ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
■■I
Uw HOEST
Twee uit een nest
akker's Abdijsiroop
No. 9679
VRIJDAG 5 NOVEMBER 1937
77e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
verdwijnt in 24 uur!
EERSTE BLAD
RADION WIT-
DE NATUUR BLEEK
6EEVENAARD
He* if rijpe. Ster TaJbak
he) beproefde hoest geneesmidde:!
3CSUXZK7BB2KSIC:itnmSSHI lUtatH.v VIXl-JU*
■nwrnmrrfryirT rr imr
vtasrmrt.^jmauitrataBitiiaeaa'jr:
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst ddn dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA AN DAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
MOTIVEERIN G
VAN DE KABINETSFORMATIE.
Verschenen is de memorie van antwoord aan
de Tweede Kamer betreffende de algemeene
beschouwingen van de Rijksbegrooting voor
1938 (hoofdstuk I).
Met de beschouwingen, in het voorloopig
verslag gewijd aan den uitslag der laatst-
gehouden verkiezingen, kan de regeering zich
zeer wel vereenigen, aldus opent de memorie
van antwoord. Ook sluit de regeering zich
gaame aan bij de waardeering van het voor-
recht, vrije verkiezingen te bezitten.
Van de beschouwingen en opmerkingen om-
trent de kabinetsformatie heeft de formateur
van het kabinet met belangstelling kennis
genomen. Hij betreurt het alleen, dat zijner-
zrjds geen even uitvoerige beschouwingen
daar tegen over gesteld kunnen worden.
Met name de besprekingen, die plaats vinJten
tusschen den formateur en de door hem aan-
gezochte medewerkers vallen buiten het
domein der openbaarheid. En vooral als het
betreft besprekingen, die tot geen resultaat
hebben geleid, zal er wel nimmer een forma
teur zijn geweest, die zulke niet geslaagde
besprekingen aan de publiciteit heeft over-
gegeven. In elk geval is de formateur van dit
kabinet daarvoor niet te vinden. Hij acht zich
jegens de Kamer verantwoordelijk voor het
feit, dat hij het huidige kabinet heeft gevormd
en ieder lid van het kabinet is verantwoorde
lijk voor het feit van zijn verschijning voor de
Kamer in het kader van het kabinet. Aan die
verantwoordelijkheid wenschen noch de for
mateur, noch een zijner ambtgenooten, zich
in het minst te onttrekken, maar wat v66r
den dag van het optreden heeft plaats gevon-
den valt buiten het controlerecht van de
Kamer, al kan niemand verhinderen, dat de
leden der Staten-Generaal pok daarover een
oordeel uitspreken, op gevaar af dat oordeel
te vormen op niet geheel volledige gegevens.
Na aldus de grens te hebben getrokken tus
schen wat niet of wel aan publiciteit kan wor
den overgegeven, bestaat er bij den formateur
geen enkele bedenking om zakelijk den gang
der gebeurtenissen toe te lichten.
Uitgangspunt is voor Dr. Colijn geweest zijn
in de Tweede Kamer op 13 November afge-
legde verklaring inzake den noodzakelijken
grondslag voor het regeeringsbeleid.
Wie deze verklaring, zoo vervolgt het stuk,
zonder vooropgezette meening overweegt, zal
tot de erkenning moeten komen, dat Dr. Colijn
hier tweeerlei gedachte naar voren brengt.
Ten eerste worde de eisch gesteld, dat het re
geeringsbeleid haar uitgangspunt moet vinden
in een ,,krachtige christelijke levensovertui-
ging", dat die overtuiging ook op staatkundig
terrein tot gelding dient te komen en dat de
zedelijke krachten van het Christendom in
hare toepassing op het staatsbestuur ,,ver-
stevigd" dienen te worden.
De tweede gedachte, die in genoemde rede-
voering tot uitdrukking werd gebracht, vond
haar kortste samenvatting in de woorden, dat
tot bereiking van dit doel ,,behooren samen te
werken alien, die bereid zijn, de groote levens-
waarden van het Christendom te schragen, te
handhaven en te versterken" ook op staatkun
dig en maatschappelijk terrein.
Terloops wordt opgemerkt, dat dit stand-
punt ook in de tientallen verkiezingsredevoe-
ringen, door Dr. Colijn gehouden, niet is prijs-
gegeven.
De formateur verklaart zich buiten staat
om de bedoelingen, die de kiezers bij het uit-
brengen van hun stem hebben gekoesterd te
gaan naspeuren. Hem ontbreken daarvoor alle
gegevens. Slechts moge het volgende hierover
worden opgemerkt.
De anti-revolutionnairen wonnen 3 zetels, de
N.S.B. verkreeg er 4. De liberale Kamergroep
had er 7; indien men nu, wat aan het aantal
uitgebrachte stemmen te toetsen valt, aan-
neemt, dat de NjSjB. pit de r.-k., c.-h., a.-r. en
door
ANNY VAN PANHUYS.
23)
Venvolg.
„Wplt u mij voor den gek houden," zei zij
ems tig, „omdat u weet, dat ik maar een steno-
typiste ben."
,;Bij de schoonheid denlkt men er niet lanig
over na tot welken stand zij behoort, die is
altijd koninigin en uitdeelster van gunsten,"
zei hij week, bevangen door een hem plotse-
ling overweldigende teederheid voor het mat-
bleeke, slanke meiisje.
IBr kwam geen antwoord, maar Stefan von
Homstein zag, dat de bleeke wangen van dit
beeldmooie meisjesgezidht toch ook kleur kon-
den krijgen. Als een teere, zacht-rose sluier
kwam die kleur over het geizicht.
„iTk zou heel graag weben hoe u heet," zei
hij op een toon, die was als een lieifkoozing.
,,LMijn naam is geen geheim," antrwoordlde
zij, „ik heet Barbara Kaiser!"
Hij herhaalde „Barfbara" en merkte toen op:
,,Een Barbara had ik mij toch anders voor-
gesteld, misschien wel omdat zij de patrones
der artillerie is. Maar toch geeft u de naam
een eigen omiij'sting, hij heeft een zoo krach-
tig rhythme, hij is als Dur en Moll, die trots
hun tegensteilling klankvol harmonieeren."
Barbara Kaiser vond de manier van spreken
van haar begelei'der prettig. Het was een
spreektrant, welke zij niet kende, maar die
goed paste bij de wereld, waar in de oude
professor haar alreeds had binnengeleid en die
v.-d.-parijten niet zoo heel veel stemmen heeft
verkregen, en indien men voorts, gelijk vaak
geschiedt, de zetelwinst van de a.-r.-partij
overeenkomende met het zetelverlies van de
liberalen toeschrijft aan stemmen, door
liberalen op Dr. Colijn uitgebracht, dan wordt
het een onoplosbaar raadsel waar de N.S.B.
haar 4 zetels aan te danken heeft. Toch zeker
wel niet aan de communisten en de S.D.A.P.
De regeering meent dan ook, dat het ver-
schijnsel van stemmenverschuiving ditmaal
veel ingewikkelder is dan de vorige verkiezin
gen en dat de wel zeer eenvoudige verklaring,
dat de zetelwinst der anti-revolutionnairen is
toe te schrijven aan liberale stemmen, op Dr.
Colijn uitgebracht, geen oogenblik houdbaar is.
Intusschen, hoe dit verschijnsel verklaard
moet worden, het is zonder beteekenis voor de
kabinetsformatie. De kiezers spreken zich niet
uit over de samenstelling van een kabinet,
maar zjj kiezen de Staten-Generaal. En de
formateur van het nieuw te vormen kabinet
moet dus rekenen met den uitslag der verkie
zingen, zooals die tot uitdrukking kwam in de
samenstelling van de Tweede Kamer.
Die uitslag was althans op 6en punt volko-
men duidelijk. Het door Dr. Colijn v66r de ver
kiezingen en tijdens de verkiezingscampagne
op den voorgrond gestelde eene desideratum:
een regeeringsbeleid, dat gedragen wordt door
een „krachtige christelijke levensovertuiging",
een beleid, dat de zedelijke krachten van het
Christendom ook in het staatsbestuur tot gel
ding wilde brengen en „verstevigen", dat
desideratum had door den uitslag der verkie
zingen zijn bezegeling verkregen. Het sprak
dus vanzalfdat de formateur prijs stellende
op den steun van een meerderheid in de
Kamer allereerst aan deze zijde der zaak
zijn aandacht schonk.
Beteekent dit nu, dat het tweede desidera
tum: de vereeniging van alien, die zulk een
staatkunde wilde steunen, werd losgelaten?
In geenendeele. De formateur heeft van meet
af aan er naar gestreefd ook andere personen
dan die, welke tot de voormalige coalitiepar-
tijen behoorden, in zijn kabinet op te nemen.
Hij werd daarbij allereerst gedreven door de
begeerte oude tegenstellingen zooveel mogelijk
te verzoenen, nu, naar het hem voorkwam,
de oude antithese op staatkundig gebied niet
meer z6o scherp tot uiting kwam als voor-
heen wel geschiedde. Met name meende hij,
dat ter linkenzijde om nu dien term voor
het gemak nog maar eens te bezigen het
inzicht in de beteekenis van het christelijk
geloof voor het staatkundig leven groeiende
(Ingez. Med.)
buiten het alledaagsche lag. De heer naast
haar trof den juisten toon. En haar leek het
alsof haar naam, dien zij tot op heden zoo ge-
wbon en geen aandacht waardig had gevon-
den, pas beteekenis, diepte en kleur had ge-
kregen, nadat zijn lippen dien hadden uit-
gesproken.
„,Toen wij elkaar den laatsten keer ont-
moetten, solliciteeride u," zei Stefan von Hom
stein. „iHopelijlk heeft u sedert succes gehad."
Het deed Barbara bepaald goed, van den
ouden professor te kunnen vertellen, die zoo
eemzaam in zijn groot huis leefdie en zoo on-
venmoeibaar werkte, als moest hij nog v66r
zijn dood de familiegeschiedenis van alle
levenden in dikke banden neerschrijven en
vastlegigen.
.jHet doet mij genoegen, dat u het zoo goed
heeft getroffen," zei hij, toen zij ophield om
dat zij dacht, dat haar verhaal hem misschien
wel venvelen zou.
Ze vergiste zioh, want hij had heel opmer-
zaam geluisterld. Hij kende nu een stukje van
het dagelijksch leven van dit meisje, dat hem
steeds meer belang inboezemlde, hoe meer hij
in haar gezichtje keek, dat deed denken aan
een door een meester vervaardigde pastel-
teekening.
IHet liefst was hij altijd maar naast Bar
bara blijiven voortloopen, zonder te vragen
waarheen. Opeens schoot het hem echter door
het hoofld, dat Maria hem verwachtte.
,,Lk moet met de tram verder," zei hij, ter-
wijl hij staan bleef, ,,ik ben namelijtk door
een bevrienide fajmilie ten eten gevraagld."
Waarom zei hij niet: Door de familie van mijn
verloofde? Dat was zelker correcter geweest,
maar hij kon dit niet zeggen zonder tusschen
zich en het mooie meisje een hoogen scheids-
muur op te trekken, en hij wilde haar nog
eens ontmoeten. Hij wilde minstens nog een-
maal naast haar loopen, met haar praten en
het mooie gezichtje ibewonderen, dat van
Maria scheen te zijn en toch weer mooier was.
was. En hoewel daarbij niet over het hoofd
mocht worden gezien, dat gelijk woordgebruik
op dit gebied niet altijd gelijke beteekenis had,
zoo achtte de formateur in dezen tijd van alge
meene verwarring de wenschelijkheid van
,,gelijk-optrekken" v«,n partijen, die vroeger
elkaar fel plachten te bestrijden, z6o groot,
dat hij zeer ernstige pogingen in het werk
heeft gesteld om aan zijn kabinet een breedere
politleke basis te geven dan hem ten slotte
mogelijk bleek.
Natuurlijk was voorwaarde voor het slagen
van die poging, dat alle aangezochte per
sonen zich konden vereenigen met den grond
slag, waarop de formateur het kabinet wenscb-
te samen te stellen en voorts dat de bezetting
van de portefeuille rekening hield met de
zetelverleeing in de Kamer van die groepen
waarop hij het oog gericht had. (56 10.)
Op beide punten zijn moeilijkheden gerezen
met het gevolg, dat tenslotte het kabinet in
zijn buidige samenstelling tot stand kwam.
Voor die uitkomst is alleen de formateur
verantwoordelijk. Hij toch had het in de hand
ontheffing van zijn opdracht te vragen, indien
hij meende onder geen beding te mogen afwij-
ken van wat hij zich anvankelijk voor oogen
had gesteld. De overwegingen, die hem er toe
hebben geleid, zich neer te leggen bij de niet-
vervulling van zijn tweede desideratum, en
wel vast te houden aan het eerste, vallen weer
buiten het terrein van de publiciteit.
Een uitzondering is hierop toelaatbaar en...
noodzakelijk, aldus de memorie van antwoord
verder. Het betreft de in het voorloopige ver
slag neergeschreven meening, dat ,,de for
mateur door zijn eigen politieke vrienden
gedwongen" zou zijn van zijn aanvankelijken
opzet af te zien. De werkelijkheid is, dat ook
dienaangaande geen enkel overleg met zijn
naaste politieke vrienden heeft plaats gevon-
den. Van het oogenblik af dat een formatie
in beraad is, dient een formateur, althans
naar de opvatting van Dr. Colijn, tegenover
alle groepen op wier steun hij hoopt, een ge
lijke houding in acht te nemen en zou speciaal
overleg, over welke aangelegenheid ook met
een bepaalde Kamergroep niet strooken met
de zelfstandigheid, die de houding van den
formateur behoort te kenmerken.
Wel moet nog een oogenblik worden stil-
gestaan bij den stempel, dien men naar aan-
leiding van deze beslissing van Dr. Colijn zoo
gaarne op het kabinet wil drukken. Zich den
vroegeren tijd herinnerend, hebben sommigen
de neiging het kabinet als coalitie-kabinet
te bestempelen. In zooverre als in Nederland
een kabinet samengesteld is uit personen, tot
verschillende partijen behoorend, zal er, om
kabinetshomogeniteit te erlangen, steeds tus
schen personen gecoaliseerd moeten worden,
die het met elkaar eens moeten worden over
een regeeringsprogram, hun door den forma
teur voorgelegd.
Maar zoo bedoelt men het natuurlijk niet.
Men wenscht de herinneKng wakker te roepen
aan den tijd, toen „men" aan het begrip
coalitie-kabinet de beteekenis toekende van
willekeurige overheersching van de minderheid
in het parlement door de meerderheid. De
formateur en zijn ambtgenooten stellen
er prijs op met nadruk vast te stellen, dat
elke gedachte aan zulke toestanden hun
vreemd is, dat zij zich volkomen er van bewust
zijn, dat zij met het geheele volk hebben te
rekenen en verplicht zijn onnoodige tegenstel
lingen te mijden.
Er bestaat geen coalitie van partijen, waar
op het kabinet zou steunen. Dr. Colijn heeft
geheel zelfstandig zijn regeeringsprogram
ontworpen en dat program is d^ basis geweest
voor de bespreking met zijn tegenwoordige
ambtgenooten. Uit dat overleg is het regee
ringsprogram voortgekomen. Met geen
enkele partij is overleg gepleegd. Geen der par
tijen draagt ook maar de geringste verant
woordelijkheid voor wat hij tijdens de formatie
heeft verricht en dus ook niet voor het op
treden van het kabinet of voor de keuze der
personen waaruit het is samengesteld.
,,Juffrouw Kaiser, mag ik zeggen: Tot
weerziens 'Hij stak zijn hand uit, die Bar
bara, na even een nauw menkfoare aarzeling,
aannaim.
„Ik verheug mij al op het weerzien," lachte
hij en het was hesm alsof de klokken, die in
de verte galmde, sledhbs voor hem luidden, en
alsof het mooie meisje, wier hand hij vast-
hield, of hij ze niimaner wiiide loslaten, uitslui-
tend voor hem op de wereld was.
„iRekent u nu maar niet zoo vast op weer
een toeValliige ontmoetimg," zei Barbara en
schalksch kwamen er twee kuiltjes in haar
wangen.
iStefan von Homstein keek er verruikt naar.
Jammer dat Maria noodt kuiltjes in haar wap-
gen kreeg. f
„Ik weet heel zeker, dat het toeval het goed
met mij meent en ik zie u spoedig weer",
lachte hij en fluiisterend venvolgde hij, haar
hand loslatend:
,,Tot ziens, Bartoara." Daarna nam hij diep
zijh hoed af en holde toen weg om vlug op
een vooribijrijdenden tramwagen te springen.
Volgens den wensch van haar moeder,
maakte Barbara die Ztondagmorgenwandeling
door de sitille breede straten harer wijlk. Haar
moeder meende, dat de frissche, koude winter-
lucht haar goed zou doen, omdat zij over
hoofdpijn geklaagd had. Van die pijn merkte
zij niets meer integemdeel, het was haar
te moede alsof zij het geluik in eigen persoon
was tegen gekomen.
IReeds na twee dagen ontmoetten Barbara
en Stefan elkaar ,,toevallig". Barbara had
werkelrjk bijna aan dit ,,toe'val" geloofld als
het schelmische lachen van den slanken jbn-
geman hem niet verraden had. Hij herinner-
de haar er ook aan, dat zij hem verteld1 had
toen zij hem van haar nieuwe werkkring
sprak dat zij reeds cm vijf uur bij den pro
fessor met haar werk klaar was. Daar ook
hij op dat uur jzijn dagtaalk verricht had, was
hij onder een voorwendsel wat vroeger weg-
Ook de benaming rechts kabinet schijnt uit
den tijd. Beter is het, het kabinet rondweg
aan te duiden, als christelijk kabinet, d.w.z.
als een kabinet, dat Gods wet tot richtsnoer
voor zijn beleid wil nemen. Dat in een land
met gemengde bevolking hierbij met overleg te
werk zal moeten worden gegaan, behoeft men
aan het kabinet niet voor te houden. Het is er
diep van overtuigd en het kent ook de gren-
zen der overheidsmaeht, die buiten staat is het
menschelijk hart te veranderen. Maar die
overtuiging behoeft niet tot werkeloos stilzit-
ten te leiden. Er blijft voor de overheid een
belangrijke taak te vervullen over. Ontkend
wordt allerminst, dat er onderwerpen te noe-
men zijn waarover de huidige ministers niet
gelijk denken. Maar is er nu eenig kabinet
denkbaar, waarbij niet eenige onderwerpen op
de rustkamer zouden-moeten worden onderge-
bracht? Een kabinet op zoogenaamd breede
basis moet uit den aard der zaak nog meer
onderwerpen laten rusten.
De vraag of er plaats is voor een kabinet
op positief christelijken grondslag wordt dan
ook slechts beslist door de omstandigheid, dat
deze verschillen werden overheerscht door de
diepere overeenstemming omtrent de grond-
slagen van het staatsbeleid.
Wanneer men de toepassing van het Chris
tendom op de staatkunde slechts niet ziet als
of men met dogmatiek te maken had, maar als
men let op de eischen van het Christendom
voor het natuurlijke leven: betrekkingen van
de echtgenooten in het huwelijk, betrekking
tusschen ouders en kinderen, tusschen werk-
gever en werknemer, tusschen overheid en
onderdaan, om slechts enkele, zaken te noemen,
dan blijft er van het klassieke argument tegen
een ministerie op positief christelijken grond
slag niet veel meer over.
Juist op de omstandigheid, dat men hier
niet stond voor vragen van soteriologischen
aard, was de hoop van den formateur gebouwd
dat de basis wat breeder had kunnen zijn dan
zij thans geworden is. iHij is geneigd de mis-
lukking van die verwacbting alleen aan zich-
zelf te wijten. Hij heeft blijkbaar een vrucht
willen plukken, die nog niet rijp was. Intus
schen verheugt hij er zich over twee ministers
in het kabinet te hebben kunnen opnemen, die
niet tot de z.g. rechterzijde gerekend kunnen
worden en niettemin zich met het program
hebben kunnen vereenigen.
HET VREEMDELLNGEN-REGLEMENT
AANGEVULD.
Uitreiking van identiteitsbewijzen.
Blijkens het in Staatsbiad 249 opgenomen
Kon. besluit, is in het Vreemdelingen-regle-
ment, vastgesteld bij Kon. besluit van 16
Augustus 1918, een aantal artikelen ingelascht,
met betrekking tot het uitreiken van iden
titeitsbewijzen aan vreemdelingen. Wij ont-
leenen er het volgende aan:
Aan een vreemdeling, die zich (omdat hij
langer dan 24 uren in Nederland zal verblij-
ven) bij de politie heeft aangemeld, kan op
last van den inspecteur der marechaussee,
door of vanwege het hoofd van politie, ten
bewijze van de aanmelding of voorgeleiding,
een identiteitsbewijs worden uitgereikt. De
ambtenaren belast met de opsporing van de
feiten, welke krachtens het Vreemdelingen-
reglement, strafbaar zijn gesteld, zijn bevoegd
op last van den inspecteur voomoemd, het
identiteitsbewijs in te nemen.
Indien een vreemdeling, houder van een
idenditeitsbewijs, op last van de bevoegde
autoriteit uit Nederland wordt verwijderd,
wordt het vorenbedoelde bewijs ingenomen en
toegezonden aan den inspecteur, door of van
wege het hoofd van politie, die voor de uit-
leiding eorg draagt.
Het is den vreemdeling, wien een identiteits
bewijs is uitgereikt, verboden zich van dat
bewijs te ontdoen, of het geheel of gedeeltelijk
onbruikbaar te maken. Bij verlies of vermis-
sing van een identiteitsbewijs, zoomede indien
een of meer der daarin voorkomende gegevens
gegaan en had hij haar opgewacht.
Hij zei dat eerlijk en lachte er ook nog om.
Bartoara hajd er sehik in, dat Stefan het
brutaalweg vanzelfsprekend vond, haar te be-
geleiden.
Zij bedacht hoe vreemd het was, dat zij zich
daar over verheuglde, terwijl ze voor kort nog
zoo'n hekel aan hem meenlde te helbtoen, om
dat hij zoo ontoeschaamd tegen haar was op-
getreden.
Stefan von 'Htornstein had zich vast voor-
gencmen, dat hij zich slechts die edne ontrnoe-
tin'g met Barbara zou verloorjovem. Maar
toen hij niet ver van Barbara's huis afscheid
von haar nam, had hij toch met haar afige-
sprofken, haar over een paar dagen weer te
komen afhalen. Bartoara had zich eerst daar-
tegem verzet om tenslotte aan zijn smeetkem-
dem bltk toe te geven. En zij gaf zoo graag
toe dat bekende zij zich heimelijk. De
slanke, voomame jongemon beviel haar won-
derwel, ocfc zijn coniversatie, kortom alles aan
zijn persioon.
Ze werd plobseling thuis veel vroolijker.
Maar haar moeder vond dat niets bijzonders;
die schreef het uitsluitenld toe aan de goede
betrekking, die ze bij den professor had ge-
kregen.
Bijna elken dag haalde Stefan het jonge
meisje af en Normann had al een keer op
gemerkt:
,,Wat is toch eigenlijk met jou aan de hand,
Stefan Je gaat tegenwoordig altijd te vroeg
van bureau; straks denken de andere heeren
nog, dat zij zich dat ook mogen veroorloven."
Mevrouw Normann was van plan, zoo spoe
dig mogelijk een deftig en gftiot verlovings-
feest te geiven. Stefan von Homstein zag
tegen dien avond als tegen een berg op. Hij
vond zichzelf slecht, verschrikkelijk slecht,
omdat Bartoara hem zoo aantrok, en toch
slaagde hij er niet in, haar te vermijden. Elken
nieuwen dag was Barbara van plan, haar
moeder over Stefan von Homstein te spre-
MlEN HOUDT VAN PIET...
(Ingez. Med.)
niet meer met de werkelijkheid overeenstem-
men, is de vreemdeling verplicht, zoo spoedig
mogelijk daarvan persoonlijk kermis te geven
aan het hoofd van politie, ter plaatse waar
hij vertoeft.
De vreemdeling, wien een identiteitsbewijs
is uitgereikt, is verplicbt, dit steeds bij zich
te dragen en op eerste aanvrage te vertoonen
aan de daartoe bevoegde ambtenaren, alsmede
aan dengene, die hem buisvesting verleent.
(N. R. Crt.)
DE SPEELING.
Naar de regeering in de memorie van ant
woord inzake hoofdstuk I van de Rijksbegroo
ting meedeelt, wordt de samenstelling van een
commissie voortoereid, die op zeer korten ter-
mijn de regeering zal kunnen adviseeren om
trent de prolblemen, die rijzen met betrekking
tot de schrijfwijze der taal.
De bedoeling is, dat in deze commlissie ver
schillende kringen van ons maatschappelijk
leven zullen sameniwerken.
DE WERKCOMMISSIE TOT BESTRIJDING
DER WERKLOOSHEID.
De Regeeringspersdienst deelt mede, dat de
werkcommissie tot hestrijding van de werk-
loosheid, welke onlangs door den Minister van
Sociale Zaken is ingesteld, met haar werk-
zaamheden is hegonnen. De commissie heeft
zich in eerste instantie tot de bestaande 13
bedrjfsraden gewend. In het schrijven aan
deze instellin'gen is een uiteenzetting gegeven
als Gij direct Akker's Abdijsiroop neemi
Gij zult dadelijk de gunstige werking on
dervinden van de vanouds beproefde
..genees-kruyden", waaruit Abdijsiroop in
hoofdzaak bestaat, thans door den beken-
den Apcthaker Dumont nog versterkt door
nieuwe, snel werkende toevoegingen.
Daardoor is noa meer dan vroeger, nu
Per flacon 90 ci., f 1.50, f. 2.40. Overal verkrijgbaar.
Hoe groote- flacon, hoe voordeeliger het gebruik
(Ingez. Med.)
ken; zij kwam er echter niet toe, uit angst,
dat haar mOeder den omgang met den adel-
lijken ingenieur niet goed zou keuren. Ze zag
steeds weer met verlangen uit naar het oogen
blik, dat hij haar kwam afhalen. Ook onder
haar werk dacht zij te dikwijls en te veel aan
hem en de oude professor had haar reeds her-
haaldelijk met haar yerstrooidheid geplaagd.
Het stormde in haar hart en in het middel-
punt van al haar gedachten stond altijd weer
die rijzige mannengestalte met de donkere,
wanme oogen.
2>e venmoedde niet, dat de man, met wien
haar gedacljten Zich steeds beizig hielden, om
harentwil een zwaren strrjd met zichzelf
voerde.
Eens was hij er bijna toe gekomen, Maria
de heele waarheiid te bekennen en haar over
haar dulbtoelgangster te spreken. Maar het
fijne spotlachje ontnam hem den moed en al
tijd weer klonk hem het door haar gezongen
liedje in de ooren:
E5r was eens een ridlder,
Die m'inde twee blonde meisjes...
Barbara trok de zware, met ijzer beslagen
deur van professor Bauer's woninig achter zich
diicht. Een paar huizen verder zag zij Stefan
aankomen. 'Hij was met het vaste voornemen
bereid, voorgoed afscheid van Barbara te
nemen. Een uitjvlucht had hij al hij de hand.
Binnen acht dagen zou het groote avond-
feest bij de Normann's gegeven worden. Dan
zouden er heel wat speeches op het jonge paar
worden gehou'dem en op dien avond, die de
officieele verloving zou beizegelen, kon hij niet
als een huic'helaar en leugenaar naast Maria
zitten. Den moed om Maria de waarheid te
zeggen, had hij niet kunnen vinden. Maar hij
was vast besloten, zooveel moed bij elkaar te
rapen, dat Bartoara uit zijn leven zou ver-
dwijnen.
Wbrdt vervolgd.)