Uw Zenuwen Vestigingswet Kleinbedrijf. Buitenland. Mijnhardft's Zenuwiableftten AFSCHAFFING CRISISMAATREGELEN ..KEEK EN VREDE" EN DE DEFENSIE- VOORSTELLEN. oNtwakend wales. De gezondsie tanden, Wet van 13 Maart 1937 houdende regeling betreffende het vestigen van inrichtingen, waarin eenige fak van detailhande), ambacht of kieine nijverheid zai worden uitgeoefend van de taak. welke aan de commissie is op- gedragen en verder uitecngezet, hoe de werk- commissie Zich voorstelt, den arbeid te rege- len. De rnddewerking van het georganiseerde bedrijfsleven is noodig, aldus de brief, om een inzicht te krijgen in de middelen, welke naar het oordeel van het bedrijfsleven, kunnen lei- den tot daadwerkelijke vermindering van de werkloosheid. De commissie wenscht de ver- schillende bedrijven te stimuleeren tot het nemen van ten werkzaam aandeel aan dezen arlbeid. Het zwaartepunt der werkzaamheden zal dus binnen de bedrijven komen te liggen. Ten einde van den aanvang af de denkbeelden, bespre'kingen en de daarmee samenhangende vooibereiding te kunnen cobrdineeren, heeft de werkcommissie gemeend goed te doen aan elken bedrijfsraad een aantal onderwerpen op te geven, waarvan zij meent, dat zij, voorzoo- ver zij binnen het kader van het Nederland- sche bedrijfsleven Liggen op het gebied van d en arlbeid, pas sen in het kader van den t e verrichten arbeid. Hieraan is verder de mededeeling toegevoegd, dat ook andere zaken, welke naar het oordeel van den be drijfsraad kunnen bijdragen de werkloosheid te bestrijden, behandeld kunnen worden. worden gekalmeerd en gesterkt en Uw slaap wordt weer rustig door het gebruik van Glazen Buisje 75 ct. Bij1 Apoth. en Drogisten. (Ingez. Med Aangezien een voortdurend nauw contact tusschen de bedrijfsraden en de werkcom- missie van groot belarvg is, omdat daardoor teVens kan worden verkregen, dat de verschil- lende takken van het bedrijfsleven niet alleen over en weer van elkaars ervaringen op dit terrein zullen kunnen profiteeren, maar ook, dat ,,grenskwesties" worden voorkomen, heeft de werkcommissie voor elken bedrijfsraad twee z.g. waarnemers aangewezen, die als schakel tusschen de werkcommissies en den bedrijfsraad zullen fungeeren. Een der waar nemers komt uit het 'bedrijfsleven, terwijl de andere waarnemer tot het ambtenarenoorps behoort. In de komende dagen zullen in overeenkom- stigen zin brieven worden gericht tot de or- ganisaties in de bedrijfstakken van de textiel- industrie, de metaalnijverheid, de voedings- en genotmiddelenindustrie, steenfabricage, klee- dingindustrie, meubelindustrie en de groote scheepvaart, om in die takken van bedrijf te komen tot z.g. bedrijfscommissies, welke ten behoeve van het onderzoek in het bedrijfs leven dezelfde taak op zich zullen nemen als aan de bedrijfsraden is verzocht. Ook voor daze in te stellen bedrijfscommissies zijn waarnemers aangewezen. DE KEURING VAN DE LIGHTING 1938. Het is de Kroon noodig gebleken, in afwach- ting van nadere welttelijke voorZi eningen, maatrege'len te treffen voor een geneeskundig onderzoek van ingeschrevenen voor d'e lichting 1938, die op grond van hun vrijstelling wegens broederdlenst een dergelij'k onderzoek nog niet hebben ondergaan. Naar aanleiding hiervan is bij Kon. besluit bepaald, dat, voor zoover, in verband met het bouden van een nader geneeskundig onderzoek van ingeschrevenen voor de lichting 1938, af- wijkingen van het Dienstplichtbesluit noodig zijn, de minister van Defensie deze afwijkin- gen vast zal stellen. DE AANGEKOXDIGDE VERHOOGING VAN DE DIVIDEND- EN TANTILME- BELASTING. In de memorie van antrwoord betreffende hoofdstuk I heeft de regeering het plan m;ede- gedeel'd, om o.m. met behulp van een wijziging van de wet op de dividend- en tantiemebelas- ting 's rijks inkomsten te verhoogen met het oog op de kosten aan de nieuwe defensie-uit- gaven verbonden. Blijkens die passage over- weegt men ten aanizien van de zoo even ge- noemde belasting verhooging van de -hoofd- som, waarbij de heffing van de opcenten zoo- danig zou worden verlaagd, dat het rendement van die opcenten gelijk blijft aan wat het nu is. Het is, tot voorkoming van mlsverstand nuttig er op te wijzen, dat men hier te doen zal hebben met een maatregel, die wel dege- lijk de totaal-opbrengst van de dividend- en tantiemebelasting zal doen sitijgen, doch dit zal dan te danken zijn aan de verhooging van de hoofdsom. Hierdoor zal namelijk meer geld in het laatje van 's rijks schatkist vloeien en de wijziging, die men in den heffingsvoet der opcenten denkt aan te brengen, heeft ten doel, dat nielt ook nog, automatisch, de optorengst der opcenten mee omhoog zou gaan. VESTIGING VAN NIEUWE BEDRIJVEN. Uitponden van vleesch. Onitleend is aan het verslag van de Tweede Kamer-besprekingen over het wetsontwerp tot wijziging van de Vestigingswet kleinibedrijf 1937: Sommige leden bepleitten enkele wijzigingen van deze wet, waarvan huns inziens de wen- schelijkheid reeds in de practijk gebleken is. In de eerste plaats vestigden zij er de aan- dacht op, dat ingevolge artikel 2 geen vergun ning, als in het eerste lid van artikel 1 be- doeld (d.i. een vergunning van de Kamer van Koophandel en Fabrieken) noodig is in geval van verplaatsing eener inrichting naar een ander, binnen dezelfde gemeente gelegen per- ceel. Wlordt evenwel het vijfde lid van artikel 1 toegepaat, dan is bij verplaatsting wel een vergunning of, zooals de wet tbans nog luidt, een toestemming noodig, n.l. van den minister van Economische Zaken. Voor dit verschil scheen dezen leden geen goede grond aan te voeren. Voorts wezen zij er op, dat volgens artikel 10, tweede lid, onder a, geen vergunning van de Earner Van Koophandel en Fabrieken ver- eiseht is, wanneer bij overlijden van een onder- nemer diens eigendom overgaat op zijn wedu- we en/of zijn wettige minderjarige klnderen. Ook hier schijnt bij toepassing van artikel 1, lid 5, een andere gedragslijn gevolgd. Verder doen zich, aldus deze leden, moeilijk- heden voor, wanneer tijdens den z.g. spertijd een meerderjarige zoon, die wellicht reeds jaren in de zaak van zijn vader werkzaam is, dien vader na diens overlijden wil opvolgen. Dit is al evenmin zonder 's ministers toestem- ming (vergunning) mogelijk. Tijdens den spertijd heeft hij geenerlei ze- kerheid, ook al zou hij allesZins bekwaam en credietwaardig zijn en voldoende handels'ken- nis bezitten, dat hij 's ministers toestemming (vergunning) zal verkrijgen. [Enkele leden wezen er op, dat artikel 1 niet toepasselijk geacht wordt op het z.g. uit ponden van vleesch door boeren. Bij toepas sing van artikel 1, lid 5, wordt echter wel een vergunning (toestemming) geeisoht voor dit uitponden, wanneer het geschiedt door veever- eekeringsmaatschappijen. Deze leden willen de onderlinge veeverzekeringsmaatschappijen hierin vrijgelaten zien. Anderen zouden dit niet zonder bedenking achten. Zij waren van meeniing, dat het uit ponden slacbten, anders dan voor eigen ge bruik geapht moet worden te vallen zoowel onder het eerste als onder het vijfde lid van artikel 1. De crisisheffing op rundvleesch. Van groote beteekenis ac'ht het Hdbl. het besluit van Minister Steenberghe om ook het laatste deel der crisisheffing op rundvleesch af te schaffen. Practisch beteekent deze maatregel niet veel de vleeschprijzen- zullen er slechts 2 a 3 cents per pond door dalen doch het principieele belan'g ervan is des te grooter. Imjners, sedert lang was het niet meer n66dig, om het rundvleesch te belasten. Den laatsten tijd droeg deze crisisheffing derhalve een zui- ver ,,crisis-fiscaal" karakter, d.w.z. de zes millioen gulden opbrengst per jaar werd zon der pieer in 't Dandbouwcrisisfonds gestort en kreeg een bestemmling, die weliswaar onbe- kend is, doch in elk geval niets meer te maken had met het doel, waarvoor deze vleeschbelas- ting in het leven was geroepen. Deze toestand was des te meer onbevredi- gen'd, omdat het product rundvleesch van oudsher al belast is met een ,,accijns op het geslacht", welke 10 pet. der waarde van het levende slachtdier bedraagt en waarvan de opbrengst wordt gestort in 's Rijks schatkist. Bovendien wordt van het vleesch 4 pet. om- zetbelasting gebeven en tenslotte zijn de slacht- en keurloonen (abattoirkosten) z66 hoog, dat zij eveneens een element van indi- recte belasting bevatten, getuige de bedrijfs- winsten van de gemeentelijke slachthuizen, welke per jaar zes millioen gulden bedragen en dus 5 pet. der slachtwaarde vertegen- woordigen. De gezamenlijke lasten, die op de aanschaf- fingswaarde van het slachtdier drukken, be- droegen den laatsten tijd dus 25 pet. en naar- mate de marktprij'zen stegen, ging 66k het bedrag van den procenentueelen accijns, cri sisheffing en omzetibelasting omhoog. De af- schaffing van de laatste 5 pet. crisisheffing brengt dus inderdaad een zekere verlichting tot stand, maar bewerkt v66ral de beeindiging van een onlogischen toestand. De volgende stap zal nu, naar het blad meent, moeten zijn: opheffing van de teelt- beperking, want ook deze is mede verant- woordelijk voor bovengenoemde voorloopige „resultaten". Daartoe zal een groote vereen- voudiging en bezuiniging kunnen worden Verkregen, want jjet door crisisambtenaren per jaar doen uitteekenen („schetsen") en controleeren van 400.000 over het geheele land verspreide kalveren brengt groote kosten met zich mede! Ditzelfd'e geldt voor de varkens en ook daar brenge men de verantwoordelijkheid weer terug aan den ondememer, den agrari- schen zoowel als den commercieelen. Men breke met het belachelijk-kostbare systeem, om ruim twee millioen biggen per jaar een loodje in het oor te laten nijpen door crisis ambtenaren, gevolgd door een voortdurende controle op bet voorkomen van ongemerkte dieren. Want ook hier is het resultaat averechts: in het loopende jaar werd van overheidswege een teeltbeperking van 5,5 pet. voorgeschreven, doch de boeren zelf hebben er 15 pet. van gemaakt. Het gevolg is thans een tekort aan varkens, waardoor normale ex- port-contingenten niet kunnen worden uit- geput. Niet minder noodzakelijk zat het zijn, dat verandering wordt gebracht in het stelsel, dat crisisambtenaren ruim eep half millioen baconvarkens bij de boeren opkoopen en naar de slachterijen vervoeren, waarna de dieren voor rekening en risico van de handeldrijvende overheid in loondienst worden geslacht, ge- pekeld en geexporteerd. Ook hier keere men terug naar het vrije bedrijfsleven, waarbij de overheid gezien de contingenteering van den Engelschen invoer en de prijzen op de En- gelsche markt nog reguleerend kan blijven optreden, echter zonder zelf de rol van koop- miain te blijven spelen. Adres aan de Nederlandsche regeering. Het bestuur van „Kerk en Vrede" zond het volgende adres aan de Nederlandocne Regee ring: Aan den Raad van Ministers. De Vereeniging ,,Kerk en Vrede" overtuigd, dat Evangelie en oorlog een onverzoenlijke tegenstelling vormen en ten zeerste bezorgd over den voortgang der bewapening, heeft met ernsitige verontrus'ting kennis genomen van de plannen der Nederlandsche Regeering tot uit' breiding en versterking van haar oorlogsmid- delen. Onze Vereeniging is door dit voornemem des te pijnlijker getroffen, omdat de Regeering. blijkens de Troonrede, haar uitgangspunt en richtsnoer voor haar daden uitdrukkelijk heeft gekozen in de handhaving van Gods Wet voor het publieke leven. De verantwoordelijkheid beseffend, welke wij als bevoorrechte natie te midden der vol- kengemeenschap hebben, vragen wij ons in diepen ernst af, of het niet veel meer op den weg onzer Christelijke Regeering zou liggen om zich aan de spits te stellen van een be- weging, die geen middel onbeproefd laat om tot betere verhoudingen en samenwerking tusschen de volken te komen, dan om hen voetstoots te volgen op den heilloozen weg van een steeds voortwoekerende bewapening, waarvan het einde catastrofaal moet zijn De toenemende bewapening richt de volken zoowel e conomis ch-so ciaal als moreel ten gronde. Zij ondermijnt de grondslagen van een samenleving, waarvan de handhaving van Gods Wet wordt nagestreefd, omdat zij steeds meer middelen van niets ontziende geweld leert vertrouwen. In plaats van mee te bouwen aan ,,het groote lijkenhuis", waarover een geacht volks- vertegenwoor'diger onlangs sprak, moge onze Regeering den geloofsmoed hebben om in dezen tijd van oorlogsverdwazing het uiterste te be- proeven, om tot maatregelen te komen, die tot ontspanning zouden kunnen le:den zoowel in den bewapeningswedloop als in de Inter nationale verwarring. Naar onze overtuiging staat het volk tbans voor beslissende keuize6f zich laten inscha- kelen in den stroom van een tot verder! ge- doemde oorlogstoerusting, die nog haar gren- zen niet gevonden heeft, 6f zich van dezen weg afwenden om met die krachtsinspanning, waarvan de geloofsgehoorzaamheid aan den Vredevorst alleen de bron vormt en met de middelen, die Hij kan zegenen, een toekomst voor te bereiden, die het evangelie den ge hoonzamen in uitzicht stelt. Daarom gelooven wij, dat onze Regeering, die zich naar den naam van Chrisitus noemt zich vooral in dezen moeilijken tijd dient te bezinnen op de vraag, of deze zinnelooze en demonische voortgang der bewapening naar Zijn wil is. De weg ter ontkomling, dien Hij wijst, eischt s'tellig een onverschrokkenheid des ge- loofs, die juist het tegendeel is van defaitisme maar voert toch uiteindelijk tot behoud van het beste in een volk en tot overwinning naar Zijri bestel. Oorlogsvoorbereiding en oorlog- voej"ing daaren'tegen brengen ten slotte do sclijendtng van de hoegste waarden en leiden tot vernieti'ging van innerlij.ke volkskracht. De eenbied, dien wij als loyale onderdanin aan het gezag onzer Regeering verschuldigd zijn, mag ons niet weerhouden onze waarsohu- wende stem te verheffen en een woord van ernstig protest te laten booren tegen de huidige oorlogstoerusting en tegen de onheil- spellende richting, welke ook onze Regeering hieibij inslaat. Ons 'bewust van de moeilijke en verantwoor- delijke taak onzer Regeering, weten wij ons tot d/lt verweer, dat zoozeer indruischt tegen den geest dezer eeuw, enkel gedrongen door de geloofsgehoorzaamheid, welke wij den Koning aller vo'lken schuldig blijven. Sedert eenigen tijd is onder het volk van Wales een krachtige strooming merkbaar. Wales wordt zich bewust van zijn ras en zijn cultuur. Er zijn groote verschillen tusschen Wales en het overige Engeland en er is een zekere spanning tusschen beide, die misschien doch dit is een open vraag minder groot zou zijn als de industrie-districten van Wales niet nog steeds sterk te lijden hadden van Engelands depressie. Wales heeft thans nieuwe grieven, ditmaal tegen de rede des konings bij de opening van het parlement. Vijftien Welsche parlements- leden hebben zich te weer ggsteld tegen wat zij noemen: de onwetendheid van de regeering omtrent Wales. Zij hebben er bezwaar tegen, dat Schotland in de rede genoemd werd en een speciale wetgeving over verschillende on derwerpen zal krijgen, terwijl Ierland geheel vergeten is. Hierbij is het inderdaad opmerkelijk, dat deze vijftien parlementsleden tot alle partijen behoorden en dat zich onder hen de zoon van Lloyd George bevindt. Men kan in dit geval dan ook deze beweging niet terzijde schuiven als een verdediging van partijbelangen. De vijftien vertegenwoordigers hebben er mede bezwaar tegen gemaakt, dat Wales niet zooals Schotland een staatssecretaris heeft. De nationalisten hebben echter nog veel ver der gaande eischen. Zij willen home-rule, ja zij willen eigenlijk Wales tot een ..dominion" gemaakt zien. Home-rule wil men reeds sinds 1892. ,,"Cvales moet geregeerd worden door zijn eigen zonen en dochters'", zoo luidt het. EEN JAPANSCH GENERAAL AAN HET WOORD. In een interview met een vertegenwoordiger van Havas heeft generaal Kawabe, de chef van den generalen staf van generaal Teroutsji, die het bevel voert in Noord-China, verklaard, dat het doel der Japansche legers niet is, een str.k Chineesch grondgebied te bezetten of een bepaalde linie te bereiken, maar de Chineesche troepen te bestrijden, tot zij ophouden met hun actie tegen Japan. Hij voegde hieraan toe, dat het niet waarschijnlijk is, dat in de Chinee sche houding in de huidige phase der operaties een wijziging gebracht wordt, want de Chinee sche troepen zijn slechts gedeeltelijk verslagen ondanks hun verliezen, die meer dan 60.000 dooden bedragen in Noord-China, en den om- vang van hun terugtocht. Generaal Kawabe gaf toe, dat het noodig is, een oorlog van lan- gen duur te verwachten, omdat naar zijn mee- ning de Chineesche leiders niet zullen capitu- leeren, zelfs niet na een eventueelen val van Nanking of het doordringen van de Japansche troepen in het hart van China. EEN VRIJPLAATS VOOR 300.000 CHINEESCHE VLUCHTELINGEN IN NANTAO. Een uitgebreide vrijplaats, waar 300.000 Chi neesche vluchtelingen zullen kunnen worden ondergebracht, zal ingericht worden in Nantao, de Chineesche wijk van Sjanghai. De Fran- sche missionaris Jacquinot de Besange is de ontwerper van dit plan, dat goedgekeurd is door de Japansche autoriteiten. De in Nantao in te richten vrijplaats wordt begrensd in het Zuiden door den Fanpingweg en in het Noord- Westen en Oosten door den Minkwoweg. De vrijplaats zal onder controle staan van een in- ternationale commissie tot steun aan vluchte lingen, welke zal bestaan uit drie Franschen, een Engelschman en een Zweed, die zich ver- binden, geen gewapenden toe te staan de vrij plaats te betreden, waartegenover de Japan sche autoriteiten zich verbinden, het gebied oogen gehouden, welke kansen haar geopend worden, wanneer zij zich maar aan tien poli- tieke geboden houdt en maar dat spreekt eigenlijk wel vanzelf-! zich bij de gelederen der liberalen aansluit. Kansen? Dinu heeft de voorbeelden in zijn eigen roemruchtig geslacht maar voor het grijpen! Ion Bratianti telde toen hij in 1848 een eerste viool in het politieke concert speel- de, slechts 27 jaar. De groote Iionel Bratianu hoorde tot een groep tijdgenooten welke men „die van onder de dertig" pleegde te noemen, en die de hoogste politieke ambten bekleedde. Ook de huidige regeeringschef Tatarescu Dinu was loyaal genoeg hierop te wijzen, ook al ligt hij voortdurend met hem overhoop was evenals zijn onder-staatssecretarissen voor de eerste maal in het parlement gekozen. Doch om deze kansen behoorlijk waar te kunnen nemen moet men de tien liberale ge boden in acht nemen, die Dinu als volgt for- muleert: indien U poetst met wat goedis, dus met Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL (Ingez. Med.) 1. Wat den eenvoudigen burger niet ver- oorloofd is, is den politicus nog veel strenger verboden. 2. Bedrieg nooit uw kiezer om te kunnen winnen. 3. Verrijk u niet ten koste van den staat. 4. Tracht persoonlijk, belangeloos en eerlijk te zijn. 5. Denk voortdurend aan het algemeen met aan te vallen, tenzij het gebruikt wordt old Viooie -\Tf\f\y rniHtoira rvnoratiho r?r»r»r* Ha fhi. als basis voor militaire operaties door de Chi- neezen. Wanneer het plan met goedkeuring der Chineezen ten uitvoer wordt gelegd, zullen alle Chineesche ambtenaren van politie uit de vrijplaats worden teruggetrokken en zullen de orde en veiligheid er gehandhaafd worden door een politie, die onder leiding zal staan van de Internationale commissie tot steun aan Vluch- telin'gen. TIEN GEBODEN DER ROEMEENSCHE LIBERALEN. Een der correspondenten van de N. R. Crt. schrijf t Dinu Bratianu, de patriarch en chef der Roemeensche liberale partij waarvan, ter- loops gezegd, op het oogenbik nog niemand weet of zij de volgende maand het bewind aan een andere groep zal overgeven, dan wel of haar regime nog een paar jaar zal worden ge- cqntinueerd Dinu Bratianu heeft zich in een rede tot de jeugd gewend, en haar voor 6. Handel steeds bona fide. 7. Vergeet niet, dat de nationaal-liberale partij in de eerste plaats nationaal, en dan pas liberaal is, 8. Spreek geen beschuldiging uit alvorens de overtuiging te hebben verkregen, dat het recht aan uw zijde is. 9. Jeugd is geen verdienste, wanneer zij niet in dienst van plicht en arbeid wordt ge- steld. J.Q. Discipline is ook een ethisch grondbe- ginsel. Een der bladen die deze tien geboden weer- geven, voegt er de ietwat geniepige vraag aan toe, of dit ook de grondstellingen zijn, waardoor de liberalen aan de macht zijn ge- komen? Zoo ja, dan is de politiek geen loterij meer, maar een school der deugd. En bet koninkrijk der hemelen kon zijn poorten dan wel sluiten, aangezien de deugdzamen al op dit ondermaansche bet hoogste geluk deel- achtig zullen worden HI. Art. 10. Dit artikel bevat zeer belangrijke bepalin- gen en staat naar ons gebleken is in het voile teeken der belangstelling van velen, omdat daaraan een meer of minder ver gaande strek- king wordt toegekend. Het betreft hier n.l. de voorschriften welke moeten worden in acht genomen bij u i t b r e i- d i n g van een bedrijf met een anderen tak van handel, ambacht of kieine nijverheid, zoo- mede ten aanzien van de voortzetting (of wil men liever: de overname) van een bedrijf. Wanneer men n.l. aan eenig bedrijf u i t- breiding zal willen geven of wanneer er wijziging zou komen in de personen der ondernemers of beheerders (het overnemen van een bedrijf of bij uittreding van een fir- mant, hetzij door overlijden of anderszins) moet evenzeer als voor een nieuwe ves- tiging vergunning worden aangevraagd door dengene of diegenen die het bedrijf wenscht voort te zetten en gelden voor die personen ook de volledige vestigingseischen. Omtrent dit laatste blijkt bij meerderen een onjuiste meening te zijn ontstaan. Nu de invoering en toepassing der vestigingswet aanstaande is, worden naast de voordeelen die men er van verwacht, door verschillende betrokkenen ook de bezwaren gevoeld en zoeken zij een middel om toekomstige natuur- lijke opvolgers aan de werking der wet te onttrekken, d.w.z. dezen te vrijwaren voor de ingevolge de wet te stellen eischen, voor- namelijk van de eischen van „hand'elskennis" waaraan men in de toekomst zal kunnen vol- doen door overlegging van een ,,middenstands- diploma". Die aanstaande aangewezen opvol gers zien er wel wat tegenop om nog eens opnieuw „naar school te gaan", hetgeen voor het behalen van dat middenstandsdiploma noodig zal zijn. Men zoekt er daarom een foefje op, naar het schijnt daarin ook gesteund door adviezett van sommige persbnen die door hun werkkring door velen als een vraagbaak worden hesqljouwd en die zich gaarne ver- dienstelijk' maken met voorlichtiagea hoe men aan de ;werking van een wet kan ontkomen. De true bestiaat dan hierin, dat de vader, die een zaak drijft, met zijn zoon of zoons een vennootschajo onder firma aangaat. Men meent, aailgezien de zaken die bij het geldig worden vafi vestigingseischen in exploitatie zijn, ongestoord kunnen worden voprtgezet, er te" zijn, en dat di^ dan ook zal gelden voor de eenmaal in de zaak betrokken natuurlijke opvolger, als de vader eenmaal komt te ont- vallen. Die i-'hieening is ab s o 1 u u Voq ajuis t en wij acKt'eh het noodig belanghebbenden er emstig voqr te waarschuwen, aangezien zij, daarop ^qrtrouwende, er op zduden voort- bouwen, eu later, voor het geval van verande ring in. de ondernemers van hun zaak komende te staan, de kans beloopen alsdan de. moeilijk- heden te zullen ondervinden die zij ten hui- digen dage hebben willen ontloopen,':- en nog aan de studie 'voor het middenstandsdiploma zullen moeten beginnen. Op dit punt, was het oorspfonkelijk wetsontwerp milder. Het slot van art. 10, alinea 1 luidde: „dat in de hier omschreven gevallen niet behoeft te worden voldaan aan de 'Mschen van credietwaardigheid en baudels- kennis". Er restte dan dus alleen vakbe- ItWa'ambeid. De Minister ging uit vamihet beginsel, dat het handhaven van able eischen in deze gevallen een te groote bemoei- lijking van het bedrijfsleven zou beteekenen. De Tweede Kamer dacht er evenwel anders over. De heeren Stumpel c.s. stelden voor die mildere bepaling juist te schrappen en ook in de hier omschreven gevallen den vollen eisch te handhaven, dus ook die van ,,han- delskennis". De voorstellers gingen van de onderstelling uit, dat zij, die een zaak willen overnemen en/of voortzetten voldoende gele- genheid bestaat om te voldoen aan de eischen van art. 3. De Minister Gelissen repliceerde hierop, dat hij het den middenstand ten deze gemakkelijk had willen maken. Het gaat er hier om, een goederenbezit in geld te realisee- ren. Vandaar dat voor het overdoen van een zaak niet dezelfde eischen waren gesteld als voor het vestigen eener nieuwe zaak. Maar nu hem bleek, dat de middenstand zelf vindt, dat er in beide gevallen voor een gelijke behandeling aanleiding bestaat, wilde hij er zich wel bij aansluiten en beval hij aanneming van het amendement van den heer Stumpel c.s. aan. Het amendement is door de Tweede Kamer aangenomen en daarmede is de kans benomen om door middel van het hiervoren geschetste foefje aan de werking der wet te ontkomen. De zoons die voorbestemd zijn hun vader op te volgen zullen dus goed doen een cursus te volgen of zich op andere wijze te bekwamen voor het behalen van het Middenstands diploma, en zich ook zoodra mogelijk te orienteeren wanneer bekend is wat voor het vakdiploma zal worden gevorderd. Wanneer geen vergunning vereischt is. Volgens de tweede alinea van art. 10 is geen vergunning voor uitbreiding of bij wijziging van de ondernemers noodig wanneer het betreft de kieine handelaars of ambachts- lieden, en voorts bij overlijden van den onder- nemer of van een der ondernemers, indien diens eigendom overgaat of zijn weduwe en/of wettige minderjarige kinderen. Uit de redactie der bepaling volgt o.i. dat kinderen op wie een zaak overgaat tijdens bun minderjarigheid ook bij hun meerderjarig wor den (wanneer dan altbans geen wijziging in de ondernemers komt) niet meer aan de eischen der Vestigingswet behoeven te vol doen. Wij gronden zulks op de tot stand koming dezer bepaling. Immers, de heeren Stumpel c.s. stelden voor te bepalen. dat kinderen in het algemeen (dus niet alleen de minderjarige) gedurende een termijn van ten hoogste 5 jaar niet behoeven te voldoen aan de vestigingseischen. Na bestrijding door den Minister, die er op wees, dat zoo'n termijn van 5 jaar, wanneer het betrof minderjarige kinderen, van b.v. 5 j jaar, niet logisch was, aangezien die op 10-jarigen leeftijd toch niet aan de vestigings- j eischen zouden kunnen voldoen, werd het 1 amendement door de voorstellers ingetrokken. Art. 11. Dit artikel geeft aan de Kamers van Koop handel en Fabrieken de bevoegdheid om tege- moet te komen aan de moeilijkheden van opvolgers, die in verband met de omstandig- heden in aanmerking komen om op te treden als voortzetters of beheerders van een zaak door hen, alvorens over hun verzoek definitief is beslist, een voorloopige vergunning te verleenen. Die voorloopige vergunning blijft van kracht tot 2 maanden nadat op bet verzoek een definitieve weigerende beslissing is gevolgd. In bijzondere gevallen kan de Kamer vein Koophandel en Fabrieken dien termijn nog met 1 maand verlengen. Na de afhandeling van art. 11 is nog een poging gewaagd om, na de pertinent afwij- zende houding van den Minister tegen opne- ming van bet behoefte-element een art. 11A opgenomen te krijgen, waarin dat doel der voorstanders langs een indirecten weg toch gedeeltelijk zou worden bereikt. De heeren Stumpel c.s. stelden n.l. voor een bepaling op te nemen, dat, bij gebleken overbezetting in een bepaalden tak van detailbandel, ambacht of kieine nijverheid, waarvoor vestigings eischen zijn vastgesteld, de Minister, verschil lende instanties gehoord, in aan te wijzen gemeenten, het afgeven van vergunningen voor een bepaalden tijd zou kunnen schorsen. Eenzelfde streven, doch van dieper gaande strekking, was een poging van de heeren IJzerman c.s. om ingelascht te krijgen een nieuw artikel, waarbij de gemeenteraad, de bevoegdheid zou worden verleend, onder Koninklijke goedkeuring, bij plaatselijke ver- ordening bepalingen vast te stellen, ten einde tegen te gaan, dat in een tak van detailhandel enz. overbezetting irf ernstige mate ontstaat of blijft bestaan. Beide amendementen werden door den Minister bestreden. Hij refereerde zich daar- bij, aan hetgeen hij reeds bij de algemeene beschouwingen ten aanzien van het behoefte- element had in het midden gebracht. De Minister had daarbij naar voren gebracht, dat het zoo mooi en logisch klinkt, als men zegt: er moeten niet meer winkels zijn, dan juist dht aantal, waaraan behoefte is. Theore- tisch is dat volkomen juist, en het past ook in de genormaliseerde maatschappij, waarover de heer Westerman heeft gesproken, in een maat schappij van ,,eenheids"-menschen. Hij her- innerde er aan, dat men wel een motor, die regelmatig loopt, precies zooveel olie kan geven, als waaraan hij behoefte heeft, maar een mensch, met al zijn deugden en ondeugden, is geen machine. Als men het aantal winkels I e.d. gaat vaststellen, moet men ook zeggen hoe groot die winkels moeten zijn, want er is geen behoefte aah „een aantal" winkels, doch wel aan een bepaalde hoeveelheid waren of goederen. Wanneer men dan nevens het aan tal ook de grootte van de winkels ging vast stellen, zou men ook moeten nagaan of de man die den winkel exploiteert, daarvan kan bestaan, dan moeten dus de verdiensten die dien middenstander aan de maatschappij bewijst gewaardeerd worden. De Minister betoogde voorts, dat wanneer bij de grootte van den winkelomzet zou omschrijven, hij ten slotte ook verplicht zou zijn den omzet te garandeeren, en dan ten slotte zou moeten komen tot een koopdwang voor het publiek van een bepaalde buurt of gemeente, en zou als logisch gevolg aan de inwoners ook moeten verboden worden om in andere steden te gaan koopen. Dien weg inslaande zou men volgens hem de klok achteruitzetten. De Minister acht invoering van het behoefte-element alleen mogelijk in een genormaliseerde dwangmaat- schappij. Hij wees ook op de wisselwerking van de behoeften, sommige worden gestimu- leerd, andere aangekweekt. De volgende artikels der wet bevatten alleen enkele interne administratieve bepalingen en die strafbepalingen. De strafbaar gestelde feiten worden als overtredingen bescbouwd. Zij kunnen gestraft worden met hechtenis van ten hoogste 2 weken of geldboete van ten hoogste 500. Bij herhaling binnen 2 jaar verdubbelt het maxi mum der straf. Ook kan de rechter indien ter verkrijging eener vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt of onjuiste mededee- lingen zijn gedaan staking van het bedrijf gelasten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 2