Tsr Neuzensche Courant Twee uit een nest Binnenland Feuilleton Buitenland. Maandag 8 November 1937 No. 9680 TWEEDE BLAD RECHTSZAKEN. VAN SURINAME'S KOFFIECULTUUR IN GEVAAR. Naiar Aneta's correspondent te Paramaribo vemeemt, beteeke-nt de sehrikbarende dating van den Atoffieprijs de ondergang van de Suri- naaimschfe koffiecultuur. Zelfs bet afplukken en verwerken van de rijpe koffie is niet meer loonend. Men hoopt thans, dat de bacovencultuur ftrachtiig zal worden aangepakt. STIJGENDE PRIJZEN VAN SLACHTVEE. AIs gevolg van mond- en kl'auwzeer, samen- vallende met een door de teeltbeiperking ver- oorzaalkte krappe markt, stegen, schrijft bet 'Handelslblad, de prijzen van het slacbtvee vorige week dusdaniig, dat de invloed der of- sch-affing van de crisisaccijns daardoor vrijwel wordt gecompenseerd, zoodat van prijsver- laging voor den con'sument niet veel kan komen, als de markttoestan'd zoo blijft en reeds toegepaste prijsverlagingen dan weer ongedaan zullen moeten worden gemaakt. Het sterkst geldt dit voor kalfsvleesdh. Er zij aan herinnerd, dat minister Steen- bergbe eenige dageri geleden de teeltbeper- king al wat heeft „afgezwakt", uit vrees, dat de vleeschproductie anders te klein zou wor den. Hij bracbt het aantal te fo-k-ken vaars- kalveren van 350.000 op 375.000, docb de iSnd- bouworganisaties hadden tot 385.000 wilien gaan (sommige wenschen zelfs en terecht al- geheele afschaffi-ng der teeltbeperking). Ech ter beeft de minister gedn verruiming ge- geven aan het aantal ossen, dat mag worden gemest. Als bet zoo doorgaat, zal hij echter ook daaraan niet kunnen ontkomen! Beter dan die verruimingen ware echter radical-e af schaffing der mislukte veestapel-ordening. HET CONFLICT IN HET VERRE OOSTEN EN ONZE HANDELSBELANGEN. 'Het Tweede Kiamerlid Effendd heeft aan de ministers van Buitenlandsche -Zaken, van Eco- nomische Zaken en van Kolonien de volgende vragen gesteld: 1. Is de regeering niet van oordeel, dat de Japansche krijgsope-raties in China reeds groote nadeelige gevolgen betotoen gehad voor en nog grootere scbade zullen kunnen berok- k-enen aan de Nederlandsche en Nederlandsch- Indische handelsbelangen in dat land 2. Is de regeering niet van meening, dat door het ongestrafte optreden van den aanval- ler in China de opvatting veld wint, altlhans kan winnen, dat ook Indonesie straffeloos aan een dergelijlke bedreiging kan worden bloot- gesteld 3. Is de regeering niet van meening, dat de oorloglvoering voor den aanvaller onmogelijk kan worden gemaakt en daarmede het drei- gende gevaar voor Indonesie belangrijik kan worden verkleind door het verbreken van alle hande 1 Shetrekkingen met Japan en in het bij- zonder door een onmiddellijke stopzetting van de levering van olie en andere voor den oor- log dienstige gronds-toffen aan den aanvaller? 4. Zoo ja, is de regeering dan bereid deel te nemen aan eventueele toepassing van eco- nomische sancties tegen den aanvaller? 5. Is de regeering niet van oordeel, dat de spontaan opgekomen s'olidariteitshulpcampag- ne voor China en de boycotbeweging tegen Japan, zooals ze izich op dit oogenbliik in Ne- derlandsch-Indie voofdoen, mede een middel is am de agressie van den aanvaller te bedwin- gen en denk't zij niet bovengenoemde bewe- ging in den eenen of anderen vorrn te begun- stigen 6. Is de regeering tenslotte bereid hulp- verstrekking aan China, waarmede Nederland vriendschappelijke betrekkingen onderhoudt, krachtig te bevorderen, in het bijzonder het verstrekken van ruim crediet en van huma- nitaire medische hulp zoomede het onmiddel- lij'k leveren van de benoodigde wapens aan het aangevallen China? REWAREN VAN BURGERKLEEDING VAN DIENSTPLIOHTIGEN IN WERKELIJKEN DIENST. leder voor eerste oefening in werkelijken dienst komend dienstplichtige kan naar thans is bepaald tot zijn compagnies (escadrons- batterij-) commandant het verzoek richten zijn burgerkleeding gedurende den duur zijner eerste oefening te doen bewaren. Indien een dienstplichtige den wensch tot het in bewaring geven van zijn burgerkleeding kenbaar maakt, zal deze kleeding op kosten van de Koninklijke Nationale Vereeniging tot steun aan miliciens worden uitgestoomd en door ANNY VAN PANHUYS. 24) Vervolg. Hij had ook eenvoudig kunnen wegblijven dat was zeker de gemakkelijkste oplossing geweest. Maar hij wilde haar in elk geval persoonlijlk vaarwel zeggen. Al was het al- leen maar om haar nog eens voor het aller- laa'tst te zien. 'Het jonge meisje droeg ditmaal een goed zilVergrijs hoedje. De professor had haar het honorarium voor het aan het gravengeslacht Triichtingen gewijde artikel doen uitbetalen anders stond hij dergelijk geld af aan de een of andere liefdadigheidsanstelling. Van dat geld had zij het nieuiwe costuum ge'kocht; ook haar moeder was van meening, dat zij in verband met haar werkkring bij den professor wel verplicht was, zich beter te kleeden. 'Stefan von Homstein dacht zijn oogen niet te kunnen gelooVen, toen hij inplaats van het doodeenvoudig gekleede jonge meisje ineens een deftige j'ongedame ontmoette. Zijn moed om voorgoed afscheid van haar te nemen slonk bedenkelijk. Barbara merkte wel, dat er met Stefan iets aan de hand was en dacht, dat hij in zijn werk moeilijkheden gehad had. Zij vroeg hem daar naar. „Nee, juffrouw Kaiser, in mijn werk heb ik nergens over te klagen, maar" hier hield hij even op om dan ineens weer snel door te spreken „maar ik moet misschien binnen- kort voor een heelen tijd op reis en dat spijt worden opgelegd in een mottenzak in het kazemement. Ook deze mottenzakken zullen door boverivermelde vereeniging worden ver- stre'kt. DE PARTICULIERE LOTERIJEN. De vereeniging van hoofdagenten van parti- cu-liere loterijen heeft tot den Minister van Justitie het venzoek geriicht, overheidstoezicht op het partiouliere loterijbedrijf in te stellen en dit bedrijf aan wettelijke regelen te onder- werpen. De vereeniging betoogt, dat het par tiouliere loterijbedrijf blijkens de ervaring in een behoefte voorziet. Voor de goede instel- ling is toezicht niet noodizakelijk, maar de twijfelach'tige ondememingen verzwaJkken het vertrouiwien ook in het bona fide bedrijf. Een redelijlje belasting op dit bedrijf, aldus de vereeniging, zou zeker I millioen gulden in de schatkist brengen. DE DRAAIENDE ZENDTORENS TE HUIZEN. Op de beide draaiende zendtorens te Huizen, die bestemd zijn voor de werelduitzendingen van de Phohi4P. C. J.-combinatie, is de Neder landsche driekleur geplant. Deizer dagen zullen de 63 meter hooge torens worden afgesteld en dan zullen de proefuittaendingen op de golfilengte 31 meter kunnen beginnen. 'Zooals men weet is de P. C. J. de korte golf-omroepzender, welke gebruikt wordt voor de relayeering naar de rest van de wereld der programma'S, die door de Phohi naar Neder- landschHlhdie worden uitgezonden. Deze zen- d-er bestaat reeids tien jaar, dodh onlangs werd be'sloten een draaibare beam-antenne te bouwen om op deze wijze de mogelijkheid te scheppen zuiver in te stellen op elk overzeesch gebied of land, waardoor het programhia be stemd is. De beam-antenne conoentreert de energie in een bepaalde richting, ,,bundelt" (beams) de enregie door middel van een Spie gel of reflector. Deze bundels kunnen op een bepaald punt, b.v. Johannesburg, Mexico of Buenos Aires worden gericht. Iedere antenne vereischt minstens twee torens. Men zou dus een zeer groot aantal zendmasten, elk met een richtantenne, moe ten oprichten voor el'ke richting, hetgeen een kostbare geschie'denis zou woirden. De stralingshoek kan, indien men niet voor el'ke afzonderlijke landstreek een dergelijk stel masten wil plaatsen, nimmer zeer scherp wor den gemaakt. Bovenop de zen'dtorens bevinden zich vier bordessen, waaraan de antenne bevestigd is. De antennddraden zijn niet tuisschen de beide torens bevestigd, docih er langs van boven naar beneden. De houten zendmasten wegen elk 18 ton. Zij rusten op een stalen brug, welke op 8 aware wielstellen is gemonteerd en over een cirkelvormlige railbaan kan draaien. DE EERSTE OFFICIEELE AUDIeNTIE DOOR PRINS BERNHARD VERLEEND. Prins Bernhard heeft Zaterdag generaal- majoor G. J. Berenischot, hoofd van den gene- ralen staf, tevens inspecteur der militaire luehtvaart van het Koninklijk Nederlandsch- Indische leger in audientie ontvangen. Voor het eerst wapperde de Prinselijke standaard van het paleis aan het Noordeinde. Wegens de aanwezigheid van den Prins stond een wacht van twee man der militaire politie voor den ingang van het paleis opgesteld. Te elf uur werd de generaal door Z. K. H. ont vangen. Dit was de eerste officieele audientie door Prins Bernhard verleend. GESCHENK VAN SURINAME VOOR HET PRINSELIJK PAAR. Het Surinaamsche vrouwencomite heeft dezer dagen aan het Prinselijk Paar een ge- schenk doen toekomen, in verband met de te verwachten blijde gebeurtenis, welk geschenk bestaat uit een fraaie mahoniehouten doos, waarop in goud het wapen van Suriname is aangebracht. In deze doos bevindt zich een gouden foeker van antiek model, alsme'de een aantal kleinere gouden voorwerpen, waar- onder een paplepeltje, een servetring, een ramimelaar en noig eenige andere artikelen, alle voorzien van het wapen van Suriname. Reeds vddr het bekend worden van den wensch van het Prinselijke Paar om geen geldinzendingen te houden tot het aanbieden van kostbare geschenken heeft het boven genoemde comite het initiatief genomen tot het aanbieden van dit geschenk, waaraan door alle bevolkingsgroepen werd deelgeno- men. De Prins en de Prinses hebben het fraaie geschenk met erkentelijkheid aanvaard en daarvoor telegrafisch aan het comitd hun dank betuigd. DE SPELLING. In De Groene Amsterdammer schrijft Mr. W. Verkade onder de hoofden: ,,Het dene noodige voor ons onderwijs: Overheidspremie op taalconservatisme over de jongste ont- wikkeling van het sipell'ingvraagstuk. Hij deelt daarin mede, dat er hardnekkige geruch- ten loopen, d'at minister Slotemaker de Bruine een nieuwe, thans definitieve wijziging van de mij zoo, daar ik u dan niet meer zal kunnen zien." Het fijne meisjesgezicht werd doodsbleek en haar voeten bleven, als onder den ban van een tooverspreuk, aan de plaats genageld staan. ,,Wanneer moet u weg en waarom sta- melde zij toonloos en haar vochtig wordende oogen staarden Stefan in angstige spanning aan. 'Stefan von Hornstein had wel hardop kun nen juichen, want duidelijker dan uit vele woofden bleek uit Barbara's houding, dat zij hem lief had. En toch moest hij zijn beuls- werk tot het bittere einde toe afmaken. Hij lei zijn hand op haar arm. ,,Ik heb een speciale opdracht van de fa- briek gekregen en daardoor is het mogelijk, dat ik morgen al zal moeten afreizen." Barbara voel'de zich de keel als dicht ge- knepen, ze wilde spreken en kalm blijven, inaar geen van beide gelukte haar. In de schamering van den winterdag stond daar een doodelijk gesehrolkken, bevend meisje, dat het ,roerende beeld bood van een jonge, zich juist' door haar zwijgen bloot- gevende liefde. Dat ontroerde hem en bracbt zijn voor- nemen aan het wankelen. Dat sdhudde hem als een boom, die meent vastgeiworteld te staan en toch alleen maar in losse bodem op- geschoten is. Misschien kom ik gauw terug," zei hij halfluid, terwijl elk woord hem pijn deed. Zijn eigen leugen keerde zich tegen hem en stak hem als een dolk. Barbara prcbeerde te lachen. Maar dat lukte niet. Ze slikte een paar rnaal een snik weg en zei toen mat: „Het is dom van mij, u geen vro'olijk gezicht te toonen; ik voel mij echter vandaag heelemaal niet prettig." Hoe slecht was zij de kunst van huichelen meeister. spelling zou zou voorbereiden welke niet veel van die van De Vries en Te Winkel zal ver- schillen. Het blad schrijft o.m.: ,,De hardnekkige geruchten, dat de huidige gezagsdrager aan het departement in tegen- stelling tot zijn vroegere verklaringen op 9 October 1935 aan den schriftelijken vragenstel- ler Thijssen en in de M. v. A., van 27 Nov. 1935 voomemens is wijzigingen van de spel- lingsbesluiten te bevorderen, concentreeren zich vooral op het volgende punt. Bij onder- handelingen tusschen het bestuur van de „Vereeniging tot bevordering van de belangen des boekhandels" en het dagelijksch bestuur van den Nederlandschen Uitgever&bond en van de groep Schoolboekuitgevers eenerzijds en de Ministers van Onderwijs en van Economische Zaken anderzijds, zou van regeeringszijde zijn Verklaard, dat nog steeds geen keuze is ge- daan tusschen het doorzetten van de nieuwe of terugkeeren naar de oude spelling (niet alleen maar een herziening van den vijfden en zesden spellingregel, in de M. v. A. van 27 Nov. '35 genoemd) en zou de regeering niet ongeneigd zijn gebleken, uitgeVers en boek- handelaren bij een nieuwe wijziging schadeloos te stellen. In verband daarmee zouden dan aan de uitgevers gegevens gevraagd worden over hun voorraden in de nieuwe spelling. Men ziet dus dat de zaak reeds concrete vormen gaat aannemen". Bij informatie in welingelichte kringen werd de juistheid van bovenstaande mededeelingen bevestigd. DE OPLEGGING VAN BOETE DOOR DE HUISBRANDCOMMISSIE VAN DE KOLEN CONVENTIE. Het Tweede Kamerlid Drop heeft aan de Ministers van Oeconomische Zaken en van Waterstaat de volgende vragen gesteld: 1. Is het den Ministers bekend: a. dat de huisbrandcommisisie, ingesteld door de z.g. kolenconventie, aan de coopera- tieve kolenvereeniging D.E.L. te Vlissingen, aangesloten bij de Zeeuwsche federatie van cooperaties en kolenbonden, een boete van 1600 heeft opgelegd, omdat deze cooperatie naar de meening van de huisbrandcommissie bij de vermelding van de onder goedkeuring der huisbrandcommissie vastgestelde detail- prijzen ook mededeelde wat de werkelijk bere- kende prijzen zouden kunnen zijn; b. dat de huisbrandcommissie deze boete heeft opgelegd zonder het bestuur der betrok- ken cooperatie te hebben gehoord en nadat tot nu toe zelfs bespreking van deze aangelegen- heid is geweigerd? 2. Wilien de Ministers mededeelen of naar hun oordeel de huisbrandcommissie tot het oplegigen van vermelde boete bevoedheid be- zit, ook als de cooperatie DjEjL., gelijk het geval is, zich niet heeft verbonden tot naleving van of toegetreden is tot wat in feite een ondernemersovereenkomst is 3. Zijn de Ministers niet van oordeel, dat zoolang en voor zoover de z.g. huisbrandcom missie geen goedkeuring op bepaalde welom- schreven z.g. saneeringsplannen voor den brandstoffenhandel heeft verkregen, boete- oplegging en toepassing van andere middelen om tot naleving van door haar eenzijdig vast gestelde regelen te dwingen geen rechtskracht kunnen hebben? BLITEN GEBRUIKSTELLING POSTZEGELS. Met ingang van 1 Januari a.s. worden bui- ten gebruik gesteld en derhalve voor Je fran- keering waardeloos: De postzegels, uitgageven in 1913 ter her- denking van Nederland's-Iieratelde onafhanke- lijkheid en in 1923 van het regeeringsjubileum van H. M. de Koningin. De vredeapO'Stzegels van 12% cent. De weldadigheidspostzegels uitgegeven in 1932. De bijzondere postzegels, uitgegeven ter gelegenheid van de Wereldjamboree 1937. Omtrent de inwisseling van de eerstigenoemde herdenkingspostzegels tot 1 Januari 1938 en van de vredespostzegels van 1 Januari tot 1 Juli 1938, verstrekken de postkantoren nadere inlichtingen. WIJZIGING KIESWET EN ANDERE WETTEN. Het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond van Gemeente-ambtenaren heeft dezer dagen aan den voorzitter van de regeerings- commissie voor de vereenvoudiging van de ge- meente-administratie, den heer D. Kooiman, verschillende wenschen kenbaar gemaakt met betrekking tot vereenvoudiging van de Kies- wet, de Woningwet, de Armenwet, de Drank- wet, de Begraafwet en de Hinderwet. Voor de fonnuieering van deze wenschen is gebruik gemaakt van de voorlichting van de adviesclubs voor bevolking en verkiezingen en voor algemcene en sociale zaken, beide instel- lingen van den bond. WETTEIJ J KE AANSPRAKELIJKHEID VAN AUTOBESTUURDERS. Bij beschikking van de Ministers van Water staat en van Justitie is een commissie inge steld met de opdracht, een onderzoek in te ,,Kom mee, laat ons doorloopen," vroeg hij, „het is tamelijlk frisch en u moogt geen kou vatten." 'Zwijgend liepen zij naast elkaar. Hij tobde zich af om een uitweg te beden- ken, waardoor hij het lieVe meisje verdriet zou kunnen sparen, maar hij was bang om Maria alles eerlijk op te biechten. Die hield ook van hem, want zonder liefde was dit meisje, dat zoo van alle kanten het hof ge maakt werd, zeker nooit zijn verloofde ge- worden. En met het slot van het liedje moest hij van zlchzelven denken: ,,Ik ben een droeve ridder!" Ja, hij was wel een droeve ridder en hij was, te veel toegevend aan zijn licht ontvlam- baar hart, hopeloos vastgeloopen. Barbara liep alls in een mist. Het was haar als bevond zij zich plotseling in een grauwe verlatendheid, waarin haar geen en- kel licht tegenwenkte, dat haar weer daaruit kon leiden naar waar het helder was. Zij verschikte wat aan haar toilet, haar nieuwe mantelcostuum, waarrvan de snit en het goed zitten haar zooeven nog zooveel ge- noegen had gedaan en dacht, dat het v;rstan- diger geweest- was, zooiets duurs maar heele maal niet te koopen. Het kwam er immers toch niet op aan hoe zij er uitzag, want zij zou toch no'oit meer lezen in de oogen van dien eenen man, of zij hem behaagde. Stefan von Homstein boog zich licht tot zijn gezellin over. „Als u scms eenis aan mij denken zult, denk dan goeds van mij en als u eens iets van mij zoudt hooren, dat u aan mij zou doen twij- felen, veroordeel mij dan niet ik ben mis schien niet zoo schulddg als1 het lijken zal." Barbara staarde verschrikt in het knappe mannengelaat. ..Gfm Godswil, dat klinkt alsof u..." Ze maa-kte de zin niet af. Ze maakte alleen verschrikkelijke veronderstellingen, welke zijn woorden bij haar deden opkomen. En die stellen tenzake van het verplicht stellen van een verzekering tegen de geldelijke gevolgen van de aansprakelijkheid volgens de wet, voortvloeiende uit het" gebruik van motorrij- tuigen en den uitslag van dat onderzoek neer te leggen in een-van hen uit te brengen rap port, waar aan dpor de commissie noodig ge- oordeelde wettelijke voorschriften in ontwerp met toelichting zijn toegevoegd. In deze commissie zijn benoemd: j Tot lid en voorzitter: prof. mr. F. G. Schel- tema, hoogleeraar aan de gemeentelijke uni- j versiteit te Amsterdam; tot secretarissen mr. H. H. Menalda, com mies bij het departement van Waterstaat; mr. M. W. Scheltema, commies bij het departement van justitie. DE KABINETSCRISIS IN BELGIe. Zaterdagavond om tien uur heeft Minister Spaak het diner verlaten dat hem was aange- fboden door de Chineesche delegatie der Brus- selsdhe conferentie teneinde naar het depar tement van buitenlandsche zaken terug te keeren, waar hij werd opgewacht door de voorzitters van het blok van Belgische katho- lieken. Ook de socialistische minister van openbare werken, Merlot, nam aan de onderhandelingen deel. De besprekingen liepen omstreeks half twaalf teneinde. De formateur deelde mee, Cat de moeilijkheden omtrent de verdeeling der portefeuilles blijven bestaan. Ik zie nog geen oplossing zeide hij, maar misschien zal de nacht nog wel raad brengen. De besprekingen zijn nog niet afgebroken en kunnen dus morgen worden voortgezet. DE GERUCHTEN OVER BEMTODELING VAN HITLER HOUDEN AAN. Uit Duitsche bron vernam Reuter te Tokio, dat de voorwaarden der Japansche regeering voor een staking der vijandelijkheden in China thans in handen zijn van Hitler. Bij een persconferentie, die georganise erd was door den directeur van de Nisji, Kataisji, heeft deze (niet-officieele) Japansche afge- zant medegedeeld, welke de voor Japan aan- vaardbare vredesvoorwaarden zouden zijn. Hij baseerde zich daarbij op besprekingen, die hij met minister-president Konoje heeft gevoerd. Hij verklaarde, dat Japan er in zou toestem- men, de vijandelijkheden, zoodra dit mogelijk is te staken, aangezien Japan reeds thans ver- der is ge'komen dan het van te voren vast gestelde doel. Voorts verklaarde Kataisji, dat een defini- tief van president fttoosevelt hem het beste middel leek om te komen tot het sluiten van een wapenstilstand. Het optreden van ddn enkele mogendheid in dezen is te verkiezen boven de tusschenkomst eener conferentie. De onderhandelingen over de vredesbepalingen zelve echter zouden alleen tusschen China en Japan gevoerd moeten worden. Deze bepa- lingen zouden zijn: 1. Geen enkele gebiedsuitbreiding voor Japan, maar vorming van een Chineeschen staat der vijf Noordelijke provincies, welker ordedienst verzekerd zou worden door een Chineesche militaire macht, en welker veilig- heid door deze macht, met of zonder hulp van buitenlandsche troepen, zou worden ge- waarborgd. 2. Japan zou waarborgen eischen tegen een doordringen van bolsjewistische invloeden in China. 3. Er moet een gedemilitariseerde z6ne ingesteld worden rondom de concessie van Sjanghai. 4. Oeconomische samenwerking en staking van het anti-Japansche drijven. Kataisji verklaarde tegenstander te zijn van een bemiddeling door Duitschland, aangezien hij den invloed van de Ver. Staten in Japan doeltreffender acht dan dien van Duitsch land. A RRONDISSEMENTS-RECHTBA NK TE MIDDELBURG. Zitting van 5 November 1937. De volgende zaken werden behandeld: W. C. v. H., oud 32 j., dekknecht te Vlis singen, thans in voorarrest, verdacht dat hij op 17 September 1.1. te Vlissingen met het oogmerk tot wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld toe- behoorende aan R. A. Vierstraete, althans poging daartoe. De Qfficier van Justitie eischte een half jaar gevangenisstraf. De verdeldiger van verdachte bepleitte vrij- spraak. N. v. A„ oud 36 j., winkelier en taxiverbuur- der te Zaam'slag, had zich te verantwoorden wegens het veroorzaken van zwaar lichame- plotselinge reis hield daar natuurlijk verband mee. Niettegenstaande zijn onbehagelijke stem ming moest Stefan von Hornstein toch even lachen. ,,Ik heb geen moord gepleegd en ook niet gestolen," zei hij, „trouwens, heelemaal niets dat mij met de justitie in aanraking zou kun nen brengen." Barbara herademde hoorbaar. ,,God'dank,'" zei ze uit het diepst van haar hart. Dit ,,Goddank", dit herademen omdat hem geen gevaar bedreigde, bewees den jongeman hoeveel het meisje van hem hield. Dat maakte hem weer zwak en zijn warm gevoel den vrijtn loop Intend, drukte hij Barbara in de stille straat tegen zich aan en gaf haar een kus. Een naar de laatste mode gekleede dame trad juist uit een huisdeur naar buiten en het tweetal stapte vlug door om haar voor te blijven. 'De dame, die schik in het geval had, bleef staan en keek het paar na opeens echter maakte zij een aarzelende beweging. 'Zij ken'de immers den slanken jongeman, die naast het knappe meisje liep. Pas toen het tweetal een eindje was door- geloopen, hefkende zij hem. Dat was Stefan von Hornstein, die haar met een armband afgescheept had. Natuurlijk, hij was het! De dame, die hij notabene op straat kussen moest, was zeker zijn verloofde. Komiek, dat een zoo officieel verloofd sipan geen ander plaatsje scheen te kunnen vinden, om elkaar te kussen, dan juist op straat. Maar over den smaak viel niet te twisten, meeride Lona Jen sen, en stapte toen vlug achter het jonge paar aan. Ze moest Stefan's verloofde eens goed opnemen; tijd daarvoor had ze genoeg. Zs kwam juist bij haar naaister vandaan en tot aan de avon'dvoorstelling had zij toch niets te doen. lijk letsel door schuld, door dat hij op 15 Augustus 1937 te Oostburg als bestuurder van een vierwielig motorrrjtuig daarmede heeft gereden over den Rijksweg tusschen Draaibrug en Oostburg, en wel hoogst roeke- loos en onvoorzich'tig, een voor hem uit aan den rechterzijde van den weg rijdenden wiel- rljder iruhalende, dezen zoo rakeling is gepas- seerd, dat hij den wielrijder, genaamd Johan nes Jacobus Caron aanreed, waardoor dezen kwam te vallien en door een en ander een fractuur aan twee ri'bben bekwam, en voorts dat hij verdachte op tijd en plaats voomoemd toen hij genoemde C. had aangereden en dezen in hulpbehoevenden toestand op den weg lag, instede van te stopipen en den aangeredene zooveel in zijn, verdachte's, vermogen was, te bieden de hulp welken dezen behoefde, op- zettelijk is doorgereden en te verzuimen eenige maatregelen te treffen in het belang van den aangeredene. De aangeredene Mr. Caron, advocaat te Bussum, als getuige gehoord, blijft bij zijn destij'ds afgelegde verklaringen. Hij is thans genezen en heeft 4 weken zijn beroep niet kunnen uitoefenen. De getuige Kolijn, werkster, persisteert bij haar verklaringen destijds voor de politie af- gelegd. Op een vraag van haar aan ver dachte om te stoppen toen zij het ongeval zag gebeuren, antwoordde verdachte: Ben je bedniemand heeft het gezien. Later had verdachte haar gezegd, dat hij niet gestopt had, -omdat hij -bang was dat zijn rijbewijs zou worden ingetrokken. Verdachte heeft aan doze getuige venzoeht om eVentueel te zeg gen, dat zij niets had gezien. Verdachte ondervraagd, zegt wel een ,,schokje te hebben gevoeld, maar niets te hebben gezien. Had hij wel iets gezien, dan eou hij natuurlijk gestopt hebben. Nader ondervraagd, tzegt verdachte een paar jaren geleden het rijbewijs te zijn inge trokken. Hij was verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid en voor passagiers. De Off icier van Justitie aan het woord komende, zegt dat het letsel zeer gelukkig is verloopen. Volgens de Officier is het zwaar lichamelijk letsel. De Officier vindt het op treden van verdachte ergerlijk. Verdachte is zon'der meer doorgereden en de Officier noemt hem buitengewoon gevaarlijk op den weg. De Officier vraagt zich af, heeft verdachte iemand opzettelijk in hulpeloozen toestand achtergelaten Hij beantwoordt die vraag be- vestigend. Volgens spr. is dit bewezen. De Officier acht verdachte schu-ldig aan beide ten laste gelegde feiten en eischt 4 maanden ge vangenisstraf, benevens 200 boete en ont- zegging van de bevoegdheid om motorrijtui- gen te besturen voor den tijd van een jaar. De verdediger van verdachte, Mr. W. K. H. Dieleman, advocaat te Middel'burg, is van meening, dat verdachte niet op een dusdanige manier heeft gereden, dat een zoo hooge straf is gerechtvaardi-gd. Pleiter geeft toe, dat ver dachte slordig heeft gereden. De verklarin gen der getuigen, zijn volgens pleiter weinig positief, zelfs weifelend. Het is niet goed te prat en dat verdachte is doorgereden, doch het is begrijpelijk. Al eerdar was aan verdachte een rijbewijs ontnomen. Er was een angst- psychose bij verdachte, dat dit wesr zou ge beuren. Verdachte heeft volgens pleiter niet het bewustzijn gehad, dat hij iemand in hul peloozen toestand achterliet. Hij heeft !de ernst van de aanrijding niet kunnen controleeren. Volgens pleiter is het opzettelijk doorrijid-en" niet bewezen en vraagt hij dienaangaande vrijspraak. Vervolgens vindt pleiter de eisch van den Officier van Justitie te hoog. Vooral met het oog op den persoon van verdachte, vindt plei ter een onvoorwaardelijke straf niet ge- wenscht. Volgens verdOdiger is hier alle reden om cle- m en tie toe te passen, waarom hij de Rechtbank verzoekt aan verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen, eventueel gecombineerd met een geldboete. De volgende vonnissen werden gewezen: De Rechtbank deed uitspraak in de zaak tegen K. M., oud 32 j., winikelier te Mididel- burg, verdacht van het veroorzaken van eens anders dood door schuld. Het bet-reft hier het op 2 Augustus 1.1. onder de gemeente Veere plaats gehad hebbend auto-ongeluk, waarbij zekere Wj. om het l£Ven is gekomen. M. werd door de Rechtbank veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf en intrekking van het rijbe wijs voor den tijd van 1 jaar. P. E. S., oud 23 j., arbeider te Philippine, werd wegens mishandeling veroordeeld tot 25 boete of 20 dagen hechtenis en toeiwijzing van de civiele vohdering tot een bedrag van f 14,50. HOOGER BEROEP. Door J. v. B., oud 23 j., colporteur te Bergen op Zoom en A. B., oud 34 j., inspecteur van de N.V. Nationale Administratiebank voor On- roerende goederen te Rotterdam, bei-den thans in voorarrest te Middelburg, is hooger beroep aangeteekend tegen een vonnis van de Recht bank, waarbij zij respect-ievelijk werden ver oordeeld tot 1 jaar en 2 jaar gevangenisstraf. iZe haastte zich om het paar in te halen en liep dan ook dr-a vlak achter hen aan. Het verbaasde haar alleen maar, dat zij, het paar volgen'd, in een haar onbekend stadsgedeelte kwam, dat achter het station lag. Al een paar maal was zij van plan geweest het twee tal vooifbij te loopen, dan om te keeren en de verloofde van Stefan von Homstein in het voorlbijgaan eens duchtig op te nemen. Eindelijk zou het er dan van komen. De af stand tusschen haar en de jongelui, die zij volgde, werd steeds kleiner. Lona Jensen was alleen maar bang, dat Stefan op het geluid harer stappen eens zou omkij-ken en haar herkennen. Maar hij hield zich zoo druk met het naast hem loopende meisje -beizdg, dat hij op nie-ts anders acht sloeg. Hij spra'k halfluid met het meisje en af en toe kon Lona zelfs een woord opvangen. Ze ving het op als een verdwaalde bal, die door niemand vermist wordt. Opeens sc-hrok ze op, Stefan sprak zijn ge zellin met .Barbara" aan en zij had toch ge hoord, -dat de naam van zijn verloofde Maria was, zooals trouwens ook in de kranten ge- staan had. Maar als zijn verloofde Maria heet-te, hoe kon hij haar dan Barbara noemen? Lona J-enisen bleef weer wat achter; ze kreeg een inval, die het eenige mogelijke ant- woord gaf op de vraag, die zij zich gesteld had. Het meisje, dat naast Stefan liep, was heelemaal zijn verloofde niet en beteekende natuurlijk niets meer voor hem dan ook zij een tijdlang voor hem beteeken'd had. Waar- sc-hijnlijk zou hij dit meisje binnenkort ook met een mooien armband afschepen. De gedachte, dat ook een ander het af- sdhuwe'lijke gevoel van versmaad te worden zou doonma'ken, ibezorgde Lona een paar ge- nosgelijke oogenblikken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 5