'y<m m jjg §H
m m m m..
Dam-en Schaakrubriek
Pluimvee-Rubriek
Hpupup up if
Ji m am im
GEMEENTERAAD VAN
HOEK.
SCHAKEN.
DAMMEN.
Red beteekent food in "t Ulvenhou'tsch. Ge
ziet wel, Dre, in den Jazz klopt 't altij!"
v „En ,als 't ni eklopt, Tiest
,,N<oem>en ze "t (Hotjazz. En da's z66 erg,
da ge 't nie in 't Ulvenhoutsch vertalen kunt
as: ^zo.oike".
Ataioo, uk mot er afseheien. Jammer,
want we heb'ben pog 'n uur veul leut g'ad,
veur den JazaJbandleader weer ops'tap'te mee
iz'n turfwageltje.
Maar wel'licht hoort ge'r meer van,, wlant
den .Fielp heb li'k ,op de hoogte gesteld...!
Veul groeten van Trui,.Dre HI en als altij
gin honke minder van oewen
t.a.v. DRfi.
Vergadering van Vrijdag 15 October 1937,
ces voormiddags 9 uur.
Voorzitter de heer Mr. J. A. van Tienhoven,
Burgemeester.
Tegenwoordig de leden: J. D. Haak, A.
Meertens, J. de Kraker, P. J. Meertens, J. den
Hamer, D. J. Jansen en P. Scheele, benevens
de Secretaris J. Dregmans.
De VOORZITTER. opent de vergadering en
stelt aan de orde:
1. Notulen.
De VOORZITTER stelt voor, bet vaststellen
der notulen van 21 September 1.1. aan te
houden, aangezien deze nog niet in druk zijn
verscbenen.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
2. Ingekomen stukken.
a. Het proces-verbaal van de op 24 Sep
tember 1937 ten kantore van den gemeente-
ontvanger gehouden opneming der boeken en
kas, waarbij is gebleken dat de inkomsten
over den dienst 1936 tot op heden bebben be-
dragen f 101.888,16 en die over 1937 f 50.934,79,
te zamen f 152.822,95 en dat de uitgaven beb
ben bedragen over den dienst 1936 96.317,57
en over 1937 46.008,60, te zamen f 142.326,17,
zoodat in kas moest zijni 10.496,78, hetgeen
overeenkomt met bet totaal der in de kas be-
vonden en in bet proces-verbaal omschreven
waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
3. Voorloopige vaststelling gemeentereke-
ning over 1936.
De VOORZITTER verleent bet woord aan
den beer J. A. Meertens, om namens de com-
missie van onderzoek rapport uit te brengen
De beer J. A. MEERTENS deelt namens de
cfommissie welke de rekening beeft onderzocbt
mede, dat deze daarop geen aanmerking heeft
en tot voorloopige vaststelling adviseert.
Met algemeene stemmen (de beide wethou-
ders ontbouden zich van stemmen) wordt al
dus besloten en de rekening der ontvangsten
en uitgaven over 1936 vastgesteld voor wat
den gewonen dienst betreft in ontvangsten op
f 84.608,16, en in uitgaven op f 79.097,75, batig
slot f 5510,59, terwijl de ontvangsten van den
kapitaaldienst zijn vastgesteld op f 17.280 en
in uitgaven op f 17.220, batig slot f 60.
4. Vaststelling rekening Burgerlijk Arm-
bestuur 1936.
De door het Burgerlijk Armbestuur inge-
zonden rekening en verantwoording over het
jaar 1936 beloopt in ontvangsten f 6147,16 en
in uitgaven 6693,20, alzoo een nadeelig slot
van 546,04.
De heer J. A. MEERTENiS deelt mede, dat
de commissie ook hierop geen aanmerkingen
beeft en tot goedkeuring adviseert.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
5. Verzoek van de „K. N. A. C." tot ver-
laging dpr Personeele belasting naar
den vijfden grondslag.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
het in de vorige vergadering aangebouden ver
zoek van de „K. N. A. C." tot verlaging der
Personeele belasting naar den vijfden grond
slag af te wijzen.
De VOORZITTER deelt ter toelichting mede,
dat Burgemeester en Wethouders van oordeel
zijn, dat zij die voor luxe een auto houden, de
belasting ook wel kunnen betalen.
De beer J. A. MEERTENS verschilt daar-
omtrent met Burgemeester en Wethouders van
meening. Niet voor ieder die een luxe auto
gebruikt is dit luxe. Hij noemt dit b.v. voor
een dokter en een veearts heelemaal geen luxe,
die bebben om zich vlug te kunnen verplaat-
sen een auto noodig. Hij berinnert nog aan
De match.
De eerste vier partijen zijn gespeeld; alle
dagbladen bebben ze met meer of minder
opmerkingen gepubliceerd. Bovendien ver-
schijnt De Schaakwereld gedurende de match
tweemaal per week met de gespeelde partijen,
geannoteerd door den wedstrijdleider Mardczy.
Wij bevelen het weekblad (te bestellen bij den
boekhandel en bij „De Brakke Grond", Amster
dam) ook om den verderen inhoud onzen lezers
warm aan.
Alle vier partijen zijn geopend met de Sla-
vische verdediging van het damegambiet.
Deze voortzetting, waaraan bet handboek van
Bilguer in 1916 nog twee, zegge twee, heele
varianten wijdde, is thans tot de voornaamste
verdediging van het damegambiet geworden.
Wij willen het probleem eens even nauwkeurig
bezien.
Het damegambiet.
Na de zetten 1. d2d4 d7—d5 kan Wit met
2. c2c4 het zwarte centrum aanvallen. Hetzij
Zwart c4Xd5 toelaat, hetzij hij d5Xc4 speelt,
steeds wordt een centrumpion tegen een ande-
ren pion geruild, en aangezien een centrum
pion meer waard is dan andere pionnen (een
versohil, voor gewone st^rvelingen microsco-
pisch klein, maar toch werkelijk), levert die
ruil Wit een minimaal voordeel op. Wij zeg-
gen: een ruil. Want iedereen weet, dat de
door 2. dc4: gewonnen pion niet bebouden kan
worden, niet alleen wegens Da4f en Dc4:,
maar vooral wegens de voortzetting 2
dc4: 3. e3 b5? 4. a4 c6. 5. ab5: cb5: 6. Df3 en
wint. Zelfs kan Wit het terugwinnen nog een
zet uitstellen, bijv.3. Pf3 b5? 4. a4 c6. 5. ab5:
cb5: 6. b3! en wint met veel betere stelling
zijn pion terug.
Nu is de grondgedachte van de Slavische
verdediging deze: als de verdediging van den
op c4 genomen pion door b7b5 niet goed
gaat, is dat dan wellicht wel goed, als Zwart
den zet c7c6 beeft ingescbakeld. En inder-
daad: er zijn voortzettingen, waarbij Wit naar
zijn pion kan fluiten.
Het normale begin is 1. d4 d5. 2. c4 c6. 3.
Pf3. Door 3. e2e3 of 3. c4Xd5 kan Wit
zijn c-pion meteen in veiligheid brengen, maar
ziet dan af van alle pogingen om eenig voor
deel uit den stand te slaan. Mogelijk is ook
eerst 3. Pc3, waarna Zwart echter kan afwij-
ken met het Winauwer-gambiet 3e7e5,
wat verhinderd wordt door eerst het paard op
f3 te spelen. IVij hopen, dat de voortzetting
3. Pc3 e5 nog eens zal worden gespeeld.
Zwart antwoordt op 3. Pf3 met Pf6, waarop
4. Pc3 dc4: volgt.
den vroegeren dokter, die het per rijtuig deed.
Als men dien noodig had, moest men dan nog
naar Mauritsfort om zijn koetsier te waar-
schuwen en als men er dan 's morgens om
geweest was kreeg men hem pas's namiddags.
De VOORZITTER erkent, dat een auto voor
en dokter geen luxe is, maar men moet zich
niet tot enkele gevallen bepalen en de zaak in
het algemeen bezien.
De heer J. A. MEERTENS wijst ook op Ko
de Witte.
De heeren HAAK en A. MEERTENSDie
valt buiten die belasting.
De heer J. A. MEERTENS vraagt, wat de
luxeautogebruikers moeten betalen.
De VOORZITTER: f 620!
De heer J. A. MEERTENS acht dat toch een
hoog bedrag.
De VOORZITTER: Ja, maar we moeten
ook rekening houden met d2 gemeentefinan-
cien.
De heer J. A. MEERTENS stemt dat toe,
maar meent, dat men dat niet op enkele
ingezetenen moet verhalen. Dit is toch een
zeer hooge belasting.
De VOORZITTER: Ja, maar dat is niet
allemaal voor de gemeente!
De heer J. A. MEERTENS: Maar het is
toch zoo hoog door die 200 opcenten, Ik zou
het billijk achten die te verlagen tot 100
Voor menschen die een auto noodig hebben
voor hun beroep, acht ik het zeer bezwarend.
Als men een auto heeft voor plezier, zooals de
heer Haak, is het wat anders.
De heer HAAK zegt, zijn auto feitelijk ook
voor zijn beroep noodig te hebben.
De VOORZITTER meent zich dan onder die
categorie ook wel te kunnen rangschikken,
want hij gebruikt zijn auto om zich naar ver-
schillende plaatsen in de gemeente te begeven.
Het afwijzend voorstel van Burgemeester en
Wethouders wordt aangenomen met 6 stem-
men tegen 1.
Voor stemmen de heeren Haak, A. Meertens
De Kraker, Den Hamer, Jansen en Scheele;
tegen stemt de heer J. A. Meertens.
6. Toet reding tot de op te richten Fraude-
Onderlinge voor gemeenten.
Ontvangen is een schrijven van den direc-
teur der Vereeniging van Nederlandsche ge
meenten, betreffende de voorbereiding van het
oprichten eener vereeniging tot het onderling
dragen van het risico, verbonden aan het gel-
delijk beheer van gemeenten en andere publiek-
rechterlijke lichamen, waarover reeds dd. 26
Juli jl. een schrijven was gezonden.
De voorbereiding is thans zoover gevorderd,
dat aan de gemeenten nauwkeurige mede-
deelingen kunnen worden gedaan.
Voorts worden allereerst uitvoerige mede-
deelingen gedaan van de motieven welke het
bestuur der Vereeniging tot dit initiatief heb
ben geleid.
De wet van 22 April 1937 (Staatsblad no
311), strekkende o..m. tot wijziging der Ge-
meentewet en tot intrekking van de gemeente-
borgtochten wet, heeft het vraagstuk der ver-
zekering tegen fraude e.d. in een nieuw sta
dium gebracht.
De verzekering van de gemeentegelden tegen
benadeeling door plaatselijke ambtenaren en
anderen, waarover de raad tot dusverre in vrij
heid kon beslissen, is voor de gemeente dan
verplichting geworden.
Een belangrijk verzekeringsgebied wordt
daarmede geopend.
De gemeenten staan thans voor de keuze:
een verzekering te sluiten bij particuliere
maatschappijen, eventueel als tot dusverre ook
door tussehenkomst van de Vereeniging of van
anderen, of een onderlinge te stichten.
De onderlinge vorm heeft bij de gemeenten
reeds toepassing gevonden voor wat betreft de
Ongevallenverzekering en voor Ziekengeldver-
zekering. Ook aan de Vereeniging van tot
zekerheidstelling verplichte gemeente-ambte-
naren, welke zich nu 27 jaar van haar taak
heeft gekweten, ligt de gedachte van onder
ling dragen van risico ten grondslag.
De ervaringen daarmede zijn over het alge
meen en zeker niet alleen in financieel op-
zicht gunstig geweest.
De voornaamste voordeelen van dezen vorm
van verzekering worden voorts nader uiteen-
gezet.
Om een onderlinge te doen slagen is het
noodig, dat voor de verzekering, welke zij ten
uitvoer brengt, een voldoende breed draagvlak
kan worden gevormd. Het bestuur der ver
eeniging heeft daarom gemeend, alvorens ter
zake een beslissing te nemen, zich te moeten
overtuigen, of voor de verwezenlijking van zijn
Nu wordt dus, na eenige voorbereiding, den
gambietpion genomen. Wit heeft de keuze
uit twee mogelijkheden: de dekking b7b5
verhinderen, of haar toelaten en daarna de
zwarte pionstelling met a2a4 ondermijnen.
In de eerste, tweede en vierde partij werd de
dekkingszet verhinderd door 5. a2a4. Nu
gaat pion c4 zeker weer verloren, maar de tijd
dien Wit met het heroveren verspeelt, kan
door Zwart worden gebruikt om zijn achter-
stand in ontwikkeling in te halen. Dus 5.
Rf5 om allerlei redenen: e2e4 wordt be-
moeilijkt, Zwart kan e7e6 spelen zonder zijn
raadsheer in te sluiten en ook het Pb8 gaat
rustig naar d7 zonder iemand in den weg te
staan.
Wit heeft nu de keus tusschen rustig 6. e2r
e3, of ondernemender 6. Pf3e5. Deze laatste
zet schijnt Wit iets in het voordeel te brengen.
De hoofdvariant 6. Pe5 Pbd7. 7. Pc4: Dc7
benevens e7e5 werd verscheidene malen in
de eerste match gespeeld, en schijnt wegens
8. g3 e5. 9. de5: Pe5: 10. Rf4 (daarvoor was
g3 noodig, want anders be vrij dt Zwart zich
met Pf3f en Df4:) voor Zwart ongunstig. In
de eerste partij speelde Euwe deze voortzet
ting met Wit en Aljechin kreeg geen been
meer aan den grond. Wellicht is deze variant
(waarmee Capablanca in September verloor
tegen Eliskases) nu voor goed van de baan:
in de volgende partijen is zij niet meer ge
speeld! Euwe beantwoordde in de tweede en
vierde partij 5. Pe5 met e7—e6 (dus niet
Pbd7) en wist daar iets nieuws te brengen; of
dit zal standhouden tegen vlijtige analyses,
moeten wij afwachten.
De eerste partij
was een overtuigende prestatie van den
wereldkampioen.
De tweede partij
was een allesbehalve overtuigende prestatie.
Steeds stond Euwe sterker, maar zonder dat
hij een ernstige fout maakte, bleek hij in het
eindspel op verlies te staan! Het laatste woord
is over deze partij nog niet gezegd.
De derde partij
ging op andere wijze. Daar werd het slaan
op c4 achterwege gelaten: 1. d4 d5. 2. c4 c6. 3.
Pf3 Pf6. 4. Pc3 e6. 5. e3 Pbd7. 6. Rd3. Hier
kan Zwart de Meraner-verdediging 6.
dc4: 7. Rc4: a6 en 8b5 toepassen, welke
voortzetting, waarschijnlijk niet terecht, voor
Zwart ongunstig wordt geacht. Een oude
verdediging is 6Rd6 (van Tsjigorin),
maar dat schijnt evenmin als Bogoljubows zet
6Re7 gemakkelijk spel voor Zwart te
geven. Aljechin echter speelde 6Rb4,
een wel niet fonkelnieuwe zet (de Italjaan
Romi speelde zoo te San Remo in 1930), maar
toch ongewoonzou Aljechin hebben ontdekt,
denkbeelden op voldoende medewerking van de
zijde der gemeenten zou kunnen worden ge-
rekend.
In het vroeger schrijven kon reeds worden
meegedeeld, dat 422 gemeenten instemminig
hadden betuigd en nadien is dat aantal nog
regelmatig toegenomen.
Nadat op overtuigende wijze van de bereid-
heid tot medewerking was gebleken, heeft het
bestuur der Vereeniging besloten tot het op
richten van een .Vereeniging tot het onderling
dragen van het risico, verbonden aan het gel-
delijk beheer van gemeenten en andere
publiekrechterlijke lichamen alsmede van
lichamen, bij wier geldelijk beheer gemeenten
of anidere publiekrechterlijke lichamen belang
hebben", bij verkorting genaamd: „Fraude-
onderlinge van gemeenten".
Hierna wordt kennis gegeven van de ont-
worpen statuten.
Ten slotte worden de gemeenten, die bereid
zijn aan de oprichting van de Fraude-onder-
linge haar medewerking te verleenen, uitge-
noodigd daarvan te doen blijken.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat, nu
de zekerheidstelling van den ontvanger ver-
valt, Burgemeester en Wethouders voorstellen
toe te treden tot de Fraude-onderlinge.
De SECRETARIS deelt naar aanleiding van
gestelde vragen mede, dat de kosten voor deze
gemeente op gemiddeld f 25 per jaar zullen
komen.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
7. Verzoek van J. C. Verlinde om toeslag
op pensioen.
Door J. C. Verlinde, aan wien met ingang
van 1 November a.s. eervol ontslag is verleend
als gemeentewerkman en grafdelver, is een
adres ingezonden, waarin hij er op wijst, dat
hij per 1 November a.s. zijn pensioen heeft
aangevraagd, doch dat dit, gezien zijn aantal
dienstjaren, niet hooger zal zijn dan 300.
Hij herinnert, d'at de raad vroeger bij eervol
ontslag van ambtenaren een toeslag op hun
pensioen verleende en geeft te kennen, dat hij
ook gaarne voor het ontvangen van een toe
slag op zijn laag pensioen in aanmerking zou
willen komen
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders voorstellen op het ver
zoek afwijzend te beschikken.
De heer JANiSEN: Is er vroeger aan ande
ren wel. eens bijslag op pensioen gegeven?
De heer DEN HAMER antwoordt bevesti-
gend. Er is aan de weduwe Robijn ook een
toeslag gegeven. Als de raad consequent wil
zijn, zal hij ook aan Verlinde een toeslag
moeten toekennen.
De heer J. A. MEERTENS kan daarmede
wel instemmen, doch meent, dat het verzoek
van Verlinde wel wat voorbarig is. Hij weet
nog niet eens, welk bedrag hij als pensioen
zal krijgen. Alvorens over dit verzoek te
beslissen zou hij eerst eens willen afwachten
op welk bedrag dat pensioen zal worden vast
gesteld.
De heer JANSEN: Ja, dan kunnen we zien,
of hij te weinig heeft.
De heer DEN HAMER kan zich ook wel met
uitstel vereenigen.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester
en Wethouders daartegen ook geen bezwaar
hebben.
Met algemeene stemmen wordt besloten de
beslissing op dit verzoek te verdagen, tot het
bedrag van het aan hem toe te kennen pen
sioen zal bekend zijn.
8. Benoemen van een gemeentewerkman
en grafdelver.
De heer HAAK: Je hebt er toch ook maar
6en noodig? Je moet ze toch niet allemaal
stemmen
Bij eerste stemming verkrijgen H. Meertens
J.Az. en Joz. de Kraker ieder 3 stemmen; 1
briefje is bianco.
Bij herstemming, waarbij de heeren J. A.
Meertens en De Kraker zich van medestem-
men onthouden, wordt met 3 stemmen be-
noemd H. Meertens J.Az.; op Joz. de Kraker
zijn 2 stemmen uitgebracht.
9. Omvraag.
a. De heer DE KRAKER vraagt inlichtin-
gen omtrent het rondgaan van den controleur
bp werkloozen met een lijst ter teekening,
waarbij zij machtiging verleenen om op banken
enz. naar hun eventueel bezit te informeeren.
Hoe zit dat in elkaar?
De VOORZITTER deelt mede, dat dit be-
hoort tot de controle voor de steunuitkeerin-
gen. Zij die bezit hebben, vallen buiten de uit-
keering. Dat moeten Burgemeester en Wet
houders kunnen uitzoeken. Vandaar dat die
machtiging wordt gevra&gd.
De heer DE KRAKER vraagt, waarom de
controleur dan niet bij alle werkloozen is ge
weest.
De SECRETARIS deelt mede, dat ongeveer
90 der werkloozen die machtiging reeds
had gegeven, maar nu was er nog een deel dat
weinig werkloos is en dus weinig aan het stem-
pellokaal komt. Dat kleine aantal heeft de
controleur daarom persoonlijk bezocht.
De heer DE KRAKER acht zich na die toe
lichting voldaan.
b. De heer SCHEELE vraagt inlichtingen
over den steun aan kleine boeren.
De VOORZITTER verzoekt dit nog eens aan
te houden. Er is daarin ook voor hem nog
veel duister. De volgende week wordt er ech
ter een vergadering van de vereeniging van
burgemeesters en secretarissen gehouden,
waarin dat onderwerp ter sprake komt en men
door samenspreking wel zal worden ingelicht.
Hij wil dan in de volgende vergadering graag
inlichtingen verschaffen
De heer SCHEELE neemt daarmede ge-
noegen.
c. De heer SCHEELE vraagt, of er nog
geen mogelijkheid zou zijn om te komen tot
een oplossing voor electrische verlichting in
den Goesschenpolder, naar hij heeft vernomen
zou de gemeente Ter Neuzen bereid zijn tot
medewerking. Indien nu van wege Hoek ook
wat gedaan werd, zou dat misschien in orde
kunnen komen.
De VOORZITTER herinnert, dat Burge
meester en Wethouders al eens een vergade
ring van belanghebbenden bij deze verlichting
hadden opgeroepen, doch dat er bijna geen
opkomst was. Dat aantal was thans veel te
gering om er iets mee te beginnen. Wanneer
belanghebbenden er prijs op stellen, dat er
voor hen iets zal worden gedaan, zullen ze toch
moeten beginnen zelf een bewijs van medewer
king te geven.
De heer SCHEELE meent, dat de heer Ir
Lindenbergh van de P.Z.E.M. zelf nog een be-
zoek bij de belanghebbenden heeft gebracht
Is omtrent het resulaat daarvan geen brief
bij het gemeentebestuur ingekomen?
De VOORZITTER zegt, dat hem daarvan
niets bekend is.
De heer HAAK geeft te kennen, dat er
indertijd wel een brief van den heer Ir. Lin
denbergh is ontvangen, doch toen bleek, dat
het percentage der deelnemers aan de Vinger-
ling te gering was, om daar een electrische
leiding aan te leggen. Wanneer er op voile
medewerking van de bewoners kan worden
Na gedane oproeping zijn voor deze betrek- gerekend, zou hij wel bereid zijn om van wege
r - l i ,„n^ 4- "IV/Toot* rlan 79 I
verwacht, dat het polderbestuur wel de
noodige medewerking zal willen verleenen.
Dat vuil mag daar wel niet neergeworpen
worden, maar de menschen moeten er toch
ergens mee kunnen blijven.
De VOORZITTER zegt toe, dat Burge
meester en Wethouders hieraan hun aandacht
zullen wijden.
Hij siluit de vergadering.
king de volgende sollicitaties ingekomen
1. Jan de Blaeij Lz., 2. L. M. de Blaeij Cz.,
3. Jan Buijze Kz„ 4. Jac. Dieleman J.Chz.,
5. C. A. Dierx, 6.' C. J. Drabbe, 7. J. C.
Drabbe, 8. J. J. van Drongelen, 9. J W.
Dusebout, 10. R. de Fouw, 11. W. de Groote
Cz., 12. C. Hamelink, 13. J. Hamelink Jz„
14. J. P. van Hermon, 15. P. Jansen, 16. Jan
de Kraker, 17. H. Meertens, J.Az., 18. J.
Meertens Mz., 19. M. C. Meertens Jacz., 20.
H. Remijnsen, 21. Jac. Riemens, 22. J. A.
de Smidt Cz., 23. A. J. Tholens, 24. A. Ver-
meulen.
De VOORZITTER stelt voor, tot stemming
over te gaan.
De heer JANSEN vraagt, of al die sollici-
tanten voor het werk geschikt zijn.
De VOORZITTER wil dat ter beoordeeling
van den raad laten.
De heer JANSEN: Ja, maar van al die
menschen weet ik het niet.
dat Euwe in het derde deel van zijn voortref-
felijk werk Theorie der Schaakopeningen den
zet niet noemt? In de partij kreeg Euwe een
vrijwel gewonnen stand, maar moest met
remise genoegen nemen. Wij gelooven, dat
Euwe de partij had kunnen winnen en hopen
de stelling nog eens uitvoerig te bespreken; nu
ontbreekt ons de plaatsruimte daarvoor.
De vierde party
bracht een nieuwtje. Na 1. d4 d5. 2. c4 c6. 3.
Pf3 Pf6. 4. Pc3 dc4: 5. a4 Rf5. 6. Pe5 e6 (nu
Pbd7 ongeveer weerlegd is). 7. f3 (geldt voor
zeer sterk) antwoordde Zwart met 7. ...Rb4,
waarop volgde 8. Rg5. Men zou verwachten 8.
e4, maar dat geldt niet als goed wegens 8.
Re4:! 9. fe4: Pe4:, bijv. PrzepidrkaCheron,
Den Haag 1928, waar volgde 10. Df3 Dd4:! 11.
Df7:f Kd8. 12. Dg7:? Rc3:f. 13. bc3: Df2f. 14.
Kdl Pc3 mat! Wit kan beter spelen, en mis
schien wordt de offercombinatie nog eens
weerlegd. Nu echter geldt 8. e4 voor fout. Op
8. Rg5 c5. 9. dc5: speelde Zwart niet Da5,
gelijk Aljechin tegen Bogoljubow, Wiesbaden
1929 deed, maar 9Dd5! een bewonde-
renswaardig nieuwtje, dat na wilde verwikke-
lingen tot algemeenen ruil en remise leidde.
496.
Een aardig bladprobleem van de hand van
den Groninger A. Doombos troffen we dezer
dagen aan in het ,,Nieuwsblad van het Noor-
den". We plaatsen de stand op diagram en
geven de raad de afwikkeling van het blad
te >zoeken, alvorens de oplossing te raad-
plegen. !Het is een nuttige oefening!
ZWART 1 2 3 4 5
S de gemeente ook wat te doen. Maar dan zal
J het toch anders moeten gaan dan den vorigen
keer, toen met Burgemeester en Wethouders
en den heer Ir. Lindenbergh slechts 4 per-
sonen tegenwoordig waren. Onder zulke om-
standigheden is er natuurlijk voor Burgemees
ter en Wethouders geen aanleiding om er mee
voort te gaan. De bewoners zullen dus eerst
van hun geneigdheid tot algemeene medewer-
I king moeten doen blijken.
(P De heer J. A. MEERTENS herinnert er
ook reeds enkele jaren geleden over te hebben
gesproken, dat er op het Boerengat, achter
de woning van J. Helmendach in de sloot die
naar den Nieuw Neuzeppolder voert gestadig
vuilnis wordt geworpen. Hij zou Burgemees
ter en Wethouders willen vragen, of ze daar
eens een kijkje zouden willen nemen, en te
overwegen of het niet mogelijk was daar een
houten vuilnisbak te plaatsen, waar de men
schen dan hun vuil heen kunnen brengen. Hij
16
26
36
46
WIT
Wit speelt achtereenvolgens 3429; 1611;
2621; 2923!; 27X? en 25X21, wint met
1 schijf tegen 2.
De lezer zoekt dit zelf wel uit. Deze eind-
stand is voor beginners meestal een open-
baring! De onbeperkte macht van een schijf,
waarover wij al meermalen schreven, komt
nog beter uit in het volgende eindstandje.
tZwart: 4 schijven op 5, 6, 10, 11.
Wit: 2 schijven op 21 en 25.
Wit wint met 2 tegen 4 schijven, door een-
voudig 2520 te spelen!
Vervolgens een drietal posities uit een
simultaan-sdance, welke wij enige weken ge
leden te Sluiskil gaven.
No. 1.
Zwart: 10, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 22, 28.
Wit: 25, 26, 33, 36, 37, 38, 39, 43, 45, 48.
Zwart speelde in deze stand 1621, waarop
wit 3631! liet volgen om zwart te verlokken
tot 21-427. Dan zou wit n.l. gewonnen heb
ben door 3329 2520292339 33 en
43X6.
Zwart liep er echter niet in.
No. 2.
Zwart: 13, 15, 18, 19, 22, 26.
Wit: 25, 29, 30, 32, 36, 48.
Wit 4g42; zwart 1923??, waarna wit
3228 en 30X® mogelijk was. Wit deed het
echter anders en speelde na zwart 1923 de
matzet 29—24! Zwart gedwongen 2228 en
wit 3227!, waarna zwart moest offeren en
spoedig verloor. Dit was intusschen niet
nodig geweest, want in plaats van 1923 had
Zwart met 22—27 en 26X17 moeten afruilen.
De partij was dan remise geworden, bijv.
4287 (zw. 1822!); 3024, want 2923 en
2520 geeft direct remise (zw. 19X30);
35X24 (2228); 2520 met spoedige remise.
No. 3.
Zwart: 3, 7, 10, 11, 12, 13, 14, 19, 20, 24,
25, 26.
Wit: 27, 28, 32, 34, 35, 38, 39, 40, 42, 43,
45, 48.
Wit aan zet speelde hier 4237 met de
dreiging 27—21; 2822 32 X 23 34—30 en
39X6. Zwart zag het gevaar evenwel en
speelde 38, daarmee deze combinatie voor-
komend. Thans volgde echter wit 3430;
40X20; 2721; 2822 en 32X5.
Tijdens de wedstrijd om he^ kampioenschap
van Nederland 1937 kwam onderstaande posi-
tie voor .in de partij tussen J. H. Vos met
zwart en Jan Metz met wit.
Zwart: 2, 7, 9, 12, 14, 15, 17, 18, 23, 25.
Wit: 16, 21, 26, 27, 32, 34, 40, 45, 48, 49.
WERKZAAMHEDEN IN OCTOBER.
De herfst- en wintermaanden stellen zware
eischen aan de verzorging der kippen, want
als men aan de pluimveehouderij wat verdie-
nen Wil, dan moet men thans eieren rapen en
moeten dus de kippen onder ongunstige om-
standigheden produceeren. In het voorjaar legt
de kip gemakkelijk genoeg eieren, dan werkt
alles mee, het weer, de plantengroei, de zon
enz., doch thans werkt feitelijk alles tegen. De
dagen worden steeds korter, het weer wordt
steeds ongunstiger, dus de kippen moeten
steeds meer binnen zitten. Kippen die thans
nog in den rui zijn en dat zijn vaak'de beste
leghennen die laat ruien, zijn natuurlijk zeer
gevoelig voor slecht weer, zoodat een goede
huisvesting thans een eerste vereischte is. Wie
thans zijn hokken niet perfect in orde heeft,
zal spoedig den last daarvan ondervinden,
vooral als de hokken vochtig, slecht geventi-
leerd of tochtig zijn.
Nog is het tijd om zooveel mogelijk alles in
orde te maken, als het gaat vriezen loopen we
met onvoldoende huisvesting heelemaal vast.
Als de wanden van het hok goed dicht zijn
en dus tochtvrij, dan kunnen we het hok van
binnen veel lichter maken door de wanden te
witten. Een flinke laag wit'kalk Werkt tevens
desinfecteerend en men komt er gauwer toe
in zoo'n hok het Vuil op te ruimen, omdat men
het beter ziet. Als de kippen losloopen zullen
ze op regenachtige dagen veel nat in het hok
brengen en een eerste Vereischte voor gezond-
heid is uiterste droogte. Juist bij het uitloop-
gat is altijd het gras direct vertrapt en ver-
dwenen en vormen zich kuilen en modder-
poelen. Daar moeten de kippen dan telkens
doorheen om weer in het hok te komen. Legt
men nu voor dat gat een losse bodem van
duims-gaas van ongeveer een meter in het
vierkant, dan vermijdt men Vele bezwaren en
blijft het strooisel in het hok veel langer
droog, een voordeel dus voor de kippen en
voor de portemonnaie. Zoo'n gaasraam moet
ongeveer 10 c.M. boven den grond liggen en
men moet het door kruishouten goed in het
midden ondersteunen, daaT anders het gaas
gauw doonzakt en de inrichting dan niet meer
aan haar doel beantwoordt. Inplaats van gaas
kan men natuurlijk ook een rooster van latten
leggen, ongeveer een duim breed en een duim
van elkaar. Men zal verbaasd staan te zien
hoe onder zoo'n gaasraam het gras spoedig
welig groeit en aan de geheele ren een beter
aanzien geeft.
Als strooisel kan men allerlei materiaal
nemen, turfstrooisel, gehakt stroo, zaagsel,
houtmot, dorre bladeren. Hoofdzaak is dat
men zorgt dat het strooisel droog blijft en van
tijd tot tijd eens even doorgehakt wordt. Door
goed droog strooisel zal men heel wat gevallen
van snot, diphtherie, buikvliesontsteking kun
nen voorkomen, omdat de kippen daardoor in
betere conditie blijVen en beter de toch reeds
nadeelfge invloeden van het weer kunnen door-
staan. Onze aandacht in deze maanden moet
dus op droogte in het hok en versehe lucht
gericht zijn.
Dat kan men ook al weer belangrijk be-
vorderen door de drinkbakken ongeveer 30
c.M. boven den grond op een soort kleine tafel
te plaatsen. Op dien tafel brengt men dan
tevehs stokken aan, Waarop de kippen kunnen
staan als ze drinken. Het morswater blijft
dan op de tafel liggen en maakt het strooi
sel niet nat. Tevens voorkomt men met zoo'n
verhoogde drinkbak, dat het water door opge-
krabd strooisel snel verontreinigd wordt en
verder heeft men veel beter gelegenheid
tijdens vorst het water matig te verwarmen,
zoodat het niet bevriest. (Het moet niet lauw
gemaakt worden, maar een temperatuur van
ongeveer 10 gr. Celsius is het beste en dan
drinken de kippen het graag, wat voor den
leg tijdens vriezend weer van groot 'belang is.
Een leghen gebruikt veel meer drinkwater
dan men denkt en men kan wel rekenen per
hen per dag op ongeveer 150 200 gram.
Daar de kippen nu veel binnen zitten en
buiten weinig voer -meer vinden, zullen ze ook
meer gebruik maken van den voerbak. Zorg
dus, dat ze daar ook ruimte genoeg hebben
en elkaar niet behoeven te verdringen. Voor
een voeTtrog rekent men per 50 kippen op 1
meter lengte.
Dr. B. J. C. TE HENNEPE.
(iNadruk verboden.)
Wit speelde 4944! en speculeerde daar
mee op 1419 van zwart, waarna wit zou
winnen door 2722! Op zwart 18X38 volgt
dan immers 34—30 40X18 en 21X1. terwijl
op zw. 17X37 volgt 4842 en 4035 enz. De
oud-kampioen Vos liet zich evenwel niet
,,slachtofferen"! Hij speelde 1420 en na een
kalm vervolg liep de partij remise.
Eindspelen.
Na de uitvoerige beschouwingen, die we
gewijd hebben aan de standen van 3 tegen 1
en van 2 tegen 1, kunnen we de systematische
behandeling van het eindspel beeindigen met
enige remisestanden in de 1 tegen 4-posities.
Een der beroemdste eindspelen in dit genre
is het volgende:
ZWART 1 2 3 4 5
46
50
WIT 47 48 49
Wit speelt en forceert remise!
1 2332 3034
2. 3243 24—30 gedw.
Op 3440 volgt wit 4325!!
3. 43—38 34—39 gedw.
4. 38—27 .15—20
Op 35.40 volgt 27—18 enz.
5. 27—38 20—25
6. 38—29!
met de bekende klassieke r e m i s e-stelling
Zie bijv. zw. 3944; wit 2923 (zw. 4450
dam); 23—45!! (50--6)45—1!! enz. Wit
blijft de triktrak-lijn van 145 beheersen en
houdt zo remise. (Wordt vervolgd.)