ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN ■■I Uw HOEST Twee uit een nest akker's Abdijsiroop No. 9679 VRIJDAG 5 NOVEMBER 1937 77e Jaargang Binnenland Feuilleton verdwijnt in 24 uur! EERSTE BLAD RADION WIT- DE NATUUR BLEEK 6EEVENAARD He* if rijpe. Ster TaJbak he) beproefde hoest geneesmidde:! 3CSUXZK7BB2KSIC:itnmSSHI lUtatH.v VIXl-JU* ■nwrnmrrfryirT rr imr vtasrmrt.^jmauitrataBitiiaeaa'jr: TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst ddn dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA AN DAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. MOTIVEERIN G VAN DE KABINETSFORMATIE. Verschenen is de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer betreffende de algemeene beschouwingen van de Rijksbegrooting voor 1938 (hoofdstuk I). Met de beschouwingen, in het voorloopig verslag gewijd aan den uitslag der laatst- gehouden verkiezingen, kan de regeering zich zeer wel vereenigen, aldus opent de memorie van antwoord. Ook sluit de regeering zich gaame aan bij de waardeering van het voor- recht, vrije verkiezingen te bezitten. Van de beschouwingen en opmerkingen om- trent de kabinetsformatie heeft de formateur van het kabinet met belangstelling kennis genomen. Hij betreurt het alleen, dat zijner- zrjds geen even uitvoerige beschouwingen daar tegen over gesteld kunnen worden. Met name de besprekingen, die plaats vinJten tusschen den formateur en de door hem aan- gezochte medewerkers vallen buiten het domein der openbaarheid. En vooral als het betreft besprekingen, die tot geen resultaat hebben geleid, zal er wel nimmer een forma teur zijn geweest, die zulke niet geslaagde besprekingen aan de publiciteit heeft over- gegeven. In elk geval is de formateur van dit kabinet daarvoor niet te vinden. Hij acht zich jegens de Kamer verantwoordelijk voor het feit, dat hij het huidige kabinet heeft gevormd en ieder lid van het kabinet is verantwoorde lijk voor het feit van zijn verschijning voor de Kamer in het kader van het kabinet. Aan die verantwoordelijkheid wenschen noch de for mateur, noch een zijner ambtgenooten, zich in het minst te onttrekken, maar wat v66r den dag van het optreden heeft plaats gevon- den valt buiten het controlerecht van de Kamer, al kan niemand verhinderen, dat de leden der Staten-Generaal pok daarover een oordeel uitspreken, op gevaar af dat oordeel te vormen op niet geheel volledige gegevens. Na aldus de grens te hebben getrokken tus schen wat niet of wel aan publiciteit kan wor den overgegeven, bestaat er bij den formateur geen enkele bedenking om zakelijk den gang der gebeurtenissen toe te lichten. Uitgangspunt is voor Dr. Colijn geweest zijn in de Tweede Kamer op 13 November afge- legde verklaring inzake den noodzakelijken grondslag voor het regeeringsbeleid. Wie deze verklaring, zoo vervolgt het stuk, zonder vooropgezette meening overweegt, zal tot de erkenning moeten komen, dat Dr. Colijn hier tweeerlei gedachte naar voren brengt. Ten eerste worde de eisch gesteld, dat het re geeringsbeleid haar uitgangspunt moet vinden in een ,,krachtige christelijke levensovertui- ging", dat die overtuiging ook op staatkundig terrein tot gelding dient te komen en dat de zedelijke krachten van het Christendom in hare toepassing op het staatsbestuur ,,ver- stevigd" dienen te worden. De tweede gedachte, die in genoemde rede- voering tot uitdrukking werd gebracht, vond haar kortste samenvatting in de woorden, dat tot bereiking van dit doel ,,behooren samen te werken alien, die bereid zijn, de groote levens- waarden van het Christendom te schragen, te handhaven en te versterken" ook op staatkun dig en maatschappelijk terrein. Terloops wordt opgemerkt, dat dit stand- punt ook in de tientallen verkiezingsredevoe- ringen, door Dr. Colijn gehouden, niet is prijs- gegeven. De formateur verklaart zich buiten staat om de bedoelingen, die de kiezers bij het uit- brengen van hun stem hebben gekoesterd te gaan naspeuren. Hem ontbreken daarvoor alle gegevens. Slechts moge het volgende hierover worden opgemerkt. De anti-revolutionnairen wonnen 3 zetels, de N.S.B. verkreeg er 4. De liberale Kamergroep had er 7; indien men nu, wat aan het aantal uitgebrachte stemmen te toetsen valt, aan- neemt, dat de NjSjB. pit de r.-k., c.-h., a.-r. en door ANNY VAN PANHUYS. 23) Venvolg. „Wplt u mij voor den gek houden," zei zij ems tig, „omdat u weet, dat ik maar een steno- typiste ben." ,;Bij de schoonheid denlkt men er niet lanig over na tot welken stand zij behoort, die is altijd koninigin en uitdeelster van gunsten," zei hij week, bevangen door een hem plotse- ling overweldigende teederheid voor het mat- bleeke, slanke meiisje. IBr kwam geen antwoord, maar Stefan von Homstein zag, dat de bleeke wangen van dit beeldmooie meisjesgezidht toch ook kleur kon- den krijgen. Als een teere, zacht-rose sluier kwam die kleur over het geizicht. „iTk zou heel graag weben hoe u heet," zei hij op een toon, die was als een lieifkoozing. ,,LMijn naam is geen geheim," antrwoordlde zij, „ik heet Barbara Kaiser!" Hij herhaalde „Barfbara" en merkte toen op: ,,Een Barbara had ik mij toch anders voor- gesteld, misschien wel omdat zij de patrones der artillerie is. Maar toch geeft u de naam een eigen omiij'sting, hij heeft een zoo krach- tig rhythme, hij is als Dur en Moll, die trots hun tegensteilling klankvol harmonieeren." Barbara Kaiser vond de manier van spreken van haar begelei'der prettig. Het was een spreektrant, welke zij niet kende, maar die goed paste bij de wereld, waar in de oude professor haar alreeds had binnengeleid en die v.-d.-parijten niet zoo heel veel stemmen heeft verkregen, en indien men voorts, gelijk vaak geschiedt, de zetelwinst van de a.-r.-partij overeenkomende met het zetelverlies van de liberalen toeschrijft aan stemmen, door liberalen op Dr. Colijn uitgebracht, dan wordt het een onoplosbaar raadsel waar de N.S.B. haar 4 zetels aan te danken heeft. Toch zeker wel niet aan de communisten en de S.D.A.P. De regeering meent dan ook, dat het ver- schijnsel van stemmenverschuiving ditmaal veel ingewikkelder is dan de vorige verkiezin gen en dat de wel zeer eenvoudige verklaring, dat de zetelwinst der anti-revolutionnairen is toe te schrijven aan liberale stemmen, op Dr. Colijn uitgebracht, geen oogenblik houdbaar is. Intusschen, hoe dit verschijnsel verklaard moet worden, het is zonder beteekenis voor de kabinetsformatie. De kiezers spreken zich niet uit over de samenstelling van een kabinet, maar zjj kiezen de Staten-Generaal. En de formateur van het nieuw te vormen kabinet moet dus rekenen met den uitslag der verkie zingen, zooals die tot uitdrukking kwam in de samenstelling van de Tweede Kamer. Die uitslag was althans op 6en punt volko- men duidelijk. Het door Dr. Colijn v66r de ver kiezingen en tijdens de verkiezingscampagne op den voorgrond gestelde eene desideratum: een regeeringsbeleid, dat gedragen wordt door een „krachtige christelijke levensovertuiging", een beleid, dat de zedelijke krachten van het Christendom ook in het staatsbestuur tot gel ding wilde brengen en „verstevigen", dat desideratum had door den uitslag der verkie zingen zijn bezegeling verkregen. Het sprak dus vanzalfdat de formateur prijs stellende op den steun van een meerderheid in de Kamer allereerst aan deze zijde der zaak zijn aandacht schonk. Beteekent dit nu, dat het tweede desidera tum: de vereeniging van alien, die zulk een staatkunde wilde steunen, werd losgelaten? In geenendeele. De formateur heeft van meet af aan er naar gestreefd ook andere personen dan die, welke tot de voormalige coalitiepar- tijen behoorden, in zijn kabinet op te nemen. Hij werd daarbij allereerst gedreven door de begeerte oude tegenstellingen zooveel mogelijk te verzoenen, nu, naar het hem voorkwam, de oude antithese op staatkundig gebied niet meer z6o scherp tot uiting kwam als voor- heen wel geschiedde. Met name meende hij, dat ter linkenzijde om nu dien term voor het gemak nog maar eens te bezigen het inzicht in de beteekenis van het christelijk geloof voor het staatkundig leven groeiende (Ingez. Med.) buiten het alledaagsche lag. De heer naast haar trof den juisten toon. En haar leek het alsof haar naam, dien zij tot op heden zoo ge- wbon en geen aandacht waardig had gevon- den, pas beteekenis, diepte en kleur had ge- kregen, nadat zijn lippen dien hadden uit- gesproken. „,Toen wij elkaar den laatsten keer ont- moetten, solliciteeride u," zei Stefan von Hom stein. „iHopelijlk heeft u sedert succes gehad." Het deed Barbara bepaald goed, van den ouden professor te kunnen vertellen, die zoo eemzaam in zijn groot huis leefdie en zoo on- venmoeibaar werkte, als moest hij nog v66r zijn dood de familiegeschiedenis van alle levenden in dikke banden neerschrijven en vastlegigen. .jHet doet mij genoegen, dat u het zoo goed heeft getroffen," zei hij, toen zij ophield om dat zij dacht, dat haar verhaal hem misschien wel venvelen zou. Ze vergiste zioh, want hij had heel opmer- zaam geluisterld. Hij kende nu een stukje van het dagelijksch leven van dit meisje, dat hem steeds meer belang inboezemlde, hoe meer hij in haar gezichtje keek, dat deed denken aan een door een meester vervaardigde pastel- teekening. IHet liefst was hij altijd maar naast Bar bara blijiven voortloopen, zonder te vragen waarheen. Opeens schoot het hem echter door het hoofld, dat Maria hem verwachtte. ,,Lk moet met de tram verder," zei hij, ter- wijl hij staan bleef, ,,ik ben namelijtk door een bevrienide fajmilie ten eten gevraagld." Waarom zei hij niet: Door de familie van mijn verloofde? Dat was zelker correcter geweest, maar hij kon dit niet zeggen zonder tusschen zich en het mooie meisje een hoogen scheids- muur op te trekken, en hij wilde haar nog eens ontmoeten. Hij wilde minstens nog een- maal naast haar loopen, met haar praten en het mooie gezichtje ibewonderen, dat van Maria scheen te zijn en toch weer mooier was. was. En hoewel daarbij niet over het hoofd mocht worden gezien, dat gelijk woordgebruik op dit gebied niet altijd gelijke beteekenis had, zoo achtte de formateur in dezen tijd van alge meene verwarring de wenschelijkheid van ,,gelijk-optrekken" v«,n partijen, die vroeger elkaar fel plachten te bestrijden, z6o groot, dat hij zeer ernstige pogingen in het werk heeft gesteld om aan zijn kabinet een breedere politleke basis te geven dan hem ten slotte mogelijk bleek. Natuurlijk was voorwaarde voor het slagen van die poging, dat alle aangezochte per sonen zich konden vereenigen met den grond slag, waarop de formateur het kabinet wenscb- te samen te stellen en voorts dat de bezetting van de portefeuille rekening hield met de zetelverleeing in de Kamer van die groepen waarop hij het oog gericht had. (56 10.) Op beide punten zijn moeilijkheden gerezen met het gevolg, dat tenslotte het kabinet in zijn buidige samenstelling tot stand kwam. Voor die uitkomst is alleen de formateur verantwoordelijk. Hij toch had het in de hand ontheffing van zijn opdracht te vragen, indien hij meende onder geen beding te mogen afwij- ken van wat hij zich anvankelijk voor oogen had gesteld. De overwegingen, die hem er toe hebben geleid, zich neer te leggen bij de niet- vervulling van zijn tweede desideratum, en wel vast te houden aan het eerste, vallen weer buiten het terrein van de publiciteit. Een uitzondering is hierop toelaatbaar en... noodzakelijk, aldus de memorie van antwoord verder. Het betreft de in het voorloopige ver slag neergeschreven meening, dat ,,de for mateur door zijn eigen politieke vrienden gedwongen" zou zijn van zijn aanvankelijken opzet af te zien. De werkelijkheid is, dat ook dienaangaande geen enkel overleg met zijn naaste politieke vrienden heeft plaats gevon- den. Van het oogenblik af dat een formatie in beraad is, dient een formateur, althans naar de opvatting van Dr. Colijn, tegenover alle groepen op wier steun hij hoopt, een ge lijke houding in acht te nemen en zou speciaal overleg, over welke aangelegenheid ook met een bepaalde Kamergroep niet strooken met de zelfstandigheid, die de houding van den formateur behoort te kenmerken. Wel moet nog een oogenblik worden stil- gestaan bij den stempel, dien men naar aan- leiding van deze beslissing van Dr. Colijn zoo gaarne op het kabinet wil drukken. Zich den vroegeren tijd herinnerend, hebben sommigen de neiging het kabinet als coalitie-kabinet te bestempelen. In zooverre als in Nederland een kabinet samengesteld is uit personen, tot verschillende partijen behoorend, zal er, om kabinetshomogeniteit te erlangen, steeds tus schen personen gecoaliseerd moeten worden, die het met elkaar eens moeten worden over een regeeringsprogram, hun door den forma teur voorgelegd. Maar zoo bedoelt men het natuurlijk niet. Men wenscht de herinneKng wakker te roepen aan den tijd, toen „men" aan het begrip coalitie-kabinet de beteekenis toekende van willekeurige overheersching van de minderheid in het parlement door de meerderheid. De formateur en zijn ambtgenooten stellen er prijs op met nadruk vast te stellen, dat elke gedachte aan zulke toestanden hun vreemd is, dat zij zich volkomen er van bewust zijn, dat zij met het geheele volk hebben te rekenen en verplicht zijn onnoodige tegenstel lingen te mijden. Er bestaat geen coalitie van partijen, waar op het kabinet zou steunen. Dr. Colijn heeft geheel zelfstandig zijn regeeringsprogram ontworpen en dat program is d^ basis geweest voor de bespreking met zijn tegenwoordige ambtgenooten. Uit dat overleg is het regee ringsprogram voortgekomen. Met geen enkele partij is overleg gepleegd. Geen der par tijen draagt ook maar de geringste verant woordelijkheid voor wat hij tijdens de formatie heeft verricht en dus ook niet voor het op treden van het kabinet of voor de keuze der personen waaruit het is samengesteld. ,,Juffrouw Kaiser, mag ik zeggen: Tot weerziens 'Hij stak zijn hand uit, die Bar bara, na even een nauw menkfoare aarzeling, aannaim. „Ik verheug mij al op het weerzien," lachte hij en het was hesm alsof de klokken, die in de verte galmde, sledhbs voor hem luidden, en alsof het mooie meisje, wier hand hij vast- hield, of hij ze niimaner wiiide loslaten, uitslui- tend voor hem op de wereld was. „iRekent u nu maar niet zoo vast op weer een toeValliige ontmoetimg," zei Barbara en schalksch kwamen er twee kuiltjes in haar wangen. iStefan von Homstein keek er verruikt naar. Jammer dat Maria noodt kuiltjes in haar wap- gen kreeg. f „Ik weet heel zeker, dat het toeval het goed met mij meent en ik zie u spoedig weer", lachte hij en fluiisterend venvolgde hij, haar hand loslatend: ,,Tot ziens, Bartoara." Daarna nam hij diep zijh hoed af en holde toen weg om vlug op een vooribijrijdenden tramwagen te springen. Volgens den wensch van haar moeder, maakte Barbara die Ztondagmorgenwandeling door de sitille breede straten harer wijlk. Haar moeder meende, dat de frissche, koude winter- lucht haar goed zou doen, omdat zij over hoofdpijn geklaagd had. Van die pijn merkte zij niets meer integemdeel, het was haar te moede alsof zij het geluik in eigen persoon was tegen gekomen. IReeds na twee dagen ontmoetten Barbara en Stefan elkaar ,,toevallig". Barbara had werkelrjk bijna aan dit ,,toe'val" geloofld als het schelmische lachen van den slanken jbn- geman hem niet verraden had. Hij herinner- de haar er ook aan, dat zij hem verteld1 had toen zij hem van haar nieuwe werkkring sprak dat zij reeds cm vijf uur bij den pro fessor met haar werk klaar was. Daar ook hij op dat uur jzijn dagtaalk verricht had, was hij onder een voorwendsel wat vroeger weg- Ook de benaming rechts kabinet schijnt uit den tijd. Beter is het, het kabinet rondweg aan te duiden, als christelijk kabinet, d.w.z. als een kabinet, dat Gods wet tot richtsnoer voor zijn beleid wil nemen. Dat in een land met gemengde bevolking hierbij met overleg te werk zal moeten worden gegaan, behoeft men aan het kabinet niet voor te houden. Het is er diep van overtuigd en het kent ook de gren- zen der overheidsmaeht, die buiten staat is het menschelijk hart te veranderen. Maar die overtuiging behoeft niet tot werkeloos stilzit- ten te leiden. Er blijft voor de overheid een belangrijke taak te vervullen over. Ontkend wordt allerminst, dat er onderwerpen te noe- men zijn waarover de huidige ministers niet gelijk denken. Maar is er nu eenig kabinet denkbaar, waarbij niet eenige onderwerpen op de rustkamer zouden-moeten worden onderge- bracht? Een kabinet op zoogenaamd breede basis moet uit den aard der zaak nog meer onderwerpen laten rusten. De vraag of er plaats is voor een kabinet op positief christelijken grondslag wordt dan ook slechts beslist door de omstandigheid, dat deze verschillen werden overheerscht door de diepere overeenstemming omtrent de grond- slagen van het staatsbeleid. Wanneer men de toepassing van het Chris tendom op de staatkunde slechts niet ziet als of men met dogmatiek te maken had, maar als men let op de eischen van het Christendom voor het natuurlijke leven: betrekkingen van de echtgenooten in het huwelijk, betrekking tusschen ouders en kinderen, tusschen werk- gever en werknemer, tusschen overheid en onderdaan, om slechts enkele, zaken te noemen, dan blijft er van het klassieke argument tegen een ministerie op positief christelijken grond slag niet veel meer over. Juist op de omstandigheid, dat men hier niet stond voor vragen van soteriologischen aard, was de hoop van den formateur gebouwd dat de basis wat breeder had kunnen zijn dan zij thans geworden is. iHij is geneigd de mis- lukking van die verwacbting alleen aan zich- zelf te wijten. Hij heeft blijkbaar een vrucht willen plukken, die nog niet rijp was. Intus schen verheugt hij er zich over twee ministers in het kabinet te hebben kunnen opnemen, die niet tot de z.g. rechterzijde gerekend kunnen worden en niettemin zich met het program hebben kunnen vereenigen. HET VREEMDELLNGEN-REGLEMENT AANGEVULD. Uitreiking van identiteitsbewijzen. Blijkens het in Staatsbiad 249 opgenomen Kon. besluit, is in het Vreemdelingen-regle- ment, vastgesteld bij Kon. besluit van 16 Augustus 1918, een aantal artikelen ingelascht, met betrekking tot het uitreiken van iden titeitsbewijzen aan vreemdelingen. Wij ont- leenen er het volgende aan: Aan een vreemdeling, die zich (omdat hij langer dan 24 uren in Nederland zal verblij- ven) bij de politie heeft aangemeld, kan op last van den inspecteur der marechaussee, door of vanwege het hoofd van politie, ten bewijze van de aanmelding of voorgeleiding, een identiteitsbewijs worden uitgereikt. De ambtenaren belast met de opsporing van de feiten, welke krachtens het Vreemdelingen- reglement, strafbaar zijn gesteld, zijn bevoegd op last van den inspecteur voomoemd, het identiteitsbewijs in te nemen. Indien een vreemdeling, houder van een idenditeitsbewijs, op last van de bevoegde autoriteit uit Nederland wordt verwijderd, wordt het vorenbedoelde bewijs ingenomen en toegezonden aan den inspecteur, door of van wege het hoofd van politie, die voor de uit- leiding eorg draagt. Het is den vreemdeling, wien een identiteits bewijs is uitgereikt, verboden zich van dat bewijs te ontdoen, of het geheel of gedeeltelijk onbruikbaar te maken. Bij verlies of vermis- sing van een identiteitsbewijs, zoomede indien een of meer der daarin voorkomende gegevens gegaan en had hij haar opgewacht. Hij zei dat eerlijk en lachte er ook nog om. Bartoara hajd er sehik in, dat Stefan het brutaalweg vanzelfsprekend vond, haar te be- geleiden. Zij bedacht hoe vreemd het was, dat zij zich daar over verheuglde, terwijl ze voor kort nog zoo'n hekel aan hem meenlde te helbtoen, om dat hij zoo ontoeschaamd tegen haar was op- getreden. Stefan von 'Htornstein had zich vast voor- gencmen, dat hij zich slechts die edne ontrnoe- tin'g met Barbara zou verloorjovem. Maar toen hij niet ver van Barbara's huis afscheid von haar nam, had hij toch met haar afige- sprofken, haar over een paar dagen weer te komen afhalen. Bartoara had zich eerst daar- tegem verzet om tenslotte aan zijn smeetkem- dem bltk toe te geven. En zij gaf zoo graag toe dat bekende zij zich heimelijk. De slanke, voomame jongemon beviel haar won- derwel, ocfc zijn coniversatie, kortom alles aan zijn persioon. Ze werd plobseling thuis veel vroolijker. Maar haar moeder vond dat niets bijzonders; die schreef het uitsluitenld toe aan de goede betrekking, die ze bij den professor had ge- kregen. Bijna elken dag haalde Stefan het jonge meisje af en Normann had al een keer op gemerkt: ,,Wat is toch eigenlijk met jou aan de hand, Stefan Je gaat tegenwoordig altijd te vroeg van bureau; straks denken de andere heeren nog, dat zij zich dat ook mogen veroorloven." Mevrouw Normann was van plan, zoo spoe dig mogelijk een deftig en gftiot verlovings- feest te geiven. Stefan von Homstein zag tegen dien avond als tegen een berg op. Hij vond zichzelf slecht, verschrikkelijk slecht, omdat Bartoara hem zoo aantrok, en toch slaagde hij er niet in, haar te vermijden. Elken nieuwen dag was Barbara van plan, haar moeder over Stefan von Homstein te spre- MlEN HOUDT VAN PIET... (Ingez. Med.) niet meer met de werkelijkheid overeenstem- men, is de vreemdeling verplicht, zoo spoedig mogelijk daarvan persoonlijk kermis te geven aan het hoofd van politie, ter plaatse waar hij vertoeft. De vreemdeling, wien een identiteitsbewijs is uitgereikt, is verplicbt, dit steeds bij zich te dragen en op eerste aanvrage te vertoonen aan de daartoe bevoegde ambtenaren, alsmede aan dengene, die hem buisvesting verleent. (N. R. Crt.) DE SPEELING. Naar de regeering in de memorie van ant woord inzake hoofdstuk I van de Rijksbegroo ting meedeelt, wordt de samenstelling van een commissie voortoereid, die op zeer korten ter- mijn de regeering zal kunnen adviseeren om trent de prolblemen, die rijzen met betrekking tot de schrijfwijze der taal. De bedoeling is, dat in deze commlissie ver schillende kringen van ons maatschappelijk leven zullen sameniwerken. DE WERKCOMMISSIE TOT BESTRIJDING DER WERKLOOSHEID. De Regeeringspersdienst deelt mede, dat de werkcommissie tot hestrijding van de werk- loosheid, welke onlangs door den Minister van Sociale Zaken is ingesteld, met haar werk- zaamheden is hegonnen. De commissie heeft zich in eerste instantie tot de bestaande 13 bedrjfsraden gewend. In het schrijven aan deze instellin'gen is een uiteenzetting gegeven als Gij direct Akker's Abdijsiroop neemi Gij zult dadelijk de gunstige werking on dervinden van de vanouds beproefde ..genees-kruyden", waaruit Abdijsiroop in hoofdzaak bestaat, thans door den beken- den Apcthaker Dumont nog versterkt door nieuwe, snel werkende toevoegingen. Daardoor is noa meer dan vroeger, nu Per flacon 90 ci., f 1.50, f. 2.40. Overal verkrijgbaar. Hoe groote- flacon, hoe voordeeliger het gebruik (Ingez. Med.) ken; zij kwam er echter niet toe, uit angst, dat haar mOeder den omgang met den adel- lijken ingenieur niet goed zou keuren. Ze zag steeds weer met verlangen uit naar het oogen blik, dat hij haar kwam afhalen. Ook onder haar werk dacht zij te dikwijls en te veel aan hem en de oude professor had haar reeds her- haaldelijk met haar yerstrooidheid geplaagd. Het stormde in haar hart en in het middel- punt van al haar gedachten stond altijd weer die rijzige mannengestalte met de donkere, wanme oogen. 2>e venmoedde niet, dat de man, met wien haar gedacljten Zich steeds beizig hielden, om harentwil een zwaren strrjd met zichzelf voerde. Eens was hij er bijna toe gekomen, Maria de heele waarheiid te bekennen en haar over haar dulbtoelgangster te spreken. Maar het fijne spotlachje ontnam hem den moed en al tijd weer klonk hem het door haar gezongen liedje in de ooren: E5r was eens een ridlder, Die m'inde twee blonde meisjes... Barbara trok de zware, met ijzer beslagen deur van professor Bauer's woninig achter zich diicht. Een paar huizen verder zag zij Stefan aankomen. 'Hij was met het vaste voornemen bereid, voorgoed afscheid van Barbara te nemen. Een uitjvlucht had hij al hij de hand. Binnen acht dagen zou het groote avond- feest bij de Normann's gegeven worden. Dan zouden er heel wat speeches op het jonge paar worden gehou'dem en op dien avond, die de officieele verloving zou beizegelen, kon hij niet als een huic'helaar en leugenaar naast Maria zitten. Den moed om Maria de waarheid te zeggen, had hij niet kunnen vinden. Maar hij was vast besloten, zooveel moed bij elkaar te rapen, dat Bartoara uit zijn leven zou ver- dwijnen. Wbrdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 1