'y<m m jjg §H m m m m.. Dam-en Schaakrubriek Pluimvee-Rubriek Hpupup up if Ji m am im GEMEENTERAAD VAN HOEK. SCHAKEN. DAMMEN. Red beteekent food in "t Ulvenhou'tsch. Ge ziet wel, Dre, in den Jazz klopt 't altij!" v „En ,als 't ni eklopt, Tiest ,,N<oem>en ze "t (Hotjazz. En da's z66 erg, da ge 't nie in 't Ulvenhoutsch vertalen kunt as: ^zo.oike". Ataioo, uk mot er afseheien. Jammer, want we heb'ben pog 'n uur veul leut g'ad, veur den JazaJbandleader weer ops'tap'te mee iz'n turfwageltje. Maar wel'licht hoort ge'r meer van,, wlant den .Fielp heb li'k ,op de hoogte gesteld...! Veul groeten van Trui,.Dre HI en als altij gin honke minder van oewen t.a.v. DRfi. Vergadering van Vrijdag 15 October 1937, ces voormiddags 9 uur. Voorzitter de heer Mr. J. A. van Tienhoven, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. D. Haak, A. Meertens, J. de Kraker, P. J. Meertens, J. den Hamer, D. J. Jansen en P. Scheele, benevens de Secretaris J. Dregmans. De VOORZITTER. opent de vergadering en stelt aan de orde: 1. Notulen. De VOORZITTER stelt voor, bet vaststellen der notulen van 21 September 1.1. aan te houden, aangezien deze nog niet in druk zijn verscbenen. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 2. Ingekomen stukken. a. Het proces-verbaal van de op 24 Sep tember 1937 ten kantore van den gemeente- ontvanger gehouden opneming der boeken en kas, waarbij is gebleken dat de inkomsten over den dienst 1936 tot op heden bebben be- dragen f 101.888,16 en die over 1937 f 50.934,79, te zamen f 152.822,95 en dat de uitgaven beb ben bedragen over den dienst 1936 96.317,57 en over 1937 46.008,60, te zamen f 142.326,17, zoodat in kas moest zijni 10.496,78, hetgeen overeenkomt met bet totaal der in de kas be- vonden en in bet proces-verbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. 3. Voorloopige vaststelling gemeentereke- ning over 1936. De VOORZITTER verleent bet woord aan den beer J. A. Meertens, om namens de com- missie van onderzoek rapport uit te brengen De beer J. A. MEERTENS deelt namens de cfommissie welke de rekening beeft onderzocbt mede, dat deze daarop geen aanmerking heeft en tot voorloopige vaststelling adviseert. Met algemeene stemmen (de beide wethou- ders ontbouden zich van stemmen) wordt al dus besloten en de rekening der ontvangsten en uitgaven over 1936 vastgesteld voor wat den gewonen dienst betreft in ontvangsten op f 84.608,16, en in uitgaven op f 79.097,75, batig slot f 5510,59, terwijl de ontvangsten van den kapitaaldienst zijn vastgesteld op f 17.280 en in uitgaven op f 17.220, batig slot f 60. 4. Vaststelling rekening Burgerlijk Arm- bestuur 1936. De door het Burgerlijk Armbestuur inge- zonden rekening en verantwoording over het jaar 1936 beloopt in ontvangsten f 6147,16 en in uitgaven 6693,20, alzoo een nadeelig slot van 546,04. De heer J. A. MEERTENiS deelt mede, dat de commissie ook hierop geen aanmerkingen beeft en tot goedkeuring adviseert. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 5. Verzoek van de „K. N. A. C." tot ver- laging dpr Personeele belasting naar den vijfden grondslag. Burgemeester en Wethouders stellen voor, het in de vorige vergadering aangebouden ver zoek van de „K. N. A. C." tot verlaging der Personeele belasting naar den vijfden grond slag af te wijzen. De VOORZITTER deelt ter toelichting mede, dat Burgemeester en Wethouders van oordeel zijn, dat zij die voor luxe een auto houden, de belasting ook wel kunnen betalen. De beer J. A. MEERTENS verschilt daar- omtrent met Burgemeester en Wethouders van meening. Niet voor ieder die een luxe auto gebruikt is dit luxe. Hij noemt dit b.v. voor een dokter en een veearts heelemaal geen luxe, die bebben om zich vlug te kunnen verplaat- sen een auto noodig. Hij berinnert nog aan De match. De eerste vier partijen zijn gespeeld; alle dagbladen bebben ze met meer of minder opmerkingen gepubliceerd. Bovendien ver- schijnt De Schaakwereld gedurende de match tweemaal per week met de gespeelde partijen, geannoteerd door den wedstrijdleider Mardczy. Wij bevelen het weekblad (te bestellen bij den boekhandel en bij „De Brakke Grond", Amster dam) ook om den verderen inhoud onzen lezers warm aan. Alle vier partijen zijn geopend met de Sla- vische verdediging van het damegambiet. Deze voortzetting, waaraan bet handboek van Bilguer in 1916 nog twee, zegge twee, heele varianten wijdde, is thans tot de voornaamste verdediging van het damegambiet geworden. Wij willen het probleem eens even nauwkeurig bezien. Het damegambiet. Na de zetten 1. d2d4 d7—d5 kan Wit met 2. c2c4 het zwarte centrum aanvallen. Hetzij Zwart c4Xd5 toelaat, hetzij hij d5Xc4 speelt, steeds wordt een centrumpion tegen een ande- ren pion geruild, en aangezien een centrum pion meer waard is dan andere pionnen (een versohil, voor gewone st^rvelingen microsco- pisch klein, maar toch werkelijk), levert die ruil Wit een minimaal voordeel op. Wij zeg- gen: een ruil. Want iedereen weet, dat de door 2. dc4: gewonnen pion niet bebouden kan worden, niet alleen wegens Da4f en Dc4:, maar vooral wegens de voortzetting 2 dc4: 3. e3 b5? 4. a4 c6. 5. ab5: cb5: 6. Df3 en wint. Zelfs kan Wit het terugwinnen nog een zet uitstellen, bijv.3. Pf3 b5? 4. a4 c6. 5. ab5: cb5: 6. b3! en wint met veel betere stelling zijn pion terug. Nu is de grondgedachte van de Slavische verdediging deze: als de verdediging van den op c4 genomen pion door b7b5 niet goed gaat, is dat dan wellicht wel goed, als Zwart den zet c7c6 beeft ingescbakeld. En inder- daad: er zijn voortzettingen, waarbij Wit naar zijn pion kan fluiten. Het normale begin is 1. d4 d5. 2. c4 c6. 3. Pf3. Door 3. e2e3 of 3. c4Xd5 kan Wit zijn c-pion meteen in veiligheid brengen, maar ziet dan af van alle pogingen om eenig voor deel uit den stand te slaan. Mogelijk is ook eerst 3. Pc3, waarna Zwart echter kan afwij- ken met het Winauwer-gambiet 3e7e5, wat verhinderd wordt door eerst het paard op f3 te spelen. IVij hopen, dat de voortzetting 3. Pc3 e5 nog eens zal worden gespeeld. Zwart antwoordt op 3. Pf3 met Pf6, waarop 4. Pc3 dc4: volgt. den vroegeren dokter, die het per rijtuig deed. Als men dien noodig had, moest men dan nog naar Mauritsfort om zijn koetsier te waar- schuwen en als men er dan 's morgens om geweest was kreeg men hem pas's namiddags. De VOORZITTER erkent, dat een auto voor en dokter geen luxe is, maar men moet zich niet tot enkele gevallen bepalen en de zaak in het algemeen bezien. De heer J. A. MEERTENS wijst ook op Ko de Witte. De heeren HAAK en A. MEERTENSDie valt buiten die belasting. De heer J. A. MEERTENS vraagt, wat de luxeautogebruikers moeten betalen. De VOORZITTER: f 620! De heer J. A. MEERTENS acht dat toch een hoog bedrag. De VOORZITTER: Ja, maar we moeten ook rekening houden met d2 gemeentefinan- cien. De heer J. A. MEERTENS stemt dat toe, maar meent, dat men dat niet op enkele ingezetenen moet verhalen. Dit is toch een zeer hooge belasting. De VOORZITTER: Ja, maar dat is niet allemaal voor de gemeente! De heer J. A. MEERTENS: Maar het is toch zoo hoog door die 200 opcenten, Ik zou het billijk achten die te verlagen tot 100 Voor menschen die een auto noodig hebben voor hun beroep, acht ik het zeer bezwarend. Als men een auto heeft voor plezier, zooals de heer Haak, is het wat anders. De heer HAAK zegt, zijn auto feitelijk ook voor zijn beroep noodig te hebben. De VOORZITTER meent zich dan onder die categorie ook wel te kunnen rangschikken, want hij gebruikt zijn auto om zich naar ver- schillende plaatsen in de gemeente te begeven. Het afwijzend voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen met 6 stem- men tegen 1. Voor stemmen de heeren Haak, A. Meertens De Kraker, Den Hamer, Jansen en Scheele; tegen stemt de heer J. A. Meertens. 6. Toet reding tot de op te richten Fraude- Onderlinge voor gemeenten. Ontvangen is een schrijven van den direc- teur der Vereeniging van Nederlandsche ge meenten, betreffende de voorbereiding van het oprichten eener vereeniging tot het onderling dragen van het risico, verbonden aan het gel- delijk beheer van gemeenten en andere publiek- rechterlijke lichamen, waarover reeds dd. 26 Juli jl. een schrijven was gezonden. De voorbereiding is thans zoover gevorderd, dat aan de gemeenten nauwkeurige mede- deelingen kunnen worden gedaan. Voorts worden allereerst uitvoerige mede- deelingen gedaan van de motieven welke het bestuur der Vereeniging tot dit initiatief heb ben geleid. De wet van 22 April 1937 (Staatsblad no 311), strekkende o..m. tot wijziging der Ge- meentewet en tot intrekking van de gemeente- borgtochten wet, heeft het vraagstuk der ver- zekering tegen fraude e.d. in een nieuw sta dium gebracht. De verzekering van de gemeentegelden tegen benadeeling door plaatselijke ambtenaren en anderen, waarover de raad tot dusverre in vrij heid kon beslissen, is voor de gemeente dan verplichting geworden. Een belangrijk verzekeringsgebied wordt daarmede geopend. De gemeenten staan thans voor de keuze: een verzekering te sluiten bij particuliere maatschappijen, eventueel als tot dusverre ook door tussehenkomst van de Vereeniging of van anderen, of een onderlinge te stichten. De onderlinge vorm heeft bij de gemeenten reeds toepassing gevonden voor wat betreft de Ongevallenverzekering en voor Ziekengeldver- zekering. Ook aan de Vereeniging van tot zekerheidstelling verplichte gemeente-ambte- naren, welke zich nu 27 jaar van haar taak heeft gekweten, ligt de gedachte van onder ling dragen van risico ten grondslag. De ervaringen daarmede zijn over het alge meen en zeker niet alleen in financieel op- zicht gunstig geweest. De voornaamste voordeelen van dezen vorm van verzekering worden voorts nader uiteen- gezet. Om een onderlinge te doen slagen is het noodig, dat voor de verzekering, welke zij ten uitvoer brengt, een voldoende breed draagvlak kan worden gevormd. Het bestuur der ver eeniging heeft daarom gemeend, alvorens ter zake een beslissing te nemen, zich te moeten overtuigen, of voor de verwezenlijking van zijn Nu wordt dus, na eenige voorbereiding, den gambietpion genomen. Wit heeft de keuze uit twee mogelijkheden: de dekking b7b5 verhinderen, of haar toelaten en daarna de zwarte pionstelling met a2a4 ondermijnen. In de eerste, tweede en vierde partij werd de dekkingszet verhinderd door 5. a2a4. Nu gaat pion c4 zeker weer verloren, maar de tijd dien Wit met het heroveren verspeelt, kan door Zwart worden gebruikt om zijn achter- stand in ontwikkeling in te halen. Dus 5. Rf5 om allerlei redenen: e2e4 wordt be- moeilijkt, Zwart kan e7e6 spelen zonder zijn raadsheer in te sluiten en ook het Pb8 gaat rustig naar d7 zonder iemand in den weg te staan. Wit heeft nu de keus tusschen rustig 6. e2r e3, of ondernemender 6. Pf3e5. Deze laatste zet schijnt Wit iets in het voordeel te brengen. De hoofdvariant 6. Pe5 Pbd7. 7. Pc4: Dc7 benevens e7e5 werd verscheidene malen in de eerste match gespeeld, en schijnt wegens 8. g3 e5. 9. de5: Pe5: 10. Rf4 (daarvoor was g3 noodig, want anders be vrij dt Zwart zich met Pf3f en Df4:) voor Zwart ongunstig. In de eerste partij speelde Euwe deze voortzet ting met Wit en Aljechin kreeg geen been meer aan den grond. Wellicht is deze variant (waarmee Capablanca in September verloor tegen Eliskases) nu voor goed van de baan: in de volgende partijen is zij niet meer ge speeld! Euwe beantwoordde in de tweede en vierde partij 5. Pe5 met e7—e6 (dus niet Pbd7) en wist daar iets nieuws te brengen; of dit zal standhouden tegen vlijtige analyses, moeten wij afwachten. De eerste partij was een overtuigende prestatie van den wereldkampioen. De tweede partij was een allesbehalve overtuigende prestatie. Steeds stond Euwe sterker, maar zonder dat hij een ernstige fout maakte, bleek hij in het eindspel op verlies te staan! Het laatste woord is over deze partij nog niet gezegd. De derde partij ging op andere wijze. Daar werd het slaan op c4 achterwege gelaten: 1. d4 d5. 2. c4 c6. 3. Pf3 Pf6. 4. Pc3 e6. 5. e3 Pbd7. 6. Rd3. Hier kan Zwart de Meraner-verdediging 6. dc4: 7. Rc4: a6 en 8b5 toepassen, welke voortzetting, waarschijnlijk niet terecht, voor Zwart ongunstig wordt geacht. Een oude verdediging is 6Rd6 (van Tsjigorin), maar dat schijnt evenmin als Bogoljubows zet 6Re7 gemakkelijk spel voor Zwart te geven. Aljechin echter speelde 6Rb4, een wel niet fonkelnieuwe zet (de Italjaan Romi speelde zoo te San Remo in 1930), maar toch ongewoonzou Aljechin hebben ontdekt, denkbeelden op voldoende medewerking van de zijde der gemeenten zou kunnen worden ge- rekend. In het vroeger schrijven kon reeds worden meegedeeld, dat 422 gemeenten instemminig hadden betuigd en nadien is dat aantal nog regelmatig toegenomen. Nadat op overtuigende wijze van de bereid- heid tot medewerking was gebleken, heeft het bestuur der Vereeniging besloten tot het op richten van een .Vereeniging tot het onderling dragen van het risico, verbonden aan het gel- delijk beheer van gemeenten en andere publiekrechterlijke lichamen alsmede van lichamen, bij wier geldelijk beheer gemeenten of anidere publiekrechterlijke lichamen belang hebben", bij verkorting genaamd: „Fraude- onderlinge van gemeenten". Hierna wordt kennis gegeven van de ont- worpen statuten. Ten slotte worden de gemeenten, die bereid zijn aan de oprichting van de Fraude-onder- linge haar medewerking te verleenen, uitge- noodigd daarvan te doen blijken. De VOORZITTER geeft te kennen, dat, nu de zekerheidstelling van den ontvanger ver- valt, Burgemeester en Wethouders voorstellen toe te treden tot de Fraude-onderlinge. De SECRETARIS deelt naar aanleiding van gestelde vragen mede, dat de kosten voor deze gemeente op gemiddeld f 25 per jaar zullen komen. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 7. Verzoek van J. C. Verlinde om toeslag op pensioen. Door J. C. Verlinde, aan wien met ingang van 1 November a.s. eervol ontslag is verleend als gemeentewerkman en grafdelver, is een adres ingezonden, waarin hij er op wijst, dat hij per 1 November a.s. zijn pensioen heeft aangevraagd, doch dat dit, gezien zijn aantal dienstjaren, niet hooger zal zijn dan 300. Hij herinnert, d'at de raad vroeger bij eervol ontslag van ambtenaren een toeslag op hun pensioen verleende en geeft te kennen, dat hij ook gaarne voor het ontvangen van een toe slag op zijn laag pensioen in aanmerking zou willen komen De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders voorstellen op het ver zoek afwijzend te beschikken. De heer JANiSEN: Is er vroeger aan ande ren wel. eens bijslag op pensioen gegeven? De heer DEN HAMER antwoordt bevesti- gend. Er is aan de weduwe Robijn ook een toeslag gegeven. Als de raad consequent wil zijn, zal hij ook aan Verlinde een toeslag moeten toekennen. De heer J. A. MEERTENS kan daarmede wel instemmen, doch meent, dat het verzoek van Verlinde wel wat voorbarig is. Hij weet nog niet eens, welk bedrag hij als pensioen zal krijgen. Alvorens over dit verzoek te beslissen zou hij eerst eens willen afwachten op welk bedrag dat pensioen zal worden vast gesteld. De heer JANSEN: Ja, dan kunnen we zien, of hij te weinig heeft. De heer DEN HAMER kan zich ook wel met uitstel vereenigen. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders daartegen ook geen bezwaar hebben. Met algemeene stemmen wordt besloten de beslissing op dit verzoek te verdagen, tot het bedrag van het aan hem toe te kennen pen sioen zal bekend zijn. 8. Benoemen van een gemeentewerkman en grafdelver. De heer HAAK: Je hebt er toch ook maar 6en noodig? Je moet ze toch niet allemaal stemmen Bij eerste stemming verkrijgen H. Meertens J.Az. en Joz. de Kraker ieder 3 stemmen; 1 briefje is bianco. Bij herstemming, waarbij de heeren J. A. Meertens en De Kraker zich van medestem- men onthouden, wordt met 3 stemmen be- noemd H. Meertens J.Az.; op Joz. de Kraker zijn 2 stemmen uitgebracht. 9. Omvraag. a. De heer DE KRAKER vraagt inlichtin- gen omtrent het rondgaan van den controleur bp werkloozen met een lijst ter teekening, waarbij zij machtiging verleenen om op banken enz. naar hun eventueel bezit te informeeren. Hoe zit dat in elkaar? De VOORZITTER deelt mede, dat dit be- hoort tot de controle voor de steunuitkeerin- gen. Zij die bezit hebben, vallen buiten de uit- keering. Dat moeten Burgemeester en Wet houders kunnen uitzoeken. Vandaar dat die machtiging wordt gevra&gd. De heer DE KRAKER vraagt, waarom de controleur dan niet bij alle werkloozen is ge weest. De SECRETARIS deelt mede, dat ongeveer 90 der werkloozen die machtiging reeds had gegeven, maar nu was er nog een deel dat weinig werkloos is en dus weinig aan het stem- pellokaal komt. Dat kleine aantal heeft de controleur daarom persoonlijk bezocht. De heer DE KRAKER acht zich na die toe lichting voldaan. b. De heer SCHEELE vraagt inlichtingen over den steun aan kleine boeren. De VOORZITTER verzoekt dit nog eens aan te houden. Er is daarin ook voor hem nog veel duister. De volgende week wordt er ech ter een vergadering van de vereeniging van burgemeesters en secretarissen gehouden, waarin dat onderwerp ter sprake komt en men door samenspreking wel zal worden ingelicht. Hij wil dan in de volgende vergadering graag inlichtingen verschaffen De heer SCHEELE neemt daarmede ge- noegen. c. De heer SCHEELE vraagt, of er nog geen mogelijkheid zou zijn om te komen tot een oplossing voor electrische verlichting in den Goesschenpolder, naar hij heeft vernomen zou de gemeente Ter Neuzen bereid zijn tot medewerking. Indien nu van wege Hoek ook wat gedaan werd, zou dat misschien in orde kunnen komen. De VOORZITTER herinnert, dat Burge meester en Wethouders al eens een vergade ring van belanghebbenden bij deze verlichting hadden opgeroepen, doch dat er bijna geen opkomst was. Dat aantal was thans veel te gering om er iets mee te beginnen. Wanneer belanghebbenden er prijs op stellen, dat er voor hen iets zal worden gedaan, zullen ze toch moeten beginnen zelf een bewijs van medewer king te geven. De heer SCHEELE meent, dat de heer Ir Lindenbergh van de P.Z.E.M. zelf nog een be- zoek bij de belanghebbenden heeft gebracht Is omtrent het resulaat daarvan geen brief bij het gemeentebestuur ingekomen? De VOORZITTER zegt, dat hem daarvan niets bekend is. De heer HAAK geeft te kennen, dat er indertijd wel een brief van den heer Ir. Lin denbergh is ontvangen, doch toen bleek, dat het percentage der deelnemers aan de Vinger- ling te gering was, om daar een electrische leiding aan te leggen. Wanneer er op voile medewerking van de bewoners kan worden Na gedane oproeping zijn voor deze betrek- gerekend, zou hij wel bereid zijn om van wege r - l i ,„n^ 4- "IV/Toot* rlan 79 I verwacht, dat het polderbestuur wel de noodige medewerking zal willen verleenen. Dat vuil mag daar wel niet neergeworpen worden, maar de menschen moeten er toch ergens mee kunnen blijven. De VOORZITTER zegt toe, dat Burge meester en Wethouders hieraan hun aandacht zullen wijden. Hij siluit de vergadering. king de volgende sollicitaties ingekomen 1. Jan de Blaeij Lz., 2. L. M. de Blaeij Cz., 3. Jan Buijze Kz„ 4. Jac. Dieleman J.Chz., 5. C. A. Dierx, 6.' C. J. Drabbe, 7. J. C. Drabbe, 8. J. J. van Drongelen, 9. J W. Dusebout, 10. R. de Fouw, 11. W. de Groote Cz., 12. C. Hamelink, 13. J. Hamelink Jz„ 14. J. P. van Hermon, 15. P. Jansen, 16. Jan de Kraker, 17. H. Meertens, J.Az., 18. J. Meertens Mz., 19. M. C. Meertens Jacz., 20. H. Remijnsen, 21. Jac. Riemens, 22. J. A. de Smidt Cz., 23. A. J. Tholens, 24. A. Ver- meulen. De VOORZITTER stelt voor, tot stemming over te gaan. De heer JANSEN vraagt, of al die sollici- tanten voor het werk geschikt zijn. De VOORZITTER wil dat ter beoordeeling van den raad laten. De heer JANSEN: Ja, maar van al die menschen weet ik het niet. dat Euwe in het derde deel van zijn voortref- felijk werk Theorie der Schaakopeningen den zet niet noemt? In de partij kreeg Euwe een vrijwel gewonnen stand, maar moest met remise genoegen nemen. Wij gelooven, dat Euwe de partij had kunnen winnen en hopen de stelling nog eens uitvoerig te bespreken; nu ontbreekt ons de plaatsruimte daarvoor. De vierde party bracht een nieuwtje. Na 1. d4 d5. 2. c4 c6. 3. Pf3 Pf6. 4. Pc3 dc4: 5. a4 Rf5. 6. Pe5 e6 (nu Pbd7 ongeveer weerlegd is). 7. f3 (geldt voor zeer sterk) antwoordde Zwart met 7. ...Rb4, waarop volgde 8. Rg5. Men zou verwachten 8. e4, maar dat geldt niet als goed wegens 8. Re4:! 9. fe4: Pe4:, bijv. PrzepidrkaCheron, Den Haag 1928, waar volgde 10. Df3 Dd4:! 11. Df7:f Kd8. 12. Dg7:? Rc3:f. 13. bc3: Df2f. 14. Kdl Pc3 mat! Wit kan beter spelen, en mis schien wordt de offercombinatie nog eens weerlegd. Nu echter geldt 8. e4 voor fout. Op 8. Rg5 c5. 9. dc5: speelde Zwart niet Da5, gelijk Aljechin tegen Bogoljubow, Wiesbaden 1929 deed, maar 9Dd5! een bewonde- renswaardig nieuwtje, dat na wilde verwikke- lingen tot algemeenen ruil en remise leidde. 496. Een aardig bladprobleem van de hand van den Groninger A. Doombos troffen we dezer dagen aan in het ,,Nieuwsblad van het Noor- den". We plaatsen de stand op diagram en geven de raad de afwikkeling van het blad te >zoeken, alvorens de oplossing te raad- plegen. !Het is een nuttige oefening! ZWART 1 2 3 4 5 S de gemeente ook wat te doen. Maar dan zal J het toch anders moeten gaan dan den vorigen keer, toen met Burgemeester en Wethouders en den heer Ir. Lindenbergh slechts 4 per- sonen tegenwoordig waren. Onder zulke om- standigheden is er natuurlijk voor Burgemees ter en Wethouders geen aanleiding om er mee voort te gaan. De bewoners zullen dus eerst van hun geneigdheid tot algemeene medewer- I king moeten doen blijken. (P De heer J. A. MEERTENS herinnert er ook reeds enkele jaren geleden over te hebben gesproken, dat er op het Boerengat, achter de woning van J. Helmendach in de sloot die naar den Nieuw Neuzeppolder voert gestadig vuilnis wordt geworpen. Hij zou Burgemees ter en Wethouders willen vragen, of ze daar eens een kijkje zouden willen nemen, en te overwegen of het niet mogelijk was daar een houten vuilnisbak te plaatsen, waar de men schen dan hun vuil heen kunnen brengen. Hij 16 26 36 46 WIT Wit speelt achtereenvolgens 3429; 1611; 2621; 2923!; 27X? en 25X21, wint met 1 schijf tegen 2. De lezer zoekt dit zelf wel uit. Deze eind- stand is voor beginners meestal een open- baring! De onbeperkte macht van een schijf, waarover wij al meermalen schreven, komt nog beter uit in het volgende eindstandje. tZwart: 4 schijven op 5, 6, 10, 11. Wit: 2 schijven op 21 en 25. Wit wint met 2 tegen 4 schijven, door een- voudig 2520 te spelen! Vervolgens een drietal posities uit een simultaan-sdance, welke wij enige weken ge leden te Sluiskil gaven. No. 1. Zwart: 10, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 22, 28. Wit: 25, 26, 33, 36, 37, 38, 39, 43, 45, 48. Zwart speelde in deze stand 1621, waarop wit 3631! liet volgen om zwart te verlokken tot 21-427. Dan zou wit n.l. gewonnen heb ben door 3329 2520292339 33 en 43X6. Zwart liep er echter niet in. No. 2. Zwart: 13, 15, 18, 19, 22, 26. Wit: 25, 29, 30, 32, 36, 48. Wit 4g42; zwart 1923??, waarna wit 3228 en 30X® mogelijk was. Wit deed het echter anders en speelde na zwart 1923 de matzet 29—24! Zwart gedwongen 2228 en wit 3227!, waarna zwart moest offeren en spoedig verloor. Dit was intusschen niet nodig geweest, want in plaats van 1923 had Zwart met 22—27 en 26X17 moeten afruilen. De partij was dan remise geworden, bijv. 4287 (zw. 1822!); 3024, want 2923 en 2520 geeft direct remise (zw. 19X30); 35X24 (2228); 2520 met spoedige remise. No. 3. Zwart: 3, 7, 10, 11, 12, 13, 14, 19, 20, 24, 25, 26. Wit: 27, 28, 32, 34, 35, 38, 39, 40, 42, 43, 45, 48. Wit aan zet speelde hier 4237 met de dreiging 27—21; 2822 32 X 23 34—30 en 39X6. Zwart zag het gevaar evenwel en speelde 38, daarmee deze combinatie voor- komend. Thans volgde echter wit 3430; 40X20; 2721; 2822 en 32X5. Tijdens de wedstrijd om he^ kampioenschap van Nederland 1937 kwam onderstaande posi- tie voor .in de partij tussen J. H. Vos met zwart en Jan Metz met wit. Zwart: 2, 7, 9, 12, 14, 15, 17, 18, 23, 25. Wit: 16, 21, 26, 27, 32, 34, 40, 45, 48, 49. WERKZAAMHEDEN IN OCTOBER. De herfst- en wintermaanden stellen zware eischen aan de verzorging der kippen, want als men aan de pluimveehouderij wat verdie- nen Wil, dan moet men thans eieren rapen en moeten dus de kippen onder ongunstige om- standigheden produceeren. In het voorjaar legt de kip gemakkelijk genoeg eieren, dan werkt alles mee, het weer, de plantengroei, de zon enz., doch thans werkt feitelijk alles tegen. De dagen worden steeds korter, het weer wordt steeds ongunstiger, dus de kippen moeten steeds meer binnen zitten. Kippen die thans nog in den rui zijn en dat zijn vaak'de beste leghennen die laat ruien, zijn natuurlijk zeer gevoelig voor slecht weer, zoodat een goede huisvesting thans een eerste vereischte is. Wie thans zijn hokken niet perfect in orde heeft, zal spoedig den last daarvan ondervinden, vooral als de hokken vochtig, slecht geventi- leerd of tochtig zijn. Nog is het tijd om zooveel mogelijk alles in orde te maken, als het gaat vriezen loopen we met onvoldoende huisvesting heelemaal vast. Als de wanden van het hok goed dicht zijn en dus tochtvrij, dan kunnen we het hok van binnen veel lichter maken door de wanden te witten. Een flinke laag wit'kalk Werkt tevens desinfecteerend en men komt er gauwer toe in zoo'n hok het Vuil op te ruimen, omdat men het beter ziet. Als de kippen losloopen zullen ze op regenachtige dagen veel nat in het hok brengen en een eerste Vereischte voor gezond- heid is uiterste droogte. Juist bij het uitloop- gat is altijd het gras direct vertrapt en ver- dwenen en vormen zich kuilen en modder- poelen. Daar moeten de kippen dan telkens doorheen om weer in het hok te komen. Legt men nu voor dat gat een losse bodem van duims-gaas van ongeveer een meter in het vierkant, dan vermijdt men Vele bezwaren en blijft het strooisel in het hok veel langer droog, een voordeel dus voor de kippen en voor de portemonnaie. Zoo'n gaasraam moet ongeveer 10 c.M. boven den grond liggen en men moet het door kruishouten goed in het midden ondersteunen, daaT anders het gaas gauw doonzakt en de inrichting dan niet meer aan haar doel beantwoordt. Inplaats van gaas kan men natuurlijk ook een rooster van latten leggen, ongeveer een duim breed en een duim van elkaar. Men zal verbaasd staan te zien hoe onder zoo'n gaasraam het gras spoedig welig groeit en aan de geheele ren een beter aanzien geeft. Als strooisel kan men allerlei materiaal nemen, turfstrooisel, gehakt stroo, zaagsel, houtmot, dorre bladeren. Hoofdzaak is dat men zorgt dat het strooisel droog blijft en van tijd tot tijd eens even doorgehakt wordt. Door goed droog strooisel zal men heel wat gevallen van snot, diphtherie, buikvliesontsteking kun nen voorkomen, omdat de kippen daardoor in betere conditie blijVen en beter de toch reeds nadeelfge invloeden van het weer kunnen door- staan. Onze aandacht in deze maanden moet dus op droogte in het hok en versehe lucht gericht zijn. Dat kan men ook al weer belangrijk be- vorderen door de drinkbakken ongeveer 30 c.M. boven den grond op een soort kleine tafel te plaatsen. Op dien tafel brengt men dan tevehs stokken aan, Waarop de kippen kunnen staan als ze drinken. Het morswater blijft dan op de tafel liggen en maakt het strooi sel niet nat. Tevens voorkomt men met zoo'n verhoogde drinkbak, dat het water door opge- krabd strooisel snel verontreinigd wordt en verder heeft men veel beter gelegenheid tijdens vorst het water matig te verwarmen, zoodat het niet bevriest. (Het moet niet lauw gemaakt worden, maar een temperatuur van ongeveer 10 gr. Celsius is het beste en dan drinken de kippen het graag, wat voor den leg tijdens vriezend weer van groot 'belang is. Een leghen gebruikt veel meer drinkwater dan men denkt en men kan wel rekenen per hen per dag op ongeveer 150 200 gram. Daar de kippen nu veel binnen zitten en buiten weinig voer -meer vinden, zullen ze ook meer gebruik maken van den voerbak. Zorg dus, dat ze daar ook ruimte genoeg hebben en elkaar niet behoeven te verdringen. Voor een voeTtrog rekent men per 50 kippen op 1 meter lengte. Dr. B. J. C. TE HENNEPE. (iNadruk verboden.) Wit speelde 4944! en speculeerde daar mee op 1419 van zwart, waarna wit zou winnen door 2722! Op zwart 18X38 volgt dan immers 34—30 40X18 en 21X1. terwijl op zw. 17X37 volgt 4842 en 4035 enz. De oud-kampioen Vos liet zich evenwel niet ,,slachtofferen"! Hij speelde 1420 en na een kalm vervolg liep de partij remise. Eindspelen. Na de uitvoerige beschouwingen, die we gewijd hebben aan de standen van 3 tegen 1 en van 2 tegen 1, kunnen we de systematische behandeling van het eindspel beeindigen met enige remisestanden in de 1 tegen 4-posities. Een der beroemdste eindspelen in dit genre is het volgende: ZWART 1 2 3 4 5 46 50 WIT 47 48 49 Wit speelt en forceert remise! 1 2332 3034 2. 3243 24—30 gedw. Op 3440 volgt wit 4325!! 3. 43—38 34—39 gedw. 4. 38—27 .15—20 Op 35.40 volgt 27—18 enz. 5. 27—38 20—25 6. 38—29! met de bekende klassieke r e m i s e-stelling Zie bijv. zw. 3944; wit 2923 (zw. 4450 dam); 23—45!! (50--6)45—1!! enz. Wit blijft de triktrak-lijn van 145 beheersen en houdt zo remise. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 6