Tsr Neuzensche Courant
Twee uit een nest
Binnenland
Feuilleton
Buitenland.
Maandag 8 November 1937 No. 9680
TWEEDE BLAD
RECHTSZAKEN.
VAN
SURINAME'S KOFFIECULTUUR IN
GEVAAR.
Naiar Aneta's correspondent te Paramaribo
vemeemt, beteeke-nt de sehrikbarende dating
van den Atoffieprijs de ondergang van de Suri-
naaimschfe koffiecultuur.
Zelfs bet afplukken en verwerken van de
rijpe koffie is niet meer loonend.
Men hoopt thans, dat de bacovencultuur
ftrachtiig zal worden aangepakt.
STIJGENDE PRIJZEN VAN SLACHTVEE.
AIs gevolg van mond- en kl'auwzeer, samen-
vallende met een door de teeltbeiperking ver-
oorzaalkte krappe markt, stegen, schrijft bet
'Handelslblad, de prijzen van het slacbtvee
vorige week dusdaniig, dat de invloed der of-
sch-affing van de crisisaccijns daardoor vrijwel
wordt gecompenseerd, zoodat van prijsver-
laging voor den con'sument niet veel kan
komen, als de markttoestan'd zoo blijft en
reeds toegepaste prijsverlagingen dan weer
ongedaan zullen moeten worden gemaakt. Het
sterkst geldt dit voor kalfsvleesdh.
Er zij aan herinnerd, dat minister Steen-
bergbe eenige dageri geleden de teeltbeper-
king al wat heeft „afgezwakt", uit vrees, dat
de vleeschproductie anders te klein zou wor
den. Hij bracbt het aantal te fo-k-ken vaars-
kalveren van 350.000 op 375.000, docb de iSnd-
bouworganisaties hadden tot 385.000 wilien
gaan (sommige wenschen zelfs en terecht al-
geheele afschaffi-ng der teeltbeperking). Ech
ter beeft de minister gedn verruiming ge-
geven aan het aantal ossen, dat mag worden
gemest. Als bet zoo doorgaat, zal hij echter
ook daaraan niet kunnen ontkomen! Beter
dan die verruimingen ware echter radical-e af
schaffing der mislukte veestapel-ordening.
HET CONFLICT IN HET VERRE OOSTEN
EN ONZE HANDELSBELANGEN.
'Het Tweede Kiamerlid Effendd heeft aan de
ministers van Buitenlandsche -Zaken, van Eco-
nomische Zaken en van Kolonien de volgende
vragen gesteld:
1. Is de regeering niet van oordeel, dat de
Japansche krijgsope-raties in China reeds
groote nadeelige gevolgen betotoen gehad voor
en nog grootere scbade zullen kunnen berok-
k-enen aan de Nederlandsche en Nederlandsch-
Indische handelsbelangen in dat land
2. Is de regeering niet van meening, dat
door het ongestrafte optreden van den aanval-
ler in China de opvatting veld wint, altlhans
kan winnen, dat ook Indonesie straffeloos aan
een dergelijlke bedreiging kan worden bloot-
gesteld
3. Is de regeering niet van meening, dat de
oorloglvoering voor den aanvaller onmogelijk
kan worden gemaakt en daarmede het drei-
gende gevaar voor Indonesie belangrijik kan
worden verkleind door het verbreken van alle
hande 1 Shetrekkingen met Japan en in het bij-
zonder door een onmiddellijke stopzetting van
de levering van olie en andere voor den oor-
log dienstige gronds-toffen aan den aanvaller?
4. Zoo ja, is de regeering dan bereid deel
te nemen aan eventueele toepassing van eco-
nomische sancties tegen den aanvaller?
5. Is de regeering niet van oordeel, dat de
spontaan opgekomen s'olidariteitshulpcampag-
ne voor China en de boycotbeweging tegen
Japan, zooals ze izich op dit oogenbliik in Ne-
derlandsch-Indie voofdoen, mede een middel is
am de agressie van den aanvaller te bedwin-
gen en denk't zij niet bovengenoemde bewe-
ging in den eenen of anderen vorrn te begun-
stigen
6. Is de regeering tenslotte bereid hulp-
verstrekking aan China, waarmede Nederland
vriendschappelijke betrekkingen onderhoudt,
krachtig te bevorderen, in het bijzonder het
verstrekken van ruim crediet en van huma-
nitaire medische hulp zoomede het onmiddel-
lij'k leveren van de benoodigde wapens aan het
aangevallen China?
REWAREN VAN BURGERKLEEDING VAN
DIENSTPLIOHTIGEN IN WERKELIJKEN
DIENST.
leder voor eerste oefening in werkelijken
dienst komend dienstplichtige kan naar thans
is bepaald tot zijn compagnies (escadrons-
batterij-) commandant het verzoek richten
zijn burgerkleeding gedurende den duur zijner
eerste oefening te doen bewaren.
Indien een dienstplichtige den wensch tot
het in bewaring geven van zijn burgerkleeding
kenbaar maakt, zal deze kleeding op kosten
van de Koninklijke Nationale Vereeniging tot
steun aan miliciens worden uitgestoomd en
door
ANNY VAN PANHUYS.
24)
Vervolg.
Hij had ook eenvoudig kunnen wegblijven
dat was zeker de gemakkelijkste oplossing
geweest. Maar hij wilde haar in elk geval
persoonlijlk vaarwel zeggen. Al was het al-
leen maar om haar nog eens voor het aller-
laa'tst te zien.
'Het jonge meisje droeg ditmaal een goed
zilVergrijs hoedje. De professor had haar het
honorarium voor het aan het gravengeslacht
Triichtingen gewijde artikel doen uitbetalen
anders stond hij dergelijk geld af aan de
een of andere liefdadigheidsanstelling. Van
dat geld had zij het nieuiwe costuum ge'kocht;
ook haar moeder was van meening, dat zij in
verband met haar werkkring bij den professor
wel verplicht was, zich beter te kleeden.
'Stefan von Homstein dacht zijn oogen niet
te kunnen gelooVen, toen hij inplaats van het
doodeenvoudig gekleede jonge meisje ineens
een deftige j'ongedame ontmoette. Zijn moed
om voorgoed afscheid van haar te nemen
slonk bedenkelijk.
Barbara merkte wel, dat er met Stefan iets
aan de hand was en dacht, dat hij in zijn
werk moeilijkheden gehad had. Zij vroeg hem
daar naar.
„Nee, juffrouw Kaiser, in mijn werk heb
ik nergens over te klagen, maar" hier hield
hij even op om dan ineens weer snel door te
spreken „maar ik moet misschien binnen-
kort voor een heelen tijd op reis en dat spijt
worden opgelegd in een mottenzak in het
kazemement. Ook deze mottenzakken zullen
door boverivermelde vereeniging worden ver-
stre'kt.
DE PARTICULIERE LOTERIJEN.
De vereeniging van hoofdagenten van parti-
cu-liere loterijen heeft tot den Minister van
Justitie het venzoek geriicht, overheidstoezicht
op het partiouliere loterijbedrijf in te stellen
en dit bedrijf aan wettelijke regelen te onder-
werpen. De vereeniging betoogt, dat het par
tiouliere loterijbedrijf blijkens de ervaring in
een behoefte voorziet. Voor de goede instel-
ling is toezicht niet noodizakelijk, maar de
twijfelach'tige ondememingen verzwaJkken het
vertrouiwien ook in het bona fide bedrijf.
Een redelijlje belasting op dit bedrijf, aldus
de vereeniging, zou zeker I millioen gulden in
de schatkist brengen.
DE DRAAIENDE ZENDTORENS
TE HUIZEN.
Op de beide draaiende zendtorens te Huizen,
die bestemd zijn voor de werelduitzendingen
van de Phohi4P. C. J.-combinatie, is de Neder
landsche driekleur geplant.
Deizer dagen zullen de 63 meter hooge
torens worden afgesteld en dan zullen de
proefuittaendingen op de golfilengte 31 meter
kunnen beginnen.
'Zooals men weet is de P. C. J. de korte
golf-omroepzender, welke gebruikt wordt voor
de relayeering naar de rest van de wereld der
programma'S, die door de Phohi naar Neder-
landschHlhdie worden uitgezonden. Deze zen-
d-er bestaat reeids tien jaar, dodh onlangs
werd be'sloten een draaibare beam-antenne te
bouwen om op deze wijze de mogelijkheid te
scheppen zuiver in te stellen op elk overzeesch
gebied of land, waardoor het programhia be
stemd is. De beam-antenne conoentreert de
energie in een bepaalde richting, ,,bundelt"
(beams) de enregie door middel van een Spie
gel of reflector. Deze bundels kunnen op een
bepaald punt, b.v. Johannesburg, Mexico of
Buenos Aires worden gericht.
Iedere antenne vereischt minstens twee
torens. Men zou dus een zeer groot aantal
zendmasten, elk met een richtantenne, moe
ten oprichten voor el'ke richting, hetgeen een
kostbare geschie'denis zou woirden.
De stralingshoek kan, indien men niet voor
el'ke afzonderlijke landstreek een dergelijk stel
masten wil plaatsen, nimmer zeer scherp wor
den gemaakt.
Bovenop de zen'dtorens bevinden zich vier
bordessen, waaraan de antenne bevestigd is.
De antennddraden zijn niet tuisschen de beide
torens bevestigd, docih er langs van boven
naar beneden.
De houten zendmasten wegen elk 18 ton.
Zij rusten op een stalen brug, welke op 8
aware wielstellen is gemonteerd en over een
cirkelvormlige railbaan kan draaien.
DE EERSTE OFFICIEELE AUDIeNTIE
DOOR PRINS BERNHARD VERLEEND.
Prins Bernhard heeft Zaterdag generaal-
majoor G. J. Berenischot, hoofd van den gene-
ralen staf, tevens inspecteur der militaire
luehtvaart van het Koninklijk Nederlandsch-
Indische leger in audientie ontvangen.
Voor het eerst wapperde de Prinselijke
standaard van het paleis aan het Noordeinde.
Wegens de aanwezigheid van den Prins stond
een wacht van twee man der militaire politie
voor den ingang van het paleis opgesteld. Te
elf uur werd de generaal door Z. K. H. ont
vangen. Dit was de eerste officieele audientie
door Prins Bernhard verleend.
GESCHENK VAN SURINAME VOOR HET
PRINSELIJK PAAR.
Het Surinaamsche vrouwencomite heeft
dezer dagen aan het Prinselijk Paar een ge-
schenk doen toekomen, in verband met de te
verwachten blijde gebeurtenis, welk geschenk
bestaat uit een fraaie mahoniehouten doos,
waarop in goud het wapen van Suriname is
aangebracht. In deze doos bevindt zich een
gouden foeker van antiek model, alsme'de een
aantal kleinere gouden voorwerpen, waar-
onder een paplepeltje, een servetring, een
ramimelaar en noig eenige andere artikelen, alle
voorzien van het wapen van Suriname.
Reeds vddr het bekend worden van den
wensch van het Prinselijke Paar om geen
geldinzendingen te houden tot het aanbieden
van kostbare geschenken heeft het boven
genoemde comite het initiatief genomen tot
het aanbieden van dit geschenk, waaraan
door alle bevolkingsgroepen werd deelgeno-
men. De Prins en de Prinses hebben het
fraaie geschenk met erkentelijkheid aanvaard
en daarvoor telegrafisch aan het comitd hun
dank betuigd.
DE SPELLING.
In De Groene Amsterdammer schrijft Mr.
W. Verkade onder de hoofden: ,,Het dene
noodige voor ons onderwijs: Overheidspremie
op taalconservatisme over de jongste ont-
wikkeling van het sipell'ingvraagstuk. Hij
deelt daarin mede, dat er hardnekkige geruch-
ten loopen, d'at minister Slotemaker de Bruine
een nieuwe, thans definitieve wijziging van de
mij zoo, daar ik u dan niet meer zal kunnen
zien."
Het fijne meisjesgezicht werd doodsbleek en
haar voeten bleven, als onder den ban van
een tooverspreuk, aan de plaats genageld
staan.
,,Wanneer moet u weg en waarom sta-
melde zij toonloos en haar vochtig wordende
oogen staarden Stefan in angstige spanning
aan.
'Stefan von Hornstein had wel hardop kun
nen juichen, want duidelijker dan uit vele
woofden bleek uit Barbara's houding, dat zij
hem lief had. En toch moest hij zijn beuls-
werk tot het bittere einde toe afmaken.
Hij lei zijn hand op haar arm.
,,Ik heb een speciale opdracht van de fa-
briek gekregen en daardoor is het mogelijk,
dat ik morgen al zal moeten afreizen."
Barbara voel'de zich de keel als dicht ge-
knepen, ze wilde spreken en kalm blijven,
inaar geen van beide gelukte haar.
In de schamering van den winterdag stond
daar een doodelijk gesehrolkken, bevend
meisje, dat het ,roerende beeld bood van een
jonge, zich juist' door haar zwijgen bloot-
gevende liefde.
Dat ontroerde hem en bracbt zijn voor-
nemen aan het wankelen. Dat sdhudde hem
als een boom, die meent vastgeiworteld te
staan en toch alleen maar in losse bodem op-
geschoten is.
Misschien kom ik gauw terug," zei hij
halfluid, terwijl elk woord hem pijn deed. Zijn
eigen leugen keerde zich tegen hem en stak
hem als een dolk.
Barbara prcbeerde te lachen. Maar dat
lukte niet.
Ze slikte een paar rnaal een snik weg en
zei toen mat: „Het is dom van mij, u geen
vro'olijk gezicht te toonen; ik voel mij echter
vandaag heelemaal niet prettig."
Hoe slecht was zij de kunst van huichelen
meeister.
spelling zou zou voorbereiden welke niet veel
van die van De Vries en Te Winkel zal ver-
schillen. Het blad schrijft o.m.:
,,De hardnekkige geruchten, dat de huidige
gezagsdrager aan het departement in tegen-
stelling tot zijn vroegere verklaringen op 9
October 1935 aan den schriftelijken vragenstel-
ler Thijssen en in de M. v. A., van 27 Nov.
1935 voomemens is wijzigingen van de spel-
lingsbesluiten te bevorderen, concentreeren
zich vooral op het volgende punt. Bij onder-
handelingen tusschen het bestuur van de
„Vereeniging tot bevordering van de belangen
des boekhandels" en het dagelijksch bestuur
van den Nederlandschen Uitgever&bond en van
de groep Schoolboekuitgevers eenerzijds en de
Ministers van Onderwijs en van Economische
Zaken anderzijds, zou van regeeringszijde zijn
Verklaard, dat nog steeds geen keuze is ge-
daan tusschen het doorzetten van de nieuwe
of terugkeeren naar de oude spelling (niet
alleen maar een herziening van den vijfden en
zesden spellingregel, in de M. v. A. van 27
Nov. '35 genoemd) en zou de regeering niet
ongeneigd zijn gebleken, uitgeVers en boek-
handelaren bij een nieuwe wijziging schadeloos
te stellen. In verband daarmee zouden dan
aan de uitgevers gegevens gevraagd worden
over hun voorraden in de nieuwe spelling. Men
ziet dus dat de zaak reeds concrete vormen
gaat aannemen".
Bij informatie in welingelichte kringen werd
de juistheid van bovenstaande mededeelingen
bevestigd.
DE OPLEGGING VAN BOETE DOOR DE
HUISBRANDCOMMISSIE VAN DE
KOLEN CONVENTIE.
Het Tweede Kamerlid Drop heeft aan de
Ministers van Oeconomische Zaken en van
Waterstaat de volgende vragen gesteld:
1. Is het den Ministers bekend:
a. dat de huisbrandcommisisie, ingesteld
door de z.g. kolenconventie, aan de coopera-
tieve kolenvereeniging D.E.L. te Vlissingen,
aangesloten bij de Zeeuwsche federatie van
cooperaties en kolenbonden, een boete van
1600 heeft opgelegd, omdat deze cooperatie
naar de meening van de huisbrandcommissie
bij de vermelding van de onder goedkeuring
der huisbrandcommissie vastgestelde detail-
prijzen ook mededeelde wat de werkelijk bere-
kende prijzen zouden kunnen zijn;
b. dat de huisbrandcommissie deze boete
heeft opgelegd zonder het bestuur der betrok-
ken cooperatie te hebben gehoord en nadat tot
nu toe zelfs bespreking van deze aangelegen-
heid is geweigerd?
2. Wilien de Ministers mededeelen of naar
hun oordeel de huisbrandcommissie tot het
oplegigen van vermelde boete bevoedheid be-
zit, ook als de cooperatie DjEjL., gelijk het
geval is, zich niet heeft verbonden tot naleving
van of toegetreden is tot wat in feite een
ondernemersovereenkomst is
3. Zijn de Ministers niet van oordeel, dat
zoolang en voor zoover de z.g. huisbrandcom
missie geen goedkeuring op bepaalde welom-
schreven z.g. saneeringsplannen voor den
brandstoffenhandel heeft verkregen, boete-
oplegging en toepassing van andere middelen
om tot naleving van door haar eenzijdig vast
gestelde regelen te dwingen geen rechtskracht
kunnen hebben?
BLITEN GEBRUIKSTELLING
POSTZEGELS.
Met ingang van 1 Januari a.s. worden bui-
ten gebruik gesteld en derhalve voor Je fran-
keering waardeloos:
De postzegels, uitgageven in 1913 ter her-
denking van Nederland's-Iieratelde onafhanke-
lijkheid en in 1923 van het regeeringsjubileum
van H. M. de Koningin.
De vredeapO'Stzegels van 12% cent.
De weldadigheidspostzegels uitgegeven in
1932.
De bijzondere postzegels, uitgegeven ter
gelegenheid van de Wereldjamboree 1937.
Omtrent de inwisseling van de eerstigenoemde
herdenkingspostzegels tot 1 Januari 1938 en
van de vredespostzegels van 1 Januari tot 1
Juli 1938, verstrekken de postkantoren nadere
inlichtingen.
WIJZIGING KIESWET EN ANDERE
WETTEN.
Het hoofdbestuur van den Nederlandschen
Bond van Gemeente-ambtenaren heeft dezer
dagen aan den voorzitter van de regeerings-
commissie voor de vereenvoudiging van de ge-
meente-administratie, den heer D. Kooiman,
verschillende wenschen kenbaar gemaakt met
betrekking tot vereenvoudiging van de Kies-
wet, de Woningwet, de Armenwet, de Drank-
wet, de Begraafwet en de Hinderwet.
Voor de fonnuieering van deze wenschen is
gebruik gemaakt van de voorlichting van de
adviesclubs voor bevolking en verkiezingen en
voor algemcene en sociale zaken, beide instel-
lingen van den bond.
WETTEIJ J KE AANSPRAKELIJKHEID
VAN AUTOBESTUURDERS.
Bij beschikking van de Ministers van Water
staat en van Justitie is een commissie inge
steld met de opdracht, een onderzoek in te
,,Kom mee, laat ons doorloopen," vroeg hij,
„het is tamelijlk frisch en u moogt geen kou
vatten."
'Zwijgend liepen zij naast elkaar.
Hij tobde zich af om een uitweg te beden-
ken, waardoor hij het lieVe meisje verdriet
zou kunnen sparen, maar hij was bang om
Maria alles eerlijk op te biechten. Die hield
ook van hem, want zonder liefde was dit
meisje, dat zoo van alle kanten het hof ge
maakt werd, zeker nooit zijn verloofde ge-
worden. En met het slot van het liedje moest
hij van zlchzelven denken: ,,Ik ben een droeve
ridder!"
Ja, hij was wel een droeve ridder en hij
was, te veel toegevend aan zijn licht ontvlam-
baar hart, hopeloos vastgeloopen.
Barbara liep alls in een mist. Het was
haar als bevond zij zich plotseling in een
grauwe verlatendheid, waarin haar geen en-
kel licht tegenwenkte, dat haar weer daaruit
kon leiden naar waar het helder was.
Zij verschikte wat aan haar toilet, haar
nieuwe mantelcostuum, waarrvan de snit en
het goed zitten haar zooeven nog zooveel ge-
noegen had gedaan en dacht, dat het v;rstan-
diger geweest- was, zooiets duurs maar heele
maal niet te koopen. Het kwam er immers
toch niet op aan hoe zij er uitzag, want zij
zou toch no'oit meer lezen in de oogen van
dien eenen man, of zij hem behaagde.
Stefan von Homstein boog zich licht tot
zijn gezellin over.
„Als u scms eenis aan mij denken zult, denk
dan goeds van mij en als u eens iets van mij
zoudt hooren, dat u aan mij zou doen twij-
felen, veroordeel mij dan niet ik ben mis
schien niet zoo schulddg als1 het lijken zal."
Barbara staarde verschrikt in het knappe
mannengelaat.
..Gfm Godswil, dat klinkt alsof u..."
Ze maa-kte de zin niet af. Ze maakte alleen
verschrikkelijke veronderstellingen, welke zijn
woorden bij haar deden opkomen. En die
stellen tenzake van het verplicht stellen van
een verzekering tegen de geldelijke gevolgen
van de aansprakelijkheid volgens de wet,
voortvloeiende uit het" gebruik van motorrij-
tuigen en den uitslag van dat onderzoek neer
te leggen in een-van hen uit te brengen rap
port, waar aan dpor de commissie noodig ge-
oordeelde wettelijke voorschriften in ontwerp
met toelichting zijn toegevoegd.
In deze commissie zijn benoemd:
j Tot lid en voorzitter: prof. mr. F. G. Schel-
tema, hoogleeraar aan de gemeentelijke uni-
j versiteit te Amsterdam;
tot secretarissen mr. H. H. Menalda, com
mies bij het departement van Waterstaat; mr.
M. W. Scheltema, commies bij het departement
van justitie.
DE KABINETSCRISIS IN BELGIe.
Zaterdagavond om tien uur heeft Minister
Spaak het diner verlaten dat hem was aange-
fboden door de Chineesche delegatie der Brus-
selsdhe conferentie teneinde naar het depar
tement van buitenlandsche zaken terug te
keeren, waar hij werd opgewacht door de
voorzitters van het blok van Belgische katho-
lieken.
Ook de socialistische minister van openbare
werken, Merlot, nam aan de onderhandelingen
deel. De besprekingen liepen omstreeks half
twaalf teneinde. De formateur deelde mee,
Cat de moeilijkheden omtrent de verdeeling der
portefeuilles blijven bestaan.
Ik zie nog geen oplossing zeide hij, maar
misschien zal de nacht nog wel raad brengen.
De besprekingen zijn nog niet afgebroken en
kunnen dus morgen worden voortgezet.
DE GERUCHTEN OVER BEMTODELING
VAN HITLER HOUDEN AAN.
Uit Duitsche bron vernam Reuter te Tokio,
dat de voorwaarden der Japansche regeering
voor een staking der vijandelijkheden in China
thans in handen zijn van Hitler.
Bij een persconferentie, die georganise erd
was door den directeur van de Nisji, Kataisji,
heeft deze (niet-officieele) Japansche afge-
zant medegedeeld, welke de voor Japan aan-
vaardbare vredesvoorwaarden zouden zijn. Hij
baseerde zich daarbij op besprekingen, die hij
met minister-president Konoje heeft gevoerd.
Hij verklaarde, dat Japan er in zou toestem-
men, de vijandelijkheden, zoodra dit mogelijk
is te staken, aangezien Japan reeds thans ver-
der is ge'komen dan het van te voren vast
gestelde doel.
Voorts verklaarde Kataisji, dat een defini-
tief van president fttoosevelt hem het beste
middel leek om te komen tot het sluiten van
een wapenstilstand. Het optreden van ddn
enkele mogendheid in dezen is te verkiezen
boven de tusschenkomst eener conferentie. De
onderhandelingen over de vredesbepalingen
zelve echter zouden alleen tusschen China en
Japan gevoerd moeten worden. Deze bepa-
lingen zouden zijn:
1. Geen enkele gebiedsuitbreiding voor
Japan, maar vorming van een Chineeschen
staat der vijf Noordelijke provincies, welker
ordedienst verzekerd zou worden door een
Chineesche militaire macht, en welker veilig-
heid door deze macht, met of zonder hulp
van buitenlandsche troepen, zou worden ge-
waarborgd.
2. Japan zou waarborgen eischen tegen een
doordringen van bolsjewistische invloeden in
China.
3. Er moet een gedemilitariseerde z6ne
ingesteld worden rondom de concessie van
Sjanghai.
4. Oeconomische samenwerking en staking
van het anti-Japansche drijven.
Kataisji verklaarde tegenstander te zijn van
een bemiddeling door Duitschland, aangezien
hij den invloed van de Ver. Staten in Japan
doeltreffender acht dan dien van Duitsch
land.
A RRONDISSEMENTS-RECHTBA NK
TE MIDDELBURG.
Zitting van 5 November 1937.
De volgende zaken werden behandeld:
W. C. v. H., oud 32 j., dekknecht te Vlis
singen, thans in voorarrest, verdacht dat hij
op 17 September 1.1. te Vlissingen met het
oogmerk tot wederrechtelijke toeeigening
heeft weggenomen een hoeveelheid geld toe-
behoorende aan R. A. Vierstraete, althans
poging daartoe.
De Qfficier van Justitie eischte een half
jaar gevangenisstraf.
De verdeldiger van verdachte bepleitte vrij-
spraak.
N. v. A„ oud 36 j., winkelier en taxiverbuur-
der te Zaam'slag, had zich te verantwoorden
wegens het veroorzaken van zwaar lichame-
plotselinge reis hield daar natuurlijk verband
mee.
Niettegenstaande zijn onbehagelijke stem
ming moest Stefan von Hornstein toch even
lachen.
,,Ik heb geen moord gepleegd en ook niet
gestolen," zei hij, „trouwens, heelemaal niets
dat mij met de justitie in aanraking zou kun
nen brengen."
Barbara herademde hoorbaar.
,,God'dank,'" zei ze uit het diepst van haar
hart.
Dit ,,Goddank", dit herademen omdat hem
geen gevaar bedreigde, bewees den jongeman
hoeveel het meisje van hem hield. Dat maakte
hem weer zwak en zijn warm gevoel den
vrijtn loop Intend, drukte hij Barbara in de
stille straat tegen zich aan en gaf haar een
kus.
Een naar de laatste mode gekleede dame
trad juist uit een huisdeur naar buiten en het
tweetal stapte vlug door om haar voor te
blijven.
'De dame, die schik in het geval had, bleef
staan en keek het paar na opeens echter
maakte zij een aarzelende beweging.
'Zij ken'de immers den slanken jongeman,
die naast het knappe meisje liep.
Pas toen het tweetal een eindje was door-
geloopen, hefkende zij hem. Dat was Stefan
von Hornstein, die haar met een armband
afgescheept had. Natuurlijk, hij was het!
De dame, die hij notabene op straat kussen
moest, was zeker zijn verloofde. Komiek, dat
een zoo officieel verloofd sipan geen ander
plaatsje scheen te kunnen vinden, om elkaar
te kussen, dan juist op straat. Maar over den
smaak viel niet te twisten, meeride Lona Jen
sen, en stapte toen vlug achter het jonge paar
aan. Ze moest Stefan's verloofde eens goed
opnemen; tijd daarvoor had ze genoeg.
Zs kwam juist bij haar naaister vandaan
en tot aan de avon'dvoorstelling had zij toch
niets te doen.
lijk letsel door schuld, door dat hij op 15
Augustus 1937 te Oostburg als bestuurder
van een vierwielig motorrrjtuig daarmede
heeft gereden over den Rijksweg tusschen
Draaibrug en Oostburg, en wel hoogst roeke-
loos en onvoorzich'tig, een voor hem uit aan
den rechterzijde van den weg rijdenden wiel-
rljder iruhalende, dezen zoo rakeling is gepas-
seerd, dat hij den wielrijder, genaamd Johan
nes Jacobus Caron aanreed, waardoor dezen
kwam te vallien en door een en ander een
fractuur aan twee ri'bben bekwam, en voorts
dat hij verdachte op tijd en plaats voomoemd
toen hij genoemde C. had aangereden en dezen
in hulpbehoevenden toestand op den weg lag,
instede van te stopipen en den aangeredene
zooveel in zijn, verdachte's, vermogen was,
te bieden de hulp welken dezen behoefde, op-
zettelijk is doorgereden en te verzuimen eenige
maatregelen te treffen in het belang van den
aangeredene.
De aangeredene Mr. Caron, advocaat te
Bussum, als getuige gehoord, blijft bij zijn
destij'ds afgelegde verklaringen. Hij is thans
genezen en heeft 4 weken zijn beroep niet
kunnen uitoefenen.
De getuige Kolijn, werkster, persisteert bij
haar verklaringen destijds voor de politie af-
gelegd. Op een vraag van haar aan ver
dachte om te stoppen toen zij het ongeval zag
gebeuren, antwoordde verdachte: Ben je
bedniemand heeft het gezien. Later had
verdachte haar gezegd, dat hij niet gestopt
had, -omdat hij -bang was dat zijn rijbewijs zou
worden ingetrokken. Verdachte heeft aan
doze getuige venzoeht om eVentueel te zeg
gen, dat zij niets had gezien.
Verdachte ondervraagd, zegt wel een
,,schokje te hebben gevoeld, maar niets te
hebben gezien. Had hij wel iets gezien, dan
eou hij natuurlijk gestopt hebben.
Nader ondervraagd, tzegt verdachte een
paar jaren geleden het rijbewijs te zijn inge
trokken. Hij was verzekerd voor wettelijke
aansprakelijkheid en voor passagiers.
De Off icier van Justitie aan het woord
komende, zegt dat het letsel zeer gelukkig is
verloopen. Volgens de Officier is het zwaar
lichamelijk letsel. De Officier vindt het op
treden van verdachte ergerlijk. Verdachte is
zon'der meer doorgereden en de Officier noemt
hem buitengewoon gevaarlijk op den weg.
De Officier vraagt zich af, heeft verdachte
iemand opzettelijk in hulpeloozen toestand
achtergelaten Hij beantwoordt die vraag be-
vestigend. Volgens spr. is dit bewezen. De
Officier acht verdachte schu-ldig aan beide ten
laste gelegde feiten en eischt 4 maanden ge
vangenisstraf, benevens 200 boete en ont-
zegging van de bevoegdheid om motorrijtui-
gen te besturen voor den tijd van een jaar.
De verdediger van verdachte, Mr. W. K. H.
Dieleman, advocaat te Middel'burg, is van
meening, dat verdachte niet op een dusdanige
manier heeft gereden, dat een zoo hooge straf
is gerechtvaardi-gd. Pleiter geeft toe, dat ver
dachte slordig heeft gereden. De verklarin
gen der getuigen, zijn volgens pleiter weinig
positief, zelfs weifelend. Het is niet goed te
prat en dat verdachte is doorgereden, doch het
is begrijpelijk. Al eerdar was aan verdachte
een rijbewijs ontnomen. Er was een angst-
psychose bij verdachte, dat dit wesr zou ge
beuren. Verdachte heeft volgens pleiter niet
het bewustzijn gehad, dat hij iemand in hul
peloozen toestand achterliet.
Hij heeft !de ernst van de aanrijding niet
kunnen controleeren. Volgens pleiter is het
opzettelijk doorrijid-en" niet bewezen en
vraagt hij dienaangaande vrijspraak.
Vervolgens vindt pleiter de eisch van den
Officier van Justitie te hoog. Vooral met het
oog op den persoon van verdachte, vindt plei
ter een onvoorwaardelijke straf niet ge-
wenscht.
Volgens verdOdiger is hier alle reden om cle-
m en tie toe te passen, waarom hij de Rechtbank
verzoekt aan verdachte een voorwaardelijke
straf op te leggen, eventueel gecombineerd
met een geldboete.
De volgende vonnissen werden gewezen:
De Rechtbank deed uitspraak in de zaak
tegen K. M., oud 32 j., winikelier te Mididel-
burg, verdacht van het veroorzaken van eens
anders dood door schuld. Het bet-reft hier het
op 2 Augustus 1.1. onder de gemeente Veere
plaats gehad hebbend auto-ongeluk, waarbij
zekere Wj. om het l£Ven is gekomen. M. werd
door de Rechtbank veroordeeld tot 4 maanden
gevangenisstraf en intrekking van het rijbe
wijs voor den tijd van 1 jaar.
P. E. S., oud 23 j., arbeider te Philippine,
werd wegens mishandeling veroordeeld tot
25 boete of 20 dagen hechtenis en toeiwijzing
van de civiele vohdering tot een bedrag van
f 14,50.
HOOGER BEROEP.
Door J. v. B., oud 23 j., colporteur te Bergen
op Zoom en A. B., oud 34 j., inspecteur van de
N.V. Nationale Administratiebank voor On-
roerende goederen te Rotterdam, bei-den thans
in voorarrest te Middelburg, is hooger beroep
aangeteekend tegen een vonnis van de Recht
bank, waarbij zij respect-ievelijk werden ver
oordeeld tot 1 jaar en 2 jaar gevangenisstraf.
iZe haastte zich om het paar in te halen en
liep dan ook dr-a vlak achter hen aan. Het
verbaasde haar alleen maar, dat zij, het paar
volgen'd, in een haar onbekend stadsgedeelte
kwam, dat achter het station lag. Al een
paar maal was zij van plan geweest het twee
tal vooifbij te loopen, dan om te keeren en de
verloofde van Stefan von Homstein in het
voorlbijgaan eens duchtig op te nemen.
Eindelijk zou het er dan van komen.
De af stand tusschen haar en de jongelui,
die zij volgde, werd steeds kleiner.
Lona Jensen was alleen maar bang, dat
Stefan op het geluid harer stappen eens zou
omkij-ken en haar herkennen. Maar hij hield
zich zoo druk met het naast hem loopende
meisje -beizdg, dat hij op nie-ts anders acht
sloeg. Hij spra'k halfluid met het meisje en af
en toe kon Lona zelfs een woord opvangen.
Ze ving het op als een verdwaalde bal, die
door niemand vermist wordt.
Opeens sc-hrok ze op, Stefan sprak zijn ge
zellin met .Barbara" aan en zij had toch ge
hoord, -dat de naam van zijn verloofde Maria
was, zooals trouwens ook in de kranten ge-
staan had. Maar als zijn verloofde Maria
heet-te, hoe kon hij haar dan Barbara noemen?
Lona J-enisen bleef weer wat achter; ze
kreeg een inval, die het eenige mogelijke ant-
woord gaf op de vraag, die zij zich gesteld
had. Het meisje, dat naast Stefan liep, was
heelemaal zijn verloofde niet en beteekende
natuurlijk niets meer voor hem dan ook zij een
tijdlang voor hem beteeken'd had. Waar-
sc-hijnlijk zou hij dit meisje binnenkort ook
met een mooien armband afschepen.
De gedachte, dat ook een ander het af-
sdhuwe'lijke gevoel van versmaad te worden
zou doonma'ken, ibezorgde Lona een paar ge-
nosgelijke oogenblikken.
(Wordt vervolgd.)