasten en laden
waren overhoop 'gehaald. De indriniger heeft
ook huisgehouden in de huiskamer. De in-
houd van een trommel met papieren lag over
den grond verspreid.
Twee Ibankbiljetten Van tien gulden worden
echter vermist. Als kinderdief is de indrin-
ger echter nog niet opgetreden, want het
meisje van 3% maand lag in de wieg in de
huiskamer.
Uit het onderzoek ibleek, dat de dief door
een zolderraam moet zijn hinnengekomen,
want 'beneden heeft men geen spoor van braak
hagen, den bar-
bier, kwam, dan
hing er 'nen kou-
wen mist over den
steenweg. Ik zeg,
„over den steen
weg", want van
de velden was
heelegaar niks te
zien. De weareld
scheen uit niks
anders te bestaan
dan uit onzem
durpsweg en dan nog maar twee lanteems
ver, die 'n rond gat op den nevel ,,smolten",
sjuust of er 'n openingske geasemd wierd op
'n bevroren ruit.
Vaag schimden hier en daar gele lichtplek-
ken van. de win'kelraamkes op den mistigen
avond. En ge kost achter die ramen nie zien.
Alleen aan den klank van 'n winkellbel, of aan
'n stem, die uit 't open deurgat klonk, kost ik
weten, welken winkel ik passeerde.
Langs 'n oribebouwd gedeelte van den weg
daar waar 't boscb 'nen stap in 't durp zet,
stctotte-n-ik m'n neus in 'n wollige stilte, sjuust
alsof 't hier dik gesneeuwd lag. 't Ennigst ge-
rucht was druppengetikoverdadig nevelnat,
dat van de boomen viel. Als ik thuislkwam
lag de mis't lijk 'nen grijzen waas oVer m'nen
honker gedaauwd.
Zondagmergen was den weg nat van geval
len mist. Dun wolkte-n-ie over de velden.
'Nen zulvergraauwen dag blonk deur 'n
weareld van peerlen. In snoeren hingen ze
deur 't kaal gehoomte, waardeur nog 'nen ge-
len gloed wemelde van leste herfstlblaren.
gevonden. De vrouw had 's nachts gerucht Maar vroeg in den middag wierd de locht al-
gehoord en was naar heneden gegaan, waar Weer d'ikker, de weareld killer en alle peerl-
een kamerdeur open stand. Ook meende zij grijze glanlzing dofte weg in den Novemtoer-
op den zolder beweging te hebben geboord, schen namiddag, die roerloos deur de schep-
maar zij nam hlervan verder geen notitie. j ping schimde. Gin takske bewoog; alleen viel
Zij heeft reeds eenige maanden geleden be- nou en dan 'n Jeste blad stil en moei ter eerde.
dreigingen in bepaalden vorm ondervonden 1 Toen ik in de ,,Gouwen Koei" kwam, ston-
van een man, dien zij vroeger heeft afge- I den de hoeken al vol schemer. Alleen 't glas-
wezen. Mogelijk, dat deze een nieuwe wraak- j werk in den too'g en de nikkelen bierpomp
neming in den zin heeft. Welke betrekkingen blonken uit den duister op, terwijl achterin den
er echter tusschen dezen man en den indrin- i rossen gloei uit de hooge koliomkachel teugen
ger hestaan, is een van de eerste raadsels, die den witten muur gloorde en in 't keuenrek
de Bus'sumsche politie tracht op te lossen.
Het ouderpaar heeft de eertvolgende nacht
niet in huis durven doorlbrengen. Het is met
het kind ibij familie gaan slapen.
DE KUNST VAN BOEIEN.
„Hoe word ik kunstenares zoo had zich
een achttienjarige jongedarue uit een opvoe-
dingsgesticht afgevraagd, die door dit ge-
stlicht bij een Utrechtsche familie als dienst-
bode was ondergebracht.
En het antwoord op deze levensvraag had
zij zichzelf gegeven. Zij liet de Utrechtsche
faimilie zitten met de vuile vaat en de onge-
poetste bel en verscheen als zanger^s op het
podium van een der cabarets in de Domstad.
Dit natuurtalent werd echter door de poli
tie verhinderd, zich ten vcllen te ontplooien,
schafnpte.
't Was nie ongezellig deuze vroege scheme-
ring in ons herberg. 'n Bietje te werm was
't er cok, maar daaraan zijt ge rap gewoon.
Veural wij boerenmenschen, die veul van 't
nat te verduren heh'ben, wij zoeken onhewust
de wermte en laten die geren in de knoken
trekken als olie veur onze scharnieren.
D'n Fielp zat er al.
In den dag van 't .raam klekte zijnen groo-
ten bol wit op den duister van ,,de Gouwen".
..Hah, den Fielp!"
,,Hallee, den Dre
Aan de biljert wierd 'n partijke gestompt.
Nou en dan vielen de keuen mee 'nen doffen
knal op den vloer; de ballen dreunden zacht-
kens over 't laken en k'lekten dan teugenmal-
kaar.
Kunnen we nie 'n lichtje krijgen, Kee", rie-
pen de biljerters; ,,we kunnen gin bal zien,
zoo donker is't al".
,,Ge woi'dt hier toch maar prontjes bediend",
bro'mde-n-er eenen.
.Stikte gij bij oew thuis ook soms om half
drie de lamp al aan?" vroeg Kee.
Nou, daar scheen weinig teugen in te bren-
gen, want de biljerters bromden onder mel-
kaar over Kee en 't spul .ging verder.
Toen kwam den Jaan binnen.
.Middag, mannen, kouwen mist ee?" Gezed-
lig wneef ie in z'n banden, hing z'nen jekker
achter de deur en schoof z'n pet achterover.
,,MidJdag", groette den Fielp.
„Hah, Janeke", zee ik.
Hrj schoof bij.
,,Hoe is 't mee Tonia, Jaan?" vroeg ik, ,,lest
was T ommers...?'
,,Ben van de week mee 'r naar den dokter
gewist; ja ze durfde nie alleenig."
„En?" vroeg ik.
D'n Fielp keek Janus z'nen kant 'ns uit.
Janus wreef weer in z'n handen. ,,Nou r
den rimmeltiek. zee den dokter, kost ie weinig
aan doen. Maar hij zou ons 'ns flesch geVen
en daarmee most ik heur 's avonds veur 't
naar bed gaan, in den rug wrijven."
,,Mee die flesch?" vroeg den Fielp zuur.
,,Mee wat er in zit tenminste", zee Janus.
..D'n hoofdpijn klwam vort uit de maag. En de
maagklep deugde n' ok nie. Hebben guilie ooit
geiweten mannen, dat er 'n klep aan oew maag
zit?"
Jawed", zee den Fielp mee z'n zuur ge-
zicht: „haan hedke maag zit 'n klep, net zoo
goeid has haan hons pet."
,Kan aan die klep iets gedaan worden,
Jaan?"' vroeg ik.
„Neee", antlwoordde den Jaan: ,,'t ennigste
wa'k er aan kan doen, is mee m'nen rug naar
heur toe gaan liggen in de bedstee".
,,Meer mankementen?" vroeg den Fielp.
,,Veul zenuws en d'r hart klopt."
,,'Haltij nog beter, dan dat't nie klopt", vond
den Fielp.
„Jawel, maar 't klopt te hard. Ze mot rust
nemen. Ik zeg rust dokter? Ze hee alleen
maar veur mij te zurgen. En da's elken dag
tien eerpels mee schellen en 'n stel botram-
men afsnijen. Afleiidng zee-t-ie toen, afleiding
bedoel ik. Waar komde vandaan? vroeg ie
toen aan Tonia. Van den Zeuveribergschen
Hoek zee ze. Hebt ge daar familie, vroeg ie.
Heel m'n familie woont daar, zee ze. Kunde
er goed mee opschieten, vroeg ie weer. Best,
zee Tonia. Kunnen z'oe daar logeeren, vroeg
den dokter. Ojeeja, zee Tonia. Zoude 't pla-
zierig vinden om daar 'n paar maanden te zijn,
vroeg ie toen. Ojeeja, zeeen wij allebei. Gin be
zwaar, vroeg ie nog 'ns aan mij. Ojeenee, zee
ik. En toen ik voelde dat Tonia me aankeek,
zee ik er nog achter: veur oew vrouw mot ge
iets over hebben, ee dokter! En wanneer mot
ze weggaan dokter, astefbiieft? Zoo rap meu-
gelijk ze-t-ie. 'Nen puiken dokter, mannen",
zoo eindigde den Jaan z'n berichten. En ge-
zelllg wreef ie weer in z'n handen.
„Is ze al weg?" vroeg ik.
,,Tuurlijk. Den anderen dag heib ik ze naar
de stad gebrocht en op de bus gezet mee
d'r flesch."
„En hee ze daar 'nen wrijVer!" vroeg den
Fielp.
,,Huillie Lies", zee den Jaan: ,,heur zuster".
Wij keken zoo 'ns den duisterenden weg op,
zwegen.
iDen Fielp kneedde de kaarten, diep in ge-
dachten.
.jPuiken dokter", zee den Jaan weer, „gin
dure middelcijnen en goei hulp."
Den Fielp zee: ,,waar blijft dieen Blaauwe
toch."
Ik zee: ,,plazierig, als g'op oewen dokter
vertrou/wt."
,,En dat doei ik", zee Janus mee nadruk;
,,ik mot ginnen gnderen meer!"
„Da's oewen bal nie", wierd er aan de bil
jert geroepen: ,,ge spult mee den rooje, Soe-
pert!"
(Nou is 't zoo gesteld, mee de ballen in ,,de
Gouwen", amico, dat den rooje aan dene helft
wit is. En in den duister, dan, ja, dan zien
alle katjes graauw!)
,,Soepert! Je malle zus! Dieen witte daar,
da's den rooje!"
,,Kdede! Licht!!
,,Ge kunt den pot op!" riep Kee. ,,Ik steek
gin licht aan, mid'den op den dag."
,,Ja" ging Janus toen deur: ,,'k heh 't er
vandaag nog veul druk mee g'ad."
,,Waarmee?"
,,Mee d'inpakkerij."
,,Inpakkerij
,,Ja. Inpakkerij. Kek Toen haalde-n-ie
'n 'briefkaart uit z'n portemonnaie. Ik vouwde
ze recht, zette m'nen bril op en las:
Zevenbergsche Hoek, 5 Nov. 1937.
Van den Heuvel!
Met dezen verzoek ik U mijn goed te stu-
ren. Alles maar. Mijn ondergoed ook. En mijn
nachtjeponnen allelbei ze leggen in de goede
kast onderin links kreu'kel ze niet alstehlieft.
Doet er ook mijnen heilige Plonia bij ik heb
weer kiespijn £n als U dan toch aan het pak-
ken is ik heb ook mijn muilen vergeten en
mijn brillenhuis en mijn Comunieplaat in lijst.
Stuur alles maar op met voerman Michielsen
dat van jnijn is het is een moeite. Zorgt dat er
niks breekt of in de kreukels komt. Het gaat
mijn goed. Hopenlde van U hetzelfde. Gegroet
van haar die zich noemt
Tonia v. d. Heuvel-Vermunt
en vergeet ook niet mijn familiepertretten
denk om het glas. Als mijn nog iets tebinnen-
schiet schrijf ik nog en als ik iets vergeten
mogt zijn gij pakt maar in. Dag. T. v. d. H.-V.
Als ik de kaart gelezen had, dan was ik 'n
bietje in 't weergaren. Keek 'ns naar m'n si-
gaar, toen naar den Jaan, die naar de biljert
zat te kijken.
Ik knipte 'n oogske naar den Fielp. Beduid-
de'm, dat ie de kaart ook 'ns moest lezen.
,,Mag den Fielp die kaart ook lezen, Jaan?"
,,Dun van links", riep den Jaan naar de bil
jert: watte, Dre?"
„Of den Fiellp...
,,Cenogt. 't Is ginnen minnefbrief. Wat heb ik
oe gezeed? Ge had 'm dun van links motten
speulen, recht op den zak!"
Den Fielp las.
Ik tuurde den weg op, in gedachten.
Janus biljertte mee, mee z'n oogen en gaf
z'n adviezen.
Toen kwam den Blaauwe binnen. Maar veur
ie ging zitten, liep ie naar de lichtknobbeker
en draaide de Jampen aan.
.Zijde gij hier den baas?" vroeg Kee vuil.
,,iPilske", antwoordide den Blaauwe.
,,Ik vraag of g ij hier den baas zijt."
,,Ik zeg pilske."
,,Loop", zee Kee.
,,Vastgelijke", zee den Blaauwe. En ging aan
ons tafeltje zitten. .Middag samen!"
,,Hah den Tiest", zee Janus over z'nen
schouwer, nog steeds gewend naar de biljert.
,,Ge zijt laat, Blaadwe?" groette-n-ik.
,,'k Heb eerst de verkens nog afgevoeierd,
veur den donker, Drd."
Toen: ,,'brief van oew meske gekregen,
Fielp? Leer ge'm uit oew hoofd?"
,,Oem", bromde den bakker; „deelt de kaar
ten maar alvast." Onderwijl las ie kippig
deur.
,,Masseeren! Masseeren!!" riep den Jaan.
,,As ge maar om m'n laken denkt, ee!"
snaauwde Kee.
Then vouwde den Fielp de kaart langzaam
op, onderwijl, sjuust als ik daarstraks, praki-
zeerende.
Den Blaauwe had gegeven.
,,'Leesde gij die kaart 'ns, Blaauwe," zee
den Fielp.
Verwondierd keek den Tiest me aan. Ik
knlkte.
„En nou van den rooie, nie te dik, op den
korten band", riep den Jaan.
Ik keek den Fielp 'ns aan. D'n Fielp zette
'n lip en knikte 'n oogske. Hij was dus ook
nie gerust op die kaart van Tonia. In ieder
geval: den Fielp en ik, wij waren veul meer
onder den indruk van deus poststuk, dan den
Jaan eigens, die in kostelijke gemoedsrust
van „watkammegetoeuren"' biljertles zat te
geven, ook al hee-t-ie van z'n heele leven
nooit eenen earombole gemaakt. Maar zoo
is den Jaan nie alleen...! Die nog nooit ddnen
cent georven hee, geeft de gewichtigste ad
viezen in de ingewikkelste boedelkwesties!
D'n minister, die nog nooit onder 'n koei
hee gezeten, vertelt ons hoe we melken
motten.
D'n man, die veur z'n kinders gin poppeke
teekenen kan, maakt en breekt kunstschilders,
mee z'n critieken in de krant.
En wie vroeger op school gin versje op
kost zeggen, wreekt dat op den tooneel-
spulder.
Waarmee ik allemaal maar zeggen wil:
waarom zoude 't dan den Jaan kwalijk nemen
als ie perbeert 'n ander biljerten te leeren,
terwijl ie eigens ginnen keu kan vasthou-
wten...!
Toen den Blaauwe de kaart van Tonia ge
lezen had, keek ie 'n bietje lachend naar den
Jaan en riep: Janus!"
,,Mooi," zee den Jaan: kunnen we be-
ginnen?"
,,Asteblief," zee dien Blaauwe en hij gaf
Janus de kaart verom.
,,Dus juilie begrijpen," zee Janus, terwijl hrj
de kaart weer in z'n portemonnaie stak:
„da'k 't Vand'aag druk mee pakken heb g'ad.
'Nen kompleten verhuis."
Wij keken malkaar en den Jaan 'ns aan.
,,Wat denkte eigens van die kaart, Jaan?"
vroeg den Fielp.
Denken?" zee Janus.
,,Ja, wa's jouw gedacht, Jaan?" vroeg ik.
,,Mijn gedacht!" zee Janus.
,,Ziede gij niks bijzonders aan dat epdstel?"
vroeg den Blaauwe.
Janus haalde de kaart weer veur den dag,
bekeek ze aan allebei de kanten en zee toen:
„iets bijzonders?"
,,Ik piek," zee den Fielp toen.
,JPas," riep ik.
„Paasok," riep den Blaauwe.
,,Veur de negen in troef," zee Janus.
Janus mocht gaan. Hij spulde nie. ..Aisjie-
blief," zee-t-ie: ,,een, twee, drie, vier, vijf, zes,
zeuven, acht, negen, tien! De rest krijgen
guilie van me cadeau. Betalen!"
Den Fielp gaf.
„Wat zijn juilie stil?" vroeg den Jaan.
„Stil?" vroeg den Fielp.
,,Stil?" vroeg den Bl'aauwe.
„iStil?" vroeg ik.
,,Ja stil," zee den Jaan!
't Potje ging weer rond. 't Ging nog uren
rond. En op 't end zee Janus weer: ,,me
dunkt, juilie zijn anders, dan anders!"
Ge verstaat, amico, wij zaten mee z'n drieen
zo'n bietje onzen Zondag te verchagrijnen
over den Jaan.
Einidelijk nam den Fielp de koei bij
d'horens.
„Kek 'ns Jaan, we zullen 'r maar nie lan-
ger doekskes omwindelein, maar wij zijn bang
dat Tdnia niemeer bij jou verom komt."
Straf keken wij den Jaan aan, om te speu-
ren hoe dieen slag aan kwam.
Janus trok in gedachten aan z'nen snor. Keek
in de toekomst of in 't veriejen, dat weet ik
nooit mee hum, sinds z'n eerste vrouw!
Toen keek ie ons diepzinnig aan en vroeg:
„zijn juilie bang dat Tonia nooit meer
veromkomt
W|ij knikten seerjeus.
Toen stonld ie op en sprak de dubbelzinnige
woorden: ,,ikke nie!"
't Was 'nen rebus, amico. Wij hebben na
dat ie weg was, nog 'n uur zitten Visschen
mee z'n drieen wat ie beidoeld kost hefbben!
Was ie nie bang dat ze wel terugkam?
Was ie liie bang dat ze nie terugkwam?
't Was allebei "t zelfde en 't zee ons niks!
Of was ie bang, dat ze wel terugkwam?
Of was ie bang, dat ze nie terugkwam
,,Neee, zee den Fielp: „Janus is bang, dat
ze... Ik kan er nie uit, manne."
,,'t Is zoo," zee iden Blaauwe: ,,hij is bang
dat ze w51 veromkomt."
,,Onzin", zee ik: ,,hij is nie bang zee-t-ie.
Daar gaan we dus van uit! Maar waarveur
is ie nie bang?"
,,Dat ze nie terugkomt!" zee den Fielp.
,,'Dat ze wel veromkomt!" zee den Blaauwe.
Ik /zee-, ,,'t is allefbei veur den'zelfden uitleg
vatbaar."
En daarmee, amico, zit'ten we heel de week
al te toblben.
De bakker docht vandaag dat ie 't had!
„Kek 's Dre," zee-t-ie daarstraks: Janus
is... Nou ben 'k 't weer kwijt!"
En zoo wachten we dan maar af, amico,
hoe 't afloopt. Veurloopig is Tonia zoo ge-
ruischloos meugelijk verdwenen.
En Janus rookt heel den dag... sigaren...!
Van z'n eigen centen!
Dieen rijkdom is ie in gin vijf-ten-dertig
jaren gewend gewist en hij rookt er z'n eigen
van de kook aan.
Kom, ik schei er af.
Als gij d'opdossing vinden kunt? Eersten
prijs'n pijp!
Veul groeten van Trui, van Dre ni en als
altij gin horke minder van oewen
t.a.v.,
DRfi.
Vergadering van Donderdag 4 November 1937,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden J. M. Oggel, P. J.
van Bendegem, A. P. de Ruijter, B. Seghers,
C. van Bendegem, C. Th. van de Bilt, F.
Dieleman, A. P. Esselbrugge, J. Fanoy, A. Th.
't Gilde, C. Hamelink, A. van 't Hoff en P.
de Jonge, benevens de secretaris J. L. J. Maris.
(-2. Venvolg.)
5. Verkocp grond aan L. M. Herrebout.
Burgemeester en Wethouders deelen mede:
Aanvankelijk is door genoemden Herrebout
grond aangevraagd om aan het Bylocqueplein
een garage te bouwen, tevens voor bergplaats
bestemd, in verband met zijn bedrijf, dat in
een aangrerzend perceel. aan de Prins Mau-
ritsstraat gelegen, wordt uitgeoefend. Op dit
verzoek moesten wij een afwijzende beslissing
nemen, aangezien dit afwijkt van het vast
gestelde uitbreidingsplan. Thans vraagt hij.