Buitenland
OUDERS BEZETTEN EEN SCHOOL.
krachtigen lichtibundel wordt getroffen. Of-
sohoon geen zuivere vei'blinding heeft men
hier toch te doen met een partieele verblin-
ding welke ibepaald gevaren met zich brengt.
De A.N.W.B. vestigt in dit verband speciaal
de aandacht cp artikel 23 van ihet motor- en
rijwielreglament, waarbij het verlboden is ge-
[bruik te maken van een knippersignaal, an-
ders dan wanneer de veiligheid van bet ver-
keer zuliks vordert.
DE BRANDSTOFFENBIJSLAG VOOK
VVEBKLOOZEN.
De regeeringspersdienst meldt:
Dezer dagen is aan de gemeentebesturen
medegedeeld, idat de brandstoffenfoijslag aan
werikloozen, die van de rijkssteunregeling ige-
nieten, op demzelfden voet moet worden ige-
regeld als bet vorige jaar. Het besluit daartoe
is genomen moeten worden, ten einde den ge
meentebesturen tijd te geven voor bet nemen
van de noodige vo-or'bereidende maatregelen.
Het tbans mededeelen van dit besluit wil
echter niet zeggen, dat de wensehen tot eenige
verhooging van den brandstoffenlbijslag, die
door verscheidene gameenten en door de vak-
centrales zijn geuit, daarmede van de foaan
zijn. Die wenschen worden nog overwogen.
Van het resultaat daarvan valt echter op dit
oogenblik niets te zeggen.
DE VOORGESTELDE WIJZIGING VAN DE
CRISIS-INVOERWET.
Gelijk foeken'd is, heeft zich uit den handel
een Comite van 'Verweer gevonmd tegen het
ingediende ontwerp tot wijziging van de
Crisis-invoerwet, welke het beschouwt als een
emstig gevaar. Dit comite amvat veel foe-
langrijke organisaties in uiteenloopende tak-
ken van handel; we noemen de Federatie van
textielgrossiersfoonden, de Kath. organisatie
van grootwinkelfoedrijven, de Ver. van groot-
handelaren in ijzer en andere metalen enz., de
Ver. van lederimporteurs, de Vereeniging van
groobhande'laren en die van handelaren in glas,
porselein en aardewerik, de Ned. Ver. van
grossiers op electro-technisch gebied enz.
Dit comite heeft een uiteenzettimg gegeven
van de redenen, waarom het het ingediende
wetsvoorstel als onaannemelijk beschouwt en
er een krachtige actie tegen wil voeren.
Allereerst is daar de considerans met het
beginsel waarop het wetsvoorstel gebaseerd is.
Niet langer zal de contingenteering na aan-
neming van het wetsontwerp slechts bescher-
ming van de 'binnenlandsche nijverheid tegen
overmatigen iiwoer toeoogen, maar de regee-
ring zal haar kunnen toepassen op a 11 e goe-
deren, ongeacht of zij al dan niet in eigen land
voortgebracht worden. Het zwaartepunt is
hienmede verlegd naar de vraag of men door
contingenteering het buitenland zoodanig kan
treffen, dat het voor onzen uitvoer bereid is
coneessies te verleenen. Ten opzichte van be
staande contingenteeringen houdt de gewijzig-
de strekking der wet in, dat, indien er geen
sprake meer is van overmatigen invoer, de
contingenteering toch niet behoeft te worden
opgeheven, amdat zij foruikbaar blijft als han-
delspolitiek instrument.
Afgezien van de fbeleimmering van. den han
del, in het algemeen in contingenteering ge-
legen, ontstaat zoodoende het gevaar, dat lm-
porteurs van goederen uit een foepaald land,
dat men door contingenteering in het bijzon- j
der heeft Willen treffen, bij den invoer van jj
hun artikelen de grootste belemmeringen ont-
moeten zullen. Vender zal men er nooit zeker
van kunnen zijn, of 'de regeering het wensche-
lijik zal achten, am ten opzichte van een der
overige landen op een gegeven oogenblik even- j
eens maatregelen te treffen. Voor den heelen j
handel zal er een voortdurende toestand van
onzekerheid ontstaan; en hetzelfde gevaar be-
dreigt nijverheidsondememingen, die haar j
grondstoffen van over de grenzen betrekken.
Groote toelanighelblbenden zijn verder onze ex- j
porteerende belangengroepen. De slagen welke 1
onze regeering door haar contingenteeringen
aan het buitenland toebrengt, zullen dit niet
onmiddellijk gereed doen staan om, teneinde
terug te krijgen wat het had, groote conees
sies te doen. GroOter is de Ikans, aldus het
Oomitd van Verweer, dat het buitenland zal
reageeren door de nog bestaande mogelijk-
heid tot export van Nederlandsche goederen
als tegenprestatie verder af te snijden en zich.
>voor afzet van eigen producten en het betrek
ken van voorheen uit ons land ingavoerde ar
tikelen tot andere landen te wenden, die eer-
der bereid zijn bestaande invoerbelemmerin-
gen op te heff en.
Dit zijn algemeene bezwaren tegen contin
genteering. De Coramissie van Verweer geeft
er zich rekenschap van, dat de bevoegdheid,
am den invoer te beperken, in den vorm der
Crisis-invoerwet gedurende 6 jaren toegepast,
niet plotseling kan vervallen. Maar het lands-
belang en het belong van den handel eiseht,
dat het streven gericht blijve op algeheele
afschaffing van de kraohtens deze wet in het
leven geroepen handelsbelerameringen. En het
comite ziet voor de regeering geen redenen
om af te wijiken van het beginsel der Oslo-
overeenkomst; dit had in de gewijzigde Crisis-
invoerwet uitdrukkelijk tot uiting dienep te
komen.
Het comite acht het gaboden, dat de zeer
ingrijpende bevoegdheden des ministers in de
uitvoering der contingenteering, waartegen-
over geen afdoende waarborg staat, uit het
wetsontwerp verdwijnen; en dat hiervoor in de
plaats Ikamen waarfoorgen, die de aanspraken
van den geheelen handel op de nieuwe deelen
contingenten en den objectieven maatstaf van
deze verdeeling vastleggen.
IDe bevoegdheden, welke het wetsontwerp
den minister geeft zijn eigenlijk onbegrensd.
Alle mogelijke voorwaarden kan hij aan elken
importeur stellen, en op elk gebied, op elik
oogenblik en voor iedereem kan hij tot uitizon-
deringen besluiten. De volksvertegenwoordi-
ging, en hiermede de eenige beroepsinstantie
voor de door contingenteering getroffen groe-
pen, zal uitgeschakejd zijn. iBn aangezien de
minister persoonlijk de contingenteering niet
uit kan voeren, zal deze geheel in handen
komen van am'btenaren, die gedurende drie
jaren geheel naar het willeikeurig in./.ich! van
ieder hunner invloed op het toedrijfsleven zul
len kunnen uitoefenen.
Het comitd hoopt, dat het parlement er zich
wel rekenschap van zal geven, dat de opfbouw
van een zoo geweldig handelspolitiek arsenaal
als de regeering thans vraagt, te zijner tijd
een zeer langen tijd voor afbraak zal vergen.
Aanneiming van dit voorstel zal, zoo vreest
het comite, den grondslag leggen voor blij-
vende overheidsinmenging in het onderhouden
van alle particuliere handelsbetrekkingen,
zoowel met het binnenland als het buitenland.
Het comite wees er nog op, dat de minister
folijkens een toezegging, gedaan in de memorie
van toelichting, er zich wel rekenschap van
geeft, dat hij met 'die bianco volmacht op het
gebied van machtiging zeer veel vraagt. Daar-
otm zal hij erop bedacht zijn de samenstelling
van de coimmissie, die de regeering terzake
contingenteeringen adviseert, te herzien in
dier voege, dat er meer vertegenwoordigers
van belanghelbbende groepen zitting in zullen
krijgen. Het Comite van Verweer meent ech
ter, dat in het ibestaan van deze commissie,
welke wel steeds met groote, weiwillende be-
langstelling gehoord is, maar welker adviezen
nimmer opgevolgd zijn, geen ivoldoende tegen-
Wicht is gelegen tegen de te groote volmacht,
welke feitelijik niet de minister in handen
krijgt, maar feitelijk de ambtenaren, die de
wet zullen uitvoeren.
MR. DUD ACHT DE DEFENSIEPLANNEN
TE KOSTBAAR.
In een beschouwing in ,,De Opbouw" becijfert
de oud-minister van Financien Mr. P. J. Oud,
dat de militaire plannen der regeering, wan
neer zij volledig worden uitgevoerd, het Rijk
binnen enkele jaren zullen komen te staan
op een jaarlijksche meerdere uitgave van tus-
schen de 40 en 50 millioen. En dat, terwijl de
zwaardere eischen, die het departement van
Defensie aan de begrooting-1938 stelt, reede
18 millioen vragen.
„Deze cijfers zijn in een woord beangstigend.
De minister van Financien zegt in zijn Mil-
lioenennota, dat de saneering van bet budget
wordt vertraagd door den nieuwen factor, de
hoogere defensie-uitgaven, doch dit is wel
zeer euphemitisch uitgedrukt. De saneermg
wordt er niet door vertraagd, zij wordt er door
in gevaar gebracht. Niemand kan in de toe-
komst zien. De uitkomst kan natuurlijk leeren,
dat de conjunctuurverbetering zich in zoo
sterke mate doorzet, dat de meerdere midde-
lenopbrengst ons over alle moeilijkheden heen
helpt. Erg waarschijnlijk is dit echter niet.
Daarvoor zijn de bedragen, die voor een wer-
kelijke saneering noodig zijn, veel te groot en
mogen wij er ook wel aan toevoegen r de
vooruitzichten op een verder economisch her-
stel is onzeker. En in ieder geval daarop mag
een Minister van Financien niet rekenen.
De Minister ziet dit zelf zeer wel in. Hij
zegt terecht, dat het financieel niet verant-
woord is deze meerdere defensie-uitgaven te
doen, zonder tevens maatregelen te beramen
voor haar gedeeltelijke dekking uit nieuwe
middelen. Het woord „gedeeltelijk" is hier
niet zonder bedenking. Al zal natuurlijk geen
direct gevaar dreigen indien de dekking enkele
millioenen bij de uitgaven ten achter blijft, het
doel zal op volledige dekking moeten zijn ge
richt.
Hoe stelt de Minister zich deze dekking
voor? Een weerbelastingWij durven hem
reeds nu weinig genoegen daarvan voorspellen.
Een weerbelasting, die werkelijk een belasting
is alleen van hen, die niet op de eene of andere
wijze met hun persoon de weerbaarheid van
het Rijk dienen of hebfoen gediend, zal weinig
zoden aan den dijk zetten.
Verhooging van bestaande of invoering van
nieuwe algemeene belastingen? Het gaat
hier niet om kleine bedragen. Het tota&l
bedrag der te verwachten meerdere uitgaven
zal niet zooveel verschillen van het bedrag,
dat volgens de teggnwoordige schatting de
geheele opbrengst in hoofdsom van de inkom-
stenbelasting beloopt.
Waarlijk, de Minister van Financien is
tegenover de eischen van zijn ambtgenoot van
Defensie wel toeschietelijk geweest. Ons wil
het vooralsnog voorkomen, dat, al erkent men
wat wij volledig doen dat in dezen tijd
van internationale spanning versterking van
het defensie-apparaat onvermijdelijk is, met
een minder kostbare voorziening had behoo-
ren te zijn volstaan".
In een terugblik op zijn eigen beleid be-
spreekt Mr. Oud de stijging der middelen
sinds October 1936. Hij betoogt, dat die ver-
meerdering niet alleen door de depreciatie
van den gulden is veroorzaakt. De beginnende
opleving was in September 1936 reeds bezig
vruchten af te werpen.
„Dit bleek reeds vrij spoedig na de indiening
der begrooting. De maand October 1936 was
voor het eerst na jaren weer eens een maand,
waarin de opbrengst medeviel. Voor sommige
posten was zeer duidelijk aan te wijzen, dat
de veranderde monetaire toestand hier de
eenige oorzaak was. Zoo bij den post, die wel
het allermeest tot de stijging had bijgedragen:
de zegelrechten. Hier was het de beurshan-
del, die onmiddellijk na den 26sten September
zeer levendig was geworden, die groote bedra
gen aan zegelrecht in de kassen van het Rijk
deed vloeien. Er waren echter ook posten,
waarvan met precies dezelfde zekerheid kon
worden gezegd, dat met him verbeterde op
brengst de monetaire verandering niets uit-
staande kon hebben. Het meest sprekende
voorbeeld was hier de dividend- en tantieme-
belasting. Men weet, dat deze belasting moet
worden betaald, telkens wanneer tot 'n winst-
uitdeeling wordt overgegaan. Zij heeft dus
altijd betrekking op winsten, die reeds ge-
maakt zijn. Welnu, de dividend- en tantieme-
belasting had over de eerste tien maanden van
het jaar 1936 daarbij de op 1 Jan. 1936
ingevoerde extra-opcenten buiten rekening
latende in een rond bedrag 12 ton meer
opgebracht dan over dezelfde maanden van
het vorige jaar. Op deze opbrengst kon de
eind September ingetreden nieuwe, monetaire
toestand niet van eenigen invloed zijn ge
weest. En waar de dividendbelasting stellig
een der beste barometers is van den toestand
in het bedrijfsleven, hewijst dit cijef, dat de
Millioenennota, wat dit punt betrof, zeker niet
te boud had gesproken..
Het verdere verloop van deze belasting komt
deze uitkomst bevestigen en de cijfers voor
de inkomstenbelasting wijzen in dezelfde rich-
ting. Hier ligt een aanwijzing voor de jui§t-.:.
heid van het standpunt van hen, die van oor-
deel waren, dat de aanpassingspolitiek, ook
vodr den val van den gulden, bezig was haar
vruchten af te werpen".
Mr. Oud's conclusie is, dat de feiten bevesti
gen, dat de gedragslijn van het vorig kabinet
op het stuk der monetaire politiek tot gunstige
gevolgen heeft geleid.
HEBT GE WERE HEEPT DAN MEE.
In aansluiting aan de rede van den minister
van Sociale Zaken, prof. mr. C. P. M. Romme,
heeft de hoofdinspecteur voor de steunverlee-
ning, de heer G. W. E. van Hoeven, Zaterdag-
avond over den K.R.O.-zender een rede gehou-
den over het kleeding-, schoeisel- en dekking-
fonds voor werklioozen.
De oproep, aldus spr., dien de minister tot
u, Nederlanders, heeft gericht, heeft reeds
succes gehad. Velen hebben aan deze roep-
stem gehoor gegeven en hebben hun gaven
der dankbaarheid op girorekening 14100 ge-
stort.
Dandgenooten, die nog niet een bijdrage
geschonken hebt, hebt gij wel eens goed be-
seft, welk groot geluk gij foezit, gij, die niet
van hulp van anderen afhankelijk zijn, door-
dat gij kapitaalkrachtig zijt, of doordat gij
nog steeds zoo gezegend zijt, dat gij arbeiden
moogt? Wij zijn ook reeds zoo lang gewend
aan werikloosheid, nietwaar, dat het wellicht
niet voldoende meer tot ons doordringt, hoe-
veel er om ons heen geleden wordt.
Zie v66r u de huismoeder, die, niettegen-
staande de moeite, die het haar kost, van
haar steun met veel overleg een klein bedragje
ter zijde. legt om af en toe een stukje goed
te kunnen koopen, huismoeders, waaraan de
minister in zijn radiorede een eere-saluut
bracht.
Huismoeders, die het zooveel beter hebt,
heljj, gij geen bewondering voor die andere
huismoeaers? Zoudt gij haar voor haar
levenshouding niet met de regeering een eere-
saluut breagen? Welnu, zoo ja, toon dat
metterdaad, toon dat door uw gave o.p post-
rekenipg no. 141400.
Mannen huisvaders: Hebt ge werk, helpt
dan mee. Die andere mannen, voor wie wij
uw hulp vragen, zouden zoo gaarne in uw
plaats staan om ook zelf weer voor hun gezin
te kunnen zorgen. Zjj beschouwen u als ge-
luksvogels, en dat zijt gij ook. Daat er
vreugde zijn in duizenden gezinnen, geen ver-
sleten kousen en sciioenen, geen kou, omdat
er geen dekens genoeg zijn, en duizenden zul
len u dankbaar zijn.
Vervolgens richtte spr. nog een kort woord
tot de gemeentebesturen, ambtenaren van
sociale diensten en JB-comite's.
De minister heeft den termijn voor de inza-
meiing der gelden met 14 dagen verlengd, om
u ten voile gelegenheid te geven aan de actie
mede te werken. Gebruik die gelegenheid
goed. Wij rekenen op u, collega's, sociale
werkers, toont wat gij waard zijt, helpt mee.
Gemeentebesturen, uw medewerking wordt
niet alleen gevraagd voor deze geldinzameling,
maar ook voor een snel in voeren van de spaar-
regeling, opdat de betrokken gezinnen door
deze regeling daartoe in staat gesteld, uit in
samenwerking met de overheid gespaarde
gelden, zich in de toekomst zelf een en ander
zullen kunnen aansctoaffen.
In verband met de opmerkingen, die som-
migen hebben gemaakt, dat onmogelij'k ver-
wacht kan worden, dat de ondersteunden en
tewerkgestelden een kwartje van hun steun
of werkverschaffingsloon terzijde leggen, wijs
ik er met nadruk op, dat dit door de feiten
weersproken wordt.
De minister heeft in zijn radiorede erkend,
dat er gevallen kunnen zijn, waarin het inder-
daad onmogelijk moet worden geacht, om
zelfs het geringe bedrag van 25 cent te spa-
ren, doch dit betreft slechts speciale gevallen.
In het algemeen zullen de betrokkenen wel
zij het met veel overleg een kwartje voor de
spaarregeling kunnen afzonderen. De practijk
heeft dit bewezen. In eenige Twentsche ge
meenten bestaan b.v. reeds geruimen tijd
comite's, die ten doel hebben het verstrekken
teg4n geredueeerden prijs van Weeding en
schoeisel aan ondersteunde gezinnen. Deze
goederen kan men op afbetaling ontvangen j
DE BRANDSTOFFENVOORZIENING.
Gp de schriftelijike vragen van het Tweede
Kamerlid Wjijnkoop betreffende de forandstof-
fenvoorziening in het aanstaande wintersei-
zoen heeft de minister van Econoraische Za
ken geantwoord, dat hem niet is gebleken,
dat de Limburgsche mijnen, tot nadeel van
haar Ieveranties in eigen land, te veel naar het
buitenland zouden exporteeren.
Indien hier en daar stagnaties in den aan-
voer van bepaalde so or ten kolen mochten op-
treden, dan houden deze verband niet de sterk
toegenomen vraag naar die soorten en de be-
langrijke voorraadvorming bij de afnemers.
Voorts herinnert de minister er aan, dat zijn
ambtsvoorganger reeds op 12 November 1936
bij de beantwoording van soortgelijke vragen
als thans zijn gesteld, er op heeft gewezen,
dat zekere vertragingen in den aanvoer van
kolen gedurende de maanden September en
October moeten worden beschouvvd alsi een
seizoenverschijnsel, hetwelk verband houdt
met de bij het invallen van den winter plotse
ling Stijgende vraag naar de meest gangbare
soorten huisbrandkolen. De ervarmger, in het
vorige stookseizoen opgedaan, hebben dit ge
heel bevestigd.
DE BRANDSTOFFENBIJSLAG.
Door dep minister van Sociale Zaken is aan
de gemeentebesturen bericht gezonden, dat de
brandstoffentoeslag, welke op 30 dezer zal in-
gaan, op den gulden is bepaald.
Deze med'edeeling van den minister is ech
ter geschied volgens dezelfde circulaire, als
welke het vorig jaar door zijn amibtsvoorgan-
ger werd gabezigd.
Met het oog op den korten tijd, die nog rest
was het noodig, met spoed een algemeene
Biededeeling te doen uitgaan, waarbij gebruik
werd gemaakt van de bestaande oirculaire.
Het is, naar men van bevoegde zijde ver-
zekerde, derhalve jpraematuur, de conclusie
te treikken, dat minister Roimme besloten zou
hebben, het verzoek der zeven groote gemeen
ten, om den toeslag met 25 pet. te verhoogen,
af te wijzen.
(Bvenimin mag echter met zekerheid worden
aanigenomen, dat een gunstige beslissing is te
wadhten.
PROF. MR. P. J. M. AALBERSE.
Naar gemeld wordt zal heden in de Staats-
met een aflossing van minimum 50 cent per courant het Kon. besluit worden opgenomen
week. Van deze regeling wordt door een niet waarbij prof. mr. P. J. M. Aalberse, voorzitter
onbelangrijk aantal personen gebruik ge- van de Tweede Kamer ,met ingang van 10
maakt. Welnu, als men met 50 cent kan af- November, wordt benoemd tot lid van den
lossen, is het dan niet mogelijk om de helft Raad van State.
van dit bedrag op zij te leggen om te sparen? i
Verder is het mij bekend, dat er soms ook
van gemeentewege aan ondersteunden voor-
schotten worden verstrekt, en die eveneens
met ten minste 50 cent moeten worden terug-
betaald. Een dezer dagen nog vernam ik van
een burgemeester, dat in zijn gemeente onder
steunden meermalen om een voorschot
vroegen, dat regelmatig terug betaald werd.
De practijk het zijn dus geen onjuiste
veronderstellingen heeft aan de regeering
het bewijs geleverd, dat haar meening juist
is. Hetgeen zich in de practijk reeds geruimen
tijd heeft voorgedaan, weerlegt de meening
van hen, die een andere opvatting huldigen, op
afdoende wijze.
Ook moge ik er nog op wijzen, dat iedere
ondersteunde wel genoodzaakt is, al is het dan
vanzelfsprekend een zeer gering bedrag, aan
Weeding e.d. uit te geven. Er is hier dus j
feitelij'k slechts sprake van afzondering van
een bedragje, dat men allicht zelf ook voor
hetzelfde doel zou besteden.
En dan zou ik de vraag willen stellen: is
het niet toe te juicheri, dat, door de totstand-
kominig van de spaarregeling, het verleenen
van die voorschotten en het koopen op afbe
taling in de toekomst niet meer zal behoeven
voor te komen? En zit er in de spaarregeling
niet een groote aantrekkelijkheid voor de be-
trokkenen, vooral als men voor oogen houdt,
dat men bij bet koopen met voorschotten of op
afbetaling het voile bedrag zal moeten aflos-
sen, terwijl bij de spaarregeling de overheid
het gespaarde bedrag verdubbelt en voor de
groote gezinnen bij elk gespaard kwartje zelfs
veertig cent voegt?
Ondersteunden en tewerkgestelden, maakt
even een eenvoudig rekensommetje. Voor de j
kleine gezinnen beteekent elk kwartje sparen,
dat u 50 cent bezit om straks, als u dat eeni
gen tijd gedaan hebt, een en ander te kunnen
aanschaffen. Voor de grootere gezinnen wordt
elk kwartje 65 cent.
'Werkend Nederland, steunt de regeering bij
haar actie. Ik kan u de verzekering geven,
dat elke cent, die in het fonds wordt gestort,
aan de gezinnen van de werkloozen ten goede
komt. Voor de propaganda, welke ten behoe-
ve van het besproken doel van regeeringswege
nog zal worden gevoerd, en welke binnen
enkele dagen aanvangt, is volkomen belang-
looze medewerWng verkregen van het betrok-
ken reclame-advi^bureau, den filmfabrikant,
de bioscopen en anderen, terwijl naar mag
worden verwacht ook de pers haar mede
werking weer voor deze nationale inzameling
zal willen verleenen. Noch voor deze propa
ganda, noch voor administratiekosten behoeft
dus een cent uit het fonds te worden besteed.
Landgenooten, ik eindig in vol vertrouwen,
dat ge zult voldoen aan onzen oproep.
Hebt ge werk, helpt dan mee.
KON. NED. VEREENIGING VOOR
LUCHTVAART.
Naar wordt gemeld heeft Prinses Juliana,
die reeds eerder lid \Va4*'van de Koninkltjke
Nederlandsche vereeniging voor luchtvaart,
het beSchermvrouwschap van deze vereeniging
die Vrij dag haar 30-jarig bestaan vierde, aan-
vaard.
Voorts heeft Prins Bernhard het eere-voor-
zitterschap van de jubileerende vereeniging
aanvaard.
PRINS BERNHARD EERE-VOORZITTER
VAN T KON. NED. LANDBOUW COMITe.
Naar in de jaarlijksche vergadering van het
Kon. Ned. Landbouw Cornitd werd meegedeeld,
heeft Prins Bernhard het voorzitterschap dezer
neutrale agrarische organisatie aanvaard.
A VIOL AND A EN DE SCHELDE BOUWEN
GROOTE DORNIERS VOOR DE MARINE.
Aviolanda t.e Papendrecht zal in samenwer
king met „De Schelde" te Vlissingen achttien
groote vliegbooten van het type Dornier bou-
wen voor de Nederlandsch-Indische Marine.
Het worden verikenners van een type, veel
grooter dan vrceger door Aviolanda voor de
Nederlandsch-Indische Marine gebouwd.
Uiteraard worden in deze nieuwe toestellen
de ervaringen belichaamd, die bij den bouw
van watervliegtuigen, die als verkenners moe
ten dienst doen, zijn opgedaan. De toestellen
krijgen een groote werkmgsfeer xjn zullen
lange afstanden kunnen af leggen. Aan de ge-
noemde bedrijven zal deze opdracht voor
eenige jaren aan tezamen eenige hapderden
menschen werk 'verschaffen.
De heer Aalberse zal de vergadering van
Dinsdag 9 November in de Tweede Kamer
voor het laatst presideeren.
Prof. mr. P. J. M. Aalberse is 27 Maart 1871
te Deiden geboren. Hij bezocht het gymnasium
te Katwijk aan den Rijn, waarna hij studeerde
aan de rijksuniversiteit te Leiden, in de lette-
ren en in de rechten. Nadat hij candidaat in
de Nederlandsche letteren was geworden, pro-
moveerde hij in de rechten in 1897 op een dis-
sertatie, getiteld: De oneerlijke concurrentie.
Onmiddellijk na zijn promotie vestigde hij zich
in zijn geboortestad als advocaat. Mede trok
hem echter het openbare leven aan en ver-
schillende publieke functies waren dan ook
voor hem weggelegd. Zoo werd hij in 1899
gekozen tot lid van den Leidschen gemeente-
raad. Van 1901 tot 1903 was hij wethouder
van sociale aangelegenheden en openbare
hygiene.
Ook in het R.K. leven ging mr. Aalberse een
belangrijk aandeel nemen. Zoo nam hij in 1902
de redactie op zich van het door hem in ge-
noemd jaar opgerichte Kath. Sociaal Week-
blad; in 1905 stichtte hij de Katholieke Sociale
Actie, van welker centraal bureau hij direc-
teur werd.
Na den dood van dr. Schaepman werd mr.
Aalberse in Februari 1903 gekozen tot lid der
Tweede Kamer voor het district Almelo. In
onze volksvertegenwoordiging ontplooide hij
weldra een groote activiteit, vooral op sociaal
gebied. Zoo nam hij als Kamerlid het initia-
tief om te komen tot wettelijke maatregelen
tegen de oneerlijke concurrentie en tot beper-
king van den Zondagsarbeid en den nacht-
arbeid in broodbakkerijen, benevens tot beper-
king van den arbeidsduur van bakkersgezellen.
Toen in Februari 1916 mr. Aalberse benoemd
werd tot hoogleeraar aan de Technische
hoogeschool te Delft, waar hij handelsrecht,
staathuishoudkunde, arbeids- en fabriekswet-
geving en mijnrecht doceerde, trad hij af als
lid der Tweede Kamer. Na twee en een half
jaar zag men hem echter in's lands vergader-
zaal terug en wel als hoofd van het toen
nieuw ingestelde departement van arbeid. Zijn
ministerschap heeft zich gekenmerkt door een
vruchtbare sociale werkzaamheid. Tal van
sociale maatregelen kwamen onder zijn bewind
tot stand. De voomaamste zijn wel de instel-
ling van den Hoogen Raad van Arbeid, de
Arbeidswet 1919, de vrijwillige ouderdomsver-
zekering, de wijziging van de ongevallenwet,
"de gezondheidswet, de arbeidsgeschillenwet en
de landbouwongevallenwet. Hij was minister
in het eerste kabinet-Ruys de Beerenbrouck,
vervolgens ook in het tweede kabinet van dien
naam. Intusschen werd in November 1922
de naam van zijn departement gewijzigd in
arbeid, nijverheid en handel.
Toen in 1925 het ministerie-Ruys de Beeren
brouck aftrad, omdat het zijn taak als geein-
digd beschouwde werd prof. Aalberse opnieuw
lid van de Tweede Kamer. In 1931 koos de
R.K. fractie hem tot voorzitter.
Prof. Aalberse werd op 27 December 1934
benoemd tot minister van staat.
Als voorzitter van de R.K. Tweede Kamer-
fractie, als hoedanig hij optrad na het over-
lijden van mgr. Nolens speelde de heer Aal
berse een belangrijke rol in de Nederlandsche
politiek.
By Kon. besluit van 6 Mei 1935 werd, na het
overlijden van jhr. Ruys de Beerenbrouck,
prof. Aalberse benoemd tot voorzitter van de
Tweede Kamer,
Naast zijn politieken arbeid vervulde mr.
Aalberse nog talrijke andere functies. Zoo is
Jiij jaren lang rijksbemiddelaar geweest in het
4e district. Voorts is hij voorzitter van de cen-
trale commissie voor de statistiek, voorzitter
van den Hoogen Raad van arbeid en voorzitter
van het Centrale college voor medisch tucht-
techt.
De heer Aalberse is ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw, grootofficier in
het Legioen van Eer, ridder H. Gregoriusorde,
en drager van het grootkruis der orde^van de
Witte ros van Finland en van de orde van
Polonia Restituta.
Voor prof. Aalberse, voorzitter van de
Tweede Kamer, wiens benoeming tot lid van
den Raad van State zooals gemeld wordt
verwacht, komt als opvolger als kamerlid op
de lijst voor Mr. E. G. M. Roelvink te Almelo.
IR. ML'SSERT LEGT HET NAT.-SOC.
BEWUSTZIJN VAST IN VIJF
STELLIN GEN
Ir. A. Mussert schrijft in Volk en Vaderland
(n.s.)dat het nat.-soc. bewustzijn thans „ge-
noeg gegroeid is om het te kunnen vastleg'
gen", en hij vervolgt dan:
,,Wlanneer men aan den een vraagt wat het
nationaal-socialisme inhoudt, dan zal hij u
antwoorden; het is datgene wat wij noodig
hebben om de slavemij van het ikapitalisme
te broken, en geiijlk heeft hij.
Een ander zal op dezelfde vraag antwoor
den: het nationaal-socialisme heeft tot taak
om li'taeralisme en unarxi.sine voor goed uit te
roeien en het valt ni£t te ontkennen, dat dit
waar is.
lEen derde zal antwoorden; het nationaal-
socialisme is antd-semitischweg met de Jo-
den; dat is de zin van het nationaal-socialis
me. Deze opvatting vindt men ook in die
JC'Odsche kringen, die ons volk willen be-
heerschen en daarom van meening zijn, dat
het nationaal-socialisme voor hen een gevaar
is. EJn inderdaad, het eisicht voor ons volk het
recht om in vrijheid, geheel naar eigen aard,
te leven, zonder overheerscht te worden.
Een vierde zal antwoorden; het nationaal-
socialisme verzet zich tegen rassenvermen-
ging, want vele hoogstaande volkeren zijn
ondergegaan, omdat zij izich daaraan niet hid
den. Zij hebfoen de lessen ider geschiedenis ter
harte genomen.
Een vijfde zal antwoordenhet nationaal-
socialisme zal aan de huidige goddelooze
samenieving, die een aanflu'iting is van eeuwen
Christendom, een einde maken; nationaal-
socialisme is practisch Christendom en ook
hij heeft heeft gelijk".
iSchr. -r- die, zegt de N. R. Crt., als wij het
wel hebfoen. voor het anti-semitische karakter
der NjSjB. en de evenzoo Duitsche rassen-
theorie nog nooit z6o onomwonden in een al
gemeene uitspraak is uitgeikomen verklaart
ten slotte, dat aan het in Dec. 1931 geschre-
ven program der N.S.B. niets behoeft te wor
den .veranderd, zoodat het eigenlijk de conse-
quente uitvoering" (lees: de voorafgegane,
juiste formuleering) ,,is van hetgeen nu zoo
bewust in ons leeft".
MIJNENVELDEN IN DE LUCHT?
Een nieuwe uitvinding om vliegtuig-
aanvallen te bestrijden.
United Press meldt:
Momenteel worden er op een terrein foij
Swansea proeven genomen met een uitvinding
van Harry Grindeil-Matthews. Deze uitvin
ding foeoogt het leggen van een mijnenveld in
de lucht! De uitvinder gaat van de veronder-
stelling uit, dat het leggen van een rookgor-
dijn over een stad niet voldoende is om een
stad tegen luchtaanvallen te foeschermen, om
dat men wel apparaten zal uitvinden, die het
den vliegers 'mogelijik zullen maken hun bom-
men folindelings te werpen. De eenige afdoen
de methode om vliegeraanvallen af te slaan,
zal, volgens Matthews, zijn het leggen van
mijnen in de lucht. Dit zou dan gesehieden
door het afsehieten van een groot raket, die
twintig tot dertig parachutes foevat, waaraan
toommen bevestigd zijn. Deze parachutes
komen op groote hoogte vrij en dalen vervol
gens zeer langzaam met haar bommenlast,
waardoor in de lucht een groot mijnenveld ge
vonmd wordt. De raket heeft maar drie secon-
den noodig om een groote hoogte te (bereiken,
zoodat kort na het opdagen van de vijandelijke
vliegtuigen een geheel mijnenveld gelegd ikan
worden. De foom behoeft nog niet eens zelf
door ean vliegtuig geraakt te worden wil deze
ontploffen. Neen, de aanraking met 64n der
parachutedraden is daartoe reeds voldoende.
Een raket van Matthews zal ongeveer 65 pond
sterling "kosten.
Verscheidene deskundigen van de artillerie
en het luchtwapen heibben de uitvinding reeds
ibeproefd en zijn hierbij tot pos'itieve resultaten
gekomen. Naar verluidt, zal binnenkort een
begin worden gemaakt met de fabriceering
van deze raketten in het groot.
DE TAAK VAN DE VROUW.
Lord Salisbury heeft dezer dagen in een
openbare rede foulde gebracht aan... zijn
vrouw. Dit lid van het Hoogerhuis verkondig-
de zelfs de stelling, dat de taak van de vrouw
van een lid van het Lagerhuis hijzelf heeft
tien jaar lang zitting gehad in dat huis
belangrijker is dan de taak zou zijn, door haar
te vervullen, indien zij zelf lid van het. Lager
huis ware. Dus nu weten de vrouwen, die in
de politiek willen gaan, het. Lord Salisbury
is 76 jaar en trouwde in 1887 met Lady C. A.
Gore, een dochter van den graaf var Arran.
Den beeoekers van de Azuren kust zjjn de
Gorges du Loup wellbekend. Van alie kanten
voeren autocars langs steile rotspaden hen
naar de diepe ikloven, waarin de Loup bruist.
Op 20 K.M. van Grasse en zeven van Cagnes
ligt het dorp Oolle. Hier hestaat al maanden
een geschil over de school. De oude is totaal
onbruikbaar en zelfs voor de jeugd gevaarlijk
geworden wegens den vervallen staat, waarin
de uitgeslagen muren verkeeren en den ver-
pestenden reuk, dien het riool verspreidt, dat
eronder loopt. Al geruimen tijd ligt het werk
voor het nieuwe gebouw stil, aangezien de
aannemers niet betaald werden.
Ten einde raad hebben ongeveer tachtig
vaders en moeders van de leergierige jeugd de
banken bezet en de kinderen de wei inge-
stuurd. De vaders laten de houten ballen rol-
len en de moeders verstellen, breien en babbe-
len. Het onderwijzende personeel is het met
hen eens en kan er evenmin iets aan doen.
VERKIEZINGEN IN DE SOVJET-UNEE.
Op 12 December zullen, schrijft de N. R.
Crt., de kiezers van de Sowjetunie, maar
eventjes 95 millioen, ter stembus trekken om
voor de eerste maal na de totstandkoming van
de nieuwe Grond'wet een parlement, den
Oppersten raad ,te kiezen, bestaande uit een
Unieraad en een Raad der nationaliteiten, een
tweekamerstelsel dus, maar waaronder de
beide kamers een volkomen gelijkwaardige
positie innemen.
Dat de verkiezingen niet reeds eerder uit-
geschreven zijn, heeft de Rigasche correspon
dent van de Times dezer dagen trachten te
verklaren uit de technische moeilijkheden,
waarmede de voorbereiding gepaard is gegaan,
o.a. aan de papierschaarschte. De Neue Ziir-
cher Zeitung daarentegen zoekt een of anderen
druk, welke Stalin genoopt moet hebben de
verkiezingen nog in dit jaar uit te schrijven,
ofschoon de politdeke voorbereiding log niet
voldoende gevorderd is, om den uitslag bij
voorbaat verzekerd te kunnen laten schijnen.
Alles bij elkaar weten we niet, waarom de
verkiezingen juist tegen 12 December uitge-
schreven zijn en het is ook eigenlijk niet erg
interessant.
Ook voor den uitslag van deze verkiezingen
kan men zich nauwelijks interesseeren.
Er is immers geen beteekenis te hechten
aan de artikelen - van de Grondwet, die het
kiesrecht algemeen, gelijk, rechtstreeksch en
geheim verklaren en het recht van candidaat-
steiling toekennen aan maatschappelijke orga
nisaties en vereenigingen van werkers, waar
onder ook worden verstaan algemeene verga-
deringen van arbeiders en ambtenaren van de
verschillende ondernemingen, van de afdeelin-